Book Chapter: Verse
1 Gen 2:4 | zij geschapen werden; ten dage als de HEERE God de aarde
2 Gen 2:17 | gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult
3 Gen 3:5 | Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo
4 Gen 5:1 | van Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep,
5 Gen 5:2 | noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden. ~
6 Gen 6:5 | gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was. ~
7 Gen 14:42 | 18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond
8 Gen 16:23 | voorhuid, even ten zelfden dage, gelijk als God met hem
9 Gen 21:14 | voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg
10 Gen 24:32 | het geschiedde ten zelfde dage, dat Izaks knechten kwamen,
11 Gen 27:70 | zonderde af ten zelfden dage de gesprenkelde en geplekte
12 Gen 28:22 | 22 En ten derden dage werd aan Laban geboodschapt,
13 Gen 31:25 | het geschiedde ten derden dage, toen zij in de smart waren,
14 Gen 32:3 | God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid, en met
15 Gen 38:18 | 18 En ten derden dage zeide Jozef tot hen: Doet
16 Gen 44:20 | Alzo zegende hij ze te dien dage, zeggende: In u zal Israel
17 Gen 46:20 | deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in
18 Exo 5:6 | beval Farao, ten zelfden dage, aan de aandrijvers onder
19 Exo 6:27 | En het geschiedde te dien dage, als de HEERE tot Mozes
20 Exo 8:22 | 22 En Ik zal te dien dage het land Gosen, waarin Mijn
21 Exo 12:51 | geschiedde even ten zelfden dage, dat de HEERE de kinderen
22 Exo 13:8 | kennen geven te dienzelven dage, zeggende: Dit is om hetgeen
23 Exo 19:1 | Egypteland, ten zelfden dage kwamen zij in de woestijn
24 Exo 20:11 | Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE
25 Exo 32:34 | aangezicht gaan! doch ten dage Mijns bezoekens, zo zal
26 Exo 33:34 | aangezicht gaan! doch ten dage Mijns bezoekens, zo zal
27 Lev 6:20 | HEERE offeren zullen, ten dage als hij zal gezalfd worden:
28 Lev 7:16 | vrijwillig offer is, dat zal ten dage als hij zijn offer offeren
29 Lev 7:35 | vuurofferen des HEEREN; ten dage als Hij hen deed naderen,
30 Lev 7:36 | geven geboden heeft, ten dage als Hij hen zalfde; het
31 Lev 7:38 | Sinai geboden heeft, ten dage als Hij den kinderen Israels
32 Lev 13:14 | 14 Maar ten welken dage levend vlees daarin gezien
33 Lev 14:2 | des melaatsen zijn, ten dage zijner reiniging: dat hij
34 Lev 14:46 | dat huis gaat te enigen dage, als men hetzelve zal toegesloten
35 Num 3:1 | van Aaron en Mozes; ten dage als de HEERE met Mozes gesproken
36 Num 7:1 | 1 En het geschiedde ten dage, als Mozes geeindigd had
37 Num 8:17 | en onder de beesten; ten dage dat Ik alle eerstgeboorte
38 Num 10:10 | 10 Desgelijks ten dage uwer vrolijkheid, en in
39 Num 25:18 | zuster, die verslagen is, ten dage der plaag, om de zaak van
40 Num 30:5 | vader dat zal breken, den dage als hij het hoort, al haar
41 Num 30:7 | man dat zal horen, en ten dage als hij het hoort, tegen
42 Num 30:8 | Maar indien haar man ten dage, als hij het hoorde, dat
43 Num 30:12 | ganselijk te niet maakt, ten dage als hij het hoort, niets
44 Num 30:14 | stilgezwegen heeft, ten dage als hij het hoorde. ~
45 Num 31:63 | toorn des HEEREN te dien dage, en Hij zwoer, zeggende: ~
46 Deu 2:25 | 25 Te dezen dage zal Ik beginnen uw schrik
47 Deu 2:30 | gelijk het is te dezen dage. ~
48 Deu 4:10 | 10 Ten dage, als gij voor het aangezicht
49 Deu 4:15 | geen gelijkenis gezien, ten dage als de HEERE op Horeb uit
50 Deu 4:20 | zijn, gelijk het te dezen dage is. ~
51 Deu 4:38 | erfenis gave, als het te dezen dage is. ~
52 Deu 5:29 | al Mijn geboden te allen dage te onderhouden; opdat het
