Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
imnaieten 1
impost 3
imri 2
in 12370
inbeelding 1
inbeeldingen 2
inblazing 1
Frequency    [«  »]
19256 van
18165 het
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een

Bijbel

IntraText - Concordances

in

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370

      Book Chapter: Verse
3501 1Kon 13:29 | zo kwam de oude profeet in de stad om rouw te bedrijven 3502 1Kon 13:30 | legde zijn dood lichaam in zijn graf; en zij maakten 3503 1Kon 13:31 | gestorven zijn, zo begraaft mij in dat graf, waarin de man 3504 1Kon 13:32 | huizen der hoogten, die in de steden van Samaria zijn. ~ 3505 1Kon 13:34 | 34 En hij werd in deze zaak het huis van Jerobeam 3506 1Kon 14:3 | 3 En neem in uw hand tien broden, en 3507 1Kon 14:4 | ging naar Silo, en kwam in het huis van Ahia. Ahia 3508 1Kon 14:6 | inkwam, dat hij zeide: Kom in, gij huisvrouw van Jerobeam! 3509 1Kon 14:8 | doen alleen wat recht is in Mijn ogen; ~ 3510 1Kon 14:10 | den beslotene en verlatene in Israel; en Ik zal de nakomelingen 3511 1Kon 14:11 | 11 Die van Jerobeam in de stad sterft, zullen de 3512 1Kon 14:11 | zullen de honden eten; en die in het veld sterft, zullen 3513 1Kon 14:12 | naar uw huis; als uw voeten in de stad zullen gekomen zijn, 3514 1Kon 14:13 | alleen van Jerobeam zal in het graf komen, omdat in 3515 1Kon 14:13 | in het graf komen, omdat in hem wat goeds voor den HEERE, 3516 1Kon 14:13 | HEERE, den God Israels, in het huis van Jerobeam gevonden 3517 1Kon 14:15 | Israel slaan, gelijk een riet in het water omgedreven wordt, 3518 1Kon 14:19 | ziet, die zijn geschreven in het boek der kronieken der 3519 1Kon 14:20 | Nadab, zijn zoon, regeerde in zijn plaats. ~ 3520 1Kon 14:21 | zoon van Salomo, regeerde in Juda; een en veertig jaren 3521 1Kon 14:21 | zeventien jaren te Jeruzalem, in de stad, die de HEERE verkoren 3522 1Kon 14:22 | Juda deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij 3523 1Kon 14:24 | waren ook schandjongens in het land; zij deden naar 3524 1Kon 14:25 | 25 Het geschiedde nu in het vijfde jaar van den 3525 1Kon 14:27 | koning Rehabeam maakte, in plaats van die, koperen 3526 1Kon 14:28 | geschiedde, zo wanneer de koning in het huis des HEEREN ging, 3527 1Kon 14:28 | droegen, en die wederbrachten in der trawanten wachtkamer. ~ 3528 1Kon 14:29 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3529 1Kon 14:31 | begraven bij zijn vaderen in de stad Davids; en de naam 3530 1Kon 14:31 | zijn zoon Abiam regeerde in zijn plaats. ~ 3531 1Kon 15:1 | 1 In het achttiende jaar nu van 3532 1Kon 15:3 | 3 En hij wandelde in al de zonden zijns vaders, 3533 1Kon 15:4 | zijn God, hem een lamp in Jeruzalem, verwekkende zijn 3534 1Kon 15:5 | gedaan had wat recht was in de ogen des HEEREN, en niet 3535 1Kon 15:5 | zijns levens, dan alleen in de zaak van Uria, den Hethiet. ~ 3536 1Kon 15:7 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3537 1Kon 15:8 | vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids; en Asa, 3538 1Kon 15:8 | Asa, zijn zoon, regeerde in zijn plaats. ~ 3539 1Kon 15:9 | 9 In het twintigste jaar van 3540 1Kon 15:11 | En Asa deed wat recht was in de ogen des HEEREN, gelijk 3541 1Kon 15:13 | een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook 3542 1Kon 15:15 | 15 En hij bracht in het huis des HEEREN de geheiligde 3543 1Kon 15:17 | niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning 3544 1Kon 15:18 | goud, dat overgebleven was in de schatten van het huis 3545 1Kon 15:18 | huis des konings, en gaf ze in de hand zijner knechten; 3546 1Kon 15:23 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3547 1Kon 15:23 | koningen van Juda? Doch in den tijd zijns ouderdoms 3548 1Kon 15:24 | begraven met zijn vaderen, in de stad van zijn vader David; 3549 1Kon 15:24 | zoon Josafat werd koning in zijn plaats. ~ 3550 1Kon 15:25 | werd koning over Israel, in het tweede jaar van Asa, 3551 1Kon 15:26 | En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en wandelde 3552 1Kon 15:26 | des HEEREN, en wandelde in den weg zijns vaders, en 3553 1Kon 15:26 | den weg zijns vaders, en in zijn zonde, waarmede hij 3554 1Kon 15:28 | 28 En Baesa doodde hem, in het derde jaar van Asa, 3555 1Kon 15:28 | van Juda, en werd koning in zijn plaats. ~ 3556 1Kon 15:31 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3557 1Kon 15:33 | 33 In het derde jaar van Asa, 3558 1Kon 15:34 | En hij deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en