Book Chapter: Verse
1 Gen 10:5 | verdeeld de eilanden der volken in hun landschappen, elk
2 Gen 10:5 | huisgezinnen, onder hun volken. ~
3 Gen 10:20 | hun landschappen, in hun volken. ~
4 Gen 10:31 | hun landschappen, naar hun volken. ~
5 Gen 10:32 | naar hun geboorten, in hun volken; en van dezen zijn de volken
6 Gen 10:32 | volken; en van dezen zijn de volken op de aarde verdeeld na
7 Gen 14:1 | van Tideal, den koning der volken; ~
8 Gen 14:9 | en Tideal, den koning der volken, en Amrafel, den koning
9 Gen 16:4 | een vader van menigte der volken worden! ~
10 Gen 16:5 | een vader van menigte der volken. ~
11 Gen 16:6 | vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen
12 Gen 16:14 | dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft
13 Gen 16:16 | haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal: koningen der
14 Gen 16:16 | worden zal: koningen der volken zullen uit haar worden! ~
15 Gen 17:18 | volk worden zal, en alle volken der aarde in hem gezegend
16 Gen 21:18 | zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij
17 Gen 23:75 | zat, en hij werd tot zijn volken verzameld. ~
18 Gen 23:83 | twaalf vorsten naar hun volken. ~
19 Gen 23:84 | werd verzameld tot zijn volken. ~
20 Gen 23:90 | HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee
21 Gen 24:4 | zullen gezegend worden alle volken der aarde, ~
22 Gen 25:29 | 29 Volken zullen u dienen, en natien
23 Gen 26:3 | u, dat gij tot een hoop volken wordt. ~
24 Gen 32:11 | Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen
25 Gen 32:29 | werd verzameld tot zijn volken, oud en zat van dagen; en
26 Gen 44:4 | vermenigvuldigen, en u tot een hoop van volken stellen; en Ik zal aan uw
27 Gen 45:10 | en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn. ~
28 Gen 45:33 | werd verzameld tot zijn volken. ~ ~
29 Exo 15:14 | 14 De volken hebben het gehoord, zij
30 Exo 19:5 | Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is
31 Exo 30:33 | uitgeroeid worden uit zijn volken. ~
32 Exo 30:38 | uitgeroeid worden uit zijn volken. ~ ~ ~
33 Exo 31:14 | worden uit het midden harer volken. ~
34 Exo 34:33 | aarde, noch onder enige volken; alzo dat dit ganse volk,
35 Exo 34:47 | 24 Wanneer Ik de volken voor uw aangezicht uit de
36 Lev 7:20 | zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden. ~
37 Lev 7:21 | zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden. ~
38 Lev 7:25 | zal hebben, zal uit haar volken uitgeroeid worden. ~
39 Lev 7:27 | zal, die ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden. ~
40 Lev 17:9 | diezelve man zal uit zijn volken uitgeroeid worden. ~
41 Lev 19:8 | zal dezelve ziel, uit haar volken uitgeroeid worden. ~
42 Lev 19:16 | een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen
43 Lev 20:24 | HEERE, uw God, Die u van de volken afgezonderd heb! ~
44 Lev 20:26 | heilig; en Ik heb u van de volken afgezonderd, opdat gij Mijns
45 Lev 21:1 | verontreinigen onder zijn volken. ~
46 Lev 21:4 | over een overste onder zijn volken, om zich te ontheiligen. ~
47 Lev 21:14 | maar een maagd uit zijn volken zal hij tot een vrouw nemen. ~
48 Lev 21:15 | zal zijn zaad onder zijn volken niet ontheiligen; want Ik
49 Lev 22:60 | uitgeroeid worden uit haar volken. ~
50 Lev 24:44 | hebben, die zullen van de volken zijn, die rondom u zijn;
51 Num 9:13 | zal diezelve ziel uit haar volken uitgeroeid worden; want
52 Num 20:24 | 24 Aaron zal tot zijn volken verzameld worden; want hij
53 Num 25:15 | Zur, die een hoofd was der volken van een vaderlijk huis onder
54 Num 27:13 | hebben, dan zult gij tot uw volken verzameld worden, gij ook,
55 Num 31:2 | verzameld worden tot uw volken. ~
56 Deu 2:25 | over het aangezicht der volken, onder den gansen hemel;
57 Deu 4:6 | verstand zijn voor de ogen der volken, die al deze inzettingen
58 Deu 4:19 | de HEERE uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft
59 Deu 4:27 | zal u verstrooien onder de volken; en gij zult een klein volksken
60 Deu 4:38 | 38 Om volken, die groter en machtiger
61 Deu 6:14 | navolgen, van de goden der volken, die rondom u zijn. ~
62 Deu 7:1 | dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben
63 Deu 7:1 | en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger
64 Deu 7:6 | eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn. ~
65 Deu 7:7 | veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste
66 Deu 7:7 | waart het weinigste van alle volken. ~
67 Deu 7:14 | zult gij zijn boven alle volken; er zal onder u noch man
68 Deu 7:16 | 16 Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE,
69 Deu 7:17 | in uw hart zeidet: Deze volken zijn meerder dan ik; hoe
70 Deu 7:19 | HEERE, uw God, doen aan alle volken, voor welker aangezicht
71 Deu 7:22 | HEERE, uw God, zal deze volken voor uw aangezicht allengskens
72 Deu 9:1 | gaan, dat gij inkomt, om volken te erven, die groter en
73 Deu 9:4 | om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE
74 Deu 9:5 | om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE,
75 Deu 10:15 | hen, ulieden, uit al de volken verkoren, gelijk het te
76 Deu 11:23 | Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de
77 Deu 11:23 | bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt. ~
78 Deu 12:2 | al de plaatsen, alwaar de volken, die gij zult erven, hun
79 Deu 12:29 | zal hebben uitgeroeid de volken, naar dewelke gij heengaat,
80 Deu 12:30 | zeggende: Gelijk als deze volken hun goden gediend hebben,
81 Deu 13:7 | 7 Van de goden der volken, die rondom u zijn, nabij
82 Deu 14:2 | eigendoms te zijn, uit al de volken, die op den aardbodem zijn. ~
83 Deu 15:6 | gesproken, zo zult gij aan vele volken lenen; maar gij zult niet
84 Deu 15:6 | ontlenen; en gij zult over vele volken heersen; maar over u zullen
85 Deu 17:14 | over mij stellen, als al de volken, die rondom mij zijn; ~
86 Deu 18:9 | de gruwelen van dezelve volken. ~
87 Deu 18:14 | 14 Want deze volken, die gij zult erven, horen
88 Deu 19:1 | Wanneer de HEERE, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid, welker
89 Deu 20:15 | zijn van de steden dezer volken. ~
90 Deu 20:16 | Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God,
91 Deu 26:19 | Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt heeft,
92 Deu 28:1 | u hoog zetten boven alle volken der aarde. ~
93 Deu 28:10 | 10 En alle volken der aarde zullen zien, dat
94 Deu 28:12 | hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet
95 Deu 28:37 | een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden
96 Deu 28:64 | u verstrooien onder alle volken, van het ene einde der aarde
97 Deu 28:65 | Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool
98 Deu 29:16 | zijn door het midden der volken, die gij doorgetogen zijt. ~
99 Deu 29:18 | gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet
100 Deu 29:24 | 24 En alle volken zullen zeggen: Waarom heeft
101 Deu 30:1 | harte nemen, onder alle volken, waarheen u de HEERE, uw
102 Deu 30:3 | en u vergaderen uit al de volken, waarheen u de HEERE, uw
103 Deu 31:3 | aangezicht overgaan; Die zal deze volken van voor uw aangezicht verdelgen,
104 Deu 32:8 | Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen
105 Deu 32:8 | heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der
106 Deu 32:50 | en word vergaderd tot uw volken; gelijk als uw broeder Aaron
107 Deu 32:50 | berg Hor, en werd tot zijn volken vergaderd. ~
108 Deu 33:3 | 3 Immers bemint Hij de volken! Al zijn heiligen zijn in
109 Deu 33:17 | met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan
110 Deu 33:19 | 19 Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar
111 Joz 4:24 | 24 Opdat alle volken der aarde de hand des HEEREN
112 Joz 24:3 | gedaan heeft aan al deze volken voor uw aangezicht; want
113 Joz 24:4 | Ziet, ik heb u deze overige volken door het lot doen toevallen,
114 Joz 24:4 | de Jordaan af, met al de volken, die ik uitgeroeid heb,
115 Joz 24:7 | gij niet ingaat tot deze volken: deze, die overgebleven
116 Joz 24:9 | verdreven grote en machtige volken; en u aangaande, niemand
117 Joz 24:12 | en het overige van deze volken aanhangt, van deze, die
118 Joz 24:13 | niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te
119 Joz 25:17 | getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij
120 Joz 25:18 | aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner
121 Ric 2:12 | goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en
122 Ric 4:38 | u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn de wetgevers
123 1Sa 8:5 | te richten, gelijk al de volken hebben. ~
124 1Sa 8:20 | zullen ook zijn gelijk al de volken; en onze koning zal ons
125 2Sa 22:48 | volkomene wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt; ~
126 1Kon 4:34| 34 En van alle volken kwamen er, om de wijsheid
127 1Kon 8:43| U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen,
128 1Kon 8:53| erfdeel afgezonderd, uit alle volken der aarde; gelijk als Gij
129 1Kon 8:60| 60 Opdat alle volken der aarde weten, dat de
130 1Kon 9:7 | spotrede zijn onder alle volken. ~
131 1Kon 11:2 | 2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd
132 1Kon 22:28| Verder zeide hij: Hoort, gij volken altegaar! ~
133 2Kon 19:26| van Assyrie, zeggende: De volken, die gij vervoerd hebt,
134 2Kon 19:33| goden, naar de wijze der volken, van dewelke zij die weggevoerd
135 2Kon 19:41| 41 Maar deze volken vreesden den HEERE, en dienden
136 2Kon 20:33| 33 Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins
137 2Kon 21:12| 12 Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven
138 1Kro 5:25| overtreden, en de goden der volken des lands nagehoereerd,
139 1Kro 16:8 | Zijn daden bekend onder de volken. ~
140 1Kro 16:24| wonderwerken onder alle volken. ~
141 1Kro 16:26| 26 Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE
142 1Kro 16:28| HEERE, gij, geslachten der volken, geeft den HEERE eer en
143 2Kro 7:33| U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen,
144 2Kro 8:20| spreekwoord en spotrede onder alle volken maken. ~
145 2Kro 14:9 | priesteren gemaakt, gelijk de volken der landen? Een iegelijk,
146 2Kro 19:27| Verder zeide hij: Hoort, gij volken altegaar! ~
147 2Kro 32:13| en mijn vaderen aan alle volken der landen? Hebben de goden
148 Ezra 3:3 | over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden
149 Ezra 6:12| ter neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken,
150 Ezra 9:1 | niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun gruwelen,
151 Ezra 9:2 | hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand
152 Ezra 9:11| door de vuiligheid van de volken der landen, om hun gruwelen,
153 Ezra 9:14| ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen? Zoudt Gij
154 Ezra 10:2 | hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen;
155 Ezra 10:11| en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde
156 Neh 1:8 | overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien. ~
157 Neh 6:6 | geschreven: Het is onder de volken gehoord, en Gasmu zegt:
158 Neh 9:22 | Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld
159 Neh 9:24 | mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te
160 Neh 9:30 | gegeven in de hand van de volken der landen. ~
161 Neh 10:28 | Nethinim, en al wie zich van de volken der landen had afgescheiden
162 Neh 10:30 | niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren
163 Neh 10:31 | 31 Ook als de volken des lands waren en alle
164 Est 1:11 | koninklijke kroon, om den volken en den vorsten haar schoonheid
165 Est 1:16 | vorsten, en tegen al de volken, die in al de landschappen
166 Est 16:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws
167 Est 16:8 | verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zij des konings
168 Est 16:14 | landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden
169 Est 17:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws
170 Est 17:8 | verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zij des konings
171 Est 17:14 | landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden
172 Est 49:6 | landschappen, openbaar aan alle volken; en dat de Joden gereed
173 Est 49:10 | vrolijke dagen; en velen uit de volken des lands werden Joden,
174 Est 50:2 | hunlieder schrik was op al die volken gevallen. ~
175 Job 12:23 | 23 Hij vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt
176 Job 12:23 | verderft ze; Hij breidt de volken uit, en leidt ze. ~
177 Job 17:6 | tot een spreekwoord der volken gesteld; zodat ik een trommelslag
178 Job 36:20 | naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen
179 Job 36:31 | Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. ~
180 Psa 2:1 | heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~
181 Psa 7:8 | Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven
182 Psa 7:9 | 9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE,
183 Psa 9:9 | in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. ~
184 Psa 9:12 | woont; verkondigt onder de volken Zijn daden. ~
185 Psa 18:48 | volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; ~
186 Psa 33:10 | breekt de gedachten der volken. ~
187 Psa 34:10 | breekt de gedachten der volken. ~
188 Psa 44:3 | henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen
189 Psa 44:15 | hoofdschudding onder de volken. ~
190 Psa 45:6 | 6 Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij
191 Psa 45:18 | geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos. ~ ~
192 Psa 47:2 | 2 Al gij volken, klapt in de hand; juicht
193 Psa 47:4 | 4 Hij brengt de volken onder ons, en de natien
194 Psa 47:10 | 10 De edelen der volken zijn verzameld tot het volk
195 Psa 49:2 | 2 Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners
196 Psa 56:8 | ongerechtigheid vrijgaan? Stort de volken neder in toorn, o God! ~
197 Psa 57:10 | Ik zal U loven onder de volken, o Heere! ik zal U psalmzingen
198 Psa 65:8 | golven, en het rumoer der volken. ~
199 Psa 66:8 | 8 Looft, gij volken! onzen God; en laat horen
200 Psa 67:4 | 4De volken zullen U, o God! loven;
201 Psa 67:4 | zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~
202 Psa 67:5 | en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid;
203 Psa 67:6 | 6De volken zullen U, o God! loven;
204 Psa 67:6 | zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~
205 Psa 68:31 | stieren met de kalveren der volken; en dien, die zich onderwerpt
206 Psa 68:31 | stukken zilvers; Hij heeft de volken verstrooid, die lust hebben
207 Psa 77:15 | bekend gemaakt onder de volken. ~
208 Psa 87:6 | rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar
209 Psa 89:51 | boezem draag, van alle grote volken. ~
210 Psa 96:3 | heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen. ~
211 Psa 96:5 | 5 Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE
212 Psa 96:7 | HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en
213 Psa 96:10 | bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. ~
214 Psa 96:13 | met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid. ~ ~
215 Psa 97:6 | Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer. ~
216 Psa 98:9 | in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid. ~ ~
217 Psa 99:1 | 1De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de
218 Psa 99:2 | en Hij is hoog boven alle volken. ~
219 Psa 102:23 | 23 Wanneer de volken samen zullen vergaderd worden,
220 Psa 105:1 | Zijn daden bekend onder de volken. ~
221 Psa 105:20 | ontslaan; de heerser der volken liet hem los. ~
222 Psa 105:44 | erfenis bezaten den arbeid der volken; ~
223 Psa 106:34 | 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, die de HEERE
224 Psa 108:4 | Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen
225 Psa 135:10 | 10 Die veel volken sloeg, en machtige koningen
226 Psa 148:11 | koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters
227 Psa 149:7 | en bestraffingen over de volken; ~
228 Spre 24:24| rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen
229 Jes 2:3 | 3 En vele volken zullen heengaan en zeggen:
230 Jes 2:4 | heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden
231 Jes 3:13 | pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. ~
232 Jes 8:9 | Vergezelt u te zamen, gij volken! doch wordt verbroken; en
233 Jes 10:7 | uit te roeien niet weinige volken. ~
234 Jes 10:13 | ik heb de landpalen der volken weggenomen, en heb
235 Jes 10:14 | gevonden het vermogen der volken, als een nest, en ik heb
236 Jes 11:10 | staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn
237 Jes 12:4 | Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam
238 Jes 14:2 | 2 En de volken zullen hen aannemen, en
239 Jes 14:6 | 6 Die de volken plaagde in verbolgenheid
240 Jes 14:26 | uitgestrekt is over alle volken. ~
241 Jes 17:12 | Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk
242 Jes 24:13 | land, in het midden dezer volken, zal het alzo wezen, gelijk
243 Jes 25:3 | de stad der tirannische volken zal U vrezen. ~
244 Jes 25:6 | zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken,
245 Jes 25:7 | aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel,
246 Jes 30:28 | de kinnebakkens der volken. ~
247 Jes 33:3 | geluid des rumoers zullen de volken wegvlieden; van Uw verhoging
248 Jes 33:12 | 12 En de volken zullen zijn als de verbrandingen
249 Jes 34:1 | heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe; de aarde
250 Jes 36:18 | redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered
251 Jes 37:12 | Hebben de goden der volken die mijn vaders verdorven
252 Jes 40:15 | 15 Ziet, de volken zijn geacht als een druppel
253 Jes 40:17 | 17 Alle volken zijn als niets voor Hem;
254 Jes 41:1 | gij eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen; laat
255 Jes 43:4 | in uw plaats gegeven, en volken in plaats van uw ziel. ~
256 Jes 43:9 | vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder
257 Jes 45:1 | rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht neder
258 Jes 49:1 | eilanden! en luistert toe, gij volken van verre! De HEERE heeft
259 Jes 49:22 | tot de heidenen, en tot de volken zal Ik Mijn banier opsteken;
260 Jes 51:4 | rusten tot een licht der volken. ~
261 Jes 51:5 | en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de
262 Jes 55:4 | hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder
263 Jes 55:4 | een vorst en gebieder der volken. ~
264 Jes 56:4 | hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder
265 Jes 56:4 | een vorst en gebieder der volken. ~
266 Jes 57:7 | genoemd worden voor alle volken. ~
267 Jes 61:2 | bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE
268 Jes 61:12 | die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. ~
269 Jes 62:9 | nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen,
270 Jes 62:11 | uitspruiten voor al de volken. ~ ~
271 Jes 63:10 | een banier omhoog tot de volken! ~
272 Jes 64:3 | en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden
273 Jes 64:6 | 6 En Ik heb de volken vertreden in Mijn toorn,
274 Jer 1:5 | geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet gesteld. ~
275 Jer 1:10 | u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken,
276 Jer 10:3 | Want de inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het
277 Jer 25:9 | hetzelve, en over al deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen,
278 Jer 25:11 | een ontzetting; en deze volken zullen den koning van Babel
279 Jer 25:13 | geprofeteerd heeft over al deze volken. ~
280 Jer 25:14 | dienen, die ook machtige volken en grote koningen zijn;
281 Jer 25:15 | geef dien te drinken al den volken, tot welke Ik u zende; ~
282 Jer 25:17 | ik gaf te drinken al den volken, tot welke de HEERE mij
283 Jer 25:31 | HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden
284 Jer 26:6 | stellen tot een vloek allen volken der aarde. ~
285 Jer 27:7 | 7 En alle volken zullen hem, en zijn zoon,
286 Jer 27:7 | dan zullen zich machtige volken en grote koningen van hem
287 Jer 28:11 | van den hals al der volken. En de profeet Jeremia ging
288 Jer 28:14 | aan den hals van al deze volken, om Nebukadnezar, den koning
289 Jer 29:14 | en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen,
290 Jer 29:18 | een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven
291 Jer 34:1 | hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden,
292 Jer 36:2 | over Juda, en over al de volken, van den dag aan, dat Ik
293 Jer 44:8 | een smaadheid onder alle volken der aarde? ~
294 Jer 46:12 | 12 De volken hebben uw schande gehoord,
295 Jer 50:9 | een verzameling van grote volken uit het land van het noorden
296 Jer 50:46 | gekrijt is gehoord onder de volken. ~ ~
297 Jer 51:7 | aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken,
298 Jer 51:7 | gedronken, daarom zijn de volken dol geworden. ~
299 Jer 51:20 | krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door
300 Jer 51:58 | aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de natien
301 Klaa 1:18| geweest; hoort toch, alle gij volken, en ziet mijn smart; mijn
302 Klaa 1:89| gesteld, in het midden der volken. ~
303 Eze 2:3 | Israels, tot de rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd
304 Eze 3:6 | 6 Niet tot vele volken, diep van spraak en zwaar
305 Eze 11:17 | ulieden vergaderen uit de volken, en Ik zal u verzamelen
306 Eze 18:18 | was in het midden zijner volken; ziet daar, hij zal
307 Eze 19:4 | 4 Dit hoorden de volken van hem, hij werd gegrepen
308 Eze 19:8 | Toen begaven zich de volken tegen hem rondom uit de
309 Eze 20:34 | Want Ik zal u uit de volken voeren, en u vergaderen
310 Eze 20:35 | brengen in de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar
311 Eze 20:41 | reuk, wanneer Ik u van de volken uitvoeren, en u vergaderen
312 Eze 23:24 | met een vergadering van volken, rondassen, en schilden,
313 Eze 25:7 | buit geven, en zal u uit de volken uitroeien, en u uit de landen
314 Eze 26:2 | verbroken, de poort der volken; zij is tot mij omgewend;
315 Eze 27:3 | der zee, handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt
316 Eze 27:33 | voortkwamen, hebt gij vele volken verzadigd; met de veelheid
317 Eze 27:36 | De handelaars onder de volken fluiten u aan; gij zijt
318 Eze 28:19 | Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij
319 Eze 28:25 | vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij verstrooid
320 Eze 29:13 | Egyptenaars vergaderen uit de volken, waarhenen zij verstrooid
321 Eze 31:6 | scheuten; en alle grote volken zaten onder zijn schaduw. ~
322 Eze 31:12 | stromen des lands; en alle volken der aarde gingen af uit
323 Eze 32:3 | een vergadering van vele volken; die zullen u optrekken
324 Eze 32:9 | zal Ik het hart van vele volken verdrietig maken, als Ik
325 Eze 32:10 | zal maken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hun
326 Eze 34:13 | zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit
327 Eze 35:10 | Omdat gij zegt: Die twee volken en die twee landen zullen
328 Eze 36:13 | gij zijt een land, dat uw volken berooft; ~
329 Eze 36:14 | meer mensen opeten, en uw volken niet meer doen struikelen,
330 Eze 36:15 | meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen,
331 Eze 37:22 | zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan
332 Eze 38:6 | en al zijn benden; vele volken met u. ~
333 Eze 38:8 | dat vergaderd is uit vele volken, op de bergen Israels,
334 Eze 38:8 | als hetzelve land uit de volken zal uitgevoerd zijn, en
335 Eze 38:9 | en al uw benden, en vele volken met u. ~
336 Eze 38:15 | het noorden, gij en vele volken met u; die altemaal op paarden
337 Eze 38:22 | benden, en op de vele volken, die met hem zullen zijn. ~
338 Eze 39:4 | gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb
339 Eze 39:27 | hebben wedergebracht uit de volken, en hen vergaderd zal hebben
340 Dan 3:4 | kracht: Men zegt u aan, gij volken, gij natien, en tongen! ~
341 Dan 3:7 | te dier tijd, als al die volken hoorden het geluid des hoorns,
342 Dan 3:7 | soorten der muziek, alle volken, natien, en tongen
343 Dan 4:1 | koning Nebukadnezar aan alle volken, natien en tongen, die op
344 Dan 5:19 | beefden en sidderden alle volken, natien en tongen voor hem;
345 Dan 6:26 | de koning Darius aan alle volken, natien en tongen, die op
346 Dan 7:14 | Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien en tongen eren zouden;
347 Hos 7:8 | die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die
348 Hos 9:1 | opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw
349 Hos 10:10 | dat Ik ze zal binden; en volken zullen tegen henlieden verzameld
350 Hos 10:14 | gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen
351 Joe 2:6 | deszelfs aangezicht zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten
352 Joe 2:17 | waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder
353 Joe 3:11 | hoop, en komt aan, alle gij volken van rondom, en vergadert
354 Amos 6:1 | van de eerstelingen der volken, en tot dewelke die van
355 Mic 1:2 | 2 Hoort, gij volken altemaal! merk op, gij aarde,
356 Mic 4:1 | de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien. ~
357 Mic 4:3 | En Hij zal onder grote volken richten, en machtige heidenen
358 Mic 4:5 | 5 Want alle volken zullen wandelen, elk in
359 Mic 4:13 | maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal
360 Mic 5:6 | zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den HEERE,
361 Mic 5:7 | in het midden van vele volken, als een leeuw onder de
362 Nah 3:4 | die met haar hoererijen volken verkocht heeft, en geslachten
363 Zep 2:5 | landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord
364 Zep 2:14 | legeren, al het gedierte der volken; ook de roerdomp, ook de
365 Zep 3:9 | Gewisselijk, dan zal Ik tot de volken een reine spraak wenden;
366 Zep 3:20 | tot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw
367 Zac 8:20 | zal het geschieden, dat de volken, en de inwoners van vele
368 Zac 8:22 | 22 Alzo zullen vele volken, en machtige heidenen komen,
369 Zac 10:9 | En Ik zal hen onder de volken zaaien, en zij zullen Mijner
370 Zac 11:10 | hetwelk ik met al deze volken gemaakt had. ~
371 Zac 12:2 | drinkschaal der zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij
372 Zac 12:3 | een lastigen steen allen volken; allen, die zich daarmede
373 Zac 12:3 | doorsneden worden; en al de volken der aarde zullen zich tegen
374 Zac 12:4 | en alle paarden der volken zal Ik met blindheid slaan. ~
375 Zac 12:6 | ter linkerzijde alle volken rondom verteren; en Jeruzalem
376 Zac 14:12 | waarmede de HEERE al de volken plagen zal, die tegen Jeruzalem
377 Matt 4:15| de Jordaan, Galilea der volken; ~
378 Matt 20:25| weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren over
379 Matt 24:9 | zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil. ~
380 Matt 24:14| tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. ~
381 Matt 25:32| En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij
382 Matt 28:19| henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam
383 Mark 10:42| worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over
384 Mark 11:17| gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat tot een
385 Mark 13:10| gepredikt worden onder al de volken. ~
386 Luk 2:31 | het aangezicht van al de volken; ~
387 Luk 12:30 | al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader
388 Luk 21:24 | weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de
389 Luk 21:25 | de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als
390 Luk 22:25 | tot hen: De koningen der volken heersen over hen; en die
391 Luk 24:47 | vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. ~
392 Hand 4:25| de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht? ~
393 Hand 4:27| Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; ~
394 Hand 7:19| 19 En zeven volken uitgeroeid hebbende in het
395 Rom 4:17 | u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken
396 Rom 4:18 | worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd
397 Rom 15:11 | heidenen, en prijst Hem, al gij volken! ~
398 Gal 3:8 | zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden. ~
399 Open 7:9 | natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor
400 Open 10:11| wederom profeteren voor vele volken, en natien, en talen, en
401 Open 11:9 | 9 En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen,
402 Open 11:18| 18 En de volken waren toornig geworden,
403 Open 14:8 | toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. ~
404 Open 15:4 | alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U
405 Open 17:15| waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien,
406 Open 18:3 | toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de
407 Open 18:23| door uw toverij zijn alle volken verleid geweest. ~
408 Open 20:3 | boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou,
409 Open 20:8 | En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de
410 Open 21:24| 24 En de volken, die zalig worden, zullen
411 Open 21:26| heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. ~
|