Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gebleven 31
gebloeid 2
gebod 114
geboden 456
gebods 2
geboet 1
geboeten 1
Frequency    [«  »]
472 nog
465 zouden
464 tijd
456 geboden
456 konings
453 sprak
451 hetwelk

Bijbel

IntraText - Concordances

geboden

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:22 | het; naar al wat God hem geboden had, zo deed hij. ~ 2 Gen 7:5 | naar al wat de HEERE hem geboden had. ~ 3 Gen 7:9 | wijfje, gelijk als God Noach geboden had. ~ 4 Gen 20:4 | oud, gelijk als hem God geboden had. ~ 5 Gen 24:5 | onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden, Mijn inzettingen en Mijn 6 Gen 26:6 | hem zegende, dat hij hem geboden had, zeggende: Neem geen 7 Gen 43:11 | Rameses, gelijk als Farao geboden had. ~ 8 Gen 46:12 | hem, gelijk als hij hun geboden had; ~ 9 Exo 7:6 | Aaron, als hun de HEERE geboden had, alzo deden zij. ~ 10 Exo 7:10 | deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en Aaron wierp zijn 11 Exo 7:20 | deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en hij hief den staf 12 Exo 12:28 | de HEERE Mozes en Aaron geboden had, alzo deden zij. ~ 13 Exo 12:50 | de HEERE Mozes en Aaron geboden had, alzo deden zij. ~ 14 Exo 15:26 | en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; 15 Exo 16:16 | het woord, dat de HEERE geboden heeft: Verzamelt daarvan 16 Exo 16:24 | morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het stonk niet, 17 Exo 16:28 | gijlieden te houden Mijn geboden en Mijn wetten? ~ 18 Exo 16:34 | Gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had, alzo zette ze Aaron 19 Exo 19:7 | woorden, die de HEERE hem geboden had. ~ 20 Exo 20:6 | Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. ~ 21 Exo 23:15 | broden eten (gelijk Ik u geboden heb), ter bestemder tijd 22 Exo 24:12 | geven, en de wet, en de geboden, die Ik geschreven heb, 23 Exo 29:35 | doen, naar alles, wat Ik u geboden heb; zeven dagen zult gij 24 Exo 31:6 | zullen maken al wat Ik u geboden heb. ~ 25 Exo 31:11 | heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken. ~ 26 Exo 32:8 | van den weg, dien Ik hun geboden had, zij hebben zich een 27 Exo 33:8 | van den weg, dien Ik hun geboden had, zij hebben zich een 28 Exo 34:27 | gelijk als hem de HEERE geboden had; en hij nam de twee 29 Exo 34:41 | broden eten, gelijk Ik u geboden heb, ter gezetter tijd der 30 Exo 34:57 | kinderen Israels, wat hem geboden was. ~ 31 Exo 35:1 | de woorden, die de HEERE geboden heeft, dat men ze doe. ~ 32 Exo 35:4 | het woord, dat de HEERE geboden heeft, zeggende: ~ 33 Exo 35:10 | maken alles, wat de HEERE geboden heeft: ~ 34 Exo 35:29 | het werk, hetwelk de HEERE geboden had te maken door de hand 35 Exo 36:1 | naar alles, dat de HEERE geboden had. ~ 36 Exo 36:5 | hetwelk de HEERE te maken geboden heeft. ~ 37 Exo 38:22 | dat de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 38 Exo 39:1 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 39 Exo 39:7 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 40 Exo 39:21 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 41 Exo 39:26 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 42 Exo 39:29 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 43 Exo 39:31 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 44 Exo 39:32 | wat de HEERE aan Mozes geboden had; alzo hadden zij het 45 Exo 39:42 | wat de HEERE aan Mozes geboden had, alzo hadden de kinderen 46 Exo 39:43 | gemaakt, gelijk als de HEERE geboden had; alzo hadden zij het 47 Exo 40:16 | alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij. ~ 48 Exo 40:19 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 49 Exo 40:21 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 50 Exo 40:23 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 51 Exo 40:25 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 52 Exo 40:27 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 53 Exo 40:29 | gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 54 Exo 40:32 | gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 55 Lev 4:2 | door afdwaling van enige geboden des HEEREN, dat niet zou 56 Lev 4:13 | hebben tegen enige van allen