53 Deu 6:24 | behouden, gelijk het te dezen dage is. ~
54 Deu 8:18 | heeft, gelijk het te dezen dage is. ~
55 Deu 9:10 | het midden des vuurs, ten dage der verzameling, met ulieden
56 Deu 10:4 | woorden, die de HEERE, ten dage der verzameling, op den
57 Deu 10:15 | verkoren, gelijk het te dezen dage is. ~
58 Deu 11:1 | liefhebben, en gij zult te allen dage onderhouden Zijn bevel,
59 Deu 18:5 | en zijn zonen, te allen dage. ~
60 Deu 18:16 | uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling, geeist
61 Deu 21:16 | zal het geschieden, ten dage als hij zijn zonen zal doen
62 Deu 21:23 | het zekerlijk ten zelven dage begraven; want een opgehangene
63 Deu 26:16 | 16 Te dezen dage gebiedt u de HEERE, uw God,
64 Deu 27:2 | zal dan geschieden, ten dage als gij over de Jordaan
65 Deu 27:11 | gebood het volk te dien dage, zeggende: ~
66 Deu 29:28 | gelijk het is te dezen dage. ~
67 Deu 31:17 | Zo zal Mijn toorn te dien dage tegen hetzelve ontsteken,
68 Deu 31:17 | treffen; dat het te dien dage zal zeggen: Hebben mij deze
69 Deu 31:18 | Mijn aangezicht te dien dage ganselijk verbergen, om
70 Deu 31:22 | schreef Mozes dit lied te dien dage, en hij leerde het den kinderen
71 Joz 4:14 | 14 Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot
72 Joz 4:24 | uw God, vrezet te allen dage. ~ ~
73 Joz 7:25 | zal u beroeren te dezen dage! En gans Israel stenigde
74 Joz 8:25 | dat allen, die te dien dage vielen, zo mannen als vrouwen,
75 Joz 9:12 | onze huizen genomen, ten dage, toen wij uittogen om tot
76 Joz 9:17 | zo kwamen zij ten derden dage aan hun steden; hun steden
77 Joz 9:27 | Jozua hen over ten zelven dage tot houthouwers en waterputters
78 Joz 10:12 | Jozua tot den HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten
79 Joz 10:35 | namen haar in ten zelven dage, en sloegen haar met de
80 Joz 14:9 | zwoer Mozes te dien zelven dage, zeggende: Indien niet het
81 Joz 14:11 | sterk, gelijk als ik was ten dage, toen Mozes mij uitzond;
82 Joz 14:12 | waarvan de HEERE te dien dage gesproken heeft; want gij
83 Joz 14:12 | gij hebt het te dienzelven dage gehoord, dat de Enakieten
84 Joz 23:29 | HEERE, of dat wij te dezen dage ons van achter den HEERE
85 Ric 3:30 | 30 Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht;
86 Ric 4:23 | 23 Alzo heeft God te dien dage Jabin, den koning van Kanaan,
87 Ric 4:25 | van Abinoam, ten zelven dage, zeggende: ~
88 Ric 5:32 | Daarom noemde hij hem te dien dage Jerubbaal, zeggende: Baal
89 Ric 8:19 | en bij zijn huis te dezen dage gehandeld hebt, zo weest
90 Ric 9:15 | verlos ons toch te dezen dage! ~
91 Ric 11:3 | waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen
92 Ric 19:15 | Benjamin werden te dien dage geteld uit de steden, zes
93 Rut 4:5 | 5 Maar Boaz zeide: Ten dage, als gij het land aanvaardt
94 1Sa 2:32 | hebben; en er zal te genen dage een oud man in uw huis zijn. ~
95 1Sa 3:2 | En het geschiedde te dien dage, als Eli op zijn plaats
96 1Sa 3:12 | 12 Te dienzelven dage zal Ik verwekken over Eli
97 1Sa 7:6 | en zij vastten te dien dage, en zeiden aldaar: Wij hebben
98 1Sa 7:10 | de HEERE donderde te dien dage met een groten donder over
99 1Sa 8:18 | 18 Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning,
100 1Sa 8:18 | maar de HEERE zal u te dien dage niet verhoren. ~
101 1Sa 10:9 | tekenen kwamen ten zelven dage. ~
102 1Sa 11:13 | Saul zeide: Er zal te dezen dage geen man gedood worden,
103 1Sa 12:5 | Zijn gezalfde zij te dezen dage getuige, dat gij in mijn
104 1Sa 12:18 | donder en regen te dien dage; daarom vreesde al het volk
105 1Sa 13:22 | 22 En het geschiedde ten dage des strijds, dat er geen
106 1Sa 14:18 | de ark Gods was te dien dage bij de kinderen Israels. ~
