Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hieuwen 10
hieven 16
higgajon 1
hij 10542
hijgen 2
hijgt 3
hijzelf 6
Frequency    [«  »]
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot

Bijbel

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

      Book Chapter: Verse
5501 Job 28:10 | 10 In de rotsstenen houwt hij stromen uit, en zijn oog 5502 Job 28:11 | 11 Hij bindt de rivier toe, dat 5503 Job 28:11 | en het verborgene brengt hij uit in het licht. ~ 5504 Job 28:23 | God verstaat haar weg, en Hij weet haar plaats. ~ 5505 Job 28:24 | 24 Want Hij schouwt tot aan de einden 5506 Job 28:24 | aan de einden der aarde, Hij ziet onder al de hemelen. ~ 5507 Job 28:25 | 25 Als Hij den wind het gewicht maakte, 5508 Job 28:26 | 26 Als Hij den regen een gezette orde 5509 Job 28:27 | 27 Toen zag Hij haar, en vertelde ze; Hij 5510 Job 28:27 | Hij haar, en vertelde ze; Hij schikte ze, en ook doorzocht 5511 Job 28:27 | schikte ze, en ook doorzocht Hij ze. ~ 5512 Job 28:28 | Maar tot den mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des 5513 Job 29:3 | 3 Toen Hij Zijn lamp deed schijnen 5514 Job 30:11 | 11 Want Hij heeft mijn zeel losgemaakt, 5515 Job 30:17 | 17 Des nachts doorboort Hij mijn beenderen in mij, en 5516 Job 30:18 | is mijn kleed veranderd; Hij omgordt mij als de kraag 5517 Job 30:19 | 19 Hij heeft mij in het slijk geworpen, 5518 Job 30:24 | 24 Maar Hij zal tot een aardhoop de 5519 Job 31:4 | 4 Ziet Hij niet mijn wegen, en telt 5520 Job 31:4 | niet mijn wegen, en telt Hij niet al mijn treden? ~ 5521 Job 31:6 | 6 Hij wege mij op, in een rechte 5522 Job 31:14 | als God opstond? En als Hij bezoeking deed, wat zou 5523 Job 31:15 | 15 Heeft Hij niet, Die mij in den buik 5524 Job 31:18 | van mijn jonkheid af is hij bij mij opgetogen, als bij 5525 Job 31:19 | heb zien omkomen, omdat hij zonder kleding was, en dat 5526 Job 31:20 | niet gezegend hebben, toen hij van de vellen mijner lammeren 5527 Job 32:1 | Job te antwoorden, dewijl hij in zijn ogen rechtvaardig 5528 Job 32:2 | zijn toorn ontstoken, omdat hij zijn ziel meer rechtvaardigde 5529 Job 32:4 | ouder van dagen waren dan hij. ~ 5530 Job 32:14 | 14 Nu heeft hij tegen mij geen woorden gericht, 5531 Job 32:19 | nieuwe lederen zakken zou hij bersten. ~ 5532 Job 33:10 | 10 Zie, Hij vindt oorzaken tegen mij, 5533 Job 33:10 | vindt oorzaken tegen mij, Hij houdt mij voor Zijn vijand. ~ 5534 Job 33:11 | 11 Hij legt mijn voeten in den 5535 Job 33:11 | mijn voeten in den stok; Hij neemt al mijn paden waar. ~ 5536 Job 33:13 | tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn 5537 Job 33:16 | 16 Dan openbaart Hij het voor het oor der lieden, 5538 Job 33:16 | voor het oor der lieden, en Hij verzegelt hun kastijding; ~ 5539 Job 33:17 | 17 Opdat Hij den mens afwende van zijn 5540 Job 33:18 | 18 Dat Hij zijn ziel van het verderf 5541 Job 33:19 | 19 Ook wordt hij gestraft met smart op zijn 5542 Job 33:24 | 24 Zo zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: 5543 Job 33:24 | zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale, 5544 Job 33:25 | dan het was in de jeugd; hij zal tot de dagen zijner 5545 Job 33:26 | 26 Hij zal tot God ernstiglijk 5546 Job 33:26 | met gejuich aanzien; want Hij zal den mens zijn gerechtigheid 5547 Job 33:27 | 27 Hij zal de mensen aanschouwen, 5548 Job 33:30 | 30 Opdat hij zijn ziel afkere van het 5549 Job 33:30 | afkere van het verderf, en hij verlicht worde met het licht 5550 Job 34:7 | Wat man is er, gelijk Job? Hij drinkt de bespotting in 5551 Job 34:9 | 9 Want hij heeft gezegd: Het baat een 5552 Job 34:9 | Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God. ~ 5553 Job 34:11 | werk des mensen vergeldt Hij hem, en naar eens ieders 5554 Job 34:11 | naar eens ieders weg doet Hij het hem vinden. ~ 5555 Job 34:14 | 14 Indien Hij Zijn hart tegen hem zette, 5556 Job 34:14 | zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich vergaderen; ~ 5557 Job 34:17 | 17 Zou hij ook, die het recht haat, 5558 Job 34:21 | zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden. ~ 5559 Job 34:23 | 23 Gewisselijk, Hij legt den mens niet te veel 5560 Job 34:23 | mens niet te veel op, dat hij tegen God in het gericht 5561 Job 34:24 | 24 Hij vermorzelt de geweldigen, 5562 Job 34:25 | 25 Daarom dat Hij hun werken kent, zo keert 5563 Job 34:25 | hun werken kent, zo keert Hij hen des nachts om, en zij 5564 Job 34:26 | 26 Hij klopt hen samen als goddelozen, 5565 Job 34:28 | 28 Opdat Hij op hem het geroep des armen 5566 Job 34:29 | 29 Als Hij stilt, wie zal dan beroeren? 