Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hieuwen 10
hieven 16
higgajon 1
hij 10542
hijgen 2
hijgt 3
hijzelf 6
Frequency    [«  »]
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot

Bijbel

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

      Book Chapter: Verse
7501 Eze 46:7 | En ten spijsoffer zal hij bereiden een efa tot den 7502 Eze 46:8 | als de vorst ingaat, zal hij door den weg van het voorhuis 7503 Eze 46:9 | noorderpoort weder uitgaan; hij zal niet wederkeren door 7504 Eze 46:9 | poort, door dewelke hij is ingegaan, maar recht 7505 Eze 46:12 | naar het oosten ziet; en hij zal      zijn brandoffer 7506 Eze 46:12 | dankofferen doen, gelijk als hij zal gedaan hebben op den 7507 Eze 46:12 | op den sabbatdag; en als hij weder uitgaat, zal men de 7508 Eze 46:12 | de poort sluiten, nadat hij uitgegaan zal zijn. ~ 7509 Eze 46:17 | 17      Maar wanneer hij van zijn erfenis een geschenk 7510 Eze 46:18 | van zijn bezitting zal hij zijn zonen erf nalaten; 7511 Eze 46:19 | 19      Daarna bracht hij mij door den ingang, die 7512 Eze 46:20 | 20      En hij zeide tot mij: Dit is de 7513 Eze 46:21 | 21      Toen bracht hij mij in het buitenste voorhof, 7514 Eze 46:24 | 24      En hij zeide tot mij: Dit zijn 7515 Eze 47:1 | 1      Daarna bracht hij mij weder tot de deur van 7516 Eze 47:2 | 2      En hij bracht mij uit door den 7517 Eze 47:3 | meetsnoer in zijn hand; en hij mat duizend ellen, en deed 7518 Eze 47:4 | 4      Toen mat hij nog duizend ellen, en deed 7519 Eze 47:4 | raakten tot aan de knieen; en hij mat nog duizend, en deed 7520 Eze 47:5 | 5      Voorts mat hij nog duizend, en het was 7521 Eze 47:6 | 6      En hij zeide tot mij: Hebt gij 7522 Eze 47:6 | mensenkind? Toen voerde hij mij, en bracht mij weder 7523 Eze 47:8 | 8      Toen zeide hij tot mij: Deze wateren vlieten 7524 Eze 48:1 | zijde van Hamath (ook zal hij den oosterhoek en westerhoek 7525 Dan 1:2 | vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land van 7526 Dan 1:2 | en de vaten      bracht hij in het schathuis zijns gods. ~ 7527 Dan 1:3 | zijner kamerlingen, dat hij voorbrengen zou enigen uit 7528 Dan 1:7 | namen, en Daniel noemde hij Beltsazar, en Hananja Sadrach, 7529 Dan 1:8 | nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen 7530 Dan 1:8 | dranks; daarom verzocht hij van den overste der      7531 Dan 1:8 | der      kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen. ~ 7532 Dan 1:10 | verordend heeft; want waarom zou hij ulieder aangezichten      7533 Dan 1:14 | 14      Toen hoorde hij hen in deze zaak, en hij 7534 Dan 1:14 | hij hen in deze zaak, en hij beproefde ze tien dagen. ~ 7535 Dan 1:16 | den wijn huns dranks, en hij gaf hun van het gezaaide. ~ 7536 Dan 1:17 | wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand in allerlei gezichten 7537 Dan 1:20 | koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de 7538 Dan 2:15 | 15      Hij antwoordde en zeide tot 7539 Dan 2:16 | verzocht van den koning, dat hij hem een bestemden tijd wilde 7540 Dan 2:16 | bestemden tijd wilde geven, dat hij den koning de uitlegging 7541 Dan 2:17 | Daniel naar zijn huis, en hij gaf de zaak zijn metgezellen, 7542 Dan 2:21 | 21      Want Hij verandert de tijden en stonden; 7543 Dan 2:21 | verandert de tijden en stonden; Hij zet de koningen af, en Hij 7544 Dan 2:21 | Hij zet de koningen af, en Hij bevestigt de koningen; Hij 7545 Dan 2:21 | Hij bevestigt de koningen; Hij geeft den wijzen wijsheid, 7546 Dan 2:22 | 22      Hij openbaart diepe en verborgen 7547 Dan 2:22 | diepe en verborgen dingen; Hij weet, wat in het duister 7548 Dan 2:24 | van Babel om te brengen; hij ging henen en zeide aldus 7549 Dan 2:25 | Daniel in voor den koning, en hij sprak alzo tot hem: Ik heb 7550 Dan 2:29 | hierna geschieden zou; en Hij, Die verborgen dingen openbaart, 7551 Dan 2:35 | een groten berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde. ~ 7552 Dan 2:38 | mensenkinderen wonen, heeft Hij de beesten des velds en 7553 Dan 2:38 | hemels in uw hand gegeven; en Hij heeft u gesteld tot een 7554 Dan 2:46 | aangezicht, en aanbad Daniel; en hij zeide, dat men hem met spijsoffer 7555 Dan 2:48 | koning Daniel groot, en hij gaf hem vele grote geschenken, 7556 Dan 2:48 | vele grote geschenken, en hij stelde hem tot een heerser 7557 Dan 2:49 | Daniel van den koning; en hij stelde Sadrach, Mesach en 7558 Dan 3:1 | zijn breedte zes ellen; hij richtte het op in het dal 7559 Dan 3:17 | des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! 