Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zijkameren 8
zijkamers 1
zijlieden 2
zijn 13263
zijnde 480
zijne 27
zijnen 9
Frequency    [«  »]
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij

Bijbel

IntraText - Concordances

zijn

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13263

      Book Chapter: Verse
10001 Eze 47:13 | HEERE: Dit zal de landpale zijn, naar dewelke gij het land 10002 Eze 47:15 | zal de landpale des lands zijn: aan den noorderhoek, van 10003 Eze 47:17 | de landpale van de zee af zijn, Hazar-Enon, de landpale 10004 Eze 47:17 | en dat zal de noorderhoek zijn. ~ 10005 Eze 47:18 | en dat zal de oosterhoek zijn. ~ 10006 Eze 47:19 | de zuiderhoek zuidwaarts zijn. ~ 10007 Eze 47:20 | komt; dat zal de westerhoek zijn. ~ 10008 Eze 47:22 | hebben; en zij zullen ulieden zijn, als een inboorling onder 10009 Eze 47:23 | verkeert, aldaar zult gij hem zijn erfenis geven, spreekt de 10010 Eze 48:1 | 1      Dit nu zijn de namen der stammen. Van 10011 Eze 48:8 | westerhoek toe, zal het hefoffer zijn, dat gijlieden zult offeren, 10012 Eze 48:8 | in het midden deszelven zijn. ~ 10013 Eze 48:10 | zal het heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts 10014 Eze 48:10 | in het midden deszelven zijn. ~ 10015 Eze 48:11 | 11      Het zal zijn voor de priesteren, die 10016 Eze 48:11 | priesteren, die geheiligd zijn uit de kinderen van Zadok, 10017 Eze 48:12 | heiligheid der heiligheden zijn, aan de landpale der Levieten. ~ 10018 Eze 48:13 | duizend; de ganse lengte zal zijn vijf en twintig      duizend, 10019 Eze 48:15 | duizend, dat zal onheilig zijn, voor de stad, tot bewoning 10020 Eze 48:15 | zal in het midden daarvan zijn. ~ 10021 Eze 48:16 | En dit zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend 10022 Eze 48:17 | voorsteden nu der stad zullen zijn, noordwaarts tweehonderd 10023 Eze 48:18 | het heilig hefoffer, zal zijn tien duizend oostwaarts, 10024 Eze 48:18 | tegenover het heilig hefoffer zijn; en de      inkomst daarvan 10025 Eze 48:20 | Het ganse hefoffer zal zijn van vijf en twintig duizend 10026 Eze 48:21 | overgelatene zal voor den vorst zijn, van deze en van gene zijde 10027 Eze 48:21 | dat zal voor den vorst zijn; en het      heilig hefoffer, 10028 Eze 48:21 | zal in het midden daarvan zijn. ~ 10029 Eze 48:22 | hetgeen des vorsten zal zijn; wat tussen de landpale 10030 Eze 48:22 | Benjamin is, zal des vorsten zijn. ~ 10031 Eze 48:28 | zuidwaarts, daar zal de landpale zijn van Thamar af, naar het 10032 Eze 48:29 | en dit zullen hun delen zijn, spreekt de Heere HEERE. ~ 10033 Eze 48:30 | dit de uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek, vier 10034 Eze 48:31 | poorten der stad zullen zijn naar de namen der stammen 10035 Eze 48:35 | stad zal van dien dag af zijn: De HEERE Is ALDAAR. ~ 10036 Dan 1:2 | den koning van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten 10037 Dan 1:8 | Daniel nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet 10038 Dan 1:10 | in gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt gij mijn hoofd 10039 Dan 1:20 | en sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren. ~ 10040 Dan 2:1 | Nebukadnezar dromen; daarvan werd zijn geest verslagen, en zijn 10041 Dan 2:1 | zijn geest verslagen, en zijn slaap werd in hem gebroken. ~ 10042 Dan 2:2 | Chaldeen, om den koning zijn dromen te kennen te geven; 10043 Dan 2:5 | indien gij mij den droom en zijn uitlegging niet bekend maakt, 10044 Dan 2:6 | indien gijlieden den droom en zijn uitlegging te kennen geeft, 10045 Dan 2:6 | daarom geeft mij den droom en zijn      uitlegging te kennen. ~ 10046 Dan 2:7 | zeiden: De koning zegge zijn knechten den droom, dan 10047 Dan 2:13 | men zocht ook Daniel en zijn metgezellen, om gedood te 10048 Dan 2:17 | Toen ging Daniel naar zijn huis, en hij gaf de zaak 10049 Dan 2:17 | huis, en hij gaf de zaak zijn metgezellen, Hananja, Misael, 10050 Dan 2:18 | verborgenheid, dat Daniel en zijn metgezellen met de overige 10051 Dan 2:20 | tot in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht. ~ 10052 Dan 2:26 | dien ik gezien heb, en zijn uitlegging? ~ 10053 Dan 2:28 | uws hoofds op uw leger, zijn deze: ~ 10054 Dan 2:31 | staande tegen u over; en zijn gedaante was schrikkelijk. ~ 10055 Dan 2:32 | beeld was van goed goud; zijn borst en zijn armen van 10056 Dan 2:32 | goed goud; zijn borst en zijn armen van zilver; zijn buik 10057 Dan 2:32 | en zijn armen van zilver; zijn buik en zijn dijen van koper; ~ 10058 Dan 2:32 | van zilver; zijn buik en zijn dijen van koper; ~ 10059 Dan 2:33 | 33      Zijn schenkelen van ijzer; zijn 10060 Dan 2:33 | Zijn schenkelen van ijzer; zijn voeten eensdeels van ijzer, 10061 Dan 2:34 | die sloeg dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, 10062 Dan 2:36 | 36      Dit is de droom; zijn uitlegging nu zullen wij 10063 Dan 2:40 | vierde koninkrijk zal hard zijn, gelijk ijzer; aangezien 10064 Dan 2:41 | zal een gedeeld koninkrijk zijn, doch daar zal van des ijzers 10065 Dan 2:41 | ijzers vastigheid in      zijn, ten welken aanzien gij 10066 Dan 2:42 | koninkrijk zal ten dele hard zijn, en ten dele broos. ~ 10067 Dan 2:45 | de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker. ~ 10068 Dan 2:46 | de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, en aanbad Daniel; 10069 Dan 3:1 | hoogte was zestig ellen, zijn breedte zes ellen; hij richtte 10070 Dan 3:12 | 12      Er zijn Joodse mannen, die gij over 10071 Dan 3:17 | 17      Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, 10072 Dan 3:20 | mannen van kracht, die in zijn heir waren, zeide hij, dat 10073 Dan 3:24 | antwoordde en zeide tot zijn raadsheren: Hebben wij niet 10074 Dan 3:28 | Mesach en Abed-nego, Die Zijn engel gezonden, en Zijn 10075 Dan 3:28 | Zijn engel gezonden, en Zijn knechten verlost heeft, 10076 Dan 3:29 | gehouwen worde, en      zijn huis tot een drekhoop gesteld 10077 Dan 4:3 | 3      Hoe groot zijn Zijn tekenen! en hoe machtig 10078 Dan 4:3 | 3      Hoe groot zijn Zijn tekenen! en hoe machtig 10079 Dan 4:3 | tekenen! en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Rijk is een 10080 Dan 4:3 | hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Rijk is een eeuwig Rijk, 10081 Dan 4:3 | Rijk is een eeuwig Rijk, en Zijn heerschappij is van geslacht 10082 Dan 4:7 | hen; maar zij maakten mij zijn uitlegging niet bekend; ~ 10083 Dan 4:9 | ik gezien heb, te weten zijn uitlegging. ~ 10084 Dan 4:10 | het midden der aarde, en zijn hoogte was groot. ~ 10085 Dan 4:11 | werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den hemel, 10086 Dan 4:12 | 12      Zijn loof was schoon, en zijn 10087 Dan 4:12 | Zijn loof was schoon, en zijn vruchten vele, en er was 10088 Dan 4:14 | Houwt dien boom af, en kapt zijn takken af; stroopt zijn 10089 Dan 4:14 | zijn takken af; stroopt zijn loof af, en verstrooit zijn 10090 Dan 4:14 | zijn loof af, en verstrooit zijn vruchten, dat de dieren 10091 Dan 4:14 | en      de vogelen van zijn takken; ~ 10092 Dan 4:15 | Doch laat den stam met zijn wortelen in de aarde, en 10093 Dan 4:15 | gemaakt worden, en      zijn deel zij met het gedierte 10094 Dan 4:16 | 16      Zijn hart worde veranderd, dat 10095 Dan 4:19 | is, bij een uur lang, en zijn gedachten beroerden hem. 10096 Dan 4:19 | Beltsazar! laat u de droom en zijn      uitlegging niet beroeren. 10097 Dan 4:19 | wedervare uw hateren, en zijn uitlegging uw wederpartijders! ~ 10098 Dan 4:23 | doch laat den stam met zijn      wortelen in de aarde, 10099 Dan 4:23 | nat gemaakt worden, en dat zijn deel zij met het gedierte 10100 Dan 4:25 | des velds zal uw woning zijn, en men zal u het kruid, 10101 Dan 4:26 | koninkrijk zal u bestendig zijn, nadat gij zult bekend hebben, 10102 Dan 4:32 | bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te smaken 10103 Dan 4:33 | at gras als de ossen, en zijn lichaam werd van den dauw 10104 Dan 4:33 | nat gemaakt, totdat zijn haar wies als der arenden 10105 Dan 4:33 | der arenden vederen, en zijn nagelen als der vogelen. ~ 10106 Dan 4:34 | Eeuwiglevende, omdat Zijn heerschappij is een eeuwige 10107 Dan 4:34 | eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van geslacht 10108 Dan 4:35 | al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij 10109 Dan 4:35 | geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels 10110 Dan 4:35 | aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem      10111 Dan 4:37 | Koning des hemels, omdat al Zijn werken waarheid, en Zijn 10112 Dan 4:37 | Zijn werken waarheid, en Zijn paden gerichten zijn; en 10113 Dan 4:37 | en Zijn paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen      10114 Dan 5:1 | een groten maaltijd voor zijn duizend geweldigen, en hij 10115 Dan 5:2 | vaten voorbrengen zou, die zijn vader Nebukadnezar uit den 10116 Dan 5:2 | had; opdat de koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen 10117 Dan 5:2 | koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen en zijn bijwijven 10118 Dan 5:2 | geweldigen, zijn vrouwen en zijn bijwijven uit dezelve dronken. ~ 10119 Dan 5:3 | weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn      vrouwen, 10120 Dan 5:3 | koning en zijn geweldigen, zijn      vrouwen, en zijn bijwijven 10121 Dan 5:3 | geweldigen, zijn      vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. ~ 10122 Dan 5:6 | de glans des konings, en zijn gedachten verschrikten hem; 10123 Dan 5:6 | lendenen werden los, en zijn knieen stieten tegen elkander 