1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370
Book Chapter: Verse
8001 Klaa 1:23 | de Heere de dochter Sions in Zijn toorn bewolkt? Hij
8002 Klaa 1:23 | Zijner voeten niet gedacht in den dag Zijns toorns. ~
8003 Klaa 1:24 | dochter van Juda afgebroken in Zijn verbolgenheid, Hij
8004 Klaa 1:25 | 3 Gimel. Hij heeft, in ontsteking des toorns, den
8005 Klaa 1:26 | heeft Zijn grimmigheid in de tent der dochter Sions
8006 Klaa 1:28 | verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten den hoogtijd
8007 Klaa 1:28 | sabbat, en Hij heeft in de gramschap Zijns toorns
8008 Klaa 1:29 | de muren harer paleizen in des vijands hand overgegeven;
8009 Klaa 1:29 | overgegeven; zij hebben in het huis des HEEREN
8010 Klaa 1:31 | Teth. Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij
8011 Klaa 1:33 | zuigeling op de straten der stad in onmacht zinken; ~
8012 Klaa 1:34 | zij op de straten der stad in onmacht zinken, als de verslagenen;
8013 Klaa 1:34 | zich hun ziel uitschudt in den schoot hunner moeders. ~
8014 Klaa 1:41 | maak geschrei des nachts in het begin der nachtwaken,
8015 Klaa 1:41 | uwer kinderkens, die in onmacht gevallen zijn van
8016 Klaa 1:42 | profeet en de priester in het heiligdom des Heeren
8017 Klaa 1:43 | zwaard gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood,
8018 Klaa 1:46 | heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en niet in
8019 Klaa 1:46 | in de duisternis, en niet in het licht. ~
8020 Klaa 1:50 | Beth. Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen, als degenen,
8021 Klaa 1:54 | loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen. ~
8022 Klaa 1:55 | afgewend; en Hij heeft mij in stukken gebroken; Hij heeft
8023 Klaa 1:57 | He. Hij heeft Zijn pijlen in mijn nieren doen ingaan. ~
8024 Klaa 1:60 | verbrijzeld, Hij heeft mij in de as nedergedrukt. ~
8025 Klaa 1:64 | en zij bukt zich neder in mij. ~
8026 Klaa 1:71 | een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt. ~
8027 Klaa 1:73 | Jod. Hij steke zijn mond in het stof, zeggende: Misschien
8028 Klaa 1:75 | Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. ~
8029 Klaa 1:80 | men een mens verongelijkt in zijn twistzaak; zou het
8030 Klaa 1:85 | mitsgaders de handen, tot God in den hemel, zeggende: ~
8031 Klaa 1:89 | uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der volken. ~
8032 Klaa 1:97 | Tsade. Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en
8033 Klaa 1:113| geworden, gelijk de struisen in de woestijn. ~
8034 Klaa 1:115| versmachten nu op de straten; die in karmozijn opgetrokken zijn,
8035 Klaa 1:116| zonden van Sodom, dat als in een ogenblik omgekeerd werd,
8036 Klaa 1:120| haar tot spijze geworden in de verbreking der dochter
8037 Klaa 1:123| misdaden harer priesteren, die in het midden van haar het
8038 Klaa 1:129| bergen hittiglijk vervolgd, in de woestijn hebben zij ons
8039 Klaa 1:130| des HEEREN, is gevangen in hun groeven; van welken
8040 Klaa 1:131| gij dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch
8041 Klaa 2:11 | verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda. ~
8042 Klaa 2:15 | harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd. ~
8043 Klaa 2:19 | 19 Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon is
8044 Eze 1:1 | 1 In het dertigste jaar, in de
8045 Eze 1:1 | In het dertigste jaar, in de vierde maand, op den
8046 Eze 1:1 | vijfden derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden
8047 Eze 1:3 | van Buzi, den priester, in het land der Chaldeen, bij
8048 Eze 1:16 | alsof het ware een rad in het midden van een rad. ~
8049 Eze 1:20 | de geest der dieren was in de raderen. ~
8050 Eze 1:21 | geest der dieren was in de raderen. ~
8051 Eze 1:28 | gedaante van den boog, die in de wolk is ten dage des
8052 Eze 2:2 | 2 Zo kwam in mij, als Hij tot mij sprak,
8053 Eze 2:5 | zij weten, dat een profeet in het midden van hen geweest
8054 Eze 3:3 | Toen at ik, en het was in mijn mond als honig, vanwege
8055 Eze 3:10 | die Ik tot u spreken zal, in uw hart, en hoor ze met
8056 Eze 3:15 | ik bleef daar verbaasd in het midden van hen zeven
8057 Eze 3:18 | waarschuwen, opdat gij hem in het leven behoudt; die goddeloze
8058 Eze 3:18 | behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven,
8059 Eze 3:19 | weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven;
8060 Eze 3:20 | gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn
8061 Eze 3:22 | tot mij: Maak u op, ga uit in de vallei, en Ik zal daar
