Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
muzikale 4
myra 1
mysie 2
na 417
naad 1
naaien 2
naait 1
Frequency    [«  »]
423 dage
420 mond
419 wet
417 na
415 weet
414 leven
414 toch

Bijbel

IntraText - Concordances

na

    Book Chapter: Verse
1 Gen 7:10 | 10 En het geschiedde na die zeven dagen, dat de 2 Gen 9:9 | op met u, en met uw zaad na u; ~ 3 Gen 9:28 | 28 En Noach leefde na den vloed driehonderd en 4 Gen 10:1 | hun werden zonen geboren na den vloed. ~ 5 Gen 10:32 | volken op de aarde verdeeld na den vloed. ~  ~ 6 Gen 11:10 | gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed. ~ 7 Gen 14:14 | achttien, en hij jaagde hen na tot Dan toe. ~ 8 Gen 14:15 | sloeg ze; en hij jaagde hen na tot Hoba toe, hetwelk is 9 Gen 14:25 | 1 Na deze dingen geschiedde het 10 Gen 16:7 | tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot 11 Gen 16:7 | tot een God, en uw zaad na u. ~ 12 Gen 16:8 | En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen 13 Gen 16:9 | houden, gij, en uw zaad na u, in hun geslachten. ~ 14 Gen 16:10 | tussen u, en tussen uw zaad na u: dat al wat mannelijk 15 Gen 16:19 | eeuwig verbond zijn zade na hem. ~ 16 Gen 17:19 | zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij 17 Gen 21:1 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham 18 Gen 21:20 | 20 En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham 19 Gen 23:67 | Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood. ~  ~  ~  ~                            20 Gen 23:78 | 11 En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, 21 Gen 24:18 | gegraven, en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt 22 Gen 32:12 | u geven; en aan uw zaad na u zal Ik dit land geven. ~ 23 Gen 34:17 | dan ging zijn broederen na, en vond hen te Dothan. ~ 24 Gen 35:24 | En het geschiedde omtrent na drie maanden, dat men Juda 25 Gen 36:7 | 7 En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw 26 Gen 36:24 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker 27 Gen 37:3 | zeven andere koeien kwamen na die op uit de rivier, lelijk 28 Gen 37:6 | oostenwind verzengde aren schoten na dezelve uit. ~ 29 Gen 37:19 | andere koeien kwamen op na deze, mager en zeer lelijk 30 Gen 37:23 | verzengde aren, schoten na dezelve uit; ~ 31 Gen 37:27 | ranke en lelijke koeien, die na gene opkwamen, zijn zeven 32 Gen 37:30 | 30 Maar na dezelve zullen er opstaan 33 Gen 44:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef 34 Gen 44:4 | stellen; en Ik zal aan uw zaad na u dit land tot een eeuwige 35 Gen 44:6 | Maar uw geslacht, dat gij na hen zult gewinnen, zullen 36 Exo 2:23 | 23 En het geschiedde na vele dezer dagen, als de 37 Exo 10:14 | deze, nooit geweest, en na dezen zullen er zulke niet 38 Exo 14:9 | Egyptenaars jaagden hen na, en achterhaalden hen, daar 39 Exo 14:17 | Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal 40 Exo 15:20 | vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien. ~ 41 Exo 19:1 | 1 In de derde maand, na het uittrekken der kinderen 42 Exo 28:43 | voor hem, en zijn zaad na hem. ~  ~ 43 Exo 29:29 | zijn, zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen 44 Exo 34:8 | tent; en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent ingegaan 45 Lev 13:35 | vel gans uitgespreid is, na zijn reiniging; ~ 46 Lev 14:43 | stenen uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het 47 Lev 20:5 | nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden 48 Lev 20:6 | zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn 49 Lev 22:42 | aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester 50 Lev 22:46 | tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, 51 Lev 22:47 | 16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult 52 Lev 24:46 | stellen voor uw kinderen na u, opdat zij de bezitting 53 Lev 26:18 | 18 Maar zo hij zijn akker na het jubeljaar geheiligd 54 Num 14:24 | en hij volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem 55 Num 25:8 | den Israelietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak 56 Num 25:13 | zal hebben, en zijn zaad na hem, het verbond des eeuwigen 57 Num 26:1 | 1 Het geschiedde nu na die plaag, dat de HEERE 58 Num 31:64 | hebben niet volhard Mij na te volgen; ~ 59 Num 31:65 | hebben volhard den HEERE na te volgen. ~ 60 Num 32:38 | in het veertigste jaar na den uittocht van de kinderen 61 Num 34:28 | des hogepriesters; maar na de dood des hogepriesters 62 Deu 1:8 | Hij het hun en hun zaad na hen geven zou. ~ 63 Deu 4:37 | vaderen liefhad, en hun zaad na hen verkoren had, zo heeft 64 Deu 4:40 | opdat het u en uw kinderen na u welga, en opdat gij de 65 Deu 10:15 | hebben, en heeft hun zaad na hen, ulieden, uit al de 66 Deu 11:28 | gebiede, om andere goden na te wandelen, die gij niet 67 Deu 12:25 | opdat het u, en uw kinderen na u, welga, als gij zult gedaan 68 Deu 12:28 | opdat het u, en uw kinderen na u, welga tot in eeuwigheid, 69 Deu 20:3 | Israel! gijlieden zijt heden na aan den strijd tegen uw 70 Deu 29:22 | geslacht, uw kinderen, die na ulieden opstaan zullen, 71 Deu 31:27 | HEERE; hoe veel te meer na mijn dood! ~ 72 Deu 31:29 | Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult 73 Joz 1:1 | 1 Het geschiedde nu, na den dood van Mozes, den 74 Joz 2:5 | zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen. ~ 75 Joz 2:7 | Die mannen nu jaagden hen na op den weg van de Jordaan, 76 Joz 3:3 | uw plaats, en volgt haar na; ~ 77 Joz 6:8 | verbonds des HEEREN volgde hen na; ~ 78 Joz 6:9 | achtertocht volgde de ark na, terwijl men ging en blies 79 Joz 6:13 | volgde de ark des HEEREN na, terwijl men ging en blies 80 Joz 8:16 | dat in de stad was, om hen na te jagen; en zij joegen 81 Joz 8:16 | jagen; en zij joegen Jozua na, en werden van de stad afgetrokken. ~ 82 Joz 8:17 | niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan, 83 Joz 10:14 | dezen gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem 84 Joz 11:8 | sloegen hen, en joegen hen na tot groot Sidon toe, en 85 Joz 14:8 | volhardde den HEERE, mijn God, na te volgen. ~ 86 Joz 14:9 | hebt den HEERE, mijn God, na te volgen. ~ 87 Joz 14:14 | HEERE, den God Israels, na te volgen. ~ 88 Joz 23:27 | en tussen onze geslachten na ons, opdat wij den dienst 89 Joz 24:1 | 1 En het geschiedde na vele dagen, nadat de HEERE 90 Joz 25:6 | Egyptenaars jaagden uw vaderen na met wagens en met ruiters, 91 Joz 25:29 | 29 En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, 92 Joz 25:31 | van de oudsten, die lang na Jozua leefden, en die al 93 Ric 1:1 | 1 En het geschiedde na den dood van Jozua, dat 94 Ric 1:6 | vluchtte; en zij jaagden hem na, en zij grepen hem, en hieuwen 95 Ric 2:7 | die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden 96 Ric 2:10 | stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet 97 Ric 2:12 | en volgden andere goden na, van de goden der volken, 98 Ric 2:17 | hoereerden andere goden na, en bogen zich voor die; 99 Ric 3:28 | zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw 100 Ric 3:28 | gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de 101 Ric 3:31 | 31 Na hem nu was Samgar, een zoon 102 Ric 4:16 | 16 En Barak jaagde ze na, achter de wagenen en achter 103 Ric 7:12 | vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen 104 Ric 7:27 | hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en zijn 105 Ric 8:40 | En Abimelech jaagde hem na, want hij vlood voor zijn 106 Ric 8:49 | en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte, 107 Ric 9:1 | 1 Na Abimelech nu stond op, om 108 Ric 9:3 | 3 En na hem stond op Jair, de Gileadiet; 109 Ric 10:4 | 4 En het geschiedde, na enige dagen, dat de kinderen 110 Ric 11:8 | 8 En na hem richtte Israel Ebzan, 111 Ric 11:11 | 11 En na hem richtte Israel Elon, 112 Ric 11:13 | 13 En na hem richtte Israel Abdon, 113 Ric 12:11 | en ging zijn huisvrouw na; en hij kwam tot dien Man, 114 Ric 13:8 | 8 En na sommige dagen kwam hij weder, 115 Ric 14:1 | 1 En het geschiedde