Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hieuwen 10
hieven 16
higgajon 1
hij 10542
hijgen 2
hijgt 3
hijzelf 6
Frequency    [«  »]
13263 zijn
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot

Bijbel

IntraText - Concordances

hij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

      Book Chapter: Verse
8501 Mark 7:24 | van daar opstaande, ging Hij weg naar de landpalen van 8502 Mark 7:24 | huis gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, 8503 Mark 7:24 | dat het iemand wist, en Hij kon nochtans niet verborgen 8504 Mark 7:26 | Syro-Fenicie; en zij bad Hem, dat Hij den duivel uitwierp uit 8505 Mark 7:29 | 29 En Hij zeide tot haar: Om dezes 8506 Mark 7:31 | 31 En Hij wederom weggegaan zijnde 8507 Mark 7:32 | sprak, en baden Hem, dat Hij de hand op hem legde. ~ 8508 Mark 7:33 | alleen genomen hebbende, stak Hij Zijn vingeren in zijn oren, 8509 Mark 7:33 | gespogen hebbende, raakte Hij zijn tong aan; ~ 8510 Mark 7:34 | naar den hemel, zuchtte Hij, en zeide tot hem: Effatha! 8511 Mark 7:35 | zijner tong werd los, en hij sprak recht. ~ 8512 Mark 7:36 | 36 En Hij gebood hunlieden, dat zij 8513 Mark 7:36 | zeggen zouden; maar wat Hij hun ook gebood, zo verkondigden 8514 Mark 7:37 | bovenmate zeer, zeggende: Hij heeft alles wel gedaan, 8515 Mark 7:37 | heeft alles wel gedaan, en Hij maakt, dat de doven horen, 8516 Mark 8:5 | 5 En Hij vraagde hun: Hoeveel broden 8517 Mark 8:6 | 6 En Hij gebood de schare neder te 8518 Mark 8:6 | te zitten op de aarde, en Hij nam de zeven broden, en 8519 Mark 8:6 | en gedankt hebbende, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen, 8520 Mark 8:7 | hadden weinige visjes; en als Hij gezegend had, zeide Hij, 8521 Mark 8:7 | Hij gezegend had, zeide Hij, dat zij ook die zouden 8522 Mark 8:9 | omtrent vier duizend; en Hij liet hen gaan. ~ 8523 Mark 8:10 | met Zijn discipelen, is Hij gekomen in de delen van 8524 Mark 8:12 | 12 En Hij, zwaarlijk zuchtende in 8525 Mark 8:13 | 13 En Hij verliet hen, en wederom 8526 Mark 8:13 | schip gegaan zijnde, voer Hij weg naar de andere zijde. ~ 8527 Mark 8:15 | 15 En Hij gebood hun, zeggende: Ziet 8528 Mark 8:21 | 21 En Hij zeide tot hen: Hoe verstaat 8529 Mark 8:22 | 22 En Hij kwam te Bethsaida; en zij 8530 Mark 8:22 | blinde, en baden Hem, dat Hij hem aanraakte. ~ 8531 Mark 8:23 | genomen hebbende, leidde Hij hem uit buiten het vlek, 8532 Mark 8:23 | hem, en vraagde hem, of hij iets zag. ~ 8533 Mark 8:24 | 24 En hij, opziende, zeide: Ik zie 8534 Mark 8:25 | 25 Daarna legde Hij de handen wederom op zijn 8535 Mark 8:25 | en deed hem opzien. En hij werd hersteld, en zag hen 8536 Mark 8:26 | 26 En Hij zond hem naar zijn huis, 8537 Mark 8:27 | Filippi. En op den weg vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende 8538 Mark 8:29 | 29 En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, 8539 Mark 8:30 | 30 En Hij gebood hun scherpelijk, 8540 Mark 8:31 | 31 En Hij begon hun te leren, dat 8541 Mark 8:32 | 32 En dit woord sprak Hij vrij uit; en Petrus, Hem 8542 Mark 8:33 | 33 Maar Hij, Zich omkerende, en Zijn 8543 Mark 8:34 | met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij 8544 Mark 8:36 | zou het den mens baten zo hij de gehele wereld won, en 8545 Mark 8:38 | mensen ook schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid 8546 Mark 9:1 | 1 En Hij zeide tot hen: Voorwaar, 8547 Mark 9:2 | berg bezijden alleen; en Hij werd voor hen van gedaante 8548 Mark 9:6 | 6 Want hij wist niet, wat hij zeide; 8549 Mark 9:6 | Want hij wist niet, wat hij zeide; want zij waren zeer 8550 Mark 9:9 | den berg afkwamen, gebood Hij hun, dat zij niemand verhalen 8551 Mark 9:12 | 12 En Hij, antwoordende, zeide tot 8552 Mark 9:12 | den Zoon des mensen, dat Hij veel lijden zal en veracht 8553 Mark 9:14 | 14 En als Hij bij de discipelen gekomen 8554 Mark 9:14 | discipelen gekomen was, zag Hij een grote schare rondom 8555 Mark 9:16 | 16 En Hij vraagde den Schriftgeleerden: 