geboden des HEEREN, dat niet zoude 57 Lev 4:22 | hebben, en tegen een van de geboden des HEEREN zijns Gods, door 58 Lev 4:27 | iets doet tegen een van de geboden des HEEREN, dat niet gedaan 59 Lev 5:17 | gedaan tegen een van alle geboden des HEEREN, hetwelk niet 60 Lev 7:36 | kinderen Israels te geven geboden heeft, ten dage als Hij 61 Lev 7:38 | Mozes op den berg Sinai geboden heeft, ten dage als Hij 62 Lev 8:4 | gelijk als de HEERE hem geboden had; en de vergadering werd 63 Lev 8:5 | is de zaak, die de HEERE geboden heeft te doen. ~ 64 Lev 8:9 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 65 Lev 8:13 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 66 Lev 8:17 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 67 Lev 8:21 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 68 Lev 8:29 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 69 Lev 8:31 | vuloffers is; gelijk als ik geboden heb, zeggende: Aaron en 70 Lev 8:34 | heeft de HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te 71 Lev 8:35 | sterft; want alzo is het mij geboden. ~ 72 Lev 8:36 | door den dienst van Mozes geboden had. ~  ~  ~  ~ 73 Lev 9:5 | namen zij hetgeen Mozes geboden had, brengende dat tot voor 74 Lev 9:6 | Deze zaak, die de HEERE geboden heeft, zult gij doen; en 75 Lev 9:7 | hen, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~ 76 Lev 9:10 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 77 Lev 9:21 | HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. ~ 78 Lev 10:1 | HEEREN, hetwelk hij hen niet geboden had. ~ 79 Lev 10:13 | vuurofferen is; want alzo is mij geboden. ~ 80 Lev 10:15 | zal, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~ 81 Lev 10:18 | heiligdom, gelijk als ik geboden heb. ~ 82 Lev 16:34 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 83 Lev 17:2 | woord, hetwelk de HEERE geboden heeft, zeggende: ~ 84 Lev 22:31 | 31 Daarom zult gij Mijn geboden houden, en dezelve doen; 85 Lev 23:23 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 86 Lev 25:3 | inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden, en die doen zult; ~ 87 Lev 25:14 | niet zult horen, en al deze geboden niet zult doen; ~ 88 Lev 25:15 | dat gij niet doet al Mijn geboden, om Mijn verbond te vernietigen; ~ 89 Lev 26:34 | 34 Dit zijn de geboden, die de HEERE Mozes geboden 90 Lev 26:34 | geboden, die de HEERE Mozes geboden heeft, aan de kinderen Israels, 91 Num 1:19 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, zo heeft hij hen geteld 92 Num 1:54 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij. ~ 93 Num 2:33 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 94 Num 2:34 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had, zo legerden zij zich 95 Num 3:16 | bevel des HEEREN, gelijk hem geboden was. ~ 96 Num 3:42 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alle eerstgeborenen 97 Num 3:51 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~  ~  ~  ~ 98 Num 4:49 | waren, die de HEERE Mozes geboden had. ~  ~ 99 Num 8:20 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had van de Levieten, zo 100 Num 8:22 | HEERE Mozes van de Levieten geboden had, alzo deden zij aan 101 Num 9:5 | alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen 102 Num 15:22 | niet gedaan hebben al deze geboden, die de HEERE tot Mozes 103 Num 15:23 | HEERE door de hand van Mozes geboden heeft; van dien dag af, 104 Num 15:23 | dag af, dat het de HEERE geboden heeft, en voortaan bij uw 105 Num 15:36 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 106 Num 15:39 | het aanziet, en aan al de geboden des HEEREN gedenkt, en die 107 Num 15:40 | gedenkt en doet al Mijn geboden, en uw God heilig zijt. ~ 108 Num 17:11 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij. ~ 109 Num 18:11 | gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij. ~ 110 Num 20:9 | HEEREN, gelijk als Hij hem geboden had. ~ 111 Num 20:27 | deed, gelijk als de HEERE geboden had; want zij klommen op 112 Num 26:4 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en den kinderen Israels, 113 Num 27:11 | gelijk als de HEERE Mozes geboden heeft. ~ 114 Num 27:22 | gelijk als de HEERE hem