1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11232
Book Chapter: Verse
10501 1Kor 14:22 | ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen,
10502 1Kor 14:31 | gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat
10503 1Kor 14:32 | geesten der profeten zijn den profeten onderworpen. ~
10504 1Kor 15:24 | het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben;
10505 1Kor 15:32 | 32 Zo ik, naar den mens, tegen de beesten gevochten
10506 1Kor 15:47 | tweede Mens is de Heere uit den hemel. ~
10507 1Kor 15:58 | arbeid niet ijdel is in den Heere. ~ ~ ~
10508 1Kor 16:8 | zal te Efeze blijven tot den pinkster dag. ~
10509 1Kor 16:12 | En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer
10510 1Kor 16:15 | Achaje, en dat zij zichzelven den heiligen ten dienst hebben
10511 1Kor 16:18 | mijn geest verkwikt, en ook den uwen. Erkent dan de zodanigen. ~
10512 1Kor 16:19 | Azie. U groeten zeer in den Heere Aquila en Priscilla,
10513 1Kor 16:22 | 22 Indien iemand den Heere Jezus Christus niet
10514 1Kor 16:23 | 23 De genade van den Heere Jezus Christus zij
10515 2Kor 1:1 | van Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheus,
10516 2Kor 1:2 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10517 2Kor 1:14 | gij ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus. ~
10518 2Kor 1:14 | onze zijt, in den dag van den Heere Jezus. ~
10519 2Kor 2:6 | 6 Den zodanige is deze bestraffing
10520 2Kor 2:12 | een deur geopend was in den Heere, zo heb ik geen rust
10521 2Kor 2:14 | triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door
10522 2Kor 3:3 | niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods,
10523 2Kor 3:14 | verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde
10524 2Kor 3:15 | 15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer
10525 2Kor 3:16 | Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn,
10526 2Kor 4:5 | onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat
10527 2Kor 4:10 | 10 Altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam
10528 2Kor 4:11 | leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus'
10529 2Kor 4:14 | 14 Wetende, dat Hij, Die den Heere Jezus opgewekt heeft,
10530 2Kor 5:2 | onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed te worden. ~
10531 2Kor 5:6 | het lichaam, uitwonen van den Heere; ~
10532 2Kor 5:8 | lichaam uit te wonen, en bij den Heere in te wonen. ~
10533 2Kor 5:10 | geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus,
10534 2Kor 5:11 | 11 Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen
10535 2Kor 6:2 | 2 Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik u
10536 2Kor 6:2 | heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik
10537 2Kor 6:6 | in goedertierenheid, in den Heiligen Geest, in ongeveinsde
10538 2Kor 6:15 | deel heeft de gelovige met den ongelovige? ~
10539 2Kor 7:8 | 8 Want hoewel ik u in den zendbrief bedroefd heb,
10540 2Kor 7:10 | droefheid der wereld werkt den dood. ~
10541 2Kor 8:2 | overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid. ~
10542 2Kor 8:5 | gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons,
10543 2Kor 8:5 | en daarna aan ons, door den wil van God. ~
10544 2Kor 8:18 | hebben ook met hem gezonden den broeder, die lof heeft in
10545 2Kor 8:21 | eerlijk is, niet alleen voor den Heere, maar ook voor de
10546 2Kor 9:9 | heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid
10547 2Kor 9:10 | 10 Doch Die het zaad den zaaier verleent, Die verlene
10548 2Kor 10:3 | in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; ~
10549 2Kor 10:17 | wie roemt, die roeme in den Heere. ~
10550 2Kor 11:17 | spreek, spreek ik niet naar den Heere, maar als in onwijsheid,
10551 2Kor 11:32 | 32 De stadhouder van den koning Aretas in Damaskus,
10552 2Kor 11:33 | venster in een mand over den muur nedergelaten, en ontvlood
10553 2Kor 12:2 | opgetrokken is geweest tot in den derden hemel; ~
10554 2Kor 12:5 | 5 Van den zodanige zal ik roemen,
10555 2Kor 12:8 | 8 Hierover heb ik den Heere driemaal gebeden,
10556 2Kor 12:18 | Ik heb Titus gebeden, en den broeder medegezonden; heeft
10557 2Kor 13:1 | maal, dat ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen
10558 2Kor 13:13 | 13 De genade van den Heere Jezus Christus, en
10559 Gal 1:1 | door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden
10560 Gal 1:3 | Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus
10561 Gal 1:4 | tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader; ~
10562 Gal 1:8 | dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde,
10563 Gal 1:11 | verkondigd is, niet is naar den mens. ~
10564 Gal 1:19 | apostelen, dan Jakobus, den broeder des Heeren. ~
10565 Gal 2:6 | verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet
10566 Gal 2:10 | 10 Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; hetwelk
10567 Gal 3:2 | ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken
10568 Gal 3:3 | uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt
10569 Gal 3:5 | 5 Die u dan den Geest verleent, en krachten
10570 Gal 3:9 | zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham. ~
10571 Gal 3:10 | wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven:
