Book Chapter: Verse
1 Gen 7:10 | 10 En het geschiedde na die zeven dagen, dat de
2 Gen 9:9 | op met u, en met uw zaad na u; ~
3 Gen 9:28 | 28 En Noach leefde na den vloed driehonderd en
4 Gen 10:1 | hun werden zonen geboren na den vloed. ~
5 Gen 10:32 | volken op de aarde verdeeld na den vloed. ~ ~
6 Gen 11:10 | gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed. ~
7 Gen 14:14 | achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe. ~
8 Gen 14:15 | sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is
9 Gen 14:25 | 1 Na deze dingen geschiedde het
10 Gen 16:7 | tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot
11 Gen 16:7 | tot een God, en uw zaad na u. ~
12 Gen 16:8 | En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen
13 Gen 16:9 | houden, gij, en uw zaad na u, in hun geslachten. ~
14 Gen 16:10 | tussen u, en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk
15 Gen 16:19 | eeuwig verbond zijn zade na hem. ~
16 Gen 17:19 | zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij
17 Gen 21:1 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham
18 Gen 21:20 | 20 En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham
19 Gen 23:67 | Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood. ~ ~ ~ ~
20 Gen 23:78 | 11 En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak,
21 Gen 24:18 | gegraven, en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt
22 Gen 32:12 | u geven; en aan uw zaad na u zal Ik dit land geven. ~
23 Gen 34:17 | dan ging zijn broederen na, en vond hen te Dothan. ~
24 Gen 35:24 | En het geschiedde omtrent na drie maanden, dat men Juda
25 Gen 36:7 | 7 En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw
26 Gen 36:24 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker
27 Gen 37:3 | zeven andere koeien kwamen na die op uit de rivier, lelijk
28 Gen 37:6 | oostenwind verzengde aren schoten na dezelve uit. ~
29 Gen 37:19 | andere koeien kwamen op na deze, mager en zeer lelijk
30 Gen 37:23 | verzengde aren, schoten na dezelve uit; ~
31 Gen 37:27 | ranke en lelijke koeien, die na gene opkwamen, zijn zeven
32 Gen 37:30 | 30 Maar na dezelve zullen er opstaan
33 Gen 44:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef
34 Gen 44:4 | stellen; en Ik zal aan uw zaad na u dit land tot een eeuwige
35 Gen 44:6 | Maar uw geslacht, dat gij na hen zult gewinnen, zullen
36 Exo 2:23 | 23 En het geschiedde na vele dezer dagen, als de
37 Exo 10:14 | deze, nooit geweest, en na dezen zullen er zulke niet
38 Exo 14:9 | Egyptenaars jaagden hen na, en achterhaalden hen, daar
39 Exo 14:17 | Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal
40 Exo 15:20 | vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien. ~
41 Exo 19:1 | 1 In de derde maand, na het uittrekken der kinderen
42 Exo 28:43 | voor hem, en zijn zaad na hem. ~ ~
43 Exo 29:29 | zijn, zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen
44 Exo 34:8 | tent; en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent ingegaan
45 Lev 13:35 | vel gans uitgespreid is, na zijn reiniging; ~
46 Lev 14:43 | stenen uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het
47 Lev 20:5 | nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden
48 Lev 20:6 | zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn
49 Lev 22:42 | aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester
50 Lev 22:46 | tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag,
51 Lev 22:47 | 16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult
52 Lev 24:46 | stellen voor uw kinderen na u, opdat zij de bezitting
53 Lev 26:18 | 18 Maar zo hij zijn akker na het jubeljaar geheiligd
54 Num 14:24 | en hij volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem
55 Num 25:8 | den Israelietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak
56 Num 25:13 | zal hebben, en zijn zaad na hem, het verbond des eeuwigen
57 Num 26:1 | 1 Het geschiedde nu na die plaag, dat de HEERE