7560 Dan 3:19 | Sadrach, Mesach en Abed-nego; hij antwoordde en zeide, dat 7561 Dan 3:20 | in zijn heir waren, zeide hij, dat zij Sadrach, Mesach 7562 Dan 3:24 | koning Nebukadnezar, en hij stond op in der haast, antwoordde 7563 Dan 3:25 | 25      Hij antwoordde en zeide: Ziet, 7564 Dan 4:11 | reikte aan den hemel, en hij werd gezien tot aan het 7565 Dan 4:17 | mensen, en geeft ze aan wien Hij wil, ja, zet daarover den 7566 Dan 4:25 | en geeft      ze, wien Hij wil. ~ 7567 Dan 4:29 | van twaalf maanden, toen hij op het koninklijk paleis 7568 Dan 4:32 | heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien Hij wil. ~ 7569 Dan 4:32 | dat Hij ze geeft, aan wien Hij wil. ~ 7570 Dan 4:33 | over Nebukadnezar, want hij werd uit de mensen verstoten, 7571 Dan 4:33 | de mensen verstoten, en hij at gras als de ossen, en 7572 Dan 4:35 | zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het 7573 Dan 4:37 | paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen      7574 Dan 5:1 | zijn duizend geweldigen, en hij dronk wijn voor die duizend. ~ 7575 Dan 5:2 | wijn geproefd had, zeide hij, dat men de gouden en zilveren 7576 Dan 5:7 | gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser in 7577 Dan 5:19 | vanwege de grootheid, die Hij hem gegeven had, beefden 7578 Dan 5:19 | en tongen voor hem; dien hij wilde, doodde hij, en dien 7579 Dan 5:19 | dien hij wilde, doodde hij, en dien hij wilde, behield 7580 Dan 5:19 | wilde, doodde hij, en dien hij wilde, behield hij in het      7581 Dan 5:19 | dien hij wilde, behield hij in het      leven, en dien 7582 Dan 5:19 | het      leven, en dien hij wilde, verhoogde hij, en 7583 Dan 5:19 | dien hij wilde, verhoogde hij, en dien hij wilde, vernederde 7584 Dan 5:19 | verhoogde hij, en dien hij wilde, vernederde hij. ~ 7585 Dan 5:19 | dien hij wilde, vernederde hij. ~ 7586 Dan 5:20 | werd ter hovaardij, werd hij van den troon zijns koninkrijks 7587 Dan 5:21 | 21      En hij werd van de kinderen der 7588 Dan 5:21 | hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, 7589 Dan 5:21 | dezelve      stelt, wien Hij wil. ~ 7590 Dan 5:26 | uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind. ~ 7591 Dan 5:29 | riepen overluid van hem, dat hij de derde heerser in dat 7592 Dan 6:2 | het dacht Darius goed, dat hij over het koninkrijk stelde 7593 Dan 6:5 | noch misdaad vinden, dewijl hij      getrouw was, en geen 7594 Dan 6:11 | schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had 7595 Dan 6:11 | ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal 7596 Dan 6:11 | tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden 's daags 7597 Dan 6:11 | op      zijn knieen, en hij bad, en deed belijdenis 7598 Dan 6:11 | zijn God, ganselijk gelijk hij voor dezen gedaan had. ~ 7599 Dan 6:14 | getekend hebt; maar hij bidt op drie tijden 's daags 7600 Dan 6:15 | koning deze rede hoorde, was hij zeer bedroefd bij zichzelven, 7601 Dan 6:15 | bedroefd bij zichzelven, en hij stelde het hart op Daniel 7602 Dan 6:15 | ondergang der zon toe bemoeide hij zich,      om hem te redden. ~ 7603 Dan 6:20 | morgenstond met het licht op, en hij ging met haast henen tot 7604 Dan 6:21 | 21      Als hij nu tot den kuil genaderd 7605 Dan 6:21 | kuil genaderd was, riep hij tot Daniel met een droeve 7606 Dan 6:23 | Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der leeuwen 7607 Dan 6:24 | hem      gevonden, dewijl hij in zijn God geloofd had. 7608 Dan 6:27 | den God van Daniel; want Hij is de levende God, en      7609 Dan 6:28 | 28      Hij verlost en redt, en Hij 7610 Dan 6:28 | Hij verlost en redt, en Hij doet tekenen en wonderen 7611 Dan 7:1 | zijn leger; toen schreef hij dien droom, en hij zeide 7612 Dan 7:1 | schreef hij dien droom, en hij zeide de hoofdsom der      7613 Dan 7:13 | als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, 7614 Dan 7:16 | zekerheid over dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij 7615 Dan 7:21 | tegen de heiligen, en dat hij die overmocht, ~ 7616 Dan 7:23 | 23      Hij zeide aldus: Het vierde 7617 Dan 8:4 | zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, 7618 Dan 8:4 | naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. ~ 7619 Dan 8:6 | 6      En hij kwam tot den ram, die de 7620 Dan 8:6 | staan voor den vloed; en hij liep op hem aan in de grimmigheid 7621 Dan 8:7 | nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, 7622 Dan 8:7 | verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak 7623 Dan 8:7 | en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; 7624 Dan 8:7 | aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en 