8062 Eze 3:23 | maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid
8063 Eze 3:24 | Toen kwam de Geest in mij, en stelde mij op mijn
8064 Eze 3:24 | mij: Ga, besluit u binnen in uw huis. ~
8065 Eze 3:25 | daarom zult gij niet uitgaan in het midden van hen. ~
8066 Eze 4:3 | aangezicht tegen haar, dat zij in belegering kome, en gij
8067 Eze 4:9 | gierst, en spelt; en doe die in een vat, en maak die u tot
8068 Eze 4:10 | die gij eten zult, zal in gewicht zijn twintig sikkelen
8069 Eze 4:14 | verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen. ~
8070 Eze 4:16 | breek den staf des broods in Jeruzalem, en zij zullen
8071 Eze 4:17 | ander verbaasd worden, en in hun ongerechtigheid uitteren. ~ ~
8072 Eze 5:2 | Een derde deel zult gij in het midden der stad met
8073 Eze 5:2 | een derde deel zult gij in den wind strooien; want
8074 Eze 5:3 | Gij zult ook weinige in getal daarvan nemen, en
8075 Eze 5:3 | getal daarvan nemen, en in uw slippen binden. ~
8076 Eze 5:4 | die nemen, en die werpen in het midden des vuurs, en
8077 Eze 5:5 | Dit is Jeruzalem, welke Ik in het midden der heidenen
8078 Eze 5:6 | heeft Mijn rechten veranderd in goddeloosheid meer dan de
8079 Eze 5:6 | rechten verworpen, en in Mijn inzettingen hebben
8080 Eze 5:7 | heidenen, die rondom u zijn, in Mijn inzettingen niet gewandeld
8081 Eze 5:8 | Ik, want Ik zal gerichten in het midden van u oefenen,
8082 Eze 5:10 | vaders de kinderen eten in het midden van u, en de
8083 Eze 5:10 | en zal al uw overblijfsel in alle winden verstrooien. ~
8084 Eze 5:12 | sterven, en zal door honger in het midden van u te niet
8085 Eze 5:12 | worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen rondom
8086 Eze 5:12 | een derde deel zal Ik in alle winden verstrooien,
8087 Eze 5:13 | weten, dat Ik, de HEERE, in Mijn ijver gesproken heb,
8088 Eze 5:15 | wanneer Ik over u gerichten in toorn, en in grimmigheid,
8089 Eze 5:15 | u gerichten in toorn, en in grimmigheid, en in grimmige
8090 Eze 5:15 | toorn, en in grimmigheid, en in grimmige straffen oefenen
8091 Eze 6:6 | 6 In al uw woningen zullen de
8092 Eze 6:7 | En de verslagenen zullen in het midden van u liggen,
8093 Eze 6:8 | de heidenen, wanneer gij in de landen zult verstrooid
8094 Eze 6:9 | over de boosheden, die zij in al hun gruwelen gedaan hebben. ~
8095 Eze 6:13 | ben, als hun verslagenen in het midden hunner drekgoden
8096 Eze 6:14 | woestijn naar Diblath henen, in al hun woningen; en zij
8097 Eze 7:4 | brengen, en uw gruwelen zullen in het midden van u zijn, en
8098 Eze 7:8 | 8 Nu zal Ik in kort Mijn grimmigheid over
8099 Eze 7:9 | wegen, en uw gruwelen zullen in het midden van u zijn; en
8100 Eze 7:15 | het zwaard sterven, en die in de stad is, dien zal de
8101 Eze 7:21 | 21 En Ik zal het in de hand der vreemden overgeven
8102 Eze 8:1 | 1 Het geschiedde nu in het zesde jaar, in de zesde
8103 Eze 8:1 | geschiedde nu in het zesde jaar, in de zesde maand, op den vijfden
8104 Eze 8:1 | vijfden der maand, als ik in mijn huis zat, en de oudsten
8105 Eze 8:3 | den hemel, en bracht mij in de gezichten Gods te
8106 Eze 8:4 | naar de gedaante, die ik in de vallei gezien had. ~
8107 Eze 8:5 | dit beeld der ijvering, in den ingang. ~
8108 Eze 8:7 | en ziet, er was een hol in den wand. ~
8109 Eze 8:8 | mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in
8110 Eze 8:8 | in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar
8111 Eze 8:9 | Toen zeide Hij tot mij: Ga in, en zie de boze gruwelen,
8112 Eze 8:10 | 10 Zo ging ik in, en ik zag, en ziet, er
8113 Eze 8:11 | zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden
8114 Eze 8:11 | ieder had zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige
8115 Eze 8:12 | van het huis Israels doen in de duisternis, een ieder
8116 Eze 8:12 | de duisternis, een ieder in zijn gebeelde binnenkameren?
8117 Eze 8:18 | Daarom zal Ik ook handelen in grimmigheid, Mijn oog zal
8118 Eze 9:1 | met zijn verdervend wapen in zijn hand. ~
8119 Eze 9:2 | zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in
8120 Eze 9:2 | in zijn hand; en een man in het midden van hen
8121 Eze 9:2 | zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen
8122 Eze 9:4 | over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan
8123 Eze 9:7 | henen uit, en zij sloegen in de stad. ~
8124 Eze 10:2 | linnen, en Hij zeide: Ga in tot tussen de wielen, tot
8125 Eze 10:2 | over de stad; en hij ging in voor mijn ogen. ~