58 Num 31:64 | hebben niet volhard Mij na te volgen; ~
59 Num 31:65 | hebben volhard den HEERE na te volgen. ~
60 Num 32:38 | in het veertigste jaar na den uittocht van de kinderen
61 Num 34:28 | des hogepriesters; maar na de dood des hogepriesters
62 Deu 1:8 | Hij het hun en hun zaad na hen geven zou. ~
63 Deu 4:37 | vaderen liefhad, en hun zaad na hen verkoren had, zo heeft
64 Deu 4:40 | opdat het u en uw kinderen na u welga, en opdat gij de
65 Deu 10:15 | hebben, en heeft hun zaad na hen, ulieden, uit al de
66 Deu 11:28 | gebiede, om andere goden na te wandelen, die gij niet
67 Deu 12:25 | opdat het u, en uw kinderen na u, welga, als gij zult gedaan
68 Deu 12:28 | opdat het u, en uw kinderen na u, welga tot in eeuwigheid,
69 Deu 20:3 | Israel! gijlieden zijt heden na aan den strijd tegen uw
70 Deu 29:22 | geslacht, uw kinderen, die na ulieden opstaan zullen,
71 Deu 31:27 | HEERE; hoe veel te meer na mijn dood! ~
72 Deu 31:29 | Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult
73 Joz 1:1 | 1 Het geschiedde nu, na den dood van Mozes, den
74 Joz 2:5 | zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen. ~
75 Joz 2:7 | Die mannen nu jaagden hen na op den weg van de Jordaan,
76 Joz 3:3 | uw plaats, en volgt haar na; ~
77 Joz 6:8 | verbonds des HEEREN volgde hen na; ~
78 Joz 6:9 | achtertocht volgde de ark na, terwijl men ging en blies
79 Joz 6:13 | volgde de ark des HEEREN na, terwijl men ging en blies
80 Joz 8:16 | dat in de stad was, om hen na te jagen; en zij joegen
81 Joz 8:16 | jagen; en zij joegen Jozua na, en werden van de stad afgetrokken. ~
82 Joz 8:17 | niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan,
83 Joz 10:14 | dezen gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem
84 Joz 11:8 | sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en
85 Joz 14:8 | volhardde den HEERE, mijn God, na te volgen. ~
86 Joz 14:9 | hebt den HEERE, mijn God, na te volgen. ~
87 Joz 14:14 | HEERE, den God Israels, na te volgen. ~
88 Joz 23:27 | en tussen onze geslachten na ons, opdat wij den dienst
89 Joz 24:1 | 1 En het geschiedde na vele dagen, nadat de HEERE
90 Joz 25:6 | Egyptenaars jaagden uw vaderen na met wagens en met ruiters,
91 Joz 25:29 | 29 En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua,
92 Joz 25:31 | van de oudsten, die lang na Jozua leefden, en die al
93 Ric 1:1 | 1 En het geschiedde na den dood van Jozua, dat
94 Ric 1:6 | vluchtte; en zij jaagden hem na, en zij grepen hem, en hieuwen
95 Ric 2:7 | die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden
96 Ric 2:10 | stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet
97 Ric 2:12 | en volgden andere goden na, van de goden der volken,
98 Ric 2:17 | hoereerden andere goden na, en bogen zich voor die;
99 Ric 3:28 | zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw
100 Ric 3:28 | gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de
101 Ric 3:31 | 31 Na hem nu was Samgar, een zoon
102 Ric 4:16 | 16 En Barak jaagde ze na, achter de wagenen en achter
103 Ric 7:12 | vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen
104 Ric 7:27 | hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn
105 Ric 8:40 | En Abimelech jaagde hem na, want hij vlood voor zijn
106 Ric 8:49 | en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte,
107 Ric 9:1 | 1 Na Abimelech nu stond op, om
108 Ric 9:3 | 3 En na hem stond op Jair, de Gileadiet;
109 Ric 10:4 | 4 En het geschiedde, na enige dagen, dat de kinderen
110 Ric 11:8 | 8 En na hem richtte Israel Ebzan,
111 Ric 11:11 | 11 En na hem richtte Israel Elon,
112 Ric 11:13 | 13 En na hem richtte Israel Abdon,
113 Ric 12:11 | en ging zijn huisvrouw na; en hij kwam tot dien Man,
114 Ric 13:8 | 8 En na sommige dagen kwam hij weder,
115 Ric 14:1 | 1 En het geschiedde na sommige dagen, in de dagen
116 Ric 17:23 | riepen de kinderen van Dan na; dewelke hun aangezichten