7625 Dan 8:7 | wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, 7626 Dan 8:8 | uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak 7627 Dan 8:10 | 10      En hij werd groot tot aan het heir 7628 Dan 8:10 | het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat 7629 Dan 8:10 | sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze. ~ 7630 Dan 8:11 | 11      Ja, hij maakte zich groot tot aan 7631 Dan 8:12 | tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; 7632 Dan 8:14 | 14      En hij zeide tot mij: Tot twee 7633 Dan 8:17 | 17      En hij kwam nevens waar ik stond; 7634 Dan 8:17 | nevens waar ik stond; en als hij kwam, verschrikte ik, en 7635 Dan 8:17 | mijn aangezicht. Toen zeide hij tot mij: Versta, gij mensenkind! 7636 Dan 8:18 | 18      Als hij nu met mij sprak, viel ik 7637 Dan 8:18 | aangezicht ter aarde; toen roerde hij mij aan, en hij stelde mij 7638 Dan 8:18 | toen roerde hij mij aan, en hij stelde mij op mijn standplaats. ~ 7639 Dan 8:19 | 19      En hij zeide: Zie, ik zal u te 7640 Dan 8:22 | zijn plaats stonden, toen hij verbroken was; vier koninkrijken 7641 Dan 8:24 | niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, 7642 Dan 8:24 | hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders 7643 Dan 8:25 | door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen 7644 Dan 8:25 | gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; 7645 Dan 8:25 | verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal 7646 Dan 8:25 | Vorst      der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken 7647 Dan 9:10 | wetten wandelen zouden, die Hij gegeven heeft voor onze 7648 Dan 9:12 | 12      En Hij heeft Zijn woorden bevestigd, 7649 Dan 9:12 | Zijn woorden bevestigd, die Hij gesproken heeft tegen ons, 7650 Dan 9:14 | over het kwade gewaakt, en Hij heeft het over ons gebracht; 7651 Dan 9:14 | rechtvaardig in al Zijn werken, die Hij gedaan heeft, dewijl      7652 Dan 9:15 | een Naam gemaakt, gelijk hij is te dezen dage; wij hebben 7653 Dan 9:22 | 22      En hij onderrichtte mij en sprak 7654 Dan 9:27 | 27      En hij zal velen het verbond versterken 7655 Dan 9:27 | in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer 7656 Dan 10:1 | gezetten groten tijd; en hij verstond die zaak, en hij 7657 Dan 10:1 | hij verstond die zaak, en hij had verstand van het gezicht. ~ 7658 Dan 10:11 | 11      En Hij zeide tot mij: Daniel, gij 7659 Dan 10:11 | tot u gezonden; en toen Hij dat woord      tot mij sprak, 7660 Dan 10:12 | 12      Toen zeide Hij tot mij: Vrees niet, Daniel! 7661 Dan 10:15 | 15      En toen Hij deze woorden met mij sprak, 7662 Dan 10:18 | gedaante van een mens; en Hij versterkte mij. ~ 7663 Dan 10:19 | 19      En Hij zeide: Vrees niet, gij zeer 7664 Dan 10:19 | wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak, werd ik versterkt, 7665 Dan 10:20 | 20      Toen zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik 7666 Dan 11:2 | de anderen; en      nadat hij zich in zijn rijkdom zal 7667 Dan 11:2 | zal versterkt hebben, zal hij ze allen verwekken tegen 7668 Dan 11:3 | heerschappij heersen zal, en hij zal doen naar zijn welgevallen. ~ 7669 Dan 11:4 | 4      En als hij zal staan, zal zijn rijk 7670 Dan 11:4 | zijn heerschappij, waarmede hij      heerste; want zijn 7671 Dan 11:5 | ander zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn 7672 Dan 11:5 | sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij 7673 Dan 11:6 | niet behouden, daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; 7674 Dan 11:7 | met heirkracht komen, en hij zal komen tegen die sterke 7675 Dan 11:7 | konings van het Noorden, en hij      zal tegen dezelve doen, 7676 Dan 11:7 | zal tegen dezelve doen, en hij zal ze bemachtigen. ~ 7677 Dan 11:8 | 8      Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, 7678 Dan 11:8 | naar Egypte brengen; en hij zal enige jaren staande 7679 Dan 11:9 | het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn land 7680 Dan 11:10 | en      doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich 7681 Dan 11:11 | zal verbitterd worden, en hij zal uittrekken, en strijden 7682 Dan 11:12 | hart zich verheffen, en hij zal er enige tien duizenden 7683 Dan 11:12 | nedervellen; evenwel zal hij niet gesterkt worden. ~ 7684 Dan 11:13 | Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan 7685 Dan 11:13 | de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met      7686 Dan 11:16 | 16      Maar hij, die tegen hem komt, zal 7687 Dan 11:16 | zijn aangezicht bestaan; hij zal ook