Book Chapter: Verse
1 Gen 9:7 | aarde, en vermenigvuldigt op dezelve. ~
2 Gen 10:21 | zijn Sem zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen
3 Gen 16:14 | niet zal besneden worden, dezelve ziel zal uit haar volken
4 Gen 19:14 | en dienstmaagden, en gaf dezelve aan Abraham; en hij gaf
5 Gen 22:9 | van zijn akker is, dat hij dezelve mij om het volle geld geve,
6 Gen 24:15 | de Filistijnen, en vulden dezelve met aarde. ~
7 Gen 26:13 | ziet, de HEERE stond op dezelve en zeide: Ik ben de HEERE,
8 Gen 27:7 | schapen, en gaat heen, weidt dezelve. ~
9 Gen 27:70 | de lammeren; en hij gaf dezelve in de hand zijner zonen. ~
10 Gen 28:32 | Jakob wist niet, dat Rachel dezelve gestolen had. ~
11 Gen 28:34 | zadeltuig gelegd, en zij zat op dezelve. En Laban betastte die ganse
12 Gen 30:13 | bij mij heb; indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo
13 Gen 35:28 | uitgaf; en de vroedvrouw nam dezelve, en zij bond een scharlaken
14 Gen 36:40 | is; en het gevogelte at dezelve uit de korf, van boven mijn
15 Gen 37:6 | verzengde aren schoten na dezelve uit. ~
16 Gen 37:23 | verzengde aren, schoten na dezelve uit; ~
17 Gen 37:30 | 30 Maar na dezelve zullen er opstaan zeven
18 Gen 37:32 | is, en dat God haast, om dezelve te doen. ~
19 Gen 42:25 | gegeven had; en zij baarde dezelve Jakob, zij waren allen zeven
20 Exo 12:19 | het gedesemde eten zal, dezelve ziel zal uit de vergadering
21 Exo 14:16 | uit over de zee, en klief dezelve, dat de kinderen Israels
22 Exo 23:15 | in de maand Abib, want in dezelve zijt gij uit Egypte getogen;
23 Exo 24:14 | enige zaken heeft, zal tot dezelve komen. ~
24 Exo 25:11 | overtrekken; en gij zult op dezelve een gouden krans maken rondom
25 Exo 25:28 | sittimhout maken, en gij zult dezelve met goud overtrekken; en
26 Exo 28:33 | schelletjes rondom tussen dezelve. ~
27 Exo 28:37 | 37 En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw
28 Exo 29:2 | tarwemeelbloem zult gij dezelve maken. ~
29 Exo 29:13 | nieren en het vet, dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken
30 Exo 29:22 | nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den rechterschouder;
31 Exo 29:29 | hem zijn, opdat men hen in dezelve zalve, en dat men hun hand
32 Exo 29:29 | en dat men hun hand in dezelve vulle. ~
33 Exo 30:4 | zijn twee zijden zult gij dezelve maken, aan zijn beide zijden;
34 Exo 30:7 | toegericht hebben, zal hij dezelve aansteken.
35 Exo 30:26 | 26 En met dezelve zult gij zalven de tent
36 Exo 32:19 | uit zijn handen wierp, en dezelve beneden aan den berg verbrak. ~
37 Exo 33:19 | uit zijn handen wierp, en dezelve beneden aan den berg verbrak. ~
38 Exo 37:3 | 3 En hij goot voor dezelve vier gouden ringen, aan
39 Exo 38:7 | altaars, dat men het met dezelve droeg; hij maakte hetzelve
40 Lev 7:7 | zijn; enerlei wet zal voor dezelve zijn; het zal des priesters
41 Lev 7:34 | dankofferen genomen, en heb dezelve aan Aaron, den priester,
42 Lev 11:32 | hetgeen, waarop iets van dezelve vallen zal, als zij dood
43 Lev 11:33 | aarden vat, waarin iets van dezelve zal gevallen zijn, al wat
44 Lev 14:40 | plaag is, uitbreken, en dezelve tot buiten de stad werpen,
45 Lev 16:28 | 28 Die nu dezelve verbrandt, zal zijn klederen
46 Lev 17:4 | 4 En dezelve aan de deur van de tent
47 Lev 17:4 | bloed vergoten; daarom zal dezelve man uit het midden zijns
48 Lev 17:5 | samenkomst tot den priester, en dezelve tot dankofferen den HEERE
49 Lev 18:5 | zult gij houden; welk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve
50 Lev 18:5 | dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE! ~
51 Lev 19:8 | ontheiligd heeft; daarom zal dezelve ziel, uit haar volken uitgeroeid
52 Lev 20:8 | Mijn inzettingen, en doet dezelve; Ik ben de HEERE, Die u
53 Lev 20:22 | al Mijn rechten, en doet dezelve; opdat u dat land, waarheen
