Book Chapter: Verse

11001 1Joh   4:6  |                niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den
11002 1Joh   4:6  |              den geest der waarheid, en den geest der dwaling. ~
11003 1Joh   4:17 |          vrijmoedigheid mogen hebben in den dag des oordeels, namelijk
11004 1Joh   5:7  |                zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord
11005 1Joh   5:10 |                               10 Die in den Zoon van God gelooft, heeft
11006 1Joh   5:12 |                                  12 Die den Zoon heeft, die heeft het
11007 1Joh   5:12 |                die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft,
11008 1Joh   5:13 |              geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God;
11009 1Joh   5:13 |                 en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. ~
11010 1Joh   5:16 |             zondigen een zonde niet tot den dood, die zal God bidden
11011 1Joh   5:16 |               ik, die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot
11012 1Joh   5:16 |               dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve zonde
11013 1Joh   5:17 |                 en er is zonde niet tot den dood. ~
11014 1Joh   5:20 |               verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij
11015 1Joh   5:20 |      Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in
11016 2Joh   1:3  |                 zij met ulieden van God den Vader, en van den Heere
11017 2Joh   1:3  |               van God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den
11018 2Joh   1:3  |               den Heere Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid
11019 2Joh   1:4  |              gebod ontvangen hebben van den Vader. ~
11020 2Joh   1:5  |            hetgeen wij gehad hebben van den beginne, namelijk dat wij
11021 2Joh   1:6  |             gebod, gelijk gijlieden van den beginne gehoord hebt, dat
11022 2Joh   1:9  |               blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon. ~
11023 2Joh   1:9  |               heeft beiden den Vader en den Zoon. ~
11024 3Joh   1:1  |                      1 De ouderling aan den geliefden Gajus, welken