geboden had; want hij nam Jozua, 115 Num 29:40 | naar al wat de HEERE Mozes geboden had. ~  ~ 116 Num 30:1 | is de zaak, die de HEERE geboden heeft: ~ 117 Num 30:16 | inzettingen, die de HEERE Mozes geboden heeft, tussen een man en 118 Num 31:7 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en zij doodden al wat 119 Num 31:21 | wet, die de HEERE Mozes geboden heeft. ~ 120 Num 31:31 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 121 Num 31:41 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 122 Num 31:47 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 123 Num 33:13 | stam van Manasse te geven geboden heeft. ~ 124 Num 33:29 | Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels 125 Num 35:2 | De HEERE heeft mijn heer geboden, dat land door het lot aan 126 Num 35:2 | mijn heer is door den HEERE geboden, de erfenis van onzen broeder 127 Num 35:6 | de dochteren van Zelafead geboden heeft, zeggende: Laat zij 128 Num 35:10 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de dochteren 129 Num 35:13 | 13 Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE 130 Num 35:13 | aan de kinderen Israels geboden heeft, in de vlakke velden 131 Deu 1:19 | de HEERE, onze God, ons geboden had; en wij kwamen tot Kades-Barnea. ~ 132 Deu 1:41 | de HEERE, onze God, ons geboden heeft. Als gij nu een iegelijk 133 Deu 4:2 | afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die 134 Deu 4:5 | de HEERE, mijn God, mij geboden heeft; opdat gij alzo doet 135 Deu 4:40 | Zijn inzettingen en Zijn geboden, die ik u heden gebiede, 136 Deu 5:10 | Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. ~ 137 Deu 5:12 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft. ~ 138 Deu 5:15 | heeft u de HEERE, uw God, geboden, dat gij den sabbatdag houden 139 Deu 5:16 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd 140 Deu 5:29 | Mij te vrezen, en al Mijn geboden te allen dage te onderhouden; 141 Deu 5:31 | dat Ik tot u spreke al de geboden, en inzettingen, en rechten, 142 Deu 5:32 | als de HEERE, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af 143 Deu 6:1 | 1 Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten, 144 Deu 6:1 | rechten, die de HEERE, uw God, geboden heeft om u te leren; opdat 145 Deu 6:2 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, die ik u gebiede; gij, 146 Deu 6:17 | 17 Gij zult de geboden des HEEREN, uws Gods, vlijtig 147 Deu 6:17 | Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft. ~ 148 Deu 6:20 | HEERE, onze God, ulieden geboden heeft? ~ 149 Deu 6:25 | waarnemen te doen al deze geboden, voor het aangezicht des 150 Deu 6:25 | onzes Gods, gelijk Hij ons geboden heeft. ~ 151 Deu 7:9 | Hem liefhebben, en Zijn geboden houden tot in duizend geslachten. ~ 152 Deu 7:11 | 11 Houdt dan de geboden, en de inzettingen, en de 153 Deu 8:1 | 1 Alle geboden, die ik u heden gebiede, 154 Deu 8:2 | uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. ~ 155 Deu 8:6 | 6 En houdt de geboden des HEEREN, uws Gods, om 156 Deu 8:11 | gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn 157 Deu 9:12 | van den weg, dien Ik hun geboden had; zij hebben zich een 158 Deu 9:16 | den weg, dien u de HEERE geboden had. ~ 159 Deu 10:5 | gelijk als de HEERE mij geboden heeft. ~ 160 Deu 10:13 | 13 Om te houden de geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen, 161 Deu 11:1 | en Zijn rechten, en Zijn geboden. ~ 162 Deu 11:8 | 8 Houdt dan alle geboden, die ik u heden gebiede; 163 Deu 11:13 | naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede, 164 Deu 11:22 | naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die 165 Deu 11:27 | wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die 166 Deu 11:28 | niet horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, en 167 Deu 12:21 | gegeven heeft, gelijk als ik u geboden heb; en gij zult eten in 168 Deu 13:4 | en Hem vrezen, en Zijn geboden zult gij houden, en Zijn 169 Deu 13:5 | dien u de HEERE, uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. 