Book Chapter: Verse
1 Gen 3:19 | aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert,
2 Gen 8:7 | dikwijls heen en weder ging, totdat de wateren van boven de
3 Gen 18:22 | Ik zal niets kunnen doen, totdat gij daarhenen ingekomen
4 Gen 23:19 | voor uw kemelen putten, totdat zij voleindigd hebben te
5 Gen 23:33 | zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken
6 Gen 24:13 | hij werd doorgaans groter, totdat hij zeer groot geworden
7 Gen 25:44 | blijf bij hem enige dagen, totdat de hittige gramschap uws
8 Gen 25:45 | 45 Totdat de toorn uws broeders van
9 Gen 26:15 | Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, hetgeen
10 Gen 27:8 | zeiden zij: Wij kunnen niet, totdat al de kudden samen zullen
11 Gen 29:24 | een man worstelde met hem, totdat de dageraad opging. ~
12 Gen 30:3 | zich zeven malen ter aarde, totdat hij bij zijn broeder kwam. ~
13 Gen 30:14 | den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir
14 Gen 31:5 | het veld; en Jakob zweeg, totdat zij kwamen. ~
15 Gen 35:11 | weduwe in uws vaders huis, totdat mijn zoon Sela groot wordt;
16 Gen 35:17 | Zo gij pand zult geven, totdat gij hem zendt. ~
17 Gen 36:16 | legde zijn kleed bij zich, totdat zijn heer in zijn huis kwam. ~
18 Gen 37:49 | bijeen, als het zand der zee, totdat men ophield te tellen: want
19 Gen 39:25 | bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op den middag;
20 Gen 45:10 | van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven
21 Exo 10:26 | onzen God, dienen zullen, totdat wij daar komen. ~
22 Exo 15:16 | verstommen, als een steen, totdat Uw volk, HEERE! henen doorkome;
23 Exo 15:16 | HEERE! henen doorkome; totdat dit volk henen doorkome,
24 Exo 16:35 | aten Man veertig jaren, totdat zij in een bewoond land
25 Exo 16:35 | land kwamen; zij aten Man, totdat zij kwamen aan de pale van
26 Exo 17:12 | waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging. ~
27 Exo 23:30 | uw aangezicht uitstoten, totdat gij gewassen zijt en het
28 Exo 24:14 | oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder tot u komen; en
29 Exo 32:20 | vuur, en vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide
30 Exo 33:20 | vuur, en vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide
31 Exo 34:8 | en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent ingegaan was. ~
32 Exo 34:22 | met Mijn hand overdekken, totdat Ik zal voorbijgegaan zijn. ~
33 Exo 34:57 | zo nam hij het deksel af, totdat hij uitging; en nadat hij
34 Exo 34:58 | weder op zijn aangezicht, totdat hij inging om met Hem te
35 Lev 12:4 | heiligdom zal zij niet komen, totdat de dagen harerreiniging
36 Lev 16:17 | heilige verzoening te doen, totdat hij zal uitkomen; alzo zal
37 Lev 22:4 | die heilige dingen eten, totdat hij rein is; mitsgaders
38 Lev 24:22 | tot het negende jaar toe; totdat zijn inkomst ingekomen is,
39 Lev 24:29 | zo zal zijn lossing zijn, totdat het jaar zijner verkoping
40 Num 6:5 | over zijn hoofd niet gaan; totdat die dagen vervuld zullen
41 Num 11:20 | Tot een gehele maand toe, totdat het uit uw neus uitga, en
42 Num 12:15 | het volk verreisde niet, totdat Mirjam aangenomen werd. ~
43 Num 14:33 | zullen uw hoererijen dragen, totdat uw dode lichamen verteerd
44 Num 20:17 | rechterhand noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen
45 Num 21:22 | den koninklijken weg gaan, totdat wij uw landpale doorgetogen
46 Num 23:24 | zal zich niet neerleggen, totdat het den roof gegeten, en
47 Num 24:22 | zal Kain verteerd worden, totdat u Assur gevankelijk wegvoeren
48 Num 31:66 | woestijn, veertig jaren, totdat verteerd was het ganse geslacht,
49 Num 31:70 | aangezicht der kinderen Israels, totdat wij hen aan hun plaats zullen
50 Num 31:71 | wederkeren tot onze huizen, totdat zich de kinderen Israels
51 Num 31:74 | het aangezicht des HEEREN, totdat Hij Zijn vijanden voor Zijn
52 Num 34:12 | doodslager niet sterve, totdat hij voor de vergadering
53 Deu 1:31 | dien gij gewandeld hebt, totdat gij kwaamt aan deze plaats. ~
54 Deu 2:14 | hebben van Kades-Barnea, totdat wij over de beek Zered getogen
55 Deu 2:14 | waren acht en dertig jaren; totdat het ganse geslacht der krijgslieden
56 Deu 2:15 | heirlegers te verslaan, totdat zij verteerd waren. ~
57 Deu 2:29 | wonen, mij gedaan hebben; totdat ik over de Jordaan kome
