1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13263
Book Chapter: Verse
1001 Exo 18:15 | 15 Toen zeide Mozes tot zijn schoonvader: Omdat dit volk
1002 Exo 18:16 | tussen den man en tussen zijn naaste; en dat ik hun bekend
1003 Exo 18:16 | make Gods instellingen en Zijn wetten. ~
1004 Exo 18:19 | raden, en God zal met u zijn; wees gij voor het volk
1005 Exo 18:23 | al dit volk in vrede aan zijn plaats komen. ~
1006 Exo 18:24 | hoorde naar de stem van zijn schoonvader, en hij deed
1007 Exo 18:27 | 27 Toen liet Mozes zijn schoonvader trekken; en
1008 Exo 18:27 | trekken; en hij ging naar zijn land. ~ ~ ~ ~
1009 Exo 19:5 | zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de
1010 Exo 19:6 | koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die
1011 Exo 19:6 | een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot
1012 Exo 19:11 | 11 En bereid zijn tegen den derden dag; want
1013 Exo 19:18 | denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook
1014 Exo 20:7 | niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt.
1015 Exo 20:17 | uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn
1016 Exo 20:17 | zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os,
1017 Exo 20:17 | noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch
1018 Exo 20:17 | dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws
1019 Exo 20:20 | Hij u verzocht, en opdat Zijn vreze voor uw aangezicht
1020 Exo 20:20 | vreze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet zondigdet. ~
1021 Exo 21:1 | 1 Dit nu zijn de rechten, die gij hun
1022 Exo 21:3 | 3 Indien hij met zijn lijf ingekomen zal zijn,
1023 Exo 21:3 | zijn lijf ingekomen zal zijn, zo zal hij met zijn lijf
1024 Exo 21:3 | zal zijn, zo zal hij met zijn lijf uitgaan; indien hij
1025 Exo 21:3 | getrouwd man was, zo zal zijn vrouw met hem uitgaan. ~
1026 Exo 21:4 | 4 Indien hem zijn heer een vrouw gegeven,
1027 Exo 21:4 | haar kinderen haars heren zijn, en hij zal met zijn lijf
1028 Exo 21:4 | heren zijn, en hij zal met zijn lijf uitgaan. ~
1029 Exo 21:6 | 6 Zo zal hem zijn heer tot de goden brengen,
1030 Exo 21:6 | aan den post brengen; en zijn heer zal hem met een priem
1031 Exo 21:6 | heer zal hem met een priem zijn oor doorboren, en hij zal
1032 Exo 21:7 | 7 Wanneer nu iemand zijn dochter zal verkocht hebben
1033 Exo 21:9 | Maar indien hij haar aan zijn zoon ondertrouwt, zo zal
1034 Exo 21:13 | heeft, maar God heeft hem zijn hand doen ontmoeten, zo
1035 Exo 21:14 | Maar indien iemand tegen zijn naaste moedwillig gehandeld
1036 Exo 21:15 | 15 Zo wie zijn vader of zijn moeder slaat,
1037 Exo 21:15 | 15 Zo wie zijn vader of zijn moeder slaat, die zal zekerlijk
1038 Exo 21:16 | verkocht heeft, of dat hij in zijn hand gevonden wordt, die
1039 Exo 21:17 | 17 Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt,
1040 Exo 21:17 | 17 Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk
1041 Exo 21:19 | opstaat, en op straat gaat bij zijn stok, zo zal hij, die hem
1042 Exo 21:19 | die hem sloeg, onschuldig zijn; alleen zal hij geven hetgeen
1043 Exo 21:20 | 20 Wanneer ook iemand zijn dienstknecht of zijn dienstmaagd
1044 Exo 21:20 | iemand zijn dienstknecht of zijn dienstmaagd met een stok
1045 Exo 21:20 | stok slaat, dat hij onder zijn hand sterft, die zal zekerlijk
1046 Exo 21:21 | gewroken worden; want hij is zijn geld. ~
1047 Exo 21:23 | een dodelijk verderf zal zijn, zo zult gij geven ziel
1048 Exo 21:26 | Wanneer ook iemand het oog van zijn dienstknecht, of het oog
1049 Exo 21:26 | dienstknecht, of het oog van zijn dienstmaagd slaat, en verderft
1050 Exo 21:26 | hem vrij laten gaan voor zijn oog. ~
1051 Exo 21:27 | indien hij een tand van zijn dienstknecht, of een tand
1052 Exo 21:27 | dienstknecht, of een tand van zijn dienstmaagd uitslaat, zo
1053 Exo 21:27 | zal hij hem vrijlaten voor zijn tand. ~
1054 Exo 21:28 | zekerlijk gestenigd worden, en zijn vlees zal niet gegeten worden;
1055 Exo 21:28 | van den os zal onschuldig zijn. ~
1056 Exo 21:29 | voren stotig geweest is, en zijn heer is daarvan overtuigd
1057 Exo 21:29 | os gestenigd worden, en zijn heer zal ook gedood worden. ~
1058 Exo 21:32 | dienstmaagd stoot, hij zal zijn heer dertig zilverlingen
1059 Exo 21:35 | nu iemands os den os van zijn naaste kwetst, dat hij sterft,
1060 Exo 21:36 | te voren stotig was, en zijn heer heeft hem niet bewaard,
1061 Exo 22:2 | zal hem geen bloedschuld zijn. ~
1062 Exo 22:3 | het hem een bloedschuld zijn; hij zal het volkomen wedergeven;
1063 Exo 22:3 | hij verkocht worden voor zijn dieverij. ~