staan in het land 7688 Dan 11:17 | 17      En hij zal zijn aangezicht stellen, 7689 Dan 11:17 | gansen rijks te komen, en hij zal billijke voorwaarden 7690 Dan 11:17 | voorwaarden medebrengen, en hij zal het doen; want hij zal 7691 Dan 11:17 | en hij zal het doen; want hij zal hem een dochter der      7692 Dan 11:18 | 18      Daarna zal hij zijn aangezicht tot de eilanden 7693 Dan 11:18 | tot de eilanden keren, en hij zal er vele innemen; doch 7694 Dan 11:18 | doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem      zal 7695 Dan 11:19 | 19      En hij zal zijn aangezicht keren 7696 Dan 11:19 | sterkten zijns lands, en hij zal aanstoten, en vallen, 7697 Dan 11:20 | koninklijke heerlijkheid; maar hij zal in enige dagen gebroken 7698 Dan 11:21 | waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid komen, en 7699 Dan 11:23 | de vereniging met hem zal hij bedrog plegen, en hij zal 7700 Dan 11:23 | zal hij bedrog plegen, en hij zal optrekken, en hij zal 7701 Dan 11:23 | en hij zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt 7702 Dan 11:24 | 24      Met stilheid zal hij ook in de vette plaatsen 7703 Dan 11:24 | des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, 7704 Dan 11:24 | buit, en goederen, zal      hij onder hen uitstrooien, en 7705 Dan 11:24 | onder hen uitstrooien, en hij zal tegen de vastigheden 7706 Dan 11:25 | 25      En hij zal zijn kracht en zijn 7707 Dan 11:25 | machtige heirkracht; doch hij zal niet bestaan, want zij 7708 Dan 11:28 | 28      En hij zal in zijn land wederkeren 7709 Dan 11:28 | tegen het heilig verbond; en hij zal het doen, en wederkeren 7710 Dan 11:29 | Ter bestemder tijd zal hij wederkeren, en tegen het 7711 Dan 11:30 | tegen hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, 7712 Dan 11:30 | smart bevangen worden, en hij zal wederkeren, en gram 7713 Dan 11:30 | tegen het heilig verbond, en hij zal      het doen; want 7714 Dan 11:30 | doen; want wederkerende zal hij acht geven op de verlaters 7715 Dan 11:32 | handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen; 7716 Dan 11:36 | naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelven verheffen, 7717 Dan 11:36 | maken boven allen God, en hij zal tegen den God der goden 7718 Dan 11:36 | dingen spreken;      en hij zal voorspoedig zijn, totdat 7719 Dan 11:37 | goden zijner vaderen zal hij geen acht geven, noch op 7720 Dan 11:37 | de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht 7721 Dan 11:37 | geen God acht geven, maar hij zal zich boven alles groot 7722 Dan 11:38 | 38      En hij zal den god Mauzzim in zijn 7723 Dan 11:38 | niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, 7724 Dan 11:39 | 39      En hij zal de vastigheden der sterkten 7725 Dan 11:39 | vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer 7726 Dan 11:39 | die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, 7727 Dan 11:39 | eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over 7728 Dan 11:39 | doen heersen over velen, en hij      zal het land uitdelen 7729 Dan 11:40 | en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, 7730 Dan 11:40 | zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken. ~ 7731 Dan 11:41 | 41      En hij zal komen in het land des 7732 Dan 11:42 | 42      En hij zal zijn hand aan de landen 7733 Dan 11:43 | 43      En hij zal heersen over de verborgen 7734 Dan 11:44 | verschrikken; daarom zal hij uittrekken met grote grimmigheid 7735 Dan 11:45 | 45      En hij zal de tenten van zijn paleis 7736 Dan 11:45 | des heiligen sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, 7737 Dan 12:6 | 6      En hij zeide tot den Man, bekleed 7738 Dan 12:7 | water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechterhand en 7739 Dan 12:7 | tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien 7740 Dan 12:9 | 9      En Hij zeide: Ga henen, Daniel! 7741 Dan 12:12 | 12      Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot 7742 Hos 1:3 | 3      Zo ging hij henen, en nam Gomer, een 7743 Hos 1:6 | en baarde een dochter; en Hij zeide tot hem: Noem haar 7744 Hos 1:9 | 9      En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-Ammi; 7745 Hos 5:6 | zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich van hen onttrokken. ~ 7746 Hos 5:11 | Efraim is verdrukt, hij is verpletterd met recht; 7747 Hos 5:11 | verpletterd met recht; want hij heeft zo gewild; hij heeft 7748 Hos 5:11 | want hij heeft zo gewild; hij heeft gewandeld naar het 7749 Hos 5:13 | toog Efraim tot Assur, en hij zond tot den koning Jareb; 7750 Hos 6:1 | wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij 7751 Hos 6:1 | Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft 7752 Hos 6:1 | en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal 7753 Hos 6:1 | Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. ~ 7754 Hos 6:2 | 2      Hij zal ons na twee dagen levend 7755 Hos 6:2 | maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij 7756 Hos 6:3 | bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een 7757 Hos 6:11 | 11      Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, 7758 Hos 7:4 | van wakker te zijn, nadat hij het deeg heeft gekneed, 7759 Hos 7:5 | verhitting van den wijn; hij strekt zijn hand voort met 7760 Hos 7:6 | nacht; 's morgens brandt hij als een vlammend vuur. ~ 7761 Hos 7:9 | verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de 7762 Hos 7:9 | grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet. ~ 7763 Hos 8:1 | De bazuin aan uw mond; hij komt als een arend tegen 7764 Hos 8:13 | geen welgevallen. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken, 7765 Hos 9:9 | als in de dagen van Gibea; Hij zal hunner ongerechtigheid 7766 Hos 9:9 | ongerechtigheid gedenken, Hij zal hun zonden bezoeken. ~ 7767 Hos 10:1 | een uitgeledigde wijnstok, hij brengt weder vrucht voor 7768 Hos 10:1 | veelheid zijner vrucht heeft hij de altaren vermenigvuldigd; 7769 Hos 10:2 | 2      Hij heeft hun hart verdeeld, 7770 Hos 10:2 | zullen zij verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, 7771 Hos 10:2 | hun altaren doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden 7772 Hos 10:12 | HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid 7773 Hos 11:3 | nochtans leerde Efraim gaan; Hij nam ze op Zijn armen, maar 7774 Hos 11:5 | 5      Hij zal in Egypteland niet wederkeren; 7775 Hos 11:10 | HEERE achterna wandelen, Hij zal brullen als een leeuw, 7776 Hos 11:10 | brullen als een leeuw, wanneer Hij brullen zal, dan zullen 7777 Hos 12:2 | gansen dag vermenigvuldigt hij leugen en verwoesting; en 7778 Hos 12:3 | HEERE een twist met Juda, en Hij zal bezoeking doen over 7779 Hos 12:3 | naar zijn handelingen zal Hij hem vergelden. ~ 7780 Hos 12:4 | In moeders buik hield hij zijn broeder bij de verzenen; 7781 Hos 12:4 | en in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk met God. 7782 Hos 12:5 | 5      Ja, hij gedroeg zich vorstelijk 7783 Hos 12:5 | Engel, en overmocht Hem; hij weende en smeekte Hem. Te 7784 Hos 12:5 | smeekte Hem. Te Beth-El vond hij Hem, en aldaar sprak Hij 7785 Hos 12:5 | hij Hem, en aldaar sprak Hij met ons; ~ 7786 Hos 12:8 | bedriegelijke weegschaal, hij bemint te verdrukken; ~ 7787 Hos 12:14 | en door een profeet werd hij gehoed. ~ 7788 Hos 12:15 | bitterlijk vertoornd; daarom zal Hij zijn bloed op hem laten, 7789 Hos 13:1 | Efraim sprak, zo beefde men, hij heeft zich verheven in Israel; 7790 Hos 13:1 | verheven in Israel; maar hij is schuldig geworden aan 7791 Hos 13:10 | Waar is uw koning nu? Dat hij u behoude in al uw steden! 7792 Hos 13:13 | vrouw zullen hem aankomen; hij is een onwijs kind; want 7793 Hos 13:13 | onwijs kind; want anders zou hij geen tijd in de kindergeboorte 7794 Hos 13:15 | 15      Want hij zal vrucht voortbrengen 7795 Hos 14:6 | Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, 7796 Hos 14:6 | bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan 7797 Hos 14:7 | zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als 7798 Joe 1:5 | den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden. ~ 7799 Joe 2:1 | dag des HEEREN komt, want hij is nabij. ~ 7800 Joe 2:11 | leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn 7801 Joe 2:13 | den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, 7802 Joe 2:14 | 14      Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw 7803 Joe 2:14 | wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich 7804 Joe 2:18 | ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. ~ 7805 Joe 2:20 | vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan. ~ 7806 Joe 2:23 | den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar 7807 Joe 2:23 | Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, 7808 Amos 1:1 | was van Thekoa, dewelke hij gezien heeft over Israel, 7809 Amos 1:2 | 2      En hij zeide: De HEERE zal brullen 7810 Amos 1:11 | dat niet afwenden; omdat hij zijn broederen met het zwaard 7811 Amos 1:11 | eeuwiglijk verscheurt, en hij zijn verbolgenheid altoos 7812 Amos 1:15 | zal gaan in gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, 7813 Amos 2:1 | dat niet