5567 Job 34:29 | wie zal dan beroeren? Als Hij het aangezicht verbergt, 5568 Job 34:31 | 31 Zekerlijk heeft hij tot God gezegd: Ik heb Uw 5569 Job 34:33 | Zal het van u zijn, hoe Hij iets vergelden zal, dewijl 5570 Job 34:37 | Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding bijvoegen; 5571 Job 34:37 | nog overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen 5572 Job 34:37 | in de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen 5573 Job 35:7 | gij Hem, of wat ontvangt Hij uit uw hand? ~ 5574 Job 35:12 | 12 Daar roepen zij; maar Hij antwoordt niet, vanwege 5575 Job 35:15 | toorn Job bezocht heeft, en Hij hem niet zeer in overvloed 5576 Job 36:5 | geweldig, nochtans versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in 5577 Job 36:5 | versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten. ~ 5578 Job 36:6 | 6 Hij laat den goddeloze niet 5579 Job 36:6 | der ellendigen beschikt Hij. ~ 5580 Job 36:7 | 7 Hij onttrekt Zijn ogen niet 5581 Job 36:7 | zij in den troon; daar zet Hij hen voor altoos, en zij 5582 Job 36:9 | 9 Dan geeft Hij hun hun werk te kennen, 5583 Job 36:10 | 10 En Hij openbaart het voor hunlieder 5584 Job 36:13 | op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft. ~ 5585 Job 36:15 | 15 Hij zal den ellendige in zijn 5586 Job 36:15 | in de onderdrukking zal Hij het voor hunlieder oor openbaren. ~ 5587 Job 36:16 | 16 Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van 5588 Job 36:18 | grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien niet met een 5589 Job 36:19 | 19 Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij 5590 Job 36:22 | wie is een Leraar, gelijk Hij? ~ 5591 Job 36:27 | 27 Want Hij trekt de druppelen der wateren 5592 Job 36:30 | 30 Zie, Hij breidt over hem Zijn licht 5593 Job 36:30 | wortelen der zee bedekt Hij. ~ 5594 Job 36:31 | 31 Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze 5595 Job 36:31 | daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. ~ 5596 Job 36:32 | 32 Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve 5597 Job 36:36 | 3 Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen 5598 Job 36:37 | 4 Daarna brult Hij met de stem; Hij dondert 5599 Job 36:37 | Daarna brult Hij met de stem; Hij dondert met de stem Zijner 5600 Job 36:38 | Zijn stem zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij 5601 Job 36:39 | 6 Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees 5602 Job 36:40 | 7 Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe, 5603 Job 36:40 | van ieder mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns 5604 Job 36:44 | 11 Ook vermoeit Hij de dikke wolken door klaarheid; 5605 Job 36:44 | dikke wolken door klaarheid; Hij verstrooit de wolk Zijns 5606 Job 36:45 | ommegangen, dat zij doen al wat Hij ze gebiedt, op het vlakke 5607 Job 36:46 | 13 Hetzij dat Hij die tot een roede, of tot 5608 Job 36:50 | klederen warm worden, als Hij de aarde stil maakt uit 5609 Job 36:53 | iemand dat, gewisselijk, hij zal verslonden worden. ~ 5610 Job 36:56 | kunnen wij niet uitvinden; Hij is groot van kracht; doch 5611 Job 36:56 | grote gerechtigheid verdrukt Hij niet. ~ 5612 Job 36:57 | Daarom vreze Hem de lieden; Hij ziet geen wijzen van harte 5613 Job 37:2 | 2 Wie is hij, die den raad verduistert 5614 Job 37:11 | niet verder, en hier zal hij zich stellen tegen den hoogmoed 5615 Job 37:13 | 13 Opdat hij de einden der aarde vatten 5616 Job 38:10 | 10 Hij belacht het gewoel der stad; 5617 Job 38:10 | getier des drijvers hoort hij niet. ~ 5618 Job 38:11 | 11 Dat hij uitspeurt op de bergen, 5619 Job 38:11 | bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei groensel 5620 Job 38:12 | eenhoorn u willen dienen? Zal hij vernachten aan uw kribbe? ~ 5621 Job 38:13 | aan de voren binden? Zal hij de laagten achter u eggen? ~ 5622 Job 38:15 | Zult gij hem geloven, dat hij uw zaad zal wederbrengen, 5623 Job 38:29 | door uw verstand, en breidt hij zijn vleugelen uit naar 5624 Job 38:30 | zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? ~ 