10124 Dan 5:7 | met een gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde 10125 Dan 5:7 | heerser in dit      koninkrijk zijn. ~ 10126 Dan 5:9 | koning Belsazar zeer, en zijn glans werd aan hem veranderd, 10127 Dan 5:9 | werd aan hem veranderd, en zijn geweldigen werden verbaasd. ~ 10128 Dan 5:15 | 15      Nu, zo zijn voor mij ingebracht de wijzen 10129 Dan 5:16 | heerser in dit koninkrijk zijn. ~ 10130 Dan 5:20 | 20      Maar toen zich zijn hart verhief, en zijn geest 10131 Dan 5:20 | zich zijn hart verhief, en zijn geest verstijfd werd ter 10132 Dan 5:21 | der mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk 10133 Dan 5:21 | beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij de woudezelen; 10134 Dan 5:21 | gelijk den      ossen; en zijn lichaam werd van den dauw 10135 Dan 5:22 | 22      En gij, Belsazar, zijn zoon! hebt uw hart niet 10136 Dan 5:23 | en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en 10137 Dan 5:23 | en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt. ~ 10138 Dan 5:29 | met een gouden keten om zijn hals, en zij riepen overluid 10139 Dan 6:2 | over het ganse koninkrijk zijn zouden; ~ 10140 Dan 6:3 | dewelke Daniel de eerste zou zijn, denwelken die stadhouders 10141 Dan 6:11 | getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn 10142 Dan 6:11 | zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters 10143 Dan 6:11 | tijden 's daags op      zijn knieen, en hij bad, en deed 10144 Dan 6:11 | en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij 10145 Dan 6:12 | biddende en smekende voor zijn God. ~ 10146 Dan 6:14 | op drie tijden 's daags zijn gebed. ~ 10147 Dan 6:18 | verzegelde denzelven met zijn ring, en met den ring zijner 10148 Dan 6:19 | Toen ging de koning naar zijn paleis, en overnachtte nuchteren, 10149 Dan 6:19 | vreugdespel voor zich brengen; en zijn slaap week verre van hem. ~ 10150 Dan 6:23 | 23      Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft 10151 Dan 6:24 | gevonden, dewijl hij in zijn God geloofd had. 10152 Dan 6:27 | bestendig in eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet verderfelijk, 10153 Dan 6:27 | is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot het 10154 Dan 7:1 | gezichten zijns hoofds, op zijn leger; toen schreef hij 10155 Dan 7:4 | arendsvleugelen; ik zag toe, totdat zijn vleugelen uitgeplukt waren, 10156 Dan 7:5 | en het had drie ribben in zijn muil tussen zijn tanden; 10157 Dan 7:5 | ribben in zijn muil tussen zijn tanden; en men zeide aldus 10158 Dan 7:6 | vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier 10159 Dan 7:7 | vertrad het      overige met zijn voeten; en het was verscheiden 10160 Dan 7:9 | hoofds als zuivere wol; Zijn troon was      vuurvonken, 10161 Dan 7:11 | totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en 10162 Dan 7:14 | natien en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige 10163 Dan 7:14 | niet      vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven 10164 Dan 7:17 | Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, die 10165 Dan 7:17 | grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, die uit de 10166 Dan 7:19 | tanden van ijzer waren, en zijn klauwen van koper; het at,      10167 Dan 7:19 | vertrad het overige met zijn voeten. ~ 10168 Dan 7:20 | aangaande de tien hoornen die op zijn hoofd waren, en den anderen, 10169 Dan 7:20 | aanzien groter was, dan van zijn metgezellen. ~ 10170 Dan 7:23 | het vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden zal zijn 10171 Dan 7:23 | zijn, dat verscheiden zal zijn van al die rijken, en het 10172 Dan 7:24 | en dat zal verscheiden zijn van de vorigen, en het zal 10173 Dan 7:26 | gericht zitten, en men zal zijn heerschappij wegnemen, hem 10174 Dan 7:27 | Rijk een      eeuwig Rijk zijn zal; en alle heerschappijen 10175 Dan 8:4 | geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan, en er 10176 Dan 8:4 | was niemand,      die uit zijn hand verloste; maar hij 10177 Dan 8:4 | verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, en hij maakte 10178 Dan 8:5 | aanzienlijken hoorn tussen zijn      ogen. ~ 10179 Dan 8:7 | stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den 10180 Dan 8:7 | was geen kracht, om voor zijn      aangezicht te bestaan; 10181 Dan 8:7 | niemand, die den ram uit zijn hand verloste. ~ 10182 Dan 8:13 | verwoestenden afval      zijn, dat zo het heiligdom als 10183 Dan 8:17 | mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot den tijd van      het 10184 Dan 8:19 | bestemder tijd zal het einde zijn. ~ 10185 Dan 8:20 | hoornen, dien gij gezien hebt, zijn de koningen der Meden en 10186 Dan 8:21 | grote hoorn, welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning. ~ 