afwenden; omdat hij de beenderen des konings 7814 Amos 2:9 | de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; 7815 Amos 3:4 | brullen in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een 7816 Amos 3:4 | stem verheffen, tenzij dat hij wat gevangen hebbe? ~ 7817 Amos 3:7 | zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn 7818 Amos 5:6 | den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis 7819 Amos 5:18 | de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en 7820 Amos 5:19 | ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde 7821 Amos 6:10 | Zijn er nog meer bij u? En hij zal zeggen: Niemand. Dan 7822 Amos 6:10 | zeggen: Niemand. Dan zal hij zeggen: Zwijg! want zij 7823 Amos 6:11 | de HEERE geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan 7824 Amos 7:1 | mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde sprinkhanen, in 7825 Amos 7:2 | Jakob blijven staan; want hij is klein! ~ 7826 Amos 7:4 | Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur; 7827 Amos 7:5 | Jakob blijven staan; want hij is klein! ~ 7828 Amos 7:7 | 7      Nog deed Hij mij aldus zien; en ziet, 7829 Amos 8:2 | 2      En Hij zeide: Wat ziet gij Amos? 7830 Amos 9:1 | staan op het altaar, en Hij zeide: Sla dien knoop, dat 7831 Amos 9:6 | bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde gefondeerd; Die 7832 Oba 1:3 | harten heeft u bedrogen; hij, die daar woont in de kloven 7833 Oba 1:17 | Sions zal ontkoming zijn, en hij zal een heiligheid zijn; 7834 Jona 1:3 | aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te Jafo, en vond 7835 Jona 1:3 | gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht      daarvan, 7836 Jona 1:9 | 9      En hij zeide tot hen: Ik ben een 7837 Jona 1:10 | Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht 7838 Jona 1:10 | HEEREN aangezicht vlood; want hij had het      hun te kennen 7839 Jona 1:12 | 12      En hij zeide tot hen: Neemt mij 7840 Jona 2:2 | 2      En hij zeide: Ik riep uit mijn 7841 Jona 2:2 | benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den 7842 Jona 2:10 | nu sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op het droge. ~  ~ 7843 Jona 3:4 | te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog 7844 Jona 3:6 | den koning van Nineve, en hij stond op van zijn troon, 7845 Jona 3:6 | heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een zak, 7846 Jona 3:7 | 7      En hij liet uitroepen, en men sprak 7847 Jona 3:9 | wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden van de 7848 Jona 3:10 | God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen 7849 Jona 3:10 | had hun te zullen doen, en Hij deed het niet. ~  ~ 7850 Jona 4:2 | 2      En hij bad tot den HEERE, en zeide: 7851 Jona 4:5 | het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een verdek, 7852 Jona 4:5 | daaronder in de schaduw, totdat hij zag, wat van de stad zou      7853 Jona 4:7 | stak den wonderboom, dat hij verdorde. ~ 7854 Jona 4:8 | het hoofd van Jona, dat hij amechtig werd; en hij wenste 7855 Jona 4:8 | dat hij amechtig werd; en hij wenste zijner ziel te mogen      7856 Jona 4:9 | over den wonderboom? En hij zeide: Billijk is mijn toorn 7857 Mic 1:1 | koningen van Juda; dat hij gezien heeft over Samaria 7858 Mic 1:3 | uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en treden 7859 Mic 1:9 | zijn gekomen tot aan Juda; hij is geraakt tot aan de poort 7860 Mic 1:11 | rouwklage is te Beth-haezel; hij zal zijn stand van ulieden 7861 Mic 1:15 | gij inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, 7862 Mic 2:4 | zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks      7863 Mic 2:4 | deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende 7864 Mic 2:4 | deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze 7865 Mic 3:4 | roepen tot den HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar 7866 Mic 4:1 | op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven 7867 Mic 4:2 | van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, 7868 Mic 4:3 | 3      En Hij zal onder grote volken richten, 7869 Mic 4:12 | Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft als 7870 Mic 4:14 | gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen 7871 Mic 5:2 | 2      Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot 7872 Mic 5:3 | 3      En Hij zal staan, en zal weiden 7873 Mic 5:3 | zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de      7874 Mic 5:4 | land zal komen, en wanneer hij in onze paleizen zal treden, 7875 Mic 5:5 | deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer 7876 Mic 5:5 | zal komen,      en wanneer hij in onze landpale zal treden. 7877 Mic 5:7 | schaapskudden; dewelke, wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en 7878 Mic 5:7 | vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redde. ~ 7879 Mic 6:2 | twist met Zijn volk, en Hij zal Zich met Israel in recht 7880 Mic 6:8 | 8      Hij heeft u bekend gemaakt, 7881 Mic 7:9 | tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijn twist twiste, en mijn 7882 Mic 7:9 | en mijn recht uitvoere; Hij zal mij brengen aan het 7883 Mic 7:11 | 11      Ten dage als Hij uw muren zal herbouwen, 7884 Mic 7:18 | Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in 7885 Mic 7:18 | niet in eeuwigheid; want Hij heeft      lust aan goedertierenheid. ~ 7886 Mic 7:19 | 19      Hij zal Zich onzer weder ontfermen; 7887 Mic 7:19 | Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden 7888 Nah 1:2 | Zijn wederpartijders, en Hij behoudt den toorn Zijn      7889 Nah 1:3 | doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige geenszins 7890 Nah 1:4 | 4      Hij scheldt de zee, en maakt 7891 Nah 1:4 | zee, en maakt ze droog, en Hij verdroogt alle rivieren; 7892 Nah 1:7 | 7      De HEERE is goed, Hij is ter sterkte in den dag 7893 Nah 1:7 | dag der benauwdheid, en Hij kent hen, die op Hem betrouwen. ~ 7894 Nah 1:8 | een doorgaanden vloed zal Hij haar plaats te niet maken; 7895 Nah 1:9 | gijlieden tegen den HEERE? Hij zal zelf een voleinding 7896 Nah 1:12 | ook geschoren worden, en hij zal doorgaan; Ik heb u wel 7897 Nah 1:15 | meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. ~  ~ 7898 Nah 2:3 | der fakkelen, ten dage als hij zich bereidt; en de spiesen 7899 Nah 2:5 | 5      Hij zal aan zijn voortreffelijken 7900 Zep 1:7 | een slachtoffer bereid, Hij heeft Zijn genoden geheiligd. ~ 7901 Zep 1:12 | HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad. ~ 7902 Zep 1:14 | dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; 7903 Zep 1:18 | land verteerd worden; want Hij zal      een voleinding 7904 Zep 2:11 | HEERE tegen hen wezen, want Hij zal al de goden der aarde 7905 Zep 2:13 | 13      Hij zal ook Zijn hand uitstrekken 7906 Zep 2:13 | uitstrekken tegen het Noorden, en Hij zal Assur verdoen; en Hij 7907 Zep 2:13 | Hij zal Assur verdoen; en Hij zal Nineve stellen tot een 7908 Zep 2:14 | in den dorpel zijn, als Hij haar cederwerk zal ontbloot 7909 Zep 2:15 | trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen. ~  ~ 7910 Zep 3:5 | in het midden van haar, Hij doet geen onrecht; allen 7911 Zep 3:5 | onrecht; allen morgen geeft Hij Zijn recht in het licht, 7912 Zep 3:15 | uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; 7913 Zep 3:17 | Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn 7914 Zep 3:17 | vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, 7915 Zep 3:17 | zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen 7916 Zac 1:6 | handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan. ~ 7917 Zac 1:8 | rijdende op een rood paard, en Hij stond tussen de mirten, 7918 Zac 1:17 | zal Sion nog troosten, en Hij zal      Jeruzalem nog verkiezen. ~ 7919 Zac 1:19 | sprak: Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn 7920 Zac 1:21 | Wat komen die maken? En Hij sprak, zeggende: Dat zijn 7921 Zac 2:2 | Waar gaat gij henen? En hij zeide tot mij: Om Jeruzalem 7922 Zac 2:4 | 4      En hij zeide tot hem: Loop, spreek 7923 Zac 2:8 | heerlijkheid over u, heeft Hij mij gezonden tot die heidenen, 7924 Zac 2:12 | in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen. ~ 7925 Zac 2:13 | aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige 7926 Zac 3:1 | 1      Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester, 7927 Zac 3:3 | met vuile klederen, als hij voor het aangezicht des 7928 Zac 3:4 | 4      Toen antwoordde Hij, en sprak tot degenen, die 7929 Zac 3:4 | van hem weg. Daarna sprak Hij tot hem: Zie, Ik heb uw      7930 Zac 4:1 | mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een 7931 Zac 4:2 | 2      En Hij zeide tot mij: Wat ziet 7932 Zac 4:6 | 6      Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: 7933 Zac 4:7 | tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen voortbrengen 7934 Zac 4:13 | 13      En Hij sprak tot mij, zeggende: 7935 Zac 4:14 | 14      Toen zeide Hij: Deze zijn de twee olietakken, 7936 Zac 5:2 | 2      En Hij zeide tot mij: Wat ziet 7937 Zac 5:3 | 3      Toen zeide Hij tot mij: Dit is de vloek, 7938 Zac 5:4 | HEERE der heirscharen, dat hij kome in het huis