Book Chapter: Verse
1 Gen 1:4 | dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht
2 Gen 1:7 | 7 En God maakte dat uitspansel, en maakte
3 Gen 1:7 | maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren,
4 Gen 1:16 | 16 God dan maakte die twee grote lichten;
5 Gen 1:25 | 25 En God maakte het wild gedierte der aarde
6 Gen 2:4 | God de aarde en den hemel maakte. ~
7 Gen 3:21 | 21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw
8 Gen 5:1 | als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis
9 Gen 14:42 | 18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met
10 Gen 18:3 | kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte
11 Gen 18:27 | 27 En Abraham maakte zich deszelven morgens vroeg
12 Gen 20:8 | en werd gespeend; toen maakte Abraham een groten maaltijd
13 Gen 21:3 | hout tot het brandoffer, en maakte zich op, en ging naar de
14 Gen 23:10 | was in zijn hand; en hij maakte zich op, en toog heen naar
15 Gen 23:61 | 61 En Rebekka maakte zich op met haar jonge dochteren,
16 Gen 24:30 | 30 Toen maakte hij hun een maaltijd, en
17 Gen 25:14 | zijn moeder; en zijn moeder maakte smakelijke spijzen, gelijk
18 Gen 25:31 | 31 Hij nu maakte smakelijke spijzen toe,
19 Gen 26:11 | de stenen dier plaats, en maakte zijn hoofdpeluw, en legde
20 Gen 27:22 | de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd. ~
21 Gen 28:17 | 17 Toen maakte zich Jakob op, en laadde
22 Gen 28:21 | wat het zijne was, en hij maakte zich op, en voer over de
23 Gen 30:17 | bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom
24 Gen 34:3 | zoon des ouderdoms; en hij maakte hem een veelvervigen rok. ~
25 Gen 35:19 | 19 En zij maakte zich op, en ging heen, en
26 Gen 36:3 | door zijn hand voorspoedig maakte; ~
27 Gen 36:43 | zijn knechten een maaltijd maakte; en hij verhief het hoofd
28 Gen 41:1 | aan zijn broederen bekend maakte. ~
29 Gen 42:5 | 5 Toen maakte zich Jakob op van Ber-seba;
30 Gen 46:10 | zware rouwklage; en hij maakte zijn vader een rouw van
31 Exo 14:21 | oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren
32 Exo 18:25 | mannen, uit gans Israel, en maakte hen tot hoofden over het
33 Exo 24:4 | woorden des HEEREN, en hij maakte zich des morgens vroeg op,
34 Exo 24:13 | 13 Toen maakte zich Mozes op, met Jozua,
35 Exo 32:4 | met een griffie, en hij maakte een gegoten kalf daaruit.
36 Exo 33:4 | met een griffie, en hij maakte een gegoten kalf daaruit.
37 Exo 35:21 | wiens geest hem vrijwillig maakte, die brachten des HEEREN
38 Exo 36:8 | 8 Alzo maakte een ieder wijze van hart,
39 Exo 36:8 | allerkunstelijkste werk maakte hij ze. ~
40 Exo 36:11 | 11 Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw
41 Exo 36:12 | 12 Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn,
42 Exo 36:12 | en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der
43 Exo 36:13 | 13 Hij maakte ook vijftig gouden haakjes,
44 Exo 36:14 | 14 Verder maakte hij gordijnen van geiten
45 Exo 36:14 | tabernakel; van elf gordijnen maakte hij ze. ~
46 Exo 36:17 | 17 En hij maakte vijftig striklisjes aan
47 Exo 36:17 | in de samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes
48 Exo 36:18 | 18 Hij maakte ook vijftig koperen haakjes,
49 Exo 36:19 | 19 Ook maakte hij voor de tent een deksel
50 Exo 36:20 | 20 Hij maakte ook aan den tabernakel berderen
51 Exo 36:22 | nevens het andere; alzo maakte hij het met al de berderen
52 Exo 36:23 | 23 Hij maakte ook de berderen tot den
53 Exo 36:24 | 24 En hij maakte veertig zilveren voeten
54 Exo 36:25 | 25 Hij maakte ook twintig berderen aan
55 Exo 36:27 | tabernakels tegen het westen, maakte hij zes berderen. ~
56 Exo 36:28 | 28 Ook maakte hij twee berderen tot hoekberderen
57 Exo 36:31 | 31 Hij maakte ook richelen van sittimhout;
58 Exo 36:33 | 33 En hij maakte de middelste richel doorschietende
59 Exo 36:34 | plaatsen voor de richelen) maakte hij van goud; de richelen
60 Exo 36:35 | 35 Daarna maakte hij een voorhang van hemelsblauw,
61 Exo 36:35 | allerkunstelijkste werk maakte hij denzelven, met cherubim. ~
62 Exo 36:36 | 36 En hij maakte daartoe vier pilaren van
63 Exo 36:37 | 37 Hij maakte ook aan de deur der tent
64 Exo 37:1 | 1 Alzo maakte Bezaleel de ark van sittimhout;
65 Exo 37:2 | binnen en van buiten; en hij maakte ze een gouden krans rondom. ~
66 Exo 37:4 | 4 En hij maakte handbomen van sittimhout,
67 Exo 37:6 | 6 Hij maakte ook een verzoendeksel van
68 Exo 37:7 | 7 Ook maakte hij twee cherubim van goud;
69 Exo 37:7 | van goud; van dicht werk maakte hij ze, uit de beide einden
70 Exo 37:8 | zijde; uit het verzoendeksel maakte hij de cherubim, uit deszelfs
71 Exo 37:10 | 10 Hij maakte ook een tafel van sittimhout;
72 Exo 37:11 | met louter goud; en hij maakte een gouden krans daaraan,
73 Exo 37:12 | 12 Hij maakte daaraan ook een lijst rondom,
74 Exo 37:12 | een hand breed; en hij maakte een gouden krans rondom
75 Exo 37:15 | 15 Hij maakte ook de handbomen van sittimhout;
76 Exo 37:16 | 16 En hij maakte het gereedschap, dat op
77 Exo 37:17 | 17 Hij maakte ook een kandelaar van louter
78 Exo 37:17 | louter goud. Van dicht werk maakte hij deze kandelaar, zijn
79 Exo 37:23 | 23 En hij maakte hem zeven lampen; zijn snuiters
80 Exo 37:24 | 24 Hij maakte denzelven uit een talent
81 Exo 37:25 | 25 En hij maakte het reukaltaar van sittimhout;
82 Exo 37:26 | alsook zijn hoornen; en hij maakte het een gouden krans rondom. ~
83 Exo 37:27 | 27 Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan,
84 Exo 37:28 | 28 En hij maakte de handbomen van sittimhout,
85 Exo 37:29 | 29 Hij maakte ook de heilige zalfolie,
86 Exo 38:1 | 1 Hij maakte ook het brandofferaltaar
87 Exo 38:2 | 2 En hij maakte deszelfs hoornen op zijn
88 Exo 38:3 | 3 Hij maakte ook al het gereedschap des
89 Exo 38:3 | koolpannen; en al zijn vaten maakte hij van koper. ~
90 Exo 38:4 | 4 Ook maakte hij aan het altaar een rooster
91 Exo 38:6 | 6 En hij maakte de handbomen van sittimhout,
92 Exo 38:7 | het met dezelve droeg; hij maakte hetzelve hol van planken. ~
93 Exo 38:8 | 8 Hij maakte ook het koperen wasvat,
94 Exo 38:9 | 9 Hij maakte ook den voorhof, aan den
95 Exo 38:22 | van den stam van Juda, maakte al, dat de HEERE aan Mozes
96 Exo 38:28 | vijf en zeventig sikkelen maakte hij de haken aan de pilaren,
97 Exo 38:30 | 30 En hij maakte daarvan de voeten der deur
98 Exo 39:2 | 2 Aldus maakte hij den efod, van goud,
99 Exo 39:8 | 8 Hij maakte ook de borstlap van het
100 Exo 39:22 | 22 En hij maakte den mantel des efods van
101 Lev 9:16 | brandoffer toebrengen, en maakte dat toe naar het recht. ~
102 Num 11:8 | en zood het in potten, en maakte daarvan koeken; en zijn
103 Num 11:32 | 32 Toen maakte zich het volk op, dien gehelen
104 Num 21:9 | 9 En Mozes maakte een koperen slang, en stelde
105 Deu 8:3 | hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen
106 Deu 10:3 | 3 Alzo maakte ik een kist van sittimhout,
107 Joz 3:1 | 1 Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op,
108 Joz 4:14 | 14 Te dienzelven dage maakte de HEERE Jozua groot voor
109 Joz 5:3 | 3 Toen maakte zich Jozua stenen messen,
110 Joz 7:16 | 16 Toen maakte zich Jozua des morgens vroeg
111 Joz 8:3 | 3 Toen maakte zich Jozua op, en al het
112 Joz 8:10 | 10 En Jozua maakte zich des morgens vroeg op,
113 Joz 9:15 | 15 En Jozua maakte vrede met hen, en hij maakte
114 Joz 9:15 | maakte vrede met hen, en hij maakte een verbond met hen, dat
115 Joz 11:19 | was geen stad, die vrede maakte met de kinderen Israels,
116 Ric 3:16 | 16 En Ehud maakte zich een zwaard, dat twee
117 Ric 4:9 | de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog
118 Ric 7:27 | 27 En Gideon maakte daarvan een efod, en stelde
119 Ric 8:34 | 34 Abimelech dan maakte zich op, en al het volk,
120 Ric 8:43 | volk trok uit de stad, zo maakte hij zich tegen hen op, en
121 Ric 13:10 | afgekomen was tot die vrouw, zo maakte Simson aldaar een bruiloft,
122 Ric 15:14 | 14 En zij maakte ze vast met een pin, en
123 Ric 15:24 | onzer verslagenen velen maakte! ~
124 Ric 16:4 | gaf ze den goudsmid, die maakte daarvan een gesneden beeld
125 Ric 16:5 | had een godshuis; en hij maakte een efod, en terafim, en
126 Ric 18:3 | 3 En haar man maakte zich op, en toog haar na,
127 Ric 18:9 | 9 Toen maakte de man zich op, om weg te
128 Ric 18:28 | haar op den ezel, en de man maakte zich op, en toog naar zijn
129 Ric 19:8 | 8 Toen maakte zich al het volk op, als
130 Rut 1:6 | 6 Toen maakte zij zich op met haar schoondochters,
131 1Sa 2:19 | 19 En zijn moeder maakte hem een kleinen rok, en
132 1Sa 11:15 | het volk naar Gilgal, en maakte Saul aldaar koning voor
133 1Sa 13:15 | 15 Toen maakte zich Samuel op, en hij ging
134 1Sa 14:32 | 32 Toen maakte zich het volk aan den buit,
