Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hei 1
heide 2
heiden 1
heidenen 409
heidense 1
heil 84
heiland 11
Frequency    [«  »]
413 zien
412 hemel
411 volken
409 heidenen
408 goed
405 30
404 gezegd

Bijbel

IntraText - Concordances

heidenen

    Book Chapter: Verse
1 Lev 18:24 | enige van deze; want de heidenen, die Ik van uw aangezicht 2 Lev 25:33 | Daartoe zal Ik u onder de heidenen verstrooien; en een zwaard 3 Lev 25:38 | gij zult omkomen onder de heidenen, en het land uwer vijanden 4 Lev 25:45 | Egypteland voor de ogen der heidenen uitgevoerd heb, opdat Ik 5 Num 14:15 | man doden, zo zouden de heidenen, die Uw gerucht gehoord 6 Num 23:9 | wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden. ~ 7 Num 24:8 | een eenhoorn; hij zal de heidenen, zijn vijanden, verteren, 8 Num 24:20 | Amalek is de eersteling der heidenen; maar zijn uiterste is ten 9 Deu 4:27 | getal overblijven onder de heidenen, waar de HEERE u henen leiden 10 Deu 8:20 | 20 Gelijk de heidenen, die de HEERE voor uw aangezicht 11 Deu 32:43 | 43 Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij 12 Joz 12:23 | Nafath-Dor, een; de koning der heidenen te Gilgal, een; ~ 13 Ric 2:21 | bezitting te verdrijven, van de heidenen, die Jozua heeft achtergelaten, 14 Ric 2:23 | Alzo liet de HEERE deze heidenen blijven, dat Hij hen niet 15 Ric 3:1 | 1 Dit nu zijn de heidenen, die de HEERE liet blijven, 16 Ric 4:2 | nu woonde in Haroseth der heidenen. ~ 17 Ric 4:13 | hem was, van Haroseth der heidenen tot de beek Kison. ~ 18 Ric 4:16 | heirleger, tot aan Haroseth der heidenen. En het ganse heirleger 19 2Sa 7:23 | Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende. ~ 20 2Sa 8:11 | hij geheiligd had van alle heidenen, die hij zich onderworpen 21 2Sa 22:44 | bewaard tot een hoofd der heidenen; het volk, dat ik niet kende, 22 2Sa 22:50 | o HEERE, loven onder de heidenen, en Uw Naam zal ik psalmzingen. ~ 23 1Kon 4:31 | zijn naam was onder alle heidenen rondom. ~ 24 1Kon 14:24 | naar al de gruwelen der heidenen, die de HEERE van het aangezicht 25 2Kon 17:3 | gaan, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor de kinderen 26 2Kon 18:3 | gaan, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor de kinderen 27 2Kon 19:8 | gewandeld in de inzettingen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 28 2Kon 19:11 | alle hoogten, gelijk de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten 29 2Kon 19:15 | ijdel werden, en achter de heidenen, die rondom hen waren, van 30 2Kon 21:17 | koningen van Assyrie die heidenen en hun land verwoest; ~ 31 2Kon 23:2 | HEEREN, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 32 2Kon 23:9 | dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 33 1Kro 14:17 | verschrikking over al die heidenen. ~  ~  ~  ~ 34 1Kro 16:24 | Vertelt Zijn eer onder de heidenen, Zijn wonderwerken onder 35 1Kro 16:31 | zich, en dat men onder de heidenen zegge: De HEERE regeert. ~ 36 1Kro 16:35 | verzamel ons, en red ons van de heidenen, dat wij Uw heiligen Naam 37 1Kro 17:21 | verschrikkelijke dingen, met de heidenen uit te stoten van het aangezicht 38 1Kro 18:11 | medegebracht had van al de heidenen: van de Edomieten, en van 39 1Kro 19:11 | medegebracht had van al de heidenen: van de Edomieten, en van 40 2Kro 21:6 | over alle koninkrijken der heidenen; en in Uw hand is kracht 41 2Kro 28:3 | vuur, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 42 2Kro 32:23 | daarna voor de ogen van alle heidenen verheven werd. ~ 43 2Kro 33:2 | HEEREN, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 44 2Kro 33:9 | dat zij erger deden dan de heidenen, die de HEERE voor het aangezicht 45 2Kro 37:14 | naar alle gruwelen der heidenen; en zij verontreinigden 46 Ezra 6:21 | van de onreinigheid der heidenen des lands tot hen afgezonderd 47 Neh 5:8 | broederen, de Joden, die aan de