1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370
Book Chapter: Verse
10501 Joha 17:20 | degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. ~
10502 Joha 17:21 | gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook
10503 Joha 17:21 | Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een
10504 Joha 17:21 | en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld
10505 Joha 17:23 | 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat
10506 Joha 17:23 | 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt
10507 Joha 17:23 | opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld
10508 Joha 17:26 | Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen. ~ ~
10509 Joha 17:26 | hebt, in hen zij, en Ik in hen. ~ ~
10510 Joha 18:1 | Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn
10511 Joha 18:11 | Petrus: Steek uw zwaard in de schede. Den drinkbeker,
10512 Joha 18:15 | bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters zaal. ~
10513 Joha 18:16 | deurwaarster, en bracht Petrus in. ~
10514 Joha 18:20 | Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge en in den tempel,
10515 Joha 18:20 | geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de Joden
10516 Joha 18:20 | plaatsen samenkomen; en in het verborgen heb Ik niets
10517 Joha 18:26 | zeide: Heb ik u niet gezien in den hof met Hem? ~
10518 Joha 18:28 | leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was '
10519 Joha 18:28 | vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij
10520 Joha 18:33 | Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, en riep Jezus,
10521 Joha 18:37 | geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat
10522 Joha 18:38 | hen: Ik vind geen schuld in Hem. ~
10523 Joha 19:4 | opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde. ~
10524 Joha 19:6 | kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. ~
10525 Joha 19:9 | 9 En ging wederom in het rechthuis, en zeide
10526 Joha 19:13 | neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos,
10527 Joha 19:13 | genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha. ~
10528 Joha 19:17 | Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt
10529 Joha 19:18 | elke zijde een, en Jezus in het midden. ~
10530 Joha 19:20 | stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks,
10531 Joha 19:20 | geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks, en in het Latijn. ~
10532 Joha 19:20 | Hebreeuws, in het Grieks, en in het Latijn. ~
10533 Joha 19:27 | aan nam haar de discipel in zijn huis. ~
10534 Joha 19:37 | Schrift: Zij zullen zien, in Welken zij gestoken hebben. ~
10535 Joha 19:40 | van Jezus, en bonden dat in linnen doeken met de specerijen,
10536 Joha 19:41 | 41 En er was in de plaats, waar Hij gekruist
10537 Joha 19:41 | gekruist was, een hof, en in den hof een nieuw graf,
10538 Joha 19:41 | den hof een nieuw graf, in hetwelk nog nooit iemand
10539 Joha 20:5 | nochtans ging hij er niet in. ~
10540 Joha 20:6 | kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken
10541 Joha 20:7 | bij de doeken liggen, maar in het bijzonder in een andere
10542 Joha 20:7 | liggen, maar in het bijzonder in een andere plaats samengerold. ~
10543 Joha 20:8 | ook de andere discipel er in, die eerst tot het graf
10544 Joha 20:11 | zij dan weende, bukte zij in het graf; ~
10545 Joha 20:12 | 12 En zag twee engelen in witte klederen zitten, een
10546 Joha 20:19 | Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot
10547 Joha 20:25 | zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het
10548 Joha 20:25 | nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en
10549 Joha 20:25 | nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins
10550 Joha 20:26 | gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede
10551 Joha 20:27 | breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet
10552 Joha 20:30 | wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner
10553 Joha 20:30 | die niet zijn geschreven in dit boek; ~
10554 Joha 20:31 | gelovende, het leven hebt in Zijn Naam. ~ ~ ~
10555 Joha 21:2 | Nathanael, die van Kana in Galilea was, en de zonen
10556 Joha 21:3 | uit, en traden terstond in het schip; en in dien nacht
10557 Joha 21:3 | terstond in het schip; en in dien nacht vingen zij niets. ~
10558 Joha 21:7 | naakt), en wierp zichzelven in de zee. ~
10559 Joha 21:20 | welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst
10560 Hand 1:2 | 2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is,
10561 Hand 1:6 | zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel het
