Book Chapter: Verse
1 Gen 1:7 | en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En
2 Gen 1:20 | en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel
3 Gen 3:14 | hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al
4 Gen 3:14 | vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds!
5 Gen 6:16 | volmaken tot een elle van boven; en de deur der ark zult
6 Gen 7:17 | ark op, zodat zij oprees boven de aarde. ~
7 Gen 7:24 | wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig
8 Gen 8:3 | keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder
9 Gen 8:7 | ging, totdat de wateren van boven de aarde verdroogd waren. ~
10 Gen 8:8 | wateren gelicht waren van boven den aardbodem. ~
11 Gen 8:11 | Noach, dat de wateren van boven de aarde gelicht waren. ~
12 Gen 8:13 | de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach
13 Gen 18:23 | 23 De zon ging op boven de aarde, als Lot te Zoar
14 Gen 21:9 | legde hem op het altaar boven op het hout. ~
15 Gen 25:39 | den dauw des hemels van boven af zult gij gezegend zijn. ~
16 Gen 26:9 | en nam zich tot een vrouw boven zijn vrouwen, Mahalath,
17 Gen 26:18 | teken, en goot daar olie boven op. ~
18 Gen 28:50 | en zo gij vrouwen neemt boven mijn dochteren, niemand
19 Gen 31:19 | dochter; en hij was geeerd boven al zijns vaders huis. ~
20 Gen 32:20 | richtte een gedenkteken op boven haar graf, dit is het gedenkteken
21 Gen 34:3 | En Israel had Jozef lief, boven al zijn zonen; want hij
22 Gen 34:4 | zagen, dat hun vader hem boven al zijn broederen liefhad,
23 Gen 36:40 | dezelve uit de korf, van boven mijn hoofd. ~
24 Gen 36:42 | Farao uw hoofd verheffen van boven u, en hij zal u aan een
25 Gen 36:42 | gevogelte zal uw vlees van boven u eten. ~
26 Gen 44:22 | u een stuk lands gegeven boven uw broederen; hetwelk ik,
27 Gen 45:25 | zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds,
28 Gen 45:26 | zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen,
29 Exo 8:9 | zeide tot Farao: Heb de eer boven mij! Tegen wanneer zal ik
30 Exo 16:5 | hebben; dat zal dubbel zijn boven hetgeen zij dagelijks zullen
31 Exo 18:11 | gehandeld hebben, was Hij boven hen. ~
32 Exo 20:4 | gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van
33 Exo 23:29 | worde, en het wild gedierte boven u niet vermenigvuldigd worde. ~
34 Exo 25:21 | gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat
35 Exo 25:22 | Ik zal met u spreken van boven het verzoendeksel af, van
36 Exo 28:27 | zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken riem des
37 Exo 30:6 | verzoendeksel, hetwelk zijn zal boven de getuigenis, waarheen
38 Exo 39:20 | tegenover zijn andere voege, boven den kunstelijke riem des
39 Exo 39:31 | daaraan, om aan den hoed van boven te hechten, gelijk als de
40 Exo 40:20 | zette het verzoendeksel boven op de ark. ~
41 Exo 40:36 | wolk opgeheven werd van boven den tabernakel, zo reisden
42 Lev 8:9 | zijn hoofd; en aan den hoed boven zijn aangezicht zette hij
43 Lev 11:21 | vier voeten gaat, hetwelk boven aan zijn voeten schenkelen
44 Lev 14:6 | het bloed des vogels, die boven het levende water geslacht
45 Lev 14:17 | teen zijns rechtervoets, boven op het bloed des schuldoffers. ~
46 Lev 14:31 | een ten brandoffer zijn, boven het spijsoffer; zo zal de
47 Lev 15:25 | wanneer zij vloeien zal boven hare afzondering, zij zal
48 Lev 26:13 | hij deszelfs vijfde deel boven uw schatting toedoen. ~
49 Num 3:46 | worden, die overschieten, boven de Levieten, van de eerstgeborenen
50 Num 3:49 | degenen, die overschoten boven de gelosten door de Levieten. ~
51 Num 7:89 | stem tot hem sprekende, van boven het verzoendeksel, hetwelk
52 Num 9:17 | wolk opgeheven werd van boven de tent, zo verreisden ook
53 Num 10:11 | de wolk verheven werd van boven den tabernakel der getuigenis. ~
54 Num 11:31 | waren omtrent twee ellen boven de aarde. ~
55 Num 12:10 | 10 En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam
56 Num 24:7 | zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en
57 Num 28:10 | sabbats op elken sabbat, boven het gedurig brandoffer,
58 Num 28:15 | ten zondoffer den HEERE, boven het gedurige brandoffer,
59 Num 28:24 | liefelijken reuk den HEERE; boven dat gedurig brandoffer zal
60 Num 31:8 | 8 Daartoe doodden zij boven hun verslagenen, de koningen
61 Num 34:6 | doodslager daarheen vliede; en boven dezelve zult gij hun twee