10187 Dan 8:22 | Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij 10188 Dan 8:22 | ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~ 10189 Dan 8:24 | 24      En zijn kracht zal sterk worden, 10190 Dan 8:24 | sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk 10191 Dan 8:25 | 25      En door zijn kloekheid zo zal hij de 10192 Dan 8:25 | bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in 10193 Dan 8:25 | hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille 10194 Dan 8:26 | dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe. ~ 10195 Dan 9:4 | die Hem      liefhebben en Zijn geboden houden. ~ 10196 Dan 9:7 | die nabij en die verre zijn, in al de landen, waar Gij 10197 Dan 9:9 | Bij den Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, 10198 Dan 9:10 | gehoorzaamd, dat wij in Zijn wetten wandelen zouden, 10199 Dan 9:10 | aangezichten, door de hand van      Zijn knechten, de profeten. ~ 10200 Dan 9:12 | 12      En Hij heeft Zijn woorden bevestigd, die Hij 10201 Dan 9:14 | God, is rechtvaardig in al Zijn werken, die Hij gedaan heeft, 10202 Dan 9:15 | hebben gezondigd, wij      zijn goddeloos geweest. ~ 10203 Dan 9:16 | vaderen ongerechtigheden, zijn Jeruzalem en Uw volk tot 10204 Dan 9:16 | bij allen, die rondom ons zijn. ~ 10205 Dan 9:17 | gebed Uws knechts, en naar zijn smekingen; en doe Uw aangezicht 10206 Dan 9:18 | barmhartigheden, die groot zijn. ~ 10207 Dan 9:24 | 24      Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en 10208 Dan 9:25 | tot op Messias den Vorst, zijn zeven weken, en twee en 10209 Dan 9:26 | zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, 10210 Dan 9:26 | heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende 10211 Dan 9:26 | verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, 10212 Dan 9:26 | het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen. ~ 10213 Dan 9:27 | zal een      verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, 10214 Dan 10:5 | Man met linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord met 10215 Dan 10:6 | 6      En Zijn lichaam was gelijk een turkoois, 10216 Dan 10:6 | gelijk een turkoois, en Zijn aangezicht gelijk de gedaante 10217 Dan 10:6 | gedaante des bliksems, en Zijn ogen gelijk vurige fakkelen, 10218 Dan 10:6 | gelijk vurige fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten gelijk 10219 Dan 10:6 | fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten gelijk de verf van      10220 Dan 10:12 | aangezicht uws Gods,      zijn uw woorden gehoord, en om 10221 Dan 10:20 | en als Ik zal uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst      10222 Dan 11:2 | en      nadat hij zich in zijn rijkdom zal versterkt hebben, 10223 Dan 11:3 | zal, en hij zal doen naar zijn welgevallen. ~ 10224 Dan 11:4 | En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de 10225 Dan 11:4 | verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar 10226 Dan 11:4 | nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij      10227 Dan 11:4 | waarmede hij      heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, 10228 Dan 11:5 | het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; 10229 Dan 11:5 | hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote      10230 Dan 11:5 | grote      heerschappij zijn. ~ 10231 Dan 11:6 | behouden, daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar 10232 Dan 11:7 | wortelen zal er een opstaan in zijn staat, die zal met heirkracht 10233 Dan 11:9 | komen, en hij zal wederom in zijn land trekken. ~ 10234 Dan 11:10 | 10      Doch zijn zonen zullen zich in strijd 10235 Dan 11:10 | den strijd mengen, tot aan zijn sterke plaats toe. ~ 10236 Dan 11:11 | die menigte zal in zijn hand gegeven worden. 10237 Dan 11:12 | die menigte zal weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, 10238 Dan 11:12 | zal weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, en 10239 Dan 11:15 | zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen volk, ja, er 10240 Dan 11:15 | er zal      geen kracht zijn om te bestaan. ~ 10241 Dan 11:16 | hem komt, zal doen naar zijn welgevallen, en niemand 10242 Dan 11:16 | welgevallen, en niemand zal voor zijn aangezicht bestaan; hij 10243 Dan 11:16 | en de verderving zal in zijn      hand wezen. ~ 10244 Dan 11:17 | 17      En hij zal zijn aangezicht stellen, om met 10245 Dan 11:17 | en zij zal voor hem niet zijn. ~ 10246 Dan 11:18 | 18      Daarna zal hij zijn aangezicht tot de eilanden 10247 Dan 11:18 | innemen; doch een overste zal zijn smaad tegen hem doen ophouden, 10248 Dan 11:18 | ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem      zal doen 10249 Dan 11:19 | 19      En hij zal zijn aangezicht keren naar de 10250 Dan 11:20 | 