170 Deu 13:18 | zijn, om te houden al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, 171 Deu 15:5 | waarneemt te doen al deze geboden, die ik u heden gebiede. ~ 172 Deu 17:3 | hemels, hetwelk ik niet geboden heb; ~ 173 Deu 18:20 | Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken 174 Deu 20:17 | als u de HEERE, uw God, geboden heeft; ~ 175 Deu 24:8 | leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij waarnemen 176 Deu 26:13 | weduwe gegeven, naar al Uw geboden, die Gij mij geboden hebt; 177 Deu 26:13 | Uw geboden, die Gij mij geboden hebt; ik heb niets van Uw 178 Deu 26:13 | hebt; ik heb niets van Uw geboden overtreden, en niets vergeten. ~ 179 Deu 26:14 | naar alles, wat Gij mij geboden hebt. ~ 180 Deu 26:17 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en dat 181 Deu 26:18 | heeft, en dat gij al Zijn geboden zult houden; ~ 182 Deu 27:1 | zeggende: Behoudt al deze geboden, die ik ulieden heden gebiede. ~ 183 Deu 27:10 | zijn, en gij zult doen Zijn geboden en Zijn inzettingen, die 184 Deu 28:1 | waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, 185 Deu 28:9 | gezworen heeft, wanneer gij de geboden des HEEREN, uws Gods, zult 186 Deu 28:13 | wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die 187 Deu 28:15 | nemen, dat gij doet al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die 188 Deu 28:45 | zijn, om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die 189 Deu 28:45 | Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft. ~ 190 Deu 29:1 | verbonds, dat de HEERE Mozes geboden heeft te maken met de kinderen 191 Deu 30:8 | en gij zult doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede. ~ 192 Deu 30:10 | gehoorzaam zijn, houdende Zijn geboden en Zijn inzettingen, die 193 Deu 30:16 | wandelen, en te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en 194 Deu 31:5 | alle gebod, dat ik ulieden geboden heb. ~ 195 Deu 31:29 | afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit kwaad 196 Deu 33:4 | 4 Mozes heeft ons de wet geboden, een erfenis van Jakobs 197 Deu 34:9 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 198 Joz 1:7 | welke Mozes, Mijn knecht, u geboden heeft, en wijk daarvan niet, 199 Joz 1:13 | knecht des HEEREN, ulieden geboden heeft, zeggende: De HEERE, 200 Joz 1:16 | zeggende: Al wat gij ons geboden hebt, zullen wij doen, en 201 Joz 3:3 | 3 En zij geboden het volk, zeggende: Wanneer 202 Joz 4:8 | deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf 203 Joz 4:10 | hetwelk de HEERE Jozua geboden had het volk aan te zeggen, 204 Joz 4:10 | naar al wat Mozes Jozua geboden had. En het volk haastte, 205 Joz 6:10 | 10 Jozua nu had het volk geboden, zeggende: Gij zult niet 206 Joz 7:11 | verbond, hetwelk Ik hun geboden had, overtreden; en ook 207 Joz 8:8 | ziet, ik heb het ulieden geboden. ~ 208 Joz 8:27 | des HEEREN, dat Hij Jozua geboden had. ~ 209 Joz 8:31 | HEEREN, den kinderen Israels geboden had, achtereenvolgens hetgeen 210 Joz 8:35 | woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet overluid 211 Joz 9:24 | uw God, Zijn knecht Mozes geboden heeft, dat Hij ulieden al 212 Joz 10:40 | de HEERE, de God Israels, geboden had. ~ 213 Joz 11:12 | Mozes, de knecht des HEEREN geboden had. ~ 214 Joz 11:15 | HEERE Mozes, Zijn knecht, geboden had, alzo gebood Mozes aan 215 Joz 11:15 | alles, wat de HEERE Mozes geboden had. ~ 216 Joz 11:20 | gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 217 Joz 13:6 | erfdeel valle, gelijk als Ik u geboden heb. ~ 218 Joz 14:2 | door den dienst van Mozes geboden had, aangaande de negen 219 Joz 14:5 | Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen 220 Joz 17:4 | zeggende: De HEERE heeft Mozes geboden, dat men ons een erfdeel 221 Joz 21:2 | zeggende: De HEERE heeft geboden door den dienst van Mozes, 222 Joz 21:8 | het lot, gelijk de HEERE geboden had door den dienst van 223 Joz 23:2 | Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft; en gij zijt mijner 224 Joz 23:2 | geweest in alles, wat ik u geboden heb. ~ 225 Joz 23:3 | waargenomen de onderhouding der geboden van den HEERE, uw God. ~ 226 Joz 23:5 | Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE, 227 Joz 23:5 | in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, 228 Joz 24:16 | Gods, overtreedt, dat Hij u geboden heeft, en gij heengaat en 