1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370
Book Chapter: Verse
7501 Jer 22:12 | 12 Maar in de plaats, waarhenen zij
7502 Jer 22:21 | 21 Ik sprak u aan in uw groten voorspoed, maar
7503 Jer 22:22 | en uw liefhebbers zullen in de gevangenis gaan; dan
7504 Jer 22:23 | op den Libanon woont, en in de cederen nestelt! hoe
7505 Jer 22:25 | 25 En Ik zal u geven in de hand dergenen, die uw
7506 Jer 22:25 | die uw ziel zoeken, en in de hand dergenen, voor welker
7507 Jer 22:25 | aangezicht gij schrikt, namelijk in de hand van Nebukadrezar,
7508 Jer 22:25 | koning van Babel, en in de hand der Chaldeen. ~
7509 Jer 22:26 | gebaard heeft, uitwerpen in een ander land, waarin gijlieden
7510 Jer 22:27 | 27 En in het land, naar hetwelk hun
7511 Jer 22:28 | uitgeworpen, ja, weggeworpen in een land, dat zij niet
7512 Jer 22:30 | niet voorspoedig zal zijn in zijn dagen; want er zal
7513 Jer 22:30 | Davids, en heersende meer in Juda. ~ ~ ~ ~ ~
7514 Jer 23:6 | 6 In Zijn dagen zal Juda verlost
7515 Jer 23:8 | had! want zij zullen wonen in hun land. ~
7516 Jer 23:9 | profeten. Mijn hart wordt in mijn binnenste gebroken,
7517 Jer 23:11 | zijn huichelaars; zelfs in Mijn huis vind Ik hun boosheid,
7518 Jer 23:12 | als zeer gladde plaatsen in de donkerheid; zij zullen
7519 Jer 23:12 | een kwaad over hen brengen in het jaar hunner bezoeking,
7520 Jer 23:13 | wel ongerijmdheid gezien in de profeten van Samaria,
7521 Jer 23:14 | 14 Maar in de profeten van Jeruzalem
7522 Jer 23:15 | huichelarij uitgegaan in het ganse land. ~
7523 Jer 23:18 | 18 Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan,
7524 Jer 23:20 | gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult
7525 Jer 23:22 | 22 Maar zo zij in Mijn raad hadden gestaan,
7526 Jer 23:24 | 24 Zou zich iemand in verborgene plaatsen kunnen
7527 Jer 23:25 | de profeten zeggen, die in Mijn Naam leugen profeteren,
7528 Jer 23:26 | lang? Is er dan een droom in het hart der profeten, die
7529 Jer 24:2 | 2 In den enen korf waren zeer
7530 Jer 24:2 | rijpe vijgen zijn; maar in den anderen korf waren zeer
7531 Jer 24:6 | en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen
7532 Jer 24:8 | overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven,
7533 Jer 24:8 | zijn overgebleven, en die in Egypteland wonen; ~
7534 Jer 24:9 | spotrede, en tot een vloek, in al de plaatsen, waarhenen
7535 Jer 25:1 | het ganse volk van Juda, in het vierde jaar van Jojakim,
7536 Jer 25:5 | uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u
7537 Jer 25:13 | daarover gesproken heb; al wat in dit boek geschreven is,
7538 Jer 25:24 | des gemengden hoops, die in de woestijn wonen; ~
7539 Jer 25:29 | 29 Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam
7540 Jer 25:34 | schreeuwt, en wentelt u in de as, gij heerlijken van
7541 Jer 26:1 | 1 In het begin des koninkrijks
7542 Jer 26:2 | Zo zegt de HEERE: Sta in het voorhof van het huis
7543 Jer 26:2 | die komen om aan te bidden in het huis des HEEREN, al
7544 Jer 26:4 | zult horen, dat gij wandelt in Mijn wet, die Ik voor uw
7545 Jer 26:7 | Jeremia deze woorden spreken in het huis des HEEREN. ~
7546 Jer 26:9 | 9 Waarom hebt gij in den Naam des HEEREN geprofeteerd,
7547 Jer 26:9 | vergaderd tegen Jeremia, in het huis des HEEREN. ~
7548 Jer 26:14 | Doch ik, ziet, ik ben in uw handen; doet mij, als
7549 Jer 26:14 | goed, en als het recht is in uw ogen; ~
7550 Jer 26:15 | en op haar inwoners; want in der waarheid, de HEERE heeft
7551 Jer 26:16 | heeft tot ons gesproken in den Naam des HEEREN,
7552 Jer 26:18 | Micha, de Morastiet, heeft in de dagen van Hizkia, koning
7553 Jer 26:20 | Er was ook een man, die in den Naam des HEEREN profeteerde,
7554 Jer 26:21 | en vluchtte, en kwam in Egypte; ~
7555 Jer 26:22 | en andere mannen met hem, in Egypte; ~
7556 Jer 26:23 | wierp zijn dood lichaam in de graven van de kinderen
7557 Jer 26:24 | dat men hem niet overgaf in de hand des volk, om hem
7558 Jer 27:1 | 1 In het begin des koninkrijks
7559 Jer 27:5 | aan welken het recht is in Mijn ogen. ~
7560 Jer 27:6 | heb al deze landen gegeven in de hand van Nebukadnezar,
7561 Jer 27:11 | dienen, datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt
7562 Jer 27:15 | zij profeteren valselijk in Mijn Naam; opdat Ik u uitstote,
7563 Jer 27:18 | voorbidden, opdat de vaten, die in het huis des HEEREN, en
7564 Jer 27:18 | het huis des HEEREN, en in het huis des konings
7565 Jer 27:19 | het overige der vaten, die in deze stad zijn overgebleven, ~