117 Ric 18:3 | maakte zich op, en toog haar na, om naar haar hart te spreken,
118 Ric 19:33 | achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea. ~
119 Rut 1:5 | werd deze vrouw overgelaten na haar twee zonen en na haar
120 Rut 1:5 | overgelaten na haar twee zonen en na haar man. ~
121 Rut 1:15 | gij ook weder, uw zwagerin na. ~
122 Rut 2:11 | schoonmoeder gedaan hebt, na de dood uws mans, en hebt
123 Rut 4:4 | gij, die het losse, en ik na u. Toen zeide hij: Ik zal
124 1Sa 1:20 | 20 En het geschiedde, na verloop van dagen, dat Hanna
125 1Sa 12:21 | gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk
126 1Sa 14:13 | en zijn wapendrager hem na; en zij vielen voor Jonathans
127 1Sa 14:36 | aftrekken de Filistijnen na, bij nacht, en laat ons
128 1Sa 14:37 | aftrekken de Filistijnen na? Zult Gij ze in de hand
129 1Sa 15:31 | keerde Samuel wederom Saul na; en Saul aanbad den HEERE. ~
130 1Sa 17:13 | gingen heen; zij volgden Saul na in den krijg. De namen nu
131 1Sa 17:35 | 35 En ik ging uit hem na, en ik sloeg hem, en redde
132 1Sa 20:37 | riep Jonathan den jongen na, en zeide: Is niet de pijl
133 1Sa 20:38 | riep Jonathan den jongen na: Haast u, spoed u, sta niet
134 1Sa 22:20 | Abjathar; die vluchtte David na. ~
135 1Sa 23:25 | hoorde, jaagde hij David na in de woestijn van Maon. ~
136 1Sa 23:28 | keerde zich Saul van David na te jagen, en hij toog den
137 1Sa 24:15 | uitgegaan? Wien jaagt gij na? Naar een doden hond, naar
138 1Sa 24:22 | HEERE, zo gij mijn zaad na mij zult uitroeien, en mijn
139 1Sa 25:38 | En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo sloeg de
140 1Sa 25:42 | volgde de boden van David na, en zij werd hem ter huisvrouw. ~
141 1Sa 30:8 | Hij zeide tot hem: Jaag na, want gij zult gewisselijk
142 2Sa 1:1 | 1 Voorts geschiedde het na Sauls dood, als David van
143 2Sa 1:10 | hem; want ik wist, dat hij na zijn val niet leven zou;
144 2Sa 2:10 | huis van Juda volgden David na. ~
145 2Sa 3:26 | David, en zond Abner boden na, die hem wederom haalden
146 2Sa 7:12 | zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit
147 2Sa 11:20 | zegt: Waarom zijt gij zo na aan de stad gekomen om te
148 2Sa 13:23 | 23 En het geschiedde, na twee volle jaren, dat Absalom,
149 2Sa 15:13 | in Israel volgt Absalom na. ~
150 2Sa 19:42 | Israel: Omdat de koning ons na verwant is; en waarom zijt
151 2Sa 20:11 | David is, die volge Joab na! ~
152 2Sa 20:13 | toog alle man voort, Joab na, om Seba, den zoon van Bichri,
153 2Sa 20:14 | zich, en kwamen hem ook na. ~
154 2Sa 21:14 | geboden had. Alzo werd God na dezen den lande verbeden. ~
155 2Sa 23:4 | wolken, wanneer van den glans na den regen de grasscheutjes
156 2Sa 23:9 | 9 En na hem was Eleazar, de zoon
157 2Sa 23:10 | volk keerde wederom hem na, alleenlijk om te plunderen. ~
158 2Sa 23:11 | 11 Na hem nu was Samma, de zoon
159 1Kon 1:6 | Haggith had hem gebaard na Absalom. ~
160 1Kon 1:13| Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij
161 1Kon 1:14| spreken zult, zo zal ik na u inkomen, en zal uw woorden
162 1Kon 1:17| Voorzeker Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn, en hij
163 1Kon 1:20| van mijn heer den koning na hem zitten zal. ~
164 1Kon 1:24| hebt gij gezegd: Adonia zal na mij koning zijn, en hij
165 1Kon 1:27| van mijn heer den koning na hem zitten zou? ~
166 1Kon 1:30| Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal
167 1Kon 3:12| geweest is, en uws gelijke na u niet opstaan zal. ~
168 1Kon 3:18| geschied op den derden dag na mijn baren dat deze vrouw
169 1Kon 6:1 | vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen
170 1Kon 9:6 | en uw kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden
171 1Kon 9:21| 21 Hun kinderen, die na hen in het land overgebleven
172 1Kon 11:5 | den god der Sidoniers, na, en Milchom, het verfoeisel
173 1Kon 13:14| En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder
174 1Kon 13:33| 33 Na deze geschiedenis keerde