wandelde 3559 1Kon 15:34 | des HEEREN, en wandelde in den weg van Jerobeam, en 3560 1Kon 15:34 | den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij 3561 1Kon 16:2 | heb, en gij gewandeld hebt in den weg van Jerobeam, en 3562 1Kon 16:4 | 4 Die van Baesa in de stad sterft, zullen de 3563 1Kon 16:4 | honden eten, en die van hem in het veld sterft, zullen 3564 1Kon 16:5 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3565 1Kon 16:6 | en zijn zoon Ela regeerde in zijn plaats. ~ 3566 1Kon 16:7 | kwaad, dat hij gedaan had in de ogen des HEEREN, Hem 3567 1Kon 16:8 | 8 In het zes en twintigste jaar 3568 1Kon 16:9 | zich dronken drinkende in het huis van Arza, den hofmeester 3569 1Kon 16:10 | 10 Zo kwam Zimri in, en sloeg hem, en doodde 3570 1Kon 16:10 | sloeg hem, en doodde hem, in het zeven en twintigste 3571 1Kon 16:10 | Juda; en hij werd koning in zijn plaats. ~ 3572 1Kon 16:14 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3573 1Kon 16:15 | 15 In het zeven en twintigste 3574 1Kon 16:16 | krijgsoverste, koning over Israel, in het leger. ~ 3575 1Kon 16:18 | ingenomen was, dat hij ging in het paleis van het huis 3576 1Kon 16:19 | had, doende wat kwaad was in de ogen des HEEREN, wandelende 3577 1Kon 16:19 | ogen des HEEREN, wandelende in den weg van Jerobeam, en 3578 1Kon 16:19 | den weg van Jerobeam, en in zijn zonde, die hij gedaan 3579 1Kon 16:20 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3580 1Kon 16:21 | volk van Israel verdeeld in twee helften; de helft des 3581 1Kon 16:23 | 23 In het een en dertigste jaar 3582 1Kon 16:25 | Omri deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN; ja, 3583 1Kon 16:26 | 26 En hij wandelde in alle wegen van Jerobeam, 3584 1Kon 16:26 | den zoon van Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij 3585 1Kon 16:27 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3586 1Kon 16:28 | zijn zoon Achab regeerde in zijn plaats. ~ 3587 1Kon 16:29 | werd koning over Israel, in het acht en dertigste jaar 3588 1Kon 16:30 | Omri, deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, meer 3589 1Kon 16:31 | lichte zaak, dat hij wandelde in de zonden van Jerobeam, 3590 1Kon 16:32 | voor Baal een altaar op, in het huis van Baal, hetwelk 3591 1Kon 16:34 | 34 In zijn dagen bouwde Hiel, 3592 1Kon 17:7 | uitdroogde; want geen regen was in het land geweest. ~ 3593 1Kon 17:10 | mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke. ~ 3594 1Kon 17:11 | toch ook een bete broods in uw hand. ~ 3595 1Kon 17:12 | alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig 3596 1Kon 17:12 | kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een 3597 1Kon 17:17 | sterk, totdat geen adem in hem overgebleven was. ~ 3598 1Kon 17:18 | om mijn ongerechtigheid in gedachtenis te brengen, 3599 1Kon 17:19 | schoot, en droeg hem boven in de opperzaal, waar hij zelf 3600 1Kon 17:21 | toch de ziel van dit kind in hem wederkomen. ~ 3601 1Kon 17:22 | van het kind kwam weder in hem, dat het weder levend 3602 1Kon 17:23 | het af van de opperzaal in het huis, en gaf het aan 3603 1Kon 17:24 | dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is. ~  ~  ~  3604 1Kon 18:1 | HEEREN geschiedde tot Elia, in het derde jaar, zeggende: 3605 1Kon 18:2 | En de honger was sterk in Samaria. ~ 3606 1Kon 18:4 | verborg ze bij vijftig man in een spelonk, en onderhield 3607 1Kon 18:5 | paarden en de muilezelen in het leven behouden, en niets 3608 1Kon 18:9 | dat gij uw knecht geeft in de hand van Achab, dat hij 3609 1Kon 18:13 | verborgen, elk vijftig man in een spelonk, en die met 3610 1Kon 18:23 | var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het 3611 1Kon 18:27 | hij is een god; omdat hij in gepeins is, of omdat hij 3612 1Kon 18:32 | met die stenen het altaar in den Naam des HEEREN; daarna 3613 1Kon 18:33 | hout, en deelde den var in stukken, en legde hem op 3614 1Kon 18:36 | bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; 3615 1Kon 18:38 | lekte dat water op, hetwelk in de groeve was. ~ 3616 1Kon 19:3 | en kwam te Ber-seba, dat in Juda is, en liet zijn jongen 3617 1Kon 19:4 | Maar hij zelf ging henen in de woestijn een dagreis, 3618 1Kon 19:9 | 9 En hij kwam aldaar in een spelonk, en vernachtte 3619 1Kon 19:11 | henen; doch de HEERE was in den wind niet; en na dezen 3620 1Kon 19:11 | aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet; ~ 3621 1Kon 19:12 | een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het 3622 1Kon 19:13 | mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. 