107 1Sa 14:23 | de HEERE Israel te dien dage; en het leger trok over
108 1Sa 14:24 | Israel werden mat te dien dage; want Saul had het volk
109 1Sa 14:31 | Doch zij sloegen te dien dage de Filistijnen van Michmas
110 1Sa 14:37 | antwoordde hem niet te dien dage. ~
111 1Sa 17:46 | 46 Te dezen dage zal de HEERE u besluiten
112 1Sa 18:2 | En Saul nam hem te dien dage, en liet hem niet werderkeren
113 1Sa 20:19 | gij u verborgen hadt ten dage dezer handeling; en blijf
114 1Sa 20:26 | 26 En Saul sprak te dien dage niets, want hij zeide: Hem
115 1Sa 21:6 | er warm brood legde, ten dage als dat weggenomen werd. ~
116 1Sa 21:7 | van Saul, te dienzelven dage opgehouden voor het aangezicht
117 1Sa 21:10 | op, en vluchtte te dien dage van het aangezicht van Saul;
118 1Sa 22:8 | lagenlegger, gelijk het te dezen dage is. ~
119 1Sa 22:13 | lagenlegger, gelijk het te dezen dage is? ~
120 1Sa 22:18 | priesters, en doodde te dien dage vijf en tachtig mannen,
121 1Sa 22:22 | Abjathar: Ik wist wel te dien dage, toen Doeg, de Edomiet,
122 1Sa 24:11 | 11 Zie, te dezen dage hebben uw ogen gezien, dat
123 1Sa 25:32 | Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft! ~
124 1Sa 25:33 | gij, dat gij mij te dezen dage geweerd hebt, van te komen
125 1Sa 26:24 | zie, gelijk als te dezen dage uw ziel in mijn ogen is
126 1Sa 27:6 | 6 Toen gaf Achis te dien dage Ziklag; daarom is Ziklag
127 1Sa 28:2 | hoofds zetten, te allen dage. ~
128 1Sa 28:18 | deze zaak gedaan te dezen dage. ~
129 1Sa 31:6 | zijn mannen, te dienzelven dage te gelijk. ~
130 2Sa 3:37 | Israel merkten te dienzelven dage, dat het van den koning
131 2Sa 3:38 | Weet gij niet, dat te dezen dage een vorst, ja, een grote
132 2Sa 4:8 | heer den koning te dezen dage wrake gegeven van Saul en
133 2Sa 5:8 | Want David zeide ten zelven dage: Al wie de Jebusieten slaat,
134 2Sa 6:9 | vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de
135 2Sa 16:12 | voor zijn vloek, te dezen dage. ~
136 2Sa 18:7 | geschiedde te dienzelven dage een grote slag, van twintig
137 2Sa 18:8 | verteerde, te denzelven dage. ~
138 2Sa 19:2 | verlossing te dienzelven dage het ganse volk tot rouw;
139 2Sa 19:2 | het volk had te dienzelven dage horen zeggen: Het smart
140 2Sa 19:3 | volk kwam te dienzelven dage steelsgewijze in de stad,
141 2Sa 19:13 | mijn aangezicht, te allen dage, in Joabs plaats. ~
142 2Sa 19:19 | verkeerdelijk gedaan heeft, te dien dage, als mijn heer de koning
143 2Sa 21:12 | ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul
144 2Sa 22:1 | lieds tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost
145 2Sa 22:19 | hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de
146 2Sa 23:10 | een groot heil ten zelven dage; en het volk keerde wederom
147 1Kon 1:30 | zal ik te dezen zelfden dage doen. ~
148 1Kon 2:8 | een geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim;
149 1Kon 2:37 | Want het zal geschieden ten dage van uw uitgaan, als gij
150 1Kon 2:42 | u betuigd, zeggende: Ten dage van uw uitgaan, als gij
151 1Kon 3:6 | zijn troon, als te dezen dage. ~
152 1Kon 8:24 | vervuld, gelijk het te dezen dage is. ~
153 1Kon 8:61 | houden, gelijk te dezen dage. ~
154 1Kon 8:64 | 64 Ten zelfden dage heiligde de koning het middelste
155 1Kon 9:3 | zullen daar zijn te allen dage. ~
156 1Kon 12:7 | zo zullen zij te allen dage uw knechten zijn. ~
157 1Kon 13:3 | 3 En hij gaf ten zelfden dage een wonderteken, zeggende:
158 1Kon 13:11 | dat de man Gods te dien dage in Beth-El gedaan had, met
159 1Kon 14:14 | van Jerobeam ten zelfden dage uitroeien zal; maar wat
160 1Kon 16:16 | ganse Israel ten zelfden dage Omri, den krijgsoverste,
