Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hieuwen 10
hieven 16
higgajon 1
hij 10542
hijgen 2
hijgt 3
hijzelf 6
Frequency    [«  »]
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot

Bijbel

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

      Book Chapter: Verse
6001 Psa 99:2 | HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle volken. ~ 6002 Psa 99:5 | voetbank Zijner voeten; Hij is heilig! ~ 6003 Psa 99:6 | riepen tot den HEERE, en Hij verhoorde hen. ~ 6004 Psa 99:7 | en de inzettingen, die Hij hun gegeven had. ~ 6005 Psa 100:3 | 3Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet 6006 Psa 102:1 | gebed des verdrukten, als hij overstelpt is, en zijn klacht 6007 Psa 102:20 | 20 Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms 6008 Psa 102:24 | 24 Hij heeft mijn kracht op den 6009 Psa 102:24 | nedergedrukt; mijn dagen heeft Hij verkort. ~ 6010 Psa 103:7 | 7 Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend 6011 Psa 103:9 | 9 Hij zal niet altoos twisten, 6012 Psa 103:10 | 10 Hij doet ons niet naar onze 6013 Psa 103:12 | het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. ~ 6014 Psa 103:14 | 14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, 6015 Psa 103:15 | bloem des velds, alzo bloeit hij. ~ 6016 Psa 104:2 | 2 Hij bedekt Zich met het licht, 6017 Psa 104:2 | licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een 6018 Psa 104:4 | 4 Hij maakt Zijn engelen geesten, 6019 Psa 104:5 | 5 Hij heeft de aarde gegrond op 6020 Psa 104:13 | 13 Hij drenkt de bergen uit Zijn 6021 Psa 104:14 | 14 Hij doet het gras uitspruiten 6022 Psa 104:16 | cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; ~ 6023 Psa 104:19 | 19 Hij heeft de maan gemaakt tot 6024 Psa 104:32 | 32 Als Hij de aarde aanschouwt, zo 6025 Psa 104:32 | aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken 6026 Psa 105:5 | Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, 6027 Psa 105:7 | 7 Hij is de HEERE, onze God; Zijn 6028 Psa 105:8 | 8 Hij gedenkt Zijns verbonds tot 6029 Psa 105:8 | eeuwigheid, des woords, dat Hij ingesteld heeft, tot in 6030 Psa 105:9 | 9 Des verbonds, dat Hij met Abraham heeft gemaakt, 6031 Psa 105:10 | 10 Welken Hij ook gesteld heeft aan Jakob 6032 Psa 105:14 | 14 Hij liet geen mens toe hen te 6033 Psa 105:14 | onderdrukken; ook bestrafte Hij koningen om hunnentwil, 6034 Psa 105:16 | 16 Hij riep ook een honger in het 6035 Psa 105:16 | een honger in het land; Hij brak allen staf des broods. ~ 6036 Psa 105:17 | 17 Hij zond een man voor hun aangezicht 6037 Psa 105:21 | 21 Hij zette hem tot een heer over 6038 Psa 105:24 | 24 En Hij deed Zijn volk zeer wassen, 6039 Psa 105:25 | 25 Hij keerde hun hart om, dat 6040 Psa 105:26 | 26 Hij zond Mozes, Zijn knecht, 6041 Psa 105:26 | Zijn knecht, en Aaron, dien Hij verkoren had. ~ 6042 Psa 105:28 | 28 Hij zond duisternis, en maakte 6043 Psa 105:29 | 29 Hij keerde hun wateren in bloed, 6044 Psa 105:29 | hun wateren in bloed, en Hij doodde hun vissen. ~ 6045 Psa 105:31 | 31 Hij sprak, en er kwam een vermenging 6046 Psa 105:32 | 32 Hij maakte hun regen tot hagel, 6047 Psa 105:33 | 33 En Hij sloeg hun wijnstok en hun 6048 Psa 105:33 | wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak het geboomte hunner 6049 Psa 105:34 | 34 Hij sprak, en er kwamen sprinkhanen 6050 Psa 105:36 | 36 Hij versloeg ook alle eerstgeborenen 6051 Psa 105:37 | 37 En Hij voerde hen uit met zilver 6052 Psa 105:39 | 39 Hij breidde een wolk uit tot 6053 Psa 105:40 | 40 Zij baden, en Hij deed kwakkelen komen, en 6054 Psa 105:40 | deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met hemels 6055 Psa 105:41 | 41 Hij opende een steenrots, en 6056 Psa 105:42 | 42 Want Hij dacht aan Zijn heilig woord, 6057 Psa 105:43 | 43 Alzo voerde Hij Zijn volk uit met vrolijkheid, 6058 Psa 105:44 | 44 En Hij gaf hun de landen der heidenen, 6059 Psa 106:1 | Hallelujah! Looft den HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid 6060 Psa 106:8 | 8 Doch Hij verloste hen om Zijns Naams 6061 Psa 106:8 | om Zijns Naams wil, opdat Hij Zijn mogendheid bekend maakte. ~ 6062 Psa 106:9 | 9 En Hij schold de Schelfzee, zodat 6063 Psa 106:9 | zodat zij verdroogde, en Hij deed hen wandelen door de 6064 Psa 106:10 | 10 En Hij verloste hen uit de hand 6065 Psa 106:10 | uit de hand des haters, en Hij bevrijdde hen van de hand 6066 Psa 106:15 | 15 Toen gaf Hij hun hun begeerte; maar Hij 