3623 1Kon 19:15 | van Damaskus; en ga daar in, en zalf Hazael ten koning 3624 1Kon 19:16 | zult gij tot profeet zalven in uw plaats. ~ 3625 1Kon 19:18 | 18 Ook heb Ik in Israel doen overblijven 3626 1Kon 20:2 | den koning van Israel, in de stad. ~ 3627 1Kon 20:6 | het begeerlijke uwer ogen in hun handen leggen en wegnemen 3628 1Kon 20:9 | koning: Alles, waarom gij in het eerst tot uw knecht 3629 1Kon 20:12 | drinkende, hij en de koningen in de tenten, dat hij zeide 3630 1Kon 20:13 | menigte? Zie, Ik zal ze heden in uw hand geven, opdat gij 3631 1Kon 20:16 | Benhadad nu dronk zich dronken in de tenten, hij en de koningen, 3632 1Kon 20:24 | plaats, en stel landvoogden in hun plaats. ~ 3633 1Kon 20:28 | Ik al deze grote menigte in uw hand geven, opdat gijlieden 3634 1Kon 20:30 | overgeblevenen vloden naar Afek in de stad, en de muur viel 3635 1Kon 20:30 | vlood Benhadad, en kwam in de stad van kamer in kamer. ~ 3636 1Kon 20:30 | kwam in de stad van kamer in kamer. ~ 3637 1Kon 20:31 | mogelijk zal hij uw ziel in het leven behouden. ~ 3638 1Kon 20:34 | wedergeven, en maak u straten in Damaskus, gelijk mijn vader 3639 1Kon 20:34 | Damaskus, gelijk mijn vader in Samaria gemaakt heeft. En 3640 1Kon 20:39 | Uw knecht was uitgegaan in het midden des strijds; 3641 1Kon 20:39 | gemist wordt, zo zal uw ziel in de plaats zijner ziel zijn, 3642 1Kon 20:42 | laten gaan, zo zal uw ziel in de plaats van zijn ziel 3643 1Kon 20:42 | zijn ziel zijn, en uw volk in de plaats van zijn volk. ~ 3644 1Kon 21:2 | dan die; of, zo het goed in uw ogen is, zal ik u in 3645 1Kon 21:2 | in uw ogen is, zal ik u in geld deszelfs waarde geven. ~ 3646 1Kon 21:4 | 4 Toen kwam Achab in zijn huis, gemelijk en toornig 3647 1Kon 21:6 | zal ik u een wijngaard in zijn plaats geven; maar 3648 1Kon 21:8 | Zij dan schreef brieven in den naam van Achab, en verzegelde 3649 1Kon 21:8 | oudsten en tot de edelen, die in zijn stad waren, wonende 3650 1Kon 21:9 | 9 En zij schreef in die brieven, zeggende: Roept 3651 1Kon 21:9 | vasten uit, en zet Naboth in de hoogste plaats des volks; ~ 3652 1Kon 21:11 | oudsten en die edelen, die in zijn stad woonden, deden 3653 1Kon 21:11 | gelijk als geschreven was in de brieven, die zij tot 3654 1Kon 21:12 | uit; en zij zetten Naboth in de hoogste plaats des volks. ~ 3655 1Kon 21:18 | van Israel, tegemoet, die in Samaria is; zie hij is in 3656 1Kon 21:18 | in Samaria is; zie hij is in den wijngaard van Naboth, 3657 1Kon 21:19 | zeggende: Alzo zegt de HEERE: In plaats dat de honden het 3658 1Kon 21:20 | om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN. ~ 3659 1Kon 21:21 | den beslotene en verlatene in Israel. ~ 3660 1Kon 21:24 | 24 Die van Achab sterft in de stad, zullen de honden 3661 1Kon 21:24 | zullen de honden eten; en die in het veld sterft, zullen 3662 1Kon 21:25 | om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN, dewijl 3663 1Kon 21:27 | vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam. ~ 3664 1Kon 21:29 | aangezicht, zo zal Ik dat kwaad in zijn dagen niet brengen; 3665 1Kon 21:29 | zijn dagen niet brengen; in de dagen zijns zoons zal 3666 1Kon 22:2 | 2 Maar het geschiedde in het derde jaar, als Josafat, 3667 1Kon 22:3 | zeide: Weet gij, dat Ramoth in Gilead onze is? En wij zijn 3668 1Kon 22:4 | Zult gij met mij trekken in den strijd naar Ramoth in 3669 1Kon 22:4 | in den strijd naar Ramoth in Gilead? En Josafat zeide 3670 1Kon 22:6 | hen: Zal ik tegen Ramoth in Gilead ten strijde trekken, 3671 1Kon 22:6 | op, want de HEERE zal ze in de hand des konings geven. ~ 3672 1Kon 22:10 | de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid. ~ 3673 1Kon 22:12 | zeggende: Trek op naar Ramoth in Gilead, en gij zult voorspoedig 3674 1Kon 22:12 | zijn; want de HEERE zal hen in de hand des konings geven. ~ 3675 1Kon 22:15 | zullen wij naar Ramoth in Gilead ten strijde trekken, 3676 1Kon 22:15 | zijn, want de HEERE zal ze in de hand des konings geven. ~ 3677 1Kon 22:16 | dan alleen de waarheid, in den Naam des HEEREN? ~ 3678 1Kon 22:17 | kere weder naar zijn huis in vrede. ~ 3679 1Kon 22:20 | optrekke en valle te Ramoth in Gilead? De een nu zeide 3680 1Kon 22:22 | en een leugengeest zijn in den mond van al zijn profeten. 3681 1Kon 22:23 | HEERE heeft een leugengeest in den mond van al deze uw 3682 1Kon 22:25 | gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken. ~ 3683 1Kon 22:27 | zegt de koning: Zet dezen in het gevangenhuis, en spijst 3684 1Kon 22:29 | van Juda, op naar Ramoth in Gilead. ~ 3685 1Kon 22:30 | mij versteld heb, zal ik in den strijd komen; maar gij, 3686 1Kon 22:30 | koning van Israel, en kwam in den strijd. ~ 3687 1Kon 22:34 | spande een man den boog in zijn eenvoudigheid, en schoot 3688 1Kon 22:35 | bloed der wonde vloeide in den bak des wagens. ~ 3689 1Kon 22:38 | 38 Als men nu den wagen in den vijver van Samaria spoelde, 3690 1Kon 22:39 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3691 1Kon 22:40 | zoon Ahazia werd koning in zijn plaats. ~ 3692 1Kon 22:41 | werd koning over Juda, in het vierde jaar van Achab, 3693 1Kon 22:43 | 43 En hij wandelde in al den weg van zijn vader 3694 1Kon 22:43 | daarvan, doende dat recht was in de ogen des HEEREN. ~ 3695 1Kon 22:46 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3696 1Kon 22:47 | overige schandjongens, die in de dagen van zijn vader 3697 1Kon 22:48 | Toen was er geen koning in Edom, maar een stadhouder 3698 1Kon 22:51 | bij zijn vaderen begraven in de stad van zijn vader David; 3699 1Kon 22:51 | zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats. ~ 3700 1Kon 22:52 | over Israel te Samaria, in het zeventiende jaar van 3701 1Kon 22:53 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; want 3702 1Kon 22:53 | HEEREN; want hij wandelde in den weg van zijn vader, 3703 1Kon 22:53 | den weg van zijn vader, en in den weg van zijn moeder, 3704 1Kon 22:53 | weg van zijn moeder, en in den weg van Jerobeam, den 3705 2Kon 1:2 | Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria 3706 2Kon 1:3 | Is het, omdat er geen God in Israel is, dat gijlieden 3707 2Kon 1:6 | Is het, omdat er geen God in Israel is, dat gij zendt, 3708 2Kon 1:13 | vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen! ~ 3709 2Kon 1:14 | mijn ziel dierbaar zijn in uw ogen! ~ 3710 2Kon 1:16 | is het, omdat er geen God in Israel is, om Zijn woord 3711 2Kon 1:17 | had; en Joram werd koning in zijn plaats, in het tweede 3712 2Kon 1:17 | werd koning in zijn plaats, in het tweede jaar van Joram, 3713 2Kon 1:18 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3714 2Kon 2:12 | klederen en scheurde ze in twee stukken. ~ 3715 2Kon 2:16 | en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen 3716 2Kon 2:20 | schaal, en legt er zout in. En zij brachten ze tot 3717 2Kon 2:24 | zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen 3718 2Kon 3:1 | over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van 3719 2Kon 3:2 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, doch 3720 2Kon 3:7 | zult gij met mij trekken in den oorlog tegen de Moabieten? 3721 2Kon 3:10 | koningen geroepen heeft, om die in der Moabieten hand te geven! ~ 3722 2Kon 3:13 | koningen geroepen, om die in der Moabieten hand te geven. ~ 3723 2Kon 3:16 | Zo zegt de HEERE: Maakt in dit dal vele grachten. ~ 3724 2Kon 3:18 | 18 Daartoe is dat slecht in de ogen des HEEREN, Hij 3725 2Kon 3:18 | Hij zal ook de Moabieten in ulieder hand geven. ~ 3726 2Kon 3:24 | aangezicht; ja, zij kwamen in het land, slaande ook de 3727 2Kon 3:25 | goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth alleen de stenen 3728 2Kon 3:27 | zijn eerstgeboren zoon, die in zijn plaats koning zou worden, 3729 2Kon 3:27 | werd een zeer grote toorn in Israel; daarom trokken zij 3730 2Kon 3:27 | hem af, en keerden weder in hun land. ~  ~  ~  3731 2Kon 4:2 | Geef mij te kennen, wat gij in het huis hebt. En zij zeide: 3732 2Kon 4:2 | dienstmaagd heeft niet met al in het huis, dan een kruik 3733 2Kon 4:4 | 4 Kom dan in, en sluit de deur voor u 3734 2Kon 4:4 | uw zonen toe; daarna giet in al die vaten, en zet weg, 3735 2Kon 4:5 | de vaten toe, en zij goot in. ~ 3736 2Kon 4:11 | hij daar kwam; en hij week in die opperkamer, en legde 3737 2Kon 4:13 | zij had gezegd: Ik woon in het midden mijns volks. ~ 3738 2Kon 4:15 | geroepen had, stond zij in de deur.) ~ 3739 2Kon 4:27 | geworden; want haar ziel is in haar bitterlijk bedroefd, 3740 2Kon 4:29 | lenden, en neem mijn staf in uw hand, en ga henen; zo 3741 2Kon 4:32 | 32 En toen Elisa in het huis kwam, ziet, zo 3742 2Kon 4:33 | 33 Zo ging hij in, en sloot de deur voor hen 3743 2Kon 4:35 | kwam hij weder, en wandelde in het huis eens herwaarts, 3744 2Kon 4:38 | Gilgal kwam, zo was er honger in dat land, en de zonen der 3745 2Kon 4:39 | 39 Toen ging er een uit in het veld, om moeskruiden 3746 2Kon 4:39 | kolokwinten, en kwam, en sneed ze in den moespot; want zij kenden 3747 2Kon 4:40 | zeiden: Man Gods, de dood is in den pot! En zij konden het 3748 2Kon 4:41 | dan meel; en hij wierp het in den pot; en hij zeide: Schep 3749 2Kon 4:41 | Toen was er niets kwaads in den pot. ~ 3750 2Kon 4:42 | gerstebroden, en groene aren in haar hulzen; en hij zeide: 3751 2Kon 5:2 | gevankelijk gebracht, die in den dienst der huisvrouw 3752 2Kon 5:4 | 4 Toen ging hij in en gaf het zijn heer te 3753 2Kon 5:5 | En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten 3754 2Kon 5:8 | weten, dat er een profeet in Israel is. ~ 3755 2Kon 5:10 | heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees 3756 2Kon 5:12 | wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en 3757 2Kon 5:14 | klom hij af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar 3758 2Kon 5:15 | is op de ganse aarde, dan in Israel! Nu dan, neem toch 3759 2Kon 5:18 | 18 In deze zaak vergeve de HEERE 3760 2Kon 5:18 | knecht: wanneer mijn heer in het huis van Rimmon zal 3761 2Kon 5:18 | hand leunen zal en ik mij in het huis van Rimmon nederbuigen 3762 2Kon 5:18 | mij alzo nederbuigen zal in het huis van Rimmon, de 3763 2Kon 5:18 | HEERE vergeve toch uw knecht in deze zaak. ~ 3764 2Kon 5:19 | En hij zeide tot hem: Ga in vrede. En hij ging van hem 3765 2Kon 5:23 | bond twee talenten zilvers in twee buidels, met twee wisselklederen, 3766 2Kon 5:24 | hun hand, en bestelde ze in een huis; en hij liet de 3767 2Kon 5:25 | 25 Daarna kwam hij in, en stond voor zijn heer. 3768 2Kon 5:27 | Naaman aankleven, en uw zaad in eeuwigheid! Toen ging hij 3769 2Kon 6:5 | timmerhout velde, dat het ijzer in het water viel; en hij riep, 3770 2Kon 6:8 | Mijn legering zal zijn in de plaats van zulk een. ~ 3771 2Kon 6:12 | Maar Elisa, de profeet, die in Israel is, geeft den koning 3772 2Kon 6:12 | kennen de woorden, die gij in uw binnenste slaapkamer 3773 2Kon 6:20 | zagen; en ziet, zij waren in het midden van Samaria. ~ 3774 2Kon 6:23 | benden der Syriers niet meer in het land van Israel. ~ 3775 2Kon 6:25 | En er werd grote honger in Samaria; want ziet, zij 3776 2Kon 6:32 | 32 (Elisa nu zat in zijn huis, en de oudsten 3777 2Kon 7:1 | maten gerst voor een sikkel, in de poort van Samaria. ~ 3778 2Kon 7:2 | Zie, zo de HEERE vensteren in den hemel maakte, zou die 3779 2Kon 7:4 | Indien wij zeggen: Laat ons in de stad komen, zo is de 3780 2Kon 7:4 | stad komen, zo is de honger in de stad, en wij zullen daar 3781 2Kon 7:4 | nu dan, komt, en laat ons in het leger der Syriers vallen; 3782 2Kon 7:5 | 5 En zij stonden op in de schemering, om in het 3783 2Kon 7:5 | op in de schemering, om in het leger der Syriers te 3784 2Kon 7:7 | zich opgemaakt, en waren in de schemering gevloden, 3785 2Kon 7:8 | legers kwamen, zo gingen zij in een tent, en aten en dronken, 3786 2Kon 7:8 | keerden zij weder, en kwamen in een andere tent, namen van 3787 2Kon 7:11 | deden de boodschap binnen in het huis des konings. ~ 3788 2Kon 7:12 | 12 En de koning stond op in den nacht, en zeide tot 3789 2Kon 7:12 | het leger gegaan, om zich in het veld te versteken, zeggende: 3790 2Kon 7:12 | levend grijpen, en wij zullen in de stad komen. ~ 3791 2Kon 7:15 | gereedschap, die de Syriers in hun verhaasten weggeworpen 3792 2Kon 7:17 | en het volk vertrad hem in de poort, dat hij stierf, 3793 2Kon 7:18 | sikkel verkocht worden, in de poort van Samaria. ~ 3794 2Kon 7:19 | Zie, zo de HEERE vensteren in den hemel maakte, zou het 3795 2Kon 7:20 | want het volk vertrad hem in de poort, dat hij stierf. ~  ~ 3796 2Kon 8:1 | honger geroepen, die ook in het land zeven jaren komen 3797 2Kon 8:2 | als vreemdeling verkeerd in het land der Filistijnen, 3798 2Kon 8:8 | Hazael: Neem een geschenk in uw hand, en ga den man Gods 3799 2Kon 8:9 | tegemoet, en nam een geschenk in zijn hand, te weten, alle 3800 2Kon 8:12 | zult; gij zult hun sterkten in het vuur zetten, en hun 3801 2Kon 8:15 | dat hij een deken nam, en in het water doopte, en over 3802 2Kon 8:15 | stierf; en Hazael werd koning in zijn plaats. ~ 3803 2Kon 8:16 | 16 In het vijfde jaar nu van Joram, 3804 2Kon 8:18 | en hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN. ~ 3805 2Kon 8:20 | 20 In zijn dagen vielen de Edomieten 3806 2Kon 8:21 | wagenen; en het volk vlood in zijn hutten. ~ 3807 2Kon 8:22 | dag; toen viel Libna af in denzelfden tijd. ~ 3808 2Kon 8:23 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3809 2Kon 8:24 | begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Ahazia, 3810 2Kon 8:24 | zijn zoon, werd koning in zijn plaats. ~ 3811 2Kon 8:25 | 25 In het twaalfde jaar van Joram, 3812 2Kon 8:27 | 27 En hij wandelde in den weg van het huis van 3813 2Kon 8:27 | Achab, en deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk 3814 2Kon 8:28 | naar den strijd, te Ramoth in Gilead, tegen Hazael, den 3815 2Kon 9:1 | en neem deze oliekruik in uw hand, en ga heen naar 3816 2Kon 9:1 | en ga heen naar Ramoth in Gilead. ~ 3817 2Kon 9:2 | zoon van Nimsi, is; en ga in, en doe hem opstaan uit 3818 2Kon 9:2 | broederen, en breng hem in een binnenste kamer. ~ 3819 2Kon 9:4 | den profeet, naar Ramoth in Gilead. ~ 3820 2Kon 9:6 | Toen stond hij op, en ging in huis; hij dan goot de olie 3821 2Kon 9:8 | den beslotene en verlatene in Israel. ~ 3822 2Kon 9:14 | Joram. (Joram nu had Ramoth in Gilead bewaard, hij en gans 3823 2Kon 9:15 | uittrekken, die ontkome, om dit in Jizreel te gaan verkondigen. ~ 3824 2Kon 9:24 | uitging; en hij kromde zich in zijn wagen. ~ 3825 2Kon 9:28 | Jeruzalem, en zij begroeven hem in zijn graf, bij zijn vaderen 3826 2Kon 9:28 | zijn graf, bij zijn vaderen in de stad Davids. ~ 3827 2Kon 9:29 | 29 In het elfde jaar nu van Joram, 3828 2Kon 9:37 | gelijk mest op het veld, in het stuk lands van Jizreel, 3829 2Kon 10:5 | koning maken; doe wat goed is in uw ogen. ~ 3830 2Kon 10:7 | en zij legden hun hoofden in korven, die zij tot hem 3831 2Kon 10:8 | gebracht. En hij zeide: Legt ze in twee hopen, aan de deur 3832 2Kon 10:21 | 21 Ook zond Jehu in het ganse Israel; en alle 3833 2Kon 10:21 | niet kwam; en zij kwamen in het huis van Baal, dat het 3834 2Kon 10:23 | Jonadab, den zoon van Rechab, in het huis van Baal; en hij 3835 2Kon 10:24 | iemand van de mannen, die ik in uw handen gebracht heb, 3836 2Kon 10:25 | tot de hoofdmannen: Komt in, slaat hen, dat niemand 3837 2Kon 10:25 | daarna kwamen zij tot de stad in het huis van Baal; ~ 3838 2Kon 10:30 | hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het 3839 2Kon 10:30 | gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u 3840 2Kon 10:31 | nam niet waar te wandelen in de wet des HEEREN, des Gods 3841 2Kon 10:32 | 32 In die dagen begon de HEERE 3842 2Kon 10:32 | korten, want Hazael sloeg ze in alle landpalen van Israel: ~ 3843 2Kon 10:34 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3844 2Kon 10:35 | zoon Joahaz werd koning in zijn plaats. ~ 3845 2Kon 10:36 | over Israel geregeerd heeft in Samaria, zijn acht en twintig 3846 2Kon 11:2 | zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen 3847 2Kon 11:3 | hij was met haar verstoken in het huis des HEEREN zes 3848 2Kon 11:4 | 4 In het zevende jaar nu zond 3849 2Kon 11:4 | hij bracht hen tot zich, in het huis des HEEREN; en 3850 2Kon 11:4 | hen, en hij beedigde hen in het huis des HEEREN, en 3851 2Kon 11:8 | een ieder met zijn wapenen in zijn hand, en hij, die tussen 3852 2Kon 11:10 | David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest 3853 2Kon 11:11 | ieder met zijn wapenen in zijn hand, van de rechterzijde 3854 2Kon 11:13 | zo kwam zij tot het volk in het huis des HEEREN. ~ 3855 2Kon 11:15 | priester had gezegd: Laat ze in het huis des HEEREN niet 3856 2Kon 11:18 | ging al het volk des lands in het huis van Baal, en braken 3857 2Kon 11:18 | priester nu bestelde de ambten in het huis des HEEREN. ~ 3858 2Kon 12:1 | 1 In het zevende jaar van Jehu 3859 2Kon 12:2 | Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al zijn 3860 2Kon 12:2 | des HEEREN, al zijn dagen, in dewelke de priester Jojada 3861 2Kon 12:4 | dat gebracht zal worden in het huis des HEEREN, te 3862 2Kon 12:4 | schatting, en al het geld, dat in ieders hart komt, om dat 3863 2Kon 12:4 | komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN, ~ 3864 2Kon 12:6 | 6 Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar 3865 2Kon 12:9 | kist, en boorde een gat in haar deksel, en zette die 3866 2Kon 12:9 | rechterhand, als iemand inkwam in het huis des HEEREN; en 3867 2Kon 12:10 | zij zagen, dat veel gelds in de kist was, dat des konings 3868 2Kon 12:10 | en telden het geld, dat in het huis des HEEREN gevonden 3869 2Kon 12:11 | gaven het geld wel gewogen in handen der verzorgers van 3870 2Kon 12:15 | mannen, wien zij dat geld in hun handen gaven, om aan 3871 2Kon 12:17 | tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn 3872 2Kon 12:18 | goud, dat gevonden werd in de schatten van het huis 3873 2Kon 12:19 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3874 2Kon 12:20 | verbintenis, en sloegen Joas, in het huis van Millo, dat 3875 2Kon 12:21 | begroeven hem met zijn vaderen in de stad Davids; en Amazia, 3876 2Kon 12:21 | zijn zoon, werd koning in zijn plaats. ~  ~  3877 2Kon 13:1 | 1 In het zevende jaar van Jehu 3878 2Kon 13:2 | Joas deed dat recht was in de ogen des HEEREN, al zijn 3879 2Kon 13:2 | des HEEREN, al zijn dagen, in dewelke de priester Jojada 3880 2Kon 13:4 | dat gebracht zal worden in het huis des HEEREN, te 3881 2Kon 13:4 | schatting, en al het geld, dat in ieders hart komt, om dat 3882 2Kon 13:4 | komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN, ~ 3883 2Kon 13:6 | 6 Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar 3884 2Kon 13:9 | kist, en boorde een gat in haar deksel, en zette die 3885 2Kon 13:9 | rechterhand, als iemand inkwam in het huis des HEEREN; en 3886 2Kon 13:10 | zij zagen, dat veel gelds in de kist was, dat des konings 3887 2Kon 13:10 | en telden het geld, dat in het huis des HEEREN gevonden 3888 2Kon 13:11 | gaven het geld wel gewogen in handen der verzorgers van 3889 2Kon 13:15 | mannen, wien zij dat geld in hun handen gaven, om aan 3890 2Kon 13:17 | tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn 3891 2Kon 13:18 | goud, dat gevonden werd in de schatten van het huis 3892 2Kon 13:19 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3893 2Kon 13:20 | verbintenis, en sloegen Joas, in het huis van Millo, dat 3894 2Kon 13:21 | begroeven hem met zijn vaderen in de stad Davids; en Amazia, 3895 2Kon 13:21 | zijn zoon, werd koning in zijn plaats. ~ 3896 2Kon 14:1 | 1 In het drie en twintigste jaar 3897 2Kon 14:2 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; want 3898 2Kon 14:3 | tegen Israel; en Hij gaf hen in de hand van Hazael, den 3899 2Kon 14:3 | den koning van Syrie, en in de hand van Benhadad, den 3900 2Kon 14:5 | kinderen Israels woonden in hun tenten, als te voren. ~ 3901 2Kon 14:8 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3902 2Kon 14:9 | Joas, zijn zoon, regeerde in zijn plaats. ~ 3903 2Kon 14:10 | 10 In het zeven en dertigste jaar 3904 2Kon 14:11 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij 3905 2Kon 14:12 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3906 2Kon 14:17 | gij zult de Syriers slaan in Afek, tot verdoens toe. ~ 3907 2Kon 14:20 | nu der Moabieten kwamen in het land met het ingaan 3908 2Kon 14:21 | zo wierpen zij den man in het graf van Elisa; en toen 3909 2Kon 14:24 | zoon Benhadad werd koning in zijn plaats. ~ 3910 2Kon 14:25 | Joahaz, nam de steden weder in, uit de hand van Benhadad, 3911 2Kon 15:1 | 1 In het tweede jaar van Joas, 3912 2Kon 15:3 | En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, nochtans 3913 2Kon 15:5 | geschiedde nu, als het koninkrijk in zijn hand versterkt was, 3914 2Kon 15:6 | niet; gelijk geschreven is in het wetboek van Mozes, waar 3915 2Kon 15:7 | 7 Hij sloeg de Edomieten in het Zoutdal tien duizend, 3916 2Kon 15:7 | tien duizend, en nam Sela in met krijg, en noemde haar 3917 2Kon 15:10 | verheven; heb de eer, en blijf in uw huis; want waarom zoudt 3918 2Kon 15:10 | want waarom zoudt gij u in het kwade mengen, dat gij 3919 2Kon 15:11 | zagen te Beth-Semes, dat in Juda is. ~ 3920 2Kon 15:12 | zij vloden, een iegelijk in zijn tenten. ~ 3921 2Kon 15:14 | vaten, die gevonden werden in het huis des HEEREN, en 3922 2Kon 15:14 | het huis des HEEREN, en in de schatten van des konings 3923 2Kon 15:15 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3924 2Kon 15:16 | zoon Jerobeam werd koning in zijn plaats. ~ 3925 2Kon 15:18 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3926 2Kon 15:20 | begraven, bij zijn vaderen, in de stad Davids. ~ 3927 2Kon 15:21 | en maakten hem koning in plaats van zijn vader Amazia. ~ 3928 2Kon 15:23 | 23 In het vijftiende jaar van 3929 2Kon 15:24 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij 3930 2Kon 15:28 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3931 2Kon 15:29 | zoon Zacharia werd koning in zijn plaats. ~ 3932 2Kon 16:1 | 1 In het zeven en twintigste 3933 2Kon 16:3 | En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, naar 3934 2Kon 16:5 | zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch 3935 2Kon 16:6 | zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der 3936 2Kon 16:7 | begroeven hem bij zijn vaderen, in de stad