Book Chapter: Verse
1 Gen 22:17 | op den akker stond, dat rondom in zijn ganse landpale was
2 Gen 32:5 | was over de steden, die rondom hen waren, zodat zij de
3 Gen 34:7 | ziet, uw schoven kwamen rondom, en bogen zich neder voor
4 Gen 37:48 | veld van elke stad, hetwelk rondom haar was, deed hij daarbinnen. ~
5 Exo 7:24 | alle Egyptenaars groeven rondom de rivier, om water te drinken;
6 Exo 16:13 | aan den morgen lag de dauw rondom het leger. ~
7 Exo 19:12 | 12 En bepaal het volk rondom, zeggende: Wacht u op den
8 Exo 25:11 | dezelve een gouden krans maken rondom heen. ~
9 Exo 25:24 | gouden krans daaraan maken, rondom heen. ~
10 Exo 25:25 | 25 Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een hand
11 Exo 25:25 | gij zult een gouden krans rondom derzelver lijst maken. ~
12 Exo 27:17 | pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet
13 Exo 28:32 | zijn; dit gat zal een boord rondom hebben van geweven werk;
14 Exo 28:33 | scharlaken, aan zijn zomen rondom, en gouden schelletjes rondom
15 Exo 28:33 | rondom, en gouden schelletjes rondom tussen dezelve. ~
16 Exo 28:34 | aan de zomen des mantels rondom. ~
17 Exo 29:16 | zult zijn bloed nemen, en rondom op het altaar sprengen. ~
18 Exo 29:20 | op het altaar sprengen, rondom heen. ~
19 Exo 30:3 | zijn dak en deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en
20 Exo 30:3 | zult het een gouden krans rondom maken. ~
21 Exo 37:2 | maakte ze een gouden krans rondom. ~
22 Exo 37:11 | een gouden krans daaraan, rondom. ~
23 Exo 37:12 | maakte daaraan ook een lijst rondom, een hand breed; en hij
24 Exo 37:12 | maakte een gouden krans rondom derzelver lijst. ~
25 Exo 37:26 | zijn dak, en zijn wanden rondom, alsook zijn hoornen; en
26 Exo 37:26 | maakte het een gouden krans rondom. ~
27 Exo 38:16 | behangselen des voorhofs waren rondom van fijn getweernd linnen. ~
28 Exo 38:20 | tabernakels en des voorhofs rondom waren van koper. ~
29 Exo 38:31 | En de voeten des voorhofs rondom, en de voeten van de poort
30 Exo 38:31 | al de pennen des voorhofs rondom. ~ ~
31 Exo 39:23 | pantsiers; dit gat had een boord rondom, dat het niet gescheurd
32 Exo 39:25 | aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen; ~
33 Exo 39:26 | aan de zomen des mantels rondom; om te dienen, gelijk als
34 Exo 40:8 | Daarna zult gij den voorhof rondom zetten, en gij zult het
35 Exo 40:33 | richtte ook den voorhof op, rondom den tabernakel en het altaar,
36 Lev 1:5 | offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor
37 Lev 1:11 | priesters, zullen zijn bloed rondom op het altaar sprengen. ~
38 Lev 3:2 | priesters, zullen het bloed rondom op het altaar sprengen. ~
39 Lev 3:8 | daarvan sprengen op het altaar rondom. ~
40 Lev 3:13 | bloed op het altaar sprengen rondom. ~
41 Lev 7:2 | en men zal deszelfs bloed rondom op het altaar sprengen. ~
42 Lev 8:15 | deed het met zijn vinger rondom op de hoornen des altaars,
43 Lev 8:19 | het bloed op het altaar rondom. ~
44 Lev 8:24 | sprengde Mozes dat bloed rondom op het altaar. ~
45 Lev 9:12 | bloed; en hij sprengde dat rondom op het altaar. ~
46 Lev 9:18 | bloed aan hem, hetwelk hij rondom op het altaar sprengde; ~
47 Lev 14:41 | 41 En dat huis zal hij rondom van binnen doen schrabben,
