Book Chapter: Verse
1 Gen 13:10 | als Egypteland, als gij komt te Zoar. ~
2 Gen 15:8 | dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan?
3 Gen 23:62 | Izak nu kwam, van daar men komt tot den put Lachai-Roi;
4 Gen 27:6 | zie, Rachel, zijn dochter, komt met de schapen. ~
5 Gen 27:46 | 11 Toen zeide Lea: Er komt een hoop! en zij noemde
6 Gen 29:8 | Indien Ezau op het ene heir komt, en slaat het, zo zal het
7 Gen 34:19 | tot den ander: Ziet, daar komt die meester-dromer aan! ~
8 Gen 34:20 | 20 Nu komt dan, en laat ons hem doodslaan,
9 Gen 34:27 | 27 Komt, en laat ons hem aan deze
10 Gen 35:28 | zijn hand, zeggende: Deze komt het eerst uit. ~
11 Gen 38:7 | zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit
12 Gen 38:21 | wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons. ~
13 Gen 41:18 | vader en uw huisgezinnen, en komt tot mij, en ik zal u het
14 Gen 41:19 | vrouwen, en voert uw vader, en komt. ~
15 Gen 44:2 | zeide: Zie, uw zoon Jozef komt tot u! Zo versterkte zich
16 Gen 45:2 | 2 Komt samen en hoort, gij, zonen
17 Gen 45:10 | zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de
18 Exo 1:10 | 10 Komt aan, laat ons wijselijk
19 Exo 1:19 | eer de vroedvrouw tot haar komt, zo hebben zij gebaard. ~
20 Exo 12:25 | geschieden, als gij in dat land komt, dat u de HEERE geven zal,
21 Exo 18:15 | Omdat dit volk tot mij komt, om God raad te vragen. ~
22 Exo 18:16 | zij een zaak hebben, zo komt het tot mij, dat ik richte
23 Exo 23:27 | het volk, tot hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal
24 Lev 14:36 | ruimen, aleer de priester komt, om die plaag te bezien,
25 Num 1:51 | de vreemde, die daarbij komt, zal gedood worden. ~
26 Num 12:4 | en tot Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst!
27 Num 14:30 | 30 Zo gij in dat land komt, over hetwelk Ik Mijn hand
28 Num 21:27 | spreekwoorden gebruiken: Komt tot Hesbon; men bouwe en
29 Num 33:8 | gij aftekenen tot daar men komt te Hamath; en de uitgangen
30 Deu 9:5 | oprechtheid uws harten, komt gij er henen in, om hun
31 Deu 13:2 | dat teken of dat wonder komt, dat hij tot u gesproken
32 Deu 18:6 | alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte zijner
33 Deu 18:9 | 9 Wanneer gij komt in het land, dat de HEERE,
34 Deu 18:22 | woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord,
35 Deu 27:3 | overgegaan zult zijn; opdat gij komt in het land, dat de HEERE,
36 Joz 3:8 | zeggende: Wanneer gijlieden komt tot aan het uiterste van
37 Joz 9:8 | zijt gijlieden, en van waar komt gij? ~
38 Joz 10:4 | 4 Komt op tot mij, en helpt mij,
39 Joz 15:4 | gaat door naar Azmon, en komt uit aan de beek van Egypte;
40 Joz 16:2 | 2 En het komt van Beth-El uit naar Luz;
41 Joz 16:7 | 7 En komt af van Janoah naar Ataroth
42 Joz 17:9 | 9 Daarna komt de landpale af naar de beek
43 Joz 18:8 | land, en beschrijft het; komt dan weder tot mij, zo zal
44 Joz 18:15 | gaat uit ten westen, en zij komt uit aan de fontein der wateren
45 Joz 19:12 | Chisloth-Thabor, en zij komt uit te Dobrath, en gaat
46 Joz 19:13 | Gath-Hefer, te Eth-Kazin, en zij komt uit te Rimmon-Methoar, hetwelk
47 Joz 19:27 | Beth-Emek, en Nehiel, en komt uit tot Kabul ter linkerhand; ~
48 Joz 23:19 | uwer bezitting onrein is, komt over in het land van de
49 Ric 3:3 | Baal-Hermon, tot daar men komt te Hamath. ~
50 Ric 5:4 | des lands, tot daar gij komt te Gaza; en zij lieten geen
51 Ric 6:24 | gebergte van Efraim, zeggende: Komt af de Midianieten tegemoet,
52 Ric 8:15 | koning over u zalft, zo komt, vertrouwt u onder mijn
53 Ric 8:36 | zeide hij tot Zebul: Zie, er komt volk af van de hoogten der
54 Ric 8:37 | midden des lands, en een hoop komt van den weg van den eik
55 Ric 10:33 | van Aroer af tot daar gij komt te Minnith, twintig steden,
56 Ric 15:18 | der Filistijnen, zeggende: Komt ditmaal op, want hij heeft
57 Ric 16:9 | Micha tot hem: Van waar komt gij? En hij zeide tot hem:
58 Ric 17:10 | 10 (Als gij daarhenen komt, zo zult gij komen tot een
59 Ric 18:17 | trekt gij henen, en van waar komt gij? ~