161 2Kon 22:17 | wat uw vaderen tot dezen dage toe opgelegd hebben, naar
162 1Kro 9:25 | inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om met
163 1Kro 13:12 | vreesde den HEERE te dien dage, zeggende: Hoe zal ik de
164 1Kro 16:7 | 7 Te dienzelven dage gaf David ten eerste dezen
165 1Kro 29:7 | te doen, gelijk te dezen dage. ~
166 2Kro 7:15 | vervuld, gelijk het te dezen dage is. ~
167 2Kro 8:9 | 9 En ten achtsten dage hielden zij een verbodsdag;
168 2Kro 8:16 | hart zullen daar te allen dage zijn. ~
169 2Kro 11:7 | zo zullen zij te allen dage uw knechten zijn. ~
170 2Kro 16:11 | offerden den HEERE ten zelfden dage van den roof, dien zij gebracht
171 2Kro 22:7 | hem en zijn zonen te allen dage een lamp te zullen geven. ~
172 2Kro 22:27 | hem en zijn zonen te allen dage een lamp te zullen geven. ~
173 Ezra 9:7 | gelijk het is te dezen dage. ~
174 Ezra 9:15 | ontkoming, als het is te dezen dage. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht
175 Neh 9:10 | gemaakt, als het is te dezen dage. ~
176 Neh 12:44 | 44 Ook werden ten zelfden dage mannen gesteld over de kameren,
177 Neh 13:1 | 1 Te dien dage werd er gelezen in het boek
178 Neh 13:15 | ik betuigde tegen hen ten dage, als zij eetwaren verkochten. ~
179 Est 1:18 | 18 Te dezen zelfden dage zullen de vorstinnen van
180 Est 28:2 | Toen ging Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds;
181 Est 41:1 | 1 Te dienzelfden dage gaf de koning Ahasveros
182 Est 50:1 | dat men het doen zou, ten dage, als de vijanden der Joden
183 Est 50:11 | 11 Ten zelfden dage kwam voor den koning het
184 Job 15:20 | 20 Te allen dage doet de goddeloze zichzelven
185 Job 21:30 | boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; dat zij ten
186 Job 21:30 | des verderfs; dat zij ten dage der verbolgenheden ontvoerd
187 Psa 7:12 | en een God, Die te allen dage toornt. ~
188 Psa 18:1 | HEERE gesproken heeft, ten dage, als de HEERE hem gered
189 Psa 18:19 | hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de
190 Psa 20:10 | die Koning verhore ons ten dage van ons roepen. ~ ~
191 Psa 27:5 | versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt
192 Psa 42:2 | HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads. ~
193 Psa 56:4 | 4 Ten dage, als ik zal vrezen, zal
194 Psa 56:10 | achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet
195 Psa 59:17 | geweest, en een Toevlucht ten dage, als mij bange was. ~
196 Psa 77:3 | 3 Ten dage mijner benauwdheid zocht
197 Psa 78:9 | boogschutters, keerden om ten dage des strijds.) ~
198 Psa 95:8 | gelijk te Meriba, gelijk ten dage van Massa in de woestijn; ~
199 Psa 102:3 | neig Uw oor tot mij ten dage mijner benauwdheid; ten
200 Psa 110:5 | zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns. ~
201 Psa 138:3 | 3Ten dage, als ik riep, zo hebt Gij
202 Psa 140:8 | hebt mijn hoofd bedekt ten dage der wapening. ~
203 Psa 145:2 | 2 Beth. Te allen dage zal ik U loven, en Uw Naam
204 Psa 146:4 | zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen. ~
205 Spre 7:20 | hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen. ~
206 Spre 11:4 | Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar
207 Spre 12:16 | dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig
208 Spre 23:17 | zondaren; maar zijt ten allen dage in de vreze des HEEREN. ~
209 Spre 24:10 | Vertoont gij u slap ten dage uwer benauwdheid, uw kracht
210 Spre 25:13 | de koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt
211 Spre 25:19 | vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is als
212 Spre 25:20 | die een kleed aflegt ten dage der koude, en edik op salpeter. ~