10572 Gal 3:13 | Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek
10573 Gal 3:15 | Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen
10574 Gal 3:16 | gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar
10575 Gal 3:25 | zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. ~
10576 Gal 4:2 | voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren
10577 Gal 4:2 | verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. ~
10578 Gal 4:6 | kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden
10579 Gal 4:24 | twee verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid
10580 Gal 4:27 | veel meer, dan dergene, die den man heeft. ~
10581 Gal 4:29 | vervolgde dengene, die naar den Geest geboren was, alzo
10582 Gal 4:30 | zal geenszins erven met den zoon der vrije. ~
10583 Gal 5:5 | Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de
10584 Gal 5:10 | 10 Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders
10585 Gal 5:16 | En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden
10586 Gal 5:17 | het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen
10587 Gal 5:18 | 18 Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt
10588 Gal 5:25 | 25 Indien wij door den Geest leven, zo laat ons
10589 Gal 5:25 | leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. ~
10590 Gal 6:1 | geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den
10591 Gal 6:1 | den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid;
10592 Gal 6:8 | verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den
10593 Gal 6:8 | den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven
10594 Gal 6:17 | draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam. ~
10595 Efez 1:1 | van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen,
10596 Efez 1:2 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10597 Efez 1:3 | geestelijke zegening in den hemel in Christus. ~
10598 Efez 1:6 | ons begenadigd heeft in den Geliefde; ~
10599 Efez 1:7 | vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, ~
10600 Efez 1:10 | in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde
10601 Efez 1:11 | Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; ~
10602 Efez 1:13 | zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; ~
10603 Efez 1:15 | gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u
10604 Efez 1:17 | der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der
10605 Efez 1:20 | tot Zijn rechter hand in den hemel; ~
10606 Efez 2:2 | eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der
10607 Efez 2:2 | de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de
10608 Efez 2:3 | begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten;
10609 Efez 2:6 | heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus; ~
10610 Efez 2:7 | in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner
10611 Efez 2:14 | beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels
10612 Efez 2:18 | door Hem hebben wij beiden den toegang door een Geest tot
10613 Efez 2:18 | toegang door een Geest tot den Vader. ~
10614 Efez 2:21 | tot een heiligen tempel in den Heere; ~
10615 Efez 2:22 | tot een woonstede Gods in den Geest. ~ ~
10616 Efez 3:5 | 5 Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet
10617 Efez 3:5 | apostelen en profeten, door den Geest; ~
10618 Efez 3:8 | 8 Mij, den allerminste van al de heiligen,
10619 Efez 3:8 | Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom
10620 Efez 3:10 | overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid
10621 Efez 3:12 | hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen,
10622 Efez 3:14 | buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus
10623 Efez 3:16 | 16 Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid,
10624 Efez 3:16 | worden door Zijn Geest in den inwendigen mens; ~
10625 Efez 4:1 | dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk
10626 Efez 4:3 | enigheid des Geestes door den band des vredes. ~
10627 Efez 4:8 | gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven. ~
10628 Efez 4:13 | geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen
10629 Efez 4:16 | iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt,
10630 Efez 4:17 | dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer
10631 Efez 4:22 | aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven
10632 Efez 4:23 | zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
10633 Efez 4:24 | 24 En den nieuwen mens aandoen, die
10634 Efez 4:27 | 27 En geeft den duivel geen plaats. ~
10635 Efez 4:30 | 30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet,
10636 Efez 4:30 | Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing. ~
10637 Efez 5:3 | worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, ~
10638 Efez 5:8 | maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen
10639 Efez 5:10 | 10 Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij. ~
10640 Efez 5:16 | 16 Den tijd uitkopende, dewijl
10641 Efez 5:18 | maar wordt vervuld met den Geest; ~
10642 Efez 5:19 | liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart; ~
10643 Efez 5:20 | over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen
10644 Efez 5:20 | dingen God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus
10645 Efez 5:22 | mannen onderdanig, gelijk aan den Heere; ~
10646 Efez 5:33 | en de vrouw zie, dat zij den man vreze. ~ ~ ~
10647 Efez 6:1 | uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. ~
10648 Efez 6:6 | dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte; ~
10649 Efez 6:7 | Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; ~
10650 Efez 6:8 | hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij
10651 Efez 6:10 | broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte
10652 Efez 6:12 | 12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees
10653 Efez 6:13 | opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht
10654 Efez 6:17 | 17 En neemt den helm der zaligheid, en het
10655 Efez 6:18 | biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende
10656 Efez 6:21 | broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken; ~
10657 Efez 6:23 | 23 Vrede zij den broederen, en liefde met
10658 Efez 6:23 | liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus
10659 Efez 6:23 | geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10660 Fili 1:1 | dienstknechten van Jezus Christus, al den heiligen in Christus Jezus,
10661 Fili 1:2 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10662 Fili 1:5 | gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe; ~
10663 Fili 1:6 | dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; ~
10664 Fili 1:10 | zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~
10665 Fili 1:14 | meerder deel der broederen in den Heere, door mijn banden
10666 Fili 1:20 | door het leven, hetzij door den dood. ~
10667 Fili 2:3 | ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven. ~
10668 Fili 2:7 | aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; ~
10669 Fili 2:8 | gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. ~
10670 Fili 2:8 | zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. ~
10671 Fili 2:10 | alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde,
10672 Fili 2:16 | mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik
10673 Fili 2:19 | 19 En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast
10674 Fili 2:24 | 24 Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast
10675 Fili 2:27 | krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich
10676 Fili 2:29 | 29 Ontvangt hem dan in den Heere, met alle blijdschap,
10677 Fili 2:30 | Christus was hij tot nabij den dood gekomen, zijn leven
10678 Fili 3:1 | broeders, verblijdt u in den Heere. Dezelfde dingen aan
10679 Fili 3:3 | besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus
10680 Fili 3:5 | geslacht van Israel, van den stam van Benjamin, een Hebreer
10681 Fili 3:6 | 6 Naar den ijver een vervolger der
10682 Fili 3:14 | jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods,
10683 Fili 3:20 | hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk
10684 Fili 3:20 | Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus; ~
10685 Fili 4:1 | en kroon, staat alzo in den Heere, geliefden! ~
10686 Fili 4:2 | dat zij eensgezind zijn in den Heere. ~
10687 Fili 4:4 | 4 Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom
10688 Fili 4:10 | grotelijks verblijd geweest in den Heere, dat gij nu eenmaal
10689 Kol 1:2 | 2 Den heiligen en gelovige broederen
10690 Kol 1:2 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10691 Kol 1:3 | 3 Wij danken den God en Vader van onzen Heere
10692 Kol 1:8 | verklaard heeft uw liefde in den Geest. ~
10693 Kol 1:10 | moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid,
10694 Kol 1:12 | 12 Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt
10695 Kol 1:13 | heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; ~
10696 Kol 1:22 | lichaam Zijns vleses, door den dood, opdat Hij u zou heilig
10697 Kol 1:23 | al de kreature, die onder den hemel is; van hetwelk ik
10698 Kol 2:2 | verborgenheid van God en den Vader, en van Christus; ~
10699 Kol 2:5 | ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende
10700 Kol 2:6 | gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen,
10701 Kol 2:12 | Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook
10702 Kol 3:9 | dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, ~
10703 Kol 3:10 | 10 En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd
10704 Kol 3:13 | elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen
10705 Kol 3:16 | geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid
10706 Kol 3:18 | onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere. ~
10707 Kol 3:23 | doet dat van harte als den Heere en niet den mensen; ~
10708 Kol 3:23 | harte als den Heere en niet den mensen; ~
10709 Kol 3:24 | 24 Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de
10710 Kol 4:5 | degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd uitkopende. ~
10711 Kol 4:9 | 9 Met Onesimus, den getrouwen en geliefden broeder,
10712 Kol 4:12 | volmaakt en volkomen in al den wil van God. ~
10713 1The 1:1 | Thessalonicensen, welke is in God den Vader, en den Heere Jezus
10714 1The 1:1 | is in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: genade
10715 1The 1:1 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10716 1The 1:3 | het werk uws geloofs, en den arbeid der liefde, en de
10717 1The 1:5 | maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, en in vele
10718 1The 1:7 | voorbeelden geworden zijt al den gelovigen in Macedonie en
10719 1The 1:9 | zijt van de afgoden, om den levenden en waarachtigen
10720 1The 1:10 | Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn. ~ ~
10721 1The 2:15 | Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen
10722 1The 3:8 | indien gij vast staat in den Heere. ~
10723 1The 4:1 | bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij
10724 1The 4:2 | wij u gegeven hebben door den Heere Jezus. ~
10725 1The 4:16 | bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus
10726 1The 4:17 | opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht;
10727 1The 4:17 | alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. ~
10728 1The 5:11 | elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook
10729 1The 5:12 | uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen; ~
10730 1The 5:19 | 19 Blust den Geest niet uit. ~
10731 1The 5:27 | 27 Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief
10732 1The 5:27 | Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen
10733 2The 1:1 | in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus: ~
10734 2The 1:2 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10735 2The 1:7 | ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den hemel
10736 2The 1:7 | van den Heere Jezus van den hemel met de engelen Zijner
10737 2The 1:12 | genade van onzen God en den Heere Jezus Christus. ~ ~
10738 2The 2:4 | geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God
10739 2The 2:8 | de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te
10740 2The 2:13 | over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u
10741 2The 2:13 | bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot
10742 2The 3:3 | versterken en bewaren van den boze. ~
10743 2The 3:4 | wij vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen
10744 2The 3:6 | bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus
10745 1Tim 1:1 | God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, Die
10746 1Tim 1:9 | 9 En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet
10747 1Tim 1:9 | wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den
10748 1Tim 1:9 | den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen
10749 1Tim 1:9 | onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren,
10750 1Tim 1:9 | halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen
10751 1Tim 1:9 | goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken,
10752 1Tim 1:9 | zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders
10753 1Tim 1:9 | onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders,
10754 1Tim 1:9 | ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, ~
10755 1Tim 1:9 | vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, ~
10756 1Tim 1:10 | 10 Den hoereerders, dien, die bij
10757 1Tim 1:10 | die bij mannen liggen, den mensendieven, den leugenaars,
10758 1Tim 1:10 | liggen, den mensendieven, den leugenaars, den meinedigen,
10759 1Tim 1:10 | mensendieven, den leugenaars, den meinedigen, en zo er iets
10760 1Tim 1:17 | 17 Den Koning nu der eeuwen, den
10761 1Tim 1:17 | Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken,
10762 1Tim 1:17 | eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen
10763 1Tim 1:17 | onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer
10764 1Tim 1:18 | voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt; ~
10765 1Tim 1:20 | Hymeneus en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat
10766 1Tim 2:12 | dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat
10767 1Tim 3:3 | 3 Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen
10768 1Tim 3:7 | valle in smaadheid, en in den strik des duivels. ~
10769 1Tim 3:16 | vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de
10770 1Tim 4:6 | 6 Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo
10771 1Tim 4:10 | omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder
10772 1Tim 4:12 | in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
10773 1Tim 5:4 | godzaligheid oefenen, en den voorouderen wedervergelding
10774 1Tim 5:10 | voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp
10775 1Tim 5:15 | zich alrede afgewend achter den satan. ~
10776 1Tim 5:21 | 21 Ik betuig voor God, en den Heere Jezus Christus, en
10777 1Tim 6:9 | vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze
10778 1Tim 6:12 | 12 Strijd den goeden strijd des geloofs,
10779 1Tim 6:17 | 17 Beveel den rijken in deze tegenwoordige
10780 1Tim 6:17 | ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle
10781 2Tim 1:1 | van Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte
10782 2Tim 1:2 | barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en Christus Jezus,
10783 2Tim 1:10 | Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft te niet gedaan,
10784 2Tim 1:14 | dat u toebetrouwd is, door den Heiligen Geest, Die in ons
10785 2Tim 1:16 | 16 De Heere geve den huize van Onesiforus barmhartigheid;
10786 2Tim 1:18 | barmhartigheid vinde bij den Heere, in dien dag; en hoeveel
10787 2Tim 2:4 | moge behagen, die hem tot den krijg aangenomen heeft. ~
10788 2Tim 2:8 | is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie; ~
10789 2Tim 2:14 | gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd
10790 2Tim 2:19 | zijn; en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt,
10791 2Tim 2:22 | vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een
10792 2Tim 2:26 | wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder
10793 2Tim 3:2 | hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar,
10794 2Tim 4:1 | Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, Die
10795 2Tim 4:7 | 7 Ik heb den goeden strijd gestreden,
10796 2Tim 4:7 | strijd gestreden, ik heb den loop geeindigd, ik heb het
10797 2Tim 4:11 | hij is mij zeer nut tot den dienst. ~
10798 2Tim 4:13 | 13 Breng den reismantel mede, dien ik
10799 2Tim 4:21 | 21 Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet
10800 2Tim 5:4 | barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus
10801 2Tim 5:4 | u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen
10802 2Tim 5:7 | toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen
10803 2Tim 5:11 | 11 Welken men moet den mond stoppen, die gehele
10804 2Tim 5:15 | Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten
10805 2Tim 5:15 | wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen
10806 Tit 1:4 | barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus
10807 Tit 1:4 | u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen
10808 Tit 1:7 | toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen
10809 Tit 1:11 | 11 Welken men moet den mond stoppen, die gehele
10810 Tit 1:15 | Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten
10811 Tit 1:15 | wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen
10812 Tit 2:3 | haar dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij
10813 Tit 2:6 | 6 Vermaan den jonge mannen insgelijks,
10814 Tit 2:9 | 9 Vermaan den dienstknechten, dat zij
10815 Tit 2:13 | verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker
10816 Tit 3:8 | die goed en nuttig zijn den mensen.
10817 Tit 3:13 | 13 Geleid Zenas, den wetgeleerde, en Apollos
10818 File 1:1 | de broeder, aan Filemon, den geliefde, en onzen medearbeider, ~
10819 File 1:3 | van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~
10820 File 1:5 | geloof, hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus, en jegens al
10821 File 1:16 | beide in het vlees en in den Heere. ~
10822 File 1:20 | uwer hierin genieten in den Heere; verkwik mijn ingewanden
10823 File 1:20 | verkwik mijn ingewanden in den Heere. ~
10824 Heb 1:1 | dagen tot ons gesproken door den Zoon; ~
10825 Heb 1:8 | 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon,
10826 Heb 1:10 | En: Gij, Heere! hebt in den beginne de aarde gegrond,
10827 Heb 2:9 | de genade Gods voor allen den dood smaken zou. ~
10828 Heb 2:10 | de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner
10829 Heb 2:14 | geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene,
10830 Heb 2:14 | geweld des doods had, dat is, den duivel; ~
10831 Heb 2:17 | 17 Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden,
10832 Heb 3:1 | deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester
10833 Heb 3:12 | hart, om af te wijken van den levenden God; ~
10834 Heb 4:4 | Want Hij heeft ergens van den zevenden dag aldus gesproken:
10835 Heb 4:4 | gesproken: En God heeft op den zevenden dag van al Zijn
10836 Heb 4:14 | doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van God, zo laat ons
10837 Heb 4:16 | vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat
10838 Heb 5:7 | tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met
10839 Heb 5:12 | behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node,
10840 Heb 6:6 | bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen
10841 Heb 6:7 | 7 Want de aarde, die den regen, menigmaal op haar
10842 Heb 6:10 | uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die gij
10843 Heb 6:16 | de mensen zweren wel bij den meerdere dan zij zijn, en
10844 Heb 6:17 | 17 Waarin God, willende den erfgenamen der beloftenis
10845 Heb 7:3 | des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden
10846 Heb 7:4 | tienden gegeven heeft uit den buit. ~
10847 Heb 7:23 | geworden, omdat zij door den dood verhinderd werden altijd
10848 Heb 7:27 | allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters, eerst voor
10849 Heb 7:28 | de wet is gevolgd, stelt den Zoon, Die in der eeuwigheid
10850 Heb 8:1 | aan de rechter hand van den troon der Majesteit in de
10851 Heb 8:5 | aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou:
10852 Heb 8:5 | de afbeelding, die u op den berg getoond is. ~
10853 Heb 8:11 | zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den
10854 Heb 8:11 | den kleine onder hen tot den grote onder hen. ~
10855 Heb 9:6 | gingen wel de priesters in den eersten tabernakel, te allen
10856 Heb 9:7 | 7 Maar in den tweeden tabernakel ging
10857 Heb 9:10 | rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd der verbetering opgelegd. ~
10858 Heb 9:11 | gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten
10859 Heb 9:14 | bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven
10860 Heb 9:14 | reinigen van dode werken, om den levende God te dienen? ~
10861 Heb 9:21 | besprengde desgelijks ook den tabernakel, en al de vaten
10862 Heb 9:21 | tabernakel, en al de vaten van den dienst met het bloed. ~
10863 Heb 9:24 | tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen
10864 Heb 9:27 | 27 En gelijk het den mensen gezet is, eenmaal
10865 Heb 10:2 | worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten
10866 Heb 10:29 | waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft,
10867 Heb 10:29 | waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid
10868 Heb 10:36 | lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende,
10869 Heb 11:5 | weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij
10870 Heb 11:11 | zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms heeft
10871 Heb 11:12 | en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk
10872 Heb 11:22 | Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israels,
10873 Heb 11:27 | verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want
10874 Heb 11:27 | hield zich vast, als ziende den Onzienlijke. ~
10875 Heb 11:34 | krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn,
10876 Heb 12:2 | 2 Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder
10877 Heb 12:4 | 4 Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan,
10878 Heb 12:9 | zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen
10879 Heb 12:14 | 14 Jaagt den vrede na met allen, en de
10880 Heb 12:14 | heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal; ~
10881 Heb 12:18 | gij zijt niet gekomen tot den tastelijken berg, en het
10882 Heb 12:20 | Indien ook een gedierte den berg aanraakt, het zal gestenigd
10883 Heb 12:22 | Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad des
10884 Heb 12:23 | opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de
10885 Heb 12:24 | 24 En tot den Middelaar des nieuwen testaments,
10886 Heb 12:26 | alleen de aarde, maar ook den hemel. ~
10887 Heb 13:10 | macht hebben te eten, die den tabernakel dienen. ~
10888 Heb 13:11 | werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver
10889 Heb 13:20 | De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen,
10890 Jako 1:1 | dienstknecht van God en van den Heere Jezus Christus; aan
10891 Jako 1:6 | der zee gelijk, die van den wind gedreven en op en nedergeworpen
10892 Jako 1:7 | hij iets ontvangen zal van den Heere. ~
10893 Jako 1:15 | voleindigd zijnde baart den dood. ~
10894 Jako 1:17 | gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende,
10895 Jako 1:27 | onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en
10896 Jako 2:1 | onzen Heere Jezus Christus, den Heere der heerlijkheid,
10897 Jako 2:2 | met een gouden ring aan den vinger, in een sierlijke
10898 Jako 2:3 | plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of:
10899 Jako 2:6 | 6 Maar gij hebt den armen oneer aangedaan. Overweldigen
10900 Jako 2:7 | 7 Lasteren zij niet den goeden naam, die over u
10901 Jako 2:9 | 9 Maar indien gij den persoon aanneemt, zo doet
10902 Jako 3:2 | ook het gehele lichaam in den toom te houden. ~
10903 Jako 3:3 | 3 Ziet, wij leggen den paarden tomen in de monden,
10904 Jako 3:9 | Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken
10905 Jako 4:6 | wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. ~
10906 Jako 4:7 | onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u
10907 Jako 4:10 | 10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen. ~
10908 Jako 5:4 | gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. ~
10909 Jako 5:6 | veroordeeld, gij hebt gedood den rechtvaardige; en hij wederstaat
10910 Jako 5:7 | over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen
10911 Jako 5:10 | lankmoedigheid de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken
10912 Jako 5:12 | broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde,
10913 Jako 5:14 | hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. ~
10914 Jako 5:15 | het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere
10915 Jako 5:20 | wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte
10916 1Pet 1:2 | 2 Den uitverkorenen naar de voorkennis
10917 1Pet 1:2 | naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking
10918 1Pet 1:5 | geopenbaard te worden in den laatsten tijd. ~
10919 1Pet 1:12 | Evangelie verkondigd hebben door den Heilige Geest, Die van den
10920 1Pet 1:12 | den Heilige Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke
10921 1Pet 1:17 | werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning; ~
10922 1Pet 1:22 | gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke
10923 1Pet 2:7 | gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen wordt gezegd:
10924 1Pet 2:12 | God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. ~
10925 1Pet 2:13 | om des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste
10926 1Pet 2:14 | 14 Hetzij den stadhouderen, als die van
10927 1Pet 2:15 | God, dat gij, weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid
10928 1Pet 2:17 | broederschap lief; vreest God; eert den koning. ~
10929 1Pet 2:18 | met alle vreze onderdanig den heren, niet alleen den goeden
10930 1Pet 2:18 | onderdanig den heren, niet alleen den goeden en bescheidenen,