175 1Kon 15:4 | Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende Jeruzalem. ~
176 1Kon 17:17| 17 En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon
177 1Kon 18:1 | 1 En het gebeurde na vele dagen, dat het woord
178 1Kon 18:21| HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt
179 1Kon 18:21| zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde
180 1Kon 19:11| was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving;
181 1Kon 19:12| 12 En na de aardbeving een vuur;
182 1Kon 19:12| ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van
183 1Kon 19:20| de runderen, en liep Elia na, en zeide: Dat ik toch mijn
184 1Kon 19:21| stond hij op, en volgde Elia na, en diende hem. ~
185 1Kon 20:15| tweehonderd twee en dertig; en na hen telde hij al het volk,
186 1Kon 20:20| vloden, en Israel jaagde hen na. Doch Benhadad, de koning
187 1Kon 21:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth,
188 2Kon 1:1 | Moab viel van Israel af, na Achabs dood. ~
189 2Kon 4:30| stond dan op, en volgde haar na. ~
190 2Kon 6:19| de stad niet; volgt mij na, en ik zal u leiden tot
191 2Kon 7:15| 15 En zij volgden hen na tot de Jordaan toe; en ziet,
192 2Kon 10:29| die Israel zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet
193 2Kon 14:2 | HEEREN; want hij wandelde na de zonden van Jerobeam,
194 2Kon 15:17| koning van Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon
195 2Kon 15:19| Lachis; maar zij zonden hem na tot Lachis, en doodden hem
196 2Kon 19:15| en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel werden, en
197 2Kon 20:5 | den God Israels, zodat na hem zijns gelijke niet was
198 2Kon 20:6 | aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij hield
199 2Kon 25:3 | aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en Zijn geboden,
200 2Kon 25:25| van Mozes, bekeerd had; en na hem stond zijns gelijke
201 2Kon 27:5 | Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem
202 1Kro 2:24| 24 En na den dood van Hezron, in
203 1Kro 11:12| 12 En na hem was Eleazar, de zoon
204 1Kro 16:5 | hoofd, en Zecharja de tweede na hem; Jeiel, en Semiramoth,
205 1Kro 17:11| vaderen, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, hetwelk
206 1Kro 18:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen
207 1Kro 19:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen
208 1Kro 20:1 | 1 En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning
209 1Kro 28:7 | de broeder van Joab, en na hem Zebadja, zijn zoon;
210 1Kro 28:34| 34 En na Achitofel was Jojada, de
211 1Kro 29:8 | erfelijk bezit, en uw kinderen na u tot in eeuwigheid doet
212 2Kro 1:12| geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn. ~
213 2Kro 9:8 | 8 Uit hun kinderen, die na hen in het land overgebleven
214 2Kro 12:16| 16 Na die kwamen ook uit alle
215 2Kro 12:20| 20 En na haar nam hij Maacha, de
216 2Kro 15:13| met hem was, jaagden hen na tot Gerar toe; en zo velen
217 2Kro 21:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat de kinderen Moabs,
218 2Kro 21:35| 35 Doch na dezen vergezelschapte zich
219 2Kro 22:18| 18 En na dit alles plaagde hem de
220 2Kro 22:38| 18 En na dit alles plaagde hem de
221 2Kro 23:4 | zij waren zijn raadgevers, na den dood zijns vaders, hem
222 2Kro 24:4 | 4 Het geschiedde nu na dezen, dat het in het hart
223 2Kro 24:17| 17 Maar na den dood van Jojada kwamen
224 2Kro 25:25| koning van Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon
225 2Kro 25:27| Lachis. Toen zonden zij hem na tot Lachis, en doodden hem
226 2Kro 26:17| Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters,
227 2Kro 28:7 | mitsgaders Elkana, den tweede na den koning. ~
228 2Kro 32:1 | 1 Na deze geschiedenissen en
229 2Kro 32:9 | 9 Na dezen zond Sanherib, de
230 2Kro 33:14| 14 En na dezen bouwde hij den buitenmuur
231 2Kro 34:31| aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en om Zijn
232 2Kro 34:33| den God hunner vaderen, na te volgen. ~