11025 Jud   1:1   |                geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en
11026 Jud   1:3   |                 het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. ~
11027 Jud   1:9   |                 archangel, toen hij met den duivel twistte, en handelde
11028 Jud   1:18  |                gezegd hebben, dat er in den laatsten tijd spotters zullen
11029 Jud   1:19  |         afscheiden, natuurlijke mensen, den Geest niet hebbende. ~
11030 Jud   1:20  |       allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest; ~
11031 Jud   1:23  |               uit het vuur; en haat ook den rok, die van het vlees bevlekt
11032 Jud   1:25  |                                      25 Den alleen wijzen God, onzen
11033 Open   1:10 |                         10 En ik was in den geest op den dag des Heeren;
11034 Open   1:10 |               En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde
11035 Open   1:13 |                de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde,
11036 Open   2:1  |                           1 Schrijf aan den engel der Gemeente van Efeze:
11037 Open   2:7  |               zal hem geven te eten van den boom des levens, die in
11038 Open   2:8  |                        8 En schrijf aan den engel der Gemeente van die
11039 Open   2:10 |                 dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven
11040 Open   2:11 |             zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd
11041 Open   2:12 |                       12 En schrijf aan den engel der Gemeente, die
11042 Open   2:14 |                houden, die Balak leerde den kinderen Israels een aanstoot
11043 Open   2:17 |                 witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam
11044 Open   2:18 |                       18 En schrijf aan den engel der Gemeente te Thyatire:
11045 Open   2:23 |               haar kinderen zal Ik door den dood ombrengen; en al de
11046 Open   3:1  |                        1 En schrijf aan den engel der Gemeente, die
11047 Open   3:1  |                 weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft,
11048 Open   3:7  |                        7 En schrijf aan den engel der Gemeente, die
11049 Open   3:7  |            Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die
11050 Open   3:12 |                 maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij
11051 Open   3:12 |                 Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam
11052 Open   3:12 |             nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt,
11053 Open   3:14 |                       14 En schrijf aan den engel van de Gemeente der
11054 Open   4:1  |                 een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem,
11055 Open   4:2  |                2 En terstond werd ik in den geest; en ziet, er was een
11056 Open   4:2  |               er was een troon gezet in den hemel, en er zat Een op
11057 Open   4:2  |                 hemel, en er zat Een op den troon. ~
11058 Open   4:3  |                 zat, was in het aanzien den steen Jaspis en Sardius
11059 Open   4:3  |                een regenboog was rondom den troon, in het aanzien der
11060 Open   4:4  |                             4 En rondom den troon waren vier en twintig
11061 Open   4:5  |                                5 En van den troon gingen uit bliksemen,
11062 Open   4:5  |             lampen waren brandende voor den troon, welke zijn de zeven
11063 Open   4:6  |                               6 En voor den troon was een glazen zee,
11064 Open   4:6  |            midden des troons, en rondom den troon, vier dieren, zijnde
11065 Open   4:9  |           dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid
11066 Open   4:10 |            ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en aanbaden Hem,
11067 Open   4:10 |                 wierpen hun kronen voor den troon, zeggende: ~
11068 Open   5:1  |           rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven
11069 Open   5:3  |                         3 En niemand in den hemel, noch op de aarde,
11070 Open   5:5  |                  zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel
11071 Open   5:6  |                 ziet, in het midden van den troon, en van de vier dieren,
11072 Open   5:7  |           rechter hand Desgenen, Die op den troon zat. ~
11073 Open   5:11 |               stem veler engelen rondom den troon, en de dieren, en
11074 Open   5:13 |                En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde,
11075 Open   5:13 |           hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij
11076 Open   6:4  |                 zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde;
11077 Open   6:6  |                 en beschadig de olie en den wijn niet. ~
11078 Open   6:8  |           zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten
11079 Open   6:16 |             aangezicht Desgenen, Die op den troon zit, en van den toorn
11080 Open   6:16 |                op den troon zit, en van den toorn des Lams. ~
11081 Open   7:2  |               anderen engel opkomen van den opgang der zon, hebbende
11082 Open   7:9  |                  en talen, staande voor den troon, en voor het Lam,
11083 Open   7:10 |         zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam. ~
11084 Open   7:11 |               de engelen stonden rondom den troon, en rondom de ouderlingen
11085 Open   7:11 |             vier dieren; en vielen voor den troon neder op hun aangezicht,
11086 Open   7:15 |                 15 Daarom zijn zij voor den troon van God, en dienen
11087 Open   7:15 |               in Zijn tempel; en Die op den troon zit, zal hen overschaduwen. ~
11088 Open   8:1  |              werd er een stilzwijgen in den hemel, omtrent van een half
11089 Open   8:3  |                 gouden altaar, dat voor den troon is. ~
11090 Open   8:10 |                een fakkel, gevallen uit den hemel, en is gevallen op
11091 Open   8:12 |               en dat het derde deel van den dag niet zou lichten; en
11092 Open   8:12 |                niet zou lichten; en van den nacht desgelijks. ~
11093 Open   9:1  |              zag een ster, gevallen uit den hemel op de aarde, en haar
11094 Open   9:1  |             werd gegeven de sleutel van den put des afgronds. ~