62 Deu 4:39 | dat de HEERE die God is, boven in den hemel, en onder op
63 Deu 5:8 | gelijkenis, van hetgeen boven in den hemel, of onder op
64 Deu 7:7 | verkoren, om uw veelheid boven alle andere volken; want
65 Deu 7:14 | 14 Gezegend zult gij zijn boven alle volken; er zal onder
66 Deu 11:4 | wateren van de Schelfzee boven hun aangezicht deed overzwemmen,
67 Deu 17:20 | hart zich niet verheffe boven zijn broederen, en dat hij
68 Deu 18:8 | zij een gelijk deel eten, boven zijn verkoping bij de vaderen. ~
69 Deu 26:19 | 19 Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt
70 Deu 28:1 | HEERE, uw God, u hoog zetten boven alle volken der aarde. ~
71 Deu 28:13 | en gij zult alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn;
72 Deu 28:23 | 23 En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn,
73 Deu 28:43 | van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult
74 Deu 29:1 | Israels, in het land van Moab, boven het verbond, dat Hij met
75 Deu 30:5 | en zal u vermenigvuldigen boven uw vaderen. ~
76 Deu 31:15 | wolkkolom; en de wolkkolom stond boven de deur der tent. ~
77 Joz 2:11 | ulieder God, is een God boven in den hemel, en beneden
78 Joz 3:13 | weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen
79 Joz 3:16 | stonden de wateren, die van boven afkwamen; zij rezen op een
80 Ric 4:48 | 24 Gezegend zij boven de vrouwen Jael, de huisvrouw
81 Ric 4:48 | Keniet; gezegend zij ze boven de vrouwen in de tent! ~
82 Ric 6:13 | keerde haar om, het onderste boven, dat de tent er lag. ~
83 Ric 6:22 | de grens van Abel-Mehola, boven Tabbath. ~
84 1Sa 12:19 | dat wij niet sterven; want boven al onze zonden hebben wij
85 1Sa 17:6 | een koperen scheenharnas boven zijn voeten, en een koperen
86 1Sa 24:3 | en zijn mannen te zoeken boven op de rotsstenen der steenbokken. ~
87 2Sa 20:5 | maar hij bleef achter, boven den gezetten tijd, dien
88 2Sa 22:49 | vijanden; en Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan;
89 1Kon 7:3 | was bedekt met ceder van boven op de ribben, die op vijf
90 1Kon 7:18| net, om de kapitelen, die boven het hoofd der granaatappelen
91 1Kon 7:25| het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen
92 1Kon 7:29| de kransen was een voet boven henen; en onder de leeuwen
93 1Kon 7:42| kapitelen te bedekken, die boven op de pilaren waren; ~
94 1Kon 8:7 | ark en haar handbomen van boven. ~
95 1Kon 8:23| is geen God, gelijk Gij, boven in den hemel, noch beneden
96 1Kon 12:11| heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen;
97 1Kon 12:14| zwaar gemaakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe doen;
98 1Kon 16:18| des konings, en verbrandde boven zich het huis des konings
99 1Kon 17:19| haar schoot, en droeg hem boven in de opperzaal, waar hij
100 1Kon 20:38| hij verstelde zich met as boven zijn ogen. ~
101 2Kon 6:6 | daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen. ~
102 2Kon 9:33| hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar
103 2Kon 9:33| En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed
104 2Kon 17:17| stellingen af, en nam die van boven het wasvat weg, en deed
105 2Kon 18:17| stellingen af, en nam die van boven het wasvat weg, en deed
106 2Kon 27:28| hem, en stelde zijn stoel boven den stoel der koningen,
107 1Kro 11:21| die drie was hij geeerd boven de twee; daarom werd hij
108 1Kro 11:42| nochtans waren er dertig boven hem; ~
109 1Kro 14:14| heen; maar omsingel hen van boven, en kom tot hen tegenover
110 1Kro 16:25| prijzen, en Hij is vreselijk boven alle goden. ~
111 1Kro 30:11| U verhoogd tot een Hoofd boven alles. ~
112 2Kro 4:4 | het oosten; en de zee was boven op dezelve; en al hun achterdelen
113 2Kro 4:13| kapitelen te bedekken, die boven op de pilaren waren. ~
114 2Kro 5:8 | ark en haar handbomen van boven. ~
115 2Kro 6:8 | ark en haar handbomen van boven. ~
116 2Kro 11:11| heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen;
117 2Kro 14:4 | Abia maakte zich op van boven den berg Zemaraim, dewelke
118 2Kro 24:20| Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide
119 2Kro 26:19| het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar. ~
120 2Kro 34:4 | zonnebeelden, die omhoog boven dezelve waren, hieuw hij
121 Ezra 9:6 | zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld
122 Neh 3:28 | 28 Van boven de Paardenpoort verbeterden
123 Neh 7:2 | getrouwheid, en godvrezende boven velen. ~
