Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
heerlijken 13
heerlijker 2
heerlijkheden 2
heerlijkheid 299
heerlijkste 4
heerlijksten 1
heers 2
Frequency    [«  »]
302 woestijn
300 anderen
300 vele
299 heerlijkheid
299 iemand
294 doden
294 nemen

Bijbel

IntraText - Concordances

heerlijkheid

    Book Chapter: Verse
1 Gen 28:1 | vaders was, heeft hij al deze heerlijkheid gemaakt. ~ 2 Gen 41:13 | boodschapt mijn vader al mijn heerlijkheid in Egypte, en alles wat 3 Exo 16:7 | dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien, dewijl Hij uw murmureringen 4 Exo 16:10 | woestijn keerden, zo ziet, de heerlijkheid des HEEREN verscheen in 5 Exo 24:16 | 16 En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den 6 Exo 24:17 | 17 En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend 7 Exo 28:2 | heilige klederen maken, tot heerlijkheid en tot sieraad. ~ 8 Exo 28:40 | voor hen mutsen maken, tot heerlijkheid en sieraad. ~ 9 Exo 29:43 | geheiligd worden door Mijn heerlijkheid. ~ 10 Exo 34:18 | zeide hij: Toon mij nu Uw heerlijkheid! ~ 11 Exo 34:22 | geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid voorbij zal gaan, zo zal 12 Exo 40:34 | tent der samenkomst; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde den 13 Exo 40:35 | wolk daarop bleef, en de heerlijkheid des HEEREN den tabernakel 14 Lev 9:6 | heeft, zult gij doen; en de heerlijkheid des HEEREN zal u verschijnen. ~ 15 Lev 9:23 | zegenden het volk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen al 16 Num 14:10 | stenigen zoude. Maar de heerlijkheid des HEEREN verscheen in 17 Num 14:21 | zal de ganse aarde met de heerlijkheid des HEEREN vervuld worden! ~ 18 Num 14:22 | die gezien hebben Mijn heerlijkheid, en Mijn tekenen, die Ik 19 Num 16:19 | samenkomst. Toen verscheen de heerlijkheid des HEEREN aan deze ganse 20 Num 16:42 | bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen. ~ 21 Num 20:6 | hun aangezichten; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen hun. ~ 22 Num 27:20 | 20 En leg op hem van uw heerlijkheid, opdat zij horen, te weten 23 Deu 5:24 | onze God, heeft ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid laten 24 Deu 26:19 | en tot een naam, en tot heerlijkheid; en opdat gij een heilig 25 Deu 33:17 | 17 Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen zijns 26 1Kon 8:11| vanwege de wolk; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis 27 1Kro 16:27| 27 Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, 28 1Kro 16:29| aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. ~ 29 1Kro 23:5 | maken, tot een Naam en tot heerlijkheid in alle landen; ik zal hem 30 1Kro 30:11| grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de 31 1Kro 30:13| en loven den Naam Uwer heerlijkheid. ~ 32 2Kro 5:14| staan, om te dienen; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis 33 2Kro 6:14| staan, om te dienen; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis 34 2Kro 8:1 | de slachtofferen; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde het 35 2Kro 8:2 | huis des HEEREN; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis 36 2Kro 8:3 | vuur zagen afdalen, en de heerlijkheid des HEEREN over het huis, 37 Neh 9:5 | en men love den Naam Uwer heerlijkheid, die verhoogd is boven allen 38 Est 1:4 | vertoonde den rijkdom der heerlijkheid zijns rijks, en de kostelijkheid 39 Est 28:4 | En Haman vertelde hun de heerlijkheid zijns rijkdoms, en de veelheid 40 Job 29:20 | 20 Mijn heerlijkheid was nieuw bij mij, en mijn 41 Job 39:5 | bekleed u met majesteit en heerlijkheid! ~ 42 Psa 8:6 | en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? ~ 43 Psa 21:6 | door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd. ~ 44 Psa 29:2 | aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. ~ 45 Psa 29:4 | de stem des HEEREN is met heerlijkheid. ~ 46 Psa 45:4 | Held! Uw Majesteit en Uw heerlijkheid. ~ 47 Psa 45:5 | rijd voorspoediglijk in Uw heerlijkheid, op het woord der waarheid 48 Psa 47:5 | voor ons onze erfenis, de heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft 49 Psa 71:8 | lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. ~ 50 Psa 72:19 | geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de 51 Psa 72:19 | ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen. ~ 52 Psa 73:24 | en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. ~ 53 Psa 78:61 | in de gevangenis, en Zijn heerlijkheid in de hand des wederpartijders. ~ 54 Psa 89:18 | 18 Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door 55 Psa 90:16 | knechten gezien worden, en Uw heerlijkheid over hun kinderen. ~ 56 Psa 96:6 | 6 Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, 57 Psa 96:9 | Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt 58 Psa 102:16 | alle koningen der aarde Uw heerlijkheid. ~ 59 Psa 102:17 | opgebouwd hebben, in Zijn heerlijkheid zal verschenen zijn, ~ 60 Psa 104:1 | bekleed met majesteit en heerlijkheid. ~ 61 Psa 104:31 | 31 De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der 62 Psa 111:3 | Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau. en zijn gerechtigheid 63 Psa 113:4 | boven de hemelen is Zijn heerlijkheid. ~ 64 Psa 138:5 | wegen des HEEREN, want de heerlijkheid des HEEREN is groot. ~ 65 Psa 145:5 | He. Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, 66 Psa 145:11 | 11 Caph. Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks vermelden, 67 Psa 145:12 | mogendheden, en de eer der heerlijkheid Zijns Koninkrijks. ~ 68 Psa 149:9 | hen te doen. Dit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten 69 Spre 14:28| des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk 70 Spre 20:29| hun kracht, en der ouden heerlijkheid is de grijsheid. ~ 71 Spre 25:27| maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer. ~ 72 Spre 28:12| van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de goddelozen 73 Spre 31:25| 25      Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij 74 Jes 2:10 | schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. ~ 75 Jes 2:19 | des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer 76 Jes 2:21 | des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer 77 Jes 3:8 | zijn, om de ogen Zijner heerlijkheid te verbitteren. ~ 78 Jes 4:2 | zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en de vrucht der aarde 79 Jes 5:14 | maat; opdat nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar 80 Jes 6:3 | ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol! ~ 81 Jes 8:7 | koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over 82 Jes 10:3 | hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten? ~ 83 Jes 10:16 | magerheid zenden; en onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, 84 Jes 10:18 | Ook zal Hij verteren de heerlijkheid zijns wouds en zijns vruchtbaren 85 Jes 13:19 | sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeen, 86 Jes 17:3 | zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israels, spreekt 87 Jes 17:4 | geschieden te dien dage, dat de heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, 88 Jes 21:16 | dagloners zijn, zo zal de heerlijkheid van Kedar ten ondergaan. ~ 89 Jes 22:24 | zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, 90 Jes 24:14 | vrolijk zingen; vanwege de heerlijkheid des HEEREN zullen zij juichen 91 Jes 24:23 | voor zijn oudsten zal      heerlijkheid zijn. ~  ~ 92 Jes 35:2 | verheuging, en juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, 93 Jes 35:2 | zij zullen zien de      heerlijkheid des HEEREN, het sieraad 94 Jes 40:5 | 5      En de heerlijkheid des HEEREN zal geopenbaard 95 Jes 46:13 | in Sion, aan Israel Mijn heerlijkheid. ~  ~ 96 Jes 53:2 | Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo 97 Jes 59:8 | aangezicht heengaan, en de heerlijkheid des HEEREN zal      uw achtertocht 98 Jes 60:19 | van den nedergang, en Zijn heerlijkheid van den opgang der zon; 99 Jes 61:1 | want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. ~ 100 Jes 61:2 | de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. ~ 101 Jes 61:7 | zal het huis Mijner      heerlijkheid heerlijk maken. ~ 102 Jes 61:13 | 13      De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, 103 Jes 61:15 | stellen tot een eeuwige heerlijkheid, tot een vreugde van geslacht 104 Jes 62:6 | heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen. ~ 105 Jes 63:2 | zien, en alle koningen uw heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen 106 Jes 64:12 | Die den arm Zijner heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand 107 Jes 67:11 | verlusten met den glans harer heerlijkheid. ~ 108 Jes 67:12 | uitstrekken als een rivier, en de heerlijkheid der heidenen als een overlopende 109 Jes 67:18 | komen, en zij zullen Mijn heerlijkheid zien. ~ 110 Jes 67:19 | niet gehoord, noch Mijn heerlijkheid gezien hebben; en zij zullen 111 Jes 67:19 | hebben; en zij zullen Mijn heerlijkheid onder de heidenen verkondigen. ~ 112 Jer 13:11 | naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord. ~ 113 Jer 13:18 | hoofdsieraad, de kroon uwer heerlijkheid, is nedergedaald. ~ 114 Jer 13:20 | gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid? ~ 115 Jer 14:21 | wil; werp den troon Uwer heerlijkheid niet neder; gedenk, vernietig 116 Jer 17:12 | 12      Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste 117 Jer 48:18 | 18      Daal neder uit uw heerlijkheid, en woon in dorst, gij inwoneres, 118 Klaa 1:23| toorn bewolkt? Hij heeft de heerlijkheid van Israel van den hemel 119 Eze 1:28 | gedaante van de gelijkenis der heerlijkheid      des HEEREN; en als 120 Eze 3:12 | zeggende: Geloofd zij de heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! ~ 121 Eze 3:23 | in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN stond aldaar, 122 Eze 3:23 | stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de 123 Eze 8:4 | 4      En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel was 124 Eze 9:3 | 3      En de heerlijkheid des Gods van Israel hief 125 Eze 10:4 | 4      Toen hief zich de heerlijkheid des HEEREN omhoog van boven 126 Eze 10:4 | vol van den      glans der heerlijkheid des HEEREN. ~ 127 Eze 10:18 | 18      Toen ging de heerlijkheid des HEEREN van boven den 128 Eze 10:19 | het huis des HEEREN; en de heerlijkheid des Gods Israels was van 129 Eze 11:22 | raderen tegenover hen; en de heerlijkheid des Gods van Israel was 130 Eze 11:23 | 23      En de heerlijkheid des HEEREN rees op van het 131 Eze 16:12 | uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd. ~ 132 Eze 16:14 | die was volmaakt door Mijn heerlijkheid, die Ik op u gelegd had, 133 Eze 24:21 | heiligdom ontheiligen, de heerlijkheid uwer sterkte, de begeerte 134 Eze 31:18 | zijt gij alzo gelijk in heerlijkheid en grootheid, onder de bomen 135 Eze 43:2 | 2      En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israel kwam 136 Eze 43:2 | aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid. ~ 137 Eze 43:4 | 4      En de heerlijkheid des HEEREN kwam in het huis, 138 Eze 43:5 | binnenste voorhof; en ziet, de heerlijkheid des HEEREN had het huis 139 Eze 44:4 | en ik zag, en ziet, de heerlijkheid des HEEREN had het huis 140 Dan 4:30 | macht, en ter ere mijner heerlijkheid! ~ 141 Dan 4:36 | weder in mij; ook kwam de heerlijkheid mijns koninkrijks, mijn 142 Dan 4:36 | bevestigd; en mij werd groter heerlijkheid toegevoegd. ~ 143 Dan 5:18 | en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven; ~ 144 Dan 11:20 | doortrekken, in koninklijke heerlijkheid; maar hij zal in enige dagen 145 Hos 9:11 | Aangaande Efraim, hunlieder heerlijkheid zal wegvlieden als een vogel; 146 Hos 10:5 | verheugden),      over zijn heerlijkheid, omdat zij van hetzelve 147 Hos 14:7 | zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, 148 Amos 8:7 | heeft gezworen bij Jakobs heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in 149 Mic 1:15 | aan Adullam, tot aan de heerlijkheid Israels. ~ 150 Nah 2:9 | einde des voorraads, der heerlijkheid van allerlei gewenste vaten. ~ 151 Zac 2:5 | muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van 152 Zac 2:8 | der heirscharen: Naar de heerlijkheid over u, heeft Hij mij gezonden 153 Zac 11:3 | der herderen, dewijl hun heerlijkheid verwoest is; een stem des 154 Zac 12:7 | voorste behouden, opdat de heerlijkheid van het huis Davids, en 155 Zac 12:7 | van het huis Davids, en de heerlijkheid der inwoners van Jeruzalem, 156 Matt 4:8 | koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid; ~ 157 Matt 6:13| Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. ~ 158 Matt 6:29| dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest, 159 Matt 16:27| des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, 160 Matt 19:28| zijn op den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten 161 Matt 24:30| hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 162 Matt 25:31| mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen 163 Matt 25:31| zitten op den troon Zijner heerlijkheid. ~ 164 Mark 8:38| wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige 165 Mark 10:37| aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid. ~ 166 Mark 13:26| wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 167 Luk 2:9 | Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, 168 Luk 2:32 | verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel. ~ 169 Luk 4:6 | zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; 170 Luk 9:26 | wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, en in de heerlijkheid des 171 Luk 9:26 | Zijn heerlijkheid, en in de heerlijkheid des Vaders, en der heilige 172 Luk 9:31 | Dewelke, gezien zijnde in heerlijkheid, zeiden Zijn uitgang, dien 173 Luk 9:32 | ontwaakt zijnde, zagen zij Zijn heerlijkheid, en de twee mannen, die 174 Luk 12:27 | u: ook Salomo in al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest 175 Luk 19:38 | Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen! ~ 176 Luk 21:27 | wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 177 Luk 24:26 | lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? ~ 178 Joha 1:14| gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid 179 Joha 1:14| heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van 180 Joha 2:11| in Galilea, en heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen 181 Joha 11:4 | niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods 182 Joha 11:40| zo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult? ~ 183 Joha 12:41| zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak. ~ 184 Joha 17:5 | Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de 185 Joha 17:22| 22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven 186 Joha 17:24| gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij 187 Hand 16:11| 11 En als ik vanwege de heerlijkheid deszelven lichts niet zag, 188 Rom 1:23 | 23 En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods 189 Rom 2:7 | volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid 190 Rom 2:10 | 10 Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, 191 Rom 3:7 | overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als 192 Rom 3:23 | gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; ~ 193 Rom 5:2 | en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. ~ 194 Rom 6:4 | doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij 195 Rom 8:18 | is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard 196 Rom 8:21 | verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. ~ 197 Rom 9:4 | aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de 198 Rom 9:23 | maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, 199 Rom 9:23 | te voren bereid heeft tot heerlijkheid? ~ 200 Rom 11:36 | alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. ~  ~  ~  201 Rom 15:7 | aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods. ~ 202 Rom 16:27 | zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. ~ 203 1Kor 2:7 | voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; ~ 204 1Kor 2:8 | zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben. ~ 205 1Kor 11:7 | overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is 206 1Kor 11:7 | is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans. ~ 207 1Kor 15:40| lichamen; maar een andere is de heerlijkheid der hemelse, en een andere 208 1Kor 15:41| 41 Een andere is de heerlijkheid der zon, en een andere is 209 1Kor 15:41| zon, en een andere is de heerlijkheid der maan, en een andere 210 1Kor 15:41| maan, en een andere is de heerlijkheid der sterren; want de ene 211 1Kor 15:41| de ene ster verschilt in heerlijkheid van de andere ster. ~ 212 1Kor 15:43| oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid; het wordt gezaaid in zwakheid, 213 2Kor 1:20| zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons. ~ 214 2Kor 3:7 | in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de 215 2Kor 3:7 | konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te 216 2Kor 3:8 | bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? ~ 217 2Kor 3:9 | bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is 218 2Kor 3:9 | rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid. ~ 219 2Kor 3:10| aanzien van deze uitnemende heerlijkheid. ~ 220 2Kor 3:11| te niet gedaan wordt, in heerlijkheid was, veel meer is hetgeen 221 2Kor 3:11| meer is hetgeen blijft, in heerlijkheid. ~ 222 2Kor 3:18| ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel 223 2Kor 3:18| gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van 224 2Kor 3:18| veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest. ~  ~ 225 2Kor 4:4 | verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld 226 2Kor 4:6 | verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van 227 2Kor 4:15| velen, overvloedig worde ter heerlijkheid Gods. ~ 228 2Kor 4:17| uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; ~ 229 2Kor 8:19| ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de 230 Gal 1:5 | 5 Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. ~ 231 Efez 1:6 | 6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke 232 Efez 1:12| zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus 233 Efez 1:14| verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. ~ 234 Efez 1:17| Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid 235 Efez 1:18| welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; ~ 236 Efez 3:13| verdrukkingen voor u, hetwelke is uw heerlijkheid. ~ 237 Efez 3:16| naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te 238 Efez 3:21| 21 Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus 239 Fili 1:11| Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God. ~ 240 Fili 2:11| Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. ~ 241 Fili 3:19| God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken 242 Fili 4:19| vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus. ~ 243 Fili 4:20| Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. ~ 244 Kol 1:11 | naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en 245 Kol 1:27 | welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder 246 Kol 1:27 | Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid; ~ 247 Kol 3:4 | Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. ~ 248 1The 2:12| roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid. ~ 249 1The 2:20| 20 Want gij zijt onze heerlijkheid en blijdschap. ~  ~ 250 2The 1:9 | aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, ~ 251 2The 2:14| Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. ~ 252 1Tim 1:11| 11 Naar het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij 253 1Tim 1:17| alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. ~ 254 1Tim 3:16| wereld, is opgenomen in heerlijkheid. ~  ~ 255 2Tim 2:10| Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid. ~ 256 2Tim 4:18| Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. ~ 257 Tit 2:13 | hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen 258 Heb 1:3 | is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld 259 Heb 2:7 | gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, 260 Heb 2:9 | Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die een 261 Heb 2:10 | Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman 262 Heb 3:3 | Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, 263 Heb 9:5 | waren de cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden; 264 Heb 13:21 | Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. ~ 265 Jako 2:1 | Christus, den Heere der heerlijkheid, met aanneming des persoons. ~ 266 1Pet 1:7 | zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus 267 1Pet 1:11| Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende. ~ 268 1Pet 1:21| heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw 269 1Pet 1:24| vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem 270 1Pet 4:11| Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. 271 1Pet 4:13| in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. ~ 272 1Pet 4:14| zalig; want de Geest der heerlijkheid, en de Geest van God rust 273 1Pet 5:1 | Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: ~ 274 1Pet 5:4 | onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen. ~ 275 1Pet 5:10| geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat 276 1Pet 5:11| 11 Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. 277 2Pet 1:3 | Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; ~ 278 2Pet 1:17| van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een 279 2Pet 1:17| stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze 280 2Pet 3:18| Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der 281 Jud 1:24 | onstraffelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid, in vreugde, ~ 282 Jud 1:25 | God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en 283 Open 1:6 | Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. 284 Open 4:9 | 9 En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging 285 Open 4:11| waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; 286 Open 5:12| en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. ~ 287 Open 5:13| dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. ~ 288 Open 7:12| Zeggende: Amen. De lof, en de heerlijkheid, en de wijsheid, en de dankzegging, 289 Open 11:13| hebben den God des hemels heerlijkheid gegeven. ~ 290 Open 14:7 | Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure Zijns oordeels 291 Open 15:8 | vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; 292 Open 16:9 | bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven. ~ 293 Open 18:1 | verlicht geworden van zijn heerlijkheid. ~ 294 Open 19:1 | Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht 295 Open 19:7 | vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft 296 Open 21:11| 11 En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was 297 Open 21:23| zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, 298 Open 21:24| koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. ~ 299 Open 21:26| 26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer der volken daarin


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License