8126 Eze 10:7 | nam daarvan, en gaf het in de vuisten desgenen, die
8127 Eze 10:10 | het ware geweest een rad in het midden van een rad. ~
8128 Eze 10:17 | de geest der dieren was in hen. ~
8129 Eze 11:1 | vijf en twintig mannen, en in het midden van hen
8130 Eze 11:2 | en die kwaden raad raden in deze stad. ~
8131 Eze 11:5 | weet elkeen der dingen, die in uw geest opklimmen. ~
8132 Eze 11:6 | Gij hebt uw verslagenen in deze stad vermenigvuldigd,
8133 Eze 11:7 | Uw verslagenen, die gij in het midden derzelve nedergelegd
8134 Eze 11:9 | uitgaan, en Ik zal u overgeven in de hand der vreemden; en
8135 Eze 11:10 | door het zwaard vallen; in de landpale Israels zal
8136 Eze 11:11 | een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve niet
8137 Eze 11:11 | derzelve niet tot vlees zijn; in de landpale Israels zal
8138 Eze 11:12 | de HEERE ben, omdat gij in Mijn inzettingen niet gewandeld,
8139 Eze 11:16 | weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de landen verstrooid heb,
8140 Eze 11:16 | tot een heiligdom zijn, in de landen, waarin zij gekomen
8141 Eze 11:19 | en zal een nieuwen geest in het binnenste van u geven;
8142 Eze 11:20 | Opdat zij wandelen in Mijn inzettingen, en Mijn
8143 Eze 11:24 | Geest op, en bracht mij in gezicht door den Geest Gods
8144 Eze 11:24 | gezicht door den Geest Gods in Chaldea tot de gevankelijk
8145 Eze 12:2 | Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig
8146 Eze 12:4 | vertrekken; daarna zult gij in den avond uitgaan voor hun
8147 Eze 12:6 | op de schouders dragen, in donker zult gij het uitbrengen;
8148 Eze 12:7 | die vertrekken; daarna in den avond doorgroef ik mij
8149 Eze 12:7 | hand; ik bracht het uit in donker, en ik droeg het
8150 Eze 12:10 | ganse huis Israels, dat in het midden van hen is. ~
8151 Eze 12:11 | zij zullen door wegvoering in de gevangenis heengaan. ~
8152 Eze 12:12 | 12 En de vorst, die in het midden van hen is, zal
8153 Eze 12:12 | gereedschap op den schouder dragen in donker, en hij zal uitgaan;
8154 Eze 12:13 | hem uitspreiden, dat hij in Mijn jachtgaren gegrepen
8155 Eze 12:13 | worde; en Ik zal hem brengen in Babylonie, het land der
8156 Eze 12:14 | en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien;
8157 Eze 12:15 | heidenen verspreiden en hen in de landen verstrooien zal. ~
8158 Eze 12:19 | inwoners van Jeruzalem, in het land Israels: Zij zullen
8159 Eze 12:22 | spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende:
8160 Eze 12:23 | spreekwoord gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot
8161 Eze 12:24 | noch vleiende waarzegging, in het midden van het huis
8162 Eze 12:25 | uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig
8163 Eze 13:4 | Israel, zijn als vossen in de woeste plaatsen. ~
8164 Eze 13:5 | 5 Gij zijt in de bressen niet opgetreden,
8165 Eze 13:5 | voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten
8166 Eze 13:9 | leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks
8167 Eze 13:9 | Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis
8168 Eze 13:9 | geschreven worden, en in het land Israels niet komen;
8169 Eze 13:13 | door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten,
8170 Eze 13:13 | overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote
8171 Eze 13:13 | en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien
8172 Eze 13:14 | vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen;
8173 Eze 13:18 | en zult gij u de zielen in het leven behouden? ~
8174 Eze 13:19 | zouden sterven, en om zielen in het leven te behouden, die
8175 Eze 13:21 | redden, zodat zij niet meer in uw hand zullen zijn tot
8176 Eze 13:22 | afkeren zou, dat Ik hem in het leven behield; ~
8177 Eze 14:3 | mannen hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben
8178 Eze 14:4 | Israels, die de drekgoden in zijn hart opzet, en den
8179 Eze 14:5 | Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, dewijl
8180 Eze 14:7 | uit den vreemdeling, die in Israel verkeert, die zich
8181 Eze 14:7 | en zet zijn drekgoden op in zijn hart, en stelt den
8182 Eze 14:14 | mannen, Noach, Daniel en Job, in het midden deszelven waren,
8183 Eze 14:16 | 16 Die drie mannen in het midden deszelven zijnde,
8184 Eze 14:18 | Ofschoon die drie mannen in het midden deszelven waren,
8185 Eze 14:19 | Of als Ik de pestilentie in datzelve land zende, en
8186 Eze 14:20 | Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven waren,