7566 Jer 27:21 | Israels, van de vaten, die in het huis des HEEREN, en
7567 Jer 27:21 | het huis des HEEREN, en in het huis des konings van
7568 Jer 28:1 | Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar, in het begin
7569 Jer 28:1 | geschiedde het in hetzelfde jaar, in het begin des koninkrijks
7570 Jer 28:1 | Zedekia, koning van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde
7571 Jer 28:1 | Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand, dat Hananja,
7572 Jer 28:1 | Gibeon was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor
7573 Jer 28:3 | 3 In nog twee volle jaren zal
7574 Jer 28:5 | ogen des gansen volks, die in het huis des HEEREN stonden; ~
7575 Jer 28:9 | worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft. ~
7576 Jer 28:11 | Nebukadnezar, den koning van Babel, in nog twee volle jaren,
7577 Jer 28:13 | gij verbroken, nu zult gij in plaats van die ijzeren jukken
7578 Jer 28:17 | stierf de profeet Hananja in datzelfde jaar, in de zevende
7579 Jer 28:17 | Hananja in datzelfde jaar, in de zevende maand. ~ ~ ~ ~ ~
7580 Jer 29:7 | haar tot den HEERE; want in haar vrede zult gij vrede
7581 Jer 29:8 | profeten en uw waarzeggers, die in het midden van u zijn, u
7582 Jer 29:9 | zij profeteren u valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet
7583 Jer 29:16 | en van al het volk, dat in deze stad woont, te weten,
7584 Jer 29:16 | met u niet zijn uitgegaan in de gevangenis; ~
7585 Jer 29:21 | van Maaseja, die ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren:
7586 Jer 29:21 | Ziet, Ik zal hen geven in de hand van Nebukadrezar,
7587 Jer 29:22 | weggevoerden van Juda, die in Babel zijn, dat men zegge:
7588 Jer 29:23 | zij een dwaasheid deden in Israel, en overspel bedreven
7589 Jer 29:23 | spraken het woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet
7590 Jer 29:25 | zeggende: Omdat gij brieven in uw naam gezonden hebt tot
7591 Jer 29:26 | u tot priester gesteld, in plaats van den priester
7592 Jer 29:26 | gij opzieners zoudt zijn in des HEEREN huis over allen
7593 Jer 29:26 | uitgeeft, dat gij dien stelt in de gevangenis en in den
7594 Jer 29:26 | stelt in de gevangenis en in den stok. ~
7595 Jer 29:32 | zal niemand hebben, die in het midden dezes volks wone,
7596 Jer 30:2 | Ik tot u gesproken heb, in een boek. ~
7597 Jer 30:3 | Ik zal hen wederbrengen in het land, dat Ik hun
7598 Jer 30:6 | alle aangezichten veranderd in bleekheid? ~
7599 Jer 30:16 | wederpartijders, zij allen zullen gaan in gevangenis; en die u beroven,
7600 Jer 30:24 | gedachten Zijns harten; in het laatste der dagen zult
7601 Jer 31:2 | zwaard heeft genade gevonden in de woestijn, namelijk Israel,
7602 Jer 31:9 | leiden aan de waterbeken, in een rechten weg, waarin
7603 Jer 31:10 | heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn,
7604 Jer 31:13 | de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen
7605 Jer 31:13 | want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen,
7606 Jer 31:15 | Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer
7607 Jer 31:23 | woord zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in
7608 Jer 31:23 | in het land van Juda, en in zijn steden, als Ik hun
7609 Jer 31:29 | 29 In die dagen zullen zij niet
7610 Jer 31:33 | de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en
7611 Jer 31:33 | binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik
7612 Jer 31:40 | noch afgebroken worden in eeuwigheid. ~ ~ ~ ~ ~
7613 Jer 32:1 | geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van Zedekia,
7614 Jer 32:2 | profeet Jeremia was besloten in het voorhof der bewaring,
7615 Jer 32:2 | voorhof der bewaring, dat in het huis des konings van
7616 Jer 32:3 | Ziet, Ik geef deze stad in de hand des konings van
7617 Jer 32:4 | zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van
7618 Jer 32:8 | des HEEREN woord, tot mij, in het voorhof der bewaring,
7619 Jer 32:8 | hetwelk is bij Anathoth, dat in het land van Benjamin
7620 Jer 32:12 | ogen van al de Joden, die in het voorhof der bewaring
7621 Jer 32:14 | dezen open brief, en doe ze in een aarden vat, opdat zij
7622 Jer 32:15 | en velden, en wijngaarden in dit land gekocht worden. ~
7623 Jer 32:18 | ongerechtigheid der vaderen vergeldt in den schoot hunner kinderen
7624 Jer 32:20 | en wonderen gesteld hebt in Egypteland, tot op dezen
7625 Jer 32:20 | Egypteland, tot op dezen dag, zo in Israel, als onder andere