8556 Mark 9:18 | 18 En waar hij hem ook aangrijpt, zo scheurt 8557 Mark 9:18 | ook aangrijpt, zo scheurt hij hem, en schuimt, en knerst 8558 Mark 9:19 | 19 En Hij antwoordden hem, en zeide: 8559 Mark 9:20 | denzelven tot Hem; en als hij Hem zag, scheurde hem terstond 8560 Mark 9:20 | hem terstond de geest; en hij vallende op de aarde, wentelde 8561 Mark 9:21 | 21 En Hij vraagde zijn vader: Hoe 8562 Mark 9:21 | hem dit overkomen is? En hij zeide: Van zijn kindsheid 8563 Mark 9:22 | 22 En menigmaal heeft hij hem ook in het vuur en in 8564 Mark 9:26 | 26 En hij, roepende en hem zeer scheurende, 8565 Mark 9:27 | grijpende, richtte hem op; en hij stond op. ~ 8566 Mark 9:28 | 28 En als Hij in huis gegaan was, vraagden 8567 Mark 9:29 | 29 En Hij zeide tot hen: Dit geslacht 8568 Mark 9:30 | reisden zij door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand 8569 Mark 9:31 | 31 Want Hij leerde Zijn discipelen, 8570 Mark 9:31 | doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan. ~ 8571 Mark 9:33 | 33 En Hij kwam te Kapernaum, en in 8572 Mark 9:33 | gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden 8573 Mark 9:35 | nedergezeten zijnde, riep Hij de twaalven, en zeide tot 8574 Mark 9:36 | nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en 8575 Mark 9:38 | het hem verboden, omdat hij ons niet volgt. ~ 8576 Mark 9:41 | zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins 8577 Mark 9:42 | hals gedaan ware, en dat hij in de zee geworpen ware. ~ 8578 Mark 10:1 | daar opgestaan zijnde, ging Hij naar de landpalen van Judea, 8579 Mark 10:1 | samen bij Hem, en gelijk Hij gewoon was, leerde Hij hen 8580 Mark 10:1 | gelijk Hij gewoon was, leerde Hij hen wederom. ~ 8581 Mark 10:3 | 3 Maar Hij antwoordende, zeide tot 8582 Mark 10:5 | hardigheid uwer harten heeft hij ulieden dat gebod geschreven. ~ 8583 Mark 10:11 | 11 En Hij zeide tot hen: Zo wie zijn 8584 Mark 10:13 | kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou; en de discipelen 8585 Mark 10:16 | 16 En Hij omving ze met Zijn armen, 8586 Mark 10:16 | gelegd hebbende, zegende Hij dezelve. ~ 8587 Mark 10:17 | 17 En als Hij uitging op den weg, liep 8588 Mark 10:20 | 20 Doch hij, antwoordende, zeide tot 8589 Mark 10:22 | 22 Maar hij, treurig geworden zijnde 8590 Mark 10:22 | ging bedroefd weg; want hij had vele goederen. ~ 8591 Mark 10:30 | 30 Of hij ontvangt honderdvoud, nu 8592 Mark 10:32 | tot Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, 8593 Mark 10:34 | en ten derden dage zal Hij weder opstaan. ~ 8594 Mark 10:36 | 36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt 8595 Mark 10:46 | kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een 8596 Mark 10:47 | de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: 8597 Mark 10:48 | velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep 8598 Mark 10:48 | opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel temeer: Gij 8599 Mark 10:49 | Heb goeden moed; sta op; Hij roept u. ~ 8600 Mark 10:50 | 50 En hij, zijn mantel afgeworpen 8601 Mark 10:52 | behouden. En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus 8602 Mark 11:1 | aan den Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen 8603 Mark 11:3 | hetzelve van node heeft; en hij zal het terstond herwaarts 8604 Mark 11:7 | hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. ~ 8605 Mark 11:9 | zeggende: Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in den Naam des 8606 Mark 11:11 | en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien had, 8607 Mark 11:11 | nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanie met de 8608 Mark 11:13 | die bladeren had, ging Hij om te zien, of Hij ook iets 8609 Mark 11:13 | ging Hij om te zien, of Hij ook iets op denzelven zou 8610 Mark 11:13 | daarbij gekomen zijnde, vond Hij niets dan bladeren; want 8611 Mark 11:15 | duiven verkochten, keerde Hij om; ~ 8612 Mark 11:17 | 17 En Hij leerde, zeggende tot hen: 