1064 Exo 22:4 | Indien de diefstal levend in zijn hand voorzeker gevonden
1065 Exo 22:5 | wijngaard laat afweiden, en hij zijn beest daarin drijft, dat
1066 Exo 22:7 | 7 Wanneer iemand zijn naaste geld of vaten te
1067 Exo 22:8 | gebracht worden, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have
1068 Exo 22:9 | hetwelk iemand zegt, dat het zijn is, beider zaak zal voor
1069 Exo 22:9 | verwijzen, die zal het aan zijn naaste dubbel wedergeven. ~
1070 Exo 22:10 | 10 Wanneer iemand aan zijn naaste een ezel, of os,
1071 Exo 22:11 | HEEREN eed tussen hen beiden zijn, of hij niet zijn hand aan
1072 Exo 22:11 | beiden zijn, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have
1073 Exo 22:12 | gestolen is, hij zal het zijn heer wedergeven. ~
1074 Exo 22:14 | 14 En wanneer iemand van zijn naaste wat begeert, en het
1075 Exo 22:14 | beschadigd, of het sterft; zijn heer daar niet bij zijnde,
1076 Exo 22:15 | 15 Indien zijn heer daarbij geweest is,
1077 Exo 22:15 | gehuurd is, zo is het voor zijn huur gekomen. ~
1078 Exo 22:25 | gij tegen hetzelve niet zijn, als een woekeraar; gij
1079 Exo 22:27 | 27 Want dat alleen is zijn deksel, het is zijn kleed
1080 Exo 22:27 | alleen is zijn deksel, het is zijn kleed over zijn huid; waarin
1081 Exo 22:27 | het is zijn kleed over zijn huid; waarin zou hij liggen?
1082 Exo 22:30 | zullen zij bij hun moeder zijn, op den achtsten dag zult
1083 Exo 22:31 | zult Mij heilige lieden zijn; daarom zult gij geen vlees
1084 Exo 23:1 | een getuige tot geweld te zijn. ~
1085 Exo 23:3 | geringe niet voortrekken en zijn twistige zaak. ~
1086 Exo 23:4 | Wanneer gij uw vijands os, of zijn dwalenden ezel, ontmoet,
1087 Exo 23:5 | gij uws haters ezel onder zijn last ziet liggen, zult gij
1088 Exo 23:5 | liggen, zult gij dan nalatig zijn, om het uwe te verlaten
1089 Exo 23:6 | uws armen niet buigen in zijn twistige zaak. ~
1090 Exo 23:13 | heb, zult gij op uw hoede zijn; en den naam van andere
1091 Exo 23:21 | 21 Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest Zijner
1092 Exo 23:22 | wederpartijders wederpartij zijn. ~
1093 Exo 23:26 | onvruchtbare in uw land zijn; Ik zal het getal uwer dagen
1094 Exo 23:33 | voorzeker tot een valstrik zijn. ~ ~
1095 Exo 24:10 | God van Israel, en onder Zijn voeten als een werk van
1096 Exo 24:10 | gestaltenis des hemels in Zijn klaarheid.
1097 Exo 24:11 | 11 Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden
1098 Exo 24:13 | zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes klom op
1099 Exo 24:14 | komen; en ziet, Aaron en Hur zijn bij u; wie enige zaken heeft,
1100 Exo 25:10 | een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte,
1101 Exo 25:12 | op de ene zijde derzelve zijn, en twee ringen op haar
1102 Exo 25:14 | die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede
1103 Exo 25:15 | zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogen
1104 Exo 25:17 | halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs
1105 Exo 25:20 | zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim
1106 Exo 25:20 | zullen naar het verzoendeksel zijn. ~
1107 Exo 25:22 | op de ark der getuigenis zijn zullen, alles, wat Ik u
1108 Exo 25:23 | twee ellen zal haar lengte zijn, en een el haar breedte,
1109 Exo 25:23 | een halve zal haar hoogte zijn. ~
1110 Exo 25:26 | aan derzelver vier voeten zijn zullen.
1111 Exo 25:27 | de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de handbomen,
1112 Exo 25:31 | kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes;
1113 Exo 25:31 | worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes,
1114 Exo 25:31 | schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen,
1115 Exo 25:31 | rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen
1116 Exo 25:31 | schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn. ~
1117 Exo 25:31 | zijn bloemen zullen uit hem zijn. ~
1118 Exo 25:32 | En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten
1119 Exo 25:32 | rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten
1120 Exo 25:32 | rieten des kandelaars uit zijn andere zijde. ~
1121 Exo 25:33 | riet zullen drie schaaltjes zijn, gelijke amandelnoten, een
1122 Exo 25:33 | alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan. ~
1123 Exo 25:34 | zelven zullen vier schaaltjes zijn, gelijk amandelnoten, met
1124 Exo 25:34 | amandelnoten, met knopen, en met zijn bloemen. ~
1125 Exo 25:35 | 35 En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven
1126 Exo 25:35 | uitgaande; alzo zal het zijn met zes rieten, die uit
