Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
volheid 31
volk 1627
volke 31
volken 411
volkeren 3
volkje 1
volkomen 95
Frequency    [«  »]
413 tussen
413 zien
412 hemel
411 volken
409 heidenen
408 goed
405 30

Bijbel

IntraText - Concordances

volken

    Book Chapter: Verse
1 Gen 10:5 | verdeeld de eilanden der volken in hun landschappen, elk 2 Gen 10:5 | huisgezinnen, onder hun volken. ~ 3 Gen 10:20 | hun landschappen, in hun volken. ~ 4 Gen 10:31 | hun landschappen, naar hun volken. ~ 5 Gen 10:32 | naar hun geboorten, in hun volken; en van dezen zijn de volken 6 Gen 10:32 | volken; en van dezen zijn de volken op de aarde verdeeld na 7 Gen 14:1 | van Tideal, den koning der volken; ~ 8 Gen 14:9 | en Tideal, den koning der volken, en Amrafel, den koning 9 Gen 16:4 | een vader van menigte der volken worden! ~ 10 Gen 16:5 | een vader van menigte der volken. ~ 11 Gen 16:6 | vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen 12 Gen 16:14 | dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft 13 Gen 16:16 | haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal: koningen der 14 Gen 16:16 | worden zal: koningen der volken zullen uit haar worden! ~ 15 Gen 17:18 | volk worden zal, en alle volken der aarde in hem gezegend 16 Gen 21:18 | zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij 17 Gen 23:75 | zat, en hij werd tot zijn volken verzameld. ~ 18 Gen 23:83 | twaalf vorsten naar hun volken. ~ 19 Gen 23:84 | werd verzameld tot zijn volken. ~ 20 Gen 23:90 | HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee 21 Gen 24:4 | zullen gezegend worden alle volken der aarde, ~ 22 Gen 25:29 | 29 Volken zullen u dienen, en natien 23 Gen 26:3 | u, dat gij tot een hoop volken wordt. ~ 24 Gen 32:11 | Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden, en koningen 25 Gen 32:29 | werd verzameld tot zijn volken, oud en zat van dagen; en 26 Gen 44:4 | vermenigvuldigen, en u tot een hoop van volken stellen; en Ik zal aan uw 27 Gen 45:10 | en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn. ~ 28 Gen 45:33 | werd verzameld tot zijn volken. ~  ~ 29 Exo 15:14 | 14 De volken hebben het gehoord, zij 30 Exo 19:5 | Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is 31 Exo 30:33 | uitgeroeid worden uit zijn volken. ~ 32 Exo 30:38 | uitgeroeid worden uit zijn volken. ~  ~  ~ 33 Exo 31:14 | worden uit het midden harer volken. ~ 34 Exo 34:33 | aarde, noch onder enige volken; alzo dat dit ganse volk, 35 Exo 34:47 | 24 Wanneer Ik de volken voor uw aangezicht uit de 36 Lev 7:20 | zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden. ~ 37 Lev 7:21 | zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden. ~ 38 Lev 7:25 | zal hebben, zal uit haar volken uitgeroeid worden. ~ 39 Lev 7:27 | zal, die ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden. ~ 40 Lev 17:9 | diezelve man zal uit zijn volken uitgeroeid worden. ~ 41 Lev 19:8 | zal dezelve ziel, uit haar volken uitgeroeid worden. ~ 42 Lev 19:16 | een achterklapper onder uw volken; gij zult niet staan tegen 43 Lev 20:24 | HEERE, uw God, Die u van de volken afgezonderd heb! ~ 44 Lev 20:26 | heilig; en Ik heb u van de volken afgezonderd, opdat gij Mijns 45 Lev 21:1 | verontreinigen onder zijn volken. ~ 46 Lev 21:4 | over een overste onder zijn volken, om zich te ontheiligen. ~ 47 Lev 21:14 | maar een maagd uit zijn volken zal hij tot een vrouw nemen. ~ 48 Lev 21:15 | zal zijn zaad onder zijn volken niet ontheiligen; want Ik 49 Lev 22:60 | uitgeroeid worden uit haar volken. ~ 50 Lev 24:44 | hebben, die zullen van de volken zijn, die rondom u zijn; 51 Num 9:13 | zal diezelve ziel uit haar volken uitgeroeid worden; want 52 Num 20:24 | 24 Aaron zal tot zijn volken verzameld worden; want hij 53 Num 25:15 | Zur, die een hoofd was der volken van een vaderlijk huis onder 54 Num 27:13 | hebben, dan zult gij tot uw volken verzameld worden, gij ook, 55 Num 31:2 | verzameld worden tot uw volken. ~ 56 Deu 2:25 | over het aangezicht der volken, onder den gansen hemel; 57 Deu 4:6 | verstand zijn voor de ogen der volken, die al deze inzettingen 58 Deu 4:19 | de HEERE uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft 59 Deu 4:27 | zal u verstrooien onder de