233 2Kro 35:20| 20 Na dit alles, toen Josia het
234 2Kro 36:20| 20 Na dit alles, toen Josia het
235 Ezra 7:1 | 1 Na deze geschiedenissen nu,
236 Ezra 9:10| wij zeggen, o onze God! na dezen? Want wij hebben Uw
237 Ezra 9:13| 13 En na alles, wat over ons gekomen
238 Neh 3:16 | 16 Na hem verbeterde Nehemia,
239 Neh 3:17 | 17 Na hem verbeterden de Levieten,
240 Neh 3:18 | 18 Na hem verbeterden hun broederen,
241 Neh 3:20 | 20 Na hem verbeterde zeer vuriglijk
242 Neh 3:21 | 21 Na hem verbeterde Meremoth,
243 Neh 3:22 | 22 En na hem verbeterden de priesteren,
244 Neh 3:23 | Hassub, tegenover hun huis; na hem verbeterde Azaria, de
245 Neh 3:24 | 24 Na hem verbeterde Binnui, de
246 Neh 3:25 | voorhof der gevangenis is; na hem Pedaja, de zoon van
247 Neh 3:29 | tegenover zijn huis. En na hem verbeterde Semaja, de
248 Neh 3:30 | 30 Na hem verbeterden Hananja,
249 Neh 3:30 | zesde, een andere maat. Na hem verbeterde Mesullam,
250 Neh 3:31 | 31 Na hem verbeterde Malchia,
251 Neh 11:8 | 8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd
252 Neh 13:19 | niet zouden opendoen tot na den sabbat; en ik stelde
253 Est 2:1 | 1 Na deze geschiedenissen, toen
254 Est 16:1 | 1 Na deze geschiedenissen maakte
255 Est 17:1 | 1 Na deze geschiedenissen maakte
256 Job 19:26 | 26 En als zij na mijn huid dit doorknaagd
257 Job 21:21 | 21 Want wat lust zou hij na zich aan zijn huis hebben,
258 Job 21:33 | zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen,
259 Job 29:22 | 22 Na mijn woord spraken zij niet
260 Job 36:27 | wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten; ~
261 Job 38:11 | zoekt allerlei groensel na. ~
262 Job 40:7 | 7 Het een is zo na aan het andere, dat de wind
263 Job 41:16 | 16 En Job leefde na dezen honderd en veertig
264 Psa 35:15 | den vrede, en jaag dien na. ~
265 Psa 37:4 | onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen. ~
266 Psa 71:11 | heeft hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er
267 Psa 73:20 | 20 Als een droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt,
268 Psa 144:13 | zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat
269 Spre 19:7 | verre van hem! Hij loopt hen na met woorden die niets zijn. ~
270 Spre 20:7 | welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem. ~
271 Spre 20:25| het heilige verslindt, en na gedane geloften, onderzoek
272 Spre 23:30| komen om gemengde drank na te zoeken. ~
273 Pred 1:13| wijsheid te onderzoeken, en na te speuren al wat er geschiedt
274 Pred 2:18| achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal. ~
275 Pred 3:22| brengen, dat hij ziet, hetgeen na hem geschieden zal? ~ ~
276 Pred 6:12| mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon? ~ ~
277 Pred 7:14| zou vinden iets, dat na hem zal zijn. ~
278 Pred 7:25| hart, om te weten, en om na te sporen, en te zoeken
279 Pred 10:14| dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, wie
280 Pred 11:1 | want gij zult het vinden na vele dagen. ~
281 Pred 12:2 | en de wolken wederkomen na den regen. ~
282 Jes 1:23 | zij jagen de vergeldingen na; den wezen doen zij geen
283 Jes 6:13 | gelijk de haageik, in dewelke na de afwerping der bladeren
284 Jes 18:5 | onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij
285 Jes 24:22 | in een gevangenis, maar na vele dagen weder bezocht
286 Jes 26:20 | kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een
287 Jes 43:10 | God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. ~
288 Jer 13:27 | worden? Hoe lang nog na dezen? ~ ~
289 Jer 25:6 | wandelt andere goden niet na, om die te dienen, en u
290 Jer 25:26 | koning van Sesach zal na hen drinken. ~
291 Jer 31:33 | dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van
292 Jer 32:18 | den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige
293 Jer 32:39 | mitsgaders hun kinderen na hen. ~
294 Jer 35:15 | wandelt andere goden niet na, om hen te dienen, zo zult
295 Jer 52:8 | Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia
296 Eze 10:11 | hoofd zag, die volgden zij na; zij keerden zich niet om,
297 Eze 16:23 | Het is ook geschied na al uw boosheid,, wee, wee
298 Eze 16:36 | drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed uwer kinderen,
299 Eze 20:16 | hart wandelde hun drekgoden na. ~
300 Eze 33:31 | hart wandelt hun gierigheid na. ~
301 Eze 38:8 | 8 Na vele dagen zult gij bezocht
302 Eze 44:26 | 26 En na zijn reiniging zullen zij
303 Dan 2:39 | 39 En na u zal een ander koninkrijk
304 Dan 7:24 | opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal
305 Dan 8:1 | een gezicht, mij Daniel, na hetgeen mij in het eerste
306 Dan 9:26 | 26 En na die twee en zestig weken
307 Dan 11:23 | 23 En na de vereniging met hem zal
308 Dan 12:7 | eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde
309 Hos 3:3 | haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij
310 Hos 3:3 | man geworden), en ik ook na u. ~
311 Hos 6:2 | 2 Hij zal ons na twee dagen levend maken;
312 Hos 12:2 | en jaagt den oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt
313 Joe 2:2 | niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn
314 Amos 7:1 | ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen. ~
315 Zac 11:12 | loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon
316 Matt 1:12| 12 En na de Babylonische overvoering
317 Matt 2:34| water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan
318 Matt 2:34| ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met
319 Matt 4:19| zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der
320 Matt 4:25| vele scharen volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis,
321 Matt 15:23| van U; want zij roept ons na. ~
322 Matt 17:1 | 1 En na zes dagen nam Jezus met
323 Matt 22:27| 27 Ten laatste na allen, is ook de vrouw gestorven. ~
324 Matt 23:23| den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk
325 Matt 24:29| 29 En terstond na de verdrukking dier dagen,
326 Matt 25:19| 19 En na een langen tijd kwam de
327 Matt 26:2 | 2 Gij weet, dat na twee dagen het pascha is,
328 Matt 27:53| graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen
329 Matt 27:62| anderen daags nu, welke is na de voorbereiding, vergaderden
330 Matt 27:63| nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan. ~
331 Matt 28:1 | 1 En laat na de sabbat, als het begon
332 Mark 1:7 | hij predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is
333 Mark 1:17| zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij
334 Mark 2:1 | 1 En na sommige dagen is Hij wederom
335 Mark 8:31| Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan. ~
336 Mark 9:2 | 2 En na zes dagen nam Jezus met
337 Mark 12:20| stervende liet geen zaad na. ~
338 Mark 12:21| ook deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks. ~
339 Mark 12:22| dezelve, en lieten geen zaad na; de laatste van allen is
340 Mark 13:24| 24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de
341 Mark 14:1 | der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters
342 Mark 14:19| bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem te zeggen:
343 Mark 16:12| 12 En na dezen is Hij geopenbaard
344 Luk 1:24 | 24 En na die dagen werd Elizabet,
345 Luk 2:46 | 46 En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem
346 Luk 5:27 | 27 En na dezen ging Hij uit, en zag
347 Luk 9:28 | geschiedde, omtrent acht dagen na deze woorden, dat Hij medenam
348 Luk 10:1 | 1 En na dezen stelde de Heere nog
349 Luk 19:14 | en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet,
350 Luk 20:32 | 32 En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. ~
351 Luk 21:8 | gekomen, gaat dan hen niet na. ~
352 Luk 22:20 | Desgelijks ook den drinkbeker na het avondmaal, zeggende:
353 Luk 23:55 | waren uit Galilea, volgden na en aanschouwden het graf,
354 Joha 1:15| van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden,