heidenen verkocht waren, naar ons 48 Neh 5:9 | Gods, om de versmading der heidenen, onze vijanden? ~ 49 Neh 5:17 | vijftig man, en die van de heidenen, die rondom ons zijn, tot 50 Neh 6:16 | hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en 51 Neh 13:26 | gezondigd, hoewel er onder vele heidenen geen koning was, gelijk 52 Psa 2:1 | 1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? ~ 53 Psa 2:8 | Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en 54 Psa 9:6 | 6 Gij hebt de heidenen gescholden, den goddeloze 55 Psa 9:16 | 16 De heidenen zijn gezonken in de groeve, 56 Psa 9:18 | toe, alle godvergetende heidenen. ~ 57 Psa 9:20 | niet versterken; laat de heidenen voor Uw aangezicht geoordeeld 58 Psa 9:21 | jaag hun vreze aan; laat de heidenen weten, dat zij mensen zijn. 59 Psa 10:16 | eeuwiglijk en altoos; de heidenen zijn vergaan uit Zijn land. ~ 60 Psa 18:44 | gesteld tot een hoofd der heidenen; het volk, dat ik niet kende, 61 Psa 18:50 | o HEERE! loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; ~ 62 Psa 22:28 | en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht 63 Psa 22:29 | en Hij heerst onder de heidenen. ~ 64 Psa 33:10 | vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten 65 Psa 34:10 | vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten 66 Psa 44:3 | 3 Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting 67 Psa 44:12 | verstrooit ons onder de heidenen. ~ 68 Psa 44:15 | een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding 69 Psa 46:7 | 7 De heidenen raasden, de koninkrijken 70 Psa 46:11 | verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden 71 Psa 47:9 | 9 God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner 72 Psa 59:6 | Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand 73 Psa 59:9 | belachen; Gij zult alle heidenen bespotten. ~ 74 Psa 66:7 | ogen houden wacht over de heidenen; laat de afvalligen niet 75 Psa 67:3 | Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil. ~ 76 Psa 72:11 | voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen. ~ 77 Psa 72:17 | hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig 78 Psa 78:55 | verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het 79 Psa 79:1 | Een psalm van Asaf. O God! Heidenen zijn gekomen in Uw erfenis; 80 Psa 79:6 | grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over 81 Psa 79:10 | 10 Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is hun God? 82 Psa 79:10 | bloeds Uwer knechten onder de heidenen voor onze ogen bekend worden. ~ 83 Psa 80:9 | Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven 84 Psa 86:9 | 9 Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt 85 Psa 94:10 | 10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, niet straffen, 86 Psa 96:3 | 3 Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken 87 Psa 96:10 | 10 Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal 88 Psa 98:2 | geopenbaard voor de ogen der heidenen. ~ 89 Psa 102:16 | 16 Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, 90 Psa 105:44 | Hij gaf hun de landen der heidenen, zodat zij in erfenis bezaten 91 Psa 106:27 | zou nedervellen onder de heidenen, en hen verstrooien zou 92 Psa 106:35 | zij vermengden zich met de heidenen, en leerden derzelver werken. ~ 93 Psa 106:41 | Hij gaf hen in de hand der heidenen, en hun haters heersten 94 Psa 106:47 | en verzamel ons uit de heidenen, opdat wij den Naam Uwer 95 Psa 110:6 | zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen 96 Psa 111:6 | hun gevende de erve der heidenen. ~ 97 Psa 113:4 | HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn 98 Psa 115:2 | 2 Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is nu hun God? ~ 99 Psa 117:1 | 1Looft den HEERE, alle heidenen; prijst Hem, alle natien! ~ 100 Psa 118:10 | 10 Alle heidenen hadden mij omringd; het 101 