na sommige dagen, in de dagen 116 Ric 17:23 | riepen de kinderen van Dan na; dewelke hun aangezichten 117 Ric 18:3 | maakte zich op, en toog haar na, om naar haar hart te spreken, 118 Ric 19:33 | achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea. ~ 119 Rut 1:5 | werd deze vrouw overgelaten na haar twee zonen en na haar 120 Rut 1:5 | overgelaten na haar twee zonen en na haar man. ~ 121 Rut 1:15 | gij ook weder, uw zwagerin na. ~ 122 Rut 2:11 | schoonmoeder gedaan hebt, na de dood uws mans, en hebt 123 Rut 4:4 | gij, die het losse, en ik na u. Toen zeide hij: Ik zal 124 1Sa 1:20 | 20 En het geschiedde, na verloop van dagen, dat Hanna 125 1Sa 12:21 | gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk 126 1Sa 14:13 | en zijn wapendrager hem na; en zij vielen voor Jonathans 127 1Sa 14:36 | aftrekken de Filistijnen na, bij nacht, en laat ons 128 1Sa 14:37 | aftrekken de Filistijnen na? Zult Gij ze in de hand 129 1Sa 15:31 | keerde Samuel wederom Saul na; en Saul aanbad den HEERE. ~ 130 1Sa 17:13 | gingen heen; zij volgden Saul na in den krijg. De namen nu 131 1Sa 17:35 | 35 En ik ging uit hem na, en ik sloeg hem, en redde 132 1Sa 20:37 | riep Jonathan den jongen na, en zeide: Is niet de pijl 133 1Sa 20:38 | riep Jonathan den jongen na: Haast u, spoed u, sta niet 134 1Sa 22:20 | Abjathar; die vluchtte David na. ~ 135 1Sa 23:25 | hoorde, jaagde hij David na in de woestijn van Maon. ~ 136 1Sa 23:28 | keerde zich Saul van David na te jagen, en hij toog den 137 1Sa 24:15 | uitgegaan? Wien jaagt gij na? Naar een doden hond, naar 138 1Sa 24:22 | HEERE, zo gij mijn zaad na mij zult uitroeien, en mijn 139 1Sa 25:38 | En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo sloeg de 140 1Sa 25:42 | volgde de boden van David na, en zij werd hem ter huisvrouw. ~ 141 1Sa 30:8 | Hij zeide tot hem: Jaag na, want gij zult gewisselijk 142 2Sa 1:1 | 1 Voorts geschiedde het na Sauls dood, als David van 143 2Sa 1:10 | hem; want ik wist, dat hij na zijn val niet leven zou; 144 2Sa 2:10 | huis van Juda volgden David na. ~ 145 2Sa 3:26 | David, en zond Abner boden na, die hem wederom haalden 146 2Sa 7:12 | zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit 147 2Sa 11:20 | zegt: Waarom zijt gij zo na aan de stad gekomen om te 148 2Sa 13:23 | 23 En het geschiedde, na twee volle jaren, dat Absalom, 149 2Sa 15:13 | in Israel volgt Absalom na. ~ 150 2Sa 19:42 | Israel: Omdat de koning ons na verwant is; en waarom zijt 151 2Sa 20:11 | David is, die volge Joab na! ~ 152 2Sa 20:13 | toog alle man voort, Joab na, om Seba, den zoon van Bichri, 153 2Sa 20:14 | zich, en kwamen hem ook na. ~ 154 2Sa 21:14 | geboden had. Alzo werd God na dezen den lande verbeden. ~ 155 2Sa 23:4 | wolken, wanneer van den glans na den regen de grasscheutjes 156 2Sa 23:9 | 9 En na hem was Eleazar, de zoon 157 2Sa 23:10 | volk keerde wederom hem na, alleenlijk om te plunderen. ~ 158 2Sa 23:11 | 11 Na hem nu was Samma, de zoon 159 1Kon 1:6 | Haggith had hem gebaard na Absalom. ~ 160 1Kon 1:13| Voorzeker, uw zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij 161 1Kon 1:14| spreken zult, zo zal ik na u inkomen, en zal uw woorden 162 1Kon 1:17| Voorzeker Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn, en hij 163 1Kon 1:20| van mijn heer den koning na hem zitten zal. ~ 164 1Kon 1:24| hebt gij gezegd: Adonia zal na mij koning zijn, en hij 165 1Kon 1:27| van mijn heer den koning na hem zitten zou? ~ 166 1Kon 1:30| Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal 167 1Kon 3:12| geweest is, en uws gelijke na u niet opstaan zal. ~ 168 1Kon 3:18| geschied op den derden dag na mijn baren dat deze vrouw 169 1Kon 6:1 | vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen 170 1Kon 9:6 | en uw kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden 171 1Kon 9:21| 21 Hun kinderen, die na hen in het land overgebleven 172 1Kon 11:5 | den god der Sidoniers, na, en Milchom, het verfoeisel 173 1Kon 13:14| En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder 174 1Kon 13:33| 33 Na deze geschiedenis keerde 175 1Kon 15:4 | Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende Jeruzalem. ~ 176 1Kon 17:17| 17 En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon 177 1Kon 18:1 | 1 En het gebeurde na vele dagen, dat het woord 178 1Kon 18:21| HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt 179 1Kon 18:21| zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde 180 1Kon 19:11| was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; 181 1Kon 19:12| 12 En na de aardbeving een vuur; 182 1Kon 19:12| ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van 183 1Kon 19:20| de runderen, en liep Elia na, en zeide: Dat ik toch mijn 184 1Kon 19:21| stond hij op, en volgde Elia na, en diende hem. ~ 185 1Kon 20:15| tweehonderd twee en dertig; en na hen telde hij al het volk, 186 1Kon 20:20| vloden, en Israel jaagde hen na. Doch Benhadad, de koning 187 1Kon 21:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth, 188 2Kon 1:1 | Moab viel van Israel af, na Achabs dood. ~ 189 2Kon 4:30| stond dan op, en volgde haar na. ~ 190 2Kon 6:19| de stad niet; volgt mij na, en ik zal u leiden tot 191 2Kon 7:15| 15 En zij volgden hen na tot de Jordaan toe; en ziet, 192 2Kon 10:29| die Israel zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet 193 2Kon 14:2 | HEEREN; want hij wandelde na de zonden van Jerobeam, 194 2Kon 15:17| koning van Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon 195 2Kon 15:19| Lachis; maar zij zonden hem na tot Lachis, en doodden hem 196 2Kon 19:15| en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel werden, en 197 2Kon 20:5 | den God Israels, zodat na hem zijns gelijke niet was 198 2Kon 20:6 | aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij hield 199 2Kon 25:3 | aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en Zijn geboden, 200 2Kon 25:25| van Mozes, bekeerd had; en na hem stond zijns gelijke 201 2Kon 27:5 | Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem 202 1Kro 2:24| 24 En na den dood van Hezron, in 203 1Kro 11:12| 12 En na hem was Eleazar, de zoon 204 1Kro 16:5 | hoofd, en Zecharja de tweede na hem; Jeiel, en Semiramoth, 205 1Kro 17:11| vaderen, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, hetwelk 206 1Kro 18:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen 207 1Kro 19:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen 208 1Kro 20:1 | 1 En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning 209 1Kro 28:7 | de broeder van Joab, en na hem Zebadja, zijn zoon; 210 1Kro 28:34| 34 En na Achitofel was Jojada, de 211 1Kro 29:8 | erfelijk bezit, en uw kinderen na u tot in eeuwigheid doet 212 2Kro 1:12| geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn. ~ 213 2Kro 9:8 | 8 Uit hun kinderen, die na hen in het land overgebleven 214 2Kro 12:16| 16 Na die kwamen ook uit alle 215 2Kro 12:20| 20 En na haar nam hij Maacha, de 216 2Kro 15:13| met hem was, jaagden hen na tot Gerar toe; en zo velen 217 2Kro 21:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat de kinderen Moabs, 218 2Kro 21:35| 35 Doch na dezen vergezelschapte zich 219 2Kro 22:18| 18 En na dit alles plaagde hem de 220 2Kro 22:38| 18 En na dit alles plaagde hem de 221 2Kro 23:4 | zij waren zijn raadgevers, na den dood zijns vaders, hem 222 2Kro 24:4 | 4 Het geschiedde nu na dezen, dat het in het hart 223 2Kro 24:17| 17 Maar na den dood van Jojada kwamen 224 2Kro 25:25| koning van Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon 225 2Kro 25:27| Lachis. Toen zonden zij hem na tot Lachis, en doodden hem 226 2Kro 26:17| Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, 227 2Kro 28:7 | mitsgaders Elkana, den tweede na den koning. ~ 228 2Kro 32:1 | 1 Na deze geschiedenissen en 229 2Kro 32:9 | 9 Na dezen zond Sanherib, de 230 2Kro 33:14| 14 En na dezen bouwde hij den buitenmuur 231 2Kro 34:31| aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en om Zijn 232 2Kro 34:33| den God hunner vaderen, na te volgen. ~ 233 2Kro 35:20| 20 Na dit alles, toen Josia het 234 2Kro 36:20| 20 Na dit alles, toen Josia het 235 Ezra 7:1 | 1 Na deze geschiedenissen nu, 236 Ezra 9:10| wij zeggen, o onze God! na dezen? Want wij hebben Uw 237 Ezra 9:13| 13 En na alles, wat over ons gekomen 238 Neh 3:16 | 16 Na hem verbeterde Nehemia, 239 Neh 3:17 | 17 Na hem verbeterden de Levieten, 240 Neh 3:18 | 18 Na hem verbeterden hun broederen, 241 Neh 3:20 | 20 Na hem verbeterde zeer vuriglijk 242 Neh 3:21 | 21 Na hem verbeterde Meremoth, 243 Neh 3:22 | 22 En na hem verbeterden de priesteren, 244 Neh 3:23 | Hassub, tegenover hun huis; na hem verbeterde Azaria, de 245 Neh 3:24 | 24 Na hem verbeterde Binnui, de 246 Neh 3:25 | voorhof der gevangenis is; na hem Pedaja, de zoon van 247 Neh 3:29 | tegenover zijn huis. En na hem verbeterde Semaja, de 248 Neh 3:30 | 30 Na hem verbeterden Hananja, 249 Neh 3:30 | zesde, een andere maat. Na hem verbeterde Mesullam, 250 Neh 3:31 | 31 Na hem verbeterde Malchia, 251 Neh 11:8 | 8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd 252 Neh 13:19 | niet zouden opendoen tot na den sabbat; en ik stelde 253 Est 2:1 | 1 Na deze geschiedenissen, toen 254 Est 16:1 | 1 Na deze geschiedenissen maakte 255 Est 17:1 | 1 Na deze geschiedenissen maakte 256 Job 19:26 | 26 En als zij na mijn huid dit doorknaagd 257 Job 21:21 | 21 Want wat lust zou hij na zich aan zijn huis hebben, 258 Job 21:33 | zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, 259 Job 29:22 | 22 Na mijn woord spraken zij niet 260 Job 36:27 | wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten; ~ 261 Job 38:11 | zoekt allerlei groensel na. ~ 262 Job 40:7 | 7 Het een is zo na aan het andere, dat de wind 263 Job 41:16 | 16 En Job leefde na dezen honderd en veertig 264 Psa 35:15 | den vrede, en jaag dien na. ~ 265 Psa 37:4 | onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen. ~ 266 Psa 71:11 | heeft hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er 267 Psa 73:20 | 20 Als een droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt, 268 Psa 144:13 | zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat 269 Spre 19:7 | verre van hem! Hij loopt hen na met woorden die niets zijn. ~ 270 Spre 20:7 | welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem. ~ 271 Spre 20:25| het heilige verslindt, en na gedane geloften, onderzoek 272 Spre 23:30| komen om gemengde drank na te zoeken. ~ 273 Pred 1:13| wijsheid te onderzoeken, en na te speuren al wat er geschiedt 274 Pred 2:18| achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal. ~ 275 Pred 3:22| brengen, dat hij ziet, hetgeen na hem      geschieden zal? ~  ~ 276 Pred 6:12| mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon? ~  ~ 277 Pred 7:14| zou      vinden iets, dat na hem zal zijn. ~ 278 Pred 7:25| hart, om te weten, en om na te sporen, en te zoeken 279 Pred 10:14| dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, wie 280 Pred 11:1 | want gij zult het vinden na vele dagen. ~ 281 Pred 12:2 | en de wolken wederkomen na den regen. ~ 282 Jes 1:23 | zij jagen de vergeldingen na; den wezen doen zij geen 283 Jes 6:13 | gelijk de haageik, in dewelke na de afwerping der bladeren 284 Jes 18:5 | onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij 285 Jes 24:22 | in een gevangenis, maar na vele dagen weder bezocht 286 Jes 26:20 | kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een 287 Jes 43:10 | God      geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. ~ 288 Jer 13:27 | worden? Hoe      lang nog na dezen? ~  ~ 289 Jer 25:6 | wandelt andere goden niet na, om die te dienen, en u 290 Jer 25:26 | koning van Sesach      zal na hen drinken. ~ 291 Jer 31:33 | dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van 292 Jer 32:18 | den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige 293 Jer 32:39 | mitsgaders hun kinderen na hen. ~ 294 Jer 35:15 | wandelt andere goden niet na, om hen te dienen, zo zult 295 Jer 52:8 | Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia 296 Eze 10:11 | hoofd zag, die volgden zij na; zij keerden zich niet om, 297 Eze 16:23 | Het is ook geschied na al uw boosheid,, wee, wee 298 Eze 16:36 | drekgoden uwer gruwelen, en na het bloed      uwer kinderen, 299 Eze 20:16 | hart wandelde hun drekgoden na. ~ 300 Eze 33:31 | hart wandelt hun gierigheid na. ~ 301 Eze 38:8 | 8      Na vele dagen zult gij bezocht 302 Eze 44:26 | 26      En na zijn reiniging zullen zij 303 Dan 2:39 | 39      En na u zal een ander koninkrijk 304 Dan 7:24 | opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal 305 Dan 8:1 | een gezicht, mij Daniel, na hetgeen mij in het eerste 306 Dan 9:26 | 26      En na die twee en zestig weken 307 Dan 11:23 | 23      En na de vereniging met hem zal 308 Dan 12:7 | eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde 309 Hos 3:3 | haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij 310 Hos 3:3 | man geworden), en ik ook na u. ~ 311 Hos 6:2 | 2      Hij zal ons na twee dagen levend maken; 312 Hos 12:2 | en jaagt den oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt 313 Joe 2:2 | niet      geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn 314 Amos 7:1 | ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen. ~ 315 Zac 11:12 | loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon 316 Matt 1:12| 12 En na de Babylonische overvoering 317 Matt 2:34| water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan 318 Matt 2:34| ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met 319 Matt 4:19| zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der 320 Matt 4:25| vele scharen volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis, 321 Matt 15:23| van U; want zij roept ons na. ~ 322 Matt 17:1 | 1 En na zes dagen nam Jezus met 323 Matt 22:27| 27 Ten laatste na allen, is ook de vrouw gestorven. ~ 324 Matt 23:23| den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk 325 Matt 24:29| 29 En terstond na de verdrukking dier dagen, 326 Matt 25:19| 19 En na een langen tijd kwam de 327 Matt 26:2 | 2 Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, 328 Matt 27:53| graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen 329 Matt 27:62| anderen daags nu, welke is na de voorbereiding, vergaderden 330 Matt 27:63| nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan. ~ 331 Matt 28:1 | 1 En laat na de sabbat, als het begon 332 Mark 1:7 | hij predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is 333 Mark 1:17| zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij 334 Mark 2:1 | 1 En na sommige dagen is Hij wederom 335 Mark 8:31| Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan. ~ 336 Mark 9:2 | 2 En na zes dagen nam Jezus met 337 Mark 12:20| stervende liet geen zaad na. ~ 338 Mark 12:21| ook deze liet geen zaad na; en de derde desgelijks. ~ 339 Mark 12:22| dezelve, en lieten geen zaad na; de laatste van allen is 340 Mark 13:24| 24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de 341 Mark 14:1 | der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters 342 Mark 14:19| bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem te zeggen: 343 Mark 16:12| 12 En na dezen is Hij geopenbaard 344 Luk 1:24 | 24 En na die dagen werd Elizabet, 345 Luk 2:46 | 46 En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem 346 Luk 5:27 | 27 En na dezen ging Hij uit, en zag 347 Luk 9:28 | geschiedde, omtrent acht dagen na deze woorden, dat Hij medenam 348 Luk 10:1 | 1 En na dezen stelde de Heere nog 349 Luk 19:14 | en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, 350 Luk 20:32 | 32 En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. ~ 351 Luk 21:8 | gekomen, gaat dan hen niet na. ~ 352 Luk 22:20 | Desgelijks ook den drinkbeker na het avondmaal, zeggende: 353 Luk 23:55 | waren uit Galilea, volgden na en aanschouwden het graf, 354 Joha 1:15| van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, 355 Joha 1:27| 27 Dezelve is het, Die na mij komt, Welke voor mij 356 Joha 1:30| van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor 357 Joha 3:22| 22 Na dezen kwam Jezus en Zijn 358 Joha 4:43| 43 En na de twee dagen ging Hij van 359 Joha 5:1 | 1 Na dezen was een feest der 360 Joha 5:4 | die dan eerst daarin kwam, na de beroering van het water, 361 Joha 6:1 | 1 Na dezen vertrok Jezus over 362 Joha 7:1 | 1 En na dezen wandelde Jezus in 363 Joha 8:9 | zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van 364 Joha 12:19| de gehele wereld gaat Hem na. ~ 365 Joha 13:7 | niet, maar gij zult het na dezen verstaan. ~ 366 Joha 13:27| 27 En na de bete, toen voer de satan 367 Joha 20:26| 26 En na acht dagen waren Zijn discipelen 368 Joha 21:1 | 1 Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven 369 Hand 1:5 | gedoopt worden, niet lang na deze dagen. ~ 370 Hand 5:37| beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes 371 Hand 6:34| hem te bewaren, willende na het paas feest hem voorbrengen 372 Hand 7:15| 15 En na het lezen der wet en der 373 Hand 7:25| niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig 374 Hand 9:16| 16 Na dezen zal Ik wederkeren, 375 Hand 9:36| 36 En na enige dagen zeide Paulus 376 Hand 12:1 | 1 En na dezen scheidde Paulus van 377 Hand 13:4 | geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus 378 Hand 14:6 | scheepten af van Filippi na de dagen der ongehevelde 379 Hand 14:29| 29 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven 380 Hand 15:15| 15 En na die dagen maakten wij ons 381 Hand 18:17| 17 Doch na vele jaren ben ik gekomen 382 Hand 18:24| 24 En na sommige dagen, Felix, daar 383 Hand 19:1 | provincie gekomen zijnde, ging na drie dagen van Cesarea op 384 Hand 19:26| koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat 385 Hand 22:11| 11 En na drie maanden voeren wij 386 Hand 22:13| aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, 387 Hand 22:17| 17 En het geschiedde na drie dagen dat Paulus samenriep 388 1Kor 11:25| Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, 389 1Kor 14:1 | 1 Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke 390 1Kor 14:31| Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat 391 Gal 1:18 | 18 Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem 392 Gal 2:1 | 1 Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom 393 Gal 3:17 | wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren 394 1The 5:15| jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als 395 2The 3:7 | weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben 396 2The 3:9 | tot een voorbeeld, om ons na te volgen. ~ 397 1Tim 5:24| sommigen ook volgen zij na. ~ 398 Tit 3:10 | Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning; ~ 399 Heb 7:28 | woord der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt 400 Heb 8:10 | het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: 401 Heb 10:16 | dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: 402 Heb 12:14 | 14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, 403 Heb 13:7 | hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst 404 1Pet 3:11| vrede en jage denzelven na. ~ 405 2Pet 1:15| alle gelegenheid, dat gij na mijn uitgang van deze dingen 406 3Joh 1:11| Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed 407 Open 1:19| en hetgeen geschieden zal na dezen: ~ 408 Open 4:1 | 1 Na dezen zag ik, en ziet, een 409 Open 4:1 | Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet. ~ 410 Open 6:8 | dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven 411 Open 7:1 | 1 En na dezen zag ik vier engelen 412 Open 7:9 | 9 Na dezen zag ik, en ziet, een 413 Open 9:12| er komen nog twee weeen na dezen. ~ 414 Open 11:11| 11 En na die drie dagen en een halven, 415 Open 15:5 | 5En na dezen zag ik, en ziet, de 416 Open 18:1 | 1 En na dezen zag ik een anderen 417 Open 19:1 | 1 En na dezen hoorde ik als een


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License