5625 Job 38:31 | 31 Hij woont en vernacht in de 5626 Job 38:32 | 32 Van daar speurt hij de spijze op; zijn ogen 5627 Job 38:33 | verslagenen zijn, daar is hij. ~ 5628 Job 39:4 | God? En kunt gij, gelijk Hij, met de stem donderen? ~ 5629 Job 39:10 | Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund. ~ 5630 Job 39:14 | 14 Hij is een hoofdstuk der wegen 5631 Job 39:16 | schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats 5632 Job 39:18 | 18 Zie, hij doet de rivier geweld aan, 5633 Job 39:18 | en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan 5634 Job 39:18 | niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond 5635 Job 39:22 | 22 Zal hij aan u veel smekingen maken? 5636 Job 39:22 | veel smekingen maken? Zal hij zachtjes tot u spreken? ~ 5637 Job 39:23 | 23 Zal hij een verbond met u maken? 5638 Job 39:28 | zijn hoop zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen 5639 Job 40:1 | Niemand is zo koen, dat hij hem opwekken zou; wie is 5640 Job 40:1 | opwekken zou; wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht 5641 Job 40:18 | 18 Hij acht het ijzer voor stro, 5642 Job 40:20 | geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling der 5643 Job 40:21 | hem zijn scherpe scherven; hij spreidt zich op het puntachtige, 5644 Job 40:22 | 22 Hij doet de diepte zieden gelijk 5645 Job 40:22 | diepte zieden gelijk een pot; hij stelt de zee als een apothekerskokerij. ~ 5646 Job 40:23 | 23 Achter zich verlicht hij het pad; men zou den afgrond 5647 Job 40:25 | 25 Hij aanziet alles, wat hoog 5648 Job 40:25 | aanziet alles, wat hoog is, hij is een koning over alle 5649 Job 41:3 | 3 Wie is hij, zegt Gij, die den raad 5650 Job 41:10 | gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; 5651 Job 41:12 | meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, 5652 Job 41:13 | 13 Daartoe had hij zeven zonen en drie dochteren. ~ 5653 Job 41:14 | 14 En hij noemde den naam der eerste 5654 Job 41:16 | honderd en veertig jaren, dat hij zag zijn kinderen, en de 5655 Psa 1:2 | is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en 5656 Psa 1:3 | 3Want hij zal zijn als een boom, geplant 5657 Psa 1:3 | blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. ~ 5658 Psa 2:5 | 5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn 5659 Psa 2:5 | in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. ~ 5660 Psa 2:12 | 12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den 5661 Psa 3:1 | 1Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht 5662 Psa 3:3 | 3Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. 5663 Psa 3:5 | mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg 5664 Psa 7:1 | 1 Davids Schiggajon, dat hij den HEERE gezongen heeft, 5665 Psa 7:3 | 3 Opdat hij mijn ziel niet rove als 5666 Psa 7:13 | 13 Indien hij zich niet bekeert, zo zal 5667 Psa 7:13 | zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij 5668 Psa 7:13 | Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, 5669 Psa 7:14 | voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de 5670 Psa 7:15 | 15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, 5671 Psa 7:15 | en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren. ~ 5672 Psa 7:16 | 16 Hij heeft een kuil gedolven, 5673 Psa 7:16 | en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, 5674 Psa 7:16 | gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. ~ 5675 Psa 9:8 | zal in eeuwigheid zitten; Hij heeft Zijn troon bereid 5676 Psa 9:9 | 9 En Hij Zelf zal de wereld richten 5677 Psa 9:13 | 13 Want Hij zoekt de bloedstortingen, 5678 Psa 9:13 | zoekt de bloedstortingen, Hij gedenkt derzelve; Hij vergeet 5679 Psa 9:13 | bloedstortingen, Hij gedenkt derzelve; Hij vergeet het geroep der ellendigen 5680 Psa 9:17 | HEERE is bekend geworden; Hij heeft recht gedaan; de goddeloze 5681 Psa 10:3 | over den wens zijner ziel; hij zegent den gierigaard, hij 5682 Psa 10:3 | hij zegent den gierigaard, hij lastert den HEERE. ~ 5683 Psa 10:4 | 4 De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoog steekt, 5684 Psa 10:5 | tegenpartijders, die blaast hij aan. ~ 5685 Psa 10:6 | 6 Hij zegt in zijn hart; Ik zal 5686 Psa 10:8 | 8 Hij zit in de achterlage der 5687 Psa 10:8 | verborgene plaatsen doodt hij den onschuldige; zijn ogen 5688 Psa 10:9 | 9 Hij legt lagen in een verborgen 5689 Psa 10:9 | gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige 5690 Psa 10:9 | den ellendige te roven; hij rooft den ellendige, als 5691 Psa 10:9 | rooft den ellendige, als hij hem trekt in zijn net. ~ 5692 Psa 10:10 | 10 Hij duikt neder, hij buigt zich; 5693 Psa 10:10 | 10 Hij duikt neder, hij buigt zich; en de arme hoop 5694 Psa 10:11 | 11 Hij zegt in zijn hart: God heeft 5695 Psa 10:11 | God heeft het vergeten, Hij heeft Zijn aangezicht verborgen, 5696 Psa 10:11 | Zijn aangezicht verborgen, Hij ziet niet in eeuwigheid. ~ 5697 Psa 11:7 | de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft gerechtigheden lief; 5698 Psa 12:6 | behoudenis zetten, dien hij aanblaast. ~ 5699 Psa 13:6 | den HEERE zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft. ~  ~ 5700 Psa 15:4 | verworpene veracht is, maar hij eert degenen, die den HEERE 5701 Psa 15:4 | den HEERE vrezen; heeft hij gezworen tot zijn schade, 5702 Psa 15:4 | schade, evenwel verandert hij niet; ~ 5703 Psa 16:8 | geduriglijk voor mij, omdat Hij aan mijn rechterhand is, 5704 Psa 17:12 | 12 Hij is gelijk als een leeuw, 5705 Psa 18:2 | 2 Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk 5706 Psa 18:7 | aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn 5707 Psa 18:8 | zich en daverden, omdat Hij ontstoken was. ~ 5708 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde 5709 Psa 18:11 | 11 En Hij voer op een cherub, en vloog; 5710 Psa 18:11 | een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk op de vleugelen 5711 Psa 18:12 | 12 Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom 5712 Psa 18:15 | 15 En Hij zond Zijn pijlen uit, en 5713 Psa 18:15 | uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, 5714 Psa 18:17 | 17 Hij zond van de hoogte, Hij 5715 Psa 18:17 | Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op 5716 Psa 18:17 | de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren. ~ 5717 Psa 18:18 | 18 Hij verloste mij van mijn sterken 5718 Psa 18:20 | 20 En Hij voerde mij uit in de ruimte, 5719 Psa 18:20 | voerde mij uit in de ruimte, Hij rukte mij uit, want Hij 5720 Psa 18:20 | Hij rukte mij uit, want Hij had lust aan mij. ~ 5721 Psa 18:21 | naar mijn gerechtigheid, Hij gaf mij weder naar de reinigheid 5722 Psa 18:31 | des HEEREN is doorlouterd; Hij is een Schild allen, die 5723 Psa 18:33 | mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen 5724 Psa 18:34 | 34 Hij maakt mijn voeten gelijk 5725 Psa 18:34 | gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. ~ 5726 Psa 18:35 | 35 Hij leert mijn handen ten strijde, 5727 Psa 18:42 | verlosser; tot den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet. ~ 5728 Psa 19:5 | aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent 5729 Psa 20:3 | 3 Hij zende uw hulp uit het heiligdom, 5730 Psa 20:4 | 4 Hij gedenke al uwer spijsofferen, 5731 Psa 20:5 | 5 Hij geve u naar uw hart, en 5732 Psa 20:7 | HEERE Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den 5733 Psa 21:2 | Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd over Uw heil! ~ 5734 Psa 21:5 | 5 Het leven heeft hij van U begeerd. Gij hebt 5735 Psa 21:8 | goedertierenheid des Allerhoogsten zal hij niet wankelen. ~ 5736 Psa 22:9 | 9 Hij heeft het op den HEERE gewenteld, 5737 Psa 22:9 | den HEERE gewenteld, dat Hij hem nu uithelpe, dat Hij 5738 Psa 22:9 | Hij hem nu uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust 5739 Psa 22:9 | dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft! ~ 5740 Psa 22:25 | 25 Want Hij heeft niet veracht, noch 5741 Psa 22:25 | voor hem verborgen; maar Hij heeft gehoord, als die tot 5742 Psa 22:29 | koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen. ~ 5743 Psa 22:32 | dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft. ~  ~ 5744 Psa 23:2 | nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer 5745 Psa 23:3 | 3Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der 5746 Psa 24:2 | 2 Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, 5747 Psa 24:10 | 10 Wie is Hij, deze Koning der ere? De 5748 Psa 25:8 | goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen 5749 Psa 25:9 | 9 Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden 5750 Psa 25:9 | leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn 5751 Psa 25:12 | man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den 5752 Psa 25:12 | onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen. ~ 5753 Psa 25:15 | geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het 5754 Psa 27:5 | 5 Want Hij versteekt mij in Zijn hut, 5755 Psa 27:5 | hut, ten dage des kwaads; Hij verbergt mij in het verborgene 5756 Psa 27:5 | verborgene Zijner tent; Hij verhoogt mij op een rotssteen. ~ 5757 Psa 27:14 | den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, 5758 Psa 28:5 | werk Zijner handen, zo zal Hij hen afbreken en zal hen 5759 Psa 28:6 | 6Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft de stem mijner smekingen 5760 Psa 28:8 | is hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid der verlossingen 5761 Psa 29:6 | 6 En Hij doet ze huppelen als een 5762 Psa 31:22 | Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft Zijn goedertierenheid 5763 Psa 31:25 | 25 Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart versterken, 5764 Psa 32:1 | David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, 5765 Psa 33:5 | 5 Hij heeft gerechtigheid en gericht 5766 Psa 33:7 | 7 Hij vergadert de wateren der 5767 Psa 33:7 | der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren. ~ 5768 Psa 33:9 | 9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij 5769 Psa 33:9 | Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er. ~ 5770 Psa 33:10 | vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der 5771 Psa 33:12 | HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft. ~ 5772 Psa 33:14 | 14 Hij ziet uit van Zijn vaste 5773 Psa 33:15 | 15 Hij formeert hun aller hart; 5774 Psa 33:15 | formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken. ~ 5775 Psa 33:20 | ziel verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild. 5776 Psa 34:5 | 5 Hij heeft gerechtigheid en gericht 5777 Psa 34:7 | 7 Hij vergadert de wateren der 5778 Psa 34:7 | der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren. ~ 5779 Psa 34:9 | 9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij 5780 Psa 34:9 | Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er. ~ 5781 Psa 34:10 | vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der 5782 Psa 34:12 | HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft. ~ 5783 Psa 34:14 | 14 Hij ziet uit van Zijn vaste 5784 Psa 34:15 | 15 Hij formeert hun aller hart; 5785 Psa 34:15 | formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken. ~ 5786 Psa 34:20 | ziel verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild. ~ 5787 Psa 35:1 | Een psalm van David, als hij zijn gelaat veranderd had 5788 Psa 35:1 | Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. ~ 5789 Psa 35:5 | heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en 5790 Psa 35:7 | en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn 5791 Psa 35:18 | roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. ~ 5792 Psa 35:19 | gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van 5793 Psa 35:21 | 21 Schin. Hij bewaart al zijn beenderen; 5794 Psa 36:8 | verwoesting overkome hem, dat hij het niet wete, en zijn net, 5795 Psa 36:8 | niet wete, en zijn net, dat hij verborgen heeft, vange hemzelven; 5796 Psa 36:8 | heeft, vange hemzelven; hij valle daarin met verwoesting. ~ 5797 Psa 36:10 | dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige 5798 Psa 37:3 | 3 Want hij vleit zichzelven in zijn 5799 Psa 37:4 | zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot 5800 Psa 37:5 | 5 Hij bedenkt onrecht op zijn 5801 Psa 37:5 | bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die 5802 Psa 37:5 | goed is; het kwaad verwerpt hij niet. ~ 5803 Psa 38:4 | verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws 5804 Psa 38:5 | HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken; ~ 5805 Psa 38:10 | nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. ~ 5806 Psa 38:12 | tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met zijn 5807 Psa 38:13 | Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt. ~ 5808 Psa 38:23 | den HEERE bevestigd; en Hij heeft lust aan zijn weg. ~ 5809 Psa 38:24 | 24 Als hij valt, zo wordt hij niet 5810 Psa 38:24 | 24 Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de 5811 Psa 38:26 | Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn 5812 Psa 38:33 | hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij 5813 Psa 38:33 | Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt. ~ 5814 Psa 38:34 | HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde 5815 Psa 38:36 | 36 Maar hij ging door, en zie, hij was 5816 Psa 38:36 | Maar hij ging door, en zie, hij was er niet meer; en ik 5817 Psa 38:36 | meer; en ik zocht hem, maar hij werd niet gevonden. ~ 5818 Psa 38:40 | helpen, en zal hen bevrijden; Hij zal ze bevrijden van de 5819 Psa 40:6 | een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. 5820 Psa 41:2 | HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, 5821 Psa 41:3 | 3 En Hij heeft mij uit een ruisenden 5822 Psa 41:3 | op een rotssteen gesteld, Hij heeft mijn gangen vastgemaakt. ~ 5823 Psa 41:4 | 4 En Hij heeft een nieuw lied in 5824 Psa 42:2 | 2 Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk 5825 Psa 42:3 | bij het leven behouden; hij zal op aarde gelukzalig 5826 Psa 42:6 | mij, zeggende: Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan? ~ 5827 Psa 42:7 | hen komt, om mij te zien, hij spreekt valsheid; zijn hart 5828 Psa 42:7 | vergadert zich onrecht; gaat hij uit naar buiten, hij spreekt 5829 Psa 42:7 | gaat hij uit naar buiten, hij spreekt er van. ~ 5830 Psa 42:9 | Belialsstuk kleeft hem aan; en hij, die nederligt, zal niet 5831 Psa 42:26 | want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing 5832 Psa 43:5 | want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing 5833 Psa 44:22 | zulks niet onderzoeken? Want Hij weet de verborgenheden des 5834 Psa 45:12 | aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor 5835 Psa 46:2 | een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden 5836 Psa 46:7 | koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde 5837 Psa 47:4 | 4 Hij brengt de volken onder ons, 5838 Psa 47:5 | 5 Hij verkiest voor ons onze erfenis, 5839 Psa 47:5 | heerlijkheid van Jakob, dien Hij heeft liefgehad. Sela. ~ 5840 Psa 47:10 | schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven! ~  ~ 5841 Psa 48:4 | God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog 5842 Psa 48:15 | God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den 5843 Psa 49:8 | immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet 5844 Psa 49:10 | 10 Dat hij ook voortaan geduriglijk 5845 Psa 49:11 | 11 Want hij ziet, dat de wijzen sterven, 5846 Psa 49:13 | waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, 5847 Psa 49:16 | des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. Sela. ~ 5848 Psa 49:18 | 18 Want hij zal in zijn sterven niet 5849 Psa 49:19 | 19 Hoewel hij zijn ziel in zijn leven 5850 Psa 50:4 | 4 Hij zal roepen tot den hemel 5851 Psa 51:2 | tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan. ~ 5852 Psa 52:7 | afbreken in eeuwigheid; Hij zal u wegrapen en u uit 5853 Psa 52:7 | uit de tent uitrukken; ja, Hij zal u uitwortelen uit het 5854 Psa 52:9 | veelheid zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door 5855 Psa 52:11 | Uw Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. ~ 5856 Psa 54:8 | Naam, o HEERE! loven, want Hij is goed. ~ 5857 Psa 54:9 | 9Want Hij heeft mij gered uit alle 5858 Psa 55:18 | klagen en getier maken; en Hij zal mijn stem horen. ~ 5859 Psa 55:19 | 19 Hij heeft mijn ziel in vrede 5860 Psa 55:21 | 21 Hij slaat zijn handen aan degenen, 5861 Psa 55:21 | die vrede met Hem hadden; hij ontheiligt Zijn verbond. ~ 5862 Psa 55:23 | uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal 5863 Psa 55:23 | en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, 5864 Psa 57:1 | opperzangmeester, Altascheth; als hij voor Sauls aangezicht vlood 5865 Psa 57:4 | 4 Hij zal van den hemel zenden, 5866 Psa 58:8 | daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen 5867 Psa 58:10 | doornstruik gewaar worden, zal Hij hem als levend, als in heten 5868 Psa 58:11 | zal zich verblijden, als hij de wraak aanschouwt; hij 5869 Psa 58:11 | hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in 5870 Psa 60:2 | 2 Als hij gevochten had met de Syriers 5871 Psa 60:14 | wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders 5872 Psa 62:3 | 3 Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, 5873 Psa 62:7 | 7 Hij is immers mijn Rotssteen 5874 Psa 63:1 | Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda. ~ 5875 Psa 65:5 | 5 Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest, en doet 5876 Psa 65:5 | verkiest, en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij 5877 Psa 66:5 | Komt en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking 5878 Psa 66:6 | 6 Hij heeft de zee veranderd in 5879 Psa 66:7 | 7 Hij heerst eeuwiglijk met Zijn 5880 Psa 66:16 | en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft. ~ 5881 Psa 66:17 | tot Hem met mijn mond, en Hij werd verhoogd onder mijn 5882 Psa 66:19 | zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem 5883 Psa 67:2 | ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons 5884 Psa 68:6 | 6 Hij is een Vader der wezen, 5885 Psa 68:20 | HEERE; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze Zaligheid. 5886 Psa 68:31 | onderwerpt met stukken zilvers; Hij heeft de volken verstrooid, 5887 Psa 68:34 | Die van ouds is; ziet, Hij geeft Zijn stem, een stem 5888 Psa 69:34 | hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen 5889 Psa 72:2 | 2 Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid, 5890 Psa 72:4 | 4 Hij zal de ellendigen des volks 5891 Psa 72:4 | ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen 5892 Psa 72:6 | 6 Hij zal nederdalen als een regen 5893 Psa 72:8 | 8 En hij zal heersen van de zee tot 5894 Psa 72:12 | 12 Want hij zal den nooddruftige redden, 5895 Psa 72:13 | 13 Hij zal den arme en nooddruftige 5896 Psa 72:14 | 14 Hij zal hun zielen van list 5897 Psa 72:15 | 15 En hij zal leven; en men zal hem 5898 Psa 75:8 | 8 Maar God is Rechter; Hij vernedert dezen, en verhoogt 5899 Psa 75:9 | beroerd, vol van mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch alle 5900 Psa 76:4 | 4 Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen 5901 Psa 77:2 | mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij neigen. ~ 5902 Psa 77:10 | vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door 5903 Psa 78:4 | sterkheid, en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft. ~ 5904 Psa 78:5 | 5 Want Hij heeft een getuigenis opgericht 5905 Psa 78:5 | wet gesteld in Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, 5906 Psa 78:11 | daden, en Zijn wonderen, die Hij hun had doen zien. ~ 5907 Psa 78:12 | 12 Voor hun vaderen had Hij wonder gedaan, in Egypteland, 5908 Psa 78:13 | 13 Hij kliefde de zee, en deed 5909 Psa 78:13 | doorgaan; en de wateren deed Hij staan als een hoop. ~ 5910 Psa 78:14 | 14 En Hij leidde hen des daags met 5911 Psa 78:15 | 15 Hij kliefde de rotsstenen in 5912 Psa 78:16 | 16 Want Hij bracht stromen voort uit 5913 Psa 78:20 | 20 Ziet, Hij heeft den rotssteen geslagen, 5914 Psa 78:20 | overvloediglijk uitbraken, zou Hij ook brood kunnen geven? 5915 Psa 78:20 | brood kunnen geven? Zou Hij Zijn volke vlees toebereiden? ~ 5916 Psa 78:23 | 23 Daar Hij den wolken van boven gebood, 5917 Psa 78:25 | het brood der Machtigen; Hij zond hun teerkost tot verzadiging. ~ 5918 Psa 78:26 | 26 Hij dreef den oostenwind voort 5919 Psa 78:29 | en werden zeer zat; zodat Hij hun hun lust toebracht. ~ 5920 Psa 78:31 | toorn tegen hen opging, dat Hij van hun vetsten doodde, 5921 Psa 78:33 | 33 Dies deed Hij hun dagen vergaan in ijdelheid, 5922 Psa 78:34 | 34 Als Hij hen doodde, zo vraagden 5923 Psa 78:38 | 38 Doch Hij, barmhartig zijnde, verzoende 5924 Psa 78:39 | 39 En Hij dacht, dat zij vlees waren, 5925 Psa 78:42 | hand, aan den dag, toen Hij hen van den wederpartijder 5926 Psa 78:43 | 43 Hoe Hij Zijn tekenen stelde in Egypte, 5927 Psa 78:45 | 45 Hij zond een vermenging van 5928 Psa 78:46 | 46 En Hij gaf hun gewas den kruidworm, 5929 Psa 78:47 | 47 Hij doodde hun wijnstok door 5930 Psa 78:48 | 48 Ook gaf Hij hun vee den hagel over, 5931 Psa 78:49 | 49 Hij zond onder hen de hittigheid 5932 Psa 78:50 | 50 Hij woog een pad voor Zijn toorn; 5933 Psa 78:50 | een pad voor Zijn toorn; Hij onttrok hun ziel niet van 5934 Psa 78:50 | dood; en hun gedierte gaf Hij aan de pestilentie over. ~ 5935 Psa 78:51 | 51 En Hij sloeg al het eerstgeborene 5936 Psa 78:52 | 52 En Hij voerde Zijn volk als schapen, 5937 Psa 78:53 | 53 Ja, Hij leidde hen zeker, zodat 5938 Psa 78:54 | 54 En Hij bracht hen tot de landpale 5939 Psa 78:55 | 55 En Hij verdreef voor hun aangezicht 5940 Psa 78:60 | 60 Dies verliet Hij den tabernakel te Silo, 5941 Psa 78:60 | tabernakel te Silo, de tent, die Hij tot een woning gesteld had 5942 Psa 78:61 | 61 En Hij gaf Zijn sterkte in de gevangenis, 5943 Psa 78:62 | 62 En Hij leverde Zijn volk over ten 5944 Psa 78:66 | 66 En Hij sloeg Zijn wederpartijders 5945 Psa 78:66 | wederpartijders aan het achterste; Hij deed hun eeuwige smaadheid 5946 Psa 78:67 | 67 Doch Hij verwierp de tent van Jozef, 5947 Psa 78:67 | stam van Efraim verkoos Hij niet. ~ 5948 Psa 78:68 | 68 Maar Hij verkoos den stam van Juda, 5949 Psa 78:68 | Juda, den berg Sion, dien Hij liefhad. ~ 5950 Psa 78:69 | 69 En Hij bouwde Zijn heiligdom als 5951 Psa 78:69 | hoogten, als de aarde, die Hij gegrond heeft in eeuwigheid. ~ 5952 Psa 78:70 | 70 En Hij verkoos Zijn knecht David, 5953 Psa 78:71 | de zogende schapen deed Hij hem komen, om te weiden 5954 Psa 78:72 | 72 Ook heeft hij hen geweid naar de oprechtheid 5955 Psa 80:10 | wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. ~ 5956 Psa 80:12 | 12 Hij schoot zijn ranken uit tot 5957 Psa 80:17 | 17 Hij is met vuur verbrand; hij 5958 Psa 80:17 | Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen 5959 Psa 81:6 | 6 Hij heeft het gezet tot een 5960 Psa 81:6 | getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; 5961 Psa 81:17 | 17 En Hij zou het gespijsd hebben 5962 Psa 82:1 | in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der 5963 Psa 84:12 | zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden 5964 Psa 85:9 | HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot 5965 Psa 85:14 | aangezicht henengaan, en Hij zal ze zetten op den weg 5966 Psa 89:27 | 27 Hij zal Mij noemen: Gij zijt 5967 Psa 89:38 | 38 Hij zal eeuwiglijk bevestigd 5968 Psa 89:42 | beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest. ~ 5969 Psa 90:4 | de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als 5970 Psa 91:3 | 3 Want Hij zal u redden van den strik 5971 Psa 91:4 | 4 Hij zal u dekken met Zijn vlerken, 5972 Psa 91:11 | 11 Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, 5973 Psa 91:14 | 14 Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt 5974 Psa 91:14 | een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam. ~ 5975 Psa 91:15 | 15 Hij zal Mij aanroepen, en Ik 5976 Psa 92:13 | groeien als een palmboom; hij zal wassen als een cederboom 5977 Psa 92:16 | dat de HEERE recht is; Hij is mijn Rotssteen, en in 5978 Psa 93:1 | 1De HEERE regeert, Hij is met hoogheid bekleed; 5979 Psa 93:1 | is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord. Ook is 5980 Psa 94:9 | 9 Zou Hij, Die het oor plant, niet 5981 Psa 94:9 | oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet 5982 Psa 94:10 | 10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, 5983 Psa 94:10 | tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens wetenschap 5984 Psa 94:14 | Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten. ~ 5985 Psa 94:23 | 23 En Hij zal hun ongerechtigheid 5986 Psa 94:23 | hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid 5987 Psa 95:5 | Wiens ook de zee is, want Hij heeft ze gemaakt; en Zijn 5988 Psa 95:7 | 7 Want Hij is onze God, en wij zijn 5989 Psa 96:4 | groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle 5990 Psa 96:10 | zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in 5991 Psa 96:13 | aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om 5992 Psa 96:13 | HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; 5993 Psa 96:13 | om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met 5994 Psa 97:10 | HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner 5995 Psa 97:10 | zielen Zijner gunstgenoten; Hij redt hen uit der goddelozen 5996 Psa 98:1 | HEERE een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn 5997 Psa 98:2 | Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid 5998 Psa 98:9 | aangezicht des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten; 5999 Psa 98:9 | om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in 6000 Psa 99:1 | regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim;


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License