54 Lev 22:25 | verdorvenheid is in hen, in dezelve is gebrek, zij zouden niet
55 Lev 22:31 | Mijn geboden houden, en dezelve doen; Ik ben de HEERE! ~
56 Lev 22:51 | 20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen
57 Lev 24:18 | houdt Mijn rechten, en doet dezelve; zo zult gij zeker wonen
58 Lev 26:19 | schatting daarboven toedoen, en dezelve zal hem gevestigd zijn. ~
59 Num 7:1 | gereedschap, en hij ze gezalfd, en dezelve geheiligd had; ~
60 Num 7:5 | samenkomst; en gij zult dezelve den Levieten geven, een
61 Num 7:6 | en die runderen, en gaf dezelve den Levieten. ~
62 Num 8:17 | Egypteland sloeg, heb Ik dezelve Mij geheiligd. ~
63 Num 10:3 | 3 Als zij met dezelve blazen zullen, dan zal de
64 Num 18:29 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult
65 Num 19:16 | 16 Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult
66 Num 22:23 | sloeg Bileam de ezelin, om dezelve naar den weg te doen wenden. ~
67 Num 34:2 | geven, aan de steden rondom dezelve. ~
68 Num 34:6 | daarheen vliede; en boven dezelve zult gij hun twee en veertig
69 Deu 3:6 | 6 En wij verbanden dezelve, gelijk wij Sihon, den koning
70 Deu 5:1 | ze leert en waarneemt, om dezelve te doen. ~
71 Deu 7:12 | zult horen, en houden, en dezelve doen, dat de HEERE, uw God,
72 Deu 8:19 | en hen dient, en u voor dezelve buigt, zo betuig ik heden
73 Deu 9:10 | vinger beschreven; en op dezelve, naar al de woorden, die
74 Deu 17:12 | dienen, of naar den rechter, dezelve man zal sterven; en gij
75 Deu 18:9 | doen naar de gruwelen van dezelve volken. ~
76 Deu 18:20 | den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven. ~
77 Deu 26:16 | doen; houdt dan en doet dezelve, met uw ganse hart en met
78 Deu 27:4 | gegaan zult zijn, dat gij dezelve stenen, van dewelke ik u
79 Deu 27:26 | niet zal bevestigen, doende dezelve! En al het volk zal zeggen:
80 Deu 28:65 | 65 Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en
81 Deu 30:17 | voor andere goden buigt, en dezelve dient; ~
82 Deu 33:17 | hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken te zamen
83 Joz 3:3 | de Levietische priesters dezelve dragende, verreist gijlieden
84 Joz 3:4 | tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen
85 Joz 3:4 | in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg
86 Joz 6:11 | de stad gaan, omringende dezelve eenmaal; toen kwamen zij
87 Joz 6:15 | gingen rondom de stad, naar dezelve wijze, zevenmaal; alleenlijk
88 Joz 8:2 | tegen de stad, van achter dezelve. ~
89 Joz 10:30 | 30 En de HEERE gaf dezelve ook in de hand van Israel,
90 Joz 15:8 | Jebusiet van het zuiden, dezelve is Jeruzalem; en deze landpale
91 Joz 16:6 | Thaanath-Silo, en gaat door dezelve van het oosten naar Janoah; ~
92 Joz 19:50 | bouwde die stad, en woonde in dezelve. ~
93 Joz 20:6 | 6En hij zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta
94 Joz 24:14 | alle overkomen; er is van dezelve niet een enig woord gevallen. ~
95 Joz 24:16 | andere goden, en u voor dezelve nederbuigt, zo zal de toorn
96 Joz 25:13 | gebouwd hebt, en gij woont in dezelve; gij eet van de wijngaarden
97 Ric 2:19 | navolgende andere goden, dezelve dienende, en zich voor die
98 Ric 4:2 | krijgsoverste was Sisera; dezelve nu woonde in Haroseth der
99 Ric 7:16 | lieden van Sukkoth door dezelve verstaan. ~
100 Ric 8:3 | alle burgers van Sichem, al dezelve woorden; en hun hart neigde
101 Ric 14:17 | zijn hand, en hij noemde dezelve plaats Ramath-Lechi. ~
102 Ric 14:19 | en er ging water uit van dezelve, en hij dronk. Toen kwam
103 Ric 17:1 | koning in Israel; en in dezelve dagen zocht de stam der
104 1Sa 6:12 | Filistijnen gingen achter dezelve tot aan de landpale van
105 1Sa 8:21 | gehoord had, zo sprak hij dezelve voor de oren des HEEREN. ~
106 1Sa 14:36 | bij nacht, en laat ons dezelve beroven, totdat het morgen
