1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11232
Book Chapter: Verse
7001 Jes 14:5 | 5 De HEERE heeft den stok der goddelozen gebroken,
7002 Jes 14:5 | der goddelozen gebroken, den scepter der heersers. ~
7003 Jes 14:12 | 12 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster,
7004 Jes 14:13 | en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan
7005 Jes 14:14 | der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden. ~
7006 Jes 14:15 | worden, aan de zijden van den kuil! ~
7007 Jes 14:22 | zal van Babel uitroeien den naam en het overblijfsel,
7008 Jes 14:22 | en het overblijfsel, en den zoon en den zoonszoon, spreekt
7009 Jes 14:22 | overblijfsel, en den zoon en den zoonszoon, spreekt de
7010 Jes 14:30 | daarentegen zal Ik door den honger doden, en uw overblijfsel
7011 Jes 14:32 | Wat zal men dan antwoorden den boden des volks? Dat de
7012 Jes 15:1 | van Moab. Zekerlijk, in den nacht is Ar-Moabs verwoest,
7013 Jes 15:1 | uitgeroeid; zekerlijk, in den nacht is Kir-Moabs verwoest,
7014 Jes 15:5 | gaat op met geween naar den opgang van Luhith, want
7015 Jes 15:5 | opgang van Luhith, want op den weg naar Horonaim verwekken
7016 Jes 15:7 | 7 Daarom zullen zij den overvloed, dien zij vergaderd
7017 Jes 16:1 | Zendt de lammeren van den heerser des lands van Sela
7018 Jes 16:1 | naar de woestijn henen, tot den berg der dochter van Sion. ~
7019 Jes 16:3 | schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht;
7020 Jes 16:3 | van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen,
7021 Jes 16:3 | de verdrevenen, en meldt den omzwervende niet. ~
7022 Jes 16:9 | in de wening over Jaezer, den wijnstok van Sibma, ik maak
7023 Jes 17:6 | twee of drie bezien in den top der opperste twijg,
7024 Jes 17:7 | en zijn ogen zullen op den Heilige Israels zien. ~
7025 Jes 17:10 | 10 Want gij hebt den God uws heils vergeten,
7026 Jes 17:10 | vergeten, en niet gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte;
7027 Jes 17:11 | gij die doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw
7028 Jes 17:11 | het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der
7029 Jes 17:13 | als het kaf der bergen van den wind, en gelijk een
7030 Jes 17:13 | gelijk een kloot van den wervelwind. ~
7031 Jes 18:4 | de glinsterende hitte op den regen, als een wolk des
7032 Jes 18:5 | 5 Want voor den oogst, als de botte volkomen
7033 Jes 18:5 | onrijpe druif rijp wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken
7034 Jes 18:6 | te zamen gelaten worden den roofvogelen der bergen,
7035 Jes 18:6 | roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de
7036 Jes 18:7 | 7 Te dien tijd zal den HEERE der heirscharen een
7037 Jes 18:7 | beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen,
7038 Jes 18:7 | HEEREN der heirscharen, tot den berg Sion. ~ ~
7039 Jes 19:3 | zij hun afgoden vragen, en den bezweerders, en den
7040 Jes 19:3 | en den bezweerders, en den waarzeggers, en den
7041 Jes 19:3 | den waarzeggers, en den duivelskunstenaars. ~
7042 Jes 19:8 | zullen treuren, en allen, die den angel in de stromen werpen,
7043 Jes 19:13 | Egypte doen dwalen, tot den uitersten hoek zijner stammen. ~
7044 Jes 19:17 | En het land van Juda zal den Egyptenaren tot een schrik
7045 Jes 19:17 | zichzelven bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN der heirscharen,
7046 Jes 19:18 | van Kanaan, en zwerende den HEERE der heirscharen; een
7047 Jes 19:19 | aan haar landpalen voor den HEERE. ~
7048 Jes 19:20 | teken, en tot een getuigenis den HEERE der heirscharen in
7049 Jes 19:20 | Egypteland, want zij zullen tot den HEERE roepen vanwege de
7050 Jes 19:21 | 21 En de HEERE zal den Egyptenaren bekend worden,
7051 Jes 19:21 | en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage;
7052 Jes 19:21 | spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven
7053 Jes 19:22 | en zij zullen zich tot den HEERE bekeren, en Hij zal
7054 Jes 19:23 | zullen met de Assyriers den Heere dienen. ~
7055 Jes 20:2 | tijd sprak de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon
7056 Jes 20:2 | door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende:
7057 Jes 20:2 | zeggende: Ga heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en
7058 Jes 20:4 | en met blote billen, den Egyptenaren tot schaamte. ~
7059 Jes 21:8 | leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij
7060 Jes 21:10 | wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen, den
7061 Jes 21:10 | den HEERE der heirscharen, den God Israels, dat heb ik
7062 Jes 21:11 | Wachter! wat is er van den nacht? Wachter! wat is er