7626 Jer 32:23 | stem niet gehoorzaamd, en in Uw wet niet gewandeld; zij
7627 Jer 32:24 | gekomen aan de stad, om die in te nemen, en de stad is
7628 Jer 32:24 | nemen, en de stad is gegeven in de hand der Chaldeen, die
7629 Jer 32:25 | getuigen betuigen; daar de stad in der Chaldeen hand gegeven
7630 Jer 32:28 | Zie, Ik geef deze stad in de hand der Chaldeen, en
7631 Jer 32:28 | de hand der Chaldeen, en in de hand van Nebukadrezar,
7632 Jer 32:30 | alleenlijk gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen; want de kinderen
7633 Jer 32:34 | hun verfoeiselen gesteld in het huis, dat naar Mijn
7634 Jer 32:35 | hoogten van Baal gebouwd, die in het dal des zoons van Hinnom
7635 Jer 32:35 | niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen,
7636 Jer 32:36 | van zegt: Zij is gegeven in de hand des konings van
7637 Jer 32:37 | hen zal verdreven hebben in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid,
7638 Jer 32:37 | hebben in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid, en in
7639 Jer 32:37 | in Mijn grimmigheid, en in grote verbolgenheid; en
7640 Jer 32:40 | weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij
7641 Jer 32:41 | Ik zal hen getrouwelijk in dat land planten, met Mijn
7642 Jer 32:43 | zullen velden gekocht worden in dit land, waarvan gij zegt:
7643 Jer 32:43 | er geen mens noch beest in is; het is in der Chaldeen
7644 Jer 32:43 | noch beest in is; het is in der Chaldeen hand gegeven. ~
7645 Jer 32:44 | getuigen doen betuigen, in het land van Benjamin, en
7646 Jer 32:44 | het land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem,
7647 Jer 32:44 | plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden van Juda,
7648 Jer 32:44 | de steden van Juda, en in de steden van het gebergte,
7649 Jer 32:44 | steden van het gebergte, en in de steden der laagte, en
7650 Jer 32:44 | de steden der laagte, en in de steden van het zuiden;
7651 Jer 33:1 | tot Jeremia, als hij nog in het voorhof der bewaring
7652 Jer 33:5 | mensen, die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn
7653 Jer 33:5 | verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn grimmigheid; en
7654 Jer 33:7 | wenden, en zal ze bouwen als in het eerste. ~
7655 Jer 33:10 | Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan gij
7656 Jer 33:10 | geen mens en geen beest in is), in de steden van Juda,
7657 Jer 33:10 | mens en geen beest in is), in de steden van Juda, en op
7658 Jer 33:10 | geen inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord
7659 Jer 33:11 | Zijn goedertierenheid is in eeuwigheid! de stem dergenen,
7660 Jer 33:11 | gevangenis des lands wenden, als in het eerste, zegt de
7661 Jer 33:12 | de HEERE der heirscharen: In deze plaats, die zo woest
7662 Jer 33:12 | zelfs tot het vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver
7663 Jer 33:12 | vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden, zullen
7664 Jer 33:13 | 13 In de steden van het gebergte,
7665 Jer 33:13 | steden van het gebergte, in de steden der laagte, en
7666 Jer 33:13 | de steden der laagte, en in de steden van het zuiden,
7667 Jer 33:13 | steden van het zuiden, en in het land van Benjamin, en
7668 Jer 33:13 | het land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem,
7669 Jer 33:13 | plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden van Juda,
7670 Jer 33:15 | 15 In die dagen, en te dier tijd
7671 Jer 33:16 | 16 In die dagen zal Juda verlost
7672 Jer 34:2 | Zie, Ik geef deze stad in de hand des konings van
7673 Jer 34:3 | maar zekerlijk gegrepen, en in zijn hand gegeven worden;
7674 Jer 34:5 | 5 Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen
7675 Jer 34:15 | hadt gedaan, dat recht is in Mijn ogen, vrijheid uitroepende,
7676 Jer 34:15 | voor Mijn aangezicht, in het huis, dat naar Mijn
7677 Jer 34:18 | met het kalf, dat zij in tweeen hadden gehouwen,
7678 Jer 34:20 | Ja, Ik zal hen overgeven in de hand hunner vijanden,
7679 Jer 34:20 | hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun
7680 Jer 34:21 | vorsten, zal Ik overgeven in de hand hunner vijanden,
7681 Jer 34:21 | hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun
7682 Jer 34:21 | hun ziel zoeken, te weten, in de hand van het heir
7683 Jer 34:22 | verwoesting, dat er niemand in wone. ~ ~
7684 Jer 35:1 | geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, den
7685 Jer 35:2 | spreek met hen, en breng hen in des HEEREN huis, in een
7686 Jer 35:2 | hen in des HEEREN huis, in een der kameren, en geef
7687 Jer 35:4 | 4 En bracht hen in des HEEREN huis, in de kamer
7688 Jer 35:4 | hen in des HEEREN huis, in de kamer der zonen van Hanan,
7689 Jer 35:6 | noch uw kinderen, tot in eeuwigheid. ~
7690 Jer 35:7 | noch hebben; maar gij zult in tenten wonen al uw dagen;
7691 Jer 35:7 | opdat gij veel dagen leeft in het land, alwaar gij
7692 Jer 35:8 | onzen vader, gehoorzaamd in alles, wat hij ons geboden
7693 Jer 35:10 | 10 En wij hebben in tenten gewoond; alzo hebben
7694 Jer 35:15 | hen te dienen, zo zult gij in het land blijven, dat Ik
7695 Jer 36:1 | 1 Het gebeurde ook in het vierde jaar van Jojakim,
7696 Jer 36:5 | Ik ben opgehouden, ik zal in des HEEREN huis niet kunnen
7697 Jer 36:6 | Zo ga gij henen, en lees in de rol, in dewelke gij uit
7698 Jer 36:6 | henen, en lees in de rol, in dewelke gij uit mijn mond
7699 Jer 36:6 | voor de oren des volks, in des HEEREN huis, op den
7700 Jer 36:8 | Jeremia geboden had, lezende in dat boek de woorden des
7701 Jer 36:8 | boek de woorden des HEEREN, in het huis des HEEREN. ~
7702 Jer 36:9 | Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim,
7703 Jer 36:9 | Josia, den koning van Juda, in de negende maand, dat zij
7704 Jer 36:10 | 10 Zo las Baruch in dat boek de woorden van
7705 Jer 36:10 | boek de woorden van Jeremia in des HEEREN huis, in de kamer
7706 Jer 36:10 | Jeremia in des HEEREN huis, in de kamer van Gemarja, den
7707 Jer 36:10 | van Safan, den schrijver, in het bovenste voorhof, aan
7708 Jer 36:12 | af ten huize des konings in de kamer des schrijvers;
7709 Jer 36:14 | gelezen hebt, neem die in uw hand, en kom. Alzo nam
7710 Jer 36:14 | zoon van Nerija, de rol in zijn hand, en kwam tot hen. ~
7711 Jer 36:18 | en ik schreef ze met inkt in dit boek. ~
7712 Jer 36:20 | 20 Zij dan gingen in tot den koning in het voorhof;
7713 Jer 36:20 | gingen in tot den koning in het voorhof; maar de rol
7714 Jer 36:20 | maar de rol legden zij weg in de kamer van Elisama, den
7715 Jer 36:22 | 22 (De koning nu zat in het winterhuis in de negende
7716 Jer 36:22 | nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er
7717 Jer 36:23 | schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard
7718 Jer 36:23 | ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard
7719 Jer 36:30 | weggeworpen zijn, des daags in de hitte, en des nachts
7720 Jer 36:30 | hitte, en des nachts in de vorst. ~
7721 Jer 37:1 | regeerde, koning zijnde, in plaats van Chonja, Jojakims
7722 Jer 37:1 | Babel, koning gemaakt had in het land van Juda. ~
7723 Jer 37:4 | nog ingaande en uitgaande in het midden des volks, en
7724 Jer 37:4 | volks, en zij hadden hem nog in het gevangenhuis niet gesteld. ~
7725 Jer 37:7 | is, zal wederkeren in zijn land, in Egypte; ~
7726 Jer 37:7 | wederkeren in zijn land, in Egypte; ~
7727 Jer 37:10 | zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken,
7728 Jer 37:12 | Jeruzalem uitging, om te gaan in het land van Benjamin, om
7729 Jer 37:13 | 13 Als hij in de poort van Benjamin was,
7730 Jer 37:15 | hem; en zij stelden hem in het gevangenhuis, ten huize
7731 Jer 37:16 | 16 Als Jeremia in de plaats des kuils, en
7732 Jer 37:16 | de plaats des kuils, en in de kotjes gekomen was, en
7733 Jer 37:17 | en de koning vraagde hem in zijn huis, in het verborgen,
7734 Jer 37:17 | vraagde hem in zijn huis, in het verborgen, en zeide:
7735 Jer 37:17 | en hij zeide: Gij zult in de hand des konings van
7736 Jer 37:18 | gezondigd, dat gijlieden mij in het gevangenhuis gesteld
7737 Jer 37:20 | en breng mij niet weder in het huis van Jonathan, den
7738 Jer 37:21 | en zij bestelden Jeremia in het voorhof der bewaring,
7739 Jer 37:21 | was. Alzo bleef Jeremia in het voorhof der bewaring. ~ ~
7740 Jer 38:2 | Zo zegt de HEERE: Wie in deze stad blijft, zal door
7741 Jer 38:3 | zekerlijk gegeven worden in de hand van het heir des
7742 Jer 38:4 | handen der krijgslieden, die in deze stad zijn overgebleven,
7743 Jer 38:5 | Zedekia zeide: Ziet, hij is in uw hand; want de koning
7744 Jer 38:6 | zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den
7745 Jer 38:6 | zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring
7746 Jer 38:6 | lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen
7747 Jer 38:6 | maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk. ~
7748 Jer 38:7 | der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde,
7749 Jer 38:7 | hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (
7750 Jer 38:7 | hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin); ~
7751 Jer 38:9 | hebben kwalijk gehandeld in alles, wat zij gedaan hebben
7752 Jer 38:9 | profeet Jeremia, dien zij in den kuil geworpen hebben;
7753 Jer 38:9 | geworpen hebben; daar hij toch in zijn plaats zou gestorven
7754 Jer 38:9 | dewijl geen brood meer in de stad is. ~
7755 Jer 38:11 | onder zijn hand, en ging in des konings huis tot onder
7756 Jer 38:11 | met zelen af tot Jeremia in den kuil. ~
7757 Jer 38:13 | de kuil; en Jeremia bleef in het voorhof der bewaring. ~
7758 Jer 38:14 | Jeremia tot zich halen, in den derden ingang, die aan
7759 Jer 38:16 | koning Zedekia aan Jeremia in het verborgene, zeggende:
7760 Jer 38:16 | ik u zal overgeven in de hand dezer mannen, die
7761 Jer 38:18 | deze stad gegeven worden in de hand der Chaldeen, en
7762 Jer 38:19 | zijn, dat zij mij misschien in derzelver hand overgeven,
7763 Jer 38:22 | Ziedaar, al de vrouwen, die in het huis des konings van
7764 Jer 38:22 | overmocht; uw voeten zijn in den modder gezonken; zij
7765 Jer 38:26 | zou weder laten brengen in Jonathans huis, om aldaar
7766 Jer 38:28 | 28 En Jeremia bleef in het voorhof der bewaring
7767 Jer 39:1 | 1 In het negende jaar van Zedekia,
7768 Jer 39:1 | Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar,
7769 Jer 39:2 | 2 In het elfde jaar van Zedekia,
7770 Jer 39:2 | elfde jaar van Zedekia, in de vierde maand, op den
7771 Jer 39:3 | konings van Babel togen henen in, en hielden bij de middelste
7772 Jer 39:5 | zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho,
7773 Jer 39:5 | koning van Babel, naar Ribla, in het land van Hamath; die
7774 Jer 39:9 | overige nu des volks, die in de stad waren overgebleven,
7775 Jer 39:10 | trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij
7776 Jer 39:11 | van Babel, bevel gegeven in de hand van Nebuzaradan,
7777 Jer 39:14 | naar huis; alzo bleef hij in het midden des volks. ~
7778 Jer 39:15 | Jeremia geschied, als hij in het voorhof der bewaring
7779 Jer 39:17 | niet overgegeven worden in de hand der mannen, voor
7780 Jer 40:1 | ketenen gebonden was in het midden aller gevangenen
7781 Jer 40:4 | waren; indien het goed is in uw ogen met mij naar Babel
7782 Jer 40:4 | maar indien het kwaad is in uw ogen met mij naar Babel
7783 Jer 40:4 | waarhenen het goed en recht in uw ogen is te gaan,
7784 Jer 40:5 | heeft; en woon bij hem in het midden des volks; of
7785 Jer 40:5 | volks; of overal, waar het in uw ogen recht is te gaan,
7786 Jer 40:6 | Mizpa; en hij woonde bij hem in het midden des volks, die
7787 Jer 40:6 | het midden des volks, die in het land waren overgelaten. ~
7788 Jer 40:7 | oversten der heiren, die in het veld waren, zij en hun
7789 Jer 40:9 | Chaldeen te dienen; blijft in het land, en dient den koning
7790 Jer 40:10 | zomervruchten, en olie, en doet ze in uw vaten, en woont
7791 Jer 40:10 | uw vaten, en woont in uw steden, die gij hebt
7792 Jer 40:11 | Als ook al de Joden, die in Moab, en onder de kinderen
7793 Jer 40:11 | onder de kinderen Ammons, en in Edom, en die in al die landen
7794 Jer 40:11 | Ammons, en in Edom, en die in al die landen waren, hoorden,
7795 Jer 40:11 | dat de koning van Babel in Juda een overblijfsel gelaten
7796 Jer 40:12 | gedreven waren, en kwamen in het land van Juda tot Gedalia
7797 Jer 40:13 | oversten der heiren, die in het veld waren, kwamen tot
7798 Jer 40:15 | Kareah, sprak tot Gedalia, in het verborgene, te Mizpa,
7799 Jer 41:1 | Maar het geschiedde in de zevende maand, dat Ismael,
7800 Jer 41:5 | spijsoffer en wierook waren in hun hand, om ten huize des
7801 Jer 41:7 | het geschiedde, als zij in het midden der stad gekomen
7802 Jer 41:7 | hen keelde, en wierp hen in het midden des kuils, hij
7803 Jer 41:8 | hebben verborgen schatten in het veld, van tarwe, en
7804 Jer 41:8 | hij af, en doodde ze niet in het midden hunner broederen. ~
7805 Jer 41:17 | voort te trekken, dat zij in Egypte kwamen. ~
7806 Jer 42:10 | 10 Indien gijlieden in dit land zult blijven wonen,
7807 Jer 42:12 | uwer erbarme, en u weder in uw land brenge. ~
7808 Jer 42:13 | zult zeggen: Wij zullen in dit land niet blijven; opdat
7809 Jer 42:14 | Neen, maar wij zullen gaan in Egypteland, alwaar wij geen
7810 Jer 42:15 | aangezichten zult stellen om in Egypte te gaan, en
7811 Jer 42:16 | gij voor vreest, u aldaar in Egypteland zal achterhalen;
7812 Jer 42:16 | voor zorgt, zal u aldaar in Egypte achter aankleven,
7813 Jer 42:17 | aangezichten stellen, om in Egypte te gaan, om aldaar
7814 Jer 42:18 | uitgestort worden, als gij in Egypte zult gekomen zijn;
7815 Jer 42:19 | overblijfsel van Juda! Gaat niet in Egypte; weet zekerlijk,
7816 Jer 43:2 | Gijlieden zult niet gaan in Egypte, om aldaar als vreemdelingen
7817 Jer 43:3 | opdat hij ons overgeve in de hand der Chaldeen, dat
7818 Jer 43:4 | stem des HEEREN niet, om in het land van Juda te blijven. ~
7819 Jer 43:5 | wedergekeerd waren, om in het land van Juda te wonen; ~
7820 Jer 43:7 | 7 En zij togen in Egypteland, want zij waren
7821 Jer 43:9 | 9 Neem grote stenen in uw hand, en verberg ze in
7822 Jer 43:9 | in uw hand, en verberg ze in de klei in den ticheloven,
7823 Jer 43:9 | en verberg ze in de klei in den ticheloven, die bij
7824 Jer 43:12 | Ik zal een vuur aansteken in de huizen der goden van
7825 Jer 43:12 | zal van daar uittrekken in vrede. ~
7826 Jer 43:13 | van Beth-Semes, hetwelk in Egypteland is, verbreken;
7827 Jer 44:1 | geschiedde aan al de Joden, die in Egypteland woonden, die
7828 Jer 44:1 | Tachpanhes, en te Nof, en in het land Pathros, zeggende: ~
7829 Jer 44:6 | uitgestort, en heeft gebrand in de steden van Juda en in
7830 Jer 44:6 | in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem;
7831 Jer 44:8 | handen, rokende anderen goden in het land van Egypte, alwaar
7832 Jer 44:9 | die zij gedaan hebben in het land van Juda en in
7833 Jer 44:9 | in het land van Juda en in de straten van Jeruzalem? ~
7834 Jer 44:10 | gevreesd, noch gewandeld in Mijn wet en in Mijn inzettingen,
7835 Jer 44:10 | gewandeld in Mijn wet en in Mijn inzettingen, die Ik
7836 Jer 44:12 | aangezichten gesteld hebben, om in Egypteland te gaan, om aldaar
7837 Jer 44:12 | verkeren; en zij zullen allen in Egypteland verteerd
7838 Jer 44:13 | bezoeking doen over degenen, die in Egypteland wonen, gelijk
7839 Jer 44:14 | overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn,
7840 Jer 44:14 | weten om weder te keren in het land van Juda, waarnaar
7841 Jer 44:15 | mitsgaders al het volk, die in Egypteland, in Pathros,
7842 Jer 44:15 | volk, die in Egypteland, in Pathros, woonde, zeggende: ~
7843 Jer 44:16 | het woord, dat gij tot ons in des HEEREN Naam gesproken
7844 Jer 44:17 | koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in
7845 Jer 44:17 | in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem;
7846 Jer 44:21 | Het roken, dat gijlieden in de steden van Juda en in
7847 Jer 44:21 | in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem
7848 Jer 44:21 | gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen? ~
7849 Jer 44:22 | een vloek, dat er niemand in woont, gelijk het is te
7850 Jer 44:23 | gehoorzaam zijt geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen,
7851 Jer 44:23 | geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen, en in
7852 Jer 44:23 | in Zijn inzettingen, en in Zijn getuigenissen
7853 Jer 44:24 | woord, gij gans Juda, die in Egypteland zijt! ~
7854 Jer 44:26 | woord, gij gans Juda, die in Egypteland woont! Ziet,
7855 Jer 44:26 | van enig man van Juda in gans Egypteland meer zal
7856 Jer 44:27 | alle mannen van Juda, die in Egypteland zijn, zullen
7857 Jer 44:28 | uit Egypteland wederkeren in het land van Juda, weinig
7858 Jer 44:28 | het land van Juda, weinig in getal; en het ganse overblijfsel
7859 Jer 44:28 | overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn,
7860 Jer 44:29 | spreekt de HEERE, dat Ik in deze plaats over u bezoeking
7861 Jer 44:30 | koning van Egypte, geven in de hand zijner vijanden,
7862 Jer 44:30 | hand zijner vijanden, en in de hand dergenen, die zijn
7863 Jer 44:30 | koning van Juda, gegeven heb in de hand van Nebukadrezar,
7864 Jer 45:1 | uit den mond van Jeremia in een boek schreef, in het
7865 Jer 45:1 | Jeremia in een boek schreef, in het vierde jaar van Jojakim,
7866 Jer 45:5 | ziel tot een buit geven, in alle plaatsen, waar gij
7867 Jer 46:2 | koning van Babel, sloeg, in het vierde jaar van
7868 Jer 46:10 | heirscharen, heeft een slachtoffer in het land van het noorden,
7869 Jer 46:14 | 14 Verkondigt in Egypte, en doet het horen
7870 Jer 46:19 | verbrand worden, dat er niemand in wone. ~
7871 Jer 46:21 | Zelfs haar gehuurden in haar midden zijn als gemeste
7872 Jer 46:24 | beschaamd; zij is gegeven in de hand des volks van het
7873 Jer 46:26 | En Ik zal hen geven in de hand dergenen, die hunlieder
7874 Jer 46:26 | hunlieder ziel zoeken, en in de hand van Nebukadrezar,
7875 Jer 46:26 | den koning van Babel, en in de hand zijner knechten.
7876 Jer 46:26 | bewoond worden als in de dagen van ouds, spreekt
7877 Jer 47:6 | gij niet stil houden? Vaar in uw schede, rust en wees
7878 Jer 48:5 | 5 Want in den opgang van Luhith zal
7879 Jer 48:5 | bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim
7880 Jer 48:6 | ziel! en wordt als de heide in de woestijn; ~
7881 Jer 48:7 | Kamos zal henen uitgaan in gevangenis, zijn priesteren
7882 Jer 48:9 | verwoesting worden, dat niemand in dezelve wone. ~
7883 Jer 48:11 | stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, en heeft
7884 Jer 48:11 | en heeft niet gewandeld in gevangenis; daarom is zijn
7885 Jer 48:11 | gevangenis; daarom is zijn smaak in hem gebleven, en zijn
7886 Jer 48:12 | zal toeschikken, die hem in vreemde plaatsen zullen
7887 Jer 48:12 | en hunlieder flessen in stukken slaan. ~
7888 Jer 48:18 | uw heerlijkheid, en woon in dorst, gij inwoneres, gij
7889 Jer 48:26 | Moab met de handen klappen in zijn uitspuwsel, en hij
7890 Jer 48:28 | Verlaat de steden, en woont in de steenrots, gij inwoners
7891 Jer 48:28 | wordt gelijk een duif, die in de doorgangen van den mond
7892 Jer 48:35 | 35 En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt
7893 Jer 48:41 | het hart ener vrouw, die in nood is. ~
7894 Jer 48:44 | de vreze ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die
7895 Jer 48:44 | uit den kuil opkomt, zal in den strik gevangen worden;
7896 Jer 48:45 | vluchtten, bleven staan in de schaduw van Hesbon; maar
7897 Jer 48:46 | uw zonen zijn weggenomen in gevangenis; ook zijn uw
7898 Jer 48:46 | gevangenis; ook zijn uw dochters in gevangenis. ~
7899 Jer 48:47 | 47 Maar in het laatste der dagen, zal
7900 Jer 49:1 | waarom woont zijn volk in deszelfs steden? ~
7901 Jer 49:3 | want Malcham zal wandelen in gevangenis, zijn priesteren
7902 Jer 49:8 | Vliedt, wendt u, woont in diepe plaatsen, gij inwoners
7903 Jer 49:11 | wezen achter, en Ik zal hen in het leven behouden, en laat
7904 Jer 49:16 | uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen,
7905 Jer 49:19 | woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit doen
7906 Jer 49:22 | het hart ener vrouw, die in nood is. ~
7907 Jer 49:27 | Ik zal een vuur aansteken in den muur van Damaskus, en
7908 Jer 49:30 | zwerft fluks henen weg, woont in diepe plaatsen, gij inwoners
7909 Jer 49:31 | volk, dat rust heeft, dat in zekerheid woont, spreekt
7910 Jer 49:32 | en Ik zal hen verstrooien in alle winden, te weten degenen,
7911 Jer 49:33 | drakenwoning, een verwoesting tot in eeuwigheid; niemand zal
7912 Jer 49:34 | geschied is tegen Elam, in het begin des koninkrijks
7913 Jer 49:36 | Elam aanbrengen, en zal hen in al diezelve winden verstrooien;
7914 Jer 49:38 | En Ik zal Mijn troon in Elam stellen; en zal den
7915 Jer 49:39 | Maar het zal geschieden in het laatste der dagen, dat
7916 Jer 50:3 | dat zal haar land zetten in verwoesting, dat er geen
7917 Jer 50:3 | verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen
7918 Jer 50:4 | 4 In dezelve dagen en ter zelver
7919 Jer 50:7 | hebben tegen den HEERE, in de woning der gerechtigheid,
7920 Jer 50:14 | die den boog spant! schiet in haar, en spaart de pijlen
7921 Jer 50:16 | dien, die de sikkel handelt in den oogsttijd; laat hen
7922 Jer 50:20 | 20 In die dagen en te dier tijd,
7923 Jer 50:22 | Er is een krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk. ~
7924 Jer 50:24 | omdat gij u tegen den HEERE in strijd gemengd hebt. ~
7925 Jer 50:25 | den HEERE der heirscharen, in het land der Chaldeen. ~
7926 Jer 50:28 | uit het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak
7927 Jer 50:32 | Ik zal een vuur aansteken in zijn steden, dat zal alle
7928 Jer 50:34 | twisten, opdat Hij het land in rust brenge, maar de inwoners
7929 Jer 50:37 | gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is, dat
7930 Jer 50:39 | verblijf meer hebben in eeuwigheid, en zij zal niet
7931 Jer 50:40 | wonen, en geen mensenkind in haar verkeren. ~
7932 Jer 50:44 | woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit doen
7933 Jer 51:1 | degenen, die daar wonen in het hart van degenen, die
7934 Jer 51:3 | tegen dien, die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont
7935 Jer 51:4 | Dat de verslagenen liggen in het land der Chaldeen, en
7936 Jer 51:5 | Israel of Juda zal niet in weduwschap gelaten worden
7937 Jer 51:6 | ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want
7938 Jer 51:7 | Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die