107 1Sa 15:18 | strijd tegen hen, totdat gij dezelve te niet doet. ~
108 1Sa 30:1 | en Ziklag geslagen, en dezelve met vuur verbrand hadden; ~
109 2Sa 2:16 | zamen; daarvan noemde men dezelve plaats Chelkath-Hazurim,
110 2Sa 5:7 | David nam den burg Sion in; dezelve is de stad Davids. ~
111 2Sa 6:8 | had aan Uza; en hij noemde dezelve plaats Perez-Uza, tot op
112 2Sa 6:22 | waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden. ~
113 2Sa 17:13 | gans Israel koorden tot dezelve stad aandragen, en wij zullen
114 2Sa 21:12 | van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat
115 1Kon 6:7 | volmaakten steen, zoals dezelve toegevoerd was, gebouwd;
116 1Kon 6:12| Mijn geboden, wandelende in dezelve; zo zal Ik Mijn woord met
117 1Kon 7:6 | de dikke balken tegenover dezelve. ~
118 1Kon 7:24| haar rand waren knoppen, dezelve rondom omsingelende, tien
119 1Kon 7:25| en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren
120 1Kon 8:4 | en de Levieten brachten dezelve opwaarts. ~
121 1Kon 9:6 | goden dienen, en u voor dezelve nederbuigen zult; ~
122 1Kon 9:9 | goden gehouden, en zich voor dezelve nedergebogen, en hen gediend;
123 1Kon 14:28| HEEREN ging, dat de trawanten dezelve droegen, en die wederbrachten
124 1Kon 19:19| Elisa, den zoon van Safat; dezelve ploegde met twaalf juk runderen
125 2Kon 2:14| HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water,
126 2Kon 2:24| woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen. ~
127 2Kon 16:35| rookte nog op de hoogten; dezelve bouwde de hoge poort aan
128 2Kon 21:12| vaders verdorven hebben, dezelve gered, als Gozan, en Haran,
129 2Kon 25:19| te verwekken; en hij deed dezelve naar al de daden, die hij
130 2Kon 25:20| verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder
131 1Kro 2:23| de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige
132 1Kro 6:55| en haar voorsteden rondom dezelve. ~
133 1Kro 7:5 | zeven en tachtig duizend, al dezelve in geslachtsregisters gesteld
134 1Kro 8:8 | land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim
135 1Kro 9:29| 29 Want uit dezelve zijn er besteld over de
136 1Kro 12:15| in de eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers;
137 1Kro 22:6 | Benjamin telde hij onder dezelve niet; want des konings woord
138 1Kro 22:22| des dorsvloers, dat ik op dezelve den HEERE een altaar bouwe;
139 2Kro 2:2 | zeshonderd opzieners over dezelve. ~
140 2Kro 2:18| 18 En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers,
141 2Kro 4:3 | 3 Onder dezelve nu was de gelijkenis van
142 2Kro 4:4 | en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen waren
143 2Kro 8:22| goden gehouden, en zich voor dezelve nedergebogen, en hen gediend;
144 2Kro 11:2 | zoon van Nebat, dat hoorde (dezelve nu was in Egypte, alwaar
145 2Kro 15:14| steden, omdat veel roofs in dezelve was. ~
146 2Kro 25:14| goden stelde, en zich voor dezelve neder boog en dien rookte. ~
147 2Kro 26:2 | 2 Dezelve bouwde Eloth, en bracht
148 2Kro 28:3 | 3 Dezelve rookte ook in het dal des
149 2Kro 29:3 | 3 Dezelve deed in het eerste jaar
150 2Kro 29:23| zij legden hun handen op dezelve. ~
151 2Kro 34:4 | zonnebeelden, die omhoog boven dezelve waren, hieuw hij af; de
152 2Kro 34:12| werk; en de bestelden over dezelve waren Jahath en Obadja,
153 Ezra 4:13| den koning bekend, indien dezelve stad zal worden opgebouwd,
154 Ezra 4:15| kronieken, en weten, dat dezelve stad een rebelle stad geweest
155 Ezra 4:15| oude tijden af; daarom is dezelve stad verwoest. ~
156 Ezra 4:16| de koning bekend, dat, zo dezelve stad zal worden opgebouwd,
157 Ezra 4:19| gezocht en gevonden, dat dezelve stad zich van oude tijden
158 Ezra 5:14| Jeruzalem was, had weggenomen en dezelve gebracht in den tempel van
159 Ezra 5:16| 16 Toen kwam dezelve Sesbazar; hij legde de fondamenten
160 Neh 8:10 | 10 En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra,
161 Neh 9:29 | tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door
162 Est 50:1 | In de twaalfde maand nu (dezelve is de maand Adar), op den
163 Est 52:9 | een vrolijken dag; dat zij dezelve dagen maken zouden tot dagen
164 Job 1:1 | Uz, zijn naam was Job; en dezelve man was oprecht, en vroom,
165 Job 4:8 | en moeite zaaien, maaien dezelve. ~
166 Job 36:48 | Weet gij, wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht
167 Job 38:7 | en keren niet weder tot dezelve. ~
168 Psa 19:5 | der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de
169 Psa 19:12 | Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het
170 Psa 55:22 | zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote zwaarden. ~
171 Psa 104:12 | 12 Bij dezelve woont het gevogelte des
172 Psa 119:93 | niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. ~
173 Psa 127:5 | die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen
174 Psa 136:14 | Israel door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid
175 Psa 146:6 | heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in
176 Spre 7:23| strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is. ~
177 Spre 15:4 | maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. ~
178 Spre 30:24| kleinste der aarde; doch dezelve zijn wijs, met wijsheid
179 Pred 1:11| dingen, die zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis
180 Pred 2:5 | en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht. ~
181 Pred 5:3 | beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft
182 Pred 12:1 | zult: Ik heb geen lust in dezelve. ~
183 Pred 12:12| 12 En wat boven dezelve is, mijn zoon! wees gewaarschuwd;
184 Hoo 2:7 | wakker maakt, totdat het dezelve luste! ~
185 Hoo 6:6 | tweelingen voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos. ~
186 Hoo 8:4 | wakker maakt, totdat het dezelve lust! ~
187 Jes 9:1 | schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen. ~
188 Jes 11:15 | Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven stromen,
189 Jes 14:20 | 20 Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de
190 Jes 42:5 | de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft, Die de
191 Jes 43:10 | gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, dat voor Mij geen God
192 Jes 53:7 | 7 Als dezelve geeist werd, toen werd Hij
193 Jes 58:8 | een verbond met enigen uit dezelve, gij hebt hun leger
194 Jes 65:5 | wij gezondigd hebben; in dezelve is de eeuwigheid, opdat
195 Jes 67:21 | 21 En ook zal Ik uit dezelve enigen tot priesters en
196 Jer 2:11 | goden veranderd, hoewel dezelve geen goden zijn? Nochtans
197 Jer 4:29 | verlaten, zodat niemand in dezelve woont. ~
198 Jer 5:6 | tegen hun steden; al wie uit dezelve uitgaat, zal verscheurd
199 Jer 10:2 | dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten. ~
200 Jer 11:4 | stem gehoorzaam, en doet dezelve, naar alles wat Ik
201 Jer 11:6 | dezes verbonds, en doet dezelve. ~
202 Jer 20:16 | 16 Ja, dezelve man zij, als de steden,
203 Jer 28:3 | heeft weggenomen, en dezelve naar Babel gebracht. ~
204 Jer 31:39 | meetsnoer zal wijders nevens dezelve uitgaan tot aan den heuvel
205 Jer 36:32 | vuur verbrand had; en tot dezelve werden nog veel dergelijke
206 Jer 38:22 | des konings van Babel; en dezelve zullen zeggen: Uw vredegenoten
207 Jer 48:9 | verwoesting worden, dat niemand in dezelve wone. ~
208 Jer 50:4 | 4 In dezelve dagen en ter zelver tijd,
209 Eze 6:2 | Israels, en profeteer tegen dezelve; ~
210 Eze 10:1 | en Hij verscheen op dezelve. ~
211 Eze 11:20 | Mijn rechten bewaren, en dezelve doen; en zij zullen Mij
212 Eze 16:17 | gemaakt, en gij hebt met dezelve gehoereerd. ~
213 Eze 16:21 | ze overgegeven, als gij dezelve voor hen door het vuur hebt
214 Eze 16:61 | aannemen zult; want Ik zal u dezelve geven tot dochteren, maar
215 Eze 18:26 | onrecht doet, en sterft in dezelve, hij zal in zijn onrecht,
216 Eze 20:11 | mens doet, zal hij door dezelve leven. ~
217 Eze 20:13 | doet, zal hij door dezelve leven; en zij ontheiligden
218 Eze 20:19 | onderhoudt Mijn rechten, en doet dezelve. ~
219 Eze 20:21 | doet, zal hij door dezelve leven; zij ontheiligden
220 Eze 23:7 | zij haar hoererijen met dezelve, die allen de keure der
221 Eze 23:16 | 16 Zo werd zij op dezelve verliefd met het opzien
222 Eze 23:47 | met stenen stenigen, en dezelve met hun zwaarden nederhouwen;
223 Eze 25:2 | Ammons, en profeteer tegen dezelve; ~
224 Eze 33:10 | zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe zouden
225 Eze 33:12 | des goddelozen, hij zal om dezelve niet vallen, ten dage als
226 Eze 33:12 | zal niet kunnen leven door dezelve zijn gerechtigheid, ten
227 Eze 34:21 | hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid
228 Eze 34:26 | 26 Want Ik zal dezelve, en de plaatsen rondom Mijn
229 Eze 35:8 | dalen, en al uw stromen, in dezelve zullen de verslagenen van
230 Eze 37:1 | het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. ~
231 Eze 37:2 | En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom;
232 Eze 37:4 | deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort
233 Eze 37:8 | en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en
234 Eze 37:8 | trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest
235 Eze 37:19 | metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout
236 Eze 40:22 | voorhuizen waren voor aan dezelve. ~
237 Eze 40:26 | voorhuizen waren voor aan dezelve; en zij had palmbomen, een
238 Eze 40:42 | en de hoogte een el; op dezelve nu legde men het gereedschap
239 Eze 41:15 | afgesneden plaats dat achter dezelve was, en derzelver galerijen
240 Eze 41:25 | 25 En aan dezelve, namelijk aan de deuren
241 Eze 42:4 | een el; en de deuren van dezelve waren tegen het noorden. ~
242 Eze 42:5 | galerijen hoger waren dan dezelve), dan de onderste en dan
243 Eze 42:9 | het oosten, als iemand tot dezelve ingaat, uit het buitenste
244 Eze 42:11 | 11 En de weg voor dezelve henen was als de gedaante
245 Eze 43:11 | ordinantien bewaren, en dezelve doen. ~
246 Eze 44:2 | worden, noch iemand door dezelve ingaan, omdat de HEERE,
247 Eze 44:2 | HEERE, de God Israels, door dezelve is ingegaan; daarom
248 Eze 44:3 | vorst, de vorst, die zal in dezelve zitten, om brood te eten
249 Eze 44:19 | gediend hebben, uittrekken, en dezelve henenleggen in de heilige
250 Eze 46:22 | lengte, en dertig de breedte; dezelve vier hoekhofjes hadden enerlei
251 Eze 46:23 | En er was rondom in dezelve een ringmuur, rondom deze
252 Eze 47:10 | geschieden, dat er vissers aan dezelve zullen staan, van En-gedi
253 Dan 1:6 | 6 Onder dezelve nu waren uit de kinderen
254 Dan 2:11 | er is niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen
255 Dan 2:35 | werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de steen,
256 Dan 2:38 | tot een heerser over al dezelve; gij zijt dat gouden
257 Dan 5:2 | vrouwen en zijn bijwijven uit dezelve dronken. ~
258 Dan 5:21 | koninkrijken der mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil. ~
259 Dan 5:23 | bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van
260 Dan 6:3 | 3 En over dezelve drie vorsten, van dewelke
261 Dan 7:8 | kleine hoorn kwam op tussen dezelve, en drie uit de vorige hoornen
262 Dan 7:23 | aarde opeten, en het zal dezelve vertreden, en het zal
263 Dan 11:7 | Noorden, en hij zal tegen dezelve doen, en hij zal ze bemachtigen. ~
264 Hos 2:6 | haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij
265 Jona 1:5 | waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten; maar Jona
266 Mic 2:13 | door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning
267 Mic 5:5 | redden van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen,
268 Zac 6:6 | Noorderland; en de witte gaan uit, dezelve achterna; en de hagelvlekkige
269 Zac 9:2 | En ook zal Hij Hamath met dezelve bepalen; Tyrus en Sidon,
270 Zac 14:21 | willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve koken;
271 Zac 14:21 | van dezelve nemen, en in dezelve koken; en er zal geen
272 Matt 2:27| 4 En dezelve Johannes had zijn kleding
273 Matt 4:24| geraakten; en Hij genas dezelve. ~
274 Matt 5:19| der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben,
275 Matt 5:28| wie een vrouw aan ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede
276 Matt 6:26| hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer
277 Matt 6:26| nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven? ~
278 Matt 7:6 | zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden,
279 Matt 7:13| velen zijn er, die door dezelve ingaan; ~
280 Matt 7:20| 20 Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen. ~
281 Matt 7:24| deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken
282 Matt 7:26| deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een
283 Matt 9:22| de vrouw werd gezond van dezelve ure af.) ~
284 Matt 10:1 | over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle
285 Matt 10:14| uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt het stof uwer
286 Matt 10:15| den dag des oordeels, dan dezelve stad. ~
287 Matt 10:19| zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat
288 Matt 10:39| Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel
289 Matt 10:39| hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden. ~
290 Matt 11:25| verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. ~
291 Matt 12:50| doet Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster,
292 Matt 13:42| 42 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen;
293 Matt 13:46| al wat hij had, en kocht dezelve. ~
294 Matt 13:50| 50 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen;
295 Matt 14:18| En Hij zeide: Brengt Mij dezelve hier. ~
296 Matt 14:19| naar den hemel, zegende dezelve; en als Hij ze gebroken
297 Matt 15:18| komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. ~
298 Matt 15:30| van Jezus; en Hij genas dezelve. ~
299 Matt 16:18| de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. ~
300 Matt 18:12| schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware, zal hij
301 Matt 18:28| 28 Maar dezelve dienstknecht, uitgaande,
302 Matt 19:13| de discipelen bestraften dezelve. ~
303 Matt 20:4 | 4 En hij zeide tot dezelve: Gaat ook gij heen in den
304 Matt 21:7 | en legden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop. ~
305 Matt 21:14| den tempel, en Hij genas dezelve. ~
306 Matt 22:10| 10 En dezelve dienstknechten, uitgaande
307 Matt 23:34| schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij sommigen doden
308 Matt 23:34| kruisigen, en sommigen uit dezelve zult gij geselen in uw synagogen,
309 Matt 25:19| langen tijd kwam de heer van dezelve dienstknechten, en hield
310 Matt 25:20| vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
311 Matt 25:22| andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
312 Matt 26:29| dien dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het
313 Matt 26:48| zeggende: Dien ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem. ~
314 Matt 27:6 | Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen,
315 Matt 27:10| 10 En hebben dezelve gegeven voor den akker des
316 Matt 28:19| onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders,
317 Mark 3:14| zouden zijn, en opdat Hij dezelve zou uitzenden om te prediken; ~