6067 Psa 106:15 | Hij hun hun begeerte; maar Hij zond aan hun zielen een 6068 Psa 106:23 | 23 Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen 6069 Psa 106:23 | 23 Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware 6070 Psa 106:23 | grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf. ~ 6071 Psa 106:26 | 26 Dies hief Hij tegen hen Zijn hand op, 6072 Psa 106:26 | Zijn hand op, zwerende dat Hij hen nedervellen zou in de 6073 Psa 106:27 | 27 En dat Hij hun zaad zou nedervellen 6074 Psa 106:30 | Toen stond Pinehas op, en hij oefende gericht, en de plaag 6075 Psa 106:33 | verbitterden zijn geest, zodat hij wat onbedachtelijk voortbracht 6076 Psa 106:40 | ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft een gruwel gehad aan 6077 Psa 106:41 | 41 En Hij gaf hen in de hand der heidenen, 6078 Psa 106:43 | 43 Hij heeft hen menigmaal gered; 6079 Psa 106:44 | 44 Nochtans zag Hij hun benauwdheid aan, als 6080 Psa 106:44 | hun benauwdheid aan, als Hij hun geschrei hoorde. ~ 6081 Psa 106:45 | 45 En Hij dacht tot hun beste aan 6082 Psa 106:46 | 46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor 6083 Psa 107:1 | 1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid 6084 Psa 107:2 | bevrijden des HEEREN zeggen, die Hij van de hand der wederpartijders 6085 Psa 107:3 | 3 En die Hij uit de landen verzameld 6086 Psa 107:6 | benauwdheid, die zij hadden, heeft Hij hen gered uit hun angsten; ~ 6087 Psa 107:7 | 7 En Hij leidde hen op een rechten 6088 Psa 107:9 | 9 Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd, 6089 Psa 107:12 | 12 Waarom Hij hun het hart door zwarigheid 6090 Psa 107:13 | die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. ~ 6091 Psa 107:14 | 14 Hij voerde hen uit de duisternis 6092 Psa 107:14 | de schaduw des doods, en Hij brak hun banden. ~ 6093 Psa 107:16 | 16 Want Hij heeft de koperen deuren 6094 Psa 107:19 | die zij hadden, verloste Hij hen uit hun angsten. ~ 6095 Psa 107:20 | 20 Hij zond Zijn woord uit, en 6096 Psa 107:25 | 25 Als Hij spreekt, zo doet Hij een 6097 Psa 107:25 | Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die 6098 Psa 107:28 | die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten. ~ 6099 Psa 107:29 | 29 Hij doet de storm stilstaan, 6100 Psa 107:30 | zij gestild zijn, en dat Hij hen tot de haven hunner 6101 Psa 107:33 | 33 Hij stelt de rivieren tot een 6102 Psa 107:35 | 35 Hij stelt de woestijn tot een 6103 Psa 107:36 | 36 En Hij doet de hongerigen aldaar 6104 Psa 107:38 | 38 En Hij zegent hen, zodat zij zeer 6105 Psa 107:38 | vermenigvuldigen, en hun vee vermindert Hij niet. ~ 6106 Psa 107:40 | 40 Hij stort verachting uit over 6107 Psa 107:41 | 41 Maar Hij brengt den nooddruftige 6108 Psa 108:14 | wij kloeke daden doen, en Hij zal onze wederpartijders 6109 Psa 109:7 | 7 Als hij gericht wordt, zo ga hij 6110 Psa 109:7 | hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed 6111 Psa 109:11 | schuldeiser aansla al wat hij heeft, en dat de vreemden 6112 Psa 109:12 | 12 Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid 6113 Psa 109:15 | voor den HEERE zijn; en Hij roeie hun gedachtenis uit 6114 Psa 109:16 | 16 Omdat hij niet gedacht heeft weldadigheid 6115 Psa 109:17 | 17 Dewijl hij den vloek heeft liefgehad, 6116 Psa 109:18 | 18 En hij zij bekleed met den vloek, 6117 Psa 109:19 | als een kleed, waarmede hij zich bedekt, en tot een 6118 Psa 109:19 | tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt. ~ 6119 Psa 109:31 | 31 Want Hij zal den nooddruftige ter 6120 Psa 110:5 | HEERE is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten 6121 Psa 110:6 | doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen 6122 Psa 110:6 | vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die 6123 Psa 110:7 | beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen. ~  ~ 6124 Psa 111:4 | 4 Zain. Hij heeft Zijn wonderen een 6125 Psa 111:5 | 5 Teth. Hij heeft degenen, die Hem vrezen, 6126 Psa 111:5 | vrezen, spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid 6127 Psa 111:6 | 6 Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken 6128 Psa 111:9 | 9 Pe. Hij heeft Zijn volke verlossing 6129 Psa 111:9 | verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid 6130 Psa 112:4 | in de duisternis; Cheth. Hij is genadig, en barmhartig, 6131 Psa 112:5 | ontfermt en uitleent; Jod. hij beschikt zijn zaken met 6132 Psa 112:6 | 6 Caph. Zekerlijk, hij zal in der eeuwigheid niet 6133 Psa 112:7 | 7 Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht 6134 Psa 112:8 | niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen zie. ~ 6135 Psa 112:9 | 9 Pe. Hij strooit uit, hij geeft den 6136 Psa 112:9 | 9 Pe. Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; 6137 Psa 112:10 | goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; Schin. 6138 Psa 112:10 | zich vertoornen; Schin. hij zal met zijn tanden knersen 6139 Psa 115:3 | God is toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. ~ 6140 Psa 115:9 | vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. ~ 6141 Psa 115:10 | vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. ~ 6142 Psa 115:11 | vertrouwt op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild. ~ 6143 Psa 115:12 | onzer gedachtig geweest, Hij zal zegenen; Hij zal het 6144 Psa 115:12 | geweest, Hij zal zegenen; Hij zal het huis van Israel 6145 Psa 115:12 | huis van Israel zegenen, Hij zal het huis van Aaron zegenen. ~ 6146 Psa 115:13 | 13 Hij zal zegenen, die den HEERE 6147 Psa 115:16 | HEEREN; maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven. ~ 6148 Psa 116:2 | 2 Want Hij neigt Zijn oor tot mij; 6149 Psa 116:6 | ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost. ~ 6150 Psa 118:1 | 1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid 6151 Psa 118:14 | mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest. ~ 6152 Psa 118:18 | wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet 6153 Psa 118:26 | 26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam 6154 Psa 118:29 | 29 Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid 6155 Psa 119:9 | zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord. ~ 6156 Psa 119:126 | tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw 6157 Psa 120:1 | in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord. ~ 6158 Psa 121:7 | alle kwaad; uw ziel zal Hij bewaren. ~ 6159 Psa 123:2 | den HEERE,onze God, totdat Hij ons genadig zij. ~ 6160 Psa 126:6 | wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, 6161 Psa 127:2 | smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in 6162 Psa 130:8 | 8En Hij zal Israel verlossen van 6163 Psa 132:2 | 2 Dat hij den HEERE gezworen heeft, 6164 Psa 132:11 | waarheid gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, zeggende: 6165 Psa 132:13 | HEERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn 6166 Psa 134:3 | HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde 6167 Psa 135:3 | psalmzingt Zijn Naam, want Hij is liefelijk. ~ 6168 Psa 135:6 | den HEERE behaagt, doet Hij, in de hemelen, en op de 6169 Psa 135:7 | 7 Hij doet dampen opklimmen van 6170 Psa 135:7 | van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den 6171 Psa 135:7 | bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn 6172 Psa 135:9 | 9 Hij zond tekenen en wonderen 6173 Psa 135:12 | 12 En Hij gaf hun land ten erve, ten 6174 Psa 136:1 | 1 Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid 6175 Psa 136:15 | 15 Hij heeft Farao met zijn heir 6176 Psa 136:24 | 24 En Hij heeft ons onzen tegenpartijders 6177 Psa 137:8 | worden, welgelukzalig zal hij zijn, die u uw misdaad vergelden 6178 Psa 137:9 | 9Welgelukzalig zal hij zijn, die uw kinderkens 6179 Psa 138:6 | HEERE is hoog, nochtans ziet Hij de nederige aan, en den 6180 Psa 138:6 | aan, en den verhevene kent Hij van verre. ~ 6181 Psa 140:11 | moeten op hen geschud worden; Hij doe hen vallen in het vuur, 6182 Psa 140:12 | dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. ~ 6183 Psa 141:5 | zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie 6184 Psa 142:1 | van David, een gebed, als hij in de spelonk was. ~ 6185 Psa 143:3 | vijand vervolgt mijn ziel, hij vertreedt mijn leven ter 6186 Psa 143:3 | vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, 6187 Psa 145:14 | ondersteunt allen, die vallen, en Hij richt op alle gebogenen. ~ 6188 Psa 145:19 | 19 Resch. Hij doet het welbehagen dergenen, 6189 Psa 145:19 | dergenen, die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep, en verlost 6190 Psa 145:20 | die Hem liefhebben; maar Hij verdelgt alle goddelozen. ~ 6191 Psa 146:4 | 4 Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; 6192 Psa 146:5 | 5 Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot 6193 Psa 146:9 | bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe 6194 Psa 146:9 | der goddelozen weg keert Hij om. ~ 6195 Psa 147:1 | psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is 6196 Psa 147:2 | De HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israels verdrevenen. 