213 Spre 27:15 | Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige
214 Pred 7:14 | Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten
215 Pred 7:14 | des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds, zie toe;
216 Jes 3:18 | 18 Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het
217 Jes 4:1 | 1 En te dien dage zullen zeven vrouwen een
218 Jes 4:2 | 2 Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn
219 Jes 5:30 | zullen tegen hetzelve te dien dage bruisen, als het bruisen
220 Jes 7:18 | Want het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE
221 Jes 7:20 | 20 Te dien dage zal de Heere door een gehuurd
222 Jes 7:21 | het zal geschieden te dien dage, dat iemand een koetje in
223 Jes 7:23 | Ook zal het te dienzelfden dage geschieden, dat iedere plaats,
224 Jes 9:3 | Gij verbroken, gelijk ten dage der Midianieten; ~
225 Jes 10:3 | zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting,
226 Jes 10:20 | het zal geschieden te dien dage, dat het overblijfsel van
227 Jes 10:27 | zal geschieden ten zelfden dage, dat zijn last zal afwijken
228 Jes 11:10 | zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den
229 Jes 11:11 | het zal geschieden te dien dage, dat de Heere ten anderen
230 Jes 11:16 | als Israel geschiedde ten dage, toen het uit Egypteland
231 Jes 12:1 | 1 En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank
232 Jes 12:4 | En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE,
233 Jes 14:3 | En het zal geschieden ten dage, wanneer u de HEERE rust
234 Jes 17:4 | het zal geschieden te dien dage, dat de heerlijkheid van
235 Jes 17:7 | 7 Te dien dage zal de mens zien naar Dien,
236 Jes 17:9 | 9 Te dien dage zullen zijn sterke steden
237 Jes 17:11 | 11 Ten dage, als gij ze zult geplant
238 Jes 19:16 | 16 Te dien dage zullen de Egyptenaars zijn
239 Jes 19:18 | 18 Te dien dage zullen er vijf steden in
240 Jes 19:19 | 19 Te dien dage zal de HEERE een altaar
241 Jes 19:21 | den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen Hem dienen
242 Jes 19:23 | 23 Te dien dage zal er een gebaande weg
243 Jes 19:24 | 24 Te dien dage zal Israel de derde wezen
244 Jes 20:6 | dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het
245 Jes 22:8 | Juda ontdekken; en te dien dage zult gij zien naar de wapenen
246 Jes 22:12 | 12 En te dien dage zal de Heere, de HEERE der
247 Jes 22:20 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Mijn
248 Jes 22:25 | 25 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen,
249 Jes 23:15 | het zal geschieden te dien dage, dat Tyrus zal vergeten
250 Jes 24:21 | het zal geschieden te dien dage, dat de HEERE bezoeking
251 Jes 25:9 | En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze
252 Jes 26:1 | 1 Te dien dage zal dit lied gezongen worden
253 Jes 27:1 | 1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard,
254 Jes 27:2 | 2 Te dien dage zal er een wijngaard van
255 Jes 27:12 | En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE
256 Jes 27:13 | En het zal te dien dage geschieden, dat er met een
257 Jes 28:5 | 5 Te dien dage zal de HEERE der heirscharen
258 Jes 29:18 | 18 En te dien dage zullen de doven horen de
259 Jes 30:23 | zijn; uw vee zal te dien dage in een wijde landouwe
260 Jes 30:26 | licht van zeven dagen; ten dage als de HEERE de breuk Zijns
261 Jes 31:7 | 7 Want te dien dage zullen zij verwerpen, een
262 Jes 49:8 | heb Ik U verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen;
263 Jes 59:3 | weet het niet? Ziet, ten dage, wanneer gijlieden vast,
264 Jer 1:10 | Zie, Ik stel u te dezen dage over de volken en over de
265 Jer 7:22 | heb met uw vaderen, ten dage als Ik hen uit Egypteland