Psa 126:2 | toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen 102 Psa 135:15 | 15 De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, een 103 Psa 149:7 | 7Om wraak te doen over de heidenen, en bestraffingen over de 104 Jes 2:2 | tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien. ~ 105 Jes 2:4 | Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; 106 Jes 5:26 | banier opwerpen onder de heidenen van verre, en Hij zal hen 107 Jes 8:23 | Jordaan, aan Galilea der heidenen. ~  ~ 108 Jes 11:10 | ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isai, 109 Jes 11:12 | banier oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen 110 Jes 13:4 | koninkrijken, der verzamelde heidenen; de HEERE der heirscharen 111 Jes 14:6 | ophouden, die in toorn over de heidenen heerste, die wordt vervolgd, 112 Jes 14:9 | al de koningen der      heidenen van hun tronen opstaan. ~ 113 Jes 14:12 | nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! ~ 114 Jes 14:18 | Al de koningen der heidenen, zij allen liggen neder 115 Jes 16:8 | van Sibma, de heren der heidenen hebben zijn uitgelezen planten 116 Jes 23:3 | en zij was de markt der heidenen. ~ 117 Jes 29:7 | alzo zal de veelheid aller heidenen zijn, die tegen Ariel strijden 118 Jes 29:8 | alzo zal de menigte aller heidenen zijn, die tegen den berg 119 Jes 30:28 | den hals toe raakt; om de heidenen te schudden met een schudding 120 Jes 33:3 | van Uw verhoging zullen de heidenen verstrooid worden. ~ 121 Jes 34:1 | 1      Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken, 122 Jes 34:2 | des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid over al 123 Jes 41:2 | geroepen op zijn voet? de heidenen voor zijn aangezicht gegeven, 124 Jes 42:1 | gegeven; Hij zal het recht den heidenen      voortbrengen. ~ 125 Jes 42:6 | volks, tot een Licht der heidenen. ~ 126 Jes 43:9 | 9      Laat al de heidenen samen vergaderd worden, 127 Jes 45:20 | samen, gijlieden, die van de heidenen ontkomen zijt! Zij weten 128 Jes 49:6 | gegeven tot een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot 129 Jes 49:22 | Mijn hand opheffen tot de heidenen, en tot de volken zal Ik 130 Jes 52:10 | ontbloot voor de ogen aller heidenen; en al de einden der aarde 131 Jes 52:15 | 15      Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, ja, de koningen 132 Jes 54:3 | linkerhand; en uw zaad zal de heidenen erven, en zij zullen de 133 Jes 61:3 | 3      En de heidenen zullen tot uw licht gaan, 134 Jes 61:5 | gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen. ~ 135 Jes 61:11 | u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid      136 Jes 61:16 | En gij zult de melk der heidenen zuigen, en gij zult de borsten 137 Jes 62:6 | gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid 138 Jes 62:9 | En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen 139 Jes 63:2 | 2      En de heidenen zullen uw gerechtigheid 140 Jes 65:2 | bekend te maken! Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht      141 Jes 67:12 | en de heerlijkheid der heidenen als een overlopende beek; 142 Jes 67:18 | dat Ik vergaderen zal alle heidenen en tongen, en zij zullen 143 Jes 67:19 | zijn, zal Ik zenden tot de heidenen naar Tarsis, Pul, en Lud, 144 Jes 67:19 | Mijn heerlijkheid onder de heidenen verkondigen. ~ 145 Jes 67:20 | al uw broeders uit alle heidenen den HEERE ten spijsoffer 146 Jer 3:17 | des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar vergaderd 147 Jer 3:19 | erfenis van de heirscharen der heidenen? Maar Ik zeide: Gij zult 148 Jer 4:2 | gerechtigheid; zo zullen zich de heidenen in Hem zegenen, en zich 149 Jer 4:7 | haag, en de verderver der heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan 150 Jer 6:18 | 18      Daarom hoort, gij heidenen! en verneem, o gij vergadering! 