6197 Psa 147:3 | 3 Hij geneest de gebrokenen van 6198 Psa 147:3 | gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten. ~ 6199 Psa 147:4 | 4 Hij telt het getal der sterren; 6200 Psa 147:4 | telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen. ~ 6201 Psa 147:6 | de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe. ~ 6202 Psa 147:10 | 10 Hij heeft geen lust aan de sterkte 6203 Psa 147:10 | aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan 6204 Psa 147:13 | 13 Want Hij maakt de grendelen uwer 6205 Psa 147:13 | grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen 6206 Psa 147:14 | landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette 6207 Psa 147:15 | 15 Hij zendt Zijn bevel op aarde; 6208 Psa 147:16 | 16 Hij geeft sneeuw als wol; Hij 6209 Psa 147:16 | Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as. ~ 6210 Psa 147:17 | 17 Hij werpt Zijn ijs heen als 6211 Psa 147:18 | 18 Hij zendt Zijn woord, en doet 6212 Psa 147:18 | woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de 6213 Psa 147:19 | 19 Hij maakt Jakob Zijn woorden 6214 Psa 147:20 | 20 Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn 6215 Psa 148:5 | des HEEREN loven; want als Hij het beval, zo werden zij 6216 Psa 148:6 | 6 En Hij heeft ze bevestigd voor 6217 Psa 148:6 | voor altoos in eeuwigheid; Hij heeft hun een orde gegeven, 6218 Psa 148:14 | 14 En Hij heeft den hoorn Zijns volks 6219 Psa 149:4 | welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren 6220 Spre 1:33 | hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze 6221 Spre 2:7 | 7      Hij legt weg voor de oprechten 6222 Spre 2:7 | oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, 6223 Spre 2:8 | paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten 6224 Spre 3:6 | Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken. ~ 6225 Spre 3:12 | HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een 6226 Spre 3:12 | vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft. ~ 6227 Spre 3:26 | zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van 6228 Spre 3:29 | tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont. ~ 6229 Spre 3:30 | niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft. ~ 6230 Spre 3:33 | woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. ~ 6231 Spre 3:34 | Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen 6232 Spre 3:34 | maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven. ~ 6233 Spre 4:4 | 4      Hij nu leerde mij, en zeide 6234 Spre 5:21 | voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen. ~ 6235 Spre 5:22 | banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden. ~ 6236 Spre 5:23 | 23      Hij zal sterven, omdat hij zonder 6237 Spre 5:23 | Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, 6238 Spre 5:23 | grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen.   ~ 6239 Spre 6:14 | hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; 6240 Spre 6:14 | smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in. ~ 6241 Spre 6:15 | verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken 6242 Spre 6:30 | geen verachting aan, als hij steelt om zijn ziel te vullen, 6243 Spre 6:30 | zijn ziel te vullen, dewijl hij honger heeft; 6244 Spre 6:31 | gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft 6245 Spre 6:31 | vergeldt hij het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn 6246 Spre 6:32 | doet, is verstandeloos; hij verderft zijn ziel, die 6247 Spre 6:33 | Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal 6248 Spre 6:34 | in den dag der wraak zal hij niet verschonen. ~ 6249 Spre 6:35 | 35      Hij zal geen verzoening aannemen; 6250 Spre 6:35 | verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon 6251 Spre 7:8 | straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar 6252 Spre 7:19 | man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen; ~ 6253 Spre 7:20 | 20      Hij heeft een bundel gelds in 6254 Spre 7:20 | ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen. ~ 6255 Spre 7:22 | 22      Hij ging haar straks achterna, 6256 Spre 8:26 | 26      Hij had de aarde nog niet gemaakt, 6257 Spre 8:27 | 27      Toen Hij