124 Neh 8:6 | gansen volks, want hij was boven al het volk; en als hij
125 Neh 9:5 | heerlijkheid, die verhoogd is boven allen lof en prijs! ~
126 Neh 12:37 | door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de
127 Neh 12:38 | volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan
128 Neh 12:39 | 39 En van boven de poort van Efraim, en
129 Neh 12:39 | de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en boven
130 Neh 12:39 | boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren
131 Est 10 | gunst voor zijn aangezicht, boven alle maagden; en hij zette
132 Est 16:1 | en hij zette zijn stoel boven al de vorsten, die bij hem
133 Est 17:1 | en hij zette zijn stoel boven al de vorsten, die bij hem
134 Est 28:4 | waarin hij hem verheven had boven de vorsten en knechten des
135 Job 3:4 | naar hem niet vrage van boven; en dat geen glans over
136 Job 18:16 | wortelen verdorren, en van boven zal zijn tak afgesneden
137 Job 23:2 | wederspannigheid; mijn plage is zwaar boven mijn zuchten. ~
138 Job 31:2 | wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen
139 Job 31:28 | want ik zou den God van boven verzaakt hebben. ~
140 Psa 7:8 | volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte. ~
141 Psa 8:2 | Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen. ~
142 Psa 18:49 | vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan;
143 Psa 27:6 | mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom
144 Psa 45:8 | gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten. ~
145 Psa 50:4 | roepen tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn
146 Psa 57:6 | 6 Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer
147 Psa 57:12 | 12 Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer
148 Psa 73:7 | inbeeldingen des harten te boven. ~
149 Psa 78:23 | Daar Hij den wolken van boven gebood, en de deuren des
150 Psa 78:32 | 32 Boven dit alles zondigden zij
151 Psa 87:2 | bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob. ~
152 Psa 89:8 | der heiligen, en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn. ~
153 Psa 95:3 | God; ja, een groot Koning boven alle goden; ~
154 Psa 96:4 | prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden. ~
155 Psa 97:9 | zijt zeer hoog verheven boven alle goden. ~
156 Psa 99:2 | in Sion, en Hij is hoog boven alle volken. ~
157 Psa 103:11 | Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid
158 Psa 104:6 | overdekt; de wateren stonden boven de bergen. ~
159 Psa 108:5 | goedertierenheid is groot tot boven de hemelen, en Uw waarheid
160 Psa 108:6 | 6 Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over
161 Psa 113:4 | 4De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de
162 Psa 113:4 | hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid. ~
163 Psa 119:51 | De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans
164 Psa 135:5 | groot is, en dat onze Heere boven alle goden is. ~
165 Psa 137:6 | Jeruzalem niet verheffe boven het hoogste mijner blijdschap! ~
166 Psa 148:4 | hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt! ~
167 Spre 4:23| 23 Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want
168 Spre 8:28| Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen
169 Spre 15:24| is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de
170 Spre 31:10| Want haar waardij is verre boven de robijnen. ~
171 Spre 31:29| maar gij gaat die allen te boven. ~
172 Pred 1:16| vergroot en vermeerderd, boven allen, die voor mij te Jeruzalem
173 Pred 2:13| wijsheid uitnemendheid heeft boven de dwaasheid, gelijk het
174 Pred 2:13| licht uitnemendheid heeft boven de duisternis. ~
175 Pred 3:19| uitnemendheid der mensen boven de beesten is geen; want
176 Pred 3:21| der mensen opvaart naar boven, en de adem der beesten
177 Pred 4:2 | alrede gestorven waren, boven de levenden, die tot nog
178 Pred 5:7 | acht op; en daar zijn hogen boven henlieden. ~
179 Pred 12:12| 12 En wat boven dezelve is, mijn zoon! wees
180 Hoo 5:10 | rood, Hij draagt de banier boven tien duizend. ~
181 Jes 2:2 | hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot
182 Jes 6:2 | 2 De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes
183 Jes 7:11 | beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. ~
184 Jes 14:13 | opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen;
185 Jes 14:14 | 14 Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen,