229 Ric 2:17 | gewandeld hadden, horende de geboden des HEEREN; alzo deden zij 230 Ric 2:20 | overtreden, dat Ik hun vaderen geboden heb, en zij naar Mijn stem 231 Ric 3:4 | opdat men wiste, of zij de geboden des HEEREN zouden horen, 232 Ric 3:4 | vaderen door de hand van Mozes geboden had. ~ 233 Ric 4:6 | HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en trek op den 234 Ric 12:14 | onreins eten; al wat Ik haar geboden heb, zal zij onderhouden. ~ 235 Ric 20:10 | de strijdbaarste; en zij geboden hun, zeggende: Trekt heen, 236 Ric 20:20 | 20 En zij geboden den kinderen van Benjamin, 237 Rut 2:9 | heb ik den jongens niet geboden, dat men u niet aanroere? 238 Rut 3:6 | wat haar schoonmoeder haar geboden had. ~ 239 1Sa 2:29 | Mijn spijsoffer, hetwelk Ik geboden heb in de woning; en eert 240 1Sa 13:13 | niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou 241 1Sa 13:14 | hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over 242 1Sa 13:14 | gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had. ~ 243 1Sa 20:29 | broeder heeft het mij zelfs geboden; heb ik nu genade in uw 244 1Sa 21:2 | gezonden heb, en die ik u geboden heb; den jongelingen nu 245 2Sa 5:25 | gelijk als de HEERE hem geboden had; en hij sloeg de Filistijnen 246 2Sa 7:11 | van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over 247 2Sa 13:28 | het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest 248 2Sa 13:29 | Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen 249 2Sa 14:19 | knecht Joab heeft het mij geboden, en die heeft al deze woorden 250 2Sa 17:14 | raad. Doch de HEERE had het geboden, om den goeden raad van 251 2Sa 18:12 | en Ithai, voor onze oren geboden, zeggende: Hoedt u, wie 252 2Sa 21:14 | deden alles, wat de koning geboden had. Alzo werd God na dezen 253 2Sa 24:19 | Gad, gelijk als de HEERE geboden had. ~ 254 1Kon 1:35| mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger 255 1Kon 2:3 | Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn 256 1Kon 2:43| het gebod, dat ik over u geboden had? ~ 257 1Kon 3:14| Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David 258 1Kon 6:12| rechten, en onderhoudt al Mijn geboden, wandelende in dezelve; 259 1Kon 8:58| wandelen, en om te houden Zijn geboden, en Zijn inzettingen, en 260 1Kon 8:58| dewelke Hij onzen vaderen geboden heeft. ~ 261 1Kon 8:61| Zijn inzettingen, en Zijn geboden te houden, gelijk te dezen 262 1Kon 9:4 | te doen naar al wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen 263 1Kon 9:6 | en niet houden zult Mijn geboden en Mijn inzettingen, die 264 1Kon 11:10| 10 En hem van deze zaak geboden had, dat hij andere goden 265 1Kon 11:10| hield niet, wat de HEERE geboden had. ~ 266 1Kon 11:11| Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk 267 1Kon 11:34| Ik verkoren heb, die Mijn geboden en Mijn inzettingen gehouden 268 1Kon 11:38| Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht 269 1Kon 13:9 | Want zo heeft mij de HEERE geboden door Zijn woord, zeggende: 270 1Kon 13:21| dat u de HEERE, uw God, geboden had, ~ 271 1Kon 14:8 | Mijn knecht David, die Mijn geboden hield, en die Mij met zijn 272 1Kon 15:5 | was van alles, wat Hij hem geboden had, al de dagen zijns levens, 273 1Kon 17:4 | zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden 274 1Kon 17:9 | heb daar een weduwvrouw geboden, dat zij u onderhoude. ~ 275 1Kon 18:18| daarmede, dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten hebt 276 1Kon 22:31| koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagenen, 277 2Kon 11:9 | al wat de priester Jojada geboden had, en namen ieder zijn 278 2Kon 15:6 | van Mozes, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders 279 2Kon 17:16| alles, wat de koning Achaz geboden had. ~ 280 2Kon 18:16| alles, wat de koning Achaz geboden had. ~ 281 2Kon 19:13| boze wegen en houdt Mijn geboden, en Mijn inzettingen, naar 282 2Kon 19:13| de wet, die Ik uw vaderen geboden heb, en die Ik tot u door 283 2Kon 19:15| van dewelke de HEERE hun geboden had, dat zij niet zouden 284 2Kon 19:16| Ja, zij verlieten al de geboden des HEEREN, huns Gods, en 285 2Kon 19:19| 19 Zelfs hield Juda de geboden des HEEREN, huns