58 Deu 3:3 | zodat wij hem sloegen, totdat wij hem niemand lieten overblijven. ~
59 Deu 3:20 | 20 Totdat de HEERE uw broederen rust
60 Deu 7:20 | horzelen onder hen zenden; totdat zij omkomen, die overgebleven,
61 Deu 7:23 | met grote verschrikking, totdat zij verdelgd worden. ~
62 Deu 7:24 | voor uw aangezicht bestaan, totdat gij hen zult hebben verdelgd. ~
63 Deu 9:7 | Egypteland uitgegaan zijt, totdat gij kwaamt aan deze plaats,
64 Deu 9:21 | stampte het, malende het wel, totdat het verdund werd tot stof;
65 Deu 11:5 | gedaan heeft in de woestijn, totdat gij gekomen zijt aan deze
66 Deu 20:20 | dewelke tegen u krijg voert, totdat zij ten onderga. ~ ~ ~ ~
67 Deu 22:2 | vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw broeder die zoeke, en
68 Deu 28:20 | slaat, dat gij doen zult; totdat gij verdelgd wordt, en totdat
69 Deu 28:20 | totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastelijk omkomt, vanwege
70 Deu 28:21 | pestilentie doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land,
71 Deu 28:22 | die u vervolgen zullen, totdat gij omkomt. ~
72 Deu 28:24 | zal het op u nederdalen, totdat gij verdelgd wordt. ~
73 Deu 28:45 | vervolgen, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt; omdat
74 Deu 28:48 | ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelge. ~
75 Deu 28:51 | vrucht uws lands opeten, totdat gij verdelgd zult zijn;
76 Deu 28:51 | klein vee zal overig laten, totdat Hij u verdoe. ~
77 Deu 28:52 | beangstigen in al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren nedervallen,
78 Deu 28:61 | HEERE over u doen komen, totdat gij verdelgd wordt. ~
79 Deu 31:24 | te schrijven in een boek, totdat zij voltrokken waren; ~
80 Deu 31:30 | de woorden dezes lieds, totdat zij voltrokken waren. ~ ~ ~
81 Joz 1:15 | 15 Totdat de HEERE uw broederen rust
82 Joz 2:16 | verbergt u aldaar drie dagen, totdat de vervolgers wedergekeerd
83 Joz 2:22 | bleven aldaar drie dagen, totdat de vervolgers wedergekeerd
84 Joz 3:17 | ging over op het droge, totdat al het volk geeindigd had
85 Joz 4:10 | stonden midden in de Jordaan, totdat alle ding volbracht was,
86 Joz 4:23 | aangezichten doen uitdrogen, totdat gijlieden er waart doorgegaan;
87 Joz 4:23 | aangezicht heeft doen uitdrogen, totdat wij daardoor gegaan waren; ~
88 Joz 5:1 | aangezicht der kinderen Israels, totdat wij daardoor gegaan waren;
89 Joz 5:6 | veertig jaren in de woestijn, totdat vergaan was het ganse volk
90 Joz 5:8 | hun plaats in het leger, totdat zij genezen waren. ~
91 Joz 7:13 | aangezicht uwer vijanden, totdat gij den ban wegdoet uit
92 Joz 8:6 | dan uitkomen achter ons, totdat wij hen van de stad aftrekken;
93 Joz 8:22 | daar; en zij sloegen hen, totdat geen overige onder hen overbleef,
94 Joz 8:24 | zwaards gevallen waren, totdat zij allen vernield waren;
95 Joz 8:26 | de spies had uitgestrekt, totdat hij al de inwoners van Ai
96 Joz 10:13 | en de maan bleef staan, totdat zich het volk aan zijn vijanden
97 Joz 10:20 | zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren, en dat
98 Joz 10:33 | sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet. ~
99 Joz 11:8 | oosten; en zij sloegen hen, totdat zij geen overigen onder
100 Joz 11:14 | de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij
101 Joz 20:6 | zal in dezelve stad wonen, totdat hij sta voor het aangezicht
102 Joz 20:6 | vergadering voor het gericht, totdat de hogepriester sterve,
103 Joz 20:9 | de hand des bloedwrekers, totdat hij voor het aangezicht
104 Joz 24:13 | tot doornen in uw ogen, totdat gij omkomt van dit goede
105 Joz 24:15 | laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van dit goede
106 Ric 4:24 | den koning van Kanaan, totdat zij Jabin, den koning van
107 Ric 4:31 | Israel, zij hielden op; totdat ik, Debora, opstond, dat
108 Ric 5:18 | Wijk toch niet van hier, totdat ik tot U kome, en mijn geschenk
109 Ric 5:18 | Hij zeide: Ik zal blijven, totdat gij wederkomt. ~
110 Ric 18:8 | hart. En zij vertoefden, totdat de dag zich neigde; en zij
111 Ric 18:26 | mans, waarin haar heer was, totdat het licht werd. ~
112 Rut 1:13 | Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden
113 Rut 1:19 | Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen;
114 Rut 2:21 | de jongens, die ik heb, totdat zij den gansen oogst, die