8187 Eze 14:23 | oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt
8188 Eze 16:4 | met zout gewreven, noch in windselen gewonden. ~
8189 Eze 16:6 | zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot
8190 Eze 16:6 | bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide
8191 Eze 16:6 | Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef! ~
8192 Eze 16:8 | Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond, spreekt
8193 Eze 16:22 | als gij vertreden waart in uw bloed. ~
8194 Eze 16:24 | hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. ~
8195 Eze 16:27 | bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust dergenen, die u
8196 Eze 16:29 | hoererij vermenigvuldigd in het land van Kanaan tot
8197 Eze 16:29 | het land van Kanaan tot in Chaldea; en daarmede ook
8198 Eze 16:31 | en uw hoge plaats maakt in elke straat, en niet zijt
8199 Eze 16:32 | overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden
8200 Eze 16:34 | Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel
8201 Eze 16:39 | 39 En Ik zal u in hun hand overgeven, en zij
8202 Eze 16:47 | 47 Doch gij hebt in haar wegen niet gewandeld,
8203 Eze 16:47 | meer verdorven dan zij, in al uw wegen. ~
8204 Eze 16:53 | gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar. ~
8205 Eze 16:56 | Ja, uw zuster Sodom is in uw mond niet gehoord geweest,
8206 Eze 16:60 | aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid,
8207 Eze 17:4 | takjes af, en bracht hem in een land van koophandel;
8208 Eze 17:4 | koophandel; hij zette hem in een stad van kooplieden. ~
8209 Eze 17:5 | des lands, en legde het in een zaadakker; hij nam het,
8210 Eze 17:8 | 8 Hij was in een goede landouwe bij vele
8211 Eze 17:15 | hem, zendende zijn boden in Egypte, opdat men hem paarden
8212 Eze 17:16 | Heere HEERE, zo hij niet in de plaats des konings, die
8213 Eze 17:16 | gebroken heeft, bij hem in het midden van Babel zal
8214 Eze 17:17 | krijgs vergadering, met hem in oorlog niets uitrichten
8215 Eze 17:20 | hij gegrepen zal worden in Mijn jachtgaren; en Ik zal
8216 Eze 17:21 | de overgeblevenen zullen in alle winden verstrooid worden;
8217 Eze 17:23 | gevogelte van allerlei vleugel; in de schaduw zijner takken
8218 Eze 18:3 | gebeuren zal, dit spreekwoord in Israel te gebruiken! ~
8219 Eze 18:9 | 9 In Mijn inzettingen wandelt,
8220 Eze 18:17 | neemt, Mijn rechten doet, en in Mijn inzettingen wandelt;
8221 Eze 18:18 | heeft, dat niet goed was in het midden zijner volken;
8222 Eze 18:18 | daar, hij zal sterven in zijn ongerechtigheid. ~
8223 Eze 18:22 | hem niet gedacht worden; in zijn gerechtigheid, die
8224 Eze 18:24 | zullen niet gedacht worden; in zijn overtreding, waardoor
8225 Eze 18:24 | hij overtreden heeft, en in zijn zonde, die hij gezondigd
8226 Eze 18:24 | die hij gezondigd heeft, in die zal hij sterven. ~
8227 Eze 18:26 | onrecht doet, en sterft in dezelve, hij zal in zijn
8228 Eze 18:26 | sterft in dezelve, hij zal in zijn onrecht, dat hij gedaan
8229 Eze 18:27 | gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven behouden; ~
8230 Eze 19:2 | zij bracht haar welpen op in het midden der jonge leeuwen. ~
8231 Eze 19:4 | van hem, hij werd gegrepen in hun groeve; en zij brachten
8232 Eze 19:5 | Zij nu ziende, dat zij in hope was geweest, doch haar
8233 Eze 19:8 | spreidden hun net over hem uit; in hun groeve werd hij gegrepen. ~
8234 Eze 19:9 | En zij stelden hem in gesloten bewaring met haken,
8235 Eze 19:9 | Babel; zij brachten hem in vestingen, opdat zijn stem
8236 Eze 19:10 | moeder was als een wijnstok in uw stilheid, geplant bij
8237 Eze 19:13 | En nu is hij geplant in een woestijn, in een dor
8238 Eze 19:13 | geplant in een woestijn, in een dor en dorstig land. ~
8239 Eze 20:1 | 1 En het geschiedde in het zevende jaar, in de
8240 Eze 20:1 | geschiedde in het zevende jaar, in de vijfde maand, op den
8241 Eze 20:5 | en maakte Mijzelven hun in Egypteland bekend;
8242 Eze 20:6 | Egypteland uitvoeren zou, in een land, dat Ik voor hen
8243 Eze 20:8 | tegen hen te volbrengen in het midden van Egypteland. ~
8244 Eze 20:9 | voor de ogen der heidenen, in welker midden zij waren;
8245 Eze 20:10 | Egypteland, en bracht hen in de woestijn. ~
8246 Eze 20:13 | werd wederspannig tegen Mij in de woestijn; zij wandelden
8247 Eze 20:13 | woestijn; zij wandelden in Mijn inzettingen niet, en
8248 Eze 20:13 | zullen uitgieten over hen in de woestijn, om hen te verdoen. ~
8249 Eze 20:15 | ook Mijn hand op tot hen in de woestijn, dat Ik hen
8250 Eze 20:15 | Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven
8251 Eze 20:16 | Mijn rechten verwierpen, en in Mijn inzettingen niet wandelden,
8252 Eze 20:17 | voleinding met hen maakte in de woestijn. ~
8253 Eze 20:18 | Ik zeide tot hun kinderen in de woestijn: Wandelt niet
8254 Eze 20:18 | de woestijn: Wandelt niet in de inzettingen uwer vaderen,
8255 Eze 20:19 | de HEERE, uw God, wandelt in Mijn inzettingen, en onderhoudt
8256 Eze 20:21 | Mij; zij wandelden niet in Mijn inzettingen, en Mijn
8257 Eze 20:21 | volbrengende Mijn toorn tegen hen in de woestijn. ~
8258 Eze 20:23 | ook Mijn hand tot hen op in de woestijn, dat Ik hen
8259 Eze 20:23 | heidenen, en hen verstrooien in de landen; ~
8260 Eze 20:26 | En Ik verontreinigde hen in hun giften, omdat zij door
8261 Eze 20:28 | 28 Als Ik hen in het land gebracht had, over
8262 Eze 20:30 | gij verontreinigd geworden in den weg uwer vaderen, en
8263 Eze 20:32 | 32 Daarom, dat in uw geest opgeklommen is,
8264 Eze 20:35 | Daartoe zal Ik u brengen in de woestijn der volken,
8265 Eze 20:36 | gerecht heb met uw vaderen in de woestijn van Egypteland,
8266 Eze 20:38 | uitvoeren, en zij zullen in het landschap Israels
8267 Eze 20:40 | Mij het ganse huis Israels in het land dienen, zij allen;
8268 Eze 20:41 | vergaderen zal uit de landen, in dewelke gij zult verstrooid
8269 Eze 20:41 | verstrooid zijn, en Ik zal in u geheiligd worden voor
8270 Eze 20:42 | Ik de HEERE ben, als Ik u in het landschap Israels gebracht
8271 Eze 20:42 | Israels gebracht zal hebben, in het land, waarover Ik Mijn
8272 Eze 20:46 | tegen het woud van het veld in het zuiden. ~
8273 Eze 20:47 | HEERE: Ziet, Ik zal een vuur in u aansteken, hetwelk in
8274 Eze 20:47 | in u aansteken, hetwelk in u allen groenen boom en
8275 Eze 21:11 | is geveegd, om hetzelve in de hand des doodslagers
8276 Eze 21:14 | zullen worden, dat tot hen in de binnenste kameren indringen
8277 Eze 21:22 | stellen, om den mond te openen in het doodslaan, om de stem
8278 Eze 21:23 | 23 Dit zal hun in hun ogen als een ijdel waarzeggen
8279 Eze 21:24 | uw zonden gezien worden in al uw handelingen;
8280 Eze 21:30 | Keer uw zwaard weder in zijn schede! In de plaats,
8281 Eze 21:30 | zwaard weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen
8282 Eze 21:30 | waar gij geschapen zijt, in het land uwer woningen zal
8283 Eze 21:31 | blazen; en Ik zal u overgeven in de hand van brandende mensen,
8284 Eze 21:32 | zijn, uw bloed zal zijn in het midden des lands; uwer
8285 Eze 22:3 | Heere HEERE: O stad, die in haar midden bloed vergiet,
8286 Eze 22:6 | de vorsten Israels zijn in u geweest, een ieder naar
8287 Eze 22:7 | Vader en moeder hebben zij in u licht geacht; met den
8288 Eze 22:7 | den vreemdeling hebben zij in het midden van u door verdrukking
8289 Eze 22:7 | verdrukking gehandeld; zij hebben in u den wees en de weduwe
8290 Eze 22:9 | Achterklappers zijn in u geweest om bloed te vergieten,
8291 Eze 22:9 | om bloed te vergieten, en in u hebben zij op de bergen
8292 Eze 22:9 | zij hebben schandelijkheid in het midden van u gedaan. ~
8293 Eze 22:10 | heeft de schaamte des vaders in u ontdekt; die onrein was
8294 Eze 22:10 | afzondering, hebben zij in u verkracht. ~
8295 Eze 22:11 | verontreinigd; nog een ander heeft in u zijn zuster, zijns
8296 Eze 22:12 | Zij hebben geschenken in u genomen, om bloed te vergieten;
8297 Eze 22:13 | hebt, en om uw bloed, die in het midden van u geweest
8298 Eze 22:14 | zullen uw handen sterk zijn, in de dagen, als Ik met u handelen
8299 Eze 22:15 | heidenen, en u verspreiden in de landen, en uw ontreinigheid
8300 Eze 22:16 | 16 Zo zult gij in u ontheiligd zijn voor de
8301 Eze 22:18 | tin, of ijzer, of lood, in het midden des ovens; zilverschuim
8302 Eze 22:19 | zijt, daarom ziet, Ik zal u in het midden van Jeruzalem
8303 Eze 22:20 | of ijzer, of lood, of tin in het midden eens ovens vergaderd
8304 Eze 22:20 | zal Ik ulieden vergaderen in Mijn toorn, en in Mijn
8305 Eze 22:20 | vergaderen in Mijn toorn, en in Mijn grimmigheid daar laten,
8306 Eze 22:21 | bijeenbrengen, en zal op u blazen in het vuur Mijner verbolgenheid,
8307 Eze 22:21 | Mijner verbolgenheid, dat gij in het midden van haar zult
8308 Eze 22:22 | 22 Gelijk het zilver in het midden des ovens gesmolten
8309 Eze 22:22 | wordt, alzo zult gijlieden in het midden van haar gesmolten
8310 Eze 22:25 | verbintenis harer profeten is in het midden van haar als
8311 Eze 22:25 | weduwen vermenigvuldigen zij in het midden van haar. ~
8312 Eze 22:26 | Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd. ~
8313 Eze 22:27 | 27 Haar vorsten zijn in het midden van haar als
8314 Eze 22:30 | en voor Mijn aangezicht in de bresse staan voor het
8315 Eze 23:3 | 3 Dezen hoereerden in Egypte; in haar jeugd hoereerden
8316 Eze 23:3 | Dezen hoereerden in Egypte; in haar jeugd hoereerden zij;
8317 Eze 23:8 | want zij hadden bij haar in haar jeugd gelegen, en zij
8318 Eze 23:9 | Daarom gaf Ik haar in de hand van haar boelen
8319 Eze 23:9 | hand van haar boelen over, in de hand der kinderen van
8320 Eze 23:15 | op hun hoofden, die allen in het aanzien hoofdmannen
8321 Eze 23:17 | Babel nu kwamen tot haar in tot het leger der minne,
8322 Eze 23:19 | als zij gehoereerd had in het land van Egypte. ~
8323 Eze 23:25 | tegen u zetten, dat zij in grimmigheid met u zullen
8324 Eze 23:28 | Zie, Ik zal u overgeven in de hand dergenen, die gij
8325 Eze 23:28 | dergenen, die gij haat, in de hand dergenen, van dewelken
8326 Eze 23:31 | 31 In den weg uwer zuster hebt
8327 Eze 23:31 | daarom zal Ik haar beker in uw hand geven. ~
8328 Eze 23:32 | worden; de beker houdt veel in. ~
8329 Eze 23:37 | overspel gedaan, en er is bloed in haar handen; en zij hebben
8330 Eze 23:39 | kwamen zij op dienzelven dag in Mijn heiligdom, om dat te
8331 Eze 23:39 | alzo hebben zij gedaan in het midden van Mijn
8332 Eze 23:44 | En men ging tot haar in, gelijk men ingaat tot een
8333 Eze 23:44 | hoer is; alzo gingen zij in tot Ohola en tot Oholiba,
8334 Eze 23:45 | overspeelsters, en bloed is in haar handen. ~
8335 Eze 24:1 | des HEEREN woord tot mij, in het negende jaar, in de
8336 Eze 24:1 | mij, in het negende jaar, in de tiende maand, op den
8337 Eze 24:6 | bloedstad, den pot, welks schuim in hem is, en van welken zijn
8338 Eze 24:7 | Want haar bloed is in het midden van haar; op
8339 Eze 24:11 | verbrande, en zijn onreinigheid in het midden van hem versmelte,
8340 Eze 24:12 | uitgegaan; haar schuim moet in het vuur. ~
8341 Eze 24:13 | 13 In uw onreinigheid is schandelijkheid,
8342 Eze 24:18 | Dit sprak ik tot het volk in den morgenstond, en mijn
8343 Eze 24:18 | en mijn huisvrouw stierf in den avond; en ik deed in
8344 Eze 24:18 | in den avond; en ik deed in den morgenstond, gelijk
8345 Eze 24:23 | noch wenen, maar gij zult in uw ongerechtigheden versmachten,
8346 Eze 25:3 | het huis van Juda, als zij in gevangenis gingen; ~
8347 Eze 25:4 | bezitting, dat zij hun burgen in u zetten, en hun woningen
8348 Eze 25:4 | zetten, en hun woningen in u stellen, die zullen uw
8349 Eze 25:6 | harte verblijd zijt geweest in al uw plundering, over het
8350 Eze 25:11 | 11 Ik zal ook in Moab gerichten oefenen;
8351 Eze 26:1 | 1 En het gebeurde in het elfde jaar, op den eersten
8352 Eze 26:5 | 5 Zij zal in het midden der zee zijn
8353 Eze 26:6 | En haar dochteren, die in het veld zijn, zullen met
8354 Eze 26:12 | hout, en uw stof zullen zij in het midden der wateren
8355 Eze 26:15 | zal kermen, wanneer men in het midden van u schrikkelijk
8356 Eze 26:17 | schrik gaven aan allen, die in haar woonden! ~
8357 Eze 26:18 | vals; ja, de eilanden, die in de zee zijn, zullen beroerd
8358 Eze 26:20 | nederdalen met degenen die in den kuil nederdalen tot
8359 Eze 26:20 | en zal u doen nederliggen in de onderste plaatsen der
8360 Eze 26:20 | onderste plaatsen der aarde, in de woeste plaatsen, die
8361 Eze 26:20 | geweest zijn, met degenen, die in den kuil nederdalen, opdat
8362 Eze 26:20 | zal het sieraad herstellen in het land der levenden. ~
8363 Eze 26:21 | niet meer gevonden worden in eeuwigheid, spreekt de Heere
8364 Eze 27:3 | handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt de
8365 Eze 27:3 | gij zegt: Ik ben volmaakt in schoonheid. ~
8366 Eze 27:4 | 4 Uw landpalen zijn in het hart der zeeen; uw bouwers
8367 Eze 27:8 | uw wijzen, o Tyrus! die in u waren, die waren uw schippers. ~
8368 Eze 27:9 | Gebal en haar wijzen waren in u, verbeterende uw breuken;
8369 Eze 27:9 | en haar zeelieden waren in u, om onderlingen handel
8370 Eze 27:10 | Lydiers, en Puteers waren in uw heir, uw krijgslieden;
8371 Eze 27:10 | schild en helm hingen zij in u op, die maakten uw sieraad. ~
8372 Eze 27:19 | ijzer, kassie en kalmus was in uw onderlingen koophandel. ~
8373 Eze 27:24 | gebonden met koorden, en in ceder gepakt, onder
8374 Eze 27:25 | vervuld, en zeer verheerlijkt in het hart der zeeen. ~
8375 Eze 27:26 | Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; de
8376 Eze 27:26 | oostenwind heeft u verbroken in het hart der zeeen. ~
8377 Eze 27:27 | uw krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse
8378 Eze 27:27 | met uw ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen
8379 Eze 27:27 | van u is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten
8380 Eze 27:30 | zij zullen zich wentelen in de as. ~
8381 Eze 27:32 | 32 En zij zullen in hun gekerm een klaaglied
8382 Eze 27:32 | Tyrus, als de uitgeroeide in het midden der zee? ~
8383 Eze 27:34 | de zeeen verbroken zijt in de diepte der wateren, zijn
8384 Eze 27:34 | koophandel en uw ganse gemeente in het midden van u gevallen. ~
8385 Eze 27:36 | zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid. ~ ~
8386 Eze 28:2 | zegt: Ik ben God, ik zit in Godes stoel, in het hart
8387 Eze 28:2 | ik zit in Godes stoel, in het hart der zeeen! daar
8388 Eze 28:4 | goud en zilver verkregen in uw schatten. ~
8389 Eze 28:5 | grootheid uwer wijsheid in uw koophandel hebt gij uw
8390 Eze 28:8 | den dood eens verslagenen in het hart der zeeen. ~
8391 Eze 28:9 | een mens zijt en geen God, in de hand desgenen, die u
8392 Eze 28:12 | van wijsheid en volmaakt in schoonheid! ~
8393 Eze 28:13 | 13 Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostelijk
8394 Eze 28:14 | heiligen berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen. ~
8395 Eze 28:15 | Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af,
8396 Eze 28:15 | totdat er ongerechtigheid in u gevonden is. ~
8397 Eze 28:19 | zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid. ~
8398 Eze 28:22 | wil aan u, o Sidon! en zal in het midden van u verheerlijkt
8399 Eze 28:22 | HEERE ben, als Ik gerichten in haar zal hebben geoefend,
8400 Eze 28:22 | hebben geoefend, en in haar geheiligd zal zijn. ~
8401 Eze 28:23 | Want Ik zal de pestilentie in haar zenden, en bloed op
8402 Eze 28:23 | verslagenen zullen vallen in het midden van haar, door
8403 Eze 28:25 | zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan
8404 Eze 29:1 | 1 In het tiende jaar, in de tiende
8405 Eze 29:1 | In het tiende jaar, in de tiende maand, op den
8406 Eze 29:3 | dien groten zeedraak, die in het midden zijner rivieren
8407 Eze 29:4 | 4 Maar Ik zal haken in uw kaken doen, en den vis
8408 Eze 29:5 | En Ik zal u verlaten in de woestijn, u en al den
8409 Eze 29:12 | stellen tot een verwoesting in het midden der verwoeste
8410 Eze 29:12 | zullen een woestheid zijn in het midden der verwoeste
8411 Eze 29:12 | en zal hen verspreiden in de landen. ~
8412 Eze 29:14 | wenden, en hen wederbrengen in het land van Pathros, in
8413 Eze 29:14 | in het land van Pathros, in het land huns koophandels;
8414 Eze 29:17 | Voorts gebeurde het in het zeven en twintigste
8415 Eze 29:17 | zeven en twintigste jaar, in de eerste maand, op den
8416 Eze 29:21 | opening des monds geven in het midden van hen; en zij
8417 Eze 30:4 | En het zwaard zal komen in Egypte, en er zal grote
8418 Eze 30:4 | er zal grote smart zijn in Morenland, als de verslagenen
8419 Eze 30:4 | verslagenen zullen vallen in Egypte; want zij zullen
8420 Eze 30:7 | zij zullen verwoest worden in het midden der verwoeste
8421 Eze 30:7 | haar steden zullen zijn in het midden der verwoeste
8422 Eze 30:8 | HEERE ben, als Ik een vuur in Egypte zal hebben gelegd,
8423 Eze 30:9 | van voor Mijn aangezicht in schepen uitvaren, om het
8424 Eze 30:9 | smart bij hen zijn, als in den dag van Egypte;
8425 Eze 30:12 | maken, en het land verkopen in de hand der bozen; en Ik
8426 Eze 30:13 | Egypteland; en Ik zal een vreze in Egypteland stellen. ~
8427 Eze 30:14 | verwoesten, en een vuur leggen in Zoan; en Ik zal gerichten
8428 Eze 30:14 | Ik zal gerichten oefenen in No. ~
8429 Eze 30:16 | En Ik zal een vuur in Egypte leggen; Sin zal zeer
8430 Eze 30:17 | de dochters zullen gaan in de gevangenis. ~
8431 Eze 30:18 | hovaardij harer sterkte in haar zal ophouden; haar
8432 Eze 30:18 | haar dochters zullen gaan in de gevangenis. ~
8433 Eze 30:19 | zal Ik gerichten oefenen in Egypte; en zij zullen weten,
8434 Eze 30:20 | 20 Ook gebeurde het in het elfde jaar, in de eerste
8435 Eze 30:20 | gebeurde het in het elfde jaar, in de eerste maand, op den
8436 Eze 30:23 | en zal hen verspreiden in de landen. ~
8437 Eze 30:24 | sterken, en Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao'
8438 Eze 30:25 | ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des konings
