1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370
Book Chapter: Verse
9001 Amos 5:19 | een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met
9002 Amos 5:25 | Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen
9003 Amos 6:7 | henengaan onder de voorsten, die in gevangenis gaan; en het
9004 Amos 6:9 | geschieden, zo er tien mannen in enig huis zullen overgelaten
9005 Amos 6:12 | gijlieden hebt het recht in gal verkeerd, en de vrucht
9006 Amos 6:12 | vrucht der gerechtigheid in alsem. ~
9007 Amos 7:1 | Hij formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van
9008 Amos 7:7 | was, en een paslood was in Zijn hand. ~
9009 Amos 7:8 | zal het paslood stellen in het midden van Mijn volk
9010 Amos 7:10 | verbintenis tegen u gemaakt, in het midden van het huis
9011 Amos 7:12 | Gij ziener! ga weg, vlied in het land van Juda, en eet
9012 Amos 7:17 | HEERE alzo: Uw vrouw zal in de stad hoereren, en uw
9013 Amos 7:17 | worden; en gij zult in een onrein land sterven,
9014 Amos 8:3 | lichamen zullen er zijn, in alle plaatsen zal men ze
9015 Amos 8:7 | heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in eeuwigheid zal vergeten! ~
9016 Amos 8:10 | En Ik zal uw feesten in rouw, en al uw liederen
9017 Amos 8:10 | rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en
9018 Amos 8:10 | Ik zal het land stellen in rouw, als er is over
9019 Amos 8:11 | HEERE, dat Ik een honger in het land zal zenden; niet
9020 Amos 9:1 | beven, en doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun
9021 Amos 9:2 | Al groeven zij tot in de hel, zo zal Mijn hand
9022 Amos 9:2 | halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze
9023 Amos 9:3 | zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo
9024 Amos 9:4 | 4 En al gingen zij in gevangenis voor het aangezicht
9025 Amos 9:6 | Die Zijn opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn
9026 Amos 9:9 | gelijk als zaad geschud wordt in een zeef; en niet een steentje
9027 Amos 9:11 | oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen van ouds; ~
9028 Amos 9:15 | 15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij
9029 Oba 1:3 | bedrogen; hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen,
9030 Oba 1:3 | kloven der steenrotsen, in zijn hoge woning; die in
9031 Oba 1:3 | in zijn hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou
9032 Oba 1:7 | er is geen verstand in hem. ~
9033 Oba 1:10 | gij zult uitgeroeid worden in eeuwigheid. ~
9034 Oba 1:20 | weggevoerden van Jeruzalem, hetgeen in Sefarad is, zij zullen
9035 Jona 1:3 | daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden
9036 Jona 1:4 | er werd een grote storm in de zee, zodat het schip
9037 Jona 1:5 | en wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee,
9038 Jona 1:5 | die in het schip waren, in de zee, om het van dezelve
9039 Jona 1:12 | Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo zal de zee stil
9040 Jona 1:15 | Jona op, en wierpen hem in de zee. Toen stond de zee
9041 Jona 1:17 | een groten vis, om Jona in te slokken; en Jona was
9042 Jona 1:17 | te slokken; en Jona was in het ingewand van den vis,
9043 Jona 2:3 | Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der
9044 Jona 2:3 | mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de
9045 Jona 2:6 | aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt
9046 Jona 2:7 | 7 Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht
9047 Jona 2:7 | en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid. ~
9048 Jona 3:4 | 4 En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis;
9049 Jona 3:6 | met een zak, en zat neder in de as. ~
9050 Jona 3:8 | en van het geweld, dat in hun handen is. ~
9051 Jona 4:2 | mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam
9052 Jona 4:5 | verdek, en zat daaronder in de schaduw, totdat hij zag,
9053 Jona 4:7 | een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad;
9054 Jona 4:10 | dien groot gemaakt; die in een nacht werd, en in een
9055 Jona 4:10 | die in een nacht werd, en in een nacht verging; ~
9056 Mic 1:1 | tot Micha, den Morastiet, in de dagen van Jotham, Achaz
9057 Mic 1:4 | wateren, die uitgestort worden in de laagte. ~
9058 Mic 1:6 | wijngaards; en Ik zal haar stenen in de vallei storten, en haar
9059 Mic 1:10 | jammerlijk niet; wentelt u in het stof in het huis van
9060 Mic 1:10 | niet; wentelt u in het stof in het huis van Afra. ~
9061 Mic 1:13 | beginsel der zonde) want in u zijn Israels overtredingen
9062 Mic 2:1 | kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond
9063 Mic 2:1 | doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand
9064 Mic 2:5 | hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente
9065 Mic 2:5 | snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN. ~
9066 Mic 2:9 | kinderkens neemt gij Mijn sieraad in eeuwigheid. ~
9067 Mic 2:12 | van Bozra; als een kudde in het midden van haar
9068 Mic 2:13 | henengaan; en de HEERE in hun spits. ~ ~
9069 Mic 3:3 | vaneen leggen, gelijk als in een pot, en als vlees in
9070 Mic 3:3 | in een pot, en als vlees in het midden eens ketels. ~
9071 Mic 3:5 | uit; maar die niets geeft in hun mond, tegen dien zo
9072 Mic 3:11 | zeggende: Is de HEERE niet in het midden van ons?
9073 Mic 4:1 | 1 Maar in het laatste der dagen zal
9074 Mic 4:2 | Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want
9075 Mic 4:5 | volken zullen wandelen, elk in den naam zijns gods; maar
9076 Mic 4:5 | maar wij zullen wandelen in den Naam des HEEREN, onzes
9077 Mic 4:7 | Sions, van nu aan tot in eeuwigheid. ~
9078 Mic 4:10 | op het veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar
9079 Mic 5:1 | Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen
9080 Mic 5:3 | zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in
9081 Mic 5:3 | in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam
9082 Mic 5:4 | Vrede zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer
9083 Mic 5:4 | zal komen, en wanneer hij in onze paleizen zal treden,
9084 Mic 5:5 | en het land van Nimrod in deszelfs ingangen. Alzo
9085 Mic 5:5 | van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen,
9086 Mic 5:5 | komen, en wanneer hij in onze landpale zal treden.
9087 Mic 5:6 | Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken,
9088 Mic 5:7 | zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken,
9089 Mic 5:14 | 14 En Ik zal in toorn en in grimmigheid
9090 Mic 5:14 | En Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen aan
9091 Mic 6:2 | Hij zal Zich met Israel in recht begeven. ~
9092 Mic 6:10 | 10 Zijn er niet nog, in eens ieders goddelozen huis,
9093 Mic 6:12 | haar tong bedriegelijk is in haar mond; ~
9094 Mic 6:14 | en uw nederdrukking zal in het midden van u zijn; en
9095 Mic 6:16 | van Achab; en gij wandelt in derzelver raadslagen; opdat
9096 Mic 7:1 | als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn;
9097 Mic 7:5 | uws monds voor haar, die in uw schoot ligt. ~
9098 Mic 7:8 | weder opstaan; wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn,
9099 Mic 7:14 | erfenis, die alleen woont, in het woud, in het midden
9100 Mic 7:14 | alleen woont, in het woud, in het midden van een vruchtbaar
9101 Mic 7:14 | vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan en Gilead, als in
9102 Mic 7:14 | in Basan en Gilead, als in de dagen van ouds. ~
9103 Mic 7:15 | wonderen doen zien, als in de dagen, toen gij uit Egypteland
9104 Mic 7:18 | Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft
9105 Mic 7:19 | Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen. ~
9106 Nah 1:3 | onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm,
9107 Nah 1:3 | weg is in wervelwind, en in storm, en de wolken zijn
9108 Nah 1:7 | goed, Hij is ter sterkte in den dag der benauwdheid,
9109 Nah 1:10 | 10 Dewijl zij in elkander gevlochten zijn
9110 Nah 2:3 | scharlakenvervig; de wagens zijn in het vuur der fakkelen, ten
9111 Nah 2:5 | doch zij zullen struikelen in hun tochten; zij zullen
9112 Nah 2:10 | en de knieen schudden, en in al de lenden is smart, en
9113 Nah 2:13 | en Ik zal haar wagenen in rook verbranden, en het
9114 Nah 3:8 | No, de volkrijke, gelegen in de rivieren? die rondom
9115 Nah 3:10 | is zij gevankelijk gegaan in de gevangenis; ook zijn
9116 Nah 3:10 | al haar groten zijn in boeien gebonden geworden. ~
9117 Nah 3:13 | 13 Ziet, uw volk zal in het midden van u tot vrouwen
9118 Nah 3:14 | versterk uw vastigheden; ga in de klei, en treed in het
9119 Nah 3:14 | ga in de klei, en treed in het leem; verbeter den ticheloven. ~
9120 Nah 3:17 | de grote kevers, die zich in de heiningmuren legeren
9121 Nah 3:17 | de heiningmuren legeren in de koude der dagen; wanneer
9122 Zep 1:1 | Amarja, den zoon van Hizkia; in de dagen van Josia, den
9123 Zep 1:8 | En het zal geschieden in den dag van het slachtoffer
9124 Zep 1:12 | zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De
9125 Zep 2:3 | zult gij verborgen worden in den dag van den toorn
9126 Zep 2:4 | verwoesting wezen; Asdod zal men in den middag verdrijven, en