de hemelen bereidde, was 6258 Spre 8:27 | bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke 6259 Spre 8:28 | 28      Toen Hij de opperwolken van boven 6260 Spre 8:28 | van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds 6261 Spre 8:29 | 29      Toen Hij der zee haar perk zette, 6262 Spre 8:29 | zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde 6263 Spre 9:4 | 4      Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot 6264 Spre 9:8 | den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den 6265 Spre 9:8 | hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben. ~ 6266 Spre 9:9 | Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs 6267 Spre 9:9 | den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen. ~ 6268 Spre 9:16 | 16      Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en 6269 Spre 9:18 | 18      Maar hij weet niet, dat aldaar doden 6270 Spre 10:3 | have der goddelozen stoot Hij weg. ~ 6271 Spre 10:22 | HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij. ~ 6272 Spre 11:15 | vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken 6273 Spre 12:2 | schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen. ~ 6274 Spre 12:14 | van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen. ~ 6275 Spre 14:26 | een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht 6276 Spre 15:9 | gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. ~ 6277 Spre 15:12 | liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. ~ 6278 Spre 15:24 | verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. ~ 6279 Spre 15:25 | landpale der weduwe zal Hij vastzetten. ~ 6280 Spre 15:29 | gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. ~ 6281 Spre 16:5 | gruwel; hand aan hand, zal hij niet onschuldig zijn. ~ 6282 Spre 16:7 | den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem 6283 Spre 16:17 | het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn 6284 Spre 16:29 | verlokt zijn naaste, en hij leidt hem in een weg, die 6285 Spre 16:30 | 30      Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden 6286 Spre 16:30 | lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad. ~ 6287 Spre 17:2 | midden der broederen zal hij erfenis delen. ~ 6288 Spre 17:14 | daarom verlaat den twist, eer hij zich vermengt. ~ 6289 Spre 17:16 | wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft? ~ 6290 Spre 18:1 | tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige 6291 Spre 18:13 | Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat 6292 Spre 18:17 | maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem. ~ 6293 Spre 18:20 | zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van 6294 Spre 18:22 | goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken 6295 Spre 19:7 | vrienden verre van hem! Hij loopt hen na met woorden 6296 Spre 19:8 | bekomt, heeft zijn ziel lief; hij neemt de verstandigheid 6297 Spre 19:17 | ontfermt, leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden. ~ 6298 Spre 19:24 | de hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn 6299 Spre 19:25 | bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen. ~ 6300 Spre 20:4 | niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, maar 6301 Spre 20:14 | de koper zeggen; maar als hij weggegaan is, dan zal hij 6302 Spre 20:14 | hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen. ~ 6303 Spre 20:22 | wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen. ~ 6304 Spre 20:25 | een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en 6305 Spre 20:26 | verstrooit de goddelozen, en hij brengt het rad over hen. ~ 6306 Spre 20:28 | weldadigheid ondersteunt hij zijn troon. ~ 6307 Spre 21:1 | des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij 6308 Spre 21:1 | Hij neigt het tot al wat Hij wil. ~ 6309 Spre 21:11 | wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan. ~ 6310 Spre 21:24 | is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid 6311 Spre 21:26 | Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar 6312 Spre 22:6 | den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, 6313 Spre 22:6 | oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. ~ 6314 Spre 22:9 | zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den 6315 Spre 22:12 | zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. ~ 6316 Spre 22:22 | Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den 6317 Spre 22:23 | hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, 6318 Spre 22:29 | vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht 6319 Spre 22:29 | der ongeachte lieden zal hij niet gesteld      worden. ~  ~ 6320 Spre 23:7 | 7      Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, 6321 Spre 23:7 | heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en drink! 