48 Lev 16:18 | den bok nemen, en doen het rondom op de hoornen des altaars. ~
49 Lev 24:31 | de huizen der dorpen, die rondom geen muur hebben, zullen
50 Lev 24:44 | van de volken zijn, die rondom u zijn; van die zult gij
51 Num 1:50 | bedienen, en zij zullen zich rondom den tabernakel legeren. ~
52 Num 1:53 | Levieten zullen zich legeren rondom den tabernakel der getuigenis,
53 Num 2:2 | het huis hunner vaderen; rondom tegenover de tent der samenkomst
54 Num 3:26 | tabernakel en bij het altaar rondom zijn; mitsgaders de zelen,
55 Num 3:37 | de pilaren des voorhofs rondom, en hun voeten, en hun pennen,
56 Num 4:26 | tabernakel en bij het altaar rondom; en hun zelen, en al het
57 Num 4:32 | de pilaren des voorhofs rondom, hun voeten, en hun pennen,
58 Num 11:24 | des volks, en stelde hen rondom de tent. ~
59 Num 11:31 | een dagreize derwaarts, rondom het leger; en zij waren
60 Num 11:32 | ze voor zich van elkander rondom het leger. ~
61 Num 16:24 | vergadering, zeggende: Gaat op van rondom de woning van Korach, Dathan
62 Num 16:27 | Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan en Abiram gingen
63 Num 16:34 | En het ganse Israel, dat rondom hen was, vlood voor hun
64 Num 22:4 | gemeente oplikken al wat rondom ons is, gelijk de os de
65 Num 31:86 | landpalen, de steden des lands rondom. ~
66 Num 33:12 | land naar zijn landpale rondom. ~
67 Num 34:2 | voorsteden geven, aan de steden rondom dezelve. ~
68 Num 34:4 | van duizend ellen zijn rondom. ~
69 Deu 6:14 | de goden der volken, die rondom u zijn. ~
70 Deu 12:10 | geven van al uw vijanden rondom, en gij zult zeker wonen. ~
71 Deu 13:7 | de goden der volken, die rondom u zijn, nabij u, of verre
72 Deu 17:14 | stellen, als al de volken, die rondom mij zijn; ~
73 Deu 21:2 | meten naar de steden, die rondom den verslagene zijn. ~
74 Deu 25:19 | hebben, van al uw vijanden rondom, in het land, dat u de HEERE,
75 Deu 32:10 | wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij
76 Joz 6:3 | krijgslieden zijt, zult rondom de stad gaan, de stad omringende
77 Joz 6:7 | hij: Trekt door en gaat rondom deze stad; en wie toegerust
78 Joz 6:11 | hij deed de ark des HEEREN rondom de stad gaan, omringende
79 Joz 6:14 | Alzo gingen zij eenmaal rondom de stad op den tweeden dag;
80 Joz 6:15 | dageraads, en zij gingen rondom de stad, naar dezelve wijze,
81 Joz 6:15 | dag gingen zij zevenmaal rondom de stad. ~
82 Joz 15:12 | landpale der kinderen van Juda rondom heen, naar hun huisgezinnen. ~
83 Joz 18:20 | Benjamin, in hun landpalen rondom, naar hun huisgezinnen. ~
84 Joz 19:8 | 8 En al de dorpen, die rondom deze steden waren, tot Baalath-Beer,
85 Joz 21:11 | Juda, en haar voorsteden rondom haar. ~
86 Joz 22:15 | elk met haar voorsteden rondom haar; alzo was het met al
87 Joz 22:17 | En de HEERE gaf hun rust rondom, naar alles, wat Hij hun
88 Joz 24:1 | had van al zijn vijanden rondom heen, en Jozua oud geworden
89 Ric 2:12 | de goden der volken, die rondom hen waren, en bogen zich
90 Ric 2:14 | de hand hunner vijanden rondom; en zij konden niet meer
91 Ric 6:18 | ook met de bazuin blazen, rondom het ganse leger, en gij
92 Ric 6:21 | iegelijk in zijn plaats, rondom het leger. Toen verliep
93 Ric 7:34 | van al hun vijanden van rondom. ~