Gods, niet; 286 2Kon 19:34| het gebod, dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van 287 2Kon 19:35| hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende: Gij zult geen 288 2Kon 20:6 | volgen, en hij hield Zijn geboden, die de HEERE aan Mozes 289 2Kon 20:6 | die de HEERE aan Mozes geboden had. ~ 290 2Kon 20:12| Mozes, de knecht des HEEREN, geboden had, dat hadden zij niet 291 2Kon 23:8 | naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar de ganse wet, 292 2Kon 23:8 | die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft. ~ 293 2Kon 25:3 | na te wandelen, en Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, 294 1Kro 6:49| wat Mozes, de knecht Gods, geboden had. ~ 295 1Kro 14:16| deed, gelijk als hem God geboden had; en zij sloegen het 296 1Kro 15:15| waren, gelijk als Mozes geboden had naar het woord des HEEREN. ~ 297 1Kro 16:40| des HEEREN, die Hij Israel geboden had. ~ 298 1Kro 17:10| van die dagen af, dat Ik geboden heb richters te wezen over 299 1Kro 23:13| die de HEERE aan Mozes geboden heeft over Israel. Wees 300 1Kro 25:19| de HEERE, de God Israels, geboden had. ~ 301 1Kro 29:7 | sterk wezen zal, om Mijn geboden en Mijn rechten te doen, 302 1Kro 29:8 | Gods, houdt en zoekt al de geboden des HEEREN, uws Gods; opdat 303 1Kro 30:19| volkomen hart, om te houden Uw geboden, Uw getuigenissen en Uw 304 2Kro 8:17| doen naar alles, wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen 305 2Kro 8:19| Mijn inzettingen en Mijn geboden, die Ik voor uw aangezicht 306 2Kro 18:4 | vaders, en wandelde in Zijn geboden, en niet naar het doen van 307 2Kro 19:30| koning nu van Syrie had geboden aan de oversten der wagens, 308 2Kro 23:21| wat de priester Jojada geboden had; en zij namen een ieder 309 2Kro 24:20| Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult 310 2Kro 25:4 | geschreven is, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders 311 2Kro 33:8 | doen, al hetgeen Ik hun geboden heb, naar de ganse wet, 312 2Kro 34:31| te wandelen, en om Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, 313 Ezra 4:3 | koning van Perzie, ons geboden heeft. ~ 314 Ezra 7:11| schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen 315 Ezra 9:10| dezen? Want wij hebben Uw geboden verlaten, ~ 316 Ezra 9:11| 11 Die Gij geboden hadt door den dienst Uwer 317 Ezra 9:14| wij nu wederkeren, om Uw geboden te vernietigen, en ons te 318 Neh 1:5 | Hem liefhebben, en Zijn geboden houden. ~ 319 Neh 1:7 | hebben niet gehouden de geboden, noch de inzettingen, noch 320 Neh 1:7 | die Gij Uw knecht Mozes geboden hebt. ~ 321 Neh 1:8 | dat Gij Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Gijlieden 322 Neh 1:9 | tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden, en die doen; al 323 Neh 8:2 | halen, die de HEERE Israel geboden had. ~ 324 Neh 8:15 | HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels 325 Neh 9:13 | wetten, goede inzettingen en geboden. ~ 326 Neh 9:14 | gemaakt; en Gij hebt hun geboden, en inzettingen en een wet 327 Neh 9:16 | en niet gehoord naar Uw geboden; ~ 328 Neh 9:29 | en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen 329 Neh 9:34 | niet geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen, 330 Neh 10:29 | dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, 331 Neh 10:32 | 32 Voorts zetten wij ons geboden op, ons opleggende een derde 332 Est 5 | want Mordechai had haar geboden, dat zij het niet zou te 333 Est 12 | gelijk als Mordechai haar geboden had; want ~ 334 Job 37:12 | uw dagen den morgenstond geboden? Hebt gij den dageraad zijn 335 Psa 68:29 | Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat Gij aan 336 Psa 78:5 | Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen 337 Psa 78:7 | niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren; ~ 338 Psa 89:32 | inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; ~ 339 Psa 107:11 | waren geweest tegen Gods geboden, en den raad des Allerhoogsten 340 Psa 111:9 | Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig 341 Psa 112:1 | groten lust heeft in Zijn geboden. ~ 342 Psa 119:4 | 4  HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer 343 Psa 