8439 Eze 30:26 | en zal hen verspreiden in de landen; alzo zullen zij
8440 Eze 31:1 | 1 Het gebeurde ook in het elfde jaar, in de derde
8441 Eze 31:1 | gebeurde ook in het elfde jaar, in de derde maand, op den eersten
8442 Eze 31:2 | menigte: Wien zijt gij gelijk in uw grootheid? ~
8443 Eze 31:7 | Alzo was hij schoon in zijn grootheid en in de
8444 Eze 31:7 | schoon in zijn grootheid en in de lengte zijner takken,
8445 Eze 31:8 | 8 De cederen in Gods hof verduisterden hem
8446 Eze 31:8 | zijn scheuten; geen boom in Gods hof was hem gelijk
8447 Eze 31:8 | hof was hem gelijk in zijn schoonheid. ~
8448 Eze 31:9 | alle bomen van Eden, die in Gods hof waren, hem benijdden. ~
8449 Eze 31:11 | 11 Daarom gaf Ik hem in de hand van den machtigste
8450 Eze 31:12 | takken vielen op de bergen en in alle valleien, en zijn scheuten
8451 Eze 31:14 | het onderste der aarde, in het midden der mensenkinderen,
8452 Eze 31:14 | mensenkinderen, tot degenen, die in den kuil nederdalen. ~
8453 Eze 31:16 | nederdalen, met degenen, die in den kuil nederdalen; en
8454 Eze 31:16 | drinken, troostten zich in het onderste der aarde. ~
8455 Eze 31:17 | die onder zijn schaduw in het midden der heidenen
8456 Eze 31:18 | Wien zijt gij alzo gelijk in heerlijkheid en grootheid,
8457 Eze 31:18 | het onderste der aarde; in het midden der onbesnedenen
8458 Eze 32:1 | 1 Het gebeurde ook in het twaalfde jaar, in de
8459 Eze 32:1 | ook in het twaalfde jaar, in de twaalfde maand op den
8460 Eze 32:2 | gij waart als een zeedraak in de zeeen, en braakt
8461 Eze 32:2 | zeeen, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet
8462 Eze 32:3 | die zullen u optrekken in Mijn garen. ~
8463 Eze 32:9 | de heidenen zal brengen in de landen, die gij niet
8464 Eze 32:17 | Voorts gebeurde het in het twaalfde jaar, op den
8465 Eze 32:18 | der prachtige heidenen) in de onderste plaatsen der
8466 Eze 32:18 | aarde, bij degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
8467 Eze 32:20 | 20 In het midden der verslagenen
8468 Eze 32:23 | Welker graven gesteld zijn in de zijden des kuils, en
8469 Eze 32:23 | zwaard, die een schrik gaven in het land der levenden. ~
8470 Eze 32:24 | hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu
8471 Eze 32:24 | schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
8472 Eze 32:25 | 25 In het midden der verslagenen
8473 Eze 32:25 | schrik van hen gegeven is in het land der levenden; nu
8474 Eze 32:25 | schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald;
8475 Eze 32:25 | nedergedaald; hij is geleid in het midden der verslagenen. ~
8476 Eze 32:26 | schrik gegeven hebben in het land der levenden. ~
8477 Eze 32:27 | omdat der helden schrik in het land der levenden geweest
8478 Eze 32:28 | ook zult verbroken worden in het midden der onbesnedenen,
8479 Eze 32:29 | en met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
8480 Eze 32:30 | schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
8481 Eze 32:32 | ook Mijn schrik gegeven in het land der levenden; dies
8482 Eze 32:32 | dies zal hij gelegd worden in het midden der onbesnedenen
8483 Eze 33:6 | hen weg; die is wel in zijn ongerechtigheid weggenomen,
8484 Eze 33:8 | manen; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid
8485 Eze 33:9 | niet bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven;
8486 Eze 33:10 | zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe
8487 Eze 33:11 | Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen!
8488 Eze 33:13 | niet gedacht worden, maar in zijn onrecht, dat hij
8489 Eze 33:15 | het geroofde, wandelt hij in de inzettingen des levens,
8490 Eze 33:21 | 21 En het geschiedde in het twaalfde jaar onzer
8491 Eze 33:21 | gevankelijke wegvoering, in de tiende maand, op den
8492 Eze 33:24 | van die woeste plaatsen in het land Israels spreken,
8493 Eze 33:27 | Ik leef, indien niet, die in die woeste plaatsen zijn,
8494 Eze 33:27 | zo Ik niet dien, die in het open veld is, het wild
8495 Eze 33:27 | dat het hem vrete, en die in de vestingen en in de spelonken
8496 Eze 33:27 | en die in de vestingen en in de spelonken zijn, door
8497 Eze 33:30 | steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en
8498 Eze 33:33 | weten, dat er een profeet in het midden van hen geweest
8499 Eze 34:12 | opzoekt, ten dage als hij in het midden zijner verspreide
8500 Eze 34:13 | de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal ze weiden
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370 |