20      En in zijn staat zal er een opstaan, 10251 Dan 11:21 | Daarna zal er een verachte in zijn staat staan, denwelken men 10252 Dan 11:22 | overstroomd worden van voor zijn aangezicht, en zij zullen 10253 Dan 11:24 | komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner 10254 Dan 11:24 | zal tegen de vastigheden zijn gedachten denken, doch tot 10255 Dan 11:25 | 25      En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken 10256 Dan 11:25 | En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen den 10257 Dan 11:28 | 28      En hij zal in zijn land wederkeren met groot 10258 Dan 11:28 | wederkeren met groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het 10259 Dan 11:28 | groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; 10260 Dan 11:28 | het doen, en wederkeren in zijn land. ~ 10261 Dan 11:29 | komen, doch het zal niet zijn gelijk de eerste, noch gelijk 10262 Dan 11:35 | einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd. ~ 10263 Dan 11:36 | die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal 10264 Dan 11:36 | en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind 10265 Dan 11:38 | hij zal den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk 10266 Dan 11:38 | namelijk den god, welken zijn vaders niet gekend hebben, 10267 Dan 11:41 | worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, 10268 Dan 11:42 | 42      En hij zal zijn hand aan de landen leggen, 10269 Dan 11:43 | Libye, en de Moren zullen in zijn gangen wezen. ~ 10270 Dan 11:45 | En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de 10271 Dan 11:45 | sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen 10272 Dan 12:1 | een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest 10273 Dan 12:1 | gevonden wordt geschreven te zijn in het boek. ~ 10274 Dan 12:6 | was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze 10275 Dan 12:7 | rivier was, en Hij hief Zijn rechterhand en Zijn linkerhand 10276 Dan 12:7 | hief Zijn rechterhand en Zijn linkerhand op naar den hemel, 10277 Dan 12:8 | Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen? ~ 10278 Dan 12:9 | Daniel! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld 10279 Dan 12:11 | verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd 10280 Dan 12:11 | zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig 10281 Hos 1:4 | HEERE zeide tot hem: Noem zijn naam Jizreel, want nog een 10282 Hos 1:9 | En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-Ammi; want gijlieden 10283 Hos 1:9 | zo zal Ik ook de uwe niet zijn. ~ 10284 Hos 1:10 | getal der kinderen Israels zijn als het zand der zee, dat 10285 Hos 1:10 | tot hen gezegd zal      zijn: Gijlieden zijt Mijn volk 10286 Hos 1:11 | dag van Jizreel zal groot zijn. ~ 10287 Hos 2:3 | kinderen der hoererijen zijn. ~ 10288 Hos 2:8 | en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn 10289 Hos 2:8 | zijn tijd, en Mijn most op zijn gezetten tijd; en Ik zal 10290 Hos 2:11 | waarvan zij zegt: Deze zijn mij een hoerenloon, dat 10291 Hos 3:5 | komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het   laatste 10292 Hos 4:7 | Gelijk zij meerder geworden zijn, alzo hebben zij tegen Mij 10293 Hos 4:8 | verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~ 10294 Hos 4:9 | volk, alzo zal de priester zijn; en Ik zal zijn wegen over 10295 Hos 4:9 | priester zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, 10296 Hos 4:9 | wegen over hem bezoeken, en zijn handelingen hem vergelden. ~ 10297 Hos 4:12 | 12      Mijn volk vraagt zijn hout, en zijn stok zal het 10298 Hos 4:12 | volk vraagt zijn hout, en zijn stok zal het hem bekend 10299 Hos 4:19 | wind heeft hen gebonden in zijn vleugelen, en zij zullen 10300 Hos 5:2 | hun allen een tuchtmeester zijn. ~ 10301 Hos 5:5 | zal Israel hovaardij in zijn aangezicht getuigen; en 10302 Hos 5:10 | De vorsten van Juda zijn geworden, gelijk die de 10303 Hos 5:12 | Daarom zal Ik Efraim zijn als een mot, en den huize 10304 Hos 5:13 | 13      Als Efraim zijn krankheid zag, en Juda zijn 10305 Hos 5:13 | zijn krankheid zag, en Juda zijn gezwel, zo toog Efraim tot 10306 Hos 5:14 | Want Ik zal Efraim zijn als een felle leeuw, en 10307 Hos 5:14 | wegvoeren, en er zal geen redder zijn. ~ 10308 Hos 5:15 | zoeken; als hun bange zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken. ~  ~ 10309 Hos 6:2 | verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. ~ 10310 Hos 6:3 | om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de 10311 Hos 7:2 | hen hun handelingen, zij zijn voor Mijn aangezicht. ~ 10312 Hos 7:4 | al te zamen overspel, zij zijn gelijk een bakoven, die 10313 Hos 7:4 | die ophoudt van wakker te zijn, nadat hij het deeg heeft 10314 Hos 7:5 | van den wijn; hij strekt zijn hand voort met de spotters. ~ 10315 Hos 7:7 | 7      Zij zijn allen te zamen verhit als 10316 Hos 7:9 | 9      Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het 10317 Hos 7:10 | hovaardij van Israel in zijn aangezicht getuigen; dewijl 10318 Hos 7:13 | 13      Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; verstoring 10319 Hos 7:16 | tot den Allerhoogste, zij zijn als een bedrieglijke boog; 10320 Hos 8:1 | verbond hebben overtreden, en zijn tegen Mijn wet afvallig 10321 Hos 8:8 | Israel is verslonden; nu zijn zij onder de heidenen geworden, 10322 Hos 8:9 | 9      Want zij zijn opgetogen naar Assur, een 10323 Hos 8:11 | vermenigvuldigd heeft tot zondigen, zo zijn hem de altaren geworden 10324 Hos 8:12 | Mijner wet voor; maar die zijn geacht als wat vreemds. ~ 10325 Hos 8:14 | 14      Want Israel heeft zijn Maker vergeten, en tempelen 10326 Hos 8:14 | Ik zal een vuur zenden in zijn steden, dat zal haar paleizen      10327 Hos 9:4 | zouden zij Hem niet zoet zijn, hun offeranden zouden hun 10328 Hos 9:4 | hun offeranden zouden hun zijn als treurbrood; allen, die 10329 Hos 9:4 | brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN huis 10330 Hos 9:6 | begraven; begeerte zal er zijn naar hun zilver, netelen 10331 Hos 9:6 | doornen zullen in hun tenten zijn. ~ 10332 Hos 9:7 | De dagen der bezoeking zijn gekomen, de dagen der vergelding 10333 Hos 9:7 | de dagen der vergelding zijn gekomen; die van Israel 10334 Hos 9:8 | vogelvangersstrik, op al zijn wegen, een haat in het huis 10335 Hos 9:12 | onder de mensen niet zullen zijn; want ook, wee hun, als 10336 Hos 9:12 | als Ik van hen zal geweken zijn! ~ 10337 Hos 9:13 | woonplaats; maar Efraim zal zijn kinderen moeten uitbrengen 10338 Hos 9:15 | liefhebben; al hun      vorsten zijn afvalligen. ~ 10339 Hos 9:17 | en zij zullen omzwervende zijn onder de heidenen. ~  ~  ~  ~  ~ 10340 Hos 10:5 | Samaria zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; 10341 Hos 10:5 | kalf van Beth-Aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren, 10342 Hos 10:5 | hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich over 10343 Hos 10:5 | hetzelve verheugden),      over zijn heerlijkheid, omdat zij 10344 Hos 10:6 | beschaamd worden vanwege zijn raadslag. ~ 10345 Hos 10:9 | gezondigd, o Israel; daar zijn zij staande gebleven; de 10346 Hos 11:3 | Efraim gaan; Hij nam ze op Zijn armen, maar zij bekenden 10347 Hos 11:5 | wederkeren; maar Assur, die zal zijn koning zijn; omdat zij zich 10348 Hos 11:5 | Assur, die zal zijn koning zijn; omdat zij zich weigerden 10349 Hos 11:6 | En het zwaard zal in zijn steden blijven, en zijn 10350 Hos 11:6 | zijn steden blijven, en zijn grendelen verteren, en opeten, 10351 Hos 12:3 | bezoeking doen over Jakob naar zijn wegen, naar zijn handelingen 10352 Hos 12:3 | Jakob naar zijn wegen, naar zijn handelingen zal Hij hem 10353 Hos 12:4 | In moeders buik hield hij zijn broeder bij de verzenen; 10354 Hos 12:4 | broeder bij de verzenen; en in zijn kracht gedroeg hij zich 10355 Hos 12:6 | der heirscharen; HEERE is Zijn gedenknaam. ~ 10356 Hos 12:12 | Gilead ongerechtigheid, zij zijn enkel ijdelheid; te Gilgal 10357 Hos 12:12 | zij ossen, ja, hun altaren zijn als steen hopen op de voren 10358 Hos 12:15 | vertoornd; daarom zal Hij zijn bloed op hem laten, en zijn 10359 Hos 12:15 | zijn bloed op hem laten, en zijn Heere zal hem zijn smaad 10360 Hos 12:15 | laten, en zijn Heere zal hem zijn smaad vergelden. ~  ~ 10361 Hos 13:2 | 2      En nu zijn zij voortgevaren te zondigen, 10362 Hos 13:2 | die altemaal smedenwerk zijn; waarvan zij      nochtans 10363 Hos 13:3 | 3      Daarom zullen zij zijn als een morgenwolk, en als 10364 Hos 13:6 | 6      Daarna zijn zij, naardat hunlieder weide 10365 Hos 13:6 | zat geworden; als zij zat zijn geworden, heeft zich hun 10366 Hos 13:12 | ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd. ~ 10367 Hos 13:14 | van den dood: o dood! waar zijn uw pestilentien? hel! waar 10368 Hos 13:14 | Mijn ogen      verborgen zijn, ~ 10369 Hos 13:15 | opkomende uit de woestijn; en zijn springader zal uitdrogen,      10370 Hos 14:6 | 6      Ik zal Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien 10371 Hos 14:6 | als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de 10372 Hos 14:7 | 7      Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, 10373 Hos 14:7 | zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als 10374 Hos 14:7 | en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij 10375 Hos 14:8 | wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten 10376 Hos 14:8 | bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als 10377 Hos 14:8 | wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon. ~ 