266 Jer 11:4 | vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen uit Egypteland,
267 Jer 11:5 | honig, als het is te dezen dage. Toen antwoordde ik en zeide:
268 Jer 11:7 | ernstiglijk betuigd, ten dage als Ik hen uit Egypteland
269 Jer 16:19 | Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen
270 Jer 17:17 | zijt mijn Toevlucht ten dage des kwaads. ~
271 Jer 18:17 | aangezicht laten zien, ten dage huns verderfs. ~
272 Jer 25:18 | gelijk het is te dezen dage; ~
273 Jer 25:33 | des HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde
274 Jer 30:8 | Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE
275 Jer 31:32 | vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep,
276 Jer 32:20 | gemaakt, als Hij is te dezen dage! ~
277 Jer 34:13 | gemaakt met uw vaderen, ten dage, als Ik hen uit Egypteland,
278 Jer 39:10 | en hij gaf hun te dien dage wijngaarden en akkers. ~
279 Jer 39:16 | goede; en zij zullen te dien dage voor uw aangezicht zijn. ~
280 Jer 39:17 | Maar Ik zal u te dien dage redden, spreekt de HEERE;
281 Jer 44:2 | een woestheid te deze dage, en niemand woont daarin; ~
282 Jer 44:6 | gelijk het is te dezen dage. ~
283 Jer 44:22 | gelijk het is te dezen dage; ~
284 Jer 44:23 | gelijk het is te dezen dage. ~
285 Jer 48:41 | Moabs helden zal te dien dage wezen, als het hart ener
286 Jer 49:22 | Edoms helden zal te dien dage wezen, als het hart ener
287 Jer 49:26 | krijgslieden zullen te dien dage nedergehouwen worden, spreekt
288 Jer 50:30 | haar krijgslieden te dien dage uitgeroeid worden, spreekt
289 Jer 51:2 | zullen; want zij zullen ten dage des kwaads van rondom tegen
290 Klaa 1:12 | bedroefd heeft ten dage der hittigheid Zijns toorns. ~
291 Klaa 1:101| Gij hebt U genaderd ten dage, als ik U aanriep; Gij hebt
292 Eze 1:28 | boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was
293 Eze 7:19 | niet kunnen uithelpen ten dage der verbolgenheid des HEEREN;
294 Eze 13:5 | den strijd te staan, ten dage des HEEREN. ~
295 Eze 16:4 | aangaande uw geboorten: ten dage, als gij geboren waart,
296 Eze 16:5 | walgelijkheid van uw ziel, ten dage, toen gij geboren waart. ~
297 Eze 16:56 | niet gehoord geweest, ten dage uws groten hoogmoeds, ~
298 Eze 20:5 | zegt de Heere HEERE: Ten dage als Ik Israel verkoos, zo
299 Eze 20:6 | 6 Ten zelven dage hief Ik Mijn hand tot hen
300 Eze 22:24 | plasregen niet heeft gehad ten dage der gramschap. ~
301 Eze 23:38 | Mijn heiligdom ten zelven dage verontreinigd, en Mijn sabbatten
302 Eze 24:25 | zal het niet zijn, ten dage, als Ik van hen zal wegnemen
303 Eze 24:26 | 26 Dat ten zelfden dage een ontkomene tot u zal
304 Eze 24:27 | 27 Ten zelven dage zal uw mond bij dien, die
305 Eze 26:18 | de eilanden sidderen ten dage uws vals; ja, de eilanden,
306 Eze 27:27 | het hart der zeeen, ten dage van uw val. ~
307 Eze 28:13 | uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt,
308 Eze 29:21 | 21 Te dien dage zal Ik den hoorn van het
309 Eze 30:9 | 9 Te dien dage zullen er boden van voor
310 Eze 31:15 | zegt de Heere HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde,
311 Eze 32:10 | ieder voor zijn ziel, ten dage uws vals. ~
312 Eze 33:12 | zal hem niet redden ten dage zijner overtreding; en aangaande
313 Eze 33:12 | dezelve niet vallen, ten dage als hij zich van zijn goddeloosheid
314 Eze 33:12 | gerechtigheid, ten dage als hij zondigt. ~
315 Eze 34:12 | zijn kudde opzoekt, ten dage als hij in het midden zijner
316 Eze 34:12 | zij verstrooid zijn, ten dage der wolke en der donkerheid. ~
317 Eze 36:33 | zegt de Heere HEERE: Ten dage, als Ik u reinigen zal van
318 Eze 38:10 | de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden,
