1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542
Book Chapter: Verse
6501 Jes 8:23 | Nafthali aan, alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk
6502 Jes 9:10 | tegen hem verheffen, en Hij zal zijn vijanden samen
6503 Jes 9:16 | wezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen, want
6504 Jes 9:19 | 19 Zo hij ter rechterhand snijdt,
6505 Jes 9:19 | rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo hij
6506 Jes 9:19 | hij toch hongeren, en zo hij ter linkerhand eet, zal
6507 Jes 9:19 | ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd worden;
6508 Jes 10:6 | Mijner verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere
6509 Jes 10:7 | 7 Hoewel hij het zo niet meent, en zijn
6510 Jes 10:7 | hart alzo niet denkt, maar hij zal in zijn hart hebben
6511 Jes 10:8 | 8 Want hij zegt: Zijn niet mijn vorsten
6512 Jes 10:13 | 13 Omdat hij gezegd heeft: Door de kracht
6513 Jes 10:16 | onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden,
6514 Jes 10:18 | 18 Ook zal Hij verteren de heerlijkheid
6515 Jes 10:18 | af, tot het vlees toe; en hij zal zijn, gelijk als wanneer
6516 Jes 10:24 | Sion woont! voor Assur, als hij u met de roede zal slaan,
6517 Jes 10:24 | met de roede zal slaan, en hij zijn staf tegen u zal opheffen,
6518 Jes 10:26 | over de zee was, denwelken Hij verheffen zal, naar
6519 Jes 10:28 | 28 Hij komt te Ajath, hij trekt
6520 Jes 10:28 | Hij komt te Ajath, hij trekt door Migron; te Michmas
6521 Jes 10:28 | Migron; te Michmas legt hij zijn gereedschap af. ~
6522 Jes 10:32 | Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand
6523 Jes 10:32 | een dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen tegen
6524 Jes 10:34 | 34 En Hij zal met ijzer de verwarde
6525 Jes 11:3 | de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner
6526 Jes 11:3 | Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor
6527 Jes 11:4 | 4 Maar Hij zal de armen met gerechtigheid
6528 Jes 11:4 | rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de
6529 Jes 11:4 | den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. ~
6530 Jes 11:12 | 12 En Hij zal een banier oprichten
6531 Jes 11:12 | oprichten onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel
6532 Jes 11:15 | van Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen
6533 Jes 11:15 | sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de
6534 Jes 11:15 | de zeven stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen
6535 Jes 12:2 | Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. ~
6536 Jes 12:5 | Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk dingen gedaan;
6537 Jes 13:6 | dag des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting
6538 Jes 14:1 | over Jakob ontfermen, en Hij zal Israel nog verkiezen,
6539 Jes 14:1 | Israel nog verkiezen, en Hij zal hen in hun land zetten;
6540 Jes 14:30 | en uw overblijfsel zal hij ombrengen. ~
6541 Jes 15:2 | 2 Hij gaat op naar Baith en Dibon,
6542 Jes 15:5 | de driejarige vaars; want hij gaat op met geween naar
6543 Jes 16:6 | gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig; zijn
6544 Jes 16:12 | geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom gaan om
6545 Jes 16:12 | gaan om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~
6546 Jes 17:5 | 5 Want hij zal zijn, gelijk wanneer
6547 Jes 17:5 | zijn arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer
6548 Jes 17:8 | 8 En hij zal niet aanschouwen de
6549 Jes 17:8 | vingeren gemaakt hebben, zal hij niet aanzien, noch de bossen,
6550 Jes 17:13 | grote wateren ruisen; doch Hij zal hem schelden, zo zal
6551 Jes 17:13 | zal hem schelden, zo zal hij verre wegvlieden, ja, hij
6552 Jes 17:13 | hij verre wegvlieden, ja, hij zal gejaagd worden, als
6553 Jes 17:14 | verschrikking, eer het morgen is, is hij er niet meer. Dit is het
6554 Jes 18:5 | wordt na den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen
6555 Jes 19:1 | rijdt op een snelle wolk, en Hij zal in Egypte komen; en
6556 Jes 19:16 | HEEREN der heirscharen, welke Hij tegen hen bewegen zal. ~
6557 Jes 19:17 | der heirscharen, dien Hij tegen hen beraadslaagd heeft. ~
6558 Jes 19:20 | vanwege de verdrukkers, en Hij zal hun een Heiland
6559 Jes 19:22 | tot den HEERE bekeren, en Hij zal Zich van hen verbidden
6560 Jes 19:22 | hen verbidden laten, en Hij zal hen genezen. ~
6561 Jes 20:1 | Assyrie gezonden had, toen hij krijg voerde tegen Asdod,
6562 Jes 20:2 | schoenen van uw voeten. En hij deed alzo, gaande naakt
6563 Jes 21:1 | zuiden henen doorgaan, zal hij uit de woestijn komen, uit
6564 Jes 21:4 | naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving.
6565 Jes 21:6 | laat hem aanzeggen, wat hij ziet. ~
6566 Jes 21:7 | 7 En hij zag een wagen, een paar
6567 Jes 21:7 | een wagen met kemels; en hij merkte zeer nauw op, met
6568 Jes 21:8 | 8 En hij riep: Een leeuw, Heere!
6569 Jes 21:9 | ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen,
6570 Jes 21:9 | beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de
6571 Jes 22:8 | 8 En hij zal het deksel van Juda
6572 Jes 22:17 | mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken. ~
6573 Jes 22:18 | 18 Hij zal u gewisselijk voortrollen,
6574 Jes 22:19 | staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. ~
6575 Jes 22:21 | Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem
6576 Jes 22:22 | zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand
6577 Jes 22:22 | niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand
6578 Jes 22:23 | in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel
6579 Jes 22:25 | was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en
6580 Jes 22:25 | zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last,
6581 Jes 23:9 | het beraadslaagd, opdat Hij ontheilige de hovaardij
6582 Jes 23:11 | 11 Hij heeft Zijn hand uitgestrekt
6583 Jes 23:11 | uitgestrekt over de zee, Hij heeft de koninkrijken beroerd;
6584 Jes 23:12 | 12 En Hij heeft gezegd: Gij zult niet
6585 Jes 23:13 | hun paleizen, maar Hij heeft het tot een vervallen
6586 Jes 24:1 | maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij
6587 Jes 24:1 | Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis
6588 Jes 24:1 | deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. ~
6589 Jes 24:2 | woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. ~
6590 Jes 25:7 | 7 En Hij zal op dezen berg verslinden
6591 Jes 25:8 | 8 Hij zal den dood verslinden
6592 Jes 25:8 | aangezichten afwissen; en Hij zal de smaadheid Zijns volks
6593 Jes 25:9 | hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze
6594 Jes 25:11 | 11 En Hij zal Zijn handen uitbreiden
6595 Jes 25:11 | uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun hoogmoed vernederen
6596 Jes 25:12 | 12 En Hij zal de hoge vesten uwer
6597 Jes 25:12 | buigen, vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het
6598 Jes 26:5 | 5 Want Hij buigt de hooggezetenen neder,
6599 Jes 26:5 | neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert
6600 Jes 26:5 | stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde
6601 Jes 26:5 | vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof
6602 Jes 26:10 | goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid,
6603 Jes 26:10 | evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans
6604 Jes 26:10 | een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des HEEREN
6605 Jes 27:1 | kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die
6606 Jes 27:5 | 5 Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen,
6607 Jes 27:5 | Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken;
6608 Jes 27:5 | met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken. ~
6609 Jes 27:7 | 7 Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij
6610 Jes 27:7 | Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die
6611 Jes 27:7 | heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden
6612 Jes 27:8 | wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden
6613 Jes 27:9 | is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen,
6614 Jes 27:9 | zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaar
6615 Jes 27:11 | enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft,
6616 Jes 28:2 | wateren; die overvloeien, zal Hij ze ter aarde nederwerpen
6617 Jes 28:4 | nog in zijn hand is, slokt hij ze op. ~
6618 Jes 28:9 | 9 Wien zou Hij dan de kennis leren, en
6619 Jes 28:9 | kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan
6620 Jes 28:11 | 11 Daarom zal Hij door belachelijke lippen,
6621 Jes 28:12 | 12 Tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de
6622 Jes 28:15 | doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want
6623 Jes 28:19 | Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden
6624 Jes 28:19 | als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen
6625 Jes 28:19 | wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en
6626 Jes 28:21 | gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk
6627 Jes 28:24 | te zaaien? Opent en egt hij zijn land den gehelen dag? ~
6628 Jes 28:25 | Is het niet alzo? Wanneer hij het bovenste van hetzelve
6629 Jes 28:25 | gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt komijn,
6630 Jes 28:25 | wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste tarwe
6631 Jes 28:26 | onderricht hem van de wijze, Hij leert hem. ~
6632 Jes 28:28 | verbrijzeld worden, maar hij dorst het niet geduriglijk
6633 Jes 28:28 | geduriglijk dorsende; noch hij breekt het met het wiel
6634 Jes 28:28 | het wiel zijn wagens, noch hij verbrijzelt het met zijn
6635 Jes 28:29 | den HEERE der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad,
6636 Jes 28:29 | is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~ ~
6637 Jes 29:8 | hongerige droomt, en ziet, hij eet; maar als hij ontwaakt,
6638 Jes 29:8 | ziet, hij eet; maar als hij ontwaakt, zo is zijn ziel
6639 Jes 29:8 | dorstige droomt, en ziet, hij drinkt; maar als hij
6640 Jes 29:8 | hij drinkt; maar als hij ontwaakt, ziet, zo is hij
6641 Jes 29:8 | hij ontwaakt, ziet, zo is hij nog mat, en zijn ziel is
6642 Jes 29:10 | geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten;
6643 Jes 29:10 | hoofden, en de zieners heeft Hij verblind. ~
6644 Jes 29:11 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet,
6645 Jes 29:12 | zeggende: Lees toch dit; en hij zegt: Ik kan niet lezen. ~
6646 Jes 29:16 | maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij niet gemaakt;
6647 Jes 29:16 | pottenbakker zeide: Hij verstaat het niet. ~
6648 Jes 29:23 | 23 Want als hij zijn kinderen, het werk
6649 Jes 30:5 | 5 Hij zal hen allen beschaamd
6650 Jes 30:14 | 14 Ja, Hij zal ze verbreken, gelijk
6651 Jes 30:14 | wordt; in het brijzelen zal Hij niet verschonen; alzo dat
6652 Jes 30:18 | de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom
6653 Jes 30:18 | genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij
6654 Jes 30:18 | Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme,
6655 Jes 30:19 | niet wenen; gewisselijk zal Hij u genadig zijn op de stem
6656 Jes 30:19 | stem uws geroeps; zo haast Hij die horen zal, zal Hij u
6657 Jes 30:19 | haast Hij die horen zal, zal Hij u antwoorden. ~
6658 Jes 30:23 | 23 Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het
6659 Jes 30:32 | bewegende bestrijdingen zal Hij tegen hen strijden. ~
6660 Jes 30:33 | van gisteren bereid; ja, hij is ook voor den koning bereid;
6661 Jes 30:33 | voor den koning bereid; Hij heeft hem diep en wijd gemaakt,
6662 Jes 31:2 | 2 Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het
6663 Jes 31:2 | Nochtans is Hij ook wijs, en Hij doet het kwaad komen, en
6664 Jes 31:2 | woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken tegen het
6665 Jes 31:4 | tegen hem, verschrikt hij voor hun stem niet, en vernedert
6666 Jes 31:5 | beschutten, beschuttende zal Hij haar ook verlossen, doorgaande
6667 Jes 31:5 | verlossen, doorgaande zal Hij haar ook uithelpen. ~
6668 Jes 31:8 | mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard vlieden,
6669 Jes 31:9 | 9 En hij zal van vreze doorgaan naar
6670 Jes 32:7 | ganse gereedschap is kwaad; hij beraadslaagt schandelijke
6671 Jes 33:5 | HEERE is verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij
6672 Jes 33:5 | Hij woont in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld met gericht
6673 Jes 33:8 | de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond,
6674 Jes 33:8 | vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht
6675 Jes 33:8 | hij veracht de steden, hij acht geen mens. ~
6676 Jes 33:9 | de Libanon schaamt zich, hij verwelkt; Saron is geworden
6677 Jes 33:15 | zijn oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore,
6678 Jes 33:15 | zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie; ~
6679 Jes 33:18 | de betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt? ~
6680 Jes 33:22 | de HEERE is onze Koning. Hij zal ons behouden. ~
6681 Jes 34:2 | grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen verbannen, Hij
6682 Jes 34:2 | Hij heeft hen verbannen, Hij heeft ze ter slachting overgegeven. ~
6683 Jes 34:11 | raaf zal daarin wonen; want Hij zal een richtsnoer der woestigheid
6684 Jes 34:17 | 17 Want Hij Zelf heeft voor hen het
6685 Jes 35:4 | met de vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. ~
6686 Jes 35:8 | zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die
6687 Jes 36:2 | met een zwaar heir; en hij stond aan den watergang
6688 Jes 36:6 | zo iemand leunt, zo zal hij in zijn hand gaan en die
6689 Jes 36:7 | den HEERE, onzen God; is Hij Die niet, Wiens hoogten
6690 Jes 36:14 | Hizkia u niet bedriege, want hij zal u niet kunnen redden. ~
6691 Jes 37:1 | dat hoorde, zo scheurde hij zijn klederen, en bedekte
6692 Jes 37:2 | 2 Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester,
6693 Jes 37:7 | geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en
6694 Jes 37:8 | Zo kwam Rabsake weder, en hij vond den koning van Assyrie
6695 Jes 37:8 | strijdende tegen Libna; want hij had gehoord, dat hij van
6696 Jes 37:8 | want hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was. ~
6697 Jes 37:9 | 9 Als hij nu hoorde van Tirhaka, den
6698 Jes 37:9 | koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen, om tegen
6699 Jes 37:9 | tegen u te strijden; toen hij zulks hoorde, zo zond hij
6700 Jes 37:9 | hij zulks hoorde, zo zond hij weder boden tot Hizkia,
6701 Jes 37:14 | en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN;
6702 Jes 37:33 | den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen,
6703 Jes 37:33 | pijl inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor
6704 Jes 37:34 | Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal
6705 Jes 37:34 | gekomen is, door dien zal hij wederkeren; maar in deze
6706 Jes 37:34 | wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~
6707 Jes 37:37 | henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~
6708 Jes 37:38 | Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch,
6709 Jes 38:2 | aangezicht om naar den wand, en hij bad tot den HEERE. ~
6710 Jes 38:3 | 3 En hij zeide: Och HEERE, gedenk
6711 Jes 38:7 | de HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: ~
6712 Jes 38:9 | Hizkia, koning van Juda, toen hij ziek geweest en van zijn
6713 Jes 38:12 | gelijk een wever zijn web; Hij zal mij afsnijden, als van
6714 Jes 38:13 | gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken;
6715 Jes 38:15 | Wat zal ik spreken? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd,
6716 Jes 38:15 | heeft toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al
6717 Jes 38:21 | op het gezwel maken, en hij zal genezen. ~
6718 Jes 39:1 | geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank
6719 Jes 39:1 | want hij had gehoord dat hij krank geweest en weder sterk
6720 Jes 39:2 | verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis,
6721 Jes 39:4 | 4 En hij zeide: Wat hebben zij gezien
6722 Jes 39:8 | hebt, is goed. Ook zeide hij: Doch het zij vrede en waarheid
6723 Jes 40:6 | Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen?
6724 Jes 40:11 | 11 Hij zal Zijn kudde weiden gelijk
6725 Jes 40:11 | weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn
6726 Jes 40:11 | dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden. ~
6727 Jes 40:14 | 14 Met wien heeft Hij raad gehouden, die Hem verstand
6728 Jes 40:15 | van de weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen
6729 Jes 40:20 | Die verarmd is, dat hij niet te offeren heeft, die
6730 Jes 40:20 | uit, dat niet verrotte; hij zoekt zich een wijzen werkmeester,
6731 Jes 40:22 | 22 Hij is het, Die daar zit boven
6732 Jes 40:22 | inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant
6733 Jes 40:23 | richters der aarde maakt Hij tot ijdelheid. ~
6734 Jes 40:24 | niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen
6735 Jes 40:26 | krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is; er
6736 Jes 40:29 | 29 Hij geeft den moeden kracht,
6737 Jes 40:29 | geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte
6738 Jes 41:2 | gegeven, en gemaakt, dat hij over koningen heerste?
6739 Jes 41:3 | 3 Dat hij ze najaagde en doortrok
6740 Jes 41:3 | vrede, door een pad, hetwelk hij met zijn voeten niet gegaan
6741 Jes 41:7 | Het is goed; daarna maakt hij het vast met nagelen,
6742 Jes 41:24 | is erger dan een adder; hij is een gruwel, die ulieden
6743 Jes 41:25 | een van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang
6744 Jes 41:25 | van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen;
6745 Jes 41:25 | Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden
6746 Jes 41:26 | voren, dat wij zeggen mogen: Hij is rechtvaardig; maar er
6747 Jes 42:1 | Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen
6748 Jes 42:2 | 2 Hij zal niet schreeuwen, noch
6749 Jes 42:3 | Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende
6750 Jes 42:3 | de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid
6751 Jes 42:3 | uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. ~
6752 Jes 42:4 | 4 Hij zal niet verdonkerd worden,
6753 Jes 42:4 | niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden,
6754 Jes 42:4 | verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben
6755 Jes 42:13 | uittrekken als een held; Hij zal den ijver opwekken als
6756 Jes 42:13 | opwekken als een krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal
6757 Jes 42:13 | krijgsman; Hij zal juichen, ja, Hij zal een groot getier maken;
6758 Jes 42:13 | een groot getier maken; Hij zal Zijn vijanden overweldigen. ~
6759 Jes 42:20 | bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet, zo hoort
6760 Jes 42:20 | oren opendoet, zo hoort hij toch niet. ~
6761 Jes 42:21 | Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte hem groot door de
6762 Jes 42:21 | hem groot door de wet, en Hij maakte hem heerlijk. ~
6763 Jes 42:24 | rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd
6764 Jes 42:25 | 25 Daarom heeft Hij over hen uitgestort de grimmigheid
6765 Jes 42:25 | de macht des oorlogs; en Hij heeft ze rondom in vlam
6766 Jes 42:25 | zij merken het niet; en Hij heeft ze in brand gestoken,
6767 Jes 44:12 | zijn sterken arm; ook lijdt hij honger, totdat hij krachteloos
6768 Jes 44:12 | lijdt hij honger, totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt
6769 Jes 44:12 | totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt geen water,
6770 Jes 44:12 | geen water, totdat hij amechtig wordt. ~
6771 Jes 44:13 | trekt het richtsnoer uit, hij tekent het af met den draad,
6772 Jes 44:13 | tekent het af met den draad, hij maakt het effen met de schaven,
6773 Jes 44:14 | 14 Als hij zich cederen afhouwt, zo
6774 Jes 44:14 | cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een
6775 Jes 44:14 | cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder de
6776 Jes 44:14 | onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, en de
6777 Jes 44:15 | te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich
6778 Jes 44:15 | zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij;
6779 Jes 44:15 | brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en
6780 Jes 44:15 | buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld
6781 Jes 44:16 | 16 Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere
6782 Jes 44:16 | andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad,
6783 Jes 44:16 | helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij
6784 Jes 44:16 | hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt
6785 Jes 44:16 | wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt:
6786 Jes 44:16 | warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm
6787 Jes 44:17 | overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden
6788 Jes 44:17 | tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en
6789 Jes 44:19 | kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan
6790 Jes 44:20 | 20 Hij voedt zich met as, het bedrogen
6791 Jes 44:20 | ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan,
6792 Jes 44:28 | Die van Cores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal
6793 Jes 44:28 | Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen
6794 Jes 45:9 | of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen? ~
6795 Jes 45:13 | wegen zal Ik recht maken; hij zal Mijn stad bouwen, en
6796 Jes 45:13 | zal Mijn stad bouwen, en hij zal Mijn gevangenen loslaten,
6797 Jes 45:18 | en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij
6798 Jes 45:18 | Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen,
6799 Jes 46:7 | zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede
6800 Jes 46:7 | plaats; daar staat hij, hij wijkt van zijn stede niet;
6801 Jes 46:7 | iemand tot hem, zo antwoordt hij niet, hij verlost hem
6802 Jes 46:7 | zo antwoordt hij niet, hij verlost hem niet uit
6803 Jes 48:11 | Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik
6804 Jes 48:14 | De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen
6805 Jes 48:15 | Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn op
6806 Jes 48:21 | hadden geen dorst, toen Hij hen leidde door de woeste
6807 Jes 48:21 | door de woeste plaatsen; Hij deed hun water uit den rotssteen
6808 Jes 48:21 | den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo
6809 Jes 49:1 | moeders ingewand af heeft Hij Mijn Naam gemeld. ~
6810 Jes 49:2 | 2 En Hij heeft Mijn mond gemaakt
6811 Jes 49:2 | schaduw Zijner hand heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft
6812 Jes 49:2 | heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft Mij tot een zuiveren
6813 Jes 49:2 | in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen. ~
6814 Jes 49:3 | 3 En Hij heeft tot Mij gezegd: Gij
6815 Jes 49:6 | 6 Verder zeide Hij: Het is te gering, dat Gij
6816 Jes 49:10 | Ontfermer zal ze leiden, en Hij zal hen aan de springaders
6817 Jes 49:13 | Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen
6818 Jes 50:4 | rechter tijd te spreken; Hij wekt allen morgen, Hij wekt
6819 Jes 50:4 | Hij wekt allen morgen, Hij wekt Mij het oor, dat
6820 Jes 50:8 | 8 Hij is nabij, Die Mij rechtvaardigt,
6821 Jes 50:8 | een rechtzaak tegen Mij? hij kome herwaarts tot Mij. ~
6822 Jes 50:10 | Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt,
6823 Jes 50:10 | en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des
6824 Jes 51:2 | want Ik riep hem, toen hij nog alleen was, en Ik zegende
6825 Jes 51:3 | HEERE zal Sion troosten, Hij zal troosten al haar woeste
6826 Jes 51:3 | haar woeste plaatsen, en Hij zal haar woestijn maken
6827 Jes 51:13 | benauwers, wanneer hij zich bereidt om te verderven?
6828 Jes 51:14 | haastelijk los gelaten worden; en hij zal in den kuil niet sterven,
6829 Jes 52:9 | heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. ~
6830 Jes 52:13 | verstandelijk handelen; Hij zal verhoogd en verheven,
6831 Jes 52:15 | 15 Alzo zal Hij vele heidenen besprengen,
6832 Jes 53:2 | 2 Want Hij is als een rijsje voor Zijn
6833 Jes 53:2 | wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid;
6834 Jes 53:3 | 3 Hij was veracht, en de onwaardigste
6835 Jes 53:3 | het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij
6836 Jes 53:4 | 4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op
6837 Jes 53:4 | genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten
6838 Jes 53:4 | doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen
6839 Jes 53:5 | 5 Maar Hij is om onze overtredingen
6840 Jes 53:5 | onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die
6841 Jes 53:7 | dezelve geeist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed
6842 Jes 53:7 | werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open;
6843 Jes 53:7 | niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en
6844 Jes 53:7 | zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. ~
6845 Jes 53:8 | 8 Hij is uit den angst en uit
6846 Jes 53:8 | leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land
6847 Jes 53:9 | de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn
6848 Jes 53:9 | Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft,
6849 Jes 53:10 | HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt;
6850 Jes 53:10 | gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen
6851 Jes 53:10 | hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen;
6852 Jes 53:11 | den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden;
6853 Jes 53:11 | rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden
6854 Jes 53:12 | deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een
6855 Jes 53:12 | als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft
6856 Jes 53:12 | geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft,
6857 Jes 54:5 | Israels is uw Verlosser; Hij zal de God des gansen aardbodems
6858 Jes 55:5 | Heiligen Israels wil, want Hij heeft u verheerlijkt. ~
6859 Jes 55:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem
6860 Jes 55:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~
6861 Jes 55:7 | ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE,
6862 Jes 55:7 | zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en
6863 Jes 55:7 | en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. ~
6864 Jes 56:5 | Heiligen Israels wil, want Hij heeft u verheerlijkt. ~
6865 Jes 56:6 | Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem
6866 Jes 56:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~
6867 Jes 56:7 | ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE,
6868 Jes 56:7 | zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en
6869 Jes 56:7 | en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. ~
6870 Jes 57:6 | den sabbat houdt, dat hij dien niet ontheilige, en
6871 Jes 58:2 | 2 Hij zal ingaan in den vrede;
6872 Jes 59:5 | ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd kromme gelijk
6873 Jes 59:9 | gij zult schreeuwen, en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben
6874 Jes 59:11 | u geduriglijk leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in
6875 Jes 60:2 | aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort. ~
6876 Jes 60:16 | 16 Dewijl Hij zag, dat er niemand was,
6877 Jes 60:16 | niemand was, zo ontzette Hij Zich, omdat er geen voorbidder
6878 Jes 60:17 | 17 Want Hij trok gerechtigheid aan als
6879 Jes 60:17 | den helm des heils zette Hij op Zijn hoofd, en de klederen
6880 Jes 60:17 | klederen der wraak trok Hij aan tot kleding, en Hij
6881 Jes 60:17 | Hij aan tot kleding, en Hij deed den ijver aan als
6882 Jes 60:18 | werken, even daarnaar zal Hij vergelden, grimmigheid aan
6883 Jes 60:18 | vijanden; den eilanden zal Hij het loon vergelden. ~
6884 Jes 61:9 | Heilige Israels, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. ~
6885 Jes 62:1 | brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te
6886 Jes 62:3 | planting des HEEREN, opdat Hij verheerlijkt worde. ~
6887 Jes 62:10 | verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de
6888 Jes 62:10 | der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk
6889 Jes 63:7 | niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij
6890 Jes 63:7 | Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle tot een
6891 Jes 64:7 | huis van Israel, die Hij hun bewezen heeft, naar
6892 Jes 64:8 | 8 Want Hij zeide: Zij zijn immers Mijn
6893 Jes 64:8 | niet liegen zullen? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland. ~
6894 Jes 64:9 | In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns
6895 Jes 64:9 | en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en Hij nam
6896 Jes 64:9 | heeft Hij hen verlost; en Hij nam hen op, en Hij
6897 Jes 64:9 | Hij nam hen op, en Hij droeg hen al de dagen van
6898 Jes 64:10 | smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd,
6899 Jes 64:10 | in een vijand verkeerd, Hij Zelf heeft tegen hen gestreden. ~
6900 Jes 64:11 | 11 Nochtans dacht Hij aan de dagen van ouds, aan
6901 Jes 64:11 | Zijn volk; maar nu, waar is Hij, Die hen uit de zee opgebracht
6902 Jes 64:11 | herders Zijner kudde? Waar is Hij, Die Zijn Heiligen
6903 Jes 64:12 | aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam
6904 Jes 65:4 | behalve Gij, o God! wat Hij doen zal dien, die op Hem
6905 Jes 65:7 | aanroept, die zich opwekt, dat hij U aangrijpe; want Gij verbergt
6906 Jes 66:15 | maar Zijn knechten zal Hij met een anderen naam noemen; ~
6907 Jes 67:5 | HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot
6908 Jes 67:14 | worden aan Zijn knechten, en Hij zal Zijn vijanden gram
6909 Jer 2:14 | Israel een knecht, of is hij een ingeborene des huizes?
6910 Jer 2:14 | ingeborene des huizes? Waarom is hij dan ten roof geworden? ~
6911 Jer 2:17 | verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt? ~
6912 Jer 2:26 | beschaamd wordt, wanneer hij gevonden wordt, alzo zijn
6913 Jer 3:1 | wordt eens anderen mans, zal hij ook tot haar nog wederkeren?
6914 Jer 3:5 | 5 Zal Hij in eeuwigheid den toorn
6915 Jer 3:5 | den toorn behouden? Zal Hij dien gestadig bewaren? Zie,
6916 Jer 4:7 | heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan uit zijn plaats,
6917 Jer 4:13 | 13 Ziet, hij komt op als wolken, en zijn
6918 Jer 5:12 | verloochenen den HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal
6919 Jer 9:8 | maar in zijn binnenste legt hij lagen. ~
6920 Jer 9:12 | des HEEREN gesproken, dat hij het verkondige, waarom het
6921 Jer 9:21 | geklommen in onze vensteren, hij is in onze paleizen gekomen,
6922 Jer 9:24 | beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat
6923 Jer 10:10 | HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende God, en een
6924 Jer 10:13 | 13 Als Hij Zijn stem geeft, zo is er
6925 Jer 10:13 | wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen
6926 Jer 10:13 | van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den
6927 Jer 10:14 | onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, een
6928 Jer 10:16 | is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles,
6929 Jer 10:23 | een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte. ~
6930 Jer 11:16 | vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot
6931 Jer 12:4 | dewijl zij zeggen: Hij ziet ons einde niet. ~
6932 Jer 12:11 | verwoest zijnde treurt hij tot Mij; het ganse land
6933 Jer 13:16 | den HEERE, uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer
6934 Jer 13:16 | gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw
6935 Jer 13:21 | zult gij zeggen, wanneer Hij bezoeking over u doen zal,
6936 Jer 14:10 | welgevallen aan hen, nu zal Hij hunner ongerechtigheden
6937 Jer 15:4 | koning van Juda, om hetgeen hij te Jeruzalem gedaan heeft. ~
6938 Jer 16:15 | uit al de landen waarhenen Hij hen gedreven had! want Ik
6939 Jer 17:6 | 6 Want hij zal zijn als de heide in
6940 Jer 17:8 | 8 Want hij zal zijn als een boom, die
6941 Jer 17:8 | een jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van
6942 Jer 17:11 | broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert,
6943 Jer 17:11 | de helft zijner dagen zal hij dien moeten verlaten, en
6944 Jer 18:3 | pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven. ~
6945 Jer 18:4 | 4 En het vat, dat hij maakte, werd verdorven,
6946 Jer 18:4 | pottenbakkers; toen maakte hij daarvan weder een ander
6947 Jer 19:14 | om te profeteren, stond hij in het voorhof van des HEEREN
6948 Jer 20:2 | den profeet Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis,
6949 Jer 20:10 | zij zeggen: Misschien zal hij overreed worden, dan zullen
6950 Jer 20:13 | prijst den HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen
6951 Jer 20:16 | heeft Hem niet berouwd; en hij hore in den morgenstond
6952 Jer 20:17 | 17 Dat Hij mij niet gedood heeft van
6953 Jer 21:2 | naar al Zijn wonderen, dat hij van ons optrekke. ~
6954 Jer 21:7 | die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan met de
6955 Jer 21:7 | scherpte des zwaards; hij zal ze niet sparen, noch
6956 Jer 21:10 | des konings van Babel, en hij zal ze met vuur verbranden. ~
6957 Jer 22:4 | wagens en op paarden, hij, en zijn knechten, en zijn
6958 Jer 22:10 | die weggegaan is, want hij zal nimmermeer wederkomen,
6959 Jer 22:10 | nimmermeer wederkomen, dat hij het land zijner geboorte
6960 Jer 22:11 | deze plaats is uitgegaan: Hij zal daar nimmermeer
6961 Jer 22:12 | gevankelijk hebben weggevoerd, zal hij sterven, en dit land zal
6962 Jer 22:12 | sterven, en dit land zal hij niet meer zien. ~
6963 Jer 22:14 | doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit,
6964 Jer 22:16 | 16 Hij heeft de rechtzaak des ellendigen
6965 Jer 22:19 | een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal
6966 Jer 22:28 | afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men geen
6967 Jer 22:28 | lust heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad uitgeworpen,
6968 Jer 23:20 | zich niet afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat
6969 Jer 23:20 | hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld de
6970 Jer 23:31 | tong nemen, en spreken: Hij heeft het gesproken; ~
6971 Jer 25:30 | woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen
6972 Jer 25:30 | brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei,
6973 Jer 25:31 | een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle
6974 Jer 25:31 | vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven,
6975 Jer 25:38 | 38 Hij heeft, als een jonge leeuw,
6976 Jer 26:11 | oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen
6977 Jer 26:13 | berouwen over het kwaad, dat Hij tegen u gesproken heeft. ~
6978 Jer 26:16 | oordeel des doods, want hij heeft tot ons gesproken
6979 Jer 26:19 | hem ooit gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte
6980 Jer 26:19 | over het kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had?
6981 Jer 26:21 | Uria dat hoorde, zo vreesde hij, en vluchtte, en kwam
6982 Jer 26:23 | tot den koning Jojakim, en hij sloeg hem met het zwaard,
6983 Jer 26:23 | sloeg hem met het zwaard, en hij wierp zijn dood lichaam
6984 Jer 27:20 | niet heeft weggenomen, als hij Jechonia, den zoon van Jojakim,
6985 Jer 28:6 | gij geprofeteerd hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN
6986 Jer 29:21 | den koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. ~
6987 Jer 29:28 | 28 Want daarom heeft hij tot ons naar Babel gezonden,
6988 Jer 29:32 | Nechelamiet, en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die
6989 Jer 29:32 | spreekt de HEERE; want hij heeft een afval gesproken
6990 Jer 30:7 | benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. ~
6991 Jer 30:21 | zal hem doen naderen, en hij zal tot Mij genaken; want
6992 Jer 30:21 | Mij genaken; want wie is hij, die met zijn hart borg
6993 Jer 30:24 | zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld
6994 Jer 30:24 | totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben de
6995 Jer 31:10 | die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israel verstrooid heeft,
6996 Jer 31:11 | heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost uit de
6997 Jer 31:11 | desgenen, die sterker was dan hij. ~
6998 Jer 31:20 | Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind?
6999 Jer 32:3 | konings van Babel, en hij zal ze innemen; ~
7000 Jer 32:4 | Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542 |