10378 Hos 14:9 | op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; 10379 Hos 14:10 | ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen 10380 Joe 1:6 | machtig en zonder getal; zijn tanden zijn leeuwentanden, 10381 Joe 1:6 | zonder getal; zijn tanden zijn leeuwentanden, en het heeft 10382 Joe 1:7 | ontbloot en nedergeworpen, zijn ranken zijn wit geworden. ~ 10383 Joe 1:7 | nedergeworpen, zijn ranken zijn wit geworden. ~ 10384 Joe 1:11 | 11      De akkerlieden zijn beschaamd, de wijngaardeniers 10385 Joe 1:12 | appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja de vrolijkheid 10386 Joe 1:17 | 17      De granen zijn onder hun kluiten verrot, 10387 Joe 1:17 | kluiten verrot, de schathuizen zijn verwoest, de schuren zijn 10388 Joe 1:17 | zijn verwoest, de schuren zijn afgebroken, want het koren 10389 Joe 1:18 | het vee, de runderkudden zijn bedwelmd, want zij hebben 10390 Joe 1:18 | zij hebben geen weide, ook zijn de schaapskudden verwoest. ~ 10391 Joe 1:20 | U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, en een vuur 10392 Joe 2:1 | inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN 10393 Joe 2:2 | na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten. ~ 10394 Joe 2:6 | zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten zullen 10395 Joe 2:7 | trekken, een iegelijk in zijn wegen, en zullen hun paden 10396 Joe 2:8 | daarhenen trekken elk in zijn baan; en al vielen zij op 10397 Joe 2:11 | En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; 10398 Joe 2:11 | HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger 10399 Joe 2:11 | voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want 10400 Joe 2:11 | want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN 10401 Joe 2:16 | zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de bruid 10402 Joe 2:18 | zal de HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk 10403 Joe 2:18 | over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. ~ 10404 Joe 2:19 | HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik zend 10405 Joe 2:20 | in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, 10406 Joe 2:20 | aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste      10407 Joe 2:20 | de achterste      zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn 10408 Joe 2:20 | zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want 10409 Joe 2:22 | voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok 10410 Joe 2:24 | dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen van most 10411 Joe 2:32 | Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE      10412 Joe 3:15 | 15      De zon en maan zijn zwart geworden, en de sterren 10413 Joe 3:16 | brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en 10414 Joe 3:16 | der kinderen      Israels zijn. ~ 10415 Joe 3:17 | Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet 10416 Amos 1:2 | zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem; 10417 Amos 1:11 | niet afwenden; omdat hij zijn broederen met het zwaard 10418 Amos 1:11 | zwaard heeft vervolgd, en zijn barmhartigheden      verdorven; 10419 Amos 1:11 | barmhartigheden      verdorven; en dat zijn toorn eeuwiglijk verscheurt, 10420 Amos 1:11 | eeuwiglijk verscheurt, en hij zijn verbolgenheid altoos behoudt. ~ 10421 Amos 1:15 | gaan in gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, zegt de 10422 Amos 2:4 | des HEEREN verworpen, en Zijn inzettingen niet bewaard 10423 Amos 2:7 | zachtmoedigen verkeren; en de man en zijn vader gaan tot een jonge 10424 Amos 2:9 | als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van      boven, en 10425 Amos 2:9 | vrucht van      boven, en zijn wortelen van onderen verdelgd. 10426 Amos 2:14 | ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, 10427 Amos 2:14 | verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden. ~ 10428 Amos 2:15 | bestaan, en die licht is op zijn voeten, zal zich niet bevrijden; 10429 Amos 2:15 | zal, die te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden. ~ 10430 Amos 3:3 | tenzij dat zij bijeengekomen zijn? ~ 10431 Amos 3:4 | Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, 10432 Amos 3:4 | jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, tenzij dat 10433 Amos 3:6 | er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet? ~ 10434 Amos 3:7 | geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, 10435 Amos 3:7 | Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard 10436 Amos 4:2 | HEERE heeft gezworen bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, 10437 Amos 4:13 | den mens bekend maakt, wat zijn gedachte zij, Die den dageraad 10438 Amos 4:13 | God der heirscharen, is Zijn Naam.   ~ 10439 Amos 5:8 | den aardbodem, HEERE is Zijn Naam. ~ 10440 Amos 5:12 | en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, 10441 Amos 5:13 | want het zal een boze tijd zijn. ~ 10442 Amos 5:14 | heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als gij zegt. ~ 10443 Amos 5:15 | Jozefs overblijfsel genadig zijn. ~ 10444 Amos 5:16 | alle straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen 10445 Amos 5:16 | treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand 10446 Amos 5:17 | wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden 10447 Amos 5:18 | ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen 10448 Amos 5:19 | een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem 10449 Amos 5:20 | des HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, 10450 Amos 6:1 | Samaria! die de voornaamste zijn van de eerstelingen der 10451 Amos 6:2 | Filistijnen; of zij beter zijn dan deze koninkrijken, of 10452 Amos 6:4 | bedsteden, en weelderig zijn op hun koetsen, en eten 10453 Amos 6:7 | dergenen, die weelderig zijn, zal wegwijken. ~ 10454 Amos 6:8 | Jakobs hovaardij, en Ik haat zijn paleizen; daarom zal Ik 10455 Amos 6:9 | huis zullen overgelaten zijn, dat zij sterven zullen. ~ 10456 Amos 6:10 | zijden van het huis      is: Zijn er nog meer bij u? En hij 10457 Amos 7:7 | was, en een paslood was in Zijn hand. ~ 10458 Amos 7:10 | Israels; het      land zal al zijn woorden niet kunnen verdragen. ~ 10459 Amos 7:11 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden 10460 Amos 7:17 | Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden 10461 Amos 8:3 | dode lichamen zullen er zijn, in alle plaatsen zal men 10462 Amos 9:6 | 6      Die Zijn opperzalen in den hemel 10463 Amos 9:6 | opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde 10464 Amos 9:6 | den aardbodem; HEERE is Zijn Naam. ~ 10465 Amos 9:8 | de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen dit zondig koninkrijk, 10466 Oba 1:3 | kloven der steenrotsen, in zijn hoge woning; die in zijn 10467 Oba 1:3 | zijn hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou mij ter 10468 Oba 1:6 | 6      Hoe zijn Ezau's goederen nagespeurd, 10469 Oba 1:6 | Ezau's goederen nagespeurd, zijn verborgen schatten opgezocht! ~ 10470 Oba 1:8 | Zal het niet te dien dage zijn, spreekt de HEERE, dat Ik 10471 Oba 1:9 | helden, o Theman! versaagd zijn; opdat een ieder uit Ezau' 10472 Oba 1:11 | ten dage als de uitlanders zijn heir gevangen voerden, en 10473 Oba 1:11 | voerden, en de vreemden tot zijn poorten introkken, en over 10474 Oba 1:13 | poorte Mijns volks ingegaan zijn, ten dage huns verderfs; 10475 Oba 1:13 | gezien hebben, ook gij, op zijn kwaad, ten dage zijns verderfs; 10476 Oba 1:13 | uitgestrekt hebben aan      zijn heir, ten dage zijns verderfs; ~ 10477 Oba 1:14 | hebben op de wegscheiding, om zijn ontkomenen uit te roeien; 10478 Oba 1:14 | ontkomenen uit te roeien; noch zijn overgeblevenen overgeleverd 10479 Oba 1:16 | en inzwelgen, en zullen zijn alsof zij er niet      geweest 10480 Oba 1:17 | berg Sions zal ontkoming zijn, en hij zal een heiligheid 10481 Oba 1:17 | en hij zal een heiligheid zijn; en die van het huis Jakobs 10482 Oba 1:18 | Jakobs huis zal een vuur zijn, en Jozefs huis een vlam, 10483 Oba 1:21 | koninkrijk zal des HEEREN zijn.~ ~ 10484 Jona 1:5 | riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, 10485 Jona 1:7 | zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat 10486 Jona 2:1 | Jona bad tot den HEERE, zijn God, uit het ingewand van 10487 Jona 3:6 | Nineve, en hij stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk 10488 Jona 3:6 | van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed van zich; 10489 Jona 3:8 | zullen met zakken bedekt zijn, en zullen sterk tot God 10490 Jona 3:8 | bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg, en van het geweld, 10491 Jona 4:1 | Jona met groot verdriet, en zijn toorn ontstak. ~ 10492 Jona 4:6 | opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem 10493 Jona 4:6 | schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden 10494 Jona 4:6 | hoofd, om hem te redden van zijn verdriet. En      Jona verblijdde 10495 Jona 4:11 | en twintig duizend mensen zijn, die geen onderscheid weten 10496 Mic 1:2 | HEERE nu zal tot een getuige zijn tegen ulieden, de Heere 10497 Mic 1:3 | ziet, de HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen 10498 Mic 1:9 | 9      Want haar plagen zijn dodelijk; want zij zijn 10499 Mic 1:9 | zijn dodelijk; want zij zijn gekomen tot aan Juda; hij 10500 Mic 1:11 | te Beth-haezel; hij zal zijn stand van ulieden nemen. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13263

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License