115 Rut 2:23 | van Boaz, om op te lezen, totdat de gersteoogst en tarweoogst
116 Rut 3:3 | maak u den man niet bekend, totdat hij geeindigd zal hebben
117 Rut 3:18 | Zit stil, mijn dochter, totdat gij weet, hoe de zaak zal
118 1Sa 1:23 | goed is in uw ogen; blijf, totdat gij hem zult gespeend hebben;
119 1Sa 1:23 | vrouw, en zoogde haar zoon, totdat zij hem speende. ~
120 1Sa 2:5 | waren, zijn het niet meer; totdat de onvruchtbare zeven heeft
121 1Sa 9:13 | het volk zal niet eten, totdat hij komt, want hij zegent
122 1Sa 10:8 | dagen zult gij daar beiden, totdat ik tot u kome, en u bekend
123 1Sa 11:11 | morgenwake, en zij sloegen Ammon, totdat de dag heet werd; en het
124 1Sa 14:9 | ons zeggen: Staat stil, totdat wij aan ulieden komen; zo
125 1Sa 14:36 | laat ons dezelve beroven, totdat het morgen licht worde,
126 1Sa 15:18 | Amalekieten, en strijd tegen hen, totdat gij dezelve te niet doet. ~
127 1Sa 16:11 | zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. ~
128 1Sa 19:23 | voortgaande, profeteerde, totdat hij te Najoth in Rama kwam. ~
129 1Sa 20:41 | en weenden met elkander, totdat het David gans veel maakte. ~
130 1Sa 22:3 | moeder bij ulieden uitgaan, totdat ik weet, wat God mij doen
131 2Sa 5:25 | Filistijnen van Geba af, totdat gij komt te Gezer. ~ ~
132 2Sa 10:5 | zeide: Blijft te Jericho, totdat uw baard weder gewassen
133 2Sa 15:24 | neder; en Abjathar klom op, totdat al het volk uit de stad
134 2Sa 15:28 | vlakke velden der woestijn, totdat er een woord van ulieden
135 2Sa 17:13 | in de beek nedertrekken, totdat ook niet een steentje aldaar
136 2Sa 21:10 | het begin van den oogst, totdat er water op hen drupte van
137 2Sa 22:38 | hen, en keerde niet weder, totdat ik ze verdaan had. ~
138 2Sa 23:10 | sloeg onder de Filistijnen, totdat zijn hand moede werd, ja,
139 1Kon 3:1 | bracht ze in de stad Davids totdat hij voleind zou hebben het
140 1Kon 5:3 | waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn
141 1Kon 6:22| het ganse huis met goud, totdat het ganse huis volmaakt
142 1Kon 10:7 | die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn
143 1Kon 11:16| maanden, met het ganse Israel, totdat hij al wat mannelijk was
144 1Kon 11:40| Egypte, en was in Egypte, totdat Salomo stierf. ~
145 1Kon 14:10| de drek weggedaan wordt, totdat het ganselijk vergaan zij. ~
146 1Kon 15:29| Jerobeam, wat adem had, totdat hij hem verdelgd had, naar
147 1Kon 17:17| krankheid werd zeer sterk, totdat geen adem in hem overgebleven
148 1Kon 18:28| priemen, naar hun wijze, totdat zij bloed over zich uitstortten. ~
149 1Kon 18:29| was, dat zij profeteerden totdat men het spijsoffer zou offeren;
150 1Kon 22:11| zult gij de Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult
151 1Kon 22:27| met water der bedruktheid, totdat ik met vrede weder kom. ~
152 2Kon 3:25| velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth alleen
153 2Kon 6:25| ziet, zij belegerden ze, totdat een ezelskop voor tachtig
154 2Kon 7:3 | ander: Wat blijven wij hier, totdat wij sterven? ~
155 2Kon 10:11| bekenden, en zijn priesteren; totdat hij hem geen overigen liet
156 2Kon 10:17| Samaria overgebleven waren, totdat hij hem verdelgd had, naar
157 2Kon 19:20| ze in de hand der rovers, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
158 2Kon 19:23| 23 Totdat de HEERE Israel van Zijn
159 2Kon 20:32| 32 Totdat ik kom, en u haal in een
160 2Kon 23:16| zeer veel onschuldig bloed, totdat hij Jeruzalem van het ene
161 2Kon 26:20| Jeruzalem en tegen Juda, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
162 1Kro 4:31| Saaraim. Dit waren hun steden, totdat David koning werd. ~
163 1Kro 5:22| zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd
164 1Kro 6:32| samenkomst met gezangen, totdat Salomo het huis des HEEREN
165 1Kro 20:5 | zeide: Blijft te Jericho, totdat ulieder baard weder gewassen
166 1Kro 29:20| Hij zal u niet verlaten, totdat gij al het werk tot den
167 2Kro 10:6 | hun woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn
168 2Kro 19:10| zult gij de Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult
169 2Kro 19:26| met water der bedruktheid, totdat ik met vrede wederkom. ~
170 2Kro 21:25| en namen voor zich weg, totdat zij niet meer dragen konden;
171 2Kro 22:15| krankheid uwer ingewanden, totdat uw ingewanden uitgaan vanwege