119:6 | wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~ 344 Psa 119:10 | gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. ~ 345 Psa 119:19 | op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. ~ 346 Psa 119:21 | hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. ~ 347 Psa 119:32 | 32  Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart 348 Psa 119:35 | mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust. ~ 349 Psa 119:47 | ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb. 350 Psa 119:48 | handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal 351 Psa 119:60 | gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden. ~ 352 Psa 119:66 | wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. ~ 353 Psa 119:73 | verstandig, opdat ik Uw geboden lere. ~ 354 Psa 119:78 | hebben; doch ik betracht Uw geboden. ~ 355 Psa 119:86 | 86  Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen 356 Psa 119:98 | 98  Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden 357 Psa 119:115| gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren. ~ 358 Psa 119:127| 127  Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, 359 Psa 119:131| ik heb verlangd naar Uw geboden. ~ 360 Psa 119:138| en de waarheid hogelijk geboden. ~ 361 Psa 119:143| hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen. ~ 362 Psa 119:151| HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. ~ 363 Psa 119:166| hoop op Uw heil, en doe Uw geboden. ~ 364 Psa 119:172| van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. ~ 365 Psa 119:176| zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten. ~ 366 Spre 2:1 | redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt; ~ 367 Spre 3:1 | maar uw hart beware mijn geboden. ~ 368 Spre 4:4 | woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef. ~ 369 Spre 7:1 | mijn redenen, en leg mijn geboden bij u weg. ~ 370 Spre 7:2 | 2      Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als 371 Spre 10:8 | wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van 372 Pred 12:13| Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen 373 Jes 34:16 | mijn mond zelf heeft het geboden, en Zijn Geest Zelf zal      374 Jes 48:18 | Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou 375 Jer 7:22 | niet gesproken, noch hun geboden van zaken des brandoffers 376 Jer 7:23 | Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende: Hoort naar Mijn 377 Jer 7:31 | verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden,      noch in Mijn hart 378 Jer 8:13 | blad is afgevallen; en de geboden, die Ik hun      gegeven 379 Jer 11:4 | 4      Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen 380 Jer 11:8 | woorden dezes verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet 381 Jer 13:5 | gelijk als de HEERE mij geboden had. ~ 382 Jer 13:6 | gordel van daar, dien Ik u geboden heb aldaar te      versteken. ~ 383 Jer 17:22 | gelijk als Ik uw vaderen geboden heb. ~ 384 Jer 19:5 | brandofferen; hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken heb, noch 385 Jer 26:2 | de woorden, die Ik      u geboden heb tot hen te spreken, 386 Jer 26:8 | spreken alles, wat de HEERE geboden had tot al het volk te spreken, 387 Jer 29:23 | Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en      Ik ben Degene, 388 Jer 32:23 | alles, wat Gij      hun geboden hadt te doen; dies hebt 389 Jer 32:35 | hetwelk Ik hun      niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, 390 Jer 35:6 | Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: Gijlieden zult 391 Jer 35:8 | gehoorzaamd in alles, wat hij ons geboden heeft; zodat wij geen wijn 392 Jer 35:10 | wat ons onze vader Jonadab geboden heeft. ~ 393 Jer 35:14 | Rechab, die hij zijn kinderen geboden heeft, dat zij geen wijn 394 Jer 35:16 | huns vaders, dat hij hun geboden heeft, bevestigd hebben, 395 Jer 35:18 | geweest,      en hebt al zijn geboden bewaard, en gedaan naar 396 Jer 35:18 | naar alles, wat hij ulieden geboden heeft; ~ 397 Jer 36:8 | wat hem de profeet Jeremia geboden had, lezende in dat boek 398 Jer 38:27 | deze woorden, die de koning geboden had; en zij lieten van hem 399 Jer 