volken; en gij zult een klein volksken 60 Deu 4:38 | 38 Om volken, die groter en machtiger 61 Deu 6:14 | navolgen, van de goden der volken, die rondom u zijn. ~ 62 Deu 7:1 | dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben 63 Deu 7:1 | en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger 64 Deu 7:6 | eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn. ~ 65 Deu 7:7 | veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste 66 Deu 7:7 | waart het weinigste van alle volken. ~ 67 Deu 7:14 | zult gij zijn boven alle volken; er zal onder u noch man 68 Deu 7:16 | 16 Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE, 69 Deu 7:17 | in uw hart zeidet: Deze volken zijn meerder dan ik; hoe 70 Deu 7:19 | HEERE, uw God, doen aan alle volken, voor welker aangezicht 71 Deu 7:22 | HEERE, uw God, zal deze volken voor uw aangezicht allengskens 72 Deu 9:1 | gaan, dat gij inkomt, om volken te erven, die groter en 73 Deu 9:4 | om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE 74 Deu 9:5 | om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE, 75 Deu 10:15 | hen, ulieden, uit al de volken verkoren, gelijk het te 76 Deu 11:23 | Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de 77 Deu 11:23 | bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt. ~ 78 Deu 12:2 | al de plaatsen, alwaar de volken, die gij zult erven, hun 79 Deu 12:29 | zal hebben uitgeroeid de volken, naar dewelke gij heengaat, 80 Deu 12:30 | zeggende: Gelijk als deze volken hun goden gediend hebben, 81 Deu 13:7 | 7 Van de goden der volken, die rondom u zijn, nabij 82 Deu 14:2 | eigendoms te zijn, uit al de volken, die op den aardbodem zijn. ~ 83 Deu 15:6 | gesproken, zo zult gij aan vele volken lenen; maar gij zult niet 84 Deu 15:6 | ontlenen; en gij zult over vele volken heersen; maar over u zullen 85 Deu 17:14 | over mij stellen, als al de volken, die rondom mij zijn; ~ 86 Deu 18:9 | de gruwelen van dezelve volken. ~ 87 Deu 18:14 | 14 Want deze volken, die gij zult erven, horen 88 Deu 19:1 | Wanneer de HEERE, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid, welker 89 Deu 20:15 | zijn van de steden dezer volken. ~ 90 Deu 20:16 | Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, 91 Deu 26:19 | Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt heeft, 92 Deu 28:1 | u hoog zetten boven alle volken der aarde. ~ 93 Deu 28:10 | 10 En alle volken der aarde zullen zien, dat 94 Deu 28:12 | hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet 95 Deu 28:37 | een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden 96 Deu 28:64 | u verstrooien onder alle volken, van het ene einde der aarde 97 Deu 28:65 | Daartoe zult gij onder dezelve volken niet stil zijn, en uw voetzool 98 Deu 29:16 | zijn door het midden der volken, die gij doorgetogen zijt. ~ 99 Deu 29:18 | gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet 100 Deu 29:24 | 24 En alle volken zullen zeggen: Waarom heeft 101 Deu 30:1 | harte nemen, onder alle volken, waarheen u de HEERE, uw 102 Deu 30:3 | en u vergaderen uit al de volken, waarheen u de HEERE, uw 103 Deu 31:3 | aangezicht overgaan; Die zal deze volken van voor uw aangezicht verdelgen, 104 Deu 32:8 | Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen 105 Deu 32:8 | heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der 106 Deu 32:50 | en word vergaderd tot uw volken; gelijk als uw broeder Aaron 107 Deu 32:50 | berg Hor, en werd tot zijn volken vergaderd. ~ 108 Deu 33:3 | 3 Immers bemint Hij de volken! Al zijn heiligen zijn in 109 Deu 33:17 | met dezelve zal hij de volken te zamen stoten tot aan 110 Deu 33:19 | 19 Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar 111 Joz 4:24 | 24 Opdat alle volken der aarde de hand des HEEREN 112 Joz 24:3 | gedaan heeft aan al deze volken voor uw aangezicht; want 113 Joz 24:4 | Ziet, ik heb u deze overige volken door het lot doen toevallen, 114 Joz 24:4 | de Jordaan af, met al de volken, die ik uitgeroeid heb, 115 Joz 24:7 | gij niet ingaat tot deze volken: deze, die overgebleven 116 Joz 24:9 | verdreven grote en machtige volken; en u aangaande, niemand 117 Joz 24:12 | en het overige van deze volken aanhangt, van deze, die 118 Joz 24:13 | niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te 119 Joz 25:17 | getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij 120 Joz 25:18 | aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner 121 Ric 2:12 | goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en 122 Ric 4:38 | u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn de wetgevers 123 1Sa 8:5 | te richten, gelijk al de volken hebben. ~ 124 1Sa 8:20 | zullen ook zijn gelijk al de volken; en onze koning zal ons 125 2Sa 22:48 | volkomene wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt; ~ 126 1Kon 4:34| 34 En van alle volken kwamen er, om de wijsheid 127 1Kon 8:43| U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, 128 1Kon 8:53| erfdeel afgezonderd, uit alle volken der aarde; gelijk als Gij 129 1Kon 8:60| 60 Opdat alle volken der aarde weten, dat de 130 1Kon 9:7 | spotrede zijn onder alle volken. ~ 131 1Kon 11:2 | 2 Van die volken, waarvan de HEERE gezegd 132 1Kon 22:28| Verder zeide hij: Hoort, gij volken altegaar! ~ 133 2Kon 19:26| van Assyrie, zeggende: De volken, die gij vervoerd hebt, 134 2Kon 19:33| goden, naar de wijze der volken, van dewelke zij die weggevoerd 135 2Kon 19:41| 41 Maar deze volken vreesden den HEERE, en dienden 136 2Kon 20:33| 33 Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins 137 2Kon 21:12| 12 Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven 138 1Kro 5:25| overtreden, en de goden der volken des lands nagehoereerd, 139 1Kro 16:8 | Zijn daden bekend onder de volken. ~ 140 1Kro 16:24| wonderwerken onder alle volken. ~ 141 1Kro 16:26| 26 Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE 142 1Kro 16:28| HEERE, gij, geslachten der volken, geeft den HEERE eer en 143 2Kro 7:33| U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, 144 2Kro 8:20| spreekwoord en spotrede onder alle volken maken. ~ 145 2Kro 14:9 | priesteren gemaakt, gelijk de volken der landen? Een iegelijk, 146 2Kro 19:27| Verder zeide hij: Hoort, gij volken altegaar! ~ 147 2Kro 32:13| en mijn vaderen aan alle volken der landen? Hebben de goden 148 Ezra 3:3 | over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden 149 Ezra 6:12| ter neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken, 150 Ezra 9:1 | niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, 151 Ezra 9:2 | hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand 152 Ezra 9:11| door de vuiligheid van de volken der landen, om hun gruwelen, 153 Ezra 9:14| ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen? Zoudt Gij 154 Ezra 10:2 | hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; 155 Ezra 10:11| en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde 156 Neh 1:8 | overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien. ~ 157 Neh 6:6 | geschreven: Het is onder de volken gehoord, en Gasmu zegt: 158 Neh 9:22 | Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld 159 Neh 9:24 | mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te 160 Neh 9:30 | gegeven in de hand van de volken der landen. ~ 161 Neh 10:28 | Nethinim, en al wie zich van de volken der landen had afgescheiden 162 Neh 10:30 | niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren 163 Neh 10:31 | 31 Ook als de volken des lands waren en alle 164 Est 1:11 | koninklijke kroon, om den volken en den vorsten haar schoonheid 165 Est 1:16 | vorsten, en tegen al de volken, die in al de landschappen 166 Est 16:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws 167 Est 16:8 | verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zij des konings 168 Est 16:14 | landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden 169 Est 17:8 | verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws 170 Est 17:8 | verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zij des konings 171 Est 17:14 | landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden 172 Est 49:6 | landschappen, openbaar aan alle volken; en dat de Joden gereed 173 Est 49:10 | vrolijke dagen; en velen uit de volken des lands werden Joden, 174 Est 50:2 | hunlieder schrik was op al die volken gevallen. ~ 175 Job 12:23 | 23 Hij vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt 176 Job 12:23 | verderft ze; Hij breidt