172 2Kro 22:35| krankheid uwer ingewanden, totdat uw ingewanden uitgaan vanwege
173 2Kro 24:10| en wierpen in de kist, totdat men voleind had. ~
174 2Kro 26:15| werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was. ~
175 2Kro 29:28| trompetten trompette; dit alles totdat het brandoffer voleind was.
176 2Kro 29:34| broederen, de Levieten, totdat het werk geeindigd was,
177 2Kro 29:34| het werk geeindigd was, en totdat de andere priesters zich
178 2Kro 31:1 | ook in Efraim en Manasse, totdat zij alles te niet gemaakt
179 2Kro 37:16| zichzelven tegen Zijn profeten; totdat de grimmigheid des HEEREN
180 2Kro 37:21| door den mond van Jeremia, totdat het land aan zijn sabbatten
181 2Kro 37:21| de dagen der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld
182 Ezra 2:63| dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met
183 Ezra 4:21| stad niet opgebouwd worde, totdat van mij bevel zal worden
184 Ezra 5:5 | dat zij hun niet beletten, totdat de zaak aan Darius kwam,
185 Ezra 8:29| 29 Waakt en bewaart het, totdat gij het opweegt, in tegenwoordigheid
186 Ezra 10:14| stad en derzelver rechters; totdat wij van ons afwenden de
187 Neh 2:7 | dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn; ~
188 Neh 4:11 | het niet weten, noch zien, totdat wij in het midden van hen
189 Neh 7:3 | Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl
190 Neh 7:65 | dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met
191 Job 7:19 | en laat niet van mij af, totdat ik mijn speeksel inzwelge? ~
192 Job 8:21 | 21 Totdat Hij uw mond met gelach vervulle,
193 Job 14:6 | af, dat hij rust hebbe, totdat hij als een dagloner aan
194 Job 14:12 | neder, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn,
195 Job 14:13 | verstaakt, mij verborgt, totdat Uw toorn zich afkeerde;
196 Job 14:14 | dagen mijns strijds hopen, totdat mijn verandering komen zou. ~
197 Job 27:5 | ulieden rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal gegeven
198 Job 32:11 | tot ulieder aanmerkingen, totdat gij redenen uitgezocht hadt. ~
199 Psa 10:15 | zoek zijn goddeloosheid, totdat Gij haar niet vindt. ~
200 Psa 18:38 | en ik keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had. ~
201 Psa 57:2 | schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij
202 Psa 71:18 | verlaat mij niet, o God, totdat ik dezen geslachte verkondige
203 Psa 72:7 | en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij. ~
204 Psa 73:17 | 17 Totdat ik in Gods heiligdommen
205 Psa 94:13 | geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze
206 Psa 110:1 | Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal
207 Psa 112:8 | zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen
208 Psa 123:2 | ogen op den HEERE,onze God, totdat Hij ons genadig zij. ~
209 Psa 132:5 | 5 Totdat ik voor den HEERE een plaats
210 Psa 140:12 | gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. ~
211 Psa 141:10 | garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan. ~ ~
212 Spre 7:23| 23 Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed;
213 Pred 2:3 | dwaasheid vast te houden, totdat ik zou zien wat den
214 Hoo 2:7 | opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve luste! ~
215 Hoo 2:17 | 17 Totdat de dag aankomt, en de schaduwen
216 Hoo 3:4 | en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders
217 Hoo 3:5 | opwekt, noch wakker maakt, totdat het haar luste! ~
218 Hoo 4:6 | 6 Totdat de dag aankomt, en de schaduwen
219 Hoo 8:4 | opwekt, noch wakker maakt, totdat het dezelve lust! ~
220 Jes 5:8 | akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij,
221 Jes 5:11 | vertoeven tot in de schemering, totdat de wijn hen heeft verhit! ~
222 Jes 6:11 | lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden verwoest worden,
223 Jes 7:15 | Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete te verwerpen het
224 Jes 22:14 | ongerechtigheid verzoend wordt, totdat gij sterft! zegt de Heere,
225 Jes 26:20 | als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga. ~
226 Jes 30:17 | zult gij allen vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk
227 Jes 32:15 | 15 Totdat over ons uitgegoten worde
228 Jes 36:17 | 17 Totdat ik kom en u haal in een
229 Jes 42:4 | zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal
230 Jes 44:12 | arm; ook lijdt hij honger, totdat hij krachteloos wordt, hij