9127 Zep 2:7 | weiden; des avonds zullen zij in de huizen van Askelon legeren,
9128 Zep 2:9 | en een verwoesting tot in eeuwigheid! De overigen
9129 Zep 2:10 | Dat zullen zij hebben in plaats van hun hoogmoed;
9130 Zep 2:14 | 14 En in het midden van haar zullen
9131 Zep 2:14 | vernachten; een stem zal in het venster zingen,
9132 Zep 2:14 | zingen, verwoesting zal in den dorpel zijn, als Hij
9133 Zep 2:15 | vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het,
9134 Zep 3:3 | vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar
9135 Zep 3:5 | De rechtvaardige HEERE is in het midden van haar, Hij
9136 Zep 3:5 | morgen geeft Hij Zijn recht in het licht, er ontbreekt
9137 Zep 3:12 | 12 Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven
9138 Zep 3:13 | noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke
9139 Zep 3:15 | Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij zult
9140 Zep 3:17 | De HEERE uw God, is in het midden van u, een Held,
9141 Zep 3:17 | blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich
9142 Zep 3:19 | een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar
9143 Zac 1:1 | 1 In de achtste maand, in het
9144 Zac 1:1 | In de achtste maand, in het tweede jaar van Darius,
9145 Zac 1:5 | de profeten, zullen zij in eeuwigheid leven? ~
9146 Zac 1:7 | vier en twintigsten dag, in de elfde maand (die de maand
9147 Zac 1:7 | die de maand Schebat is), in het tweede jaar van Darius,
9148 Zac 1:8 | stond tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter
9149 Zac 2:1 | ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer. ~
9150 Zac 2:4 | mensen en der beesten, die in het midden derzelve
9151 Zac 2:5 | zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar. ~
9152 Zac 2:10 | want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen,
9153 Zac 2:11 | een volk wezen; en Ik zal in het midden van u wonen;
9154 Zac 2:12 | Juda erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij
9155 Zac 3:7 | heirscharen: Indien gij in Mijn wegen zult wandelen,
9156 Zac 4:10 | tinnen gewicht zullen zien in de hand van Zerubbabel;
9157 Zac 4:12 | takjes der olijfbomen, welke in de twee gouden kruiken zijn,
9158 Zac 5:4 | heirscharen, dat hij kome in het huis van den dief, en
9159 Zac 5:4 | het huis van den dief, en in het huis desgenen, die bij
9160 Zac 5:6 | is het oog over henlieden in het ganse land. ~
9161 Zac 5:7 | was een vrouw, zittende in het midden der efa. ~
9162 Zac 5:8 | goddeloosheid; en Hij wierp ze in het midden van de efa; en
9163 Zac 5:9 | kwamen voort, en wind was in haar vleugelen, en zij hadden
9164 Zac 5:11 | haar een huis te bouwen in het land Sinear; dat zij
9165 Zac 6:8 | hebben Mijn Geest doen rusten in het Noorderland. ~
9166 Zac 6:10 | gij te dien dage, en ga in ten huize van Josia, den
9167 Zac 6:14 | Zefanja, tot een gedachtenis in den tempel des HEEREN. ~
9168 Zac 6:15 | komen, en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en
9169 Zac 7:1 | 1 Het gebeurde nu in het vierde jaar van den
9170 Zac 7:1 | negende maand, namelijk in Chisleu. ~
9171 Zac 7:3 | Zeggende tot de priesters, die in het huis des HEEREN der
9172 Zac 7:3 | zeggende: Moet ik wenen in de vijfde maand, mij afzonderende,
9173 Zac 7:5 | vasttet en rouwklaagdet, in de vijfde en in de zevende
9174 Zac 7:5 | rouwklaagdet, in de vijfde en in de zevende maand, namelijk
9175 Zac 7:10 | ellendige; en denkt niet in uw hart de een des anderen
9176 Zac 7:12 | HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst
9177 Zac 8:3 | wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden van Jeruzalem
9178 Zac 8:4 | een ieder zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege
9179 Zac 8:6 | Omdat het wonderlijk is in de ogen van het overblijfsel
9180 Zac 8:6 | overblijfsel dezes volks in deze dagen, zou het daarom
9181 Zac 8:6 | dagen, zou het daarom ook in Mijn ogen wonderlijk zijn?
9182 Zac 8:8 | herwaarts brengen, dat zij in het midden van Jeruzalem
9183 Zac 8:8 | zal hun tot een God zijn, in waarheid en in gerechtigheid. ~
9184 Zac 8:8 | God zijn, in waarheid en in gerechtigheid. ~
9185 Zac 8:9 | sterk zijn, gijlieden, die in deze dagen deze woorden
9186 Zac 8:11 | volks niet wezen, gelijk in de vorige dagen, spreekt
9187 Zac 8:15 | Alzo denk Ik wederom in deze dagen goed te doen
9188 Zac 8:16 | en een oordeel des vredes in uw poorten. ~
9189 Zac 8:17 | de een des anderen kwaad in ulieder hart; en hebt een
9190 Zac 8:23 | der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat
9191 Zac 9:4 | en Hij zal haar vesting in de zee verslaan; en zij
9192 Zac 9:7 | hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron als de
9193 Zac 9:11 | den kuil, daar geen water in is, uitgelaten. ~
9194 Zac 9:16 | gekroonde stenen zullen in Zijn land, als een banier,
9195 Zac 10:3 | het paard Zijner majesteit in den strijd. ~
9196 Zac 10:5 | zijn als de helden, die in het slijk der straten treden
9197 Zac 10:5 | slijk der straten treden in den strijd, en zij zullen
9198 Zac 10:7 | hart zal zich verheugen in den HEERE. ~
9199 Zac 10:9 | zij zullen Mijner gedenken in verre plaatsen; en zij zullen
9200 Zac 10:10 | uit Assyrie; en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon
9201 Zac 10:11 | benauwende, en Hij zal de golven in de zee slaan, en al de diepten
9202 Zac 10:12 | En Ik zal hen sterken in den HEERE, en in Zijn Naam
9203 Zac 10:12 | sterken in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen,
9204 Zac 11:6 | mensen overleveren, elkeen in de hand zijns naasten, en
9205 Zac 11:6 | de hand zijns naasten, en in de hand zijns konings,
9206 Zac 11:8 | En ik heb drie herders in een maand afgesneden; want
9207 Zac 11:12 | gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon,
9208 Zac 11:13 | zilverlingen, en wierp ze in het huis des HEEREN, voor
9209 Zac 11:16 | zal een herder verwekken in dit land; dat gereed is
9210 Zac 12:1 | grondvest, en des mensen geest in zijn binnenste formeert. ~
9211 Zac 12:2 | zal zij zijn over Juda, in de belegering tegen Jeruzalem. ~
9212 Zac 12:5 | de leidslieden van Juda in hun hart zeggen: De inwoners
9213 Zac 12:5 | zullen mij een sterkte zijn in den HEERE der heirscharen,
9214 Zac 12:6 | Jeruzalem zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem. ~
9215 Zac 12:11 | rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon. ~
9216 Zac 13:3 | valsheid gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en
9217 Zac 13:6 | zegt: Wat zijn deze wonden in uw handen? zo zal hij zeggen:
9218 Zac 13:6 | waarmede ik geslagen ben, in het huis mijner liefhebbers. ~
9219 Zac 13:8 | En het zal geschieden in het ganse land, spreekt
9220 Zac 13:9 | En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik
9221 Zac 14:1 | roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem! ~
9222 Zac 14:2 | helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het
9223 Zac 14:4 | oosten; en de Olijfberg zal in tweeen gespleten worden
9224 Zac 14:5 | vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia,
9225 Zac 14:10 | verhoogd en bewoond worden in haar plaats; van de
9226 Zac 14:12 | iegelijks ogen zullen uitteren in hun holen; een eens iegelijks
9227 Zac 14:12 | eens iegelijks tong zal in hun mond uitteren.
9228 Zac 14:14 | goud en zilver, en klederen in grote menigte. ~
9229 Zac 14:15 | aller beesten zijn, die in diezelve heirlegers geweest
9230 Zac 14:20 | DES HEEREN. En de potten in het huis des HEEREN zullen
9231 Zac 14:21 | 21 Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen
9232 Zac 14:21 | de potten in Jeruzalem en in Juda zullen den HEERE der
9233 Zac 14:21 | en van dezelve nemen, en in dezelve koken; en er
9234 Zac 14:21 | geen Kanaaniet meer zijn, in het huis des HEEREN der
9235 Mal 1:4 | de HEERE vergramd is tot in eeuwigheid. ~
9236 Mal 1:14 | bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft, en den
9237 Mal 2:6 | De wet der waarheid was in zijn mond, en er werd geen
9238 Mal 2:6 | en er werd geen onrecht in zijn lippen gevonden; hij
9239 Mal 2:6 | gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid,
9240 Mal 2:6 | wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid, en hij bekeerde
9241 Mal 2:8 | er velen doen struikelen in de wet, gij hebt het verbond
9242 Mal 2:9 | het aangezicht aanneemt in de wet. ~
9243 Mal 2:11 | wordt een gruwel gedaan in Israel, en in Jeruzalem;
9244 Mal 2:11 | gruwel gedaan in Israel, en in Jeruzalem; want Juda ontheiligt
9245 Mal 2:17 | wie kwaad doet, is goed in de ogen des HEEREN, en Hij
9246 Mal 3:3 | spijsoffer toebrengen in gerechtigheid. ~
9247 Mal 3:4 | den HEERE zoet wezen, als in de oude dagen, en als in
9248 Mal 3:4 | in de oude dagen, en als in de vorige jaren. ~
9249 Mal 3:8 | zegt: Waarin beroven wij U? In de tienden en het hefoffer. ~
9250 Mal 3:10 | Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er
9251 Mal 3:10 | schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij
9252 Mal 3:14 | wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan, voor het
9253 Mal 4:1 | de toekomstige dag zal ze in brand zetten, zegt de