151 Jer 9:16 | hen verstrooien onder de heidenen, die zij niet gekend hebben, 152 Jer 9:26 | woestijn wonen; want al de      heidenen hebben de voorhuid, maar 153 Jer 10:2 | HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor 154 Jer 10:2 | des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten. ~ 155 Jer 10:7 | niet vrezen, Gij Koning der heidenen? Want het komt U toe; omdat 156 Jer 10:7 | toch onder alle wijzen der heidenen, en in hun ganse koninkrijk, 157 Jer 10:10 | verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen Zijn gramschap niet      158 Jer 10:25 | grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over 159 Jer 14:22 | onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan 160 Jer 16:19 | benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der 161 Jer 18:13 | HEERE: Vraagt nu onder de heidenen; wie heeft alzulks gehoord? 162 Jer 22:8 | 8      Dan zullen veel heidenen voorbij deze stad gaan, 163 Jer 30:11 | voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u verstrooid 164 Jer 31:7 | juicht vanwege het hoofd der heidenen; doet het horen, lofzingt, 165 Jer 31:10 | Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, 166 Jer 33:9 | tot een sieraad bij alle heidenen der aarde; die al het goede 167 Jer 43:5 | van Juda, die van al de heidenen, waar zij waren henengedreven, 168 Jer 46:1 | Jeremia geschied is tegen de heidenen. ~ 169 Jer 46:28 | voleinding maken met al de heidenen, waarhenen Ik u gedreven 170 Jer 49:14 | gezant geschikt onder de heidenen, om te zeggen: Vergadert 171 Jer 49:15 | u klein gemaakt onder de heidenen, veracht onder de mensen. ~ 172 Jer 50:2 | Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en werpt 173 Jer 50:12 | geworden de achterste der heidenen, een woestijn, dorheid en 174 Jer 50:23 | een ontzetting onder de heidenen. ~ 175 Jer 51:27 | blaast de bazuin onder de heidenen, heiligt de heidenen tegen 176 Jer 51:27 | de heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen 177 Jer 51:28 | Heiligt tegen haar de heidenen, de koningen van Medie, 178 Jer 51:41 | een ontzetting onder de heidenen! ~ 179 Jer 51:44 | verslonden heeft; en de heidenen zullen niet meer tot hem 180 Klaa 1:1 | die groot was onder de heidenen, een vorstin onder de landschappen, 181 Klaa 1:3 | dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt geen rust; al 182 Klaa 1:10 | heeft zij aangezien, dat de heidenen in haar heiligdom gingen, 183 Klaa 1:31 | haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten      184 Klaa 1:125| weggezworven; zij zeiden onder de heidenen: Zij zullen er niet      185 Klaa 1:130| zijn schaduw leven onder de heidenen! ~ 186 Eze 4:13 | brood onrein eten onder de heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven 187 Eze 5:5 | welke Ik in het midden der heidenen gezet heb, en landen rondom 188 Eze 5:6 | goddeloosheid meer dan de heidenen, en Mijn inzettingen meer 189 Eze 5:7 | meer gemaakt hebt dan de heidenen, die rondom u zijn, in Mijn 190 Eze 5:7 | zelfs naar de rechten der heidenen, die rondom u zijn, niet 191 Eze 5:8 | oefenen, voor de ogen van die heidenen. ~ 192 Eze 5:14 | smaadheid zetten onder de heidenen, die rondom u zijn, voor 193 Eze 5:15 | onderwijs en ontzetting den heidenen zijn, die rondom u zijn, 194 Eze 6:8 | zwaard ontkomen onder de heidenen, wanneer gij in de landen 195 Eze 6:9 | Mijner gedenken onder de heidenen, waar zij gevankelijk zullen 196 Eze 7:24 | Daarom zal Ik de kwaadste der heidenen doen komen, die hun huizen 197 Eze 11:12 | maar naar de rechten der heidenen, die rondom u zijn,      198 Eze 11:16 | Hoewel Ik hen verre onder de heidenen weggedaan heb, en hoewel 199 Eze 12:15 | wanneer Ik hen onder de heidenen verspreiden en hen in de 200 Eze 12:16 | gruwelen vertellen onder de heidenen, waarhenen zij      komen 201 Eze 16:14 | u een naam uit onder de heidenen om uw schoonheid; want die 202 Eze 20:9 | wierde voor de ogen der heidenen, in welker midden zij waren; 203 Eze 20:14 | werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen 204 Eze 20:22 | opdat hij voor de ogen der heidenen niet zou ontheiligd worden, 205 Eze 20:23 | verspreiden zou onder de heidenen, en hen verstrooien in de 206 Eze 20:32 | zegt: Wij zullen als de heidenen en als de geslachten der 207 Eze 20:41 | worden voor de ogen der heidenen. ~ 208 Eze 22:4 | gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven tot een smaad, 209 Eze 22:15 | zal u verstrooien onder de heidenen, en u verspreiden in de 210 Eze 22:16 | ontheiligd zijn voor de ogen der heidenen; en gij zult weten, dat 211 Eze 23:30 | men u doen, dewijl gij de heidenen nagehoereerd hebt, en omdat 212 Eze 25:7 | u uitstrekken, en u den heidenen ten buit geven, en zal u 213 Eze 25:8 | van Juda is gelijk al de heidenen; ~ 214 Eze 25:10 | kinderen Ammons onder de heidenen niet meer gedacht worde. ~ 215 Eze 26:3 | o Tyrus! en Ik zal vele heidenen tegen u doen opkomen, alsof 216 Eze 26:5 | Heere HEERE; en zij zal den heidenen ten roof worden. ~ 217 Eze 28:7 | brengen, de tirannigste der heidenen; die zullen hun zwaarden 218 Eze 28:25 | onder hen voor de ogen der heidenen zal geheiligd      zijn, 219 Eze 29:12 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 220 Eze 29:15 | meer verheffen boven de heidenen; want Ik zal hen verminderen, 221 Eze 29:15 | niet zullen heersen over de heidenen. ~ 222 Eze 30:3 | wolkige dag, het zal der heidenen tijd zijn. ~ 223 Eze 30:11 | hem, de tirannigste der heidenen zullen aangevoerd worden, 224 Eze 30:23 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 225 Eze 30:26 | Egyptenaars verstrooien onder de heidenen, en zal hen verspreiden 226 Eze 31:11 | hand van den machtigste der heidenen, dat die hem rechtschapen 227 Eze 31:12 | vreemden, de tirannigste der heidenen, roeiden hem uit en verlieten 228 Eze 31:16 | geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle 229 Eze 31:17 | schaduw in het midden der heidenen gezeten      hadden. ~ 230 Eze 32:2 | een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als 231 Eze 32:9 | Ik uw verbreking onder de heidenen zal brengen in de landen, 232 Eze 32:12 | zamen de tirannigste der heidenen zijn; die zullen de hovaardij 233 Eze 32:16 | zingen; de dochteren der heidenen zullen het klagelijk zingen; 234 Eze 32:18 | dochteren der prachtige heidenen) in de onderste plaatsen 235 Eze 34:28 | 28      En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, 236 Eze 34:29 | het land, en den smaad der heidenen niet meer dragen. ~ 237 Eze 36:3 | voor het overblijfsel der heidenen ten erve zoudt      zijn, 238 Eze 36:4 | voor het overblijfsel der heidenen, die rondom zijn; ~ 239 Eze 36:5 | tegen het overblijfsel der heidenen, en tegen het ganse Edom; 240 Eze 36:6 | omdat gij den smaad der heidenen gedragen hebt; ~ 241 Eze 36:7 | hand opgeheven; zo niet de heidenen, die rondom u zijn, zelf 242 Eze 36:15 | dat men den schimp der heidenen niet meer over u hore, en 243 Eze 36:19 | verstrooide hen onder de heidenen, en zij werden verspreid 244 Eze 36:20 | 20      Als zij nu tot de heidenen kwamen, waarhenen zij getogen 245 Eze 36:21 | Israels ontheiligde onder de heidenen, waarhenen zij gekomen waren. ~ 246 Eze 36:22 | ontheiligd hebt onder de      heidenen, waarhenen gij gekomen zijt. ~ 247 Eze 36:23 | Naam heiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, dien gij 248 Eze 36:23 | hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten, dat Ik de 249 Eze 36:24 | Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de 250 Eze 36:30 | niet meer ontvangt onder de heidenen. ~ 251 Eze 36:36 | 36      Dan zullen de heidenen, die in de plaatsen rondom 252 Eze 37:21 | halen uit het midden der heidenen, waarhenen zij getogen zijn, 253 Eze 37:28 | 28      En de heidenen