Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
daargesteld 2
daarheen 26
daarhenen 33
daarin 291
daarmede 56
daarna 506
daarnaar 6
Frequency    [«  »]
294 doden
294 nemen
293 vijf
291 daarin
290 twintig
290 volks
290 vrouwen

Bijbel

IntraText - Concordances

daarin

    Book Chapter: Verse
1 Gen 1:11 | naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het 2 Gen 1:12 | vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En 3 Gen 22:11 | ik u; ook de spelonk, die daarin is, die geef ik u; voor 4 Gen 22:17 | akker en de spelonk, die daarin was, en al het geboomte, 5 Gen 22:20 | akker, en de spelonk die daarin was, aan Abraham gevestigd 6 Gen 27:72 | kastanjen; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende 7 Gen 31:10 | zijn; woont, en handelt daarin, en stelt u tot bezitters 8 Gen 31:10 | en stelt u tot bezitters daarin. ~ 9 Gen 31:21 | hen in dit land wonen, en daarin handelen, en het land (ziet 10 Gen 36:9 | niets onthouden, dan u, daarin dat gij zijn huisvrouw zijt; 11 Gen 37:8 | Egypte, en al de wijzen, die daarin waren; en Farao vertelde 12 Gen 43:27 | stelden zich tot bezitters daarin, en zij werden vruchtbaar 13 Gen 45:32 | akker, en de spelonk, die daarin is, is gekocht van de zonen 14 Exo 2:3 | en zij legde het knechtje daarin, en legde het in de biezen, 15 Exo 14:17 | verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt 16 Exo 16:33 | en doe een gomer vol Man daarin; en zet die voor het aangezicht 17 Exo 20:11 | gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden 18 Exo 21:33 | en een os of ezel valt daarin; ~ 19 Exo 22:5 | afweiden, en hij zijn beest daarin drijft, dat het in eens 20 Exo 28:17 | zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen, 21 Exo 28:36 | louter goud, en gij zult daarin graveren, gelijk men de 22 Exo 30:18 | altaar, en gij zult water daarin doen; ~ 23 Exo 39:10 | 10 En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij 24 Exo 40:4 | Daarna zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken 25 Exo 40:4 | gij zult ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen 26 Exo 40:9 | den tabernakel, en al wat daarin is; en gij zult dezelven 27 Exo 40:30 | altaar; en hij deed water daarin om te wassen. ~ 28 Lev 6:3 | alles, dat de mens doet, daarin zondigende. ~ 29 Lev 8:10 | den tabernakel, en al wat daarin was, en heiligde ze. ~ 30 Lev 10:1 | wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarop, 31 Lev 11:33 | zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en 32 Lev 13:14 | welken dage levend vlees daarin gezien zal worden, zal hij 33 Lev 20:22 | waarheen Ik u brenge, om daarin te wonen, niet uitspuwe. ~ 34 Lev 22:9 | zonde daarover dragen en daarin sterven, als zij die ontheiligd 35 Lev 22:21 | aangenaam zij; geen gebrek zal daarin zijn. ~ 36 Lev 24:11 | noch inoogsten wat van zelf daarin zal gewassen zijn, noch 37 Lev 24:19 | verzadiging toe; en gij zult zeker daarin wonen. ~ 38 Lev 25:32 | verwoesten; dat uw vijanden, die daarin zullen wonen, zich daarover 39 Lev 25:35 | in uw sabbatten, als gij daarin woondet. ~ 40 Num 4:16 | tabernakels, en alles wat daarin is, aan het heiligdom en 41 Num 13:18 | het zij, en het volk, dat daarin woont, of het sterk zij 42 Num 14:30 | opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve 43 Num 14:31 | roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen 44 Num 16:7 | 7 En doet morgen vuur daarin, legt reukwerk daarop voor 45 Num 16:17 | wierookvat, en legt reukwerk daarin, en brengt voor het aangezicht 46 Num 16:18 | wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarin; 47 Num 16:18 | daarin, en legden reukwerk daarin; en zij stonden voor de 48 Num 16:46 | wierookvat, en doe vuur daarin van het altaar, en leg reukwerk 49 Num 16:47 | volk; en hij legde reukwerk daarin, en deed verzoening over 50 Num 31:92 | verdreven de Amorieten, die daarin waren, uit de bezitting. ~ 51 Num 31:93 | van Manasse; en hij woonde daarin. ~ 52 Num 32:53 | erfelijke bezitting nemen, en daarin wonen; want Ik heb u dat 53 Num 34:25 | gevloden was; en hij zal daarin blijven tot den dood des 54 Num 34:33 | worden over het bloed, dat daarin vergoten is, dan door het 55 Deu 1:8 | voor uw aangezicht; gaat daarin, en bezit erfelijk het land, 56 Deu 1:22 | wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot 57 Deu 1:31 | dat de HEERE uw God, u daarin gedragen heeft, als een 58 Deu 1:38 | aangezicht staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, 59 Deu 1:39 | kwaad weten, die zullen daarin komen, en dien zal Ik het 60 Deu 2:10 | Emieten woonden te voren daarin, een groot, en menigvuldig, 61 Deu 2:20 | reuzen woonden te voren daarin, en de Ammonieten noemden 62 Deu 4:26 | erven; gij zult uw dagen daarin niet verlengen, maar ganselijk 63 Deu 10:14 | hemelen, de aarde, en al wat daarin is. ~ 64 Deu 11:31 | het erfelijk bezitten, en daarin wonen. ~ 65 Deu 13:5 | uw God, geboden heeft, om daarin te wandelen. Zo zult gij 66 Deu 13:15 | verbannende haar, en alles, wat daarin is, ook haar beesten, met 67 Deu 17:14 | erfelijk zult bezitten en daarin wonen, en gij zeggen zult: 68 Deu 17:19 | bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns 69 Deu 20:11 | zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u cijnsbaar 70 Deu 20:13 | zult alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte 71 Deu 26:1 | erfelijk zult bezitten, en daarin wonen; ~ 72 Deu 28:30 | huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard 73 Deu 29:23 | hebben, noch enig kruid daarin zal opgekomen zijn; gelijk 74 Deu 30:18 | Jordaan zijt heengaande, om daarin te komen, dat gij het erfelijk 75 Joz 1:8 | te doen naar alles, wat daarin geschreven is; want alsdan 76 Joz 6:5 | vallen, en het volk zal daarin klimmen, een iegelijk tegenover 77 Joz 6:17 | verbannen zijn, zij en al wat daarin is; alleenlijk zal de hoer 78 Joz 6:23 | jongelingen, de verspieders, daarin en brachten er Rachab uit, 79 Joz 6:24 | zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver 80 Joz 10:28 | henlieden en alle ziel die daarin was; hij liet geen overigen 81 Joz 10:30 | zwaards, en alle ziel, die daarin was; hij liet daarin geen 82 Joz 10:30 | die daarin was; hij liet daarin geen overigen overblijven; 83 Joz 10:32 | zwaards, en alle ziel, die daarin was, naar alles, wat hij 84 Joz 10:35 | zwaards, en alle ziel, die daarin was, verbande hij op denzelven 85 Joz 10:37 | steden, en alle ziel, die daarin was; hij liet niemand in 86 Joz 10:37 | haar, en alle ziel, die daarin was. ~ 87 Joz 10:39 | verbanden alle ziel, die daarin was; hij liet geen overigen 88 Joz 11:11 | zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des 89 Joz 19:47 | erfden haar, en woonden daarin; en zij noemden Lesem, Dan, 90 Joz 22:16 | beerfden het, en woonden daarin. ~ 91 Ric 2:22 | HEEREN zullen houden, om daarin te wandelen, gelijk als 92 Ric 8:45 | en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad 93 Ric 15:30 | en op al het volk, dat daarin was. En de doden, die hij 94 Ric 17:28 | zij de stad, en woonden daarin. ~ 95 Ric 18:11 | der Jebusieten wijken, en daarin vernachten. ~ 96 Ric 20:23 | herbouwden de steden, en woonden daarin. ~ 97 1Sa 24:4 | spelonk was; en Saul ging daarin, om zijn voeten te dekken. 98 1Sa 24:16 | mij en tussen u, en zien daarin, en twisten mijn twist, 99 1Sa 30:2 | dat zij de vrouwen, die daarin waren, gevankelijk weggevoerd 100 1Sa 31:4 | Saul het zwaard, en viel daarin. ~ 101 1Sa 31:7 | de Filistijnen en woonden daarin. ~ 102 2Sa 4:6 | 6 En zij kwamen daarin tot het midden des huizes, 103 2Sa 12:31 | 31 Het volk nu, dat daarin was, voerde hij uit, en 104 2Sa 17:18 | voorhof, en zij daalden daarin. ~ 105 2Sa 23:5 | bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust, 106 1Kon 8:9 | tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE 107 1Kon 12:25| gebergte van Efraim, en woonde daarin, en toog van daar uit, en 108 2Kon 2:21| waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: 109 2Kon 4:8 | dikwijls hij doortrok, week hij daarin, om brood te eten. ~ 110 2Kon 12:9 | dorpel bewaarden, staken daarin al het geld, dat ten huize 111 2Kon 13:9 | dorpel bewaarden, staken daarin al het geld, dat ten huize 112 2Kon 14:6 | deed; maar hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan 113 2Kon 14:11| deed, maar hij wandelde daarin. ~ 114 2Kon 14:21| van Elisa; en toen de man daarin kwam, en het gebeente van 115 2Kon 16:16| Menahem Tifsah, met allen, die daarin waren, ook haar landpalen 116 1Kro 10:4 | Saul het zwaard, en viel daarin. ~ 117 1Kro 10:7 | de Filistijnen en woonden daarin. ~ 118 1Kro 16:19| weinigen en vreemdelingen daarin. ~ 119 1Kro 16:32| van vreugde, met al wat daarin is. ~ 120 1Kro 21:3 | ook al het volk uit, dat daarin was, en hij zaagde ze met 121 2Kro 2:3 | hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met 122 2Kro 4:6 | vijf ter linkerhand, om daarin te wassen; wat ten brandoffer 123 2Kro 4:6 | brandoffer behoort, staken zij daarin; maar de zee was, opdat 124 2Kro 4:6 | opdat de priesters zich daarin zouden wassen. ~ 125 2Kro 5:10| tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gedaan had als de HEERE 126 2Kro 6:10| tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gedaan had als de HEERE 127 2Kro 12:11| vastigheden, en legde oversten daarin, en schatten van spijs, 128 2Kro 21:8 | 8 Zij nu hebben daarin gewoond, en zij hebben U 129 2Kro 21:8 | gewoond, en zij hebben U daarin een heiligdom gebouwd voor 130 2Kro 22:17| togen op in Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, 131 2Kro 22:37| togen op in Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, 132 2Kro 31:12| 12 Daarin brachten zij die heffing, 133 2Kro 34:18| boek gegeven. En Safan las daarin voor het aangezicht des 134 Ezra 4:19| verheven, en rebellie en afval daarin gesticht is. ~ 135 Ezra 5:7 | een verhaal aan hem; en daarin was aldus geschreven: Den 136 Ezra 6:2 | werd een rol gevonden; en daarin was aldus geschreven: GEDACHTENIS: ~ 137 Neh 4:8 | strijden, en een verbijstering daarin te maken. ~ 138 Neh 6:1 | had, en dat geen scheur daarin was overgelaten; ook had 139 Neh 6:6 | 6 Daarin was geschreven: Het is onder 140 Neh 7:5 | waren opgetogen, en vond daarin geschreven aldus: ~ 141 Neh 8:4 | 4 En hij las daarin voor de straat, die voor 142 Neh 9:6 | daarop is, de zeeen en al wat daarin is, en Gij maakt die allen 143 Neh 9:24 | 24 Alzo zijn de kinderen daarin gekomen, en hebben dat land 144 Neh 9:36 | goede daarvan te eten, zie, daarin zijn wij knechten. ~ 145 Neh 12:44 | eerstelingen en tot de tienden, om daarin uit de akkers der steden 146 Neh 13:1 | voor de oren des volks; en daarin werd geschreven gevonden, 147 Neh 13:26 | Salomo, de koning van Israel, daarin gezondigd, hoewel er onder 148 Est 6:3 | 14 Des avonds ging zij daarin, en des morgens ging zij 149 Job 3:7 | dat geen vrolijk gezang daarin kome; ~ 150 Job 6:29 | nog zal mijn gerechtigheid daarin zijn. ~ 151 Job 22:8 | aanzienlijk persoon woonde daarin. ~ 152 Psa 24:1 | volheid, de wereld, en die daarin wonen. ~ 153 Psa 36:8 | vange hemzelven; hij valle daarin met verwoesting. ~ 154 Psa 68:11 | 11 Uw hoop woonde daarin; Gij bereiddet ze door Uw 155 Psa 68:15 | de Almachtige de koningen daarin verstrooide, werd zij sneeuwwit 156 Psa 69:35 | aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt. ~ 157 Psa 69:37 | liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. ~ 158 Psa 71:3 | mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk 159 Psa 71:3 | te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel 160 Psa 87:5 | gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de Allerhoogste 161 Psa 90:10 | Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, 162 Psa 98:7 | wereld met degenen, die daarin wonen. ~ 163 Psa 104:25 | groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, 164 Psa 104:26 | Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen. ~ 165 Psa 105:12 | weinig en vreemdelingen daarin; ~ 166 Psa 107:34 | de boosheid dergenen, die daarin wonen. ~ 167 Psa 119:35 | het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust. ~ 168 Psa 137:2 | gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. ~ 169 Spre 2:21| en de oprechten zullen daarin overblijven; ~ 170 Spre 18:2 | aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt. ~ 171 Spre 20:1 | drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. ~ 172 Spre 22:14| de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. ~ 173 Pred 1:13| mensen      gegeven, om zich daarin te bekommeren. ~ 174 Pred 2:11| kwelling des geestes, en      daarin was geen voordeel onder 175 Pred 9:14| en weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam 176 Pred 10:8 | Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur 177 Jes 1:21 | gerechtigheid herbergde daarin, maar nu doodslagers. ~ 178 Jes 5:2 | en ook een wijnbak      daarin uitgehouwen; en Hij heeft 179 Jes 5:6 | distelen en doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken 180 Jes 6:13 | nog een tiende deel zal daarin zijn, en het zal wederkeren, 181 Jes 14:32 | Zijns volks een toevlucht daarin hebben zouden. ~  ~ 182 Jes 17:6 | Doch een nalezing zal daarin overig blijven, gelijk in 183 Jes 24:6 | de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; 184 Jes 26:2 | dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden 185 Jes 33:4 | verzameld worden; men zal daarin ginds en weder huppelen, 186 Jes 33:24 | ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van 187 Jes 34:11 | schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want Hij zal een 188 Jes 34:17 | geslacht zullen zij daarin wonen. ~  ~ 189 Jes 40:7 | als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk 190 Jes 42:10 | ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden en hun 191 Jes 44:23 | bossen,      en alle geboomte daarin! Want de HEERE heeft Jakob 192 Jes 45:18 | ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou: Ik ben de HEERE, 193 Jes 51:3 | vreugde en      blijdschap zal daarin gevonden worden, dankzegging 194 Jer 2:7 | van te eten; maar toen gij daarin kwaamt, verontreinigdet 195 Jer 6:16 | goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden 196 Jer 6:16 | zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. ~ 197 Jer 8:16 | volheid, de stad en die daarin wonen. ~ 198 Jer 12:4 | de boosheid dergenen, die daarin wonen, vergaan de beesten 199 Jer 19:4 | vervreemd, en andere goden daarin gerookt hebben die zij niet 200 Jer 23:12 | zullen aangedreven worden en daarin vallen; want Ik zal een 201 Jer 27:11 | en het zal dat bouwen en daarin      wonen. ~ 202 Jer 29:5 | Bouwt huizen en woont daarin, en plant hoven en eet de 203 Jer 29:28 | bouwt huizen, en woont daarin en plant hoven, en eet de 204 Jer 31:24 | steden, zullen te zamen daarin wonen; de akkerlieden, en 205 Jer 36:29 | maken, dat mens en beest daarin ophouden? ~ 206 Jer 44:2 | deze dage, en niemand woont daarin; ~ 207 Jer 46:8 | ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven. ~ 208 Jer 47:2 | hetzelve, de stad en die daarin   wonen; en de mensen zullen 209 Jer 49:18 | wonen, en geen mensenkind daarin verkeren. ~ 210 Jer 49:33 | wonen, en geen mensenkind daarin verkeren. ~ 211 Jer 50:39 | wilde dieren der eilanden daarin wonen; ook zullen de jonge 212 Jer 50:39 | zullen de jonge struisen daarin wonen; en men zal er geen 213 Jer 51:48 | aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over 214 Eze 1:4 | grote wolk, en een vuur daarin vervangen, en een glans 215 Eze 2:9 | mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks. ~ 216 Eze 2:10 | beschreven voor en achter; en daarin waren geschreven klaagliederen, 217 Eze 7:20 | overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden hunner gruwelen 218 Eze 12:19 | geweld van al degenen, die daarin wonen; ~ 219 Eze 14:13 | breken, en een      honger daarin zenden, dat Ik daaruit mensen 220 Eze 14:22 | 22      Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, 221 Eze 24:3 | hem toe, en giet ook water daarin. ~ 222 Eze 24:4 | Doe zijn stukken te zamen daarin, alle goede stukken, de 223 Eze 24:5 | ook zullen zijn beenderen daarin gekookt worden. ~ 224 Eze 28:26 | 26      En zij zullen daarin zeker wonen, en huizen bouwen, 225 Eze 30:6 | van Syene af zullen zij daarin door het zwaard      vallen, 226 Eze 32:15 | geslagen zal hebben allen, die daarin wonen; alzo zullen zij      227 Eze 33:11 | dood des goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze 228 Eze 33:13 | zijn onrecht, dat hij doet, daarin zal hij sterven. ~ 229 Eze 33:18 | doet onrecht, zo zal hij daarin sterven. ~ 230 Eze 33:19 | gerechtigheid, zo zal hij daarin leven. ~ 231 Eze 37:25 | vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en 232 Eze 40:22 | oosten zag; en men ging daarin op met zeven trappen, en 233 Eze 40:49 | trappen, bij dewelke men daarin opging; ook waren er