60 Ric 20:21 | met reien te dansen, zo komt gij voort uit de wijngaarden,
61 Rut 4:11 | deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea,
62 1Sa 6:21 | des HEEREN wedergebracht; komt af, haalt ze opwaarts tot
63 1Sa 9:6 | al wat hij spreekt, dat komt zekerlijk; laat ons nu derwaarts
64 1Sa 9:9 | hij ging om God te vragen: Komt en laat ons gaan tot den
65 1Sa 9:13 | Wanneer gijlieden in de stad komt, zo zult gij hem vinden,
66 1Sa 9:13 | zal niet eten, totdat hij komt, want hij zegent het offer,
67 1Sa 10:5 | als gij aldaar in de stad komt, zo zult gij ontmoeten een
68 1Sa 11:14 | zeide Samuel tot het volk: Komt en laat ons naar Gilgal
69 1Sa 14:38 | 38 Toen zeide Saul: Komt herwaarts uit alle hoeken
70 1Sa 15:7 | Havila af, tot daar gij komt te Sur, dat voor aan Egypte
71 1Sa 16:5 | offerande te doen; heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij
72 1Sa 17:43 | een hond, dat gij tot mij komt met stokken? En de Filistijn
73 1Sa 17:45 | zeide tot den Filistijn: Gij komt tot mij met een zwaard,
74 1Sa 17:52 | Filistijnen, tot daar men komt aan de vallei, en tot aan
75 1Sa 23:20 | begeerte uwer ziel; en het komt ons toe hem over te geven
76 1Sa 23:23 | in dewelke hij schuilt; komt dan weder tot mij met vast
77 1Sa 24:14 | zegt: Van de goddelozen komt goddeloosheid voort; maar
78 1Sa 25:5 | Karmel, en als gij tot Nabal komt, zo zult gij hem in mijn
79 1Sa 28:14 | gedaante? En zij zeide: Er komt een oud man op, en hij is
80 2Sa 1:3 | zeide tot hem: Van waar komt gij? En hij zeide tot hem:
81 2Sa 3:13 | voren inbrengt, als gij komt om mijn aangezicht te zien. ~
82 2Sa 5:23 | achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen; ~
83 2Sa 5:25 | van Geba af, totdat gij komt te Gezer. ~ ~
84 2Sa 10:5 | weder gewassen zal zijn, komt dan weder. ~
85 2Sa 11:10 | Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom
86 2Sa 24:21 | En Arauna zeide: Waarom komt mijn heer de koning tot
87 1Kon 12:5 | tot aan den derden dag, komt dan weder tot mij. En het
88 1Kon 12:12| gesproken had, zeggende: Komt weder tot mij op den derden
89 1Kon 14:5 | Zie, Jerobeams huisvrouw komt, om een zaak van u te vragen,
90 1Kon 18:46| tot daar men te Jizreel komt. ~ ~ ~
91 1Kon 20:33| Benhadad leeft. En hij zeide: Komt, brengt hem. Toen kwam Benhadad
92 2Kon 4:10| geschieden, wanneer hij tot ons komt, dat hij daar inwijke. ~
93 2Kon 6:32| Ziet toe, als die bode komt, sluit de deur toe, en dringt
94 2Kon 7:4 | zullen ook sterven; nu dan, komt, en laat ons in het leger
95 2Kon 7:9 | ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons gaan, en dit aan
96 2Kon 9:18| tot hen gekomen, maar hij komt niet weder. ~
97 2Kon 9:20| aan hen gekomen, maar hij komt niet weder; en het drijven
98 2Kon 10:6 | de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen
99 2Kon 10:25| trawanten en tot de hoofdmannen: Komt in, slaat hen, dat niemand
100 2Kon 12:4 | geld, dat in ieders hart komt, om dat te brengen in het
101 2Kon 13:4 | geld, dat in ieders hart komt, om dat te brengen in het
102 2Kon 20:31| mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een
103 1Kro 13:5 | Sichor af, tot daar men komt te Hamath, om de ark Gods
104 1Kro 16:29| Naams, brengt offer, en komt voor Zijn aangezicht; aanbidt
105 1Kro 16:33| aangezicht des HEEREN, omdat Hij komt, om de aarde te richten. ~
106 1Kro 20:5 | baard weder gewassen zij; komt dan wederom. ~
107 2Kro 11:5 | 5 En hij zeide tot hen: Komt over drie dagen weder tot
108 2Kro 11:12| gesproken had, zeggende: Komt weder tot mij op den derden
109 2Kro 14:9 | landen? Een iegelijk, die komt om zijn hand te vullen met
110 2Kro 21:2 | boodschapten, zeggende: Daar komt een grote menigte tegen
111 2Kro 21:9 | Indien over ons enig kwaad komt, het zwaard des oordeels,
112 2Kro 21:12| grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat
113 2Kro 26:18| en zeiden tot hem: Het komt u niet toe, Uzzia, den HEERE
114 2Kro 30:8 | geeft den HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom, hetwelk
115 Ezra 10:4 | 4 Sta op, want deze zaak komt u toe; en wij zullen met
116 Ezra 10:12| stem: Naar uw woorden, alzo komt het ons toe te doen. ~
117 Neh 2:17 | met vuur verbrand zijn; komt, en laat ons Jeruzalems
118 Job 1:7 | tot den satan; Van waar komt gij? En de satan antwoordde
119 Job 2:2 | tot den satan: Van waar komt gij? En de satan antwoordde
120 Job 3:24 | 24 Want voor mijn brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen
121 Job 4:5 | 5 Maar nu komt het aan u, en gij zijt verdrietig;
122 Job 5:6 | 6 Want uit het stof komt het verdriet niet voort,
123 Job 5:21 | de verwoesting, als zij komt. ~
124 Job 9:19 | 19 Zo het aan de kracht komt, zie, Hij is sterk; en zo
125 Job 9:19 | en zo het aan het recht komt, wie zal mij dagvaarden? ~
126 Job 14:2 | 2 Hij komt voort als een bloem, en
127 Job 15:21 | oren; in den vrede zelven komt de verwoester hem over. ~
128 Job 17:10 | gij allen, keert weder, en komt nu; want ik vind onder u
129 Job 22:4 | Hij met u in het gericht komt? ~
130 Job 27:9 | als benauwdheid over hem komt? ~
131 Job 28:5 | 5 Uit de aarde komt het brood voort, en onder
132 Job 28:20 | Die wijsheid dan, van waar komt zij, en waar is de plaats
133 Job 36:42 | 9 Uit de binnenkamer komt de wervelwind, en van de
134 Job 36:55 | van het noorden het goud komt; maar bij God is een vreselijke
135 Job 37:29 | 29 Uit wiens buik komt het ijs voort, en wie baart
136 Job 40:11 | 11 Uit zijn neusgaten komt rook voort, als uit een
137 Job 40:12 | doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond voort. ~
138 Psa 21:4 | 4 Want Gij komt hem voor met zegeningen
139 Psa 35:12 | 12 Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar
140 Psa 38:13 | want Hij ziet, dat zijn dag komt. ~
141 Psa 42:7 | 7 En zo iemand van hen komt, om mij te zien, hij spreekt
142 Psa 46:9 | 9 Komt, aanschouwt de daden des
143 Psa 55:6 | 6 Vrees en beving komt mij aan, en gruwen overdekt
144 Psa 66:5 | 5 Komt en ziet Gods daden; Hij
145 Psa 66:16 | 16 Komt, hoort toe, o allen gij,
146 Psa 75:7 | 7 Want het verhogen komt niet uit het oosten, noch
147 Psa 83:5 | 5 Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien,
148 Psa 88:14 | roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond. ~
149 Psa 95:1 | 1 Komt, laat ons den HEERE vrolijk
150 Psa 95:6 | 6 Komt, laat ons aanbidden en nederbukken;
151 Psa 96:8 | Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. ~
152 Psa 96:13 | aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde
153 Psa 96:13 | want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten;
154 Psa 98:9 | aangezicht des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten;
155 Psa 100:2 | den HEERE met blijdschap, komt voor Zijn aanschijn met
156 Psa 118:26 | Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN!
157 Spre 1:26| spotten, wanneer uw vreze komt. ~
158 Spre 1:27| 27 Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting,
159 Spre 2:6 | wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand. ~
160 Spre 3:25| der goddelozen, als zij komt. ~
161 Spre 6:26| vrouw, die een hoer is, komt men tot een stuk broods;
162 Spre 9:5 | 5 Komt, eet van Mijn brood, en
163 Spre 11:2 | Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen;
164 Spre 11:8 | bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats. ~
165 Spre 13:12| hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens. ~
166 Spre 18:3 | 3 Als de goddeloze komt, komt ook de verachting
167 Spre 18:3 | Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met
168 Spre 18:17| te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem. ~
169 Spre 22:16| vermeerderen, en den rijke geeft, komt zekerlijk tot gebrek. ~
170 Spre 31:4 | 4 Het komt den koningen niet toe, o
171 Spre 31:4 | niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn
172 Pred 1:4 | en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in
173 Pred 4:14| 14 Want een komt uit het gevangenhuis, om
174 Pred 5:2 | Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, alzo
175 Pred 6:4 | Want met ijdelheid komt zij, en in duisternis gaat
176 Hoo 2:8 | Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen,
177 Jes 1:12 | gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft
178 Jes 1:18 | 18 Komt dan, en laat ons samen rechten,
179 Jes 1:23 | twistzaak der weduwen komt voor hen niet. ~
180 Jes 2:3 | zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den
181 Jes 2:5 | 5 Komt, gij huis van Jakob, en
182 Jes 3:14 | 14 De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten
183 Jes 10:28 | 28 Hij komt te Ajath, hij trekt door
184 Jes 13:6 | des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting van
185 Jes 13:9 | Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid
186 Jes 14:8 | dat gij daar nederligt, komt niemand tegen ons op, die
187 Jes 14:31 | Palestina! want van het noorden komt een rook, en er is geen
188 Jes 21:9 | 9 En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een
189 Jes 21:12 | vragen, vraagt; keert weder, komt. ~
190 Jes 21:14 | 14 Komt den dorstige tegemoet met
191 Jes 28:29 | 29 Zulks komt ook voort van den HEERE
192 Jes 30:27 | Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt,
193 Jes 36:16 | mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een
194 Jes 45:20 | 20 Verzamelt u, en komt, treedt hier toe samen,
195 Jes 49:9 | die in duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen
196 Jes 55:1 | O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij,
197 Jes 55:1 | gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt,
198 Jes 55:1 | komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder
199 Jes 55:3 | 3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel
200 Jes 56:1 | O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij,
201 Jes 56:1 | gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt,
202 Jes 56:1 | komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder
203 Jes 56:3 | 3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel
204 Jes 57:9 | gij gedierten des velds, komt om te eten, ja, al gij gedierten
205 Jes 57:12 | 12 Komt herwaarts, zeggen zij: ik
206 Jes 58:1 | 1 De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die
207 Jes 61:1 | verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des
208 Jes 63:11 | dochter van Sion: Zie, uw Heil komt; zie, Zijn loon is met Hem,
209 Jes 64:1 | Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen,
210 Jes 67:18 | werken en hun gedachten! Het komt, dat Ik vergaderen zal alle
211 Jer 4:13 | 13 Ziet, hij komt op als wolken, en zijn wagenen
212 Jer 6:22 | zegt de HEERE: Ziet, er komt een volk uit het land van
213 Jer 10:7 | Koning der heidenen? Want het komt U toe; omdat toch onder
214 Jer 10:22 | 22 Ziet, er komt een stem des geruchts, en
215 Jer 12:9 | zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte
216 Jer 12:9 | gij gedierte des velds, komt om te eten! ~
217 Jer 17:6 | gevoelt, wanneer het goede komt; maar blijft in dorre plaatsen
218 Jer 17:8 | niet, wanneer er een hitte komt, maar zijn loof blijft groen;
219 Jer 18:18 | 18 Toen zeiden zij: Komt aan, laat ons gedachten
220 Jer 18:18 | woord van den profeet; komt aan, en laat ons hem slaan
221 Jer 28:9 | het woord van dien profeet komt, dan zal die profeet bekend
222 Jer 35:11 | optoog, dat wij zeiden: Komt, en laat ons naar Jeruzalem
223 Jer 41:6 | hen aantrof dat hij zeide: Komt tot Gedalia, den zoon van
224 Jer 46:20 | schone vaarze; de slachter komt, hij komt van het noorden. ~
225 Jer 46:20 | vaarze; de slachter komt, hij komt van het noorden. ~
226 Jer 47:4 | Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen te verstoren,
227 Jer 48:2 | haar gedacht, zeggende: Komt, en laat ons haar uitroeien,
228 Jer 49:14 | zeggen: Vergadert u, en komt aan tegen haar, en maakt
229 Jer 50:3 | 3 Want een volk komt tegen haar op van het noorden;
230 Jer 50:26 | 26 Komt aan tegen haar van het uiterste,
231 Jer 50:41 | 41 Ziet, daar komt een volk uit het noorden;
232 Jer 51:10 | gerechtigheden hervoor gebracht; komt en laat ons te Sion het
233 Jer 51:56 | Want de verstoorder komt over haar, over Babel, en
234 Jer 51:61 | Seraja: Als gij te Babel komt, zo zult gij zien en lezen
235 Klaa 1:4 | omdat niemand op het feest komt; al haar poorten zijn woest,
236 Klaa 2:4 | voor geld drinken; ons hout komt ons op prijs te staan. ~
237 Eze 7:25 | 25 De ondergang komt; en zij zullen den vrede
238 Eze 14:4 | zijn aangezicht stelt, en komt tot den profeet, Ik, de
239 Eze 14:4 | de HEERE zal hem, als hij komt, antwoorden naar de menigte
240 Eze 14:7 | voor zijn aangezicht, en komt tot den profeet, om Mij
241 Eze 20:3 | Alzo zegt de Heere HEERE: Komt gij, om Mij te vragen? Zo
242 Eze 21:7 | Om het gerucht, want het komt! en alle hart zal versmelten,
243 Eze 21:7 | henenvlieten; ziet, het komt, en het zal geschieden,
244 Eze 21:19 | zwaard des konings van Babel komt; uit een land zullen zij
245 Eze 24:24 | zult gij doen; als dit komt, dan zult gij weten, dat
246 Eze 30:9 | Egypte; want ziet, het komt aan! ~
247 Eze 33:4 | waarschuwen; en het zwaard komt, en neemt hem weg, diens
248 Eze 33:6 | gewaarschuwd; en het zwaard komt, en neemt een ziel uit hen
249 Eze 33:30 | broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord
250 Eze 33:33 | 33 Maar als dat komt (zie, het zal komen!) dan
251 Eze 38:13 | leeuwen zullen tot u zeggen: Komt gij, om buit te buiten?
252 Eze 39:8 | 8 Ziet, het komt en zal geschieden, spreekt
253 Eze 39:17 | des velds: Vergadert u, en komt aan, verzamelt u van rondom,
254 Eze 46:9 | het aangezicht des HEEREN komt, op de gezette hoogtijden,
255 Eze 47:15 | weg van Hethlon, waar men komt te Zedad. ~
256 Eze 47:20 | men recht tegenover Hamath komt; dat zal de westerhoek zijn. ~
257 Eze 48:1 | wegs van Hethlon, waar men komt te Hamath, Hazar-Enon, de
258 Dan 3:26 | allerhoogsten Gods! gaat uit en komt hier! Toen gingen Sadrach,
259 Dan 11:16 | Maar hij, die tegen hem komt, zal doen naar zijn welgevallen,
260 Hos 4:15 | Juda niet schuldig worde; komt gij toch niet te Gilgal,
261 Hos 6:1 | 1 Komt en laat ons wederkeren tot
262 Hos 8:1 | bazuin aan uw mond; hij komt als een arend tegen het
263 Joe 2:1 | want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij. ~
264 Joe 2:31 | vreselijke dag des HEEREN komt. ~
265 Joe 3:11 | 11 Rot te hoop, en komt aan, alle gij volken van
266 Joe 3:13 | oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want
267 Amos 4:4 | 4 Komt te Beth-El, en overtreedt
268 Amos 5:5 | Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en gaat
269 Amos 5:9 | sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting. ~
270 Amos 6:14| ulieden drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan
271 Jona 1:7 | ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen,
272 Jona 1:8 | Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en
273 Jona 1:12| ulieden om mijnentwil over komt. ~
274 Mic 4:2 | zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den
275 Zep 2:2 | toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van den
276 Zep 2:2 | over ulieden nog niet komt. ~
277 Zac 14:1 | 1 Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal
278 Mal 3:1 | gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen. ~
279 Mal 4:1 | 1 Want ziet, die dag komt, brandende als een oven,
280 Matt 2:34| bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens
281 Matt 2:37| U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? ~
282 Matt 5:24| eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave. ~
283 Matt 8:9 | den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht:
284 Matt 11:28| 28 Komt herwaarts tot Mij, allen
285 Matt 13:19| hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen
286 Matt 13:21| verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt
287 Matt 13:54| ontzetten, en zeiden: Van waar komt Dezen die wijsheid en die
288 Matt 13:56| allen bij ons? Van waar komt dan Dezen dit alles? ~
289 Matt 15:17| monde ingaat, in de buik komt, en in de heimelijkheid
290 Matt 18:7 | door welken de ergernis komt! ~
291 Matt 21:5 | dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten
292 Matt 21:9 | Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren!
293 Matt 21:38| elkander: Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en
294 Matt 22:4 | alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft. ~
295 Matt 23:39| zult: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~ ~
296 Matt 25:6 | geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! ~
297 Matt 25:34| Zijn rechter hand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders!
298 Matt 26:41| opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig,
299 Matt 27:49| laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. ~
300 Matt 28:6 | gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats,
301 Matt 28:14| 14 En indien zulks komt gehoord te worden van den
302 Mark 1:7 | predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is dan ik,
303 Mark 4:15| zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, en neemt
304 Mark 4:17| verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden
305 Mark 4:21| 21 En Hij zeide tot hen: Komt ook de kaars, opdat zij
306 Mark 5:23| uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt,
307 Mark 6:31| 31 En Hij zeide tot hen: Komt gijlieden in een woeste
308 Mark 11:2 | terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen
309 Mark 11:9 | Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~
310 Mark 11:10| onzen vader David, hetwelk komt in den Naam des Heeren!
311 Mark 12:7 | elkander: Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, en
312 Mark 14:38| opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig,
313 Mark 15:36| laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen. ~
314 Luk 1:43 | 43 En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns
315 Luk 1:43 | moeder mijns Heeren tot mij komt? ~
316 Luk 3:16 | wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan ik,
317 Luk 5:36 | en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen. ~
318 Luk 6:47 | Een iegelijk, die tot Mij komt, en Mijn woorden hoort,
319 Luk 7:8 | den anderen: Kom en hij komt; en tot mijn dienstknecht:
320 Luk 8:12 | dezen, die horen; daarna komt de duivel, en neemt het
321 Luk 11:22 | 22 Maar als een daarover komt, die sterker is dan hij,
322 Luk 12:36 | bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond
323 Luk 12:37 | welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar,
324 Luk 12:38 | 38 En zo hij komt in de tweede nacht wake,
325 Luk 12:38 | de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt
326 Luk 12:43 | welken zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende. ~
327 Luk 12:54 | terstond zegt gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt
328 Luk 13:14 | in welke men moet werken; komt dan in dezelve, en laat
329 Luk 13:35 | zeggen: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~
330 Luk 14:10 | plaats; opdat, wanneer hij komt, die u genood heeft, hij
331 Luk 14:17 | om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu
332 Luk 14:26 | 26 Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader,
333 Luk 14:31 | twintig duizend tegen hem komt? ~
334 Luk 17:20 | gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. ~
335 Luk 18:8 | Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden
336 Luk 19:38 | Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren!
337 Luk 20:14 | zeiden: Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, opdat
338 Luk 22:40 | dat gij niet in verzoeking komt. ~
339 Luk 22:46 | opdat gij niet in verzoeking komt. ~
340 Joha 1:15| Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want
341 Joha 1:27| Dezelve is het, Die na mij komt, Welke voor mij geworden
342 Joha 1:30| Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor mij geworden
343 Joha 1:40| 40 Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen,
344 Joha 3:8 | weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat;
345 Joha 3:20| doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat
346 Joha 3:21| Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn
347 Joha 3:31| 31 Die van boven komt, is boven allen; die uit
348 Joha 3:31| aarde. Die uit den hemel komt, is boven allen. ~
349 Joha 4:21| Vrouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch
350 Joha 4:23| 23 Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware
351 Joha 4:25| Ik weet, dat de Messias komt (Die genaamd wordt Christus);
352 Joha 4:29| 29 Komt, ziet een Mens, Die mij
353 Joha 4:35| nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u:
354 Joha 5:24| heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis,
355 Joha 5:25| voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden
356 Joha 5:28| daar niet over, want de ure komt, in dewelke allen, die in
357 Joha 5:43| Mij niet aan; zo een ander komt in zijn eigen naam, dien
358 Joha 6:35| des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren,
359 Joha 6:37| Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. ~
360 Joha 6:45| gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij. ~
361 Joha 9:4 | zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken
362 Joha 10:10| 10 De dief komt niet, dan opdat hij stele,
363 Joha 12:13| Hosanna! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren,
364 Joha 12:15| dochter Sions, zie, uw Koning komt, zittende op het veulen
365 Joha 14:6 | Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door
366 Joha 14:30| de overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets. ~
367 Joha 16:2 | synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u
368 Joha 16:25| u gesproken; maar de ure komt, dat Ik niet meer door gelijkenissen
369 Joha 16:32| 32 Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij
370 Joha 21:12| 12 Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
371 Hand 1:7 | En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de
372 Hand 2:20| doorluchtige dag des Heeren komt. ~
373 Hand 2:39| 39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen,
374 Hand 7:25| Christus niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig
375 Hand 10:15| den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft
376 Hand 15:28| Gij Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens,
377 Hand 17:15| te brengen, eer hij bij u komt. ~
378 Rom 5:18 | door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen
379 Rom 8:9 | Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. ~
380 Rom 8:26 | 26 En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden
381 Rom 12:19 | want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het
382 1Kor 7:5 | bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u
383 1Kor 11:26| dood des Heeren, totdat Hij komt. ~
384 1Kor 16:10| 10 Zo nu Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze
385 2Kor 11:4 | Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte,
386 Gal 4:25 | een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat
387 Efez 5:6 | woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen
388 Kol 3:6 | 6 Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; ~
389 Kol 4:10 | ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem; ~
390 2The 2:3 | enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de
391 1Tim 6:4 | woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen,
392 2Tim 4:13| Karpus gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid
393 Heb 11:6 | behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is,
394 Heb 13:23 | met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien. ~
395 Jako 3:10| 10 Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking.
396 1Joh 2:18| hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen
397 2Joh 1:10| Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt,
398 Open 1:7 | 7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog
399 Open 11:12| hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren
400 Open 11:14| weggegaan; ziet, het derde wee komt haast. ~
401 Open 19:17| midden des hemels vlogen: Komt herwaarts, en vergadert
|