186 Jes 40:22 | Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en
187 Jes 45:8 | Drupt, gij hemelen! van boven af, en dat de wolken vloeien
188 Jer 5:28 | daden der bozen gaan zij te boven; de rechtzaak richten zij
189 Jer 13:26 | Ik ook uw zomen ontbloten boven uw aangezicht, en uw schande
190 Jer 23:9 | een man, dien de wijn te boven gaat; vanwege den HEERE,
191 Jer 35:4 | der oversten, die daar is boven de kamer van Maaseja,
192 Jer 43:10 | zal zijn troon zetten boven op deze stenen, die Ik verborgen
193 Jer 48:32 | 32 Boven het geween van Jaezer zal
194 Jer 49:20 | hij hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten! ~
195 Jer 50:45 | nedertrekken! Zo hij de woning boven hen niet zal verwoesten! ~
196 Jer 52:32 | hem, en stelde zijn stoel boven den stoel der koningen,
197 Eze 1:22 | vreselijke kristal, van boven af over hun hoofden uitgespreid. ~
198 Eze 1:25 | geschiedde een stem van boven het uitspansel, hetwelk
199 Eze 1:25 | het uitspansel, hetwelk boven hun hoofden was, als zij
200 Eze 1:26 | 26 En boven het uitspansel, hetwelk
201 Eze 1:26 | uitspansel, hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis
202 Eze 10:1 | Daarna zag ik, en ziet, boven het uitspansel, hetwelk
203 Eze 10:4 | heerlijkheid des HEEREN omhoog van boven den cherub, op den dorpel
204 Eze 10:18 | heerlijkheid des HEEREN van boven den dorpel des huizes weg,
205 Eze 10:18 | des huizes weg, en stond boven de cherubs. ~
206 Eze 10:19 | des Gods Israels was van boven over hen. ~
207 Eze 11:22 | Israel was over hen van boven. ~
208 Eze 16:43 | schandelijke daad niet doen boven al uw gruwelen. ~
209 Eze 29:15 | zich niet meer verheffen boven de heidenen; want Ik zal
210 Eze 31:10 | ja, hij stak zijn top op boven het midden der dichte takken,
211 Eze 31:14 | en hun top niet opsteken boven het midden der dichte takken,
212 Eze 32:19 | 19 Boven wien zijt gij liefelijk!
213 Eze 37:8 | op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was
214 Eze 41:6 | zijkameren nu waren zijkamer boven zijkamer, drie, en dat dertig
215 Eze 41:7 | zijkameren opwaarts naar boven al wijder, en gaf zich rondom;
216 Eze 41:7 | omsingeld opwaarts naar boven, rondom het huis henen;
217 Eze 41:7 | breedte des huizes naar boven; en alzo ging het onderste
218 Eze 41:17 | 17 Tot hetgeen boven de deur was, en tot het
219 Eze 41:20 | Van de aarde af tot boven de deur waren de cherubs
220 Dan 1:20 | zo vond hij hen tienmaal boven al de tovernaars en sterrekijkers,
221 Dan 2:30 | wijsheid, die in mij is boven alle levenden; maar daarom,
222 Dan 11:8 | enige jaren staande blijven boven den koning van het
223 Dan 11:36 | verheffen, en groot maken boven allen God, en hij zal tegen
224 Dan 11:37 | geven, maar hij zal zich boven alles groot maken. ~
225 Dan 12:6 | bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier
226 Dan 12:7 | bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier
227 Amos 2:9 | heb zijn vrucht van boven, en zijn wortelen van onderen
228 Amos 5:27| gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de
229 Jona 4:6 | en deed hem opschieten boven Jona, opdat er schaduw mocht
230 Mic 4:1 | en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de
231 Mic 5:8 | Uw hand zal verhoogd zijn boven uw wederpartijders, en al
232 Nah 3:5 | Ik zal uw zomen ontdekken boven uw aangezicht, en Ik zal
233 Zac 4:2 | kandelaar, en een oliekruikje boven deszelfs hoofd, en zijn
234 Zac 4:2 | en zeven pijpen, dewelke boven zijn hoofd waren; ~
235 Matt 2:9 | totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken
236 Matt 5:14| licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan
237 Matt 5:37| ja, ja; neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den
238 Matt 5:47| alleen groet, wat doet gij boven anderen? Doen ook niet de
239 Matt 6:26| dezelve niet zeer veel te boven? ~
240 Matt 10:24| 24 De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht
241 Matt 10:24| meester, noch de dienstknecht boven zijn heer. ~
242 Matt 10:31| gij gaat vele musjes te boven. ~
243 Matt 10:37| vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig;
244 Matt 10:37| zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. ~
245 Matt 12:12| nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen
246 Matt 25:20| andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
247 Matt 25:22| twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
248 Matt 27:37| 37 En zij stelden boven Zijn hoofd Zijn beschuldiging
249 Matt 27:51| scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde
250 Mark 14:5 | Want dezelve had kunnen boven de driehonderd penningen
251 Mark 15:26| Zijner beschuldiging was boven Hem geschreven: De KONING
252 Mark 15:38| scheurde in tweeen, van boven tot beneden. ~
253 Luk 3:20 | Zo heeft hij ook dit nog boven alles daar toegedaan, dat
254 Luk 4:39 | 39 En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts,
255 Luk 6:40 | 40 De discipel is niet boven zijn meester; maar een iegelijk
256 Luk 12:7 | gij gaat vele musjes te boven. ~
257 Luk 12:24 | hoeveel gaat gij de vogelen te boven? ~
258 Luk 13:2 | Galileers zondaars zijn geweest boven al de Galileers, omdat zij
259 Luk 13:4 | schuldenaars zijn geweest, boven alle mensen, die in Jeruzalem
260 Luk 16:26 | 26 En boven dit alles, tussen ons en
261 Luk 23:38 | er was ook een opschrift boven Hem geschreven, met Griekse,
262 Joha 2:7 | water. En zij vulden ze tot boven toe. ~
263 Joha 3:31| 31 Die van boven komt, is boven allen; die
264 Joha 3:31| 31 Die van boven komt, is boven allen; die uit de aarde
265 Joha 3:31| Die uit den hemel komt, is boven allen. ~
266 Joha 8:23| van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze wereld,
267 Joha 19:11| Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; daarom die
268 Joha 19:23| nu was zonder naad, van boven af geheel geweven. ~
269 Hand 2:19| wonderen geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde
270 Hand 14:11| 11 En als hij weder boven gegaan was, en brood gebroken
271 Hand 20:11| gedwongen te lasteren; en boven mate tegen hen woedende,
272 Hand 20:13| dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den
273 Rom 1:25 | geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen
274 Rom 7:13 | den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende door
275 Rom 9:5 | aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der
276 Rom 10:6 | Hetzelve is Christus van boven afbrengen. ~
277 Rom 12:3 | is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs
278 Rom 14:5 | een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar de
279 1Kor 4:6 | leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat
280 1Kor 10:13| zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar
281 2Kor 1:8 | zeer bezwaard zijn geweest boven onze macht, alzo dat wij
282 2Kor 8:3 | vermogen (ik betuig het), ja, boven vermogen gewillig geweest; ~
283 2Kor 11:23| spreek onwijs zijnde) ik ben boven hen; in arbeid overvloediger,
284 2Kor 12:6 | opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik
285 Gal 1:14 | ik in het Jodendom toenam boven velen van mijn ouderdom
286 Gal 4:26 | 26 Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk
287 Efez 1:21| 21 Verre boven alle overheid, en macht,
288 Efez 1:22| Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; ~
289 Efez 3:19| Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld
290 Efez 3:20| overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken,
291 Efez 4:6 | Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en
292 Efez 4:10| Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij
293 Fili 2:9 | een Naam gegeven, welke boven allen naam is; ~
294 Fili 3:14| der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. ~
295 Fili 4:7 | Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw
296 Kol 3:1 | zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is,
297 Kol 3:2 | 2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde
298 Kol 3:14 | 14 En boven dit alles doet aan de liefde,
299 2The 2:4 | zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als
300 File 1:21| weet, dat gij doen zult ook boven hetgeen ik zeg. ~
301 Heb 1:4 | als Hij uitnemender Naam boven hen geerfd heeft. ~
302 Heb 1:9 | gezalfd met olie der vreugde boven Uw medegenoten. ~
303 Heb 9:5 | 5 En boven over deze ark waren de cherubijnen
304 Heb 11:11 | ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms
305 Jako 1:17| alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten
306 Jako 3:15| de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk,
307 Jako 3:17| Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver,
308 Open 10:1 | wolk; en een regenboog was boven zijn hoofd; en zijn aangezicht
309 Open 20:3 | daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken
|