9254 Matt 1:20 | En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel
9255 Matt 1:20 | des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef,
9256 Matt 1:20 | u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen is, dat is
9257 Matt 2:1 | was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den
9258 Matt 2:1 | Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning
9259 Matt 2:2 | hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen
9260 Matt 2:5 | zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo
9261 Matt 2:9 | en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden,
9262 Matt 2:11 | 11 En in het huis gekomen zijnde,
9263 Matt 2:12 | openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet
9264 Matt 2:13 | Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta
9265 Matt 2:13 | en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar,
9266 Matt 2:14 | en Zijn moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar
9267 Matt 2:16 | die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen waren,
9268 Matt 2:18 | 18 Een stem is in Rama gehoord, geklag, geween
9269 Matt 2:19 | Heeren verschijnt Jozef in den droom, in Egypte. ~
9270 Matt 2:19 | verschijnt Jozef in den droom, in Egypte. ~
9271 Matt 2:20 | Zijn moeder tot u, en trek in het land Israels; want zij
9272 Matt 2:21 | Zijn moeder, en is gekomen in het land Israels. ~
9273 Matt 2:22 | hij hoorde, dat Archelaus in Judea koning was, in de
9274 Matt 2:22 | Archelaus in Judea koning was, in de plaats van zijn vader
9275 Matt 2:22 | Goddelijke openbaring vermaand in den droom, is hij vertrokken
9276 Matt 2:22 | droom, is hij vertrokken in de delen van Galilea. ~
9277 Matt 2:23 | nam hij zijn woonplaats in de stad, genaamd Nazareth;
9278 Matt 2:24 | 1 En in die dagen kwam Johannes
9279 Matt 2:24 | Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea, ~
9280 Matt 2:26 | zeggende: De stem des roependen in de woestijn: Bereidt den
9281 Matt 2:29 | En werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun
9282 Matt 2:33 | voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. ~
9283 Matt 2:35 | 12 Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal
9284 Matt 2:35 | doorzuiveren, en Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen,
9285 Matt 2:40 | Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen
9286 Matt 4:1 | van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht
9287 Matt 4:13 | Kapernaum, gelegen aan de zee, in de landpale van Zebulon
9288 Matt 4:16 | 16 Het volk, dat in duisternis zat, heeft een
9289 Matt 4:16 | en dengenen, die zaten in het land en de schaduwe
9290 Matt 4:18 | Andreas, zijn broeder, het net in de zee werpende (want zij
9291 Matt 4:21 | Johannes, zijn broeder, in het schip met hun vader
9292 Matt 4:23 | geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende
9293 Matt 4:24 | gerucht ging van daar uit in geheel Syrie; en zij brachten
9294 Matt 5:12 | u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben
9295 Matt 5:15 | en zij schijnt allen, die in het huis zijn; ~
9296 Matt 5:16 | mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. ~
9297 Matt 5:19 | de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen;
9298 Matt 5:19 | zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen. ~
9299 Matt 5:20 | en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen
9300 Matt 5:25 | dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt. ~
9301 Matt 5:28 | die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. ~
9302 Matt 5:29 | en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. ~
9303 Matt 5:30 | en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. ~
9304 Matt 5:45 | kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij
9305 Matt 5:48 | volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt
9306 Matt 6:1 | geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. ~
9307 Matt 6:2 | trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten
9308 Matt 6:4 | 4 Opdat uw aalmoes in het verborgen zij; en uw
9309 Matt 6:4 | verborgen zij; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, Die
9310 Matt 6:4 | verborgen ziet, Die zal het u in het openbaar vergelden. ~
9311 Matt 6:5 | want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken
9312 Matt 6:6 | wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur
9313 Matt 6:6 | hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; en uw
9314 Matt 6:6 | verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal
9315 Matt 6:6 | verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden. ~
9316 Matt 6:9 | bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam
9317 Matt 6:10 | Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de
9318 Matt 6:13 | 13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos
9319 Matt 6:13 | kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. ~
9320 Matt 6:18 | maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en uw
9321 Matt 6:18 | verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal
9322 Matt 6:18 | verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden. ~
9323 Matt 6:20 | Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch
9324 Matt 6:23 | Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, hoe
9325 Matt 6:26 | maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse
9326 Matt 6:29 | Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet
9327 Matt 6:30 | dat heden is, en morgen in den oven geworpen wordt,
9328 Matt 7:3 | ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is,
9329 Matt 7:3 | broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet? ~
9330 Matt 7:4 | en zie, er is een balk in uw oog? ~
9331 Matt 7:11 | te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven
9332 Matt 7:13 | 13 Gaat in door de enge poort; want
9333 Matt 7:15 | valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen,
9334 Matt 7:19 | voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. ~
9335 Matt 7:21 | Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen,
9336 Matt 7:21 | den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. ~
9337 Matt 7:22 | Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en
9338 Matt 7:22 | Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen,
9339 Matt 7:22 | duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? ~
9340 Matt 8:10 | Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof
9341 Matt 8:11 | Izak, en Jakob, aanzitten in het Koninkrijk der hemelen; ~
9342 Matt 8:12 | zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis;
9343 Matt 8:14 | En Jezus gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag
9344 Matt 8:23 | 23 En als Hij in het schip gegaan was, zijn
9345 Matt 8:24 | een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip
9346 Matt 8:28 | andere zijde was gekomen in het land der Gergesenen,
9347 Matt 8:31 | uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen. ~
9348 Matt 8:32 | zij uitgaande, voeren heen in de kudde zwijnen; en ziet,
9349 Matt 8:32 | stortte van de steilte af in de zee, en zij stierven
9350 Matt 8:32 | de zee, en zij stierven in het water. ~
9351 Matt 8:33 | zijn gevlucht; en als zij in de stad gekomen waren, boodschapten
9352 Matt 9:1 | 1 En in het schip gegaan zijnde,
9353 Matt 9:1 | zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En ziet, zij
9354 Matt 9:3 | Schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert
9355 Matt 9:4 | Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? ~
9356 Matt 9:9 | voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd
9357 Matt 9:10 | het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheus aanzat,
9358 Matt 9:17 | Noch doet men nieuwen wijn in oude leder zakken; anders
9359 Matt 9:17 | maar men doet nieuwen wijn in nieuwe leder zakken, en
9360 Matt 9:21 | 21 Want zij zeide in zichzelven: Indien ik alleenlijk
9361 Matt 9:23 | 23 En als Jezus in het huis des oversten kwam,
9362 Matt 9:25 | uitgedreven was, ging Hij in, en greep haar hand; en
9363 Matt 9:28 | 28 En als Hij in huis gekomen was, kwamen
9364 Matt 9:33 | Er is nooit desgelijks in Israel gezien! ~
9365 Matt 9:35 | steden en vlekken, lerende in hun synagogen, en predikende
9366 Matt 9:38 | oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote. ~ ~ ~
9367 Matt 10:5 | en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen. ~
9368 Matt 10:9 | zilver, noch koper geld in uw gordels; ~
9369 Matt 10:11 | 11 En in wat stad of vlek gij zult
9370 Matt 10:12 | 12 En als gij in het huis gaat, zo groet
9371 Matt 10:15 | Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan
9372 Matt 10:16 | Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt
9373 Matt 10:17 | zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en
9374 Matt 10:17 | de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij
9375 Matt 10:19 | spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden,
9376 Matt 10:20 | de Geest uws Vaders, Die in u spreekt. ~
9377 Matt 10:23 | 23 Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt
9378 Matt 10:23 | deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar
9379 Matt 10:27 | 27 Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het
9380 Matt 10:27 | de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij
9381 Matt 10:27 | licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op
9382 Matt 10:28 | en lichaam kan verderven in de hel. ~
9383 Matt 10:32 | belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~
9384 Matt 10:33 | verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~
9385 Matt 10:41 | Die een profeet ontvangt in den naam eens profeten,
9386 Matt 10:41 | een rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen,
9387 Matt 10:42 | alleenlijk een beker koud water, in den naam eens discipels,
9388 Matt 11:1 | te leren en te prediken in hun steden. ~
9389 Matt 11:2 | 2 En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende
9390 Matt 11:7 | Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen?
9391 Matt 11:8 | zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen. ~
9392 Matt 11:11 | Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen,
9393 Matt 11:20 | Toen begon Hij de steden, in dewelke Zijn krachten meest
9394 Matt 11:21 | wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de krachten
9395 Matt 11:21 | krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden
9396 Matt 11:21 | zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. ~
9397 Matt 11:22 | Sidon verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan
9398 Matt 11:23 | nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren
9399 Matt 11:23 | krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden
9400 Matt 11:24 | verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan
9401 Matt 11:25 | 25 In diezelve tijd antwoordde
9402 Matt 12:1 | 1 In dien tijd ging Jezus, op
9403 Matt 12:4 | 4 Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden
9404 Matt 12:5 | Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters
9405 Matt 12:5 | priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen,
9406 Matt 12:9 | daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge. ~
9407 Matt 12:11 | datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve
9408 Matt 12:18 | verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen
9409 Matt 12:21 | 21 En in Zijn Naam zullen de heidenen
9410 Matt 12:29 | 29 Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen,
9411 Matt 12:32 | niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. ~
9412 Matt 12:32 | noch in deze eeuw, noch in de toekomende. ~
9413 Matt 12:36 | zullen rekenschap geven in den dag des oordeels. ~
9414 Matt 12:40 | dagen en drie nachten was in den buik van den walvis,
9415 Matt 12:40 | dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. ~
9416 Matt 12:41 | van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht,
9417 Matt 12:42 | van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht,
9418 Matt 12:44 | zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan
9419 Matt 12:50 | wil Mijns Vaders doet Die in de hemelen is, dezelve is
9420 Matt 13:2 | vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat,
9421 Matt 13:7 | 7 En een ander deel viel in de doornen; en de doornen
9422 Matt 13:8 | 8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht,
9423 Matt 13:14 | 14 En in hen wordt de profetie van
9424 Matt 13:19 | boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze
9425 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid
9426 Matt 13:21 | Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor
9427 Matt 13:22 | 22 En die in de doornen bezaaid is, deze
9428 Matt 13:23 | 23 Die nu in de goede aarde bezaaid is,
9429 Matt 13:24 | mens, die goed zaad zaaide in zijn akker. ~
9430 Matt 13:25 | en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg. ~
9431 Matt 13:27 | hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar
9432 Matt 13:30 | opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal
9433 Matt 13:30 | dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te
9434 Matt 13:30 | maar brengt de tarwe samen in mijn schuur. ~
9435 Matt 13:31 | een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid; ~
9436 Matt 13:32 | hemels komen en nestelen in zijn takken. ~
9437 Matt 13:33 | een vrouw nam en verborg in drie maten meels, totdat
9438 Matt 13:40 | wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld. ~
9439 Matt 13:42 | 42 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen;
9440 Matt 13:43 | blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders.