11095 Open   9:2  |                          2 En zij heeft den put des afgronds geopend;
11096 Open   9:2  |                 er is rook opgegaan uit den put, als rook eens groten
11097 Open   9:2  |                verduisterd geworden van den rook des puts. ~
11098 Open   9:3  |                                3 En uit den rook kwamen sprinkhanen
11099 Open   9:6  |              die dagen zullen de mensen den dood zoeken, en zullen dien
11100 Open   9:7  |         gedaanten der sprinkhanen waren den paarden gelijk, die tot
11101 Open   9:7  |                 paarden gelijk, die tot den oorlog bereid zijn; en op
11102 Open   9:9  |               wanneer vele paarden naar den strijd lopen. ~
11103 Open   9:10 |               10 En zij hadden staarten den schorpioenen gelijk, en
11104 Open   9:11 |                over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn
11105 Open   9:11 |                 de Griekse taal had hij den naam Apollyon. ~
11106 Open   9:14 |                         14 Zeggende tot den zesden engel, die de bazuin
11107 Open   9:14 |               zijn bij de grote rivier, den Eufraat. ~
11108 Open   9:18 |         namelijk door het vuur, en door den rook, en door het sulfer,
11109 Open  10:1  |            sterken engel, afkomende van den hemel, die bekleed was met
11110 Open  10:2  |               rechtervoet op de zee, en den linker op de aarde. ~
11111 Open  10:4  |               en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide:
11112 Open  10:5  |                  hief zijn hand op naar den hemel; ~
11113 Open  10:6  |                 in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en
11114 Open  10:7  |                Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft. ~
11115 Open  10:8  |                  die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met
11116 Open  10:9  |                  9 En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem:
11117 Open  11:1  |               en zeide: Sta op, en meet den tempel Gods en het altaar,
11118 Open  11:2  |             voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet,
11119 Open  11:2  |              meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij
11120 Open  11:4  |               twee kandelaren, die voor den God der aarde staan. ~
11121 Open  11:6  |                    6 Dezen hebben macht den hemel te sluiten, opdat
11122 Open  11:7  |                  zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg
11123 Open  11:12 |              hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide:
11124 Open  11:12 |               op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en hun
11125 Open  11:13 |            bevreesd geworden, en hebben den God des hemels heerlijkheid
11126 Open  11:15 |            geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken
11127 Open  11:18 |                geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen,
11128 Open  11:18 |        dienstknechten, den profeten, en den heiligen, en dengenen, die
11129 Open  11:18 |           dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den groten; en
11130 Open  11:18 |             Naam vrezen, den kleinen en den groten; en om te verderven
11131 Open  12:1  |               een groot teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw,
11132 Open  12:3  |               een ander teken gezien in den hemel; en ziet, er was een
11133 Open  12:7  |                   7 En er werd krijg in den hemel; Michael en zijn engelen
11134 Open  12:7  |             zijn engelen krijgden tegen den draak, en de draak krijgde
11135 Open  12:8  |                is niet meer gevonden in den hemel. ~
11136 Open  12:10 |                 grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid,
11137 Open  12:11 |                leven niet liefgehad tot den dood toe. ~
11138 Open  13:3  |                van zijn hoofden als tot den dood gewond, en zijn dodelijke
11139 Open  13:4  |                       4 En zij aanbaden den draak, die het beest macht
11140 Open  13:6  |              Zijn tabernakel, en die in den hemel wonen. ~
11141 Open  13:7  |         hetzelve werd macht gegeven, om den heiligen krijg aan te doen,
11142 Open  13:13 |                  zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de
11143 Open  13:17 |                 dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het
11144 Open  14:1  |               en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd
11145 Open  14:1  |               veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven
11146 Open  14:2  |               En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem veler
11147 Open  14:3  |               als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren,
11148 Open  14:5  |                 zijn onberispelijk voor den troon van God. ~
11149 Open  14:7  |            gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, en de
11150 Open  14:8  |               grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij
11151 Open  14:10 |                 Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods, die
11152 Open  14:10 |           ongemengd ingeschonken is, in den drinkbeker Zijns toorns;
11153 Open  14:13 |               En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide:
11154 Open  14:13 |             zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan.
11155 Open  14:15 |               een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een
11156 Open  14:17 |               een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel
11157 Open  14:17 |             kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf
11158 Open  14:18 |             snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want
11159 Open  14:19 |                 sneed de druiven af van den wijngaard der aarde, en
11160 Open  14:19 |               der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak des toorns
11161 Open  14:20 |            getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot
11162 Open  15:1  |            groot en wonderlijk teken in den hemel; namelijk zeven engelen,
11163 Open  15:3  |            zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het
11164 Open  15:5  |           tabernakels der getuigenis in den hemel werd geopend. ~