10931 1Pet 2:18 | en bescheidenen, maar ook den harden. ~
10932 1Pet 2:25 | gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer
10933 1Pet 3:1 | onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn,
10934 1Pet 3:1 | ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder
10935 1Pet 3:15 | 15 Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en
10936 1Pet 3:18 | maar levend gemaakt door den Geest; ~
10937 1Pet 3:19 | ook, henengegaan zijnde, den geesten, die in de gevangenis
10938 1Pet 4:2 | begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die
10939 1Pet 4:2 | maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het
10940 1Pet 4:3 | het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd des levens
10941 1Pet 4:6 | 6 Want daartoe is ook den doden het Evangelie verkondigd
10942 1Pet 4:6 | zouden geoordeeld worden naar den mens in het vlees, maar
10943 1Pet 4:6 | leven zouden naar God in den geest. ~
10944 1Pet 4:14 | Indien gij gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt
10945 1Pet 4:19 | dan ook die lijden naar den wil van God, dat zij hun
10946 1Pet 4:19 | zij hun zielen Hem, als den getrouwen Schepper, bevelen
10947 1Pet 5:5 | Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt
10948 2Pet 1:17 | 17 Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid
10949 2Pet 1:21 | heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven zijnde,
10950 2Pet 2:1 | bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft,
10951 2Pet 2:5 | heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid,
10952 2Pet 2:5 | achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld
10953 2Pet 2:7 | 7 En den rechtvaardigen Lot, die
10954 2Pet 2:7 | Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der gruwelijken
10955 2Pet 2:9 | onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft
10956 2Pet 2:11 | lasterlijk oordeel tegen hen voor den Heere voortbrengen. ~
10957 2Pet 2:15 | 15 Die den rechten weg verlaten hebbende,
10958 2Pet 2:15 | zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon
10959 2Pet 2:15 | volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het
10960 2Pet 2:20 | nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus
10961 2Pet 2:21 | ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet
10962 2Pet 3:6 | toen was, met het water van den zondvloed bedekt zijnde,
10963 2Pet 3:7 | worden ten vure bewaard tegen den dag des oordeels, en der
10964 2Pet 3:8 | geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren,
10965 2Pet 3:10 | zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen
10966 2Pet 3:12 | haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen,
10967 1Joh 1:1 | 1 Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij
10968 1Joh 1:2 | eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) ~
10969 1Joh 1:3 | gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon
10970 1Joh 2:1 | hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den
10971 1Joh 2:1 | den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; ~
10972 1Joh 2:7 | een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt; dit
10973 1Joh 2:7 | is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt. ~
10974 1Joh 2:13 | hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf u,
10975 1Joh 2:13 | jongelingen, want gij hebt den boze overwonnen. Ik schrijf
10976 1Joh 2:13 | kinderen, want gij hebt den Vader gekend. ~
10977 1Joh 2:14 | hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik heb u geschreven,
10978 1Joh 2:14 | blijft in u, en gij hebt den boze overwonnen. ~
10979 1Joh 2:16 | des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld. ~
10980 1Joh 2:17 | begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft
10981 1Joh 2:20 | gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle
10982 1Joh 2:22 | Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. ~
10983 1Joh 2:22 | antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. ~
10984 1Joh 2:23 | 23 Een iegelijk, die den Zoon loochent, heeft ook
10985 1Joh 2:23 | Zoon loochent, heeft ook den Vader niet. ~
10986 1Joh 2:24 | Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat
10987 1Joh 2:24 | in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zo
10988 1Joh 2:24 | hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven. ~
10989 1Joh 2:24 | gij ook in den Zoon en in den Vader blijven. ~
10990 1Joh 3:8 | Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt
10991 1Joh 3:8 | want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon
10992 1Joh 3:11 | verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt, dat
10993 1Joh 3:12 | Niet gelijk Kain, die uit den boze was, en zijn broeder
10994 1Joh 3:14 | wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl
10995 1Joh 3:14 | niet liefheeft, blijft in den dood. ~
10996 1Joh 3:18 | ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong,
10997 1Joh 3:23 | gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus
10998 1Joh 3:24 | ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven
10999 1Joh 4:2 | 2 Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest,
11000 1Joh 4:3 | maar dit is de geest van den antichrist, welken geest
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11232 |