319 Eze 38:14 | HEERE: Zult gij het, te dien dage, als Mijn volk Israel zeker
320 Eze 38:18 | het zal geschieden te dien dage, ten dage als Gog tegen
321 Eze 38:18 | geschieden te dien dage, ten dage als Gog tegen het land Israels
322 Eze 38:19 | verbolgenheid: Zo er niet, te dien dage, een groot beven zal zijn
323 Eze 39:11 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik aan Gog
324 Eze 39:13 | hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt
325 Eze 43:18 | ordinantien des altaars, ten dage als men het zal maken, om
326 Eze 44:27 | 27 En ten dage, als hij in het heilige
327 Dan 9:7 | aangezichten, gelijk het is te deze dage; bij de mannen van Juda,
328 Dan 9:15 | gelijk hij is te dezen dage; wij hebben gezondigd, wij
329 Hos 1:5 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Israels
330 Hos 2:2 | uitstrope, en zette ze als ten dage, toen zij geboren werd;
331 Hos 2:14 | harer jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit
332 Hos 2:15 | En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE,
333 Hos 2:17 | 17 En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken
334 Hos 2:20 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren
335 Hos 5:9 | verwoesting worden, ten dage der straf; onder de stammen
336 Hos 10:14 | Beth-Arbel verstoorde ten dage des krijgs; de moeder werd
337 Joe 3:18 | En het zal te dien dage geschieden dat de bergen
338 Amos 1:14 | verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder
339 Amos 1:14 | strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds. ~
340 Amos 2:16 | onder de helden zal te dien dage naakt heenvlieden, spreekt
341 Amos 3:14 | 14 Dat Ik, ten dage als Ik Israels overtredingen
342 Amos 8:3 | des tempels zullen te dien dage huilen, spreekt de Heere
343 Amos 8:9 | En het zal te dien dage geschieden, spreekt de Heere
344 Amos 8:9 | en het land bij lichten dage verduisteren. ~
345 Amos 8:13 | 13 Te dien dage zullen de schone jonkvrouwen
346 Amos 9:11 | 11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut
347 Oba 1:8 | Zal het niet te dien dage zijn, spreekt de HEERE,
348 Oba 1:11 | 11 Ten dage als gij tegenover stondt,
349 Oba 1:11 | gij tegenover stondt, ten dage als de uitlanders zijn heir
350 Oba 1:12 | de kinderen van Juda, ten dage huns ondergangs; noch
351 Oba 1:12 | groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid; ~
352 Oba 1:13 | volks ingegaan zijn, ten dage huns verderfs; noch gezien
353 Oba 1:13 | gij, op zijn kwaad, ten dage zijns verderfs; noch uw
354 Oba 1:13 | aan zijn heir, ten dage zijns verderfs; ~
355 Oba 1:14 | overgeleverd hebben, ten dage der benauwdheid. ~
356 Mic 2:4 | 4 Te dien dage zal men een spreekwoord
357 Mic 4:6 | 6 Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik
358 Mic 5:9 | En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE,
359 Mic 7:11 | 11 Ten dage als Hij uw muren zal herbouwen,
360 Mic 7:11 | muren zal herbouwen, te dien dage zal het besluit verre heengaan. ~
361 Mic 7:12 | 12 Te dien dage zal het ook komen tot u
362 Nah 2:3 | het vuur der fakkelen, ten dage als hij zich bereidt; en
363 Zep 1:9 | Ook zal Ik ten zelven dage bezoeking doen over al wie
364 Zep 1:10 | 10 En er zal te dien dage, spreekt de HEERE, een stem
365 Zep 1:18 | zal hen kunnen redden ten dage der verbolgenheid des HEEREN;
366 Zep 3:8 | Mij, spreekt de HEERE, ten dage als Ik Mij opmake tot den
367 Zep 3:11 | 11 Te dien dage zult gij niet beschaamd
368 Zep 3:16 | 16 Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd
369 Zac 2:11 | heidenen zullen te dien dage den HEERE toegevoegd worden,
370 Zac 3:10 | 10 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen,
371 Zac 6:10 | Jedaja, en kom gij te dien dage, en ga in ten huize van
372 Zac 8:9 | profeten, die geweest zijn ten dage, als de grond van het
373 Zac 9:16 | hun God, zal ze te dien dage behouden, als zijnde de
374 Zac 11:11 | Dus werd het te dien dage vernietigd, en alzo hebben
375 Zac 12:3 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Jeruzalem
376 Zac 12:4 | 4 Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik
377 Zac 12:6 | 6 Te dien dage zal Ik de leidslieden van
378 Zac 12:8 | 8 Te dien dage zal de HEERE de inwoners
379 Zac 12:8 | struikelen zou, zal te dien dage zijn als David; en het huis
380 Zac 12:9 | En het zal te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken
381 Zac 12:11 | 11 Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage
382 Zac 13:1 | 1 Te dien dage zal er een Fontein geopend
383 Zac 13:2 | 2 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE
384 Zac 13:4 | het zal geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd
385 Zac 14:3 | die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft,
386 Zac 14:3 | Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. ~
387 Zac 14:4 | Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg,
388 Zac 14:6 | En het zal te dien dage geschieden, dat er niet
389 Zac 14:8 | Ook zal het te dien dage geschieden, dat er levende
390 Zac 14:9 | ganse aarde zijn; te dien dage zal de HEERE een zijn, en
391 Zac 14:13 | Ook zal het te dien dage geschieden, dat er een groot
392 Zac 14:20 | 20 Te dien dage zal op de bellen der paarden
393 Zac 14:21 | der heirscharen, te dien dage. ~
394 Mal 3:17 | der heirscharen, te dien dage, dien Ik maken zal, Mij
395 Mal 4:3 | zolen uwer voeten, te dien dage, dien Ik maken zal, zegt
396 Matt 7:22 | 22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere!
397 Matt 13:1 | 1 En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan
398 Matt 16:21 | gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden. ~
399 Matt 17:23 | Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden.
400 Matt 20:19 | kruisigen; en ten derden dage zal Hij weder opstaan. ~
401 Matt 22:23 | 23 Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceen,
402 Matt 24:50 | dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij hem niet
403 Mark 9:31 | zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan. ~
404 Mark 10:34 | Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan. ~
405 Luk 9:22 | en gedood en ten derden dage opgewekt worden. ~
406 Luk 12:46 | dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet
407 Luk 13:31 | 31 Te dienzelfden dage kwamen er enige Farizeen,
408 Luk 13:32 | en morgen, en ten derden dage worde Ik voleindigd. ~
409 Luk 18:33 | Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan. ~
410 Luk 24:7 | gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan. ~
411 Luk 24:46 | doden opstaan ten derden dage. ~
412 Joha 6:39 | hetzelve opwekke ten uitersten dage. ~
413 Joha 6:40 | hem opwekken ten uitersten dage. ~
414 Joha 6:44 | hem opwekken ten uitersten dage. ~
415 Joha 6:54 | hem opwekken ten uitersten dage. ~
416 Joha 11:24 | opstanding ten laatsten dage. ~
417 Joha 12:48 | hem oordelen ten laatsten dage. ~
418 Hand 5:40 | God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar
419 1Kor 15:4 | Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften; ~
420 Fili 3:5 | 5 Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israel,
421 Heb 3:8 | in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn; ~
422 Heb 3:13 | vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden genaamd
423 Heb 8:9 | vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand
|