7063 Jes 21:11 | Wachter! wat is er van den nacht? ~
7064 Jes 21:14 | 14 Komt den dorstige tegemoet met water;
7065 Jes 21:14 | des lands van Thema zijn den vluchtende met zijn brood
7066 Jes 21:15 | uitgetrokken zwaard, en voor den gespannen boog, en voor
7067 Jes 22:2 | zwaard, noch gestorven in den strijd. ~
7068 Jes 22:5 | vertreding, en van verwarring van den Heere, den HEERE der heirscharen,
7069 Jes 22:5 | verwarring van den Heere, den HEERE der heirscharen, in
7070 Jes 22:6 | 6 Want Elam heeft den pijlkoker genomen, de man
7071 Jes 22:6 | pijlkoker genomen, de man is op den wagen, er zijn ruiters;
7072 Jes 22:15 | schatmeester, tot Sebna, den hofmeester, en spreek: ~
7073 Jes 22:20 | Ik Mijn knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen
7074 Jes 22:21 | zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en
7075 Jes 22:21 | inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot
7076 Jes 22:22 | 22 En Ik zal den sleutel van het huis van
7077 Jes 23:17 | koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. ~
7078 Jes 23:18 | koophandel en haar hoerenloon zal den HEERE heilig zijn, het zal
7079 Jes 23:18 | voor hen, die voor den HEERE wonen, opdat zij eten
7080 Jes 24:15 | 15 Daarom eert den HEERE in de valleien, in
7081 Jes 24:15 | in de eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods
7082 Jes 24:18 | vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit
7083 Jes 24:18 | kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in
7084 Jes 24:18 | kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want
7085 Jes 24:21 | koningen des aardbodems op den aardbodem. ~
7086 Jes 24:23 | heirscharen regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem,
7087 Jes 25:4 | 4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest,
7088 Jes 25:4 | Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange
7089 Jes 25:4 | was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen
7090 Jes 25:8 | 8 Hij zal den dood verslinden tot overwinning,
7091 Jes 26:4 | 4 Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid;
7092 Jes 26:4 | der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige
7093 Jes 26:7 | rechtvaardigen is geheel effen, den gang des rechtvaardigen
7094 Jes 26:8 | 8 Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o
7095 Jes 26:9 | ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn
7096 Jes 26:10 | 10 Wordt den goddeloze genade bewezen,
7097 Jes 26:11 | beschaamd worden, vanwege den ijver over Uw volk, ook
7098 Jes 27:1 | en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende
7099 Jes 27:1 | langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme
7100 Jes 27:1 | slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is,
7101 Jes 27:8 | door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds. ~
7102 Jes 27:12 | de HEERE dorsen zal, van den stroom der rivier af tot
7103 Jes 27:13 | van Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen
7104 Jes 27:13 | zullen den HEERE aanbidden op den heiligen berg te Jeruzalem. ~
7105 Jes 28:1 | vallei, der geslagenen van den wijn. ~
7106 Jes 28:4 | een vroegrijpe vrucht voor den zomer, welke, wanneer ze
7107 Jes 28:5 | een sierlijken Krans zijn den overgeblevenen Zijns volks. ~
7108 Jes 28:6 | een sterkte dengenen, die den strijd afkeren tot de poort
7109 Jes 28:7 | En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van den
7110 Jes 28:7 | den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester
7111 Jes 28:7 | en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn
7112 Jes 28:7 | zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van
7113 Jes 28:9 | gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk,
7114 Jes 28:9 | gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten? ~
7115 Jes 28:12 | heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de
7116 Jes 28:15 | Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de
7117 Jes 28:18 | En ulieder verbond met den dood zal te niet worden,
7118 Jes 28:19 | 19 Van den tijd af, als hij doortrekt,
7119 Jes 28:21 | Zich opmaken, gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd
7120 Jes 28:22 | 22 Nu dan, drijft den spot niet, opdat uw banden
7121 Jes 28:22 | worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen
7122 Jes 28:24 | 24 Ploegt de ploeger den gehelen dag om te zaaien?
7123 Jes 28:24 | Opent en egt hij zijn land den gehelen dag? ~
7124 Jes 28:27 | dorst de wikken niet met den dorswagen, en men laat het
7125 Jes 28:29 | Zulks komt ook voort van den HEERE der heirscharen; Hij
7126 Jes 29:6 | 6 Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht
7127 Jes 29:8 | heidenen zijn, die tegen den berg Sion krijgen. ~
7128 Jes 29:15 | diep versteken willen voor den HEERE, hun raad verbergende;
7129 Jes 29:19 | vreugde op vreugde hebben in den HEERE; en de behoeftigen
7130 Jes 29:20 | zal hebben, en dat het met den bespotter uit zal zijn,
7131 Jes 29:21 | bestraft in de poort; en die den rechtvaardige verdrijven
7132 Jes 29:23 | heiligen; en zij zullen den Heilige Jakobs heiligen,
7133 Jes 29:23 | Heilige Jakobs heiligen, en den God van Israel vrezen. ~
7134 Jes 30:1 | 1 Wee den kinderen, die afvallen,
7135 Jes 30:6 | goederen zullen zij voeren op den rug der veulens, en hun
7136 Jes 30:8 | boek, opdat het blijve tot den laatsten dag, voor altoos,
7137 Jes 30:11 | 11 Wijkt af van den weg, maakt u van de baan;
7138 Jes 30:11 | maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons
7139 Jes 30:14 | worden, om vuur uit den haard te nemen, of om water
7140 Jes 30:17 | wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als
7141 Jes 30:25 | en watervlieten zijn, in den dag der grote slachting,
7142 Jes 30:28 | overlopende beek, die tot aan den hals toe raakt; om de heidenen
7143 Jes 30:29 | ulieden zijn, gelijk in den nacht, wanneer het feest
7144 Jes 30:29 | wandelt, om te komen tot den berg des HEEREN, tot
7145 Jes 30:29 | berg des HEEREN, tot den Rotssteen van Israel. ~
7146 Jes 30:33 | bereid; ja, hij is ook voor den koning bereid; Hij heeft
7147 Jes 31:1 | zijn; en zien niet op den Heilige Israels, en zoeken
7148 Jes 31:1 | Heilige Israels, en zoeken den HEERE niet. ~
7149 Jes 31:4 | nederdalen, om te strijden voor den berg Sions en voor haar
7150 Jes 32:2 | als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats
7151 Jes 32:2 | en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in
7152 Jes 32:6 | dwaling te spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen
7153 Jes 32:6 | ledig te laten, en den dorstige drank te doen ontbreken. ~
7154 Jes 32:20 | wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels
7155 Jes 33:17 | 17 Uw ogen zullen den Koning zien in Zijn schoonheid;
7156 Jes 33:23 | zelfs zullen de lammen den roof roven. ~
7157 Jes 34:4 | afvallen, gelijk een blad van den wijnstok afvalt, en gelijk
7158 Jes 34:4 | een vijg afvalt van den vijgeboom. ~
7159 Jes 34:5 | zwaard is dronken geworden in den hemel; ziet, het zal ten
7160 Jes 35:4 | 4 Zegt den onbedachtzamen van harte:
7161 Jes 36:1 | het veertiende jaar van den koning Hizkia, dat Sanherib,
7162 Jes 36:2 | Lachis naar Jeruzalem tot den koning Hizkia, met een zwaar
7163 Jes 36:2 | zwaar heir; en hij stond aan den watergang des oppersten
7164 Jes 36:2 | des oppersten vijvers, aan den hogen weg van het veld
7165 Jes 36:5 | Er is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt
7166 Jes 36:7 | zegt: Wij vertrouwen op den HEERE, onzen God; is Hij
7167 Jes 36:8 | wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik
7168 Jes 36:10 | En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen dit
7169 Jes 36:11 | oren des volks, dat op den muur is. ~
7170 Jes 36:12 | niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat zij met
7171 Jes 36:15 | u niet doe vertrouwen op den HEERE, zeggende: De HEERE
7172 Jes 37:2 | Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den
7173 Jes 37:2 | den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten
7174 Jes 37:2 | zakken bedekt, tot Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz; ~
7175 Jes 37:2 | tot Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz; ~
7176 Jes 37:4 | Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en
7177 Jes 37:5 | En de knechten van den koning Hizkia kwamen tot
7178 Jes 37:8 | Rabsake weder, en hij vond den koning van Assyrie strijdende
7179 Jes 37:9 | hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen:
7180 Jes 37:10 | gijlieden spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende:
7181 Jes 37:15 | 15 En Hizkia bad tot den HEERE, zeggende: ~
7182 Jes 37:16 | koninkrijken der aarde; Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt! ~
7183 Jes 37:17 | Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen. ~
7184 Jes 37:21 | gebeden hebt tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb
7185 Jes 37:23 | omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels! ~
7186 Jes 37:24 | dienstknechten hebt gij den HEERE gehoond, en gezegd:
7187 Jes 37:32 | uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver des
7188 Jes 37:33 | Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij
7189 Jes 37:34 | 34 Door den weg, dien hij gekomen is,
7190 Jes 38:2 | zijn aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den
7191 Jes 38:2 | den wand, en hij bad tot den HEERE. ~
7192 Jes 38:7 | zal u een teken zijn van den HEERE, dat de HEERE het
7193 Jes 38:11 | 11 Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den
7194 Jes 38:11 | den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden;
7195 Jes 38:12 | zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag tot
7196 Jes 38:12 | als van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij
7197 Jes 38:12 | drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde
7198 Jes 38:13 | Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk
7199 Jes 38:13 | mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult
7200 Jes 38:13 | breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten
7201 Jes 38:18 | zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen
7202 Jes 38:19 | heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend
7203 Jes 39:3 | kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide
7204 Jes 40:3 | in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht
7205 Jes 40:9 | op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie hier
7206 Jes 40:10 | Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn arm zal
7207 Jes 40:13 | 13 Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd,
7208 Jes 40:14 | en Hem zou bekend maken den weg des veelvoudigen
7209 Jes 40:21 | Hoort gij niet? Is het u van den beginne aan niet bekend
7210 Jes 40:22 | het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en derzelver
7211 Jes 40:27 | Israel! mijn weg is voor den HEERE verborgen, en mijn
7212 Jes 40:29 | 29 Hij geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt
7213 Jes 40:31 | 31 Maar dien den HEERE verwachten, zullen
7214 Jes 41:2 | 2 Wie heeft van den opgang dien rechtvaardige
7215 Jes 41:4 | roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die
7216 Jes 41:4 | Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde. ~
7217 Jes 41:6 | 6 De een hielp den ander, en zeide tot zijn
7218 Jes 41:7 | de werkmeester versterkte den goudsmid; die met den hamer
7219 Jes 41:7 | versterkte den goudsmid; die met den hamer glad maakt, dien,
7220 Jes 41:16 | gij zult u verheugen in den HEERE; in den Heilige Israels
7221 Jes 41:16 | verheugen in den HEERE; in den Heilige Israels zult gij
7222 Jes 41:19 | Ik zal in de woestijn den cederboom, den sittimboom,
7223 Jes 41:19 | woestijn den cederboom, den sittimboom, en den mirteboom,
7224 Jes 41:19 | cederboom, den sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen
7225 Jes 41:19 | sittimboom, en den mirteboom, en den olieachtigen boom zetten;
7226 Jes 41:19 | in de wildernis stellen den denneboom, den beuk, en
7227 Jes 41:19 | wildernis stellen den denneboom, den beuk, en den busboom
7228 Jes 41:19 | denneboom, den beuk, en den busboom te gelijk; ~
7229 Jes 41:25 | en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal
7230 Jes 41:26 | heeft wat verkondigd van den beginne aan, dat wij het
7231 Jes 42:1 | gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen. ~
7232 Jes 42:5 | wat daaruit voortkomt; Die den volke, dat daarop is, den
7233 Jes 42:5 | den volke, dat daarop is, den adem geeft, en den
7234 Jes 42:5 | den adem geeft, en den geest dengenen, die daarop
7235 Jes 42:8 | anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden. ~
7236 Jes 42:10 | 10 Zingt den HEERE een nieuw lied, Zijn
7237 Jes 42:11 | rotsstenen wonen, en van den top der bergen af schreeuwen. ~
7238 Jes 42:12 | 12 Laat ze den HEERE de eer geven, en Zijn
7239 Jes 42:13 | uittrekken als een held; Hij zal den ijver opwekken als een krijgsman;
7240 Jes 42:16 | zal de blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten
7241 Jes 42:24 | plundering overgegeven, en Israel den rovers? Is het niet de HEERE,
7242 Jes 43:5 | met u; Ik zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal
7243 Jes 43:5 | Ik zal u verzamelen van den ondergang. ~
7244 Jes 44:2 | Maker, en uw Formeerder van den buik af, Die u helpt: Vrees
7245 Jes 44:5 | die zal zich noemen met den naam van Jakob; en gene
7246 Jes 44:5 | HEEREN, en zich toenoemen met den naam van Israel. ~
7247 Jes 44:12 | maakt een bijl, en werkt in den gloed, en formeert het met
7248 Jes 44:13 | uit, hij tekent het af met den draad, hij maakt het effen
7249 Jes 44:13 | schaven, en tekent het met den passer, en maakt het naar
7250 Jes 44:15 | 15 Dan is het voor den mens om te verbranden, dan
7251 Jes 44:24 | die u geformeerd heeft van den buik af: Ik ben de HEERE,
7252 Jes 44:24 | HEERE, Die alles doet, Die den hemel uitbreidt, Ik alleen,
7253 Jes 44:26 | Zijns knechts bevestigt, en den raad Zijner boden volbrengt;
7254 Jes 44:28 | Jeruzalem: Word gebouwd; en tot den tempel: Word gegrond. ~ ~
7255 Jes 45:6 | Opdat men wete, van den opgang der zon en van den
7256 Jes 45:6 | den opgang der zon en van den ondergang, dat er buiten
7257 Jes 45:7 | schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad,
7258 Jes 45:10 | 10 Wee dien, die tot den vader zegt: Wat genereert
7259 Jes 45:12 | aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen; Ik
7260 Jes 45:17 | Israel wordt verlost door den HEERE, met een eeuwige verlossing;
7261 Jes 45:24 | zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden
7262 Jes 45:25 | 25 Maar in den HEERE zullen gerechtvaardigd
7263 Jes 46:2 | zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden,
7264 Jes 46:3 | van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van
7265 Jes 46:7 | 7 Zij nemen hem op den schouder, zij dragen hem,
7266 Jes 46:10 | 10 Die van den beginne aan verkondigt het
7267 Jes 47:6 | barmhartigheden, ja, zelfs over den oude maaktet gij uw juk
7268 Jes 47:11 | een kwaad komen, gij zult den dageraad daarvan niet weten;
7269 Jes 47:13 | raadslagen; laat nu opstaan, die den hemel waarnemen, die in
7270 Jes 48:1 | Jakob, die genoemd wordt met den naam van Israel, en uit
7271 Jes 48:1 | zijt! die daar zweert bij den Naam des HEEREN, en
7272 Jes 48:1 | HEEREN, en vermeldt den God Israels, maar niet in
7273 Jes 48:2 | genoemd, en zij steunen op den God Israels; HEERE der heirscharen
7274 Jes 48:8 | zoudt, en dat gij van den buik af een overtreder genaamd
7275 Jes 48:10 | zilver, Ik heb u gekeurd in den smeltkroes der ellende. ~
7276 Jes 48:16 | Mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet in het verborgene
7277 Jes 48:17 | wat nut is, Die u leidt op den weg, dien gij gaan moet. ~
7278 Jes 48:21 | Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij
7279 Jes 48:21 | rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden
7280 Jes 49:1 | HEERE heeft Mij geroepen van den buik af, van Mijner moeders
7281 Jes 49:4 | gewisselijk, Mijn recht is bij den HEERE, en Mijn werkloon
7282 Jes 49:7 | volk een gruwel heeft, tot den Knecht dergenen, die heersen:
7283 Jes 49:7 | wil, Die getrouw is, om den Heilige Israels, Die U verkoren
7284 Jes 49:15 | zich niet ontferme over den zoon haars buiks? Ofschoon
7285 Jes 49:22 | dochters zullen op den schouders gedragen worden. ~
7286 Jes 50:3 | 3 Ik bekleed den hemel met zwartheid, en
7287 Jes 50:4 | gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter
7288 Jes 50:10 | is er onder ulieden, die den HEERE vreest, die naar de
7289 Jes 50:10 | heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en
7290 Jes 51:1 | gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt
7291 Jes 51:1 | HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, waaruit gijlieden
7292 Jes 51:3 | Eden, en haar wildernis als den hof des HEEREN; vreugde
7293 Jes 51:6 | Heft ulieder ogen op naar den hemel, en aanschouwt de
7294 Jes 51:7 | vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen
7295 Jes 51:9 | uitgehouwen hebt, Die den zeedraak verwond hebt? ~
7296 Jes 51:12 | gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en
7297 Jes 51:13 | 13 En vergeet den HEERE, Die u gemaakt heeft,
7298 Jes 51:13 | heeft, en vreest geduriglijk den gansen dag, vanwege de grimmigheid
7299 Jes 51:14 | gelaten worden; en hij zal in den kuil niet sterven, en zijn
7300 Jes 51:16 | schaduw Mijner hand; om den hemel te planten, en om
7301 Jes 51:17 | hebt van de hand des HEEREN den beker Zijner grimmigheid;
7302 Jes 51:17 | beker Zijner grimmigheid; den droesem van den beker der
7303 Jes 51:17 | grimmigheid; den droesem van den beker der zwijmeling hebt
7304 Jes 51:22 | twisten zal: Zie, Ik neem den beker der zwijmeling van
7305 Jes 51:22 | zwijmeling van uw hand, den droesem van den beker Mijner
7306 Jes 51:22 | uw hand, den droesem van den beker Mijner grimmigheid;
7307 Jes 52:5 | Mijn Naam geduriglijk den gansen dag gelasterd wordt; ~
7308 Jes 52:7 | het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen,
7309 Jes 53:5 | verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op
7310 Jes 53:8 | 8 Hij is uit den angst en uit het gericht
7311 Jes 53:9 | goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest,
7312 Jes 53:10 | 10 Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen;
7313 Jes 53:11 | 11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij
7314 Jes 53:12 | ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders
7315 Jes 54:4 | uwer jonkheid vergeten, en den smaad uws weduwschaps
7316 Jes 54:13 | al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de
7317 Jes 54:16 | 16 Zie, Ik heb den smid geschapen, die de kolen
7318 Jes 54:16 | tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen, om
7319 Jes 55:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden
7320 Jes 55:7 | en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner
7321 Jes 55:10 | de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts
7322 Jes 55:10 | uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter; ~
7323 Jes 55:10 | geve den zaaier, en brood den eter; ~
7324 Jes 55:13 | mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam,
7325 Jes 56:6 | 6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden
7326 Jes 56:7 | en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner
7327 Jes 56:10 | de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts
7328 Jes 56:10 | uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter; ~
7329 Jes 56:10 | geve den zaaier, en brood den eter; ~
7330 Jes 56:13 | mirteboom opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam,
7331 Jes 57:2 | dat daaraan vasthoudt; die den sabbat houdt, zodat gij
7332 Jes 57:3 | de vreemde, die zich tot den HEERE gevoegd heeft, spreke
7333 Jes 57:6 | de vreemden, die zich tot den HEERE voegen, om Hem te
7334 Jes 57:6 | om Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te
7335 Jes 57:6 | knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat hij
7336 Jes 58:2 | 2 Hij zal ingaan in den vrede; zij zullen rusten
7337 Jes 58:4 | lustig, over wien spert gij den mond wijd open en steekt
7338 Jes 58:9 | En gij trekt met olie tot den koning, en gij vermenigvuldigt
7339 Jes 58:14 | verhoogt de baan, bereidt den weg, neemt den aanstoot
7340 Jes 58:14 | bereidt den weg, neemt den aanstoot uit den weg Mijns
7341 Jes 58:14 | neemt den aanstoot uit den weg Mijns volks. ~
7342 Jes 58:15 | is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en
7343 Jes 58:17 | gingen zij afkerig henen in den weg huns harten. ~
7344 Jes 59:5 | vasten heten, en een dag den HEERE aangenaam? ~
7345 Jes 59:7 | Is het niet, dat gij den hongerige uw brood mededeelt,
7346 Jes 59:10 | zo gij uw ziel opent voor den hongerige, en de bedrukte
7347 Jes 59:13 | Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, van te doen
7348 Jes 59:13 | heiligen dag; en indien gij den sabbat noemt een verlustiging,
7349 Jes 59:14 | zult gij u verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen
7350 Jes 60:8 | 8 Den weg des vredes kennen zij
7351 Jes 60:8 | wie daarop gaat, die kent den vrede niet. ~
7352 Jes 60:10 | 10 Wij tasten naar den wand, gelijk de blinden,
7353 Jes 60:10 | tasten wij; wij stoten ons op den middag, als in de schemering,
7354 Jes 60:13 | overtreden en het liegen tegen den HEERE, en het achterwaarts
7355 Jes 60:17 | aan als een pantser, en den helm des heils zette Hij
7356 Jes 60:17 | tot kleding, en Hij deed den ijver aan als een mantel. ~
7357 Jes 60:18 | vergelding aan Zijn vijanden; den eilanden zal Hij het loon
7358 Jes 60:19 | 19 Dan zullen zij den Naam des HEEREN vrezen van
7359 Jes 60:19 | Naam des HEEREN vrezen van den nedergang, en Zijn heerlijkheid
7360 Jes 60:19 | en Zijn heerlijkheid van den opgang der zon; als de vijand
7361 Jes 60:21 | niet wijken, noch van den mond van uw zaad, noch van
7362 Jes 60:21 | mond van uw zaad, noch van den mond van het zaad uws zaads,
7363 Jes 61:3 | licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan. ~
7364 Jes 61:6 | aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof des
7365 Jes 61:9 | en hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN uws
7366 Jes 61:9 | HEEREN uws Gods, en tot den Heilige Israels, dewijl
7367 Jes 61:14 | des HEEREN, het Sion van den Heilige Israels. ~
7368 Jes 62:1 | blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft
7369 Jes 62:1 | gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit
7370 Jes 62:1 | vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; ~
7371 Jes 62:2 | welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods;
7372 Jes 62:3 | 3 Om den treurigen Sions te beschikken
7373 Jes 62:8 | het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer,
7374 Jes 62:10 | Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt
7375 Jes 62:10 | met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid
7376 Jes 63:6 | besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet
7377 Jes 63:6 | geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen.
7378 Jes 63:8 | Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien
7379 Jes 63:9 | het eten, en zij zullen den HEERE prijzen; en die hem
7380 Jes 63:10 | door de poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt,
7381 Jes 64:7 | goedertierenheden des HEEREN vermelden, den veelvoudigen lof des HEEREN,
7382 Jes 64:12 | 12 Die den arm Zijner heerlijkheid
7383 Jes 64:15 | 15 Zie van den hemel af, en aanschouw van
7384 Jes 65:5 | 5 Gij ontmoet den vrolijke, en die gerechtigheid
7385 Jes 66:2 | Mijn handen uitgebreid, den gansen dag tot een wederstrevig
7386 Jes 66:5 | in Mijn neus, een vuur, den gansen dag brandende. ~
7387 Jes 66:11 | HEEREN, gij vergeters van den berg Mijner heiligheid,
7388 Jes 66:16 | die zal zich zegenen in den God der waarheid; en wie
7389 Jes 66:16 | aarde, die zal zweren bij den God der waarheid, omdat
7390 Jes 67:2 | op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest,
7391 Jes 67:3 | offert, breekt een hond den hals; wie spijsoffer offert,
7392 Jes 67:6 | stad zijn, een stem uit den tempel, de stem des HEEREN,
7393 Jes 67:11 | uitzuigen, en u verlusten met den glans harer heerlijkheid. ~
7394 Jes 67:12 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal den vrede over haar uitstrekken
7395 Jes 67:20 | broeders uit alle heidenen den HEERE ten spijsoffer brengen,
7396 Jes 67:23 | maan tot de andere, en van den enen sabbat tot den anderen,
7397 Jes 67:23 | van den enen sabbat tot den anderen, alle vlees komen
7398 Jer 1:1 | De woorden van Jeremia, den zoon van Hilkia, uit de
7399 Jer 1:5 | Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet gesteld. ~
7400 Jer 2:3 | 3 Israel was den HEERE een heiligheid, de
7401 Jer 2:13 | twee boosheden begaan; Mij, den Springader des levenden
7402 Jer 2:16 | kinderen van Nof en Tachpanhes den schedel afgeweid. ~
7403 Jer 2:17 | niet zelven, doordien gij den HEERE, uw God, verlaat,
7404 Jer 2:17 | ten tijde als Hij u op den weg leidt? ~
7405 Jer 2:18 | wat hebt gij te doen met den weg van Egypte, om de wateren
7406 Jer 2:18 | wat hebt gij te doen met den weg van Assur, om de wateren
7407 Jer 2:19 | kwaad en bitter is, dat gij den HEERE, uw God, verlaat,
7408 Jer 2:24 | gewend in de woestijn, naar den lust harer ziel schept zij
7409 Jer 2:24 | lust harer ziel schept zij den wind, wie zou haar ontmoeting
7410 Jer 2:27 | gegenereerd; want zij keren Mij den nek toe, en niet het aangezicht;
7411 Jer 3:5 | Zal Hij in eeuwigheid den toorn behouden? Zal Hij
7412 Jer 3:6 | tot mij, in de dagen van den koning Josia: Hebt gij gezien,
7413 Jer 3:12 | spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid
7414 Jer 3:13 | ongerechtigheid, dat gij tegen den HEERE, uw God, hebt overtreden,
7415 Jer 3:21 | zij hun weg verkeerd, en den HEERE, hun God, vergeten
7416 Jer 3:23 | der bergen; waarlijk, in den HEERE, onzen God, is Israels
7417 Jer 3:24 | Want de schaamte heeft den arbeid onzer vaderen opgegeten,
7418 Jer 3:25 | ons, want wij hebben tegen den HEERE, onzen God, gezondigd,
7419 Jer 4:4 | 4 Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden
7420 Jer 4:11 | plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks;
7421 Jer 4:16 | 16 Vermeldt den volke, ziet, doet het horen
7422 Jer 4:23 | woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was
7423 Jer 4:26 | waren afgebroken, vanwege den HEERE, vanwege de hittigheid
7424 Jer 5:4 | handelen zottelijk, omdat zij den weg des HEEREN, het recht
7425 Jer 5:5 | spreken, want die weten den weg des HEEREN, het recht
7426 Jer 5:12 | 12 Zij verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is
7427 Jer 5:24 | in hun hart: Laat ons nu den HEERE, onzen God, vrezen,
7428 Jer 5:24 | onzen God, vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen
7429 Jer 5:24 | gezette tijden van den oogst, bewaart. ~
7430 Jer 6:4 | 4 Heiligt den krijg tegen haar, maakt
7431 Jer 6:4 | en laat ons optrekken op den middag; o, wee ons! want
7432 Jer 6:5 | en laat ons optrekken in den nacht, en haar paleizen
7433 Jer 6:13 | van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester
7434 Jer 6:13 | van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een
7435 Jer 6:25 | het veld, noch wandelt op den weg; want des vijands zwaard
7436 Jer 7:1 | Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende: ~
7437 Jer 7:2 | deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden. ~
7438 Jer 7:5 | waarlijk zult recht doen tussen den man en tussen zijn naaste; ~
7439 Jer 7:23 | volk zijn; en wandelt in al den weg, dien Ik u gebieden
7440 Jer 8:2 | begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn. ~
7441 Jer 8:6 | gelijk een onbesuisd paard in den strijd.
7442 Jer 8:7 | Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette
7443 Jer 8:7 | kraan, en zwaluw, nemen den tijd hunner aankomst waar;
7444 Jer 8:10 | andere bezitters; want van den kleinste aan tot den grootste
7445 Jer 8:10 | van den kleinste aan tot den grootste toe pleegt een
7446 Jer 8:10 | van hen gierigheid; van den profeet aan tot den
7447 Jer 8:10 | den profeet aan tot den priester toe bedrijft een
7448 Jer 8:13 | er zijn geen druiven aan den wijnstok, en geen vijgen
7449 Jer 8:13 | wijnstok, en geen vijgen aan den vijgeboom, ja, het blad
7450 Jer 8:14 | gedrenkt, omdat wij tegen den HEERE gezondigd hebben. ~
7451 Jer 9:22 | en als een garve achter den maaier, die niemand opzamelt. ~
7452 Jer 10:2 | Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en
7453 Jer 10:11 | hen zeggen: De goden, die den hemel en de aarde niet gemaakt
7454 Jer 10:12 | heeft door Zijn wijsheid, en den hemel uitgebreid door Zijn
7455 Jer 10:13 | een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen
7456 Jer 10:13 | Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den
7457 Jer 10:13 | den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn
7458 Jer 10:21 | onvernuftig geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; daarom
7459 Jer 10:23 | Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg niet is; het
7460 Jer 11:1 | Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende: ~
7461 Jer 11:4 | hen uit Egypteland, uit den ijzeroven, uitvoerde, zeggende:
7462 Jer 11:5 | 5 Opdat Ik den eed bevestige, dien Ik uw
7463 Jer 11:13 | die schaamte, altaren om den Baal te roken. ~
7464 Jer 11:17 | Mij te vertoornen, rokende den Baal. ~
7465 Jer 11:19 | dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht
7466 Jer 11:21 | zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN, opdat gij
7467 Jer 12:3 | slachting, en heilig ze tot den dag der doding. ~
7468 Jer 12:13 | vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN. ~
7469 Jer 13:4 | 4 Neem den gordel, dien gij gekocht
7470 Jer 13:4 | maak u op, en ga henen naar den Frath, en versteek dien
7471 Jer 13:5 | henen, en verstak dien bij den Frath, gelijk als de HEERE
7472 Jer 13:6 | Maak u op, ga henen naar den Frath, en neem den gordel
7473 Jer 13:6 | naar den Frath, en neem den gordel van daar, dien Ik
7474 Jer 13:7 | 7 Zo ging ik naar den Frath, en groef, en nam
7475 Jer 13:7 | Frath, en groef, en nam den gordel van de plaats, alwaar
7476 Jer 13:14 | zal hen in stukken slaan, den een tegen den ander, zo
7477 Jer 13:14 | stukken slaan, den een tegen den ander, zo de vaders als
7478 Jer 13:16 | 16 Geeft eer den HEERE, uw God, eer dat Hij
7479 Jer 13:17 | verborgene plaatsen wenen vanwege den hoogmoed, en mijn oog zal
7480 Jer 13:18 | 18 Zeg tot den koning en tot de koningin:
7481 Jer 14:6 | hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun
7482 Jer 14:12 | het zwaard, en door den honger, en door de pestilentie
7483 Jer 14:15 | door het zwaard en door den honger verteerd worden. ~
7484 Jer 14:16 | weggeworpen zijn vanwege den honger en het zwaard; en
7485 Jer 14:21 | om Uws Naams wil; werp den troon Uwer heerlijkheid
7486 Jer 15:2 | ten zwaarde, en wie tot den honger, ten honger; en wie
7487 Jer 15:8 | jongeling, een verwoester op den middag; Ik heb hem haastelijk
7488 Jer 15:10 | en een man van krakeel den gansen lande! Ik heb hun
7489 Jer 15:11 | tijd der benauwdheid, bij den vijand voor u tussenkome! ~
7490 Jer 15:17 | 17 Ik heb in den raad der bespotters niet
7491 Jer 16:4 | zij zullen tot mest op den aardbodem zijn, en zij zullen
7492 Jer 16:4 | door het zwaard en door den honger verteerd worden,
7493 Jer 16:7 | hun niets uitdelen over den rouw, om iemand te troosten
7494 Jer 16:7 | hun te drinken geven uit den troostbeker, over iemands
7495 Jer 16:10 | onze zonde, die wij tegen den HEERE, onzen God, gezondigd
7496 Jer 17:5 | stelt, en wiens hart van den HEERE afwijkt! ~
7497 Jer 17:7 | daarentegen is de man, die op den HEERE vertrouwt, en wiens
7498 Jer 17:13 | worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader
7499 Jer 17:13 | verlaten den HEERE, den Springader des levenden
7500 Jer 17:16 | achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11232 |