135 1Sa 15:12 | 12 Daarna maakte zich Samuel des morgens
136 1Sa 17:20 | 20 Toen maakte zich David des morgens vroeg
137 1Sa 18:27 | 27 Toen maakte zich David op, en hij en
138 1Sa 20:16 | 16 Alzo maakte Jonathan een verbond met
139 1Sa 20:41 | totdat het David gans veel maakte. ~
140 1Sa 21:10 | 10 En David maakte zich op, en vluchtte te
141 1Sa 21:13 | gelaat voor hun ogen, en hij maakte zichzelven gek onder hun
142 1Sa 23:13 | 13 Toen maakte zich David en zijn mannen
143 1Sa 23:16 | 16 Toen maakte zich Jonathan, de zoon van
144 1Sa 24:8 | opstonden tegen Saul. En Saul maakte zich op uit de spelonk,
145 1Sa 24:9 | 9 Daarna maakte zich David ook op, en ging
146 1Sa 25:1 | zijn huis te Rama. En David maakte zich op, en toog af naar
147 1Sa 25:42 | 42 Abigail nu haastte, en maakte zich op, en zij reed op
148 1Sa 26:2 | 2 Toen maakte zich Saul op, en toog af
149 1Sa 26:5 | 5 En David maakte zich op, en kwam aan de
150 1Sa 27:2 | 2 Toen maakte zich David op, en hij ging
151 1Sa 29:11 | 11 Toen maakte zich David vroeg op, hij
152 2Sa 2:9 | 9 En maakte hem ten koning over Gilead,
153 2Sa 3:20 | mannen met hem. En David maakte Abner, en den mannen, die
154 2Sa 3:33 | 33 En de koning maakte een klage over Abner, en
155 2Sa 5:3 | Hebron; en de koning David maakte een verbond met hen te Hebron,
156 2Sa 6:2 | 2 En David maakte zich op, en ging heen met
157 2Sa 8:13 | 13 Ook maakte zich David een naam, als
158 2Sa 11:13 | aangezicht at en dronk, en hij maakte hem dronken. Daarna ging
159 2Sa 13:6 | Amnon dan legde zich, en maakte zich krank. Toen nu de koning
160 2Sa 13:8 | deeg, en kneedde het, en maakte koekjes toe voor zijn ogen,
161 2Sa 14:23 | 23 Alzo maakte zich Joab op, en toog naar
162 2Sa 14:31 | 31 Toen maakte zich Joab op en kwam tot
163 2Sa 15:2 | 2 Ook maakte zich Absalom des morgens
164 2Sa 15:9 | tot hem: Ga in vrede. Alzo maakte hij zich op, en ging naar
165 2Sa 17:22 | 22 Toen maakte zich David op, en al het
166 2Sa 17:23 | zadelde hij den ezel, en maakte zich op, en toog naar zijn
167 2Sa 24:13 | Zo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide
168 2Sa 24:16 | het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw
169 1Kon 1:51| 51 En men maakte Salomo bekend, zeggende:
170 1Kon 2:40| 40 Toen maakte zich Simei op, en zadelde
171 1Kon 3:15| bereidde dankofferen, en maakte een maaltijd voor al zijn
172 1Kon 6:4 | 4 En hij maakte vensteren aan het huis van
173 1Kon 6:5 | de aanspraakplaats. Alzo maakte hij zijkameren rondom. ~
174 1Kon 6:23| In de aanspraakplaats nu maakte hij twee cherubs van olieachtig
175 1Kon 6:31| ingang der aanspraakplaats maakte hij deuren van olieachtig
176 1Kon 6:33| 33 En alzo maakte hij aan de deuren des tempels
177 1Kon 7:6 | 6 Daarna maakte hij een voorhuis van pilaren;
178 1Kon 7:7 | 7 Ook maakte hij een voorhuis voor den
179 1Kon 7:8 | hetzelve werk gelijk was; ook maakte hij voor de dochter van
180 1Kon 7:14| tot den koning Salomo, en maakte al zijn werk. ~
181 1Kon 7:16| 16 Hij maakte ook twee kapitelen, van
182 1Kon 7:18| 18 Zo maakte hij de pilaren, mitsgaders
183 1Kon 7:23| 23 Verder maakte hij de gegotene zee; van
184 1Kon 7:27| 27 Hij maakte ook tien koperen stellingen;
185 1Kon 7:37| 37 Dezen gelijk maakte hij de tien stellingen;
186 1Kon 7:38| 38 Hij maakte ook tien koperen wasvaten;
187 1Kon 7:40| 40 Daartoe maakte Hiram de wasvaten, en de
188 1Kon 7:40| hij voor den koning Salomo maakte voor het huis des HEEREN; ~
189 1Kon 7:45| tot het huis des HEEREN maakte, alle van gepolijst koper. ~
190 1Kon 7:48| 48 Ook maakte Salomo al de vaten, die
191 1Kon 7:51| aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de
192 1Kon 8:9 | als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israels,
193 1Kon 8:21| hetwelk Hij met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland
194 1Kon 9:22| van de kinderen Israels maakte Salomo geen slaaf; maar
195 1Kon 9:26| 26 De koning Salomo maakte ook schepen te Ezeon-Geber,
196 1Kon 10:12| 12 En de koning maakte van dit almuggimhout steunselen
197 1Kon 10:16| 16 Ook maakte de koning Salomo tweehonderd
198 1Kon 10:18| 18 Nog maakte de koning een groten elpenbenen
199 1Kon 10:27| 27 En de koning maakte het zilver in Jeruzalem
200 1Kon 10:27| als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als de wilde
201 1Kon 11:40| te doden; maar Jerobeam maakte zich op, en vlood in Egypte,
202 1Kon 12:28| hield de koning een raad, en maakte twee gouden kalveren; en
203 1Kon 12:31| 31 Hij maakte ook een huis der hoogten;
204 1Kon 12:31| een huis der hoogten; en maakte priesteren van de geringsten
205 1Kon 12:32| 32 En Jerobeam maakte een feest in de achtste
206 1Kon 12:33| zijn hart verdacht had; zo maakte hij den kinderen Israels
207 1Kon 13:33| van zijn bozen weg; maar maakte wederom priesters der hoogten
208 1Kon 14:4 | huisvrouw deed alzo, en maakte zich op, en ging naar Silo,
209 1Kon 14:17| 17 Toen maakte zich Jerobeams vrouw op,
210 1Kon 14:27| 27 En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die, koperen
211 1Kon 15:27| het huis van Issaschar, maakte een verbintenis tegen hem,
212 1Kon 16:9 | van de helft der wagenen, maakte een verbintenis tegen hem,
213 1Kon 16:16| koning verslagen; daarom maakte het ganse Israel ten zelfden
214 1Kon 16:33| 33 Ook maakte Achab een bos, zodat Achab
215 1Kon 17:10| 10 Toen maakte hij zich op, en ging naar
216 1Kon 18:32| Naam des HEEREN; daarna maakte hij een groeve rondom het
217 1Kon 19:3 | 3 Toen hij dat zag, maakte hij zich op, en ging heen,
218 1Kon 20:34| verbond dan laten gaan. Zo maakte hij een verbond met hem,
219 1Kon 22:45| 45 En Josafat maakte vrede met den koning van
220 1Kon 22:49| 49 En Josafat maakte schepen van Tharsis, om
221 2Kon 7:2 | HEERE vensteren in den hemel maakte, zou die zaak kunnen geschieden?
222 2Kon 7:19| HEERE vensteren in den hemel maakte, zou het ook naar dit woord
223 2Kon 8:21| wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg
224 2Kon 9:14| 14 Alzo maakte Jehu, de zoon van Josafat,
225 2Kon 10:12| 12 En hij maakte zich op, en toog heen en
226 2Kon 11:1 | dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al
227 2Kon 11:4 | huis des HEEREN; en hij maakte een verbond met hen, en
228 2Kon 11:17| 17 En Jojada maakte een verbond tussen den HEERE
229 2Kon 16:10| Sallum, de zoon van Jabes, maakte een verbintenis tegen hem,
230 2Kon 16:15| zijn verbintenis, die hij maakte, ziet, die zijn geschreven
231 2Kon 16:25| Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem,
232 2Kon 16:30| Hosea, de zoon van Ela, maakte een verbintenis tegen Pekah,
233 2Kon 19:29| 29 Maar elk volk maakte zijn goden; en zij stelden
234 2Kon 23:3 | richtte Baal altaren op, en maakte een bos, gelijk als Achab,
235 2Kon 23:24| hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in
236 2Kon 25:3 | stond aan den pilaar, en maakte een verbond voor des HEEREN
237 2Kon 25:34| 34 Ook maakte Farao Necho Eljakim, den
238 2Kon 26:17| 17 En de koning van Babel maakte Mattanja, deszelfs oom,
239 2Kon 27:26| 26 Toen maakte zich al het volk op, van
240 1Kro 11:3 | koning van Hebron, en David maakte een verbond met hen te Hebron,
241 1Kro 15:1 | 1 En David maakte zich huizen in zijn stad;
242 1Kro 24:1 | oud was en zat van dagen, maakte hij zijn zoon Salomo tot
243 1Kro 29:4 | dat Hij mij ten koning maakte over gans Israel. ~
244 1Kro 30:25| 25 En de HEERE maakte Salomo groot ten hoogste
245 2Kro 1:1 | zijn God, was met hem, en maakte hem ten hoogste groot. ~
246 2Kro 1:15| 15 En de koning maakte het zilver en het goud in
247 2Kro 1:15| als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als wilde vijgebomen,
248 2Kro 2:18| 18 En hij maakte uit dezelve zeventig duizend
249 2Kro 3:5 | dat met goed goud; en hij maakte daarop palmen en ketenwerk. ~
250 2Kro 3:8 | 8 Verder maakte hij het huis van het heilige
251 2Kro 3:10| 10 Ook maakte hij, in het huis van het
252 2Kro 3:14| 14 Hij maakte ook den voorhang van hemelsblauw,
253 2Kro 3:14| en fijn linnen; en hij maakte cherubs daarop. ~
254 2Kro 3:15| 15 Nog maakte hij voor het huis twee pilaren,
255 2Kro 3:16| 16 Ook maakte hij ketenen, als in de aanspraakplaats,
256 2Kro 3:16| hoofden der pilaren; daartoe maakte hij honderd granaatappelen,
257 2Kro 4:1 | 1 Hij maakte ook een koperen altaar,
258 2Kro 4:2 | 2 Daartoe maakte hij de gegoten zee; van
259 2Kro 4:6 | 6 En hij maakte tien wasvaten, en stelde
260 2Kro 4:7 | 7 Hij maakte ook tien gouden kandelaren,
261 2Kro 4:8 | 8 Ook maakte hij tien tafelen, en hij
262 2Kro 4:8 | aan de linkerhand; en hij maakte honderd gouden sprengbekkens. ~
263 2Kro 4:9 | 9 Verder maakte hij het voorhof der priesteren,
264 2Kro 4:11| 11 Daartoe maakte Huram de potten, en de schoffelen,
265 2Kro 4:11| Salomo aan het huis Gods maakte. ~
266 2Kro 4:14| 14 Hij maakte ook de stellingen; en wasvaten
267 2Kro 4:14| stellingen; en wasvaten maakte hij op de stellingen; ~
268 2Kro 4:16| krauwelen, en al hun vaten maakte Huram Abiu voor de koning
269 2Kro 4:18| 18 En Salomo maakte al deze vaten, in grote
270 2Kro 4:19| 19 Ook maakte Salomo alle vaten, die voor
271 2Kro 5:1 | aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de
272 2Kro 5:10| als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israels,
273 2Kro 6:1 | aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de
274 2Kro 6:10| als de HEERE een verbond maakte met de kinderen Israels,
275 2Kro 7:11| des HEEREN is, hetwelk Hij maakte met de kinderen Israels. ~
276 2Kro 9:9 | Israels, die Salomo niet maakte tot slaven in zijn werk; (
277 2Kro 10:11| 11 En de koning maakte van dat algummimhout hoge
278 2Kro 10:15| 15 Daartoe maakte de koning Salomo tweehonderd
279 2Kro 10:17| 17 Nog maakte de koning een groten elpenbenen
280 2Kro 10:27| 27 Ook maakte de koning het zilver in
281 2Kro 10:27| als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als de wilde
282 2Kro 13:10| 10 En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die, koperen
283 2Kro 14:4 | 4 En Abia maakte zich op van boven den berg
284 2Kro 22:9 | wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg
285 2Kro 22:11| 11 Ook maakte hij hoogten op de bergen
286 2Kro 22:19| krankheden; en zijn volk maakte hem gene branding, als de
287 2Kro 22:29| wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg
288 2Kro 22:31| 11 Ook maakte hij hoogten op de bergen
289 2Kro 22:39| krankheden; en zijn volk maakte hem gene branding, als de
290 2Kro 23:10| dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al
291 2Kro 23:16| 3 En die ganse gemeente maakte een verbond in het huis
292 2Kro 23:29| 16 En Jojada maakte een verbond tussen zich,
293 2Kro 24:14| gelds, waarvan hij vaten maakte voor het huis des HEEREN,
294 2Kro 26:1 | zestien jaren oud was), en maakte hem koning in de plaats
295 2Kro 26:5 | dat hij den HEERE zocht, maakte hem God voorspoedig. ~
296 2Kro 26:15| 15 Hij maakte ook te Jeruzalem kunstige
297 2Kro 28:2 | koningen van Israel; daartoe maakte hij ook gegotene beelden
298 2Kro 28:22| als men hem benauwde, zo maakte hij des overtredens tegen
299 2Kro 28:24| des HEEREN toe; daartoe maakte hij zich altaren in alle
300 2Kro 28:25| 25 Ook maakte hij in elke stad van Juda
301 2Kro 29:20| 20 Toen maakte zich de koning Jehizkia
302 2Kro 32:5 | in de stad Davids; en hij maakte geweer en schilden in menigte. ~
303 2Kro 32:27| veel rijkdom en eer; en hij maakte zich schatkameren voor zilver
304 2Kro 33:3 | den Baals altaren op, en maakte bossen, en boog zich neder
305 2Kro 33:25| hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in
306 2Kro 34:31| in zijn standplaats, en maakte een verbond voor des HEEREN
307 2Kro 34:33| kinderen Israels waren, en maakte allen, die in Israel gevonden
308 2Kro 35:25| 25 En Jeremia maakte een klaaglied over Josia;
309 2Kro 36:25| 25 En Jeremia maakte een klaaglied over Josia;
310 2Kro 37:4 | En de koning van Egypte maakte zijn broeder Eljakim koning
311 2Kro 37:10| huis des HEEREN; en hij maakte zijn broeder Zedekia koning
312 Ezra 3:2 | Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen,
313 Ezra 4:4 | 4 Evenwel maakte het volk des lands de handen
314 Neh 2:12 | 12 Daarna maakte ik mij des nachts op, ik
315 Neh 3:1 | Eljasib, de hogepriester, maakte zich op met zijn broederen,
316 Neh 4:14 | 14 En ik zag toe, en maakte mij op, en zeide tot de
317 Est 1:3 | derde jaar zijner regering maakte hij een maaltijd al zijn
318 Est 1:5 | die dagen vervuld waren, maakte de koning een maaltijd al
319 Est 1:9 | 9 De koningin Vasthi maakte ook een maaltijd voor de
320 Est 10 | kroon op haar hoofd, en hij maakte haar koningin in de plaats
321 Est 10:1 | 18 Toen maakte de koning een groten maaltijd
322 Est 16:1 | Na deze geschiedenissen maakte de koning Ahasveros Haman
323 Est 17:1 | Na deze geschiedenissen maakte de koning Ahasveros Haman
324 Job 6:9 | losliet, en een einde met mij maakte! ~
325 Job 11:6 | 6 En u bekend maakte de verborgenheden der wijsheid,
326 Job 28:25 | Hij den wind het gewicht maakte, en de wateren opwoog in
327 Job 28:26 | den regen een gezette orde maakte, en een weg voor het weerlicht
328 Job 31:15 | niet, Die mij in den buik maakte, hem ook gemaakt en Een
329 Psa 32:5 | 5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid
330 Psa 77:4 | 4 Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik,
331 Psa 105:24 | Zijn volk zeer wassen, en maakte het machtiger dan Zijn tegenpartijders. ~
332 Psa 105:28 | Hij zond duisternis, en maakte het duister; en zij waren
333 Psa 105:32 | 32 Hij maakte hun regen tot hagel, vlammig
334 Psa 106:8 | Hij Zijn mogendheid bekend maakte. ~
335 Pred 2:4 | 4 Ik maakte mij grote werken, ik bouwde
336 Pred 2:5 | 5 Ik maakte mij hoven en lusthoven,
337 Pred 2:6 | 6 Ik maakte mij vijvers van wateren,
338 Hoo 3:10 | De pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer
339 Jes 42:21 | Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte hem groot door de wet, en
340 Jes 42:21 | groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk. ~
341 Jes 43:16 | de sterke wateren een pad maakte; ~
342 Jes 64:12 | Zich een eeuwigen Naam maakte? ~
343 Jer 18:3 | pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven. ~
344 Jer 18:4 | En het vat, dat hij maakte, werd verdorven, als leem,
345 Jer 18:4 | des pottenbakkers; toen maakte hij daarvan weder een ander
346 Jer 36:13 | 13 En Michaja maakte hun bekend al de woorden,
347 Jer 41:2 | Ismael, de zoon van Nethanja, maakte zich op, mitsgaders de tien
348 Jer 41:9 | dezelfde, dien de koning Asa maakte vanwege Baesa, den
349 Jer 46:16 | 16 Hij maakte der struikelenden veel;
350 Jer 51:7 | die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar
351 Jer 51:53 | Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer
352 Eze 3:23 | 23 En ik maakte mij op, en ging uit in de
353 Eze 20:5 | van het huis Jakobs, en maakte Mijzelven hun in Egypteland
354 Eze 20:11 | hun Mijn inzettingen, en maakte hun Mijn rechten bekend,
355 Eze 20:17 | geen voleinding met hen maakte in de woestijn. ~
356 Eze 31:4 | maakten hem groot, de afgrond maakte hem hoog; die ging met zijn
357 Eze 31:15 | hij ter helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte
358 Eze 31:15 | wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil
359 Eze 40:14 | 14 Ook maakte hij posten van zestig ellen,
360 Dan 2:48 | 48 Toen maakte de koning Daniel groot,
361 Dan 3:1 | De koning Nebukadnezar maakte een beeld van goud, welks
362 Dan 3:30 | 30 Toen maakte de koning Sadrach, Mesach
363 Dan 5:1 | De koning Belsazar maakte een groten maaltijd voor
364 Dan 8:4 | zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. ~
365 Dan 8:8 | 8 En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar
366 Dan 8:11 | 11 Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst
367 Dan 10:10 | hand roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog op mijn
368 Hos 8:7 | maken; of het misschien maakte, vreemden zullen het
369 Jona 1:3 | 3 Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar
370 Jona 3:3 | 3 Toen maakte zich Jona op, en ging naar
371 Jona 4:5 | oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een verdek,
372 Luk 9:11 | genezing van node hadden, maakte Hij gezond. ~
373 Luk 9:42 | bestrafte den onreinen geest, en maakte het kind gezond, en gaf
374 Joha 4:1 | dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes; ~
375 Joha 4:47| afkwame, en zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven. ~
376 Joha 9:6 | spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel,
377 Joha 9:11| De Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn
378 Joha 9:14| sabbat, als Jezus het slijk maakte, en zijn ogen opende. ~
379 Hand 13:24| zilveren tempelen van Diana maakte, bracht dien van die kunst
380 Hand 16:30| Joden beschuldigd werd, maakte hij hem los van de banden,
381 Hand 22:8 | hij de handen op hem, en maakte hem gezond. ~
|