231 Jes 44:12 | drinkt geen water, totdat hij amechtig wordt. ~
232 Jes 63:1 | wil zal ik niet stil zijn; totdat haar gerechtigheid voortkome
233 Jes 63:7 | zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat
234 Jes 63:7 | totdat Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot
235 Jer 1:3 | Josia, koning van Juda, totdat voleind werd het elfde jaar
236 Jer 1:3 | Josia, koning van Juda; totdat Jeruzalem gevankelijk
237 Jer 9:16 | zwaard achter hen zenden, totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~
238 Jer 23:20 | zal zich niet afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en
239 Jer 23:20 | Hij zal hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld
240 Jer 24:10 | honger en de pestilentie, totdat zij verteerd zullen zijn
241 Jer 27:7 | zijns zoons zoon dienen, totdat ook de tijd zijns eigenen
242 Jer 27:8 | en door de pestilentie, totdat Ik ze zal verteerd hebben
243 Jer 30:24 | zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij
244 Jer 30:24 | afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben
245 Jer 32:5 | en aldaar zal hij zijn, totdat Ik hem bezoek, spreekt de
246 Jer 36:23 | vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd
247 Jer 37:21 | broods uit de Bakkerstraat, totdat al het brood van de
248 Jer 44:27 | honger verteerd worden, totdat zij ten einde zijn. ~
249 Jer 49:37 | zwaard achter hen zenden, totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~
250 Jer 52:3 | tegen Jeruzalem en Juda, totdat Hij hen van Zijn aangezicht
251 Klaa 1:94| 50 Ain. Totdat het de HEERE van den hemel
252 Eze 4:8 | zijde tot uw andere zijde, totdat gij de dagen uwer belegering
253 Eze 21:27 | ja, zij zal niet zijn, totdat hij kome, die daartoe recht
254 Eze 24:13 | niet meer gereinigd worden, totdat Ik Mijn grimmigheid
255 Eze 28:15 | dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u
256 Eze 33:22 | had mijn mond opengedaan, totdat hij des morgens tot mij
257 Eze 34:21 | en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten
258 Eze 39:15 | merkteken daarbij oprichten; totdat de doodgravers hetzelve
259 Dan 2:9 | voor mij te zeggen bereid, totdat de tijd verandere;
260 Dan 2:34 | 34 Dit zaagt gij, totdat er een steen afgehouwen
261 Dan 4:8 | 8 Totdat ten laatste Daniel voor
262 Dan 4:23 | gedierte des velds, totdat er zeven tijden over hem
263 Dan 4:25 | tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste
264 Dan 4:32 | over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste
265 Dan 4:33 | hemels nat gemaakt, totdat zijn haar wies als der arenden
266 Dan 5:21 | des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de
267 Dan 7:4 | arendsvleugelen; ik zag toe, totdat zijn vleugelen uitgeplukt
268 Dan 7:9 | 9 Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden,
269 Dan 7:11 | hoorn sprak; ik zag toe, totdat het dier gedood, en zijn
270 Dan 7:22 | 22 Totdat de Oude van dagen kwam,
271 Dan 10:3 | zalfde ik mij gans niet, totdat die drie weken der dagen
272 Dan 11:36 | hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij,
273 Hos 5:15 | keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig
274 Hos 7:4 | het deeg heeft gekneed, totdat het doorgezuurd zij. ~
275 Hos 10:12 | is den HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid
276 Jona 4:5 | daaronder in de schaduw, totdat hij zag, wat van de stad
277 Mic 7:9 | heb tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijn twist twiste, en
278 Matt 1:25| 25 En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren
279 Matt 2:9 | gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven
280 Matt 2:13| Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want
281 Matt 5:18| Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan,
282 Matt 5:18| van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. ~
283 Matt 5:26| daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning
284 Matt 10:11| waardig is; en blijft aldaar, totdat gij daar uitgaat. ~
285 Matt 12:20| zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen
286 Matt 13:33| verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was. ~
287 Matt 16:28| dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des mensen
288 Matt 17:9 | Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan
289 Matt 18:30| wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld zou betaald
290 Matt 18:34| hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald hebben al
291 Matt 22:44| Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet
292 Matt 23:39| Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend
293 Matt 24:34| zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied
294 Matt 24:39| 39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen
295 Matt 26:36| discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga, en aldaar zal
296 Mark 6:10| zult ingaan, blijft daar, totdat gij van daar uitgaat. ~
297 Mark 9:1 | dood niet zullen smaken, totdat zij zullen hebben gezien,
298 Mark 12:36| Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet
299 Mark 13:30| geslacht niet zal voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied
300 Mark 14:32| discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden zal hebben. ~
301 Luk 9:27 | dood niet zullen smaken, totdat zij het Koninkrijk Gods
302 Luk 12:50 | en hoe worde Ik geperst, totdat het volbracht zij! ~
303 Luk 12:59 | daar geenszins uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken
304 Luk 13:8 | laat hem ook nog dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest
305 Luk 13:21 | verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was. ~
306 Luk 13:35 | gij Mij niet zult zien, totdat de tijd zal gekomen zijn,
307 Luk 15:4 | gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde? ~
308 Luk 15:8 | en zoekt naarstiglijk, totdat zij dien vindt? ~
309 Luk 17:8 | en omgord u, en dien mij, totdat ik zal gegeten en gedronken
310 Luk 19:13 | tot hen: Doet handeling, totdat ik kome. ~
311 Luk 20:43 | 43 Totdat Ik Uw vijanden zal gezet
312 Luk 21:24 | heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld
313 Luk 21:32 | geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn. ~
314 Luk 22:16 | niet meer daarvan eten zal, totdat het vervuld zal zijn in
315 Luk 22:18 | de vrucht des wijnstoks, totdat het Koninkrijk Gods zal
316 Luk 24:49 | gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn
317 Joha 9:18| en ziende was geworden, totdat zij geroepen hadden de ouders
318 Joha 13:38| De haan zal niet kraaien, totdat gij Mij driemaal verloochend
319 Joha 21:22| Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u
320 Joha 21:23| Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u
321 Hand 2:35| 35 Totdat Ik Uw vijanden zal gezet
322 Hand 15:26| vervuld waren, blijvende daar, totdat voor een iegelijk van hen
323 Hand 17:12| eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood
324 Hand 17:14| niets te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood
325 Hand 17:21| te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen omgebracht
326 Rom 11:25 | over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen
327 1Kor 4:5 | oordeelt niets voor den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn,
328 1Kor 11:26| verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt. ~
329 1Kor 15:25| moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder
330 Gal 3:19 | overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn,
331 Gal 4:19 | wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in
332 Efez 4:13| 13 Totdat wij allen zullen komen tot
333 2The 2:7 | Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan
334 1Tim 4:13| vermanen, in het leren, totdat ik kome. ~
335 Heb 1:13 | Zit aan Mijn rechter hand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet
336 Heb 10:13 | 13 Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden
337 Jako 5:7 | lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden
338 2Pet 1:19| in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de
339 Open 2:25| hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen. ~
340 Open 6:11| kleinen tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten
341 Open 7:3 | noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes
342 Open 15:8 | kon in den tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven
343 Open 17:17| koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods voleindigd
344 Open 20:3 | niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden
345 Open 20:5 | werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geeindigd
|