11165 Open  15:6  |               plagen hadden, kwamen uit den tempel, bekleed met rein
11166 Open  15:7  |              een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven gouden
11167 Open  15:7  |            zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die in alle
11168 Open  15:8  |               kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de
11169 Open  16:1  |               hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de
11170 Open  16:1  |                giet de zeven fiolen van den toorn Gods uit op de aarde. ~
11171 Open  16:5  |                          5 En ik hoorde den engel der wateren zeggen:
11172 Open  16:9  |               grote hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft
11173 Open  16:10 |            engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en
11174 Open  16:11 |                     11 En zij lasterden den God des hemels vanwege hun
11175 Open  16:12 |                 uit op de grote rivier, den Eufraat; en zijn water is
11176 Open  16:12 |               weg der koningen, die van den opgang der zon komen zullen. ~
11177 Open  16:13 |                        13 En ik zag uit den mond des draaks, en uit
11178 Open  16:13 |                 mond des draaks, en uit den mond van het beest, en uit
11179 Open  16:13 |              mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets,
11180 Open  16:13 |              drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; ~
11181 Open  16:14 |                om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag
11182 Open  16:17 |                 kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den
11183 Open  16:17 |              den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is
11184 Open  16:19 |              voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn
11185 Open  16:19 |                geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap. ~
11186 Open  16:21 |              pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de
11187 Open  17:2  |               zijn dronken geworden van den wijn harer hoererij. ~
11188 Open  17:3  |                 weg in een woestijn, in den geest, en ik zag een vrouw,
11189 Open  17:8  |                  en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve
11190 Open  18:1  |               anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote macht,
11191 Open  18:3  |                            3 Dewijl uit den wijn des toorns harer hoererij
11192 Open  18:4  |              hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit
11193 Open  18:5  |                op de andere gevolgd tot den hemel toe, en God is harer
11194 Open  18:6  |            dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, waarin zij geschonken
11195 Open  18:9  |             haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen
11196 Open  18:18 |                    18 En riepen, ziende den rook van haar brand, en
11197 Open  19:1  |               stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja,
11198 Open  19:1  |                de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. ~
11199 Open  19:4  |                 en aanbaden God, Die op den troon zat, zeggende: Amen,
11200 Open  19:5  |                  5 En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen
11201 Open  19:11 |                            11 En ik zag den hemel geopend; en ziet,
11202 Open  19:14 |                  14 En de heirlegers in den hemel volgden Hem op witte
11203 Open  19:15 |            ijzeren roede; en Hij treedt den wijnpersbak van den wijn
11204 Open  19:15 |              treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap
11205 Open  19:20 |                 zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met
11206 Open  20:1  |               zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel
11207 Open  20:1  |                 uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en
11208 Open  20:2  |                          2 En hij greep den draak, den oude slang, welke
11209 Open  20:2  |                 En hij greep den draak, den oude slang, welke is de
11210 Open  20:3  |                       3 En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin,
11211 Open  20:8  |             vier hoeken der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen
11212 Open  20:8  |              der aarde zijn, den Gog en den Magog, om hen te vergaderen
11213 Open  20:8  |                om hen te vergaderen tot den krijg; welker getal is als
11214 Open  20:9  |             kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen verslonden. ~
11215 Open  20:10 |             verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers,
11216 Open  20:14 |               de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de
11217 Open  20:15 |            levens, die werd geworpen in den poel des vuurs. ~  ~  ~ 
11218 Open  21:2  |                nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een
11219 Open  21:3  |               hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de
11220 Open  21:5  |                             5 En Die op den troon zat, zeide: Ziet,
11221 Open  21:6  |              Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein
11222 Open  21:8  |                                  8 Maar den vreesachtigen, en ongelovigen,
11223 Open  21:8  |               en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel
11224 Open  21:8  |              leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van
11225 Open  21:10 |                En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen
11226 Open  21:10 |             Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. ~
11227 Open  21:11 |                 Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen
11228 Open  21:11 |              steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende
11229 Open  21:16 |                  En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend
11230 Open  21:19 |                19 En de fondamenten van den muur der stad waren met
11231 Open  22:1  |               kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams. ~
11232 Open  22:14 |                 opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij