Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hieuwen 10
hieven 16
higgajon 1
hij 10542
hijgen 2
hijgt 3
hijzelf 6
Frequency    [«  »]
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot

Bijbel

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

      Book Chapter: Verse
6501 Jes 8:23 | Nafthali aan, alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk 6502 Jes 9:10 | tegen hem verheffen, en Hij zal zijn vijanden samen 6503 Jes 9:16 | wezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen, want 6504 Jes 9:19 | 19      Zo hij ter rechterhand snijdt, 6505 Jes 9:19 | rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo hij 6506 Jes 9:19 | hij toch hongeren, en zo hij ter linkerhand eet, zal 6507 Jes 9:19 | ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd worden; 6508 Jes 10:6 | Mijner verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere 6509 Jes 10:7 | 7      Hoewel hij het zo niet meent, en zijn 6510 Jes 10:7 | hart alzo niet denkt, maar hij zal in zijn hart hebben 6511 Jes 10:8 | 8      Want hij zegt: Zijn niet mijn vorsten 6512 Jes 10:13 | 13      Omdat hij gezegd heeft: Door de kracht 6513 Jes 10:16 | onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, 6514 Jes 10:18 | 18      Ook zal Hij verteren de heerlijkheid 6515 Jes 10:18 | af, tot het vlees toe; en hij zal zijn, gelijk als wanneer 6516 Jes 10:24 | Sion woont! voor Assur, als hij u met de roede zal slaan, 6517 Jes 10:24 | met de roede zal slaan, en hij zijn staf tegen u zal opheffen,      6518 Jes 10:26 | over de zee was, denwelken Hij      verheffen zal, naar 6519 Jes 10:28 | 28      Hij komt te Ajath, hij trekt 6520 Jes 10:28 | Hij komt te Ajath, hij trekt door Migron; te Michmas 6521 Jes 10:28 | Migron; te Michmas legt hij zijn gereedschap af. ~ 6522 Jes 10:32 | Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand 6523 Jes 10:32 | een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen tegen 6524 Jes 10:34 | 34      En Hij zal met ijzer de verwarde 6525 Jes 11:3 | de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner 6526 Jes 11:3 | Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor 6527 Jes 11:4 | 4      Maar Hij zal de armen met gerechtigheid 6528 Jes 11:4 | rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de 6529 Jes 11:4 | den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. ~ 6530 Jes 11:12 | 12      En Hij zal een banier oprichten 6531 Jes 11:12 | oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel 6532 Jes 11:15 | van Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen 6533 Jes 11:15 | sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de 6534 Jes 11:15 | de zeven      stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen 6535 Jes 12:2 | Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. ~ 6536 Jes 12:5 | Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk dingen gedaan; 6537 Jes 13:6 | dag des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting 6538 Jes 14:1 | over Jakob ontfermen, en Hij zal Israel nog verkiezen, 6539 Jes 14:1 | Israel nog verkiezen, en Hij zal hen in hun land zetten; 6540 Jes 14:30 | en uw overblijfsel zal hij      ombrengen. ~ 6541 Jes 15:2 | 2   Hij gaat op naar Baith en Dibon, 6542 Jes 15:5 | de driejarige vaars; want hij gaat op met geween naar 6543 Jes 16:6 | gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig; zijn 6544 Jes 16:12 | geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom gaan om 6545 Jes 16:12 | gaan om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~ 6546 Jes 17:5 | 5      Want hij zal zijn, gelijk wanneer 6547 Jes 17:5 | zijn arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer 6548 Jes 17:8 | 8      En hij zal niet aanschouwen de 6549 Jes 17:8 | vingeren gemaakt hebben, zal hij niet aanzien, noch de bossen, 6550 Jes 17:13 | grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal 6551 Jes 17:13 | zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja, hij 6552 Jes 17:13 | hij verre wegvlieden, ja, hij zal gejaagd worden, als 6553 Jes 17:14 | verschrikking, eer het morgen is, is hij er niet meer. Dit is het 6554 Jes 18:5 | wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen 6555 Jes 19:1 | rijdt op een snelle wolk, en Hij zal in Egypte komen; en 6556 Jes 19:16 | HEEREN der heirscharen, welke Hij tegen hen      bewegen zal. ~ 6557 Jes 19:17 | der heirscharen,      dien Hij tegen hen beraadslaagd heeft. ~ 6558 Jes 19:20 | vanwege de verdrukkers, en Hij zal hun een      Heiland 6559 Jes 19:22 | tot den HEERE bekeren, en Hij zal Zich van hen verbidden 6560 Jes 19:22 | hen verbidden laten, en Hij zal hen genezen. ~ 6561 Jes 20:1 | Assyrie gezonden had, toen hij krijg voerde tegen Asdod, 6562 Jes 20:2 | schoenen van uw voeten.   En hij deed alzo, gaande naakt 6563 Jes 21:1 | zuiden henen doorgaan, zal hij uit de woestijn komen, uit 6564 Jes 21:4 | naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving. 6565 Jes 21:6 | laat hem aanzeggen, wat hij ziet. ~ 6566 Jes 21:7 | 7      En hij zag een wagen, een paar 6567 Jes 21:7 | een wagen met kemels; en hij merkte zeer nauw op, met 6568 Jes 21:8 | 8      En hij riep: Een leeuw, Heere! 6569 Jes 21:9 | ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, 6570 Jes 21:9 | beelden harer goden heeft Hij      verbroken tegen de 6571 Jes 22:8 | 8      En hij zal het deksel van Juda 6572 Jes 22:17 | mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken. ~ 6573 Jes 22:18 | 18      Hij zal u gewisselijk voortrollen, 6574 Jes 22:19 | staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. ~ 6575 Jes 22:21 | Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem 6576 Jes 22:22 | zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand 6577 Jes 22:22 | niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand 6578 Jes 22:23 | in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel 6579 Jes 22:25 | was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en 6580 Jes 22:25 | zal afgehouwen worden, en hij zal vallen,      en de last, 6581 Jes 23:9 | het beraadslaagd, opdat Hij ontheilige de hovaardij 6582 Jes 23:11 | 11      Hij heeft Zijn hand uitgestrekt 6583 Jes 23:11 | uitgestrekt over de zee, Hij heeft de koninkrijken beroerd; 6584 Jes 23:12 | 12      En Hij heeft gezegd: Gij zult niet 6585 Jes 23:13 | hun paleizen,      maar Hij heeft het tot een vervallen 6586 Jes 24:1 | maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij 6587 Jes 24:1 | Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis 6588 Jes 24:1 | deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. ~ 6589 Jes 24:2 | woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. ~ 6590 Jes 25:7 | 7      En Hij zal op dezen berg verslinden 6591 Jes 25:8 | 8      Hij zal den dood verslinden 6592 Jes 25:8 | aangezichten afwissen; en Hij zal de smaadheid Zijns volks 6593 Jes 25:9 | hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze 6594 Jes 25:11 | 11      En Hij zal Zijn handen uitbreiden 6595 Jes 25:11 | uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen 6596 Jes 25:12 | 12      En Hij zal de hoge vesten uwer 6597 Jes 25:12 | buigen, vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het 6598 Jes 26:5 | 5      Want Hij buigt de hooggezetenen neder, 6599 Jes 26:5 | neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert 6600 Jes 26:5 | stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde 6601 Jes 26:5 | vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof 6602 Jes 26:10 | goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid, 6603 Jes 26:10 | evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans 6604 Jes 26:10 | een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des HEEREN 6605 Jes 27:1 | kromme slomme slang; en Hij zal      den draak, die 6606 Jes 27:5 | 5      Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, 6607 Jes 27:5 | Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; 6608 Jes 27:5 | met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken. ~ 6609 Jes 27:7 | 7      Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij 6610 Jes 27:7 | Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die 6611 Jes 27:7 | heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden 6612 Jes 27:8 | wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden 6613 Jes 27:9 | is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, 6614 Jes 27:9 | zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaar 6615 Jes 27:11 | enig verstand; daarom zal Hij, Die het      gemaakt heeft, 6616 Jes 28:2 | wateren; die overvloeien, zal Hij ze ter aarde      nederwerpen 6617 Jes 28:4 | nog in zijn hand is, slokt hij ze op. ~ 6618 Jes 28:9 | 9      Wien zou Hij dan de kennis leren, en 6619 Jes 28:9 | kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan 6620 Jes 28:11 | 11      Daarom zal Hij door belachelijke lippen, 6621 Jes 28:12 | 12      Tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de 6622 Jes 28:15 | doortrekken      zal, zal hij tot ons niet komen; want 6623 Jes 28:19 | Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden 6624 Jes 28:19 | als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen 6625 Jes 28:19 | wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en 6626 Jes 28:21 | gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk 6627 Jes 28:24 | te zaaien? Opent en egt hij zijn land den gehelen dag? ~ 6628 Jes 28:25 | Is het niet alzo? Wanneer hij het bovenste van hetzelve 6629 Jes 28:25 | gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt komijn, 6630 Jes 28:25 | wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste tarwe 6631 Jes 28:26 | onderricht hem van de wijze, Hij leert hem. ~ 6632 Jes 28:28 | verbrijzeld worden, maar hij dorst het niet geduriglijk 6633 Jes 28:28 | geduriglijk dorsende; noch hij breekt het met het wiel 6634 Jes 28:28 | het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt het met zijn 6635 Jes 28:29 | den HEERE der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, 6636 Jes 28:29 | is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~  ~ 6637 Jes 29:8 | hongerige droomt, en ziet, hij eet; maar als hij ontwaakt, 6638 Jes 29:8 | ziet, hij eet; maar als hij ontwaakt, zo is zijn ziel 6639 Jes 29:8 | dorstige droomt, en ziet, hij drinkt; maar      als hij 6640 Jes 29:8 | hij drinkt; maar      als hij ontwaakt, ziet, zo is hij 6641 Jes 29:8 | hij ontwaakt, ziet, zo is hij nog mat, en zijn ziel is 6642 Jes 29:10 | geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; 6643 Jes 29:10 | hoofden, en de zieners heeft Hij verblind. ~ 6644 Jes 29:11 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet,      6645 Jes 29:12 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet lezen. ~ 6646 Jes 29:16 | maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt; 6647 Jes 29:16 | pottenbakker      zeide: Hij verstaat het niet. ~ 6648 Jes 29:23 | 23      Want als hij zijn kinderen, het werk 6649 Jes 30:5 | 5      Hij zal hen allen beschaamd 6650 Jes 30:14 | 14      Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk 6651 Jes 30:14 | wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat 6652 Jes 30:18 | de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom 6653 Jes 30:18 | genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij 6654 Jes 30:18 | Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, 6655 Jes 30:19 | niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem 6656 Jes 30:19 | stem uws geroeps; zo haast Hij die horen zal, zal Hij u      6657 Jes 30:19 | haast Hij die horen zal, zal Hij u      antwoorden. ~ 6658 Jes 30:23 | 23      Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het 6659 Jes 30:32 | bewegende      bestrijdingen zal Hij tegen hen strijden. ~ 6660 Jes 30:33 | van gisteren bereid; ja, hij is ook voor den koning bereid; 6661 Jes 30:33 | voor den koning bereid; Hij heeft hem diep en wijd gemaakt, 6662 Jes 31:2 | 2   Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het 6663 Jes 31:2 | Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen, en 6664 Jes 31:2 | woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken tegen het 6665 Jes 31:4 | tegen hem, verschrikt hij voor hun stem niet, en vernedert 6666 Jes 31:5 | beschutten, beschuttende zal Hij haar ook verlossen, doorgaande 6667 Jes 31:5 | verlossen, doorgaande zal Hij haar ook uithelpen. ~ 6668 Jes 31:8 | mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard vlieden, 6669 Jes 31:9 | 9   En hij zal van vreze doorgaan naar 6670 Jes 32:7 | ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke 6671 Jes 33:5 | HEERE is verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij 6672 Jes 33:5 | Hij woont in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld met gericht 6673 Jes 33:8 | de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, 6674 Jes 33:8 | vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht 6675 Jes 33:8 | hij veracht de steden, hij acht geen mens. ~ 6676 Jes 33:9 | de Libanon schaamt zich, hij verwelkt; Saron is geworden 6677 Jes 33:15 | zijn      oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore, 6678 Jes 33:15 | zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie; ~ 6679 Jes 33:18 | de betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt? ~ 6680 Jes 33:22 | de HEERE is onze Koning. Hij zal ons behouden. ~ 6681 Jes 34:2 | grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen verbannen, Hij 6682 Jes 34:2 | Hij heeft hen verbannen, Hij heeft ze ter slachting overgegeven. ~ 6683 Jes 34:11 | raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid 6684 Jes 34:17 | 17      Want Hij Zelf heeft voor hen het 6685 Jes 35:4 | met de vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. ~ 6686 Jes 35:8 | zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die 6687 Jes 36:2 | met een zwaar heir; en hij stond aan den watergang 6688 Jes 36:6 | zo iemand leunt, zo zal hij in zijn hand gaan en die 6689 Jes 36:7 | den HEERE, onzen God; is Hij Die niet, Wiens hoogten 6690 Jes 36:14 | Hizkia u niet bedriege, want hij zal u niet kunnen redden. ~ 6691 Jes 37:1 | dat hoorde, zo scheurde hij zijn klederen, en bedekte 6692 Jes 37:2 | 2      Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, 6693 Jes 37:7 | geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en 6694 Jes 37:8 | Zo kwam Rabsake weder, en hij vond den koning van Assyrie 6695 Jes 37:8 | strijdende tegen Libna; want hij had gehoord, dat hij van 6696 Jes 37:8 | want hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was. ~ 6697 Jes 37:9 | 9      Als hij nu hoorde van Tirhaka, den 6698 Jes 37:9 | koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen, om tegen 6699 Jes 37:9 | tegen u te strijden; toen hij zulks hoorde, zo zond hij 6700 Jes 37:9 | hij zulks hoorde, zo zond hij weder boden tot Hizkia, 6701 Jes 37:14 | en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN; 6702 Jes 37:33 | den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen, 6703 Jes 37:33 | pijl inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor 6704 Jes 37:34 | Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal 6705 Jes 37:34 | gekomen is, door dien zal hij wederkeren; maar in deze 6706 Jes 37:34 | wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~ 6707 Jes 37:37 | henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~ 6708 Jes 37:38 | Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, 6709 Jes 38:2 | aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den HEERE. ~ 6710 Jes 38:3 | 3      En hij zeide: Och HEERE, gedenk 6711 Jes 38:7 | de HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: ~ 6712 Jes 38:9 | Hizkia, koning van Juda, toen hij ziek geweest en van zijn 6713 Jes 38:12 | gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van 6714 Jes 38:13 | gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; 6715 Jes 38:15 | Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd, 6716 Jes 38:15 | heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al 6717 Jes 38:21 | op het gezwel maken, en hij zal genezen. ~ 6718 Jes 39:1 | geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank 6719 Jes 39:1 | want hij had gehoord dat hij krank geweest en weder sterk   6720 Jes 39:2 | verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis, 6721 Jes 39:4 | 4   En hij zeide: Wat hebben zij gezien 6722 Jes 39:8 | hebt, is goed. Ook zeide hij: Doch het zij vrede en waarheid 6723 Jes 40:6 | Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? 6724 Jes 40:11 | 11      Hij zal Zijn kudde weiden gelijk 6725 Jes 40:11 | weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn 6726 Jes 40:11 | dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden. ~ 6727 Jes 40:14 | 14      Met wien heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand 6728 Jes 40:15 | van de weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen 6729 Jes 40:20 | Die verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die 6730 Jes 40:20 | uit, dat niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester, 6731 Jes 40:22 | 22      Hij is het, Die daar zit boven 6732 Jes 40:22 | inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant 6733 Jes 40:23 | richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid. ~ 6734 Jes 40:24 | niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen 6735 Jes 40:26 | krachten, en      omdat Hij sterk van vermogen is; er 6736 Jes 40:29 | 29      Hij geeft den moeden kracht, 6737 Jes 40:29 | geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte 6738 Jes 41:2 | gegeven, en gemaakt, dat hij over koningen heerste?      6739 Jes 41:3 | 3      Dat hij ze najaagde en doortrok 6740 Jes 41:3 | vrede, door een pad, hetwelk hij met zijn voeten niet gegaan 6741 Jes 41:7 | Het is goed; daarna maakt hij het      vast met nagelen, 6742 Jes 41:24 | is erger dan een adder; hij is een gruwel, die ulieden 6743 Jes 41:25 | een van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang 6744 Jes 41:25 | van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; 6745 Jes 41:25 | Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden 6746 Jes 41:26 | voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er 6747 Jes 42:1 | Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen      6748 Jes 42:2 | 2      Hij zal niet schreeuwen, noch 6749 Jes 42:3 | Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende 6750 Jes 42:3 | de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid 6751 Jes 42:3 | uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. ~ 6752 Jes 42:4 | 4      Hij zal niet verdonkerd worden, 6753 Jes 42:4 | niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, 6754 Jes 42:4 | verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben 6755 Jes 42:13 | uittrekken als een held; Hij zal den ijver opwekken als 6756 Jes 42:13 | opwekken als een krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal 6757 Jes 42:13 | krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal een groot getier maken; 6758 Jes 42:13 | een groot getier maken; Hij zal Zijn vijanden overweldigen. ~ 6759 Jes 42:20 | bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet, zo hoort 6760 Jes 42:20 | oren opendoet, zo hoort hij toch niet. ~ 6761 Jes 42:21 | Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte hem groot door de 6762 Jes 42:21 | hem groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk. ~ 6763 Jes 42:24 | rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd 6764 Jes 42:25 | 25      Daarom heeft Hij over hen uitgestort de grimmigheid 6765 Jes 42:25 | de macht des oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam 6766 Jes 42:25 | zij merken het niet; en Hij heeft ze in      brand gestoken, 6767 Jes 44:12 | zijn sterken arm; ook lijdt hij honger, totdat hij krachteloos 6768 Jes 44:12 | lijdt hij honger, totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt 6769 Jes 44:12 | totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt geen      water, 6770 Jes 44:12 | geen      water, totdat hij amechtig wordt. ~ 6771 Jes 44:13 | trekt het richtsnoer uit, hij tekent het af met den draad, 6772 Jes 44:13 | tekent het af met den draad, hij maakt het effen met de schaven, 6773 Jes 44:14 | 14      Als hij zich cederen afhouwt, zo 6774 Jes 44:14 | cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een 6775 Jes 44:14 | cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder de 6776 Jes 44:14 | onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, en de 6777 Jes 44:15 | te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich 6778 Jes 44:15 | zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; 6779 Jes 44:15 | brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en      6780 Jes 44:15 | buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld 6781 Jes 44:16 | 16      Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere 6782 Jes 44:16 | andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, 6783 Jes 44:16 | helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij 6784 Jes 44:16 | hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt 6785 Jes 44:16 | wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: 6786 Jes 44:16 | warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm      6787 Jes 44:17 | overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden 6788 Jes 44:17 | tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en 6789 Jes 44:19 | kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan 6790 Jes 44:20 | 20      Hij voedt zich met as, het bedrogen 6791 Jes 44:20 | ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, 6792 Jes 44:28 | Die van Cores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal 6793 Jes 44:28 | Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen 6794 Jes 45:9 | of zal uw werk zeggen: Hij      heeft geen handen? ~ 6795 Jes 45:13 | wegen zal Ik recht maken; hij zal Mijn stad bouwen, en 6796 Jes 45:13 | zal Mijn stad bouwen, en hij zal Mijn gevangenen loslaten, 6797 Jes 45:18 | en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij 6798 Jes 45:18 | Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen, 6799 Jes 46:7 | zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede 6800 Jes 46:7 | plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede niet; 6801 Jes 46:7 | iemand tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost      hem 6802 Jes 46:7 | zo antwoordt hij niet, hij verlost      hem niet uit 6803 Jes 48:11 | Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik 6804 Jes 48:14 | De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen 6805 Jes 48:15 | Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn op 6806 Jes 48:21 | hadden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste 6807 Jes 48:21 | door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen 6808 Jes 48:21 | den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo 6809 Jes 49:1 | moeders ingewand af heeft Hij Mijn Naam gemeld. ~ 6810 Jes 49:2 | 2      En Hij heeft Mijn mond gemaakt 6811 Jes 49:2 | schaduw Zijner hand heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft 6812 Jes 49:2 | heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft Mij tot een zuiveren 6813 Jes 49:2 | in Zijn pijlkoker heeft Hij      Mij verborgen. ~ 6814 Jes 49:3 | 3      En Hij heeft tot Mij gezegd: Gij 6815 Jes 49:6 | 6      Verder zeide Hij: Het is te gering, dat Gij 6816 Jes 49:10 | Ontfermer zal ze leiden, en Hij zal hen aan de springaders 6817 Jes 49:13 | Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen 6818 Jes 50:4 | rechter tijd te spreken; Hij wekt allen morgen, Hij wekt 6819 Jes 50:4 | Hij wekt allen morgen, Hij wekt Mij het oor, dat      6820 Jes 50:8 | 8      Hij is nabij, Die Mij rechtvaardigt, 6821 Jes 50:8 | een rechtzaak tegen Mij? hij kome herwaarts tot Mij. ~ 6822 Jes 50:10 | Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, 6823 Jes 50:10 | en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des      6824 Jes 51:2 | want Ik riep hem, toen hij nog alleen was, en Ik zegende 6825 Jes 51:3 | HEERE zal Sion troosten, Hij zal troosten al haar woeste 6826 Jes 51:3 | haar woeste plaatsen, en Hij zal haar woestijn maken 6827 Jes 51:13 | benauwers, wanneer hij zich bereidt om te verderven? 6828 Jes 51:14 | haastelijk los gelaten worden; en hij zal in den kuil niet sterven, 6829 Jes 52:9 | heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. ~ 6830 Jes 52:13 | verstandelijk handelen; Hij zal verhoogd en verheven, 6831 Jes 52:15 | 15      Alzo zal Hij vele heidenen besprengen, 6832 Jes 53:2 | 2      Want Hij is als een rijsje voor Zijn 6833 Jes 53:2 | wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; 6834 Jes 53:3 | 3      Hij was veracht, en de onwaardigste 6835 Jes 53:3 | het aangezicht voor Hem; Hij was      veracht, en wij 6836 Jes 53:4 | 4      Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op 6837 Jes 53:4 | genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten 6838 Jes 53:4 | doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen 6839 Jes 53:5 | 5      Maar Hij is om onze overtredingen 6840 Jes 53:5 | onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die 6841 Jes 53:7 | dezelve geeist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed 6842 Jes 53:7 | werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; 6843 Jes 53:7 | niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en 6844 Jes 53:7 | zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. ~ 6845 Jes 53:8 | 8      Hij is uit den angst en uit 6846 Jes 53:8 | leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land 6847 Jes 53:9 | de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn 6848 Jes 53:9 | Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, 6849 Jes 53:10 | HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; 6850 Jes 53:10 | gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen      6851 Jes 53:10 | hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen      verlengen; 6852 Jes 53:11 | den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden; 6853 Jes 53:11 | rechtvaardig maken, want Hij zal hun      ongerechtigheden 6854 Jes 53:12 | deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een 6855 Jes 53:12 | als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft 6856 Jes 53:12 | geteld      geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, 6857 Jes 54:5 | Israels is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems 6858 Jes 55:5 | Heiligen Israels wil, want Hij heeft u      verheerlijkt. ~ 6859 Jes 55:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem 6860 Jes 55:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~ 6861 Jes 55:7 | ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, 6862 Jes 55:7 | zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en 6863 Jes 55:7 | en tot onzen God, want Hij vergeeft      menigvuldiglijk. ~ 6864 Jes 56:5 | Heiligen Israels wil, want Hij heeft u      verheerlijkt. ~ 6865 Jes 56:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem 6866 Jes 56:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~ 6867 Jes 56:7 | ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, 6868 Jes 56:7 | zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en 6869 Jes 56:7 | en tot onzen God, want Hij vergeeft      menigvuldiglijk. ~ 6870 Jes 57:6 | den sabbat houdt, dat      hij dien niet ontheilige, en 6871 Jes 58:2 | 2      Hij zal ingaan in den vrede; 6872 Jes 59:5 | ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd kromme gelijk 6873 Jes 59:9 | gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben 6874 Jes 59:11 | u geduriglijk leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in 6875 Jes 60:2 | aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort. ~ 6876 Jes 60:16 | 16      Dewijl Hij zag, dat er niemand was, 6877 Jes 60:16 | niemand was, zo ontzette Hij Zich, omdat er geen voorbidder 6878 Jes 60:17 | 17      Want Hij trok gerechtigheid aan als 6879 Jes 60:17 | den helm des heils zette Hij op Zijn hoofd, en de klederen 6880 Jes 60:17 | klederen der wraak trok Hij aan tot kleding, en Hij 6881 Jes 60:17 | Hij aan tot kleding, en Hij deed den ijver aan als      6882 Jes 60:18 | werken, even daarnaar zal Hij vergelden, grimmigheid aan 6883 Jes 60:18 | vijanden; den eilanden zal Hij het loon vergelden. ~ 6884 Jes 61:9 | Heilige Israels, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. ~ 6885 Jes 62:1 | brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te 6886 Jes 62:3 | planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde. ~ 6887 Jes 62:10 | verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de 6888 Jes 62:10 | der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan;      gelijk 6889 Jes 63:7 | niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij 6890 Jes 63:7 | Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot een 6891 Jes 64:7 | huis      van Israel, die Hij hun bewezen heeft, naar 6892 Jes 64:8 | 8      Want Hij zeide: Zij zijn immers Mijn 6893 Jes 64:8 | niet liegen zullen? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland. ~ 6894 Jes 64:9 | In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns 6895 Jes 64:9 | en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en Hij nam 6896 Jes 64:9 | heeft Hij hen verlost; en Hij nam hen op, en      Hij 6897 Jes 64:9 | Hij nam hen op, en      Hij droeg hen al de dagen van 6898 Jes 64:10 | smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd, 6899 Jes 64:10 | in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. ~ 6900 Jes 64:11 | 11      Nochtans dacht Hij aan de dagen van ouds, aan 6901 Jes 64:11 | Zijn volk; maar nu, waar is Hij, Die hen uit de zee opgebracht 6902 Jes 64:11 | herders Zijner kudde? Waar is Hij, Die Zijn      Heiligen 6903 Jes 64:12 | aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam      6904 Jes 65:4 | behalve Gij, o God! wat Hij doen zal dien, die op Hem 6905 Jes 65:7 | aanroept, die zich opwekt, dat hij U aangrijpe; want Gij verbergt 6906 Jes 66:15 | maar Zijn knechten zal Hij met een anderen naam noemen; ~ 6907 Jes 67:5 | HEERE heerlijk worde! Doch Hij      zal verschijnen tot 6908 Jes 67:14 | worden aan Zijn knechten, en Hij zal      Zijn vijanden gram 6909 Jer 2:14 | Israel een knecht, of is hij een ingeborene des huizes? 6910 Jer 2:14 | ingeborene des huizes? Waarom is hij dan ten roof geworden? ~ 6911 Jer 2:17 | verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt? ~ 6912 Jer 2:26 | beschaamd wordt, wanneer hij gevonden wordt, alzo zijn 6913 Jer 3:1 | wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren? 6914 Jer 3:5 | 5      Zal Hij in eeuwigheid den toorn 6915 Jer 3:5 | den toorn behouden? Zal Hij dien gestadig bewaren? Zie, 6916 Jer 4:7 | heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan uit zijn plaats, 6917 Jer 4:13 | 13      Ziet, hij komt op als wolken, en zijn 6918 Jer 5:12 | verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal 6919 Jer 9:8 | maar in zijn binnenste legt hij lagen. ~ 6920 Jer 9:12 | des HEEREN gesproken, dat hij het verkondige, waarom het 6921 Jer 9:21 | geklommen in onze vensteren, hij is in onze paleizen gekomen, 6922 Jer 9:24 | beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat 6923 Jer 10:10 | HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende God, en een 6924 Jer 10:13 | 13      Als Hij Zijn stem geeft, zo is er 6925 Jer 10:13 | wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen 6926 Jer 10:13 | van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den 6927 Jer 10:14 | onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, een 6928 Jer 10:16 | is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, 6929 Jer 10:23 | een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte. ~ 6930 Jer 11:16 | vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot 6931 Jer 12:4 | dewijl zij      zeggen: Hij ziet ons einde niet. ~ 6932 Jer 12:11 | verwoest zijnde treurt hij tot Mij; het ganse land 6933 Jer 13:16 | den HEERE, uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer 6934 Jer 13:16 | gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw      6935 Jer 13:21 | zult gij zeggen, wanneer Hij bezoeking over u doen zal, 6936 Jer 14:10 | welgevallen aan hen, nu zal Hij      hunner ongerechtigheden 6937 Jer 15:4 | koning van Juda, om hetgeen hij te Jeruzalem gedaan heeft. ~ 6938 Jer 16:15 | uit al de landen waarhenen Hij hen gedreven had! want Ik 6939 Jer 17:6 | 6      Want hij zal zijn als de heide in 6940 Jer 17:8 | 8      Want hij zal zijn als een boom, die 6941 Jer 17:8 | een jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van 6942 Jer 17:11 | broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert, 6943 Jer 17:11 | de helft zijner dagen zal hij dien moeten verlaten, en 6944 Jer 18:3 | pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven. ~ 6945 Jer 18:4 | 4      En het vat, dat hij maakte, werd verdorven, 6946 Jer 18:4 | pottenbakkers; toen maakte hij daarvan weder een ander 6947 Jer 19:14 | om te profeteren, stond hij in het voorhof van des HEEREN 6948 Jer 20:2 | den profeet Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis, 6949 Jer 20:10 | zij zeggen: Misschien zal hij overreed worden, dan zullen 6950 Jer 20:13 | prijst den HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen 6951 Jer 20:16 | heeft Hem niet berouwd; en hij hore in den morgenstond 6952 Jer 20:17 | 17      Dat Hij mij niet gedood heeft van 6953 Jer 21:2 | naar al Zijn wonderen, dat hij van ons      optrekke. ~ 6954 Jer 21:7 | die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan met de      6955 Jer 21:7 | scherpte des zwaards; hij zal ze niet sparen, noch 6956 Jer 21:10 | des konings van Babel, en hij zal ze met      vuur verbranden. ~ 6957 Jer 22:4 | wagens en op paarden,      hij, en zijn knechten, en zijn 6958 Jer 22:10 | die weggegaan is, want hij zal nimmermeer wederkomen, 6959 Jer 22:10 | nimmermeer wederkomen, dat hij het land zijner geboorte 6960 Jer 22:11 | deze plaats is uitgegaan: Hij zal daar      nimmermeer 6961 Jer 22:12 | gevankelijk hebben weggevoerd, zal hij sterven, en dit land zal 6962 Jer 22:12 | sterven, en dit land zal hij niet meer zien. ~ 6963 Jer 22:14 | doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, 6964 Jer 22:16 | 16      Hij heeft de rechtzaak des ellendigen 6965 Jer 22:19 | een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal 6966 Jer 22:28 | afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men geen 6967 Jer 22:28 | lust heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad uitgeworpen, 6968 Jer 23:20 | zich niet afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat 6969 Jer 23:20 | hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld de 6970 Jer 23:31 | tong nemen, en spreken: Hij heeft het gesproken; ~ 6971 Jer 25:30 | woning Zijner heiligheid; Hij zal      schrikkelijk brullen 6972 Jer 25:30 | brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, 6973 Jer 25:31 | een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle 6974 Jer 25:31 | vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard      overgegeven, 6975 Jer 25:38 | 38      Hij heeft, als een jonge leeuw, 6976 Jer 26:11 | oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen 6977 Jer 26:13 | berouwen over het kwaad, dat Hij tegen u      gesproken heeft. ~ 6978 Jer 26:16 | oordeel des doods, want hij heeft tot ons gesproken 6979 Jer 26:19 | hem ooit gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte 6980 Jer 26:19 | over het kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had? 6981 Jer 26:21 | Uria dat hoorde, zo vreesde hij, en vluchtte,      en kwam 6982 Jer 26:23 | tot den koning Jojakim, en hij sloeg hem met het zwaard, 6983 Jer 26:23 | sloeg hem met het zwaard, en hij wierp zijn dood lichaam 6984 Jer 27:20 | niet heeft weggenomen, als hij Jechonia, den zoon van Jojakim, 6985 Jer 28:6 | gij geprofeteerd hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN 6986 Jer 29:21 | den koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. ~ 6987 Jer 29:28 | 28      Want daarom heeft hij tot ons naar Babel gezonden, 6988 Jer 29:32 | Nechelamiet, en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die 6989 Jer 29:32 | spreekt de HEERE; want hij heeft een afval gesproken 6990 Jer 30:7 | benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. ~ 6991 Jer 30:21 | zal hem doen naderen, en hij zal tot Mij genaken; want 6992 Jer 30:21 | Mij genaken; want wie is hij, die met zijn hart borg      6993 Jer 30:24 | zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld 6994 Jer 30:24 | totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben de 6995 Jer 31:10 | die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israel verstrooid heeft, 6996 Jer 31:11 | heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost uit de 6997 Jer 31:11 | desgenen, die sterker was dan hij. ~ 6998 Jer 31:20 | Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? 6999 Jer 32:3 | konings van Babel,      en hij zal ze innemen; ~ 7000 Jer 32:4 | Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License