6322 Spre 23:9 | het oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden 6323 Spre 23:13 | de roede zult slaan, zal hij niet sterven. ~ 6324 Spre 23:31 | Zie den wijn niet aan, als hij zich rood vertoont, als 6325 Spre 23:31 | zich rood vertoont, als hij in den beker zijn verve 6326 Spre 23:31 | beker zijn verve geeft, als hij recht opgaat; ~ 6327 Spre 23:32 | 32      In zijn einde zal hij als een slang bijten, en 6328 Spre 24:7 | voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond 6329 Spre 24:12 | wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat 6330 Spre 24:12 | uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij 6331 Spre 24:12 | Hij het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar      6332 Spre 24:13 | Eet honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is 6333 Spre 24:17 | als uw vijand valt; en als hij nederstruikelt, laat uw 6334 Spre 24:18 | kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere. ~ 6335 Spre 24:29 | Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal 6336 Spre 24:31 | 31      En ziet, hij was gans opgeschoten van 6337 Spre 25:13 | ten dage des oogstes; want hij verkwikt zijns heren ziel. ~ 6338 Spre 25:17 | huis uws naasten, opdat hij niet zat van u worde, en 6339 Spre 25:20 | treurig hart, is gelijk hij, die een kleed aflegt ten 6340 Spre 25:21 | hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water 6341 Spre 26:5 | naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij. ~ 6342 Spre 26:6 | 6      Hij snijdt zich de voeten af, 6343 Spre 26:8 | 8      Gelijk hij, die een edel gesteente 6344 Spre 26:8 | een slinger bindt, alzo is hij, die den zot eer geeft. ~ 6345 Spre 26:15 | zijn hand in den boezem, hij is te moede, om die weder 6346 Spre 26:24 | in zijn binnenste stelt hij bedrog aan. ~ 6347 Spre 26:25 | 25      Als hij met zijn stem smeekt, geloof 6348 Spre 26:27 | steen wentelt, op hem zal hij wederkeren. ~ 6349 Spre 28:6 | verkeerd is van wegen, al is hij rijk. ~ 6350 Spre 28:22 | man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek 6351 Spre 29:9 | begeven hebbende, hetzij dat hij beroerd is of lacht, zo 6352 Spre 29:17 | Tuchtig uw zoon, en hij zal u gerustheid aandoen, 6353 Spre 29:17 | u gerustheid aandoen, en hij zal uw ziel vermakelijkheden 6354 Spre 29:18 | ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart. ~ 6355 Spre 29:19 | getuchtigd worden; hoewel hij u verstaat, nochtans zal 6356 Spre 29:19 | u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden. ~ 6357 Spre 29:21 | jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste een 6358 Spre 29:24 | dief deelt, haat zijn ziel; hij hoort een vloek, en hij 6359 Spre 29:24 | hij hoort een vloek, en hij geeft het niet te kennen. ~ 6360 Spre 30:5 | rede Gods is doorlouterd; Hij is een Schild dengenen, 6361 Spre 30:6 | tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij 6362 Spre 30:10 | knecht bij zijn heer, opdat hij u niet vloeke, en gij schuldig 6363 Spre 30:22 | Om een knecht, als hij regeert; en een dwaas, als 6364 Spre 30:22 | regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd is; ~ 6365 Spre 31:5 | 5      Opdat hij niet drinke, en het gezette 6366 Spre 31:7 | 7      Dat hij drinke, en zijn armoede 6367 Spre 31:23 | bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands. ~ 6368 Spre 31:28 | welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende: ~ 6369 Pred 1:3 | van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon? ~ 6370 Pred 2:19 | 19      Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? 