318 Mark 5:12| die zwijnen, opdat wij in dezelve mogen varen. ~
319 Mark 6:11| den dag des oordeels dan dezelve stad. ~
320 Mark 6:17| 17 Want dezelve Herodes, enigen uitgezonden
321 Mark 6:22| 22 En als de dochter van dezelve Herodias inkwam, en danste,
322 Mark 6:46| 46 En als Hij aan dezelve hun afscheid gegeven had,
323 Mark 10:16| gelegd hebbende, zegende Hij dezelve. ~
324 Mark 12:22| 22 En al de zeven namen dezelve, en lieten geen zaad na;
325 Mark 14:5 | 5 Want dezelve had kunnen boven de driehonderd
326 Mark 14:25| op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het
327 Mark 15:24| klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk wegnemen
328 Luk 4:2 | niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde
329 Luk 4:40 | hen de handen op, en genas dezelve. ~
330 Luk 6:47 | en Mijn woorden hoort, en dezelve doet, Ik zal u tonen, wien
331 Luk 8:16 | kaars ontsteekt, bedekt dezelve met een vat, of zet ze onder
332 Luk 8:32 | Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het
333 Luk 10:12 | wezen zal in dien dag, dan dezelve stad. ~
334 Luk 10:21 | verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard;
335 Luk 11:47 | profeten, en uw vaders hebben dezelve gedood. ~
336 Luk 12:12 | de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken
337 Luk 12:24 | schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen
338 Luk 12:38 | vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten. ~
339 Luk 12:45 | 45 Maar indien dezelve dienstknecht in zijn hart
340 Luk 13:14 | moet werken; komt dan in dezelve, en laat u genezen, en niet
341 Luk 14:12 | rijke geburen; opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden,
342 Luk 14:21 | 21 En dezelve dienstknecht weder gekomen
343 Luk 17:16 | voeten, Hem dankende; en dezelve was een Samaritaan; ~
344 Luk 18:15 | dat ziende, bestraften dezelve. ~
345 Luk 18:16 | 16 Maar Jezus riep dezelve kinderkens tot Zich, en
346 Luk 20:31 | 31 En de derde nam dezelve vrouw; en desgelijks ook
347 Luk 20:33 | zijn? Want die zeven hebben dezelve tot een vrouw gehad. ~
348 Luk 21:21 | en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken;
349 Luk 21:21 | velden zijn, dat zij in dezelve niet komen. ~
350 Joha 1:27| 27 Dezelve is het, Die na mij komt,
351 Joha 4:53| bekende dan, dat het in dezelve ure was, in dewelke Jezus
352 Joha 5:3 | 3 In dezelve lag een grote menigte van
353 Joha 5:36| heeft, om die te volbrengen, dezelve werken, die Ik doe, getuigen
354 Joha 5:39| Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben;
355 Joha 6:57| Vader; alzo die Mij eet, dezelve zal leven door Mij. ~
356 Joha 6:60| Deze rede is hard; wie kan dezelve horen? ~
357 Joha 7:7 | Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken
358 Joha 8:26| Ik van Hem gehoord heb, dezelve spreek Ik tot de wereld. ~
359 Joha 9:37| gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het. ~
360 Joha 10:27| horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. ~
361 Joha 10:28| eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. ~
362 Joha 11:4 | opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde. ~
363 Joha 13:17| zalig zijt gij, zo gij dezelve doet. ~
364 Joha 14:10| Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. ~
365 Joha 14:21| Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die
366 Joha 15:6 | verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het
367 Joha 16:4 | ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze
368 Joha 17:6 | waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw
369 Hand 1:15| 15 En in dezelve dagen stond Petrus op in
370 Hand 1:20| en er zij niemand die in dezelve wone. En: Een ander neme
371 Hand 2:45| goederen en have, en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk
372 Hand 4:24| en alle dingen, die in dezelve zijn. ~
373 Hand 7:32| geschied is, dat namelijk God dezelve vervuld heeft aan ons, hun
374 Hand 7:51| van hun voeten af tegen dezelve, en kwamen te Ikonium. ~
375 Hand 8:15| de zee, en al hetgeen in dezelve is; ~
376 Hand 10:17| 17 Dezelve volgde Paulus en ons achterna,
377 Hand 10:19| 19 Als nu de heren van dezelve zagen, dat de hoop huns
378 Hand 10:33| hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies
379 Hand 10:40| hebbende, vertroostten zij dezelve, en gingen uit de stad. ~ ~
380 Hand 11:3 | 3 Dezelve openende, en voor ogen stellende,
381 Hand 11:34| Damaris, en anderen met dezelve. ~ ~ ~
382 Hand 22:28| heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen. ~
383 Rom 1:32 | waardig zijn) niet alleen dezelve doen, maar ook mede een
384 Rom 2:3 | die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel
385 Rom 6:2 | zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? ~
386 Rom 8:16 | 16 Dezelve Geest getuigt met onzen
387 Rom 10:5 | deze dingen doet, zal door dezelve leven. ~
388 Rom 11:23 | want God is machtig om dezelve weder in te enten. ~
389 Rom 16:17 | geleerd hebt; en wijkt af van dezelve. ~
390 1Kor 7:12| ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen,
391 1Kor 12:18| gezet, een iegelijk van dezelve in het lichaam, gelijk Hij
392 1Kor 12:24| eer aan hetgeen gebrek aan dezelve heeft; ~
393 2Kor 7:8 | heeft; want ik zie, dat dezelve zendbrief, hoewel voor een
394 Gal 1:13 | Gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte; ~
395 Gal 3:12 | deze dingen doet, zal door dezelve leven. ~
396 Gal 6:16 | regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid,
397 Efez 2:10| voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.
398 Efez 4:29| zij genade geve dien, die dezelve horen. ~
399 Kol 3:7 | hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet. ~
400 Kol 4:4 | 4 Opdat ik dezelve moge openbaren, gelijk ik
401 1Tim 1:18| van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt; ~
402 2Tim 4:17| prediking, en alle heidenen dezelve zouden horen. En ik ben
403 Heb 1:11 | 11 Dezelve zullen vergaan, maar Gij
404 Heb 4:6 | blijft, dat sommigen in dezelve rust ingaan, en degenen,
405 Heb 10:3 | 3 Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis
406 Heb 11:13 | verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd,
407 Heb 12:11 | gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn. ~
408 Heb 12:15 | spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd worden. ~
409 Heb 12:17 | des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht. ~
410 Jako 5:7 | lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen
411 1Pet 2:2 | onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen; ~
412 1Pet 4:10| heeft, alzo bediene hij dezelve aan de anderen, als goede
413 1Pet 5:10| tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke,
414 2Pet 1:4 | geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig
415 2Pet 2:20| wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde,
416 2Pet 2:20| ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is
417 1Joh 5:16| zonde tot den dood; voor dezelve zonde zeg ik niet, dat hij
418 Jud 1:7 | Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als
419 Open 1:3 | die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd
420 Open 5:13| zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem,
421 Open 9:19| hoofden, en beschadigen met dezelve. ~
422 Open 18:24| 24 En in dezelve is gevonden het bloed der
423 Open 20:4 | tronen, en zij zaten op dezelve; en het oordeel werd hun
424 Open 21:14| twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen
425 Open 21:22| En ik zag geen tempel in dezelve; want de Heere, de almachtige
426 Open 21:23| de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de
427 Open 21:24| hun heerlijkheid en eer in dezelve. ~
|