de volken uit, en leidt ze. ~ 177 Job 17:6 | tot een spreekwoord der volken gesteld; zodat ik een trommelslag 178 Job 36:20 | naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen 179 Job 36:31 | Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. ~ 180 Psa 2:1 | heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~ 181 Psa 7:8 | Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven 182 Psa 7:9 | 9 De HEERE zal den volken recht doen; richt mij, HEERE, 183 Psa 9:9 | in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. ~ 184 Psa 9:12 | woont; verkondigt onder de volken Zijn daden. ~ 185 Psa 18:48 | volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; ~ 186 Psa 33:10 | breekt de gedachten der volken. ~ 187 Psa 34:10 | breekt de gedachten der volken. ~ 188 Psa 44:3 | henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen 189 Psa 44:15 | hoofdschudding onder de volken. ~ 190 Psa 45:6 | 6 Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij 191 Psa 45:18 | geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk en altoos. ~  ~ 192 Psa 47:2 | 2 Al gij volken, klapt in de hand; juicht 193 Psa 47:4 | 4 Hij brengt de volken onder ons, en de natien 194 Psa 47:10 | 10 De edelen der volken zijn verzameld tot het volk 195 Psa 49:2 | 2 Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners 196 Psa 56:8 | ongerechtigheid vrijgaan? Stort de volken neder in toorn, o God! ~ 197 Psa 57:10 | Ik zal U loven onder de volken, o Heere! ik zal U psalmzingen 198 Psa 65:8 | golven, en het rumoer der volken. ~ 199 Psa 66:8 | 8 Looft, gij volken! onzen God; en laat horen 200 Psa 67:4 | 4De volken zullen U, o God! loven; 201 Psa 67:4 | zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~ 202 Psa 67:5 | en juichen, omdat Gij de volken zult richten in rechtmatigheid; 203 Psa 67:6 | 6De volken zullen U, o God! loven; 204 Psa 67:6 | zullen U, o God! loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~ 205 Psa 68:31 | stieren met de kalveren der volken; en dien, die zich onderwerpt 206 Psa 68:31 | stukken zilvers; Hij heeft de volken verstrooid, die lust hebben 207 Psa 77:15 | bekend gemaakt onder de volken. ~ 208 Psa 87:6 | rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar 209 Psa 89:51 | boezem draag, van alle grote volken. ~ 210 Psa 96:3 | heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen. ~ 211 Psa 96:5 | 5 Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE 212 Psa 96:7 | HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en 213 Psa 96:10 | bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. ~ 214 Psa 96:13 | met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid. ~  ~ 215 Psa 97:6 | Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer. ~ 216 Psa 98:9 | in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid. ~  ~ 217 Psa 99:1 | 1De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de 218 Psa 99:2 | en Hij is hoog boven alle volken. ~ 219 Psa 102:23 | 23 Wanneer de volken samen zullen vergaderd worden, 220 Psa 105:1 | Zijn daden bekend onder de volken. ~ 221 Psa 105:20 | ontslaan; de heerser der volken liet hem los. ~ 222 Psa 105:44 | erfenis bezaten den arbeid der volken; ~ 223 Psa 106:34 | 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, die de HEERE 224 Psa 108:4 | Ik zal U loven onder de volken, o HEERE! en ik zal U psalmzingen 225 Psa 135:10 | 10 Die veel volken sloeg, en machtige koningen 226 Psa 148:11 | koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters 227 Psa 149:7 | en bestraffingen over de volken; ~ 228 Spre 24:24| rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen 229 Jes 2:3 | 3      En vele volken zullen heengaan en zeggen: 230 Jes 2:4 | heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden 231 Jes 3:13 | pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. ~ 232 Jes 8:9 | Vergezelt u te zamen, gij volken! doch wordt verbroken; en 233 Jes 10:7 | uit te roeien niet weinige volken. ~ 234 Jes 10:13 | ik heb de landpalen der volken weggenomen, en heb      235 Jes 10:14 | gevonden het vermogen der volken, als een nest, en ik heb 236 Jes 11:10 | staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn 237 Jes 12:4 | Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam 238 Jes 14:2 | 2      En de volken zullen hen aannemen, en 239 Jes 14:6 | 6      Die de volken plaagde in verbolgenheid 240 Jes 14:26 | uitgestrekt is over alle volken. ~ 241 Jes 17:12 | Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk 242 Jes 24:13 | land, in het midden dezer volken, zal het alzo wezen, gelijk 243 Jes 25:3 | de stad der tirannische volken zal U vrezen. ~ 244 Jes 25:6 | zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, 245 Jes 25:7 | aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel, 246 Jes 30:28 | de      kinnebakkens der volken. ~ 247 Jes 33:3 | geluid des rumoers zullen de volken wegvlieden; van Uw verhoging 248 Jes 33:12 | 12      En de volken zullen zijn als de verbrandingen 249 Jes 34:1 | heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe; de aarde 250 Jes 36:18 | redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered 251 Jes 37:12 | Hebben de goden der volken die mijn vaders verdorven 252 Jes 40:15 | 15      Ziet, de volken zijn geacht als een druppel 253 Jes 40:17 | 17      Alle volken zijn als niets voor Hem; 254 Jes 41:1 | gij eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen; laat 255 Jes 43:4 | in uw plaats gegeven, en volken in plaats van uw      ziel. ~ 256 Jes 43:9 | vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder 257 Jes 45:1 | rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht neder 258 Jes 49:1 | eilanden! en luistert toe, gij volken van verre! De HEERE heeft 259 Jes 49:22 | tot de heidenen, en tot de volken zal Ik Mijn banier opsteken; 260 Jes 51:4 | rusten tot een licht der volken. ~ 261 Jes 51:5 | en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de 262 Jes 55:4 | hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder 263 Jes 55:4 | een vorst en gebieder der volken. ~ 264 Jes 56:4 | hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder 265 Jes 56:4 | een vorst en gebieder der volken. ~ 266 Jes 57:7 | genoemd worden voor alle volken. ~ 267 Jes 61:2 | bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE 268 Jes 61:12 | die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. ~ 269 Jes 62:9 | nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, 270 Jes 62:11 | uitspruiten voor al      de volken. ~  ~ 271 Jes 63:10 | een banier omhoog tot de volken! ~ 272 Jes 64:3 | en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden 273 Jes 64:6 | 6      En Ik heb de volken vertreden in Mijn toorn, 274 Jer 1:5 | geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet gesteld. ~ 275 Jer 1:10 | u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken, 276 Jer 10:3 | Want de inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het 277 Jer 25:9 | hetzelve, en over al deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen, 278 Jer 25:11 | een ontzetting; en deze volken zullen den koning van Babel 279 Jer 25:13 | geprofeteerd heeft over al deze volken. ~ 280 Jer 25:14 | dienen, die ook machtige volken en grote koningen zijn; 281 Jer 25:15 | geef dien te drinken al den volken, tot welke Ik u      zende; ~ 282 Jer 25:17 | ik gaf te drinken al den volken, tot welke de HEERE mij 283 Jer 25:31 | HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden 284 Jer 26:6 | stellen tot een vloek allen volken der aarde. ~ 285 Jer 27:7 | 7      En alle volken zullen hem, en zijn zoon, 286 Jer 27:7 | dan zullen zich machtige volken en grote koningen van hem 287 Jer 28:11 | van den hals al der volken. En de profeet Jeremia ging 288 Jer 28:14 | aan den hals van al deze volken, om Nebukadnezar, den koning 289 Jer 29:14 | en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, 290 Jer 29:18 | een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven 291 Jer 34:1 | hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, 292 Jer 36:2 | over Juda, en over al de volken, van den dag aan, dat Ik 293 Jer 44:8 | een smaadheid onder alle volken der aarde? ~ 294 Jer 46:12 | 12      De volken hebben uw schande gehoord, 295 Jer 50:9 | een verzameling van grote volken uit het land van het noorden 296 Jer 50:46 | gekrijt is gehoord onder de volken. ~  ~ 297 Jer 51:7 | aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, 