6371 Pred 2:19 | zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, 6372 Pred 2:21 | geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven tot zijn deel, 6373 Pred 2:22 | kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de 6374 Pred 2:24 | goed voor den mens, dat hij ete en drinke, en dat hij 6375 Pred 2:24 | hij ete en drinke, en dat hij zijn ziel het goede doe 6376 Pred 2:26 | 26      Want Hij geeft wijsheid, en wetenschap, 6377 Pred 2:26 | maar den zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen 6378 Pred 2:26 | te vergaderen, opdat      Hij het geve dien, die goed 6379 Pred 3:9 | Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen 6380 Pred 3:9 | die werkt, van hetgeen hij arbeidt? ~ 6381 Pred 3:11 | 11      Hij heeft ieder ding schoon 6382 Pred 3:11 | op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, 6383 Pred 3:22 | hem daarhenen brengen, dat hij ziet, hetgeen na hem      6384 Pred 4:3 | 3      Ja, hij is beter dan die beiden, 6385 Pred 4:8 | er een, en geen tweede; hij heeft ook geen kind, noch 6386 Pred 5:3 | dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; 6387 Pred 5:5 | Laat uw mond niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; 6388 Pred 5:11 | slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; 6389 Pred 5:13 | moeilijke bezigheid; en hij gewint een zoon, en er is 6390 Pred 5:14 | 14      Gelijk als hij voortgekomen is uit zijner 6391 Pred 5:14 | zijner moeders buik, alzo zal hij naakt wederkeren, gaande 6392 Pred 5:14 | wederkeren, gaande gelijk hij gekomen was; en hij zal 6393 Pred 5:14 | gelijk hij gekomen was; en hij zal niet medenemen van zijn 6394 Pred 5:14 | medenemen van zijn arbeid, dat hij met zijn      hand zou wegdragen. ~ 6395 Pred 5:15 | krankheid aanbrengt; dat hij in alle manier, gelijk hij 6396 Pred 5:15 | hij in alle manier, gelijk hij gekomen is, alzo heengaat; 6397 Pred 5:15 | voordeel is het hem, dat hij in den wind gearbeid      6398 Pred 5:16 | 16      Dat hij ook alle dagen in duisternis 6399 Pred 5:16 | duisternis gegeten heeft; en dat hij veel verdriets gehad heeft, 6400 Pred 5:17 | van al zijn arbeid, die hij bearbeid heeft onder de 6401 Pred 5:18 | goederen gegeven heeft, en Hij geeft hem de macht, om daarvan 6402 Pred 5:19 | 19      Want hij zal niet veel gedenken aan 6403 Pred 6:2 | en goederen, en eer; en hij heeft voor zijn ziel aan 6404 Pred 6:2 | ding gebrek, van alles wat hij begeert; en God geeft hem 6405 Pred 6:3 | verzadigd werd van het goed, en hij ook geen      begrafenis 6406 Pred 6:3 | een misdracht beter is dan hij. ~ 6407 Pred 6:5 | zij heeft meer rust dan hij. ~ 6408 Pred 6:6 | 6      Ja, al leefde hij schoon tweemaal duizend 6409 Pred 6:10 | genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij 6410 Pred 6:10 | hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, 6411 Pred 6:10 | dien, die sterker is dan hij. ~ 6412 Pred 6:12 | zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als een schaduw? 6413 Pred 7:13 | wie kan recht maken, dat Hij krom gemaakt heeft? ~ 6414 Pred 8:3 | want al wat hem lust, doet hij. ~ 6415 Pred 8:7 | 7      Want hij weet niet, wat er geschieden 6416 Pred 8:8 | den geest in te houden; en hij heeft geen heerschappij 6417 Pred 8:13 | zal het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen; 6418 Pred 8:13 | de dagen niet verlengen; hij zal zijn gelijk een schaduw, 6419 Pred 8:13 | gelijk een schaduw, omdat hij voor Gods aangezicht niet 6420 Pred 8:17 | arbeidt om te zoeken, maar hij zal het niet uitvinden; 6421 Pred 8:17 | ook een wijze zeide, dat hij het zou weten, zo zal hij 6422 Pred 8:17 | hij het zou weten, zo zal hij het toch niet kunnen uitvinden. ~  ~ 6423 Pred 9:14 | koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde 6424 Pred 9:14 | en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden 6425 Pred 10:3 | zijn hart ontbreekt hem, en hij zegt tot een iegelijk, dat 6426 Pred 10:3 | zegt tot een iegelijk, dat hij dwaas is. ~ 6427 Pred 10:10 | 10      Indien hij het ijzer heeft stomp gemaakt, 6428 Pred 10:10 | heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede niet, dan 6429 Pred 10:10 | de snede niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen; 6430 Pred 11:3 | naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in 6431 Pred 11:3 | boom valt, daar zal      hij wezen. ~ 6432 Pred 12:4 | nederig geluid der maling, en hij opstaat op de stem van het 6433 Pred 12:9 | wijs geweest is, zo leerde hij het volk nog wetenschap, 6434 Pred 12:9 | merkte op, en onderzocht; hij stelde vele spreuken in 6435 Hoo 1:2 | 2      Hij kusse mij met de kussen 6436 Hoo 2:4 | 4      Hij voert mij in het wijnhuis, 6437 Hoo 2:8 | mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, 6438 Hoo 2:9 | een welp der herten; ziet, Hij staat achter onzen muur, 6439 Hoo 2:11 | voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; ~ 6440 Hoo 3:10 | pilaren derzelve maakte hij van zilver, haar vloer van 6441 Hoo 5:6 | mijn Liefste was geweken, Hij was doorgegaan; mijn ziel 6442 Hoo 5:6 | ik riep Hem, doch      Hij antwoordde mij niet. ~ 6443 Hoo 5:10 | Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tien 6444 Hoo 8:11 | wijngaard, te Baal-Hamon; hij gaf dezen wijngaard aan 6445 Jes 1:1 | den zoon van Amoz, hetwelk hij zag over Juda en Jeruzalem, 6446 Jes 2:2 | den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven 6447 Jes 2:3 | van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, 6448 Jes 2:4 | 4      En Hij zal rechten onder de heidenen, 6449 Jes 2:12 | tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde; ~ 6450 Jes 2:19 | Zijner majesteit, wanneer Hij Zich      opmaken zal, om 6451 Jes 2:21 | Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal,      om 6452 Jes 2:22 | neus is, want waarin is hij te achten? ~  ~ 6453 Jes 3:7 | 7      Zo zal hij in dien dag zijn hand opheffen, 6454 Jes 3:13 | stelt Zich om te pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. ~ 6455 Jes 5:2 | 2      En Hij heeft dien omtuind, en van 6456 Jes 5:2 | van stenen gezuiverd, en Hij heeft hem beplant met edele 6457 Jes 5:2 | met edele wijnstokken; en Hij heeft in deszelfs midden 6458 Jes 5:2 | daarin uitgehouwen; en Hij heeft verwacht, dat hij 6459 Jes 5:2 | Hij heeft verwacht, dat hij goede druiven zou voortbrengen, 6460 Jes 5:2 | druiven zou voortbrengen, maar hij heeft stinkende druiven 6461 Jes 5:4 | Waarom heb Ik verwacht, dat hij goede druiven voortbrengen 6462 Jes 5:4 | druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende      druiven 6463 Jes 5:5 | zijn tuin wegnemen, opdat hij zij tot afweiding; zijn 6464 Jes 5:5 | zal Ik verscheuren, opdat hij zij tot      vertreding. ~ 6465 Jes 5:6 | hem tot woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch 6466 Jes 5:7 | Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht, 6467 Jes 5:19 | Die daar zeggen: Dat Hij haaste, dat Hij Zijn werk 6468 Jes 5:19 | zeggen: Dat Hij haaste, dat Hij Zijn werk bespoedige, opdat 6469 Jes 5:25 | ontstoken tegen Zijn volk, en Hij heeft tegen hetzelve Zijn 6470 Jes 5:25 | Zijn hand uitgestrekt, en Hij heeft het geslagen, zodat 6471 Jes 5:26 | 26      Want Hij zal een banier opwerpen 6472 Jes 5:26 | de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen 6473 Jes 6:2 | aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee 6474 Jes 6:2 | voeten, en met twee vloog hij. ~ 6475 Jes 6:6 | gloeiende kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar 6476 Jes 6:7 | 7      En hij roerde mijn mond daarmede 6477 Jes 6:9 | 9      Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit 6478 Jes 6:10 | noch zich bekere,      en Hij het geneze. ~ 6479 Jes 6:11 | ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden 6480 Jes 7:1 | oorlog tegen haar; maar hij vermocht met strijden niet 6481 Jes 7:13 | 13      Toen zeide hij: Hoort gijlieden nu, gij, 6482 Jes 7:15 | Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete te 6483 Jes 7:15 | honig zal Hij eten, totdat Hij wete te verwerpen het kwade, 6484 Jes 7:22 | het zal geschieden, dat hij vanwege de veelheid der 6485 Jes 8:1 | Haastende tot den roof, is hij spoedig tot den buit! ~ 6486 Jes 8:7 | al zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al zijn      6487 Jes 8:8 | 8      En hij zal doortrekken in Juda, 6488 Jes 8:8 | zal doortrekken in Juda, hij zal het overstromen, en 6489 Jes 8:8 | overstromen, en er doorgaan, hij zal tot aan den hals reiken; 6490 Jes 8:10 | Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt 6491 Jes 8:11 | met een sterke hand, en Hij onderwees mij van niet te 6492 Jes 8:13 | zult gijlieden heiligen, en Hij zij uw vreze, en Hij zij 6493 Jes 8:13 | en Hij zij uw vreze, en Hij zij uw verschrikking. 6494 Jes 8:14 | 14      Dan zal Hij ulieden tot een Heiligdom 6495 Jes 8:21 | wanneer hem hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan 6496 Jes 8:21 | toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning en      6497 Jes 8:21 | en      op zijn God, als hij opwaarts zal zien; ~ 6498 Jes 8:22 | 22      Als hij de aarde aanschouwen zal, 6499 Jes 8:22 | benauwdheid en duisternis zijn; hij zal verduisterd zijn door 6500 Jes 8:23 | verduisterd worden; gelijk als Hij het in den eersten tijd


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License