7939 Jer 51:9 | en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want
7940 Jer 51:16 | een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de
7941 Jer 51:17 | en er is geen geest in hen. ~
7942 Jer 51:20 | en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door u
7943 Jer 51:21 | 21 En door u zal Ik in stukken slaan het paard
7944 Jer 51:21 | ruiter; en door u zal Ik in stukken slaan den wagen
7945 Jer 51:22 | 22 En door u zal Ik in stukken slaan den man en
7946 Jer 51:22 | vrouw; en door u zal Ik in stukken slaan den oude en
7947 Jer 51:22 | jonge; en door u zal Ik in stukken slaan den jongeling
7948 Jer 51:23 | 23 En door u zal Ik in stukken slaan den herder
7949 Jer 51:23 | kudde; en door u zal Ik in stukken slaan den akkerman
7950 Jer 51:23 | ossen; en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden
7951 Jer 51:27 | 27 Verheft de banier in het land, blaast de bazuin
7952 Jer 51:30 | strijden, zij zijn gebleven in de vestingen, hun macht
7953 Jer 51:46 | dat gehoord zal worden in het land; want er zal een
7954 Jer 51:46 | er zal een gerucht komen in het ene jaar, en daarna
7955 Jer 51:46 | daarna een gerucht in het andere jaar; en er zal
7956 Jer 51:46 | jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer. ~
7957 Jer 51:47 | haar verslagenen zullen in het midden van haar
7958 Jer 51:50 | verre, en laat Jeruzalem in ulieder hart opkomen. ~
7959 Jer 51:52 | dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land. ~
7960 Jer 51:59 | van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner
7961 Jer 51:60 | dat over Babel komen zou, in een boek, te weten al deze
7962 Jer 51:62 | uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, van den mens tot op
7963 Jer 51:63 | daaraan binden, en werpen het in het midden van den Frath; ~
7964 Jer 52:2 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar
7965 Jer 52:4 | 4 En het geschiedde in het negende jaar zijner
7966 Jer 52:4 | negende jaar zijner regering, in de tiende maand, op den
7967 Jer 52:5 | 5 Alzo kwam de stad in belegering, tot in het elfde
7968 Jer 52:5 | stad in belegering, tot in het elfde jaar van den koning
7969 Jer 52:6 | 6 In de vierde maand, op den
7970 Jer 52:6 | der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het
7971 Jer 52:8 | zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho;
7972 Jer 52:9 | koning van Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die
7973 Jer 52:11 | naar Babel, en stelde hem in het gevangenhuis, tot
7974 Jer 52:12 | 12 Daarna, in de vijfde maand, op den
7975 Jer 52:15 | het overige des volks, die in de stad overgelaten waren,
7976 Jer 52:17 | de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren,
7977 Jer 52:17 | en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was;
7978 Jer 52:20 | twaalf koperen runderen, die in de plaats der stellingen
7979 Jer 52:25 | konings aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden,
7980 Jer 52:25 | het volk des lands, die in het midden der stad gevonden
7981 Jer 52:27 | en doodde hen te Ribla, in het land van Hamath. Alzo
7982 Jer 52:28 | gevankelijk heeft weggevoerd; in het zevende jaar, drie duizend
7983 Jer 52:29 | 29 In het achttiende jaar van
7984 Jer 52:30 | 30 In het drie en twintigste jaar
7985 Jer 52:31 | Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste jaar
7986 Jer 52:31 | Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den
7987 Jer 52:31 | Evilmerodach, de koning van Babel, in het eerste jaar zijns koninkrijks,
7988 Klaa 1:3 | 3 Gimel. Juda is in gevangenis gegaan vanwege
7989 Klaa 1:4 | bedroefd, en zij zelve is in bitterheid. ~
7990 Klaa 1:5 | kinderkens gaan henen in de gevangenis voor het aangezicht
7991 Klaa 1:7 | Zain. Jeruzalem is, in de dagen harer ellende en
7992 Klaa 1:9 | Teth. Haar onreinheid is in haar zomen, zij heeft niet
7993 Klaa 1:10 | aangezien, dat de heidenen in haar heiligdom gingen, waarvan
7994 Klaa 1:10 | geboden hadt, dat zij in Uw gemeente niet komen zouden. ~
7995 Klaa 1:13 | hoogte heeft Hij een vuur in mijn beenderen gezonden,
7996 Klaa 1:14 | de HEERE heeft mij in hun handen gegeven, ik kan
7997 Klaa 1:15 | Heere heeft al mijn sterken in het midden van mij vertreden;
7998 Klaa 1:18 | en mijn jongelingen zijn in de gevangenis gegaan. ~
7999 Klaa 1:19 | priesters en mijn oudsten hebben in de stad den geest gegeven,
8000 Klaa 1:20 | hart heeft zich omgekeerd in het binnenste van mij, want
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370 |