10562 Hand 1:7 | gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld
10563 Hand 1:8 | zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria,
10564 Hand 1:10 | twee mannen stonden bij hen in witte kleding; ~
10565 Hand 1:11 | Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen,
10566 Hand 1:13 | ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven,
10567 Hand 1:14 | eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met
10568 Hand 1:15 | 15 En in dezelve dagen stond Petrus
10569 Hand 1:15 | dezelve dagen stond Petrus op in het midden der discipelen,
10570 Hand 1:19 | wonen, alzo dat die akker in hun eigen taal genoemd wordt
10571 Hand 1:20 | Want er staat geschreven in het boek der Psalmen; Zijn
10572 Hand 1:20 | woest, en er zij niemand die in dezelve wone. En: Een ander
10573 Hand 1:21 | ongedaan hebben al den tijd, in welken de Heere Jezus onder
10574 Hand 1:22 | Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen
10575 Hand 1:25 | afgeweken is, dat hij heenging in zijn eigen plaats. ~
10576 Hand 2:6 | een iegelijk hoorde hen in zijn eigen taal spreken. ~
10577 Hand 2:8 | horen wij hen een iegelijk in onze eigen taal, in welke
10578 Hand 2:8 | iegelijk in onze eigen taal, in welke wij geboren zijn? ~
10579 Hand 2:11 | Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken
10580 Hand 2:17 | 17 En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt
10581 Hand 2:18 | Mijn dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijn Geest
10582 Hand 2:19 | En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen
10583 Hand 2:20 | zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in
10584 Hand 2:20 | in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote
10585 Hand 2:22 | God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk
10586 Hand 2:26 | ook mijn vlees zal rusten in hope; ~
10587 Hand 2:27 | Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch
10588 Hand 2:31 | Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees
10589 Hand 2:34 | David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt:
10590 Hand 2:37 | hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot
10591 Hand 2:38 | iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus,
10592 Hand 2:42 | En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en
10593 Hand 2:42 | de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de
10594 Hand 2:42 | en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en
10595 Hand 2:42 | de breking des broods, en in de gebeden. ~
10596 Hand 2:46 | dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende,
10597 Hand 3:2 | begeren van degenen, die in den tempel gingen; ~
10598 Hand 3:3 | Johannes ziende, als zij in den tempel zouden ingaan,
10599 Hand 3:6 | hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus,
10600 Hand 3:8 | wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en
10601 Hand 3:11 | volk gezamenlijk tot hen in het voorhof, hetwelk Salomo'
10602 Hand 3:16 | 16 En door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam
10603 Hand 3:16 | volmaakte gezondheid gegeven, in uw aller tegenwoordigheid. ~
10604 Hand 3:22 | mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken
10605 Hand 3:25 | zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten
10606 Hand 4:2 | leerden, en verkondigden in Jezus de opstanding uit
10607 Hand 4:3 | handen aan hen, en zetten ze in bewaring tot den anderen
10608 Hand 4:7 | 7 En als zij hen in het midden gesteld hadden,
10609 Hand 4:12 | 12 En de zaligheid is in geen Anderen; want er is
10610 Hand 4:17 | niet meer tot enig mens in dezen Naam spreken. ~
10611 Hand 4:18 | zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus. ~
10612 Hand 4:24 | zee, en alle dingen, die in dezelve zijn. ~
10613 Hand 4:27 | 27 Want in der waarheid zijn vergaderd
10614 Hand 4:31 | hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren,
10615 Hand 5:3 | 3 Deze zag in een gezicht klaarlijk, omtrent
10616 Hand 5:12 | 12 In hetwelk waren al de viervoetige
10617 Hand 5:16 | vat werd wederom opgenomen in den hemel. ~
10618 Hand 5:17 | 17 En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, wat
10619 Hand 5:23 | ingeroepen had, ontving hij ze in huis. Doch des anderen daags
10620 Hand 5:27 | hem sprekende, ging hij in, en vond er velen, die samengekomen
10621 Hand 5:30 | en ter negende ure bad ik in mijn huis. ~
10622 Hand 5:31 | een man stond voor mij, in een blinkend kleed, en zeide:
10623 Hand 5:32 | Petrus; deze ligt te huis in het huis van Simon, den
10624 Hand 5:34 | opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen
10625 Hand 5:35 | 35 Maar in allen volke, die Hem vreest
10626 Hand 5:39 | Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem;
10627 Hand 5:43 | profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der
10628 Hand 5:48 | zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen
10629 Hand 6:1 | nu, en de broeders, die in Judea waren, hebben gehoord,
10630 Hand 6:5 | 5 Ik was in de stad Joppe, biddende
10631 Hand 6:5 | stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen
10632 Hand 6:8 | dat gemeen of onrein was, in mijn mond ingegaan. ~
10633 Hand 6:10 | werd wederom opgetrokken in den hemel. ~
10634 Hand 6:11 | mannen voor het huis, daar ik in was, die van Cesarea tot
10635 Hand 6:12 | zes broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan. ~
10636 Hand 6:13 | een engel gezien had, die in zijn huis stond, en tot
10637 Hand 6:15 | op hen, gelijk ook op ons in het begin. ~
10638 Hand 6:17 | heeft, als ook ons, die in de Heere Jezus Christus
10639 Hand 6:26 | geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, en een grote
10640 Hand 6:27 | 27 En in dezelfde dagen kwamen enige
10641 Hand 6:29 | dienste der broederen, die in Judea woonden. ~
10642 Hand 6:34 | ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en
10643 Hand 6:35 | 5 Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar
10644 Hand 6:37 | daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de
10645 Hand 6:50 | 20 En Herodes had in den zin tegen de Tyriers
10646 Hand 7:1 | En er waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was,
10647 Hand 7:5 | verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden;
10648 Hand 7:13 | kwamen te Perge, een stad in Pamfylie. Maar Johannes,
10649 Hand 7:14 | kwamen te Antiochie, een stad in Pisidie; en gegaan zijnde
10650 Hand 7:14 | Pisidie; en gegaan zijnde in de synagoge op den dag des
10651 Hand 7:15 | vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt. ~
10652 Hand 7:17 | zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft
10653 Hand 7:18 | jaren hun zeden verdragen in de woestijn. ~
10654 Hand 7:19 | volken uitgeroeid hebbende in het land Kanaan, heeft Hij
10655 Hand 7:29 | het hout, en legden Hem in het graf. ~
10656 Hand 7:33 | 33 Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven
10657 Hand 7:35 | 35 Waarom hij ook in een anderen psalm zegt:
10658 Hand 7:36 | 36 Want David, als hij in zijn tijd den raad Gods
10659 Hand 7:40 | kome, hetgeen gezegd is in de profeten: ~
10660 Hand 7:41 | verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, hetwelk
10661 Hand 8:1 | dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en
10662 Hand 8:3 | vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis
10663 Hand 8:11 | verhieven hun stemmen, en zeiden in het Lycaonisch: De goden
10664 Hand 8:15 | en de zee, en al hetgeen in dezelve is; ~
10665 Hand 8:16 | 16 Welke in de verledene tijden al de
10666 Hand 8:16 | heidenen heeft laten wandelen in hun wegen; ~
10667 Hand 8:20 | hadden, stond hij op, en kwam in de stad; en des anderen
10668 Hand 8:22 | dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door
10669 Hand 8:22 | verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods. ~
10670 Hand 8:23 | 23 En als zij in elke Gemeente, met opsteken
10671 Hand 8:23 | bevalen zij hen den Heere, in Welken zij geloofd hadden. ~
10672 Hand 8:24 | doorgereisd hebbende, kwamen zij in Pamfylie. ~
10673 Hand 9:21 | heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken,
10674 Hand 9:21 | hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen. ~
10675 Hand 9:23 | broederen uit de heidenen, die in Antiochie, en Syrie, en
10676 Hand 9:36 | en bezoeken onze broeders in elke stad, in welke wij
10677 Hand 9:36 | onze broeders in elke stad, in welke wij het Woord des
10678 Hand 10:3 | hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want
10679 Hand 10:5 | Gemeenten dan werden bevestigd in het geloof, en werden dagelijks
10680 Hand 10:5 | dagelijks overvloediger in getal. ~
10681 Hand 10:6 | Geest verhinderd het Woord in Azie te spreken.
10682 Hand 10:9 | 9 En van Paulus werd in den nacht een gezicht gezien:
10683 Hand 10:9 | hem bad en zeide: Kom over in Macedonie, en help ons. ~
10684 Hand 10:12 | kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen. ~
10685 Hand 10:15 | Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft er.
10686 Hand 10:18 | tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus,
10687 Hand 10:23 | hadden, wierpen zij hen in de gevangenis, en geboden
10688 Hand 10:24 | ontvangen hebbende, wierp hen in den binnensten kerker, en