8613 Mark 11:19 | laat geworden was, ging Hij uit buiten de stad. ~ 8614 Mark 11:23 | maar zal geloven hetgeen hij zegt, geschieden zal, het 8615 Mark 11:23 | zal hem geworden, zo wat hij zegt. ~ 8616 Mark 11:27 | wederom te Jeruzalem. En als Hij in den tempel wandelde, 8617 Mark 11:31 | zeggen: Uit den hemel, zo zal Hij zeggen: Waarom hebt gij 8618 Mark 11:32 | allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet was. ~ 8619 Mark 12:1 | 1 En Hij begon door gelijkenissen 8620 Mark 12:2 | als het de tijd was, zond hij een dienstknecht tot de 8621 Mark 12:2 | tot de landlieden, opdat hij van de landlieden ontving 8622 Mark 12:4 | 4 En hij zond wederom een anderen 8623 Mark 12:5 | 5 En wederom zond hij een anderen, en dien doodden 8624 Mark 12:6 | 6 Als hij dan nog een zoon had, die 8625 Mark 12:6 | die hem lief was, zo heeft hij ook dien ten laatste tot 8626 Mark 12:9 | heer des wijngaards doen? Hij zal komen, en de landlieden 8627 Mark 12:12 | want zij verstonden, dat Hij die gelijkenis op hen sprak; 8628 Mark 12:15 | 15 En Hij, wetende hun geveinsdheid, 8629 Mark 12:16 | En zij brachten een. En Hij zeide tot hen: Wiens is 8630 Mark 12:28 | woorden waren, en wetende, dat Hij hun wel geantwoord had, 8631 Mark 12:32 | en er is geen ander dan Hij; ~ 8632 Mark 12:34 | 34 En Jezus ziende, dat hij verstandelijk geantwoord 8633 Mark 12:37 | Hem zijn Heere, en hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte 8634 Mark 12:38 | 38 En Hij zeide tot hen in Zijn leer: 8635 Mark 13:1 | 1 En als Hij uit den tempel ging, zeide 8636 Mark 13:3 | 3 En als Hij gezeten was op den Olijfberg, 8637 Mark 13:20 | der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft 8638 Mark 13:20 | heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort. ~ 8639 Mark 13:21 | is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet. ~ 8640 Mark 13:27 | 27 En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, 8641 Mark 13:34 | deurwachter gebood, dat hij zou waken; ~ 8642 Mark 13:36 | 36 Opdat hij niet onvoorziens kome, en 8643 Mark 14:3 | 3 En als Hij te Bethanie was, in het 8644 Mark 14:3 | Simon, den melaatse, daar Hij aan tafel zat, kwam een 8645 Mark 14:10 | de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren. ~ 8646 Mark 14:11 | beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem bekwamelijk 8647 Mark 14:11 | geven; en hij zocht, hoe hij Hem bekwamelijk overleveren 8648 Mark 14:13 | 13 En Hij zond twee van Zijn discipelen 8649 Mark 14:14 | 14 En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer 8650 Mark 14:15 | 15 En hij zal u wijzen een grote opperzaal, 8651 Mark 14:16 | stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden 8652 Mark 14:17 | avond geworden was, kwam Hij met de twaalven. ~ 8653 Mark 14:20 | 20 Maar Hij antwoordde en zeide tot 8654 Mark 14:22 | nam Jezus brood, en als Hij gezegend had, brak Hij het, 8655 Mark 14:22 | als Hij gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en 8656 Mark 14:23 | 23 En Hij nam den drinkbeker, en gedankt 8657 Mark 14:24 | 24 En Hij zeide tot hen: Dat is Mijn 8658 Mark 14:31 | 31 Maar hij zeide nog des te meer: Al 8659 Mark 14:32 | naam was Gethsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen: 8660 Mark 14:33 | 33 En Hij nam met Zich Petrus, en 8661 Mark 14:35 | voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo 8662 Mark 14:36 | 36 En Hij zeide: Abba, Vader, alle 8663 Mark 14:37 | 37 En Hij kwam, en vond hen slapende, 8664 Mark 14:39 | wederom heengegaan zijnde, bad Hij, sprekende dezelfde woorden. ~ 8665 Mark 14:40 | wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want 8666 Mark 14:41 | 41 En Hij kwam ten derden male, en 8667 Mark 14:43 | 43 En terstond, als Hij nog sprak, kwam Judas aan, 8668 Mark 14:45 | 45 En als hij gekomen was, ging hij terstond 8669 Mark 14:45 | als hij gekomen was, ging hij terstond tot Hem, en zeide: 8670 Mark 14:52 | 52 En hij, het lijnwaad verlatende, