Book Chapter: Verse
1 Gen 6:22 | het; naar al wat God hem geboden had, zo deed hij. ~
2 Gen 7:5 | naar al wat de HEERE hem geboden had. ~
3 Gen 7:9 | wijfje, gelijk als God Noach geboden had. ~
4 Gen 20:4 | oud, gelijk als hem God geboden had. ~
5 Gen 24:5 | onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn
6 Gen 26:6 | hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen
7 Gen 43:11 | Rameses, gelijk als Farao geboden had. ~
8 Gen 46:12 | hem, gelijk als hij hun geboden had; ~
9 Exo 7:6 | Aaron, als hun de HEERE geboden had, alzo deden zij. ~
10 Exo 7:10 | deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en Aaron wierp zijn
11 Exo 7:20 | deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en hij hief den staf
12 Exo 12:28 | de HEERE Mozes en Aaron geboden had, alzo deden zij. ~
13 Exo 12:50 | de HEERE Mozes en Aaron geboden had, alzo deden zij. ~
14 Exo 15:26 | en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen;
15 Exo 16:16 | het woord, dat de HEERE geboden heeft: Verzamelt daarvan
16 Exo 16:24 | morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het stonk niet,
17 Exo 16:28 | gijlieden te houden Mijn geboden en Mijn wetten? ~
18 Exo 16:34 | Gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had, alzo zette ze Aaron
19 Exo 19:7 | woorden, die de HEERE hem geboden had. ~
20 Exo 20:6 | Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. ~
21 Exo 23:15 | broden eten (gelijk Ik u geboden heb), ter bestemder tijd
22 Exo 24:12 | geven, en de wet, en de geboden, die Ik geschreven heb,
23 Exo 29:35 | doen, naar alles, wat Ik u geboden heb; zeven dagen zult gij
24 Exo 31:6 | zullen maken al wat Ik u geboden heb. ~
25 Exo 31:11 | heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken. ~
26 Exo 32:8 | van den weg, dien Ik hun geboden had, zij hebben zich een
27 Exo 33:8 | van den weg, dien Ik hun geboden had, zij hebben zich een
28 Exo 34:27 | gelijk als hem de HEERE geboden had; en hij nam de twee
29 Exo 34:41 | broden eten, gelijk Ik u geboden heb, ter gezetter tijd der
30 Exo 34:57 | kinderen Israels, wat hem geboden was. ~
31 Exo 35:1 | de woorden, die de HEERE geboden heeft, dat men ze doe. ~
32 Exo 35:4 | het woord, dat de HEERE geboden heeft, zeggende: ~
33 Exo 35:10 | maken alles, wat de HEERE geboden heeft: ~
34 Exo 35:29 | het werk, hetwelk de HEERE geboden had te maken door de hand
35 Exo 36:1 | naar alles, dat de HEERE geboden had. ~
36 Exo 36:5 | hetwelk de HEERE te maken geboden heeft. ~
37 Exo 38:22 | dat de HEERE aan Mozes geboden had. ~
38 Exo 39:1 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~
39 Exo 39:7 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~
40 Exo 39:21 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
41 Exo 39:26 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
42 Exo 39:29 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
43 Exo 39:31 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
44 Exo 39:32 | wat de HEERE aan Mozes geboden had; alzo hadden zij het
45 Exo 39:42 | wat de HEERE aan Mozes geboden had, alzo hadden de kinderen
46 Exo 39:43 | gemaakt, gelijk als de HEERE geboden had; alzo hadden zij het
47 Exo 40:16 | alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij. ~
48 Exo 40:19 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
49 Exo 40:21 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
50 Exo 40:23 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
51 Exo 40:25 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
52 Exo 40:27 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
53 Exo 40:29 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~
54 Exo 40:32 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~
55 Lev 4:2 | door afdwaling van enige geboden des HEEREN, dat niet zou
56 Lev 4:13 | hebben tegen enige van allen geboden des HEEREN, dat niet zoude
57 Lev 4:22 | hebben, en tegen een van de geboden des HEEREN zijns Gods, door
58 Lev 4:27 | iets doet tegen een van de geboden des HEEREN, dat niet gedaan
59 Lev 5:17 | gedaan tegen een van alle geboden des HEEREN, hetwelk niet
60 Lev 7:36 | kinderen Israels te geven geboden heeft, ten dage als Hij
61 Lev 7:38 | Mozes op den berg Sinai geboden heeft, ten dage als Hij
62 Lev 8:4 | gelijk als de HEERE hem geboden had; en de vergadering werd
63 Lev 8:5 | is de zaak, die de HEERE geboden heeft te doen. ~
64 Lev 8:9 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
65 Lev 8:13 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
66 Lev 8:17 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
67 Lev 8:21 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
68 Lev 8:29 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
69 Lev 8:31 | vuloffers is; gelijk als ik geboden heb, zeggende: Aaron en
70 Lev 8:34 | heeft de HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te
71 Lev 8:35 | sterft; want alzo is het mij geboden. ~
72 Lev 8:36 | door den dienst van Mozes geboden had. ~ ~ ~ ~
73 Lev 9:5 | namen zij hetgeen Mozes geboden had, brengende dat tot voor
74 Lev 9:6 | Deze zaak, die de HEERE geboden heeft, zult gij doen; en
75 Lev 9:7 | hen, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~
76 Lev 9:10 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
77 Lev 9:21 | HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. ~
78 Lev 10:1 | HEEREN, hetwelk hij hen niet geboden had. ~
79 Lev 10:13 | vuurofferen is; want alzo is mij geboden. ~
80 Lev 10:15 | zal, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~
81 Lev 10:18 | heiligdom, gelijk als ik geboden heb. ~
82 Lev 16:34 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
83 Lev 17:2 | woord, hetwelk de HEERE geboden heeft, zeggende: ~
84 Lev 22:31 | 31 Daarom zult gij Mijn geboden houden, en dezelve doen;
85 Lev 23:23 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
86 Lev 25:3 | inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden, en die doen zult; ~
87 Lev 25:14 | niet zult horen, en al deze geboden niet zult doen; ~
88 Lev 25:15 | dat gij niet doet al Mijn geboden, om Mijn verbond te vernietigen; ~
89 Lev 26:34 | 34 Dit zijn de geboden, die de HEERE Mozes geboden
90 Lev 26:34 | geboden, die de HEERE Mozes geboden heeft, aan de kinderen Israels,
91 Num 1:19 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, zo heeft hij hen geteld
92 Num 1:54 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij. ~
93 Num 2:33 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
94 Num 2:34 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo legerden zij zich
95 Num 3:16 | bevel des HEEREN, gelijk hem geboden was. ~
96 Num 3:42 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alle eerstgeborenen
97 Num 3:51 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ ~ ~ ~
98 Num 4:49 | waren, die de HEERE Mozes geboden had. ~ ~
99 Num 8:20 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had van de Levieten, zo
100 Num 8:22 | HEERE Mozes van de Levieten geboden had, alzo deden zij aan
101 Num 9:5 | alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen
102 Num 15:22 | niet gedaan hebben al deze geboden, die de HEERE tot Mozes
103 Num 15:23 | HEERE door de hand van Mozes geboden heeft; van dien dag af,
104 Num 15:23 | dag af, dat het de HEERE geboden heeft, en voortaan bij uw
105 Num 15:36 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
106 Num 15:39 | het aanziet, en aan al de geboden des HEEREN gedenkt, en die
107 Num 15:40 | gedenkt en doet al Mijn geboden, en uw God heilig zijt. ~
108 Num 17:11 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij. ~
109 Num 18:11 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij. ~
110 Num 20:9 | HEEREN, gelijk als Hij hem geboden had. ~
111 Num 20:27 | deed, gelijk als de HEERE geboden had; want zij klommen op
112 Num 26:4 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en den kinderen Israels,
113 Num 27:11 | gelijk als de HEERE Mozes geboden heeft. ~
114 Num 27:22 | gelijk als de HEERE hem geboden had; want hij nam Jozua,
115 Num 29:40 | naar al wat de HEERE Mozes geboden had. ~ ~
116 Num 30:1 | is de zaak, die de HEERE geboden heeft: ~
117 Num 30:16 | inzettingen, die de HEERE Mozes geboden heeft, tussen een man en
118 Num 31:7 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en zij doodden al wat
119 Num 31:21 | wet, die de HEERE Mozes geboden heeft. ~
120 Num 31:31 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
121 Num 31:41 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
122 Num 31:47 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
123 Num 33:13 | stam van Manasse te geven geboden heeft. ~
124 Num 33:29 | Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels
125 Num 35:2 | De HEERE heeft mijn heer geboden, dat land door het lot aan
126 Num 35:2 | mijn heer is door den HEERE geboden, de erfenis van onzen broeder
127 Num 35:6 | de dochteren van Zelafead geboden heeft, zeggende: Laat zij
128 Num 35:10 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de dochteren
129 Num 35:13 | 13 Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE
130 Num 35:13 | aan de kinderen Israels geboden heeft, in de vlakke velden
131 Deu 1:19 | de HEERE, onze God, ons geboden had; en wij kwamen tot Kades-Barnea. ~
132 Deu 1:41 | de HEERE, onze God, ons geboden heeft. Als gij nu een iegelijk
133 Deu 4:2 | afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die
134 Deu 4:5 | de HEERE, mijn God, mij geboden heeft; opdat gij alzo doet
135 Deu 4:40 | Zijn inzettingen en Zijn geboden, die ik u heden gebiede,
136 Deu 5:10 | Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. ~
137 Deu 5:12 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft. ~
138 Deu 5:15 | heeft u de HEERE, uw God, geboden, dat gij den sabbatdag houden
139 Deu 5:16 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd
140 Deu 5:29 | Mij te vrezen, en al Mijn geboden te allen dage te onderhouden;
141 Deu 5:31 | dat Ik tot u spreke al de geboden, en inzettingen, en rechten,
142 Deu 5:32 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af
143 Deu 6:1 | 1 Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten,
144 Deu 6:1 | rechten, die de HEERE, uw God, geboden heeft om u te leren; opdat
145 Deu 6:2 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, die ik u gebiede; gij,
146 Deu 6:17 | 17 Gij zult de geboden des HEEREN, uws Gods, vlijtig
147 Deu 6:17 | Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft. ~
148 Deu 6:20 | HEERE, onze God, ulieden geboden heeft? ~
149 Deu 6:25 | waarnemen te doen al deze geboden, voor het aangezicht des
150 Deu 6:25 | onzes Gods, gelijk Hij ons geboden heeft. ~
151 Deu 7:9 | Hem liefhebben, en Zijn geboden houden tot in duizend geslachten. ~
152 Deu 7:11 | 11 Houdt dan de geboden, en de inzettingen, en de
153 Deu 8:1 | 1 Alle geboden, die ik u heden gebiede,
154 Deu 8:2 | uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. ~
155 Deu 8:6 | 6 En houdt de geboden des HEEREN, uws Gods, om
156 Deu 8:11 | gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn
157 Deu 9:12 | van den weg, dien Ik hun geboden had; zij hebben zich een
158 Deu 9:16 | den weg, dien u de HEERE geboden had. ~
159 Deu 10:5 | gelijk als de HEERE mij geboden heeft. ~
160 Deu 10:13 | 13 Om te houden de geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen,
161 Deu 11:1 | en Zijn rechten, en Zijn geboden. ~
162 Deu 11:8 | 8 Houdt dan alle geboden, die ik u heden gebiede;
163 Deu 11:13 | naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede,
164 Deu 11:22 | naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die
165 Deu 11:27 | wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die
166 Deu 11:28 | niet horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, en
167 Deu 12:21 | gegeven heeft, gelijk als ik u geboden heb; en gij zult eten in
168 Deu 13:4 | en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn
169 Deu 13:5 | dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen.
170 Deu 13:18 | zijn, om te houden al Zijn geboden, die ik u heden gebiede,
171 Deu 15:5 | waarneemt te doen al deze geboden, die ik u heden gebiede. ~
172 Deu 17:3 | hemels, hetwelk ik niet geboden heb; ~
173 Deu 18:20 | Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken
174 Deu 20:17 | als u de HEERE, uw God, geboden heeft; ~
175 Deu 24:8 | leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij waarnemen
176 Deu 26:13 | weduwe gegeven, naar al Uw geboden, die Gij mij geboden hebt;
177 Deu 26:13 | Uw geboden, die Gij mij geboden hebt; ik heb niets van Uw
178 Deu 26:13 | hebt; ik heb niets van Uw geboden overtreden, en niets vergeten. ~
179 Deu 26:14 | naar alles, wat Gij mij geboden hebt. ~
180 Deu 26:17 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en dat
181 Deu 26:18 | heeft, en dat gij al Zijn geboden zult houden; ~
182 Deu 27:1 | zeggende: Behoudt al deze geboden, die ik ulieden heden gebiede. ~
183 Deu 27:10 | zijn, en gij zult doen Zijn geboden en Zijn inzettingen, die
184 Deu 28:1 | waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede,
185 Deu 28:9 | gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN, uws Gods, zult
186 Deu 28:13 | wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die
187 Deu 28:15 | nemen, dat gij doet al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die
188 Deu 28:45 | zijn, om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die
189 Deu 28:45 | Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft. ~
190 Deu 29:1 | verbonds, dat de HEERE Mozes geboden heeft te maken met de kinderen
191 Deu 30:8 | en gij zult doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede. ~
192 Deu 30:10 | gehoorzaam zijn, houdende Zijn geboden en Zijn inzettingen, die
193 Deu 30:16 | wandelen, en te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en
194 Deu 31:5 | alle gebod, dat ik ulieden geboden heb. ~
195 Deu 31:29 | afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit kwaad
196 Deu 33:4 | 4 Mozes heeft ons de wet geboden, een erfenis van Jakobs
197 Deu 34:9 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
198 Joz 1:7 | welke Mozes, Mijn knecht, u geboden heeft, en wijk daarvan niet,
199 Joz 1:13 | knecht des HEEREN, ulieden geboden heeft, zeggende: De HEERE,
200 Joz 1:16 | zeggende: Al wat gij ons geboden hebt, zullen wij doen, en
201 Joz 3:3 | 3 En zij geboden het volk, zeggende: Wanneer
202 Joz 4:8 | deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf
203 Joz 4:10 | hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen,
204 Joz 4:10 | naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte,
205 Joz 6:10 | 10 Jozua nu had het volk geboden, zeggende: Gij zult niet
206 Joz 7:11 | verbond, hetwelk Ik hun geboden had, overtreden; en ook
207 Joz 8:8 | ziet, ik heb het ulieden geboden. ~
208 Joz 8:27 | des HEEREN, dat Hij Jozua geboden had. ~
209 Joz 8:31 | HEEREN, den kinderen Israels geboden had, achtereenvolgens hetgeen
210 Joz 8:35 | woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet overluid
211 Joz 9:24 | uw God, Zijn knecht Mozes geboden heeft, dat Hij ulieden al
212 Joz 10:40 | de HEERE, de God Israels, geboden had. ~
213 Joz 11:12 | Mozes, de knecht des HEEREN geboden had. ~
214 Joz 11:15 | HEERE Mozes, Zijn knecht, geboden had, alzo gebood Mozes aan
215 Joz 11:15 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had. ~
216 Joz 11:20 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~
217 Joz 13:6 | erfdeel valle, gelijk als Ik u geboden heb. ~
218 Joz 14:2 | door den dienst van Mozes geboden had, aangaande de negen
219 Joz 14:5 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen
220 Joz 17:4 | zeggende: De HEERE heeft Mozes geboden, dat men ons een erfdeel
221 Joz 21:2 | zeggende: De HEERE heeft geboden door den dienst van Mozes,
222 Joz 21:8 | het lot, gelijk de HEERE geboden had door den dienst van
223 Joz 23:2 | Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft; en gij zijt mijner
224 Joz 23:2 | geweest in alles, wat ik u geboden heb. ~
225 Joz 23:3 | waargenomen de onderhouding der geboden van den HEERE, uw God. ~
226 Joz 23:5 | Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE,
227 Joz 23:5 | in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt,
228 Joz 24:16 | Gods, overtreedt, dat Hij u geboden heeft, en gij heengaat en
229 Ric 2:17 | gewandeld hadden, horende de geboden des HEEREN; alzo deden zij
230 Ric 2:20 | overtreden, dat Ik hun vaderen geboden heb, en zij naar Mijn stem
231 Ric 3:4 | opdat men wiste, of zij de geboden des HEEREN zouden horen,
232 Ric 3:4 | vaderen door de hand van Mozes geboden had. ~
233 Ric 4:6 | HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en trek op den
234 Ric 12:14 | onreins eten; al wat Ik haar geboden heb, zal zij onderhouden. ~
235 Ric 20:10 | de strijdbaarste; en zij geboden hun, zeggende: Trekt heen,
236 Ric 20:20 | 20 En zij geboden den kinderen van Benjamin,
237 Rut 2:9 | heb ik den jongens niet geboden, dat men u niet aanroere?
238 Rut 3:6 | wat haar schoonmoeder haar geboden had. ~
239 1Sa 2:29 | Mijn spijsoffer, hetwelk Ik geboden heb in de woning; en eert
240 1Sa 13:13 | niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou
241 1Sa 13:14 | hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over
242 1Sa 13:14 | gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had. ~
243 1Sa 20:29 | broeder heeft het mij zelfs geboden; heb ik nu genade in uw
244 1Sa 21:2 | gezonden heb, en die ik u geboden heb; den jongelingen nu
245 2Sa 5:25 | gelijk als de HEERE hem geboden had; en hij sloeg de Filistijnen
246 2Sa 7:11 | van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over
247 2Sa 13:28 | het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest
248 2Sa 13:29 | Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen
249 2Sa 14:19 | knecht Joab heeft het mij geboden, en die heeft al deze woorden
250 2Sa 17:14 | raad. Doch de HEERE had het geboden, om den goeden raad van
251 2Sa 18:12 | en Ithai, voor onze oren geboden, zeggende: Hoedt u, wie
252 2Sa 21:14 | deden alles, wat de koning geboden had. Alzo werd God na dezen
253 2Sa 24:19 | Gad, gelijk als de HEERE geboden had. ~
254 1Kon 1:35| mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger
255 1Kon 2:3 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn
256 1Kon 2:43| het gebod, dat ik over u geboden had? ~
257 1Kon 3:14| Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David
258 1Kon 6:12| rechten, en onderhoudt al Mijn geboden, wandelende in dezelve;
259 1Kon 8:58| wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en
260 1Kon 8:58| dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft. ~
261 1Kon 8:61| Zijn inzettingen, en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen
262 1Kon 9:4 | te doen naar al wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen
263 1Kon 9:6 | en niet houden zult Mijn geboden en Mijn inzettingen, die
264 1Kon 11:10| 10 En hem van deze zaak geboden had, dat hij andere goden
265 1Kon 11:10| hield niet, wat de HEERE geboden had. ~
266 1Kon 11:11| Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk
267 1Kon 11:34| Ik verkoren heb, die Mijn geboden en Mijn inzettingen gehouden
268 1Kon 11:38| Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht
269 1Kon 13:9 | Want zo heeft mij de HEERE geboden door Zijn woord, zeggende:
270 1Kon 13:21| dat u de HEERE, uw God, geboden had, ~
271 1Kon 14:8 | Mijn knecht David, die Mijn geboden hield, en die Mij met zijn
272 1Kon 15:5 | was van alles, wat Hij hem geboden had, al de dagen zijns levens,
273 1Kon 17:4 | zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden
274 1Kon 17:9 | heb daar een weduwvrouw geboden, dat zij u onderhoude. ~
275 1Kon 18:18| daarmede, dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten hebt
276 1Kon 22:31| koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagenen,
277 2Kon 11:9 | al wat de priester Jojada geboden had, en namen ieder zijn
278 2Kon 15:6 | van Mozes, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders
279 2Kon 17:16| alles, wat de koning Achaz geboden had. ~
280 2Kon 18:16| alles, wat de koning Achaz geboden had. ~
281 2Kon 19:13| boze wegen en houdt Mijn geboden, en Mijn inzettingen, naar
282 2Kon 19:13| de wet, die Ik uw vaderen geboden heb, en die Ik tot u door
283 2Kon 19:15| van dewelke de HEERE hun geboden had, dat zij niet zouden
284 2Kon 19:16| Ja, zij verlieten al de geboden des HEEREN, huns Gods, en
285 2Kon 19:19| 19 Zelfs hield Juda de geboden des HEEREN, huns Gods, niet;
286 2Kon 19:34| het gebod, dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van
287 2Kon 19:35| hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende: Gij zult geen
288 2Kon 20:6 | volgen, en hij hield Zijn geboden, die de HEERE aan Mozes
289 2Kon 20:6 | die de HEERE aan Mozes geboden had. ~
290 2Kon 20:12| Mozes, de knecht des HEEREN, geboden had, dat hadden zij niet
291 2Kon 23:8 | naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar de ganse wet,
292 2Kon 23:8 | die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft. ~
293 2Kon 25:3 | na te wandelen, en Zijn geboden, en Zijn getuigenissen,
294 1Kro 6:49| wat Mozes, de knecht Gods, geboden had. ~
295 1Kro 14:16| deed, gelijk als hem God geboden had; en zij sloegen het
296 1Kro 15:15| waren, gelijk als Mozes geboden had naar het woord des HEEREN. ~
297 1Kro 16:40| des HEEREN, die Hij Israel geboden had. ~
298 1Kro 17:10| van die dagen af, dat Ik geboden heb richters te wezen over
299 1Kro 23:13| die de HEERE aan Mozes geboden heeft over Israel. Wees
300 1Kro 25:19| de HEERE, de God Israels, geboden had. ~
301 1Kro 29:7 | sterk wezen zal, om Mijn geboden en Mijn rechten te doen,
302 1Kro 29:8 | Gods, houdt en zoekt al de geboden des HEEREN, uws Gods; opdat
303 1Kro 30:19| volkomen hart, om te houden Uw geboden, Uw getuigenissen en Uw
304 2Kro 8:17| doen naar alles, wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen
305 2Kro 8:19| Mijn inzettingen en Mijn geboden, die Ik voor uw aangezicht
306 2Kro 18:4 | vaders, en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van
307 2Kro 19:30| koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagens,
308 2Kro 23:21| wat de priester Jojada geboden had; en zij namen een ieder
309 2Kro 24:20| Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult
310 2Kro 25:4 | geschreven is, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders
311 2Kro 33:8 | doen, al hetgeen Ik hun geboden heb, naar de ganse wet,
312 2Kro 34:31| te wandelen, en om Zijn geboden, en Zijn getuigenissen,
313 Ezra 4:3 | koning van Perzie, ons geboden heeft. ~
314 Ezra 7:11| schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen
315 Ezra 9:10| dezen? Want wij hebben Uw geboden verlaten, ~
316 Ezra 9:11| 11 Die Gij geboden hadt door den dienst Uwer
317 Ezra 9:14| wij nu wederkeren, om Uw geboden te vernietigen, en ons te
318 Neh 1:5 | Hem liefhebben, en Zijn geboden houden. ~
319 Neh 1:7 | hebben niet gehouden de geboden, noch de inzettingen, noch
320 Neh 1:7 | die Gij Uw knecht Mozes geboden hebt. ~
321 Neh 1:8 | dat Gij Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Gijlieden
322 Neh 1:9 | tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen; al
323 Neh 8:2 | halen, die de HEERE Israel geboden had. ~
324 Neh 8:15 | HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels
325 Neh 9:13 | wetten, goede inzettingen en geboden. ~
326 Neh 9:14 | gemaakt; en Gij hebt hun geboden, en inzettingen en een wet
327 Neh 9:16 | en niet gehoord naar Uw geboden; ~
328 Neh 9:29 | en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen
329 Neh 9:34 | niet geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen,
330 Neh 10:29 | dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren,
331 Neh 10:32 | 32 Voorts zetten wij ons geboden op, ons opleggende een derde
332 Est 5 | want Mordechai had haar geboden, dat zij het niet zou te
333 Est 12 | gelijk als Mordechai haar geboden had; want ~
334 Job 37:12 | uw dagen den morgenstond geboden? Hebt gij den dageraad zijn
335 Psa 68:29 | Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat Gij aan
336 Psa 78:5 | Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen
337 Psa 78:7 | niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren; ~
338 Psa 89:32 | inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; ~
339 Psa 107:11 | waren geweest tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten
340 Psa 111:9 | Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig
341 Psa 112:1 | groten lust heeft in Zijn geboden. ~
342 Psa 119:4 | 4 HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer
343 Psa 119:6 | wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~
344 Psa 119:10 | gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. ~
345 Psa 119:19 | op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. ~
346 Psa 119:21 | hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. ~
347 Psa 119:32 | 32 Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart
348 Psa 119:35 | mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust. ~
349 Psa 119:47 | ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
350 Psa 119:48 | handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal
351 Psa 119:60 | gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden. ~
352 Psa 119:66 | wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. ~
353 Psa 119:73 | verstandig, opdat ik Uw geboden lere. ~
354 Psa 119:78 | hebben; doch ik betracht Uw geboden. ~
355 Psa 119:86 | 86 Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen
356 Psa 119:98 | 98 Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden
357 Psa 119:115| gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren. ~
358 Psa 119:127| 127 Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja,
359 Psa 119:131| ik heb verlangd naar Uw geboden. ~
360 Psa 119:138| en de waarheid hogelijk geboden. ~
361 Psa 119:143| hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen. ~
362 Psa 119:151| HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. ~
363 Psa 119:166| hoop op Uw heil, en doe Uw geboden. ~
364 Psa 119:172| van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. ~
365 Psa 119:176| zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten. ~
366 Spre 2:1 | redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt; ~
367 Spre 3:1 | maar uw hart beware mijn geboden. ~
368 Spre 4:4 | woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef. ~
369 Spre 7:1 | mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg. ~
370 Spre 7:2 | 2 Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als
371 Spre 10:8 | wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van
372 Pred 12:13| Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen
373 Jes 34:16 | mijn mond zelf heeft het geboden, en Zijn Geest Zelf zal
374 Jes 48:18 | Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou
375 Jer 7:22 | niet gesproken, noch hun geboden van zaken des brandoffers
376 Jer 7:23 | Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende: Hoort naar Mijn
377 Jer 7:31 | verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn hart
378 Jer 8:13 | blad is afgevallen; en de geboden, die Ik hun gegeven
379 Jer 11:4 | 4 Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen
380 Jer 11:8 | woorden dezes verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet
381 Jer 13:5 | gelijk als de HEERE mij geboden had. ~
382 Jer 13:6 | gordel van daar, dien Ik u geboden heb aldaar te versteken. ~
383 Jer 17:22 | gelijk als Ik uw vaderen geboden heb. ~
384 Jer 19:5 | brandofferen; hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken heb, noch
385 Jer 26:2 | de woorden, die Ik u geboden heb tot hen te spreken,
386 Jer 26:8 | spreken alles, wat de HEERE geboden had tot al het volk te spreken,
387 Jer 29:23 | Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en Ik ben Degene,
388 Jer 32:23 | alles, wat Gij hun geboden hadt te doen; dies hebt
389 Jer 32:35 | hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen,
390 Jer 35:6 | Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult
391 Jer 35:8 | gehoorzaamd in alles, wat hij ons geboden heeft; zodat wij geen wijn
392 Jer 35:10 | wat ons onze vader Jonadab geboden heeft. ~
393 Jer 35:14 | Rechab, die hij zijn kinderen geboden heeft, dat zij geen wijn
394 Jer 35:16 | huns vaders, dat hij hun geboden heeft, bevestigd hebben,
395 Jer 35:18 | geweest, en hebt al zijn geboden bewaard, en gedaan naar
396 Jer 35:18 | naar alles, wat hij ulieden geboden heeft; ~
397 Jer 36:8 | wat hem de profeet Jeremia geboden had, lezende in dat boek
398 Jer 38:27 | deze woorden, die de koning geboden had; en zij lieten van hem
399 Jer 50:21 | doe naar alles, wat Ik u geboden heb. ~
400 Klaa 1:10| heiligdom gingen, waarvan Gij geboden hadt, dat zij in Uw
401 Klaa 1:17| de HEERE heeft van Jakob geboden, dat die rondom hem zijn,
402 Eze 9:11 | gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt. ~ ~
403 Eze 10:6 | man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende: Neem vuur
404 Eze 24:18 | morgenstond, gelijk mij geboden was. ~
405 Dan 9:4 | liefhebben en Zijn geboden houden. ~
406 Dan 9:5 | met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten. ~
407 Amos 2:12| en gij hebt den profeten geboden zeggende: Gij zult niet
408 Zac 1:6 | knechten, den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders
409 Matt 5:19| dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen
410 Matt 8:4 | offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~
411 Matt 15:4 | 4 Want God heeft geboden, zeggende: Eert uwen vader
412 Matt 15:9 | Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. ~
413 Matt 19:7 | Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven
414 Matt 19:17| leven ingaan, onderhoud de geboden. ~
415 Matt 22:40| 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de
416 Matt 28:19| onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. ~
417 Mark 1:44| reiniging, hetgeen Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~
418 Mark 7:7 | Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen; ~
419 Mark 10:3 | tot hen: Wat heeft u Mozes geboden? ~
420 Mark 10:19| 19 Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel
421 Mark 12:29| hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel, de Heere,
422 Luk 1:6 | God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. ~
423 Luk 5:14 | reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~
424 Luk 8:29 | Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou
425 Luk 18:20 | 20 Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel
426 Joha 8:5 | Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd
427 Joha 14:15| liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. ~
428 Joha 14:21| 21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart,
429 Joha 14:31| gelijkerwijs Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laat ons
430 Joha 15:10| 10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in
431 Joha 15:10| blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb,
432 Hand 4:15| 15 En hun geboden hebbende uit te gaan buiten
433 Hand 5:42| 42 En heeft ons geboden den volke te prediken, en
434 Hand 7:47| alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb u gesteld
435 Hand 10:23| hen in de gevangenis, en geboden den stokbewaarder, dat hij
436 Hand 11:7 | alle dezen doen tegen de geboden des keizers, zeggende, dat
437 1Kor 7:19| maar de onderhouding der geboden Gods. ~
438 1Kor 14:37| ik u schrijf, des Heeren geboden zijn. ~
439 Efez 2:15| gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande;
440 Kol 2:22 | gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der mensen; ~
441 2Tim 5:14| begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van
442 Tit 1:14 | begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van
443 Heb 9:19 | 19 Want als al de geboden, naar de wet van Mozes,
444 Heb 9:20 | hetwelk God aan ulieden heeft geboden. ~
445 Heb 12:20 | niet dragen, hetgeen er geboden werd: Indien ook een gedierte
446 1Joh 2:3 | gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. ~
447 1Joh 2:4 | zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een
448 1Joh 3:22| van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen
449 1Joh 3:24| 24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem,
450 1Joh 5:2 | God liefhebben, en Zijn geboden bewaren. ~
451 1Joh 5:3 | liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden
452 1Joh 5:3 | geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar. ~
453 2Joh 1:6 | dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk
454 Open 12:17| overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis
455 Open 14:12| heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof
456 Open 22:14| Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij
|