9441 Matt 13:44 | hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken
9442 Matt 13:47 | gelijk aan een net, geworpen in de zee, en dat allerlei
9443 Matt 13:48 | nederzittende, lezen het goede uit in hun vaten, maar het kwade
9444 Matt 13:49 | 49 Alzo zal het in de voleinding der eeuwen
9445 Matt 13:50 | 50 En zullen dezelve in den vurigen oven werpen;
9446 Matt 13:52 | iegelijk Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen
9447 Matt 13:54 | 54 En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij
9448 Matt 13:54 | vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij
9449 Matt 13:57 | profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn
9450 Matt 13:57 | dan in zijn vaderland, en in zijn huis. ~
9451 Matt 14:2 | daarom werken die krachten in Hem. ~
9452 Matt 14:3 | genomen, en hem gebonden, en in den kerker gezet, om Herodias'
9453 Matt 14:6 | de dochter van Herodias in het midden van hen, en zij
9454 Matt 14:8 | moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van
9455 Matt 14:10 | en onthoofdde Johannes in den kerker. ~
9456 Matt 14:11 | zijn hoofd werd gebracht in een schotel, en het dochtertje
9457 Matt 14:15 | van U, opdat zij heengaan in de vlekken en zichzelven
9458 Matt 14:22 | dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor
9459 Matt 14:24 | het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van
9460 Matt 14:24 | midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want
9461 Matt 14:32 | 32 En als zij in het schip geklommen waren,
9462 Matt 14:33 | 33 Die nu in het schip waren, kwamen
9463 Matt 14:34 | overgevaren zijnde, kwamen zij in het land Gennesaret. ~
9464 Matt 14:35 | werden kennende, zonden zij in dat gehele omliggende land,
9465 Matt 15:14 | leidt, zo zullen zij beiden in de gracht vallen.
9466 Matt 15:17 | al wat ten monde ingaat, in de buik komt, en in de heimelijkheid
9467 Matt 15:17 | ingaat, in de buik komt, en in de heimelijkheid wordt uitgeworpen? ~
9468 Matt 15:33 | zullen wij zovele broden in de woestijn bekomen, dat
9469 Matt 15:39 | gelaten hebbende, ging Hij in het schip, en kwam in de
9470 Matt 15:39 | Hij in het schip, en kwam in de landpalen van Magdala. ~ ~
9471 Matt 16:13 | Als nu Jezus gekomen was in de delen van Cesarea Filippi,
9472 Matt 16:17 | geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~
9473 Matt 16:19 | binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn;
9474 Matt 16:19 | ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. ~
9475 Matt 16:27 | Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders,
9476 Matt 16:28 | zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. ~ ~
9477 Matt 17:5 | Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen
9478 Matt 17:15 | want hij is maanziek, en is in zwaar lijden; want menigmaal
9479 Matt 17:15 | want menigmaal valt hij in het vuur, en menigmaal in
9480 Matt 17:15 | in het vuur, en menigmaal in het water. ~
9481 Matt 17:22 | 22 En als zij in Galilea verkeerden, zeide
9482 Matt 17:22 | zal overgeleverd worden in de handen der mensen; ~
9483 Matt 17:25 | Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam
9484 Matt 18:1 | zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen? ~
9485 Matt 18:2 | geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen; ~
9486 Matt 18:3 | kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen
9487 Matt 18:4 | kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen. ~
9488 Matt 18:5 | zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt
9489 Matt 18:6 | een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het
9490 Matt 18:6 | en dat hij verzonken ware in de diepte der zee. ~
9491 Matt 18:8 | is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt
9492 Matt 18:8 | of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen
9493 Matt 18:9 | hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende,
9494 Matt 18:9 | dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen
9495 Matt 18:10 | ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, altijd zien
9496 Matt 18:10 | aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is. ~
9497 Matt 18:14 | wil niet uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een van
9498 Matt 18:16 | een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie
9499 Matt 18:18 | de aarde binden zult, zal in de hemel gebonden wezen;
9500 Matt 18:18 | aarde ontbinden zult, zal in den hemel ontbonden wezen. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370 |