van den 7939 Zac 5:4 | Naam valselijk zweer; en hij zal het      verteren, met 7940 Zac 5:6 | ik zeide: Wat is dat? En Hij zeide: Dit is een efa, die 7941 Zac 5:6 | voortkomt. Verder zeide Hij: Dit is het oog over henlieden 7942 Zac 5:8 | 8      En Hij zeide: Deze is de goddeloosheid; 7943 Zac 5:8 | is de goddeloosheid; en Hij wierp ze in het midden van 7944 Zac 5:8 | het midden van de efa; en Hij wierp het loden gewicht 7945 Zac 5:11 | 11      En Hij zeide tot mij: Om haar een 7946 Zac 6:7 | land te doorwandelen; want Hij had gezegd: Gaat heen, doorwandelt 7947 Zac 6:8 | 8      En Hij riep mij, en sprak tot mij, 7948 Zac 6:12 | Zijn plaats spruiten, en Hij zal des      HEEREN tempel 7949 Zac 6:13 | 13      Ja, Hij zal den tempel des HEEREN 7950 Zac 6:13 | tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, 7951 Zac 6:13 | zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op 7952 Zac 6:13 | heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn 7953 Zac 7:13 | het geschied, gelijk als Hij geroepen had, doch zij niet 7954 Zac 9:2 | 2      En ook zal Hij Hamath met dezelve bepalen; 7955 Zac 9:4 | uit het bezit stoten, en Hij zal haar vesting in de zee 7956 Zac 9:7 | tussen zijn tanden; alzo zal hij ook onzen God overblijven; 7957 Zac 9:7 | onzen God overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in 7958 Zac 9:9 | komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en 7959 Zac 9:10 | strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; 7960 Zac 9:14 | met de bazuin blazen, en Hij zal voorttreden met stormen 7961 Zac 10:1 | maakt de weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven 7962 Zac 10:3 | bezoeken, het huis van Juda, en Hij      zal hen stellen, gelijk 7963 Zac 10:11 | 11      En Hij zal door de zee gaan, die 7964 Zac 10:11 | gaan, die benauwende, en Hij zal de golven in de zee 7965 Zac 11:16 | afgesneden te worden, zal hij niet bezoeken; het jonge 7966 Zac 11:16 | bezoeken; het jonge zal hij niet zoeken, en het verbrokene 7967 Zac 11:16 | zoeken, en het verbrokene zal hij niet helen,      en het 7968 Zac 11:16 | en het stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees 7969 Zac 11:16 | vlees van het vette zal hij eten, en derzelver klauwen 7970 Zac 11:16 | en derzelver klauwen zal hij verscheuren. ~ 7971 Zac 13:3 | hem doorsteken, wanneer hij profeteert. ~ 7972 Zac 13:4 | wege zijn gezicht, wanneer hij profeteert; en zij zullen 7973 Zac 13:5 | 5   Maar hij zal zeggen: Ik ben geen 7974 Zac 13:6 | wonden in uw handen? zo zal hij zeggen: Het zijn de wonden, 7975 Zac 14:3 | HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, 7976 Zac 14:3 | heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage 7977 Zac 14:12 | krijg gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, 7978 Zac 14:12 | een iegelijks vlees, daar hij op zijn voeten staat,      7979 Mal 1:8 | Brengt dat toch uw vorst; zal hij een      welgevallen aan 7980 Mal 1:8 | welgevallen aan u hebben? of zal hij uw aangezicht opnemen? zegt 7981 Mal 1:9 | aangezicht van God, dat Hij ons genadig zij; zulks is 7982 Mal 1:9 | van uw hand geschied, zal Hij uw aangezicht opnemen? zegt 7983 Mal 2:5 | hem die tot een vreze; en hij vreesde Mij, en hij werd 7984 Mal 2:5 | en hij vreesde Mij, en hij werd om Mijns Naams wil 7985 Mal 2:6 | in zijn lippen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede 7986 Mal 2:6 | en in rechtmatigheid, en hij bekeerde er velen van      7987 Mal 2:7 | mond de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN 7988 Mal 2:11 | heiligheid des HEEREN, welke Hij liefheeft; want hij heeft 7989 Mal 2:11 | welke Hij liefheeft; want hij heeft de      dochters eens 7990 Mal 2:13 | wening en met zuchting; zodat Hij niet meer het spijsoffer 7991 Mal 2:15 | 15      Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel 7992 Mal 2:15 | maar een gemaakt, hoewel Hij des geestes overig had? 7993 Mal 2:15 | En waarom maar dien enen? Hij zocht een zaad Gods. Daarom, 7994 Mal 2:16 | de God Israels, zegt, dat Hij het verlaten haat, alhoewel 7995 Mal 2:16 | verlaten haat, alhoewel hij den wrevel bedekt met Zijn 7996 Mal 2:17 | in de ogen des HEEREN, en Hij heeft      lust aan zodanigen; 7997 Mal 3:1 | Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij komt, zegt de HEERE der 7998 Mal 3:2 | en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal 7999 Mal 3:2 | als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van 8000 Mal 3:3 | 3      En Hij zal zitten, louterende,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License