zullen weten, dat Ik de 254 Eze 38:12 | tegen een volk, dat uit de heidenen verzameld is, dat vee en      255 Eze 38:16 | Mijn land, opdat de      heidenen Mij kennen, als Ik aan u, 256 Eze 38:23 | worden voor de ogen van vele heidenen; en zij zullen weten, dat 257 Eze 39:7 | laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de      258 Eze 39:21 | Mijn eer zetten onder de heidenen; en alle heidenen zullen 259 Eze 39:21 | onder de heidenen; en alle heidenen zullen Mijn oordeel zien, 260 Eze 39:23 | 23      En de heidenen zullen weten, dat die van 261 Eze 39:27 | zijn voor de ogen van vele heidenen; ~ 262 Eze 39:28 | doen wegvoeren onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld 263 Hos 8:8 | verslonden; nu zijn zij onder de heidenen geworden, gelijk een vat, 264 Hos 8:10 | Dewijl zij dan onder de heidenen boelen om hoerenloon gehuurd 265 Hos 9:17 | omzwervende zijn onder de heidenen. ~  ~  ~  ~  ~ 266 Joe 2:17 | een smaadheid,      dat de heidenen over hen zouden heersen; 267 Joe 2:19 | tot een smaadheid onder de heidenen. ~ 268 Joe 3:2 | 2      Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren 269 Joe 3:2 | Israel, dat zij onder de      heidenen hebben verstrooid, en Mijn 270 Joe 3:9 | Roept dit uit onder de heidenen, heiligt een krijg; wekt 271 Joe 3:12 | 12      De heidenen zullen zich opmaken, en 272 Joe 3:12 | zitten, om te richten alle heidenen van rondom. ~ 273 Amos 9:9 | huis Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als zaad 274 Amos 9:12 | overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd 275 Oba 1:1 | gezant geschikt onder de heidenen: Staat op, en      laat 276 Oba 1:2 | u klein gemaakt onder de heidenen, gij zijt zeer veracht. ~ 277 Oba 1:15 | HEEREN is nabij, over al de heidenen; gelijk als gij gedaan hebt, 278 Oba 1:16 | heiligheid, zo zullen al de heidenen geduriglijk drinken; ja, 279 Mic 4:2 | 2      En vele heidenen zullen henengaan, en zeggen: 280 Mic 4:3 | volken richten, en machtige heidenen straffen, tot verre toe; 281 Mic 4:11 | 11      Nu zijn wel vele heidenen tegen u verzameld, die daar 282 Mic 5:7 | Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele 283 Mic 5:14 | grimmigheid wrake doen aan de heidenen, die niet horen. ~  ~ 284 Mic 7:16 | 16      De heidenen zullen het zien, en beschaamd 285 Nah 3:5 | aangezicht, en Ik zal den heidenen uw naaktheid, en den koninkrijken 286 Zep 2:11 | aanbidden, al de eilanden der heidenen. ~ 287 Zep 3:6 | 6      Ik heb de heidenen uitgeroeid, hun hoeken zijn 288 Zep 3:8 | want Mijn oordeel is, de heidenen te verzamelen, de koninkrijken 289 Zac 1:15 | vertoornd tegen die geruste heidenen; want Ik was een weinig 290 Zac 1:21 | verschrikken, om de hoornen der heidenen neder te werpen, welke den 291 Zac 2:8 | Hij mij gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd hebben; 292 Zac 2:11 | 11      En vele heidenen zullen te dien dage den 293 Zac 7:14 | hen weggestormd onder alle heidenen, welke zij niet kenden; 294 Zac 8:13 | zijt een vloek onder de heidenen, alzo zal Ik ulieden behoeden, 295 Zac 8:22 | vele volken, en machtige heidenen komen, om den HEERE der 296 Zac 8:23 | uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de 297 Zac 9:10 | uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij 298 Zac 12:9 | zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. ~ 299 Zac 14:2 | 2      Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde 300 Zac 14:3 | Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij 301 Zac 14:14 | strijden; en het vermogen aller heidenen rondom zal verzameld worden, 302 Zac 14:16 | overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen 303 Zac 14:18 | met dewelke de HEERE die heidenen      plagen zal, die niet 304 Zac 14:19 | mitsgaders de zonde aller heidenen, die niet optrekken zullen, 305 Mal 1:11 | Naam groot zijn onder de heidenen; en aan alle plaats zal 306 Mal 1:11 | zal groot zijn onder de heidenen, zegt de HEERE der heirscharen. ~ 307 Mal 1:14 | Naam is vreselijk onder de heidenen. ~  ~ 308 Mal 3:12 | 12      En alle heidenen zullen u gelukzalig noemen; 309 Matt 6:7 | verhaal van woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij 310 Matt 6:32 | al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, 311 Matt 10:5 | heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan 312 Matt 10:18 | om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis. ~ 313 Matt 12:18 | Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen. ~ 314 Matt 12:21 | En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen. ~ 315 Matt 20:19 | 19 En zij zullen Hem den heidenen overleveren, om Hem te bespotten 316 Mark 10:33 | veroordelen, en Hem den heidenen overleveren; ~ 317 Luk 2:32 | Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van 318 Luk 18:32 | 32 Want Hij zal den heidenen overgeleverd worden, en 319 Luk 21:24 | en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat 320 Luk 21:24 | worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn. ~ 321 Hand 4:25 | gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele 322 Hand 4:27 | Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels; ~ 323 Hand 5:45 | Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd. ~ 324 Hand 6:1 | hebben gehoord, dat ook de heidenen het Woord Gods aangenomen 325 Hand 6:18 | Zo heeft dan God ook den heidenen de bekering gegeven ten 326 Hand 7:42 | uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat 327 Hand 7:46 | ziet, wij keren ons tot de heidenen. ~ 328 Hand 7:47 | gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot 329 Hand 7:48 | 48 Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden 330 Hand 8:2 | verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders. ~ 331 Hand 8:5 | oploop geschiedde, beiden van heidenen en van Joden, met hun oversten, 332 Hand 8:16 | de verledene tijden al de heidenen heeft laten wandelen in 333 Hand 8:27 | gedaan had, en dat Hij den heidenen de deur des geloofs geopend 334 Hand 9:3 | verhalende de bekering der heidenen; en deden al den broederen 335 Hand 9:7 | mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord 336 Hand 9:12 | wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had. ~ 337 Hand 9:14 | verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen 338 Hand 9:17 | den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen 339 Hand 9:19 | men degenen, die uit de heidenen zich tot God bekeren, niet 340 Hand 9:23 | wensen den broederen uit de heidenen, die in Antiochie, en Syrie, 341 Hand 12:6 | nu voortaan zal ik tot de heidenen heengaan. ~ 342 Hand 15:11 | overleveren in de handen der heidenen. ~ 343 Hand 15:19 | tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan 344 Hand 15:21 | al de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, 345 Hand 15:25 | 25 Doch van de heidenen, die geloven, hebben wij 346 Hand 16:21 | want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden. ~ 347 Hand 20:17 | van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende; ~ 348 Hand 20:20 | gehele land van Judea, en den heidenen verkondigd, dat zij zich 349 Hand 20:23 | verkondigen dezen volke, en den heidenen. ~ 350 Hand 22:28 | dat de zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en dezelve 351 Rom 1:5 | des geloofs onder al de heidenen, voor Zijn Naam; ~ 352 Rom 1:13 | als ook onder de andere heidenen. ~ 353 Rom 2:14 | 14 Want wanneer de heidenen, die de wet niet hebben, 354 Rom 2:24 | uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is. ~ 355 Rom 3:29 | is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen; ~ 356 Rom 3:29 | der heidenen? Ja, ook der heidenen; ~ 357 Rom 9:24 | de Joden, maar ook uit de heidenen. ~ 358 Rom 9:30 | zullen wij dan zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid 359 Rom 11:11 | val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid 360 Rom 11:12 | vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid! ~ 361 Rom 11:13 | 13 Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik der heidenen 362 Rom 11:13 | heidenen, voor zoveel ik der heidenen apostel ben; ik maak mijn 363 Rom 11:25 | is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. ~ 364 Rom 15:9 | 9 En de heidenen God vanwege de barmhartigheid 365 Rom 15:9 | zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen. ~ 366 Rom 15:10 | Hij: Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk! ~ 367 Rom 15:11 | Looft den Heere, al gij heidenen, en prijst Hem, al gij volken! ~ 368 Rom 15:12 | Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen 369 Rom 15:12 | gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen. ~ 370 Rom 15:16 | Jezus Christus zij onder de heidenen, het Evangelie van God bedienende, 371 Rom 15:16 | opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd 372 Rom 15:18 | tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken; ~ 373 Rom 15:27 | schuldenaars; want indien de heidenen hunner geestelijke goederen 374 Rom 16:4 | ook al de Gemeenten der heidenen. ~ 375 Rom 16:26 | des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt; ~ 376 1Kor 5:1 | hoererij, die ook onder de heidenen niet genoemd wordt, alzo 377 1Kor 10:20 | ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen 378 1Kor 12:2 | 2 Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden 379 2Kor 11:26 | geslacht, in gevaren van de heidenen, in gevaren in de stad, 380 Gal 1:16 | door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben 381 Gal 2:2 | dat ik predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan 382 Gal 2:8 | krachtelijk in mij onder de heidenen); ~ 383 Gal 2:9 | gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis 384 Gal 2:12 | waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, 385 Gal 2:14 | waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te 386 Gal 2:15 | en niet zondaars uit de heidenen; ~ 387 Gal 3:8 | voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, 388 Gal 3:14 | zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, 389 Efez 2:11 | gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die 390 Efez 3:1 | Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt. ~ 391 Efez 3:6 | 6 Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en 392 Efez 3:8 | genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen 393 Efez 4:17 | wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid 394 Kol 1:27 | dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder 395 1The 2:16 | verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig mochten worden; 396 1The 4:5 | begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen. ~ 397 1Tim 2:7 | lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid. ~ 398 1Tim 3:16 | engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, 399 2Tim 1:11 | apostel, en een leraar der heidenen; ~ 400 2Tim 4:17 | van de prediking, en alle heidenen dezelve zouden horen. En 401 1Pet 2:12 | wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk 402 1Pet 4:3 | voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben, en 403 3Joh 1:7 | uitgegaan, niets nemende van de heidenen. ~ 404 Open 2:26 | hem macht geven over de heidenen; ~ 405 Open 11:2 | dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de 406 Open 12:5 | mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren 407 Open 16:19 | gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote 408 Open 19:15 | zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen 409 Open 22:2 | booms waren tot genezing der heidenen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License