10689 Hand 10:24 | en verzekerde hun voeten in de stok. ~
10690 Hand 10:29 | licht geeist had, sprong hij in, en werd zeer bevende, en
10691 Hand 10:31 | 31 En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus,
10692 Hand 10:32 | Heeren, en tot allen, die in zijn huis waren. ~
10693 Hand 10:33 | En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts,
10694 Hand 10:34 | 34 En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun
10695 Hand 10:36 | dan nu uit, en reist heen in vrede. ~
10696 Hand 10:37 | Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld, en
10697 Hand 10:37 | het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen,
10698 Hand 10:40 | de gevangenis, gingen zij in tot Lydia; en de broeders
10699 Hand 11:2 | gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten lang
10700 Hand 11:6 | roepende: Dezen, die de wereld in roer hebben gesteld, zijn
10701 Hand 11:7 | 7 Welke Jason in zijn huis genomen heeft;
10702 Hand 11:16 | verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat
10703 Hand 11:17 | 17 Hij handelde dan in de synagoge met de Joden,
10704 Hand 11:22 | 22 En Paulus, staande in het midden van de plaats,
10705 Hand 11:24 | en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; ~
10706 Hand 11:28 | 28 Want in Hem leven wij, en bewegen
10707 Hand 12:4 | handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot
10708 Hand 12:7 | gegaan zijnde, kwam hij in het huis van een man, met
10709 Hand 12:9 | Paulus door een gezicht in den nacht: Zijt niet bevreesd,
10710 Hand 12:10 | want Ik heb veel volks in deze stad. ~
10711 Hand 12:19 | hen aldaar; maar hij ging in de synagoge, en handelde
10712 Hand 12:24 | te Efeze, machtig zijnde in de Schriften. ~
10713 Hand 12:25 | 25 Deze was in den weg des Heeren onderwezen;
10714 Hand 12:26 | vrijmoediglijk te spreken in de synagoge. En als hem
10715 Hand 12:28 | de Joden met groten ernst in het openbaar, bewijzende
10716 Hand 13:3 | gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes. ~
10717 Hand 13:4 | dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam,
10718 Hand 13:4 | Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus. ~
10719 Hand 13:5 | hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. ~
10720 Hand 13:8 | 8 En hij ging in de synagoge, en sprak vrijmoediglijk,
10721 Hand 13:9 | af, dagelijks handelende in de school van zekeren Tyrannus. ~
10722 Hand 13:10 | lang, alzo dat allen, die in Azie woonden, het Woord
10723 Hand 13:16 | 16 En de mens, in welken de boze geest was,
10724 Hand 13:19 | bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid;
10725 Hand 13:21 | volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonie en
10726 Hand 13:22 | bleef hij zelf een tijd lang in Azie. ~
10727 Hand 13:27 | En wij zijn niet alleen in gevaar, dat dit deel in
10728 Hand 13:27 | in gevaar, dat dit deel in verachting kome, maar dat
10729 Hand 13:39 | dingen verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering
10730 Hand 13:40 | 40 Want wij staan in gevaar, dat wij van oproer
10731 Hand 14:2 | redenen vermaand had, kwam hij in Griekenland. ~
10732 Hand 14:4 | hem vergezelschapte tot in Azie Sopater van Berea;
10733 Hand 14:6 | ongehevelde broden, en kwamen in vijf dagen bij hen te Troas,
10734 Hand 14:8 | En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd
10735 Hand 14:9 | met name Eutychus, zat in het venster en met een diepen
10736 Hand 14:10 | beroerd; want zijn ziel is in hem. ~
10737 Hand 14:14 | gevoegd had, namen wij hem in, en kwamen te Mitylene. ~
10738 Hand 14:16 | opdat hij niet den tijd in Azie zou verslijten; want
10739 Hand 14:18 | den eersten dag af, dat ik in Azie ben aangekomen, hoe
10740 Hand 14:20 | verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen;
10741 Hand 14:21 | bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus. ~
10742 Hand 14:35 | 35 Ik heb u in alles getoond, dat men,
10743 Hand 15:2 | overvoer, gingen wij er in en voeren af. ~
10744 Hand 15:3 | 3 En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en
10745 Hand 15:6 | gegroet hadden, gingen wij in het schip; maar zijlieden
10746 Hand 15:8 | Cesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus, den
10747 Hand 15:11 | Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen. ~
10748 Hand 15:18 | dag ging Paulus met ons in tot Jakobus; en al de ouderlingen
10749 Hand 15:26 | geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde,
10750 Hand 15:27 | zagen hem de Joden van Azie in den tempel, en beroerden
10751 Hand 15:28 | bovendien heeft hij ook Grieken in den tempel gebracht, en
10752 Hand 15:29 | Trofimus, den Efezier, met hem in de stad gezien, welken zij
10753 Hand 15:29 | zij meenden, dat Paulus in den tempel gebracht had. ~
10754 Hand 15:30 | 30 En de gehele stad kwam in roer en het volk liep samen;
10755 Hand 15:31 | bende, dat geheel Jeruzalem in verwarring was. ~
10756 Hand 15:34 | beval hij, dat men hem in de legerplaats zou brengen. ~
10757 Hand 15:37 | 37 En als Paulus nu in de legerplaats zou geleid
10758 Hand 15:39 | van gene onvermaarde stad in Cilicie, en ik bid u, laat
10759 Hand 15:40 | geworden was, sprak hij hen aan in de Hebreeuwse taal, zeggende: ~ ~ ~
10760 Hand 16:2 | zij nu hoorden, dat hij in de Hebreeuwse taal hen aansprak,
10761 Hand 16:3 | Joods man, en te Tarsen in Cilicie geboren, opgevoed
10762 Hand 16:3 | Cilicie geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten
10763 Hand 16:4 | tot den dood, bindende en in de gevangenissen overleverende
10764 Hand 16:17 | Jeruzalem wedergekeerd was, en in den tempel bad, dat ik in
10765 Hand 16:17 | in den tempel bad, dat ik in een vertrekking van zinnen
10766 Hand 16:18 | mij zeide: Spoed u, en ga in der haast uit Jeruzalem;
10767 Hand 16:19 | Heere, zij weten, dat ik in de gevangenis wierp, en
10768 Hand 16:19 | de gevangenis wierp, en in de synagogen geselde, die
10769 Hand 16:19 | de synagogen geselde, die in U geloofden; ~
10770 Hand 16:20 | mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen
10771 Hand 16:23 | van zich smeten, en stof in de lucht wierpen, ~
10772 Hand 16:24 | de overste, dat men hem in de legerplaats zou brengen,
10773 Hand 17:6 | andere van de Farizeen, riep in den raad: Mannen broeders,
10774 Hand 17:9 | zeggende: Wij vinden geen kwaad in dezen mens; en indien een
10775 Hand 17:10 | midden van hen wegrukken, en in de legerplaats brengen. ~
10776 Hand 17:16 | kwam hij daar, en ging in de legerplaats, en boodschapte
10777 Hand 17:20 | begeren, dat gij Paulus morgen in den raad zoudt afbrengen,
10778 Hand 17:28 | beschuldigden, bracht ik hem af in hun raad; ~
10779 Hand 17:35 | zijn. En hij beval, dat hij in het rechthuis van Herodes
10780 Hand 18:12 | 12 En zij hebben mij noch in den tempel gevonden tot
10781 Hand 18:12 | des volks makende, noch in de synagogen, noch in de
10782 Hand 18:12 | noch in de synagogen, noch in de stad; ~
10783 Hand 18:14 | diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten
10784 Hand 18:14 | alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is; ~
10785 Hand 18:18 | hebben, geheiligd zijnde, in den tempel, niet met volk,
10786 Hand 18:20 | zeggen of zij enig onrecht in mij gevonden hebben, als
10787 Hand 18:24 | hoorde hem van het geloof in Christus. ~
10788 Hand 18:27 | kreeg Felix Porcius Festus in zijn plaats; en Felix, willende
10789 Hand 19:1 | 1 Festus dan, in de provincie gekomen zijnde,
10790 Hand 19:5 | zo er iets onbehoorlijks in dezen man is, dat zij hem
10791 Hand 19:20 | onderzoeking van deze zaak in twijfeling was, zeide ik,
10792 Hand 19:23 | en als zij ingegaan waren in het rechthuis, met de oversten
10793 Hand 20:10 | heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten,
10794 Hand 20:11 | ik hen vervolgd, ook tot in de buiten landse steden. ~
10795 Hand 20:13 | 13 Zag ik, o koning, in het midden van den dag,
10796 Hand 20:14 | mij sprekende, en zeggende in de Hebreeuwse taal: Saul,
10797 Hand 20:16 | beide die gij gezien hebt en in welke Ik u nog zal verschijnen; ~
10798 Hand 20:18 | geheiligden, door het geloof in Mij. ~
10799 Hand 20:20 | waren, en te Jeruzalem, en in het gehele land van Judea,
10800 Hand 20:21 | wil hebben mij de Joden in den tempel gegrepen en gepoogd
10801 Hand 20:26 | verborgen is; want dit is in geen hoek geschied. ~
10802 Hand 21:2 | 2 En in een Adramyttenisch schip
10803 Hand 21:5 | kwamen wij aan te Myra in Lycie. ~
10804 Hand 21:6 | naar Italie voer, deed ons in hetzelve overgaan. ~
10805 Hand 21:8 | voorbij zeilende, kwamen wij in een zekere plaats genaamd
10806 Hand 21:12 | overwinteren, zijnde een haven in Kreta, strekkende tegen
10807 Hand 21:20 | noch gesternten verschenen in vele dagen, en geen klein
10808 Hand 21:21 | was, toen stond Paulus op in het midden van hen, en zeide:
10809 Hand 21:27 | nacht gekomen was, alzo wij in de Adriatische zee herwaarts
10810 Hand 21:30 | en de boot nederlieten in de zee, onder den schijn,
10811 Hand 21:31 | krijgsknechten: Indien dezen in het schip niet blijven,
10812 Hand 21:35 | genomen had, dankte hij God in aller tegenwoordigheid;
10813 Hand 21:37 | 37 Wij waren nu in het schip in alles tweehonderd
10814 Hand 21:37 | Wij waren nu in het schip in alles tweehonderd zes en
10815 Hand 21:38 | en wierpen het koren uit in de zee. ~
10816 Hand 22:2 | hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam,
10817 Hand 22:5 | hij schudde het beest af in het vuur, en leed niets
10818 Hand 22:9 | anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden genezen. ~
10819 Hand 22:11 | drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie,
10820 Hand 22:11 | schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had,
10821 Hand 22:17 | uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen; ~
10822 Hand 22:18 | omdat geen schuld des doods in mij was. ~
10823 Hand 22:23 | hadden, kwamen er velen in zijn woonplaats; denwelken
10824 Hand 22:23 | te bewegen tot het geloof in Jezus, beide uit de wet
10825 Hand 22:30 | bleef twee gehele jaren in zijn eigen gehuurde woning;
10826 Rom 1:2 | had door Zijn profeten, in de heilige Schriften) ~
10827 Rom 1:8 | geloof verkondigd wordt in de gehele wereld. ~
10828 Rom 1:9 | Getuige, Welken ik diene in mijn geest, in het Evangelie
10829 Rom 1:9 | ik diene in mijn geest, in het Evangelie Zijns Zoons,
10830 Rom 1:10 | 10 Allen tijd in mijn gebeden biddende, of
10831 Rom 1:15 | 15 Alzo hetgeen in mij is, dat is volvaardig,
10832 Rom 1:17 | rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit
10833 Rom 1:18 | mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder
10834 Rom 1:19 | hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God
10835 Rom 1:21 | zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun
10836 Rom 1:23 | onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds
10837 Rom 1:24 | God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner
10838 Rom 1:25 | waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel
10839 Rom 1:25 | Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. ~
10840 Rom 1:26 | natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature; ~
10841 Rom 1:27 | vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander,
10842 Rom 1:27 | dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende. ~
10843 Rom 1:28 | niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo
10844 Rom 1:28 | heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te
10845 Rom 1:32 | mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen. ~ ~ ~
10846 Rom 2:5 | uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der
10847 Rom 2:7 | wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid,
10848 Rom 2:15 | werk der wet geschreven in hun harten, hun geweten
10849 Rom 2:16 | 16 In den dag wanneer God de verborgene
10850 Rom 2:19 | een licht dergenen, die in duisternis zijn; ~
10851 Rom 2:20 | der kennis en der waarheid in de wet. ~
10852 Rom 2:28 | is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die
10853 Rom 2:28 | de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees
10854 Rom 2:28 | die het in het openbaar in het vlees is; ~
10855 Rom 2:29 | die is een Jood, die het in het verborgen is, en de
10856 Rom 2:29 | besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter,
10857 Rom 2:29 | harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis;
10858 Rom 3:2 | 2 Vele in alle manier; want dit is
10859 Rom 3:4 | Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint,
10860 Rom 3:16 | Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; ~
10861 Rom 3:24 | door de verlossing, die in Christus Jezus is; ~
10862 Rom 3:25 | verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning
10863 Rom 3:26 | van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd;
10864 Rom 4:5 | niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt,
10865 Rom 4:10 | dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in
10866 Rom 4:10 | in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de
10867 Rom 4:10 | of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in
10868 Rom 4:10 | in de besnijdenis, maar in de voorhuid. ~
10869 Rom 4:11 | rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend;
10870 Rom 4:11 | vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten
10871 Rom 4:12 | zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs
10872 Rom 4:12 | onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. ~
10873 Rom 4:19 | En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn
10874 Rom 4:19 | noch ook dat de moeder in Sara verstorven was. ~
10875 Rom 4:20 | maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God
10876 Rom 4:24 | namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere,
10877 Rom 5:2 | geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen
10878 Rom 5:2 | welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid
10879 Rom 5:3 | dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende,
10880 Rom 5:5 | niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is
10881 Rom 5:11 | dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus
10882 Rom 5:12 | gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is,
10883 Rom 5:12 | alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. ~
10884 Rom 5:13 | tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde
10885 Rom 5:14 | die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding
10886 Rom 5:17 | rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien
10887 Rom 6:1 | wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat
10888 Rom 6:2 | zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? ~
10889 Rom 6:3 | niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn,
10890 Rom 6:3 | Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? ~
10891 Rom 6:4 | begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs
10892 Rom 6:4 | des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen
10893 Rom 6:5 | een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods,
10894 Rom 6:5 | zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding; ~
10895 Rom 6:11 | maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere. ~
10896 Rom 6:12 | dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om
10897 Rom 6:12 | om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven
10898 Rom 7:5 | 5 Want toen wij in het vlees waren, wrochten
10899 Rom 7:5 | zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood
10900 Rom 7:6 | waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes,
10901 Rom 7:6 | nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter. ~
10902 Rom 7:8 | hebbende door het gebod, heeft in mij alle begeerlijkheid
10903 Rom 7:17 | meer, maar de zonde, die in mij woont. ~
10904 Rom 7:18 | 18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees,
10905 Rom 7:18 | weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont;
10906 Rom 7:20 | meer, maar de zonde, die in mij woont. ~
10907 Rom 7:21 | Zo vind ik dan deze wet in mij: als ik het goede wil
10908 Rom 7:22 | Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen
10909 Rom 7:23 | Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt
10910 Rom 7:23 | onder de wet der zonde, die in mijn leden is. ~
10911 Rom 8:1 | verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die
10912 Rom 8:2 | wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij
10913 Rom 8:3 | God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen
10914 Rom 8:3 | zonde, de zonde veroordeeld in het vlees. ~
10915 Rom 8:4 | der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees
10916 Rom 8:8 | 8 En die in het vlees zijn, kunnen Gode
10917 Rom 8:9 | Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest,
10918 Rom 8:9 | niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de
10919 Rom 8:9 | zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand
10920 Rom 8:10 | 10 En indien Christus in ulieden is, zo is wel het
10921 Rom 8:11 | de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die
10922 Rom 8:11 | maken, door Zijn Geest, Die in u woont. ~
10923 Rom 8:22 | zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe. ~
10924 Rom 8:23 | zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende
10925 Rom 8:24 | 24 Want wij zijn in hope zalig geworden. De
10926 Rom 8:37 | 37 Maar in dit alles zijn wij meer
10927 Rom 8:39 | de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere. ~ ~ ~
10928 Rom 9:1 | 1 Ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet (
10929 Rom 9:5 | God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen. ~
10930 Rom 9:7 | zij allen kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd
10931 Rom 9:17 | heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou,
10932 Rom 9:25 | 25 Gelijk Hij ook in Hosea zegt: Ik zal hetgeen
10933 Rom 9:26 | 26 En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen
10934 Rom 9:28 | een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de
10935 Rom 9:33 | geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots,
10936 Rom 9:33 | ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd
10937 Rom 10:6 | spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den
10938 Rom 10:6 | niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve
10939 Rom 10:7 | 7 Of, wie zal in den afgrond nederdalen?
10940 Rom 10:8 | zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit
10941 Rom 10:8 | het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord
10942 Rom 10:11 | zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet
10943 Rom 10:14 | zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd
10944 Rom 10:14 | hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken
10945 Rom 11:5 | 5 Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd
10946 Rom 11:17 | wilde olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent,
10947 Rom 11:22 | goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid blijft;
10948 Rom 11:23 | Maar ook zij, indien zij in het ongeloof niet blijven,
10949 Rom 11:23 | machtig om dezelve weder in te enten. ~
10950 Rom 11:24 | wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeent;
10951 Rom 11:24 | natuurlijke takken zijn, in hun eigen olijfboom geent
10952 Rom 11:36 | Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. ~ ~ ~
10953 Rom 12:4 | 4 Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben,
10954 Rom 12:5 | zijn wij velen een lichaam in Christus, maar elkeen zijn
10955 Rom 12:7 | geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die
10956 Rom 12:7 | bedienen; hetzij die leert, in het leren; ~
10957 Rom 12:8 | 8 Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt,
10958 Rom 12:8 | vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander
10959 Rom 12:8 | die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid
10960 Rom 12:8 | die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. ~
10961 Rom 12:11 | 11 Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig
10962 Rom 12:12 | 12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in
10963 Rom 12:12 | in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt
10964 Rom 12:12 | de verdrukking. Volhardt in het gebed. ~
10965 Rom 12:18 | het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle
10966 Rom 13:6 | zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk bezig
10967 Rom 13:9 | enig ander gebod is, wordt in dit woord als in een hoofdsom
10968 Rom 13:9 | wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen, namelijk
10969 Rom 13:9 | hoofdsom begrepen, namelijk in dit: Gij zult uw naaste
10970 Rom 13:13 | 13 Laat ons, als in den dag, eerlijk wandelen;
10971 Rom 13:13 | eerlijk wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen,
10972 Rom 13:13 | en dronkenschappen, niet in slaapkameren en ontuchtigheden,
10973 Rom 13:13 | en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid; ~
10974 Rom 14:1 | Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt aan, maar
10975 Rom 14:5 | gelijk. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle
10976 Rom 14:14 | Ik weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen
10977 Rom 14:14 | dat geen ding onrein is in zichzelven; dan die acht
10978 Rom 14:18 | 18 Want die Christus in deze dingen dient, is Gode
10979 Rom 14:22 | zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt. ~
10980 Rom 15:13 | alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig
10981 Rom 15:13 | gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht
10982 Rom 15:17 | 17 Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen,
10983 Rom 15:17 | dan roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. ~
10984 Rom 15:23 | geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over
10985 Rom 15:24 | tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien,
10986 Rom 15:30 | dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor
10987 Rom 15:31 | worden van de ongehoorzamen in Judea, en dat deze mijn
10988 Rom 16:2 | Opdat gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den
10989 Rom 16:2 | betaamt, en haar bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen
10990 Rom 16:3 | Aquila, mijn medewerkers in Christus Jezus; ~
10991 Rom 16:5 | 5 Groet ook de Gemeente in hun huis. Groet Epenetus,
10992 Rom 16:5 | eersteling is van Achaje in Christus. ~
10993 Rom 16:7 | apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn. ~
10994 Rom 16:8 | Groet Amplias, mijn beminde in den Heere. ~
10995 Rom 16:9 | Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn
10996 Rom 16:10 | Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen, die
10997 Rom 16:11 | zijn, degenen namelijk, die in den Heere zijn. ~
10998 Rom 16:12 | en Tryfosa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet
10999 Rom 16:12 | die veel gearbeid heeft in den Heere. ~
11000 Rom 16:13 | Rufus, den uitverkorene in den Heere, en zijn moeder
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370 |