298 Jer 51:7 | gedronken, daarom zijn de volken dol geworden. ~ 299 Jer 51:20 | krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door 300 Jer 51:58 | aangestoken worden; zodat de volken      tevergeefs, en de natien 301 Klaa 1:18| geweest; hoort toch, alle gij volken, en ziet mijn smart; mijn 302 Klaa 1:89| gesteld, in het midden der volken. ~ 303 Eze 2:3 | Israels, tot de rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd 304 Eze 3:6 | 6      Niet tot vele volken, diep van spraak en zwaar 305 Eze 11:17 | ulieden vergaderen uit de volken, en Ik zal u verzamelen 306 Eze 18:18 | was in het midden zijner volken; ziet daar, hij zal      307 Eze 19:4 | 4      Dit hoorden de volken van hem, hij werd gegrepen 308 Eze 19:8 | Toen begaven zich de volken tegen hem rondom uit de 309 Eze 20:34 | Want Ik zal u uit de volken voeren, en u vergaderen 310 Eze 20:35 | brengen in de woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar 311 Eze 20:41 | reuk, wanneer Ik u van de volken uitvoeren, en u vergaderen 312 Eze 23:24 | met een vergadering van volken, rondassen, en schilden, 313 Eze 25:7 | buit geven, en zal u uit de volken uitroeien, en u uit de landen 314 Eze 26:2 | verbroken, de poort der volken; zij is tot mij omgewend; 315 Eze 27:3 | der zee, handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt 316 Eze 27:33 | voortkwamen, hebt gij vele volken verzadigd; met de veelheid 317 Eze 27:36 | De handelaars onder de volken fluiten u aan; gij zijt 318 Eze 28:19 | Allen, die u kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij 319 Eze 28:25 | vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij verstrooid 320 Eze 29:13 | Egyptenaars vergaderen uit de volken, waarhenen zij verstrooid 321 Eze 31:6 | scheuten; en alle grote volken zaten onder zijn schaduw. ~ 322 Eze 31:12 | stromen des lands; en alle volken der aarde gingen af uit 323 Eze 32:3 | een vergadering van vele volken; die zullen u optrekken 324 Eze 32:9 | zal Ik het hart van vele volken verdrietig maken, als Ik 325 Eze 32:10 | zal maken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hun 326 Eze 34:13 | zal ze uitvoeren van de volken, en zal ze vergaderen uit 327 Eze 35:10 | Omdat gij zegt: Die twee volken en die twee landen zullen 328 Eze 36:13 | gij zijt een land, dat uw volken berooft; ~ 329 Eze 36:14 | meer mensen opeten, en uw volken niet meer doen struikelen, 330 Eze 36:15 | meer dragen; en gij zult uw volken niet meer doen struikelen,      331 Eze 37:22 | zullen niet meer tot twee volken zijn,      noch voortaan 332 Eze 38:6 | en al zijn benden; vele volken met u. ~ 333 Eze 38:8 | dat vergaderd is uit vele volken, op de bergen      Israels, 334 Eze 38:8 | als hetzelve land uit de volken zal uitgevoerd zijn, en 335 Eze 38:9 | en al uw benden, en vele volken met u. ~ 336 Eze 38:15 | het noorden, gij en vele volken met u; die altemaal op paarden 337 Eze 38:22 | benden, en      op de vele volken, die met hem zullen zijn. ~ 338 Eze 39:4 | gij en al uw benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb 339 Eze 39:27 | hebben wedergebracht uit de volken, en hen vergaderd zal hebben 340 Dan 3:4 | kracht: Men zegt u aan, gij volken, gij natien, en tongen! ~ 341 Dan 3:7 | te dier tijd, als al die volken hoorden het geluid des hoorns, 342 Dan 3:7 | soorten der muziek, alle volken, natien, en tongen      343 Dan 4:1 | koning Nebukadnezar aan alle volken, natien en tongen, die op 344 Dan 5:19 | beefden en sidderden alle volken, natien en tongen voor hem; 345 Dan 6:26 | de koning Darius aan alle volken, natien en tongen, die op 346 Dan 7:14 | Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien en tongen eren zouden; 347 Hos 7:8 | die verwart zich met de volken; Efraim is een koek, die 348 Hos 9:1 | opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw 349 Hos 10:10 | dat Ik ze zal binden; en volken zullen tegen henlieden verzameld 350 Hos 10:14 | gedruis ontstaan onder uw volken, en al uw vestingen zullen 351 Joe 2:6 | deszelfs aangezicht zullen de volken in pijn zijn; alle aangezichten 352 Joe 2:17 | waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder 353 Joe 3:11 | hoop, en komt aan, alle gij volken van rondom, en vergadert 354 Amos 6:1 | van de eerstelingen der volken, en tot dewelke die van 355 Mic 1:2 | 2      Hoort, gij volken altemaal! merk op, gij aarde, 356 Mic 4:1 | de heuvelen, en      de volken zullen tot hem toevloeien. ~ 357 Mic 4:3 | En Hij zal onder grote volken richten, en machtige heidenen 358 Mic 4:5 | 5      Want alle volken zullen wandelen, elk in 359 Mic 4:13 | maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal 360 Mic 5:6 | zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den HEERE, 361 Mic 5:7 | in het midden van vele volken, als een leeuw onder de 362 Nah 3:4 | die met haar hoererijen volken verkocht heeft, en geslachten 363 Zep 2:5 | landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord 364 Zep 2:14 | legeren, al het gedierte der volken; ook de roerdomp, ook de 365 Zep 3:9 | Gewisselijk, dan zal Ik tot de volken een reine spraak wenden; 366 Zep 3:20 | tot een lof, onder alle volken der aarde, als      Ik uw 367 Zac 8:20 | zal het geschieden, dat de volken, en de inwoners van vele 368 Zac 8:22 | 22      Alzo zullen vele volken, en machtige heidenen komen, 369 Zac 10:9 | En Ik zal hen onder de volken zaaien, en zij zullen Mijner 370 Zac 11:10 | hetwelk ik met al deze volken gemaakt had. ~ 371 Zac 12:2 | drinkschaal der zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij 372 Zac 12:3 | een lastigen steen allen volken; allen, die zich daarmede 373 Zac 12:3 | doorsneden worden; en      al de volken der aarde zullen zich tegen 374 Zac 12:4 | en alle      paarden der volken zal Ik met blindheid slaan. ~ 375 Zac 12:6 | ter linkerzijde      alle volken rondom verteren; en Jeruzalem 376 Zac 14:12 | waarmede de HEERE al de volken plagen zal, die tegen Jeruzalem 377 Matt 4:15| de Jordaan, Galilea der volken; ~ 378 Matt 20:25| weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren over 379 Matt 24:9 | zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil. ~ 380 Matt 24:14| tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. ~ 381 Matt 25:32| En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij 382 Matt 28:19| henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam 383 Mark 10:42| worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over 384 Mark 11:17| gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat tot een 385 Mark 13:10| gepredikt worden onder al de volken. ~ 386 Luk 2:31 | het aangezicht van al de volken; ~ 387 Luk 12:30 | al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader 388 Luk 21:24 | weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de 389 Luk 21:25 | de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als 390 Luk 22:25 | tot hen: De koningen der volken heersen over hen; en die 391 Luk 24:47 | vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. ~ 392 Hand 4:25| de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht? ~ 393 Hand 4:27| Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; ~ 394 Hand 7:19| 19 En zeven volken uitgeroeid hebbende in het 395 Rom 4:17 | u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken 396 Rom 4:18 | worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd 397 Rom 15:11 | heidenen, en prijst Hem, al gij volken! ~ 398 Gal 3:8 | zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden. ~ 399 Open 7:9 | natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor 400 Open 10:11| wederom profeteren voor vele volken, en natien, en talen, en 401 Open 11:9 | 9 En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen, 402 Open 11:18| 18 En de volken waren toornig geworden, 403 Open 14:8 | toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt. ~ 404 Open 15:4 | alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U 405 Open 17:15| waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien, 406 Open 18:3 | toorns harer hoererij alle volken gedronken hebben, en de 407 Open 18:23| door uw toverij zijn alle volken verleid geweest. ~ 408 Open 20:3 | boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, 409 Open 20:8 | En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de 410 Open 21:24| 24 En de volken, die zalig worden, zullen 411 Open 21:26| heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License