94 Ric 15:2 | ingekomen; zo gingen zij rondom, en legden hem den gansen
95 Ric 19:29 | Israel achterlagen op Gibea rondom. ~
96 1Sa 5:8 | ark des Gods van Israel rondom Gath ga. Alzo droegen zij
97 1Sa 5:8 | ark des Gods van Israel rondom. ~
98 1Sa 5:9 | geschiedde, nadat zij die hadden rondom gedragen, zo was de hand
99 1Sa 5:10 | Gods van Israel tot mij rondom gebracht, om mij en mijn
100 1Sa 7:16 | van jaar tot jaar, en ging rondom naar Beth-El, en Gilgal,
101 1Sa 12:11 | uit de hand uwer vijanden rondom, alzo dat gij zeker woondet. ~
102 1Sa 14:21 | het leger opgetogen waren rondom; dezen nu vervoegden zich
103 1Sa 14:47 | Israel in; en hij streed rondom tegen al zijn vijanden,
104 1Sa 16:11 | halen; want wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier
105 1Sa 26:5 | wagenburg, en het volk was rondom hem gelegerd. ~
106 1Sa 26:7 | en Abner, en het volk lag rondom hem. ~
107 1Sa 31:9 | in der Filistijnen land rondom, om te boodschappen in het
108 2Sa 5:9 | Davids stad. En David bouwde rondom van Millo af en binnenwaarts. ~
109 2Sa 7:1 | had van al zijn vijanden rondom, ~
110 2Sa 22:12 | En Hij zette duisternis rondom Zich tot tenten, een samenbinding
111 2Sa 24:6 | kwamen zij tot Dan-Jaan, en rondom bij Sidon. ~
112 1Kon 3:1 | en den muur van Jeruzalem rondom. ~
113 1Kon 4:24| vrede van al zijn zijden rondom. ~
114 1Kon 4:31| was onder alle heidenen rondom. ~
115 1Kon 5:4 | HEERE, mijn God, mij van rondom rust gegeven; er is geen
116 1Kon 6:5 | 5 En rondom aan den wand van het huis
117 1Kon 6:5 | aan de wanden van het huis rondom, beide van den tempel en
118 1Kon 6:5 | Alzo maakte hij zijkameren rondom. ~
119 1Kon 6:6 | want hij had aan het huis rondom buitenwaarts inkortingen
120 1Kon 7:12| En het grote voorhof was rondom van drie rijen gehouwen
121 1Kon 7:18| pilaren, mitsgaders twee rijen rondom over het ene net, om de
122 1Kon 7:20| granaatappelen waren in rijen rondom, ook over het andere kapiteel. ~
123 1Kon 7:23| rand tot haar anderen rand, rondom rond, en van vijf ellen
124 1Kon 7:23| van dertig ellen omving ze rondom. ~
125 1Kon 7:24| rand waren knoppen, dezelve rondom omsingelende, tien in een
126 1Kon 7:24| een el, omringende die zee rondom; twee rijen dezer knoppen
127 1Kon 7:35| hoogte van een halve el rondom; ook waren op het hoofd
128 1Kon 7:36| plaats, en bijvoegselen rondom. ~
129 1Kon 18:32| daarna maakte hij een groeve rondom het altaar, naar de wijdte
130 1Kon 18:35| 35 Dat het water rondom het altaar liep; daartoe
131 2Kon 6:17| vurige paarden en wagenen rondom Elisa. ~
132 2Kon 8:21| sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten
133 2Kon 11:8 | 8 En gij zult den koning rondom omsingelen, een ieder met
134 2Kon 11:11| huis toe, bij den koning rondom. ~
135 2Kon 19:15| achter de heidenen, die rondom hen waren, van dewelke de
136 2Kon 25:5 | in de steden van Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die
137 2Kon 27:1 | bouwden tegen haar sterkten rondom. ~
138 2Kon 27:4 | Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door
139 2Kon 27:10| brak de muren van Jeruzalem rondom af. ~
140 2Kon 27:17| granaatappelen op het kapiteel rondom, waren alle van koper; en
141 1Kro 6:55| Juda, en haar voorsteden rondom dezelve. ~
142 1Kro 9:27| En zij bleven over nacht rondom het huis Gods; want op hen
143 1Kro 10:9 | in der Filistijnen land rondom, om dit te boodschappen
144 1Kro 11:8 | 8 En hij bouwde de stad rondom, van Millo af, en rondom
145 1Kro 11:8 | rondom, van Millo af, en rondom henen; en Joab vernieuwde
146 1Kro 23:9 | geven van al zijn vijanden rondom henen; want zijn naam zal
147 1Kro 23:18| en heeft u rust gegeven rondom henen? Want Hij heeft de
148 1Kro 29:12| HEEREN, en van alle kameren rondom; tot de schatten van het
149 2Kro 4:2 | rand tot haar anderen rand, rondom rond, en van vijf ellen
150 2Kro 4:2 | van dertig ellen omving ze rondom. ~
151 2Kro 4:3 | gelijkenis van runderen, rondom henen, die omsingelende,
152 2Kro 4:3 | een el, omringende de zee rondom; twee rijen dezer runderen
153 2Kro 15:7 | gezocht, en Hij heeft ons rondom henen rust gegeven. Zo bouwden
154 2Kro 15:14| zij sloegen alle steden rondom Gerar; want de verschrikking
155 2Kro 16:15| en de HEERE gaf hun rust rondom henen. ~
156 2Kro 18:9 | was bij hen; en zij gingen rondom in alle steden van Juda,
157 2Kro 18:10| koninkrijken der landen, die rondom Juda waren, dat zij niet
158 2Kro 19:31| van Israel; en zij togen rondom hem, om te strijden; maar
159 2Kro 21:30| en zijn God gaf hem rust rondom henen. ~
160 2Kro 22:9 | sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, en de oversten
161 2Kro 22:29| sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, en de oversten
162 2Kro 23:20| Levieten nu zullen de koning rondom omsingelen, een ieder met
163 2Kro 23:23| het huis, bij den koning rondom. ~
164 2Kro 32:22| allen; en Hij geleidde hen rondom heen. ~
165 2Kro 34:6 | in haar woeste plaatsen rondom, ~
166 Ezra 1:6 | 6 Allen nu, die rondom hen waren, sterkten hunlieder
167 Neh 5:17 | die van de heidenen, die rondom ons zijn, tot ons kwamen,
168 Neh 6:16 | vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en zij vervielen
169 Neh 12:28 | zo uit het vlakke veld rondom Jeruzalem, als uit de dorpen
170 Neh 12:29 | hadden zich dorpen gebouwd rondom Jeruzalem. ~
171 Job 1:10 | en voor al wat hij heeft rondom? Het werk zijner handen
172 Job 10:8 | gemaakt hebben, te zamen rondom mij zijn zij, en Gij verslindt
173 Job 18:11 | De beroeringen zullen hem rondom verschrikken, en hem verstrooien
174 Job 19:10 | 10 Hij heeft mij rondom afgebroken, zodat ik henenga,
175 Job 19:12 | en hebben zich gelegerd rondom mijn tent. ~
176 Job 22:10 | 10 Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft
177 Job 26:10 | over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding
178 Job 29:5 | mij was, en mijn jongens rondom mij; ~
179 Job 40:5 | zijns aangezichts opendoen? Rondom zijn tanden is verschrikking. ~
180 Psa 3:7 | tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten. ~
181 Psa 12:9 | 9De goddelozen draven rondom, wanneer de snoodsten van
182 Psa 18:12 | Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid
183 Psa 26:6 | handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE! ~
184 Psa 27:6 | boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn
185 Psa 31:14 | van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te zamen tegen
186 Psa 35:8 | Engel des HEEREN legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen,
187 Psa 44:14 | en schimp dengenen, die rondom ons zijn. ~
188 Psa 48:13 | 13 Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt
189 Psa 50:3 | aangezicht zal verteren, en rondom Hem zal het zeer stormen. ~
190 Psa 59:7 | als een hond, en zij gaan rondom de stad. ~
191 Psa 59:15 | tieren als een hond, en rondom de stad gaan; ~
192 Psa 71:21 | grootheid vermeerderen, en mij rondom vertroosten. ~
193 Psa 76:12 | uw God, gij allen, die rondom Hem zijt! Laat hen Dien,
194 Psa 78:28 | het midden zijns legers, rondom zijn woningen. ~
195 Psa 79:3 | 3 Zij hebben hun bloed rondom Jeruzalem als water vergoten;
196 Psa 79:4 | spot en schimp dien, die rondom ons zijn. ~
197 Psa 89:8 | vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn. ~
198 Psa 89:9 | HEERE! en Uw getrouwheid is rondom U. ~
199 Psa 97:2 | 2 Rondom Hem zijn wolken en donkerheid,
200 Psa 97:3 | steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand. ~
201 Psa 125:2 | bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot
202 Psa 128:3 | kinderen als olijfplanten rondom uw tafel. ~
203 Hoo 3:7 | daar zijn zestig helden rondom van de helden van Israel; ~
204 Hoo 7:2 | buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met lelien. ~
205 Hoo 8:9 | deur is, wij zullen haar rondom bezetten met cederen planken. ~
206 Jes 23:16 | Neem de harp, ga in de stad rondom, gij vergeten hoer! speel
207 Jes 28:27 | men laat het wagenrad niet rondom over het komijn gaan; maar
208 Jes 42:25 | oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam gezet, doch zij
209 Jes 49:18 | 18 Hef uw ogen op rondom, en zie, alle deze vergaderen
210 Jes 61:4 | 4 Hef uw ogen rondom op, en zie, die allen zijn
211 Jer 1:15 | en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van
212 Jer 4:17 | wachters der velden zijn zij rondom tegen haar; omdat zij tegen
213 Jer 6:3 | kudden; zij zullen tenten rondom tegen haar opslaan; zij
214 Jer 6:25 | zwaard is er, schrik van rondom! ~
215 Jer 12:9 | gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt,
216 Jer 17:26 | Juda, en uit de plaatsen rondom Jeruzalem, en uit het land
217 Jer 21:14 | dat zal verteren al wat rondom haar is. ~ ~
218 Jer 25:9 | en over al deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen,
219 Jer 32:44 | Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, en in de
220 Jer 33:13 | Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden
221 Jer 46:5 | niet om; er is schrik van rondom, spreekt de HEERE. ~
222 Jer 46:14 | heeft verteerd, wat rondom u is. ~
223 Jer 48:17 | Beklaagt hem, gij allen, die rondom hem zijt, en allen, die
224 Jer 48:39 | Alzo zal Moab allen, die rondom hem zijn, tot belaching
225 Jer 49:5 | heirscharen, van allen, die rondom u zijn, en gijlieden zult,
226 Jer 49:29 | hen uitroepen: Schrik van rondom! ~
227 Jer 50:14 | Rust u tegen Babel rondom, gij allen, die den boog
228 Jer 50:15 | 15 Juicht over haar rondom, zij heeft haar hand gegeven;
229 Jer 50:29 | spant! legert u tegen haar rondom, laat niemand van hen ontkomen;
230 Jer 50:32 | steden, dat zal alle plaatsen rondom hem verteren. ~
231 Jer 51:2 | ten dage des kwaads van rondom tegen haar zijn. ~
232 Jer 52:4 | bouwden tegen haar sterkten rondom. ~
233 Jer 52:7 | Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den
234 Jer 52:14 | alle muren van Jeruzalem rondom af. ~
235 Jer 52:22 | granaatappelen op het kapiteel rondom, alles koper; en dezen gelijk
236 Jer 52:23 | waren honderd, over het net rondom. ~
237 Klaa 1:17| van Jakob geboden, dat die rondom hem zijn, zijn tegenpartijders
238 Klaa 1:25| als een vlammend vuur, dat rondom verteert. ~
239 Klaa 1:44| mijn verschrikkingen van rondom geroepen, als tot een dag
240 Eze 1:4 | vervangen, en een glans was rondom die wolk; en uit het midden
241 Eze 1:18 | hun velgen waren vol ogen rondom aan die vier raderen. ~
242 Eze 1:27 | als de gedaante van vuur rondom daarbinnen, van de gedaante
243 Eze 1:27 | van vuur, en glans aan Hem rondom. ~
244 Eze 1:28 | de gedaante van den glans rondom; dit was de gedaante van
245 Eze 4:2 | zet tegen haar stormrammen rondom. ~
246 Eze 5:2 | slaande met een zwaard rondom hetzelve, en een derde deel
247 Eze 5:5 | heidenen gezet heb, en landen rondom haar henen. ~
248 Eze 5:6 | meer dan de landen, die rondom haar zijn; want zij hebben
249 Eze 5:7 | hebt dan de heidenen, die rondom u zijn, in Mijn inzettingen
250 Eze 5:7 | rechten der heidenen, die rondom u zijn, niet gedaan hebt; ~
251 Eze 5:12 | zal in het zwaard vallen rondom u; en een derde deel
252 Eze 5:14 | zetten onder de heidenen, die rondom u zijn, voor de ogen van
253 Eze 5:15 | ontzetting den heidenen zijn, die rondom u zijn, wanneer Ik over
254 Eze 6:5 | en Ik zal uw beenderen rondom uw altaren strooien. ~
255 Eze 6:13 | midden hunner drekgoden rondom hun altaren wezen zullen
256 Eze 8:10 | het huis Israels, geheel rondom aan den wand gemaald. ~
257 Eze 10:12 | raderen, waren vol ogen rondom; die vier hadden hun raderen. ~
258 Eze 11:12 | rechten der heidenen, die rondom u zijn, gedaan hebt. ~
259 Eze 12:14 | 14 En allen, die rondom hem zijn tot zijn hulp,
260 Eze 16:33 | ze, opdat zij tot u van rondom zouden ingaan om uw hoererijen. ~
261 Eze 16:37 | hebt; en Ik zal hen van rondom vergaderen tegen u,
262 Eze 16:57 | en van al degenen, die rondom datzelve waren, de dochteren
263 Eze 16:57 | die u verachten van rondom, ~
264 Eze 19:8 | zich de volken tegen hem rondom uit de landschappen, en
265 Eze 23:22 | verwekken, en Ik zal hen van rondom tegen u aanbrengen. ~
266 Eze 23:24 | helmen; zij zullen zich rondom tegen u zetten; en Ik zal
267 Eze 27:11 | van Arvad en uw heir waren rondom op uw muren, en de Gammadieten
268 Eze 27:11 | hun schilden hingen zij rondom aan uw muren; die maakten
269 Eze 28:23 | tegen haar zal zijn van rondom; en zij zullen weten,
270 Eze 28:24 | meer hebben, van allen, die rondom hen zijn, die henlieden
271 Eze 28:26 | hebben, van degenen, die rondom hen zijn; en zij zullen
272 Eze 31:4 | die ging met zijn stromen rondom zijn planting, en zond zijn
273 Eze 32:22 | gansen hoop, zijn graven zijn rondom hem; zij zijn allen verslagen,
274 Eze 32:23 | des kuils, en haar hoop is rondom haar graf; zij zijn allen
275 Eze 32:24 | Elam met haar ganse menigte rondom haar graf; zij zijn allen
276 Eze 32:25 | onder haar ganse menigte, rondom hem zijn haar graven; zij
277 Eze 32:26 | met haar ganse menigte; rondom hem zijn haar graven; zij
278 Eze 34:26 | dezelve, en de plaatsen rondom Mijn heuvel, stellen tot
279 Eze 36:3 | Daarom, omdat men u van rondom verwoest en opgeslokt heeft,
280 Eze 36:4 | overblijfsel der heidenen, die rondom zijn; ~
281 Eze 36:7 | zo niet de heidenen, die rondom u zijn, zelf hun schande
282 Eze 36:36 | heidenen, die in de plaatsen rondom u zullen overgelaten zijn,
283 Eze 37:2 | dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer
284 Eze 37:21 | en zal ze vergaderen van rondom, en brengen hen in
285 Eze 39:17 | komt aan, verzamelt u van rondom, tot Mijn slachtoffer,
286 Eze 40:5 | muur buiten aan het huis, rondom henen, en in des mans hand
287 Eze 40:14 | tot den post des voorhofs, rondom de poort henen. ~
288 Eze 40:16 | posten inwaarts in de poort rondom henen; alzo ook aan de voorhuizen;
289 Eze 40:16 | voorhuizen; de vensters nu waren rondom henen inwaarts, en
290 Eze 40:17 | gemaakt was in het voorhof rondom henen, dertig kameren waren
291 Eze 40:25 | ook aan haar voorhuizen, rondom henen, gelijk deze vensteren;
292 Eze 40:29 | ook in haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig
293 Eze 40:30 | En er waren voorhuizen rondom henen; de lengte was vijf
294 Eze 40:33 | ook aan haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig
295 Eze 40:36 | voorhuizen; ook had zij vensteren rondom henen; de lengte was vijftig
296 Eze 40:43 | ordentelijk geschikt in het huis rondom henen; en op de tafelen
297 Eze 41:5 | elke zijkamer, vier ellen, rondom het huis henen rondom. ~
298 Eze 41:5 | ellen, rondom het huis henen rondom. ~
299 Eze 41:6 | huis was, tot die zijkamers rondom henen, opdat zij vastgehouden
300 Eze 41:7 | boven al wijder, en gaf zich rondom; want het huis was omsingeld
301 Eze 41:7 | omsingeld opwaarts naar boven, rondom het huis henen; daarom was
302 Eze 41:8 | zag de hoogte des huizes rondom henen. De fondamenten der
303 Eze 41:10 | breedte van twintig ellen, rondom het huis, rondom henen. ~
304 Eze 41:10 | ellen, rondom het huis, rondom henen. ~
305 Eze 41:11 | gelatene plaats was vijf ellen rondom henen. ~
306 Eze 41:12 | breedte vijf ellen rondom henen, en de lengte daarvan
307 Eze 41:16 | vensters en de galerijen rondom die drie, tegenover den
308 Eze 41:16 | waren beschoten met hout rondom henen, en van de aarde tot
309 Eze 41:17 | en aan den gansen wand rondom henen in het binnenste en
310 Eze 41:19 | gemaakt in het ganse huis rondom henen. ~
311 Eze 42:15 | oosten zag, en hij mat ze rondom henen. ~
312 Eze 42:16 | rieten, met het meetriet, rondom. ~
313 Eze 42:17 | rieten, met het meetriet, rondom. ~
314 Eze 42:20 | zijden; het had een muur rondom henen, de lengte was vijfhonderd
315 Eze 43:12 | bergs zal zijn ganse grens, rondom henen, een heiligheid der
316 Eze 43:13 | zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is
317 Eze 43:17 | vier zijden, en de rand rondom hetzelve, de helft ener
318 Eze 43:17 | de boezem daaraan, een el rondom; en zijn trappen ziende
319 Eze 43:20 | afzetsels, en aan den rand rondom; alzo zult gij het ontzondigen,
320 Eze 45:1 | zal in zijn gehele grenzen rondom heilig zijn. ~
321 Eze 45:2 | met vijfhonderd, vierkant rondom; en het zal vijftig ellen
322 Eze 45:2 | hebben tot een buitenruim rondom. ~
323 Eze 46:23 | 23 En er was rondom in dezelve een ringmuur,
324 Eze 46:23 | in dezelve een ringmuur, rondom deze vier; en er waren keukens
325 Eze 46:23 | beneden aan de ringmuren rondom. ~
326 Eze 48:35 | 35 Rondom achttien duizend; en de
327 Dan 9:16 | versmaadheid bij allen, die rondom ons zijn. ~
328 Joe 3:11 | aan, alle gij volken van rondom, en vergadert u! (O HEERE,
329 Joe 3:12 | richten alle heidenen van rondom. ~
330 Amos 3:11| HEERE: De vijand! en dat rondom het land! die zal uw sterkte
331 Nah 3:8 | gelegen in de rivieren? die rondom henen water heeft, welker
332 Zac 2:5 | de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid
333 Zac 7:7 | gerust was, en haar steden rondom haar; en het zuiden en de
334 Zac 9:8 | 8 En Ik zal Mij rondom Mijn huis legeren, vanwege
335 Zac 12:2 | zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij zijn over
336 Zac 12:6 | linkerzijde alle volken rondom verteren; en Jeruzalem zal
337 Zac 14:10 | Dit ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt
338 Zac 14:14 | vermogen aller heidenen rondom zal verzameld worden, goud
339 Matt 2:28| Judea, en het gehele land rondom de Jordaan; ~
340 Matt 8:18| Jezus, vele scharen ziende rondom Zich, beval aan de andere
341 Mark 3:5 | En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd
342 Mark 3:32| 32 En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden tot Hem:
343 Mark 3:34| 34 En rondom overzien hebbende, die om
344 Mark 5:32| 32 En Hij zag rondom om haar te zien, die dat
345 Mark 6:6 | en omging de vlekken daar rondom, lerende. ~
346 Mark 9:8 | 8 En haastelijk rondom ziende, zagen zij niemand
347 Mark 9:14| zag Hij een grote schare rondom hen, en enige Schriftgeleerden
348 Mark 10:23| 23 En Jezus rondom ziende, zeide tot Zijn discipelen:
349 Mark 11:11| tempel; en als Hij alles rondom bezien had, en het nu avondstond
350 Luk 1:58 | 58 En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden,
351 Luk 1:65 | kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; en in het gehele
352 Luk 6:10 | 10 En hen allen rondom aangezien hebbende, zeide
353 Luk 19:43 | uw vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen
354 Joha 11:42| maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd,
355 Hand 7:11| donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die hem
356 Hand 16:6 | hemel een groot licht mij rondom omscheen. ~
357 Hand 19:7 | Jeruzalem afgekomen waren, rondom hem, vele en zware beschuldigingen
358 Rom 15:19 | ik, van Jeruzalem af, en rondom, tot Illyrikum toe, het
359 Heb 12:1 | groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat
360 Jud 1:7 | en Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke
361 Open 4:3 | gelijk; en een regenboog was rondom den troon, in het aanzien
362 Open 4:4 | 4 En rondom den troon waren vier en
363 Open 4:6 | het midden des troons, en rondom den troon, vier dieren,
364 Open 4:8 | zichzelven zes vleugelen rondom, en waren van binnen vol
365 Open 5:11| hoorde een stem veler engelen rondom den troon, en de dieren,
366 Open 7:11| En al de engelen stonden rondom den troon, en rondom de
367 Open 7:11| stonden rondom den troon, en rondom de ouderlingen en de vier
|