1127 Exo 25:36 | hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal een enig
1128 Exo 25:36 | dicht werk van louter goud zijn. ~
1129 Exo 25:37 | lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken, en doen
1130 Exo 25:37 | aansteken, en doen lichten aan zijn zijden. ~
1131 Exo 25:38 | 38 Zijn snuiters en zijn blusvaten
1132 Exo 25:38 | 38 Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter
1133 Exo 25:38 | blusvaten zullen louter goud zijn. ~
1134 Exo 26:2 | van acht en twintig ellen zijn, en de breedte ener gordijn
1135 Exo 26:3 | vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere; wederom
1136 Exo 26:3 | vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de andere. ~
1137 Exo 26:8 | gordijn zal dertig ellen zijn, en de breedte ener gordijn
1138 Exo 26:13 | van hetgeen, dat overig zijn zal aan de lengte van de
1139 Exo 26:16 | een berd zal tien ellen zijn, en een el en een halve
1140 Exo 26:16 | de breedte van elk berd zijn. ~
1141 Exo 26:19 | voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee
1142 Exo 26:19 | onder een ander berd, aan zijn twee houvasten. ~
1143 Exo 26:20 | zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des
1144 Exo 26:24 | tweelingen samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen
1145 Exo 26:24 | oppereinde deszelven samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal
1146 Exo 26:24 | het met de twee berderen zijn; tot twee hoekberderen zullen
1147 Exo 26:24 | hoekberderen zullen zij zijn. ~
1148 Exo 26:25 | zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten,
1149 Exo 26:28 | zal midden aan de berderen zijn, doorschietende van het
1150 Exo 26:30 | tabernakel oprichten naar zijn wijze, die u op den berg
1151 Exo 26:32 | hun haken zullen van goud zijn; staande op vier zilveren
1152 Exo 26:37 | hun haken zullen van goud zijn; en gij zult hun vijf koperen
1153 Exo 27:1 | vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (
1154 Exo 27:1 | vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte. ~
1155 Exo 27:1 | altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte. ~
1156 Exo 27:2 | 2 En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier
1157 Exo 27:2 | zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken; uit hetzelve
1158 Exo 27:2 | hoeken; uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn, en gij zult
1159 Exo 27:2 | hetzelve zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper
1160 Exo 27:3 | het ook potten maken, om zijn as te ontvangen, ook zijn
1161 Exo 27:3 | zijn as te ontvangen, ook zijn schoffelen, en zijn besprengbekkens,
1162 Exo 27:3 | ook zijn schoffelen, en zijn besprengbekkens, en zijn
1163 Exo 27:3 | zijn besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn koolpannen;
1164 Exo 27:3 | besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn koolpannen; al zijn gereedschap
1165 Exo 27:3 | en zijn koolpannen; al zijn gereedschap zult gij van
1166 Exo 27:4 | koperen ringen maken aan zijn vier einden. ~
1167 Exo 27:7 | worden, alzo dat de handbomen zijn aan beide zijden des altaars,
1168 Exo 27:9 | den voorhof behangselen zijn van fijn getweernd linnen;
1169 Exo 27:9 | zijde zal honderd ellen zijn. ~
1170 Exo 27:10 | 10 Ook zullen zijn twintig pilaren en derzelver
1171 Exo 27:10 | twintig voeten, van koper zijn; de haken dezer pilaren,
1172 Exo 27:10 | banden zullen van zilver zijn. ~
1173 Exo 27:11 | behangselen honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren,
1174 Exo 27:11 | honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver
1175 Exo 27:11 | banden zullen van zilver zijn. ~
1176 Exo 27:12 | westerhoek, zullen behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren
1177 Exo 27:13 | oostwaarts, van vijftig ellen zijn. ~
1178 Exo 27:14 | behangselen op de ene zijde zijn; hun pilaren drie, en hun
1179 Exo 27:16 | voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen, hemelsblauw,
1180 Exo 27:17 | met zilveren banden bezet zijn; hun haken zullen van zilver
1181 Exo 27:17 | haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen
1182 Exo 27:17 | voeten zullen van koper zijn. ~
1183 Exo 27:18 | voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte doorgaans
1184 Exo 27:18 | voeten zullen van koper zijn. ~
1185 Exo 27:19 | deszelfs dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen
1186 Exo 27:19 | voorhofs, zullen van koper zijn. ~
1187 Exo 27:21 | getuigenis is, zal ze Aaron en zijn zonen toerichten, van den
1188 Exo 27:21 | zal een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten, vanwege
1189 Exo 28:1 | gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u doen
1190 Exo 28:3 | allen, die wijs van hart zijn, die Ik met de geest der
1191 Exo 28:4 | 4 Dit nu zijn de klederen, die zij maken
1192 Exo 28:4 | klederen maken, en voor zijn zonen, om Mij het priesterambt
1193 Exo 28:7 | schouderbanden hebben aan zijn beide einden, waarmede hij
1194 Exo 28:8 | efods, die op hem is, zal zijn gelijk zijn werk, van hetzelfde,
1195 Exo 28:8 | hem is, zal zijn gelijk zijn werk, van hetzelfde, van
1196 Exo 28:11 | ze maken, dat zij omvat zijn in gouden kastjes. ~
1197 Exo 28:12 | en Aaron zal hun namen op zijn beide schouders dragen,
1198 Exo 28:16 | 16 Vierkant zal hij zijn, en verdubbeld; een span
1199 Exo 28:16 | verdubbeld; een span zal zijn lengte zijn, en een span
1200 Exo 28:16 | een span zal zijn lengte zijn, en een span zijn breedte. ~
1201 Exo 28:16 | lengte zijn, en een span zijn breedte. ~
1202 Exo 28:20 | zullen met goud ingevat zijn in hun vullingen. ~
1203 Exo 28:21 | 21 En deze stenen zullen zijn met de twaalf namen der
1204 Exo 28:21 | gegraveerd worden, elk met zijn naam; voor de twaalf stammen
1205 Exo 28:21 | twaalf stammen zullen zij zijn. ~
1206 Exo 28:26 | borstlaps zetten; inwendig aan zijn rand, die aan de zijde van
1207 Exo 28:26 | aan de zijde van de efod zijn zal. ~
1208 Exo 28:27 | voorste zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken
1209 Exo 28:28 | zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van
1210 Exo 28:29 | borstlap des gerichts, op zijn hart, als hij in het heilige
1211 Exo 28:30 | zij op het hart van Aaron zijn, als hij voor het aangezicht
1212 Exo 28:30 | kinderen Israels geduriglijk op zijn hart dragen, voor het aangezicht
1213 Exo 28:32 | zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal een boord rondom
1214 Exo 28:32 | pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd
1215 Exo 28:33 | en van scharlaken, aan zijn zomen rondom, en gouden
1216 Exo 28:35 | aanhebben, om te dienen; opdat zijn geluid gehoord worde, als
1217 Exo 28:37 | zijde des hoeds zal zij zijn. ~
1218 Exo 28:38 | het voorhoofd van Aaron zijn, opdat Aaron drage de ongerechtigheid
1219 Exo 28:38 | zij zal geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden
1220 Exo 28:38 | geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden voor het aangezicht
1221 Exo 28:41 | uw broeder Aaron en ook zijn zonen aantrekken; en gij
1222 Exo 28:42 | te bedekken; zij zullen zijn van de lenden tot de dijen. ~
1223 Exo 28:43 | 43 Aaron nu en zijn zonen zullen die aanhebben,
1224 Exo 28:43 | zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en zijn zaad
1225 Exo 28:43 | inzetting zijn, voor hem, en zijn zaad na hem. ~ ~
1226 Exo 29:4 | Alsdan zult gij Aaron en zijn zonen doen naderen aan de
1227 Exo 29:6 | En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der
1228 Exo 29:7 | de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult
1229 Exo 29:8 | 8 Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult
1230 Exo 29:9 | omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen; en gij zult hun de
1231 Exo 29:10 | samenkomst; en Aaron en zijn zonen zullen hun handen
1232 Exo 29:14 | Maar het vlees des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult
1233 Exo 29:14 | des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult gij met vuur
1234 Exo 29:15 | ene ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen
1235 Exo 29:16 | ram slachten, en gij zult zijn bloed nemen, en rondom op
1236 Exo 29:17 | 17 En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult
1237 Exo 29:17 | delen delen; en gij zult zijn ingewand en zijn schenkelen
1238 Exo 29:17 | gij zult zijn ingewand en zijn schenkelen wassen, en op
1239 Exo 29:17 | schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd
1240 Exo 29:17 | en op zijn delen, en op zijn hoofd leggen. ~
1241 Exo 29:19 | anderen ram nemen, en Aaron en zijn zonen zullen hun handen
1242 Exo 29:20 | den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen het
1243 Exo 29:20 | het rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den
1244 Exo 29:21 | gij zult op Aaron en op zijn klederen sprengen, en op
1245 Exo 29:21 | klederen sprengen, en op zijn zonen en op de klederen
1246 Exo 29:21 | opdat hij geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen,
1247 Exo 29:21 | zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen zijner
1248 Exo 29:23 | het aangezicht des HEEREN zijn zal; ~
1249 Exo 29:26 | HEEREN; en het zal u ten dele zijn. ~
1250 Exo 29:27 | bewogen, en die opgeheven zal zijn van den ram des vuloffers,
1251 Exo 29:28 | En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn tot een eeuwige
1252 Exo 29:28 | voor Aaron en zijn zonen zijn tot een eeuwige inzetting
1253 Exo 29:28 | de kinderen Israels zal zijn van hun dankofferen; hun
1254 Exo 29:28 | hefoffer zal voor den HEERE zijn. ~
1255 Exo 29:29 | van Aaron zullen geweest zijn, zullen van zijn zonen na
1256 Exo 29:29 | geweest zijn, zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat
1257 Exo 29:29 | zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen in dezelve
1258 Exo 29:30 | hij ze aantrekken, die uit zijn zonen in zijn plaats priester
1259 Exo 29:30 | aantrekken, die uit zijn zonen in zijn plaats priester zal worden,
1260 Exo 29:31 | vulling nemen, en gij zult zijn vlees in de heilige plaats
1261 Exo 29:32 | 32 Aaron nu en zijn zonen zullen het vlees van
1262 Exo 29:32 | brood, dat in den korf zal zijn, bij de deur van de tent
1263 Exo 29:33 | de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen,
1264 Exo 29:33 | zal ze niet eten, want ze zijn heilig. ~
1265 Exo 29:35 | zult dan aan Aaron en aan zijn zonen alzo doen, naar alles,
1266 Exo 29:37 | heiligheid der heiligheden zijn; al wat het altaar aanroert,
1267 Exo 29:37 | altaar aanroert, zal heilig zijn. ~
1268 Exo 29:38 | twee lammeren, die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk. ~
1269 Exo 29:42 | een geduriglijk brandoffer zijn bij uw geslachten, aan de
1270 Exo 29:44 | altaar; Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, opdat zij
1271 Exo 29:45 | en Ik zal hun tot een God zijn. ~
1272 Exo 30:2 | 2 Een el zal zijn lengte zijn, en een el zijn
1273 Exo 30:2 | 2 Een el zal zijn lengte zijn, en een el zijn breedte,
1274 Exo 30:2 | zijn lengte zijn, en een el zijn breedte, vierkant zal het
1275 Exo 30:2 | breedte, vierkant zal het zijn, maar twee ellen deszelfs
1276 Exo 30:2 | hoogte; uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn. ~
1277 Exo 30:2 | hetzelve zullen zijn hoornen zijn. ~
1278 Exo 30:3 | louter goud overtrekken, zijn dak en deszelfs wanden rondom,
1279 Exo 30:3 | deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en gij zult het
1280 Exo 30:4 | ringen daaraan maken, onder zijn krans; aan zijn twee zijden
1281 Exo 30:4 | maken, onder zijn krans; aan zijn twee zijden zult gij dezelve
1282 Exo 30:4 | zult gij dezelve maken, aan zijn beide zijden; en zij zullen
1283 Exo 30:4 | beide zijden; en zij zullen zijn tot plaatsen voor de handbomen,
1284 Exo 30:6 | voor de ark der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel,
1285 Exo 30:6 | het verzoendeksel, hetwelk zijn zal boven de getuigenis,
1286 Exo 30:8 | zal een gedurig reukwerk zijn, voor het aangezicht des
1287 Exo 30:16 | Israels ter gedachtenis zijn, voor het aangezicht des
1288 Exo 30:18 | koperen wasvat maken, met zijn koperen voet, om te wassen;
1289 Exo 30:19 | 19 Dat Aaron en zijn zonen zich daaruit wassen,
1290 Exo 30:21 | hun een eeuwige inzetting zijn, voor hem en zijn zaad,
1291 Exo 30:21 | inzetting zijn, voor hem en zijn zaad, bij hun geslachten. ~
1292 Exo 30:25 | olie der heilige zalving zijn. ~
1293 Exo 30:27 | gereedschap, en de kandelaar met zijn gereedschap, en het reukaltaar; ~
1294 Exo 30:28 | des brandoffers, met al zijn gereedschap, en het wasvat
1295 Exo 30:28 | gereedschap, en het wasvat met zijn voet. ~
1296 Exo 30:29 | heiligheid der heiligheden zijn; al wat ze aanroert, zal
1297 Exo 30:29 | ze aanroert, zal heilig zijn. ~
1298 Exo 30:30 | 30 Gij zult ook Aaron en zijn zonen zalven, en gij zult
1299 Exo 30:31 | olie der heilige zalving zijn bij uw geslachten. ~
1300 Exo 30:32 | zij zal ulieden heiligheid zijn. ~
1301 Exo 30:33 | zal uitgeroeid worden uit zijn volken. ~
1302 Exo 30:36 | heiligheid der heiligheden zijn. ~
1303 Exo 30:37 | maken; het zal u heiligheid zijn voor den HEERE. ~
1304 Exo 30:38 | zal uitgeroeid worden uit zijn volken. ~ ~ ~
1305 Exo 31:7 | verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der
1306 Exo 31:8 | louteren kandelaar, met al zijn gereedschap; en het reukaltaar; ~
1307 Exo 31:9 | brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat
1308 Exo 31:9 | gereedschap; en het wasvat met zijn voet; ~
1309 Exo 31:10 | Aaron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt
1310 Exo 31:17 | een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes
1311 Exo 32:2 | zonen, en uwer dochteren zijn; en brengt ze tot mij. ~
1312 Exo 32:4 | daaruit. Toen zeiden zij: Dit zijn uw goden, Israel! die u
1313 Exo 32:5 | zal den HEERE een feest zijn! ~
1314 Exo 32:8 | 8 En zij zijn haast afgeweken van den
1315 Exo 32:8 | offerande gedaan, en gezegd: Dit zijn uw goden, Israel, die u
1316 Exo 32:14 | hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen. ~
1317 Exo 32:15 | tafelen der getuigenis in zijn hand; deze tafelen waren
1318 Exo 32:19 | en dat hij de tafelen uit zijn handen wierp, en dezelve
1319 Exo 32:27 | van Israel: Een ieder doe zijn zwaard aan zijn heup; gaat
1320 Exo 32:27 | ieder doe zijn zwaard aan zijn heup; gaat door en keert
1321 Exo 32:27 | leger, en een iegelijk dode zijn broeder, en elk zijn vriend,
1322 Exo 32:27 | dode zijn broeder, en elk zijn vriend, en elk zijn naaste! ~
1323 Exo 32:27 | elk zijn vriend, en elk zijn naaste! ~
1324 Exo 32:29 | den HEERE; want elk zal zijn tegen zijn zoon, en tegen
1325 Exo 32:29 | want elk zal zijn tegen zijn zoon, en tegen zijn broeder;
1326 Exo 32:29 | tegen zijn zoon, en tegen zijn broeder; en dit, opdat Hij
1327 Exo 33:2 | zonen, en uwer dochteren zijn; en brengt ze tot mij. ~
1328 Exo 33:4 | daaruit. Toen zeiden zij: Dit zijn uw goden, Israel! die u
1329 Exo 33:5 | zal den HEERE een feest zijn! ~
1330 Exo 33:8 | 8 En zij zijn haast afgeweken van den
1331 Exo 33:8 | offerande gedaan, en gezegd: Dit zijn uw goden, Israel, die u
1332 Exo 33:14 | hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen. ~
1333 Exo 33:15 | tafelen der getuigenis in zijn hand; deze tafelen waren
1334 Exo 33:19 | en dat hij de tafelen uit zijn handen wierp, en dezelve
1335 Exo 33:27 | van Israel: Een ieder doe zijn zwaard aan zijn heup; gaat
1336 Exo 33:27 | ieder doe zijn zwaard aan zijn heup; gaat door en keert
1337 Exo 33:27 | leger, en een iegelijk dode zijn broeder, en elk zijn vriend,
1338 Exo 33:27 | dode zijn broeder, en elk zijn vriend, en elk zijn naaste! ~
1339 Exo 33:27 | elk zijn vriend, en elk zijn naaste! ~
1340 Exo 33:29 | den HEERE; want elk zal zijn tegen zijn zoon, en tegen
1341 Exo 33:29 | want elk zal zijn tegen zijn zoon, en tegen zijn broeder;
1342 Exo 33:29 | tegen zijn zoon, en tegen zijn broeder; en dit, opdat Hij
1343 Exo 34:4 | en niemand van hen deed zijn versiersel aan zich. ~
1344 Exo 34:11 | aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt; daarna keerde
1345 Exo 34:11 | weder tot het leger; doch zijn dienaar Jozua, de zoon van
1346 Exo 34:19 | aangezicht; maar Ik zal genadig zijn, wien Ik zal genadig zijn,
1347 Exo 34:19 | zijn, wien Ik zal genadig zijn, en Ik zal Mij ontfermen,
1348 Exo 34:22 | totdat Ik zal voorbijgegaan zijn. ~
1349 Exo 34:24 | de eerste tafelen geweest zijn, die gij gebroken hebt. ~
1350 Exo 34:27 | de twee stenen tafelen in zijn hand. ~
1351 Exo 34:29 | 6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging,
1352 Exo 34:33 | doen, die niet geschapen zijn op de ganse aarde, noch
1353 Exo 34:56 | en hij had een deksel op zijn aangezicht gelegd. ~
1354 Exo 34:58 | Mozes het deksel weder op zijn aangezicht, totdat hij inging
1355 Exo 35:1 | verzamelen, en zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die de HEERE
1356 Exo 35:2 | dag zal ulieden heiligheid zijn, een sabbat der rust den
1357 Exo 35:10 | allen, die wijs van hart zijn onder ulieden, zullen komen,
1358 Exo 35:11 | 11 De tabernakel, zijn tent en zijn deksel, zijn
1359 Exo 35:11 | tabernakel, zijn tent en zijn deksel, zijn haakjes en
1360 Exo 35:11 | zijn tent en zijn deksel, zijn haakjes en zijn berderen,
1361 Exo 35:11 | deksel, zijn haakjes en zijn berderen, zijn richelen,
1362 Exo 35:11 | haakjes en zijn berderen, zijn richelen, zijn pilaren,
1363 Exo 35:11 | berderen, zijn richelen, zijn pilaren, en zijn voeten; ~
1364 Exo 35:11 | richelen, zijn pilaren, en zijn voeten; ~
1365 Exo 35:14 | kandelaar tot het licht, en zijn gereedschap, en zijn lampen,
1366 Exo 35:14 | en zijn gereedschap, en zijn lampen, en de olie tot het
1367 Exo 35:15 | 15 En het reukaltaar, en zijn handbomen, en de zalfolie,
1368 Exo 35:16 | rooster, dien het hebben zal, zijn handbomen, en al zijn gereedschappen;
1369 Exo 35:16 | zal, zijn handbomen, en al zijn gereedschappen; het wasvat
1370 Exo 35:16 | gereedschappen; het wasvat en zijn voet. ~
1371 Exo 35:17 | behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten;
1372 Exo 35:17 | voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten; en het deksel van
1373 Exo 35:34 | 34 Hij heeft hem ook in zijn hart gegeven anderen te
1374 Exo 36:4 | heiligdoms maakten, ieder man van zijn werk, hetwelk zij maakten; ~
1375 Exo 36:24 | voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee
1376 Exo 36:24 | onder een ander berd, aan zijn twee houvasten. ~
1377 Exo 37:16 | gereedschap, dat op de tafel zijn zoude, haar schotelen, en
1378 Exo 37:17 | maakte hij deze kandelaar, zijn schacht, en zijn rieten;
1379 Exo 37:17 | kandelaar, zijn schacht, en zijn rieten; zijn schaaltjes,
1380 Exo 37:17 | schacht, en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen,
1381 Exo 37:17 | rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen
1382 Exo 37:17 | schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen waren uit hem. ~
1383 Exo 37:18 | Zes rieten nu gingen uit zijn zijden; drie rieten des
1384 Exo 37:18 | rieten des kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten
1385 Exo 37:18 | rieten des kandelaars uit zijn andere zijde. ~
1386 Exo 37:20 | gelijk amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen. ~
1387 Exo 37:20 | met zijn knopen, en met zijn bloemen. ~
1388 Exo 37:23 | maakte hem zeven lampen; zijn snuiters en zijn blusvaten
1389 Exo 37:23 | lampen; zijn snuiters en zijn blusvaten waren van louter
1390 Exo 37:24 | talent louter goud, met al zijn vaten, ~
1391 Exo 37:25 | van sittimhout; een el was zijn lengte en een el zijn breedte,
1392 Exo 37:25 | was zijn lengte en een el zijn breedte, vierkant, maar
1393 Exo 37:25 | vierkant, maar twee ellen zijn hoogte; uit hetzelve waren
1394 Exo 37:25 | hoogte; uit hetzelve waren zijn hoornen. ~
1395 Exo 37:26 | overtrok het met louter goud, zijn dak, en zijn wanden rondom,
1396 Exo 37:26 | louter goud, zijn dak, en zijn wanden rondom, alsook zijn
1397 Exo 37:26 | zijn wanden rondom, alsook zijn hoornen; en hij maakte het
1398 Exo 37:27 | gouden ringen daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken,
1399 Exo 37:27 | daaraan, onder zijn krans, aan zijn twee hoeken, aan zijn beide
1400 Exo 37:27 | aan zijn twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen
1401 Exo 38:1 | deszelfs lengte, en vijf ellen zijn breedte, vierkant, en drie
1402 Exo 38:1 | vierkant, en drie ellen zijn hoogte. ~
1403 Exo 38:2 | maakte deszelfs hoornen op zijn vier hoeken; uit hetzelve
1404 Exo 38:2 | hoeken; uit hetzelve waren zijn hoornen; en hij overtrok
1405 Exo 38:3 | en de koolpannen; en al zijn vaten maakte hij van koper. ~
1406 Exo 38:4 | van koperen netwerk, onder zijn omloop, van beneden tot
1407 Exo 38:4 | omloop, van beneden tot zijn midden toe. ~
1408 Exo 38:8 | het koperen wasvat, met zijn koperen voet, van de spiegels
1409 Exo 38:21 | 21 Dit zijn de getelde dingen van den
1410 Exo 38:21 | der getuigenis, die geteld zijn naar den mond van Mozes,
1411 Exo 39:5 | die daarop was, was gelijk zijn werk, van hetzelfde, van
1412 Exo 39:9 | borstlap dubbel; een span was zijn lengte, en een span was
1413 Exo 39:9 | lengte, en een span was zijn breedte, dubbel zijnde. ~
1414 Exo 39:14 | zegelgravering; ieder met zijn naam, naar de twaalf stammen. ~
1415 Exo 39:19 | borstlaps zetten, inwendig aan zijn boord, die aan de zijde
1416 Exo 39:20 | voorste zijde, tegenover zijn andere voege, boven den
1417 Exo 39:21 | bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van
1418 Exo 39:27 | werk, voor Aaron en voor zijn zonen; ~
1419 Exo 39:37 | De louteren kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men
1420 Exo 39:39 | deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat
1421 Exo 39:39 | gereedschap; het wasvat en zijn voet; ~
1422 Exo 39:40 | behangselen des voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten,
1423 Exo 39:40 | voorhofs, zijn pilaren en zijn voeten, en het deksel van
1424 Exo 39:40 | van de poort des voorhofs, zijn zelen, en zijn pennen, en
1425 Exo 39:40 | voorhofs, zijn zelen, en zijn pennen, en al het gereedschap
1426 Exo 39:41 | Aaron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt
1427 Exo 40:4 | kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken. ~
1428 Exo 40:9 | dezelven heiligen, met al zijn gereedschap, en het zal
1429 Exo 40:9 | en het zal een heiligheid zijn. ~
1430 Exo 40:10 | brandoffers zalven, en al zijn gereedschap; en gij zult
1431 Exo 40:10 | heiligheid der heiligheden zijn. ~
1432 Exo 40:12 | 12 Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen naderen, tot
1433 Exo 40:14 | 14 Gij zult ook zijn zonen doen naderen, en zult
1434 Exo 40:15 | dat hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom
1435 Exo 40:18 | tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen,
1436 Exo 40:18 | zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn
1437 Exo 40:18 | zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij
1438 Exo 40:31 | 31 En Mozes en Aaron, en zijn zonen wiesen daaruit hun
1439 Lev 1:3 | 3 Indien zijn offerande een brandoffer
1440 Lev 1:3 | zal hij dat offeren, naar zijn welgevallen, voor het aangezicht
1441 Lev 1:4 | 4 En hij zal zijn hand op het hoofd des brandoffers
1442 Lev 1:6 | huid aftrekken, en het in zijn stukken delen. ~
1443 Lev 1:9 | 9 Doch zijn ingewand, en zijn schenkelen
1444 Lev 1:9 | 9 Doch zijn ingewand, en zijn schenkelen zal men met water
1445 Lev 1:10 | 10 En indien zijn offerande is van klein vee,
1446 Lev 1:11 | Aaron, de priesters, zullen zijn bloed rondom op het altaar
1447 Lev 1:12 | 12 Daarna zal hij het in zijn stukken delen, mitsgaders
1448 Lev 1:12 | stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en
1449 Lev 1:12 | mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en de priester zal
1450 Lev 1:14 | 14 En indien zijn offerande voor den HEERE
1451 Lev 1:14 | gevogelte is, zo zal hij zijn offerande van tortelduiven,
1452 Lev 1:15 | brengen, en deszelfs hoofd met zijn nagel splijten, en op het
1453 Lev 1:15 | het altaar aansteken; en zijn bloed zal aan den wand des
1454 Lev 1:16 | 16 En zijn krop met zijn vederen zal
1455 Lev 1:16 | 16 En zijn krop met zijn vederen zal hij wegdoen,
1456 Lev 1:17 | 17 Verder zal hij die met zijn vleugelen klieven, niet
1457 Lev 2:1 | spijsoffer den HEERE zal offeren, zijn offerande zal van meelbloem
1458 Lev 2:1 | offerande zal van meelbloem zijn; en hij zal olie daarop
1459 Lev 2:2 | priesters, een van welke daarvan zijn hand vol grijpen zal uit
1460 Lev 2:3 | spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid
1461 Lev 2:3 | voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der
1462 Lev 2:4 | gebak des ovens; het zullen zijn ongezuurde koeken van meelbloem,
1463 Lev 2:5 | de pan gekookt, zij zal zijn van ongezuurde meelbloem,
1464 Lev 2:10 | spijsoffer, zal voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid
1465 Lev 2:10 | voor Aaron en zijn zonen zijn; het is een heiligheid der
1466 Lev 2:16 | gedenkoffer aansteken van zijn klein gebroken graan en
1467 Lev 2:16 | klein gebroken graan en van zijn olie, met al den wierook;
1468 Lev 3:1 | 1 En indien zijn offer een dankoffer is;
1469 Lev 3:2 | 2 En hij zal zijn hand op het hoofd zijner
1470 Lev 3:5 | hetwelk op het hout zal zijn, dat op het vuur is; het
1471 Lev 3:6 | 6 En indien zijn offerande van klein vee
1472 Lev 3:7 | 7 Indien hij een lam tot zijn offerande offert, zo zal
1473 Lev 3:8 | 8 En hij zal zijn hand op het hoofd zijner
1474 Lev 3:9 | vuuroffer den HEERE offeren; zijn vet, den gehele staart,
1475 Lev 3:12 | 12 Indien nu zijn offerande een geit is, zo
1476 Lev 3:13 | 13 En hij zal zijn hand op haar hoofd leggen,
1477 Lev 3:14 | 14 Dan zal hij daarvan zijn offerande offeren, een vuuroffer
1478 Lev 3:16 | alle vet zal des HEEREN zijn. ~
1479 Lev 4:3 | des volks, zo zal hij voor zijn zonde, die hij gezondigd
1480 Lev 4:4 | aangezicht des HEEREN; en hij zal zijn hand op het hoofd van dien
1481 Lev 4:6 | 6 En de priester zal zijn vinger in dat bloed dopen;
1482 Lev 4:11 | huid van dien var, en al zijn vlees, met zijn hoofd en
1483 Lev 4:11 | var, en al zijn vlees, met zijn hoofd en met zijn schenkelen,
1484 Lev 4:11 | vlees, met zijn hoofd en met zijn schenkelen, en zijn ingewand,
1485 Lev 4:11 | met zijn schenkelen, en zijn ingewand, en zijn mest; ~
1486 Lev 4:11 | schenkelen, en zijn ingewand, en zijn mest; ~
1487 Lev 4:13 | van Israel afgedwaald zal zijn, en de zaak voor de ogen
1488 Lev 4:13 | zoude gedaan worden, en zijn schuldig geworden; ~
1489 Lev 4:17 | 17 En de priester zal zijn vinger indopen, nemende
1490 Lev 4:19 | 19 Daartoe zal hij al zijn vet van hem opnemen, en
1491 Lev 4:23 | 23 Of men zijn zonde, die hij daartegen
1492 Lev 4:23 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offer brengen een geitenbok,
1493 Lev 4:24 | 24 En hij zal zijn hand op het hoofd van den
1494 Lev 4:25 | bloed des zondoffers met zijn vinger nemen, en dat op
1495 Lev 4:25 | brandoffers doen; dan zal hij zijn bloed aan den bodem van
1496 Lev 4:26 | 26 Hij zal ook al zijn vet op het altaar aansteken,
1497 Lev 4:26 | hem verzoening doen van zijn zonden, en het zal hem vergeven
1498 Lev 4:28 | 28 Of men zijn zonde, die hij gezondigd
1499 Lev 4:28 | gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn offerande brengen een jonge
1500 Lev 4:28 | een volkomen wijfje, voor zijn zonde, die hij gezondigd
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13263 |