pilaren 234 Eze 44:14 | dienst, en aan alles, wat daarin zal gedaan worden. ~ 235 Eze 45:3 | breedte van tien duizend; en daarin zal het heiligdom zijn met 236 Eze 48:10 | 10      En daarin zal het heilig hefoffer 237 Hos 4:3 | treuren, en een iegelijk, die daarin woont, kwelen, met het gedierte 238 Hos 14:10 | de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders      239 Hos 14:10 | overtreders      zullen daarin vallen. ~ 240 Amos 5:11| gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste      241 Amos 8:8 | beroerd worden, en al wie daarin woont treuren? Ja, het zal 242 Amos 9:5 | versmelte, en allen, die daarin wonen, treuren; en dat het 243 Nah 1:5 | de wereld, en allen, die daarin wonen. ~ 244 Zep 2:7 | het huis van Juda, dat zij daarin weiden; des avonds zullen 245 Zac 1:16 | ontfermingen; Mijn huis zal daarin gebouwd worden, spreekt 246 Zac 13:8 | de HEERE, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden, 247 Zac 13:8 | maar het derde deel zal daarin overblijven. ~ 248 Zac 14:11 | 11      En zij zullen daarin wonen, en er zal geen verbanning 249 Mal 3:10 | huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de HEERE der heirscharen, 250 Matt 10:11| inkomen, onderzoekt, wie daarin waardig is; en blijft aldaar, 251 Matt 21:33| en groef een wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en 252 Matt 23:21| denzelven, en bij Dien, Die daarin woont. ~ 253 Mark 4:29| terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is. ~ 254 Mark 12:41| vele rijken wierpen veel daarin. ~ 255 Mark 12:42| die twee kleine penningen daarin wierp, hetwelk is een oort. ~ 256 Mark 12:44| hebben van hun overvloed daarin geworpen; maar deze heeft 257 Mark 12:44| gebrek, al wat zij had, daarin geworpen, haar ganse leeftocht. ~  ~ 258 Luk 10:9 | geneest de kranken, die daarin zijn, en zegt tot hen: Het 259 Luk 10:20 | 20 Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen 260 Luk 10:34 | verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende 261 Luk 11:41 | geeft tot aalmoes, hetgeen daarin is; en ziet, alles is u 262 Luk 19:45 | te drijven degenen, die daarin verkochten en kochten, ~ 263 Luk 21:2 | weduwe twee kleine penningen daarin werpen. ~ 264 Luk 21:4 | leeftocht, dien zij had, daarin geworpen. ~ 265 Luk 24:18 | dingen, die dezer dagen daarin geschied zijn? ~ 266 Joha 5:4 | het water; die dan eerst daarin kwam, na de beroering van 267 Hand 3:26| Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk van 268 Hand 4:30| 30 Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt 269 Hand 11:24| gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere 270 2Kor 4:9 | 9 Vervolgd, doch niet daarin verlaten; nedergeworpen, 271 2Kor 11:21| ik spreek in onwijsheid), daarin ben ik ook stout. 272 Gal 3:28 | 28 Daarin is noch Jood noch Griek; 273 Gal 3:28 | is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch 274 Gal 3:28 | noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want 275 Fili 1:18| waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik 276 Fili 3:16| toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel wandelen, 277 1The 4:1 | en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt. ~ 278 1Tim 4:16| uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij 279 Heb 2:8 | voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen 280 Heb 13:9 | nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben. ~ 281 2Pet 3:10| aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. ~ 282 2Pet 3:16| ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; 283 Open 10:6 | geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen 284 Open 10:6 | en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen 285 Open 10:6 | is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer 286 Open 11:1 | altaar, en degenen, die daarin aanbidden. ~ 287 Open 12:12| gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die 288 Open 13:12| maakt, dat de aarde, en die daarin wonen het eerste beest aanbidden, 289 Open 20:3 | den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven 290 Open 21:26| heerlijkheid en de eer der volken daarin brengen. ~ 291 Open 22:3 | troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License