Davids; en zijn 3937 2Kon 16:7 | zoon Jotham werd koning in zijn plaats. ~ 3938 2Kon 16:8 | 8 In het acht en dertigste jaar 3939 2Kon 16:9 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, gelijk 3940 2Kon 16:10 | hem; en hij werd koning in zijn plaats. ~ 3941 2Kon 16:11 | ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der 3942 2Kon 16:13 | van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar 3943 2Kon 16:14 | doodde hem, en werd koning in zijn plaats. ~ 3944 2Kon 16:15 | ziet, die zijn geschreven in het boek der kronieken der 3945 2Kon 16:16 | bevruchte vrouwen hieuw hij in stukken. ~ 3946 2Kon 16:17 | 17 In het negen en dertigste jaar 3947 2Kon 16:18 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij 3948 2Kon 16:19 | zijn, om het koninkrijk in zijn hand te sterken. ~ 3949 2Kon 16:20 | weder, en bleef daar niet in het land. ~ 3950 2Kon 16:21 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3951 2Kon 16:22 | zoon Pekahia werd koning in zijn plaats. ~ 3952 2Kon 16:23 | 23 In het vijftigste jaar van 3953 2Kon 16:24 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij 3954 2Kon 16:25 | en sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis 3955 2Kon 16:25 | hij hem, en werd koning in zijn plaats. ~ 3956 2Kon 16:26 | ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der 3957 2Kon 16:27 | 27 In het twee en vijftigste jaar 3958 2Kon 16:28 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; hij 3959 2Kon 16:29 | 29 In de dagen Pekah, den koning 3960 2Kon 16:29 | van Assyrie, en nam Ijon in, en Abel-Beth-maacha, en 3961 2Kon 16:30 | doodde hem, en werd koning in zijn plaats; in het twintigste 3962 2Kon 16:30 | werd koning in zijn plaats; in het twintigste jaar van 3963 2Kon 16:31 | ziet, dat is geschreven in het boek der kronieken der 3964 2Kon 16:32 | 32 In het tweede jaar van Pekah, 3965 2Kon 16:34 | En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN; naar 3966 2Kon 16:36 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3967 2Kon 16:37 | 37 In die dagen begon de HEERE 3968 2Kon 16:37 | die dagen begon de HEERE in Juda te zenden Rezin, den 3969 2Kon 16:38 | begraven bij zijn vaderen in de stad van zijn vader David; 3970 2Kon 16:38 | zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats. ~  ~  3971 2Kon 17:1 | 1 In het zeventiende jaar van 3972 2Kon 17:2 | deed niet dat recht was in de ogen des HEEREN zijns 3973 2Kon 17:3 | 3 Want hij wandelde in den weg der koningen van 3974 2Kon 17:8 | zilver en het goud, dat in het huis des HEEREN, en 3975 2Kon 17:8 | het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis 3976 2Kon 17:9 | tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk 3977 2Kon 17:18 | deksel des sabbats, dat zij in het huis gebouwd hadden, 3978 2Kon 17:19 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3979 2Kon 17:20 | begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, 3980 2Kon 17:20 | zijn zoon, werd koning in zijn plaats. ~  ~  3981 2Kon 18:1 | 1 In het zeventiende jaar van 3982 2Kon 18:2 | deed niet dat recht was in de ogen des HEEREN zijns 3983 2Kon 18:3 | 3 Want hij wandelde in den weg der koningen van 3984 2Kon 18:8 | zilver en het goud, dat in het huis des HEEREN, en 3985 2Kon 18:8 | het huis des HEEREN, en in de schatten van het huis 3986 2Kon 18:9 | tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde hen gevankelijk 3987 2Kon 18:18 | deksel des sabbats, dat zij in het huis gebouwd hadden, 3988 2Kon 18:19 | is dat niet geschreven in het boek der kronieken der 3989 2Kon 18:20 | begraven bij zijn vaderen, in de stad Davids; en Hizkia, 3990 2Kon 18:20 | zijn zoon, werd koning in zijn plaats. ~  ~  3991 2Kon 19:1 | 1 In het twaalfde jaar van Achaz, 3992 2Kon 19:2 | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; evenwel 3993 2Kon 19:4 | Assyrie bevond een verbintenis in Hosea, dat hij tot So, den 3994 2Kon 19:4 | van Assyrie, en bond hem in het gevangenhuis. ~ 3995 2Kon 19:5 | koning van Assyrie toog op in het ganse land; ja, hij 3996 2Kon 19:6 | 6 In het negende jaar van Hosea, 3997 2Kon 19:6 | koning van Assyrie Samaria in, en voerde Israel weg in 3998 2Kon 19:6 | in, en voerde Israel weg in Assyrie, en deed ze wonen 3999 2Kon 19:6 | Assyrie, en deed ze wonen in Halah, en in Habor, aan 4000 2Kon 19:6 | deed ze wonen in Halah, en in Habor, aan de rivier Gozan,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12370

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License