355 Joha 1:27| 27 Dezelve is het, Die na mij komt, Welke voor mij
356 Joha 1:30| van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor
357 Joha 3:22| 22 Na dezen kwam Jezus en Zijn
358 Joha 4:43| 43 En na de twee dagen ging Hij van
359 Joha 5:1 | 1 Na dezen was een feest der
360 Joha 5:4 | die dan eerst daarin kwam, na de beroering van het water,
361 Joha 6:1 | 1 Na dezen vertrok Jezus over
362 Joha 7:1 | 1 En na dezen wandelde Jezus in
363 Joha 8:9 | zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van
364 Joha 12:19| de gehele wereld gaat Hem na. ~
365 Joha 13:7 | niet, maar gij zult het na dezen verstaan. ~
366 Joha 13:27| 27 En na de bete, toen voer de satan
367 Joha 20:26| 26 En na acht dagen waren Zijn discipelen
368 Joha 21:1 | 1 Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven
369 Hand 1:5 | gedoopt worden, niet lang na deze dagen. ~
370 Hand 5:37| beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes
371 Hand 6:34| hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen
372 Hand 7:15| 15 En na het lezen der wet en der
373 Hand 7:25| niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig
374 Hand 9:16| 16 Na dezen zal Ik wederkeren,
375 Hand 9:36| 36 En na enige dagen zeide Paulus
376 Hand 12:1 | 1 En na dezen scheidde Paulus van
377 Hand 13:4 | geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus
378 Hand 14:6 | scheepten af van Filippi na de dagen der ongehevelde
379 Hand 14:29| 29 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven
380 Hand 15:15| 15 En na die dagen maakten wij ons
381 Hand 18:17| 17 Doch na vele jaren ben ik gekomen
382 Hand 18:24| 24 En na sommige dagen, Felix, daar
383 Hand 19:1 | provincie gekomen zijnde, ging na drie dagen van Cesarea op
384 Hand 19:26| koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat
385 Hand 22:11| 11 En na drie maanden voeren wij
386 Hand 22:13| aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd,
387 Hand 22:17| 17 En het geschiedde na drie dagen dat Paulus samenriep
388 1Kor 11:25| Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals,
389 1Kor 14:1 | 1 Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke
390 1Kor 14:31| Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat
391 Gal 1:18 | 18 Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem
392 Gal 2:1 | 1 Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom
393 Gal 3:17 | wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren
394 1The 5:15| jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als
395 2The 3:7 | weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben
396 2The 3:9 | tot een voorbeeld, om ons na te volgen. ~
397 1Tim 5:24| sommigen ook volgen zij na. ~
398 Tit 3:10 | Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; ~
399 Heb 7:28 | woord der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt
400 Heb 8:10 | het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere:
401 Heb 10:16 | dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere:
402 Heb 12:14 | 14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking,
403 Heb 13:7 | hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst
404 1Pet 3:11| vrede en jage denzelven na. ~
405 2Pet 1:15| alle gelegenheid, dat gij na mijn uitgang van deze dingen
406 3Joh 1:11| Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed
407 Open 1:19| en hetgeen geschieden zal na dezen: ~
408 Open 4:1 | 1 Na dezen zag ik, en ziet, een
409 Open 4:1 | Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet. ~
410 Open 6:8 | dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven
411 Open 7:1 | 1 En na dezen zag ik vier engelen
412 Open 7:9 | 9 Na dezen zag ik, en ziet, een
413 Open 9:12| er komen nog twee weeen na dezen. ~
414 Open 11:11| 11 En na die drie dagen en een halven,
415 Open 15:5 | 5En na dezen zag ik, en ziet, de
416 Open 18:1 | 1 En na dezen zag ik een anderen
417 Open 19:1 | 1 En na dezen hoorde ik als een
|