50:21 | doe naar alles, wat Ik u geboden      heb. ~ 400 Klaa 1:10| heiligdom gingen, waarvan Gij geboden      hadt, dat zij in Uw 401 Klaa 1:17| de HEERE heeft van Jakob geboden, dat die rondom hem zijn, 402 Eze 9:11 | gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt. ~  ~ 403 Eze 10:6 | man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende: Neem vuur 404 Eze 24:18 | morgenstond, gelijk mij geboden was. ~ 405 Dan 9:4 | liefhebben en Zijn geboden houden. ~ 406 Dan 9:5 | met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten. ~ 407 Amos 2:12| en gij hebt den profeten geboden zeggende: Gij zult niet 408 Zac 1:6 | knechten, den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders 409 Matt 5:19| dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen 410 Matt 8:4 | offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~ 411 Matt 15:4 | 4 Want God heeft geboden, zeggende: Eert uwen vader 412 Matt 15:9 | Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn. ~ 413 Matt 19:7 | Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven 414 Matt 19:17| leven ingaan, onderhoud de geboden. ~ 415 Matt 22:40| 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de 416 Matt 28:19| onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. ~ 417 Mark 1:44| reiniging, hetgeen Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~ 418 Mark 7:7 | Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen; ~ 419 Mark 10:3 | tot hen: Wat heeft u Mozes geboden? ~ 420 Mark 10:19| 19 Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel 421 Mark 12:29| hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israel, de Heere, 422 Luk 1:6 | God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk. ~ 423 Luk 5:14 | reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~ 424 Luk 8:29 | Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou 425 Luk 18:20 | 20 Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel 426 Joha 8:5 | Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd 427 Joha 14:15| liefhebt, zo bewaart Mijn geboden. ~ 428 Joha 14:21| 21 Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, 429 Joha 14:31| gelijkerwijs Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laat ons 430 Joha 15:10| 10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in 431 Joha 15:10| blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, 432 Hand 4:15| 15 En hun geboden hebbende uit te gaan buiten 433 Hand 5:42| 42 En heeft ons geboden den volke te prediken, en 434 Hand 7:47| alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb u gesteld 435 Hand 10:23| hen in de gevangenis, en geboden den stokbewaarder, dat hij 436 Hand 11:7 | alle dezen doen tegen de geboden des keizers, zeggende, dat 437 1Kor 7:19| maar de onderhouding der geboden Gods. ~ 438 1Kor 14:37| ik u schrijf, des Heeren geboden zijn. ~ 439 Efez 2:15| gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; 440 Kol 2:22 | gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der mensen; ~ 441 2Tim 5:14| begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van 442 Tit 1:14 | begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van 443 Heb 9:19 | 19 Want als al de geboden, naar de wet van Mozes, 444 Heb 9:20 | hetwelk God aan ulieden heeft geboden. ~ 445 Heb 12:20 | niet dragen, hetgeen er geboden werd: Indien ook een gedierte 446 1Joh 2:3 | gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. ~ 447 1Joh 2:4 | zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een 448 1Joh 3:22| van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen 449 1Joh 3:24| 24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, 450 1Joh 5:2 | God liefhebben, en Zijn geboden bewaren. ~ 451 1Joh 5:3 | liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden 452 1Joh 5:3 | geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar. ~ 453 2Joh 1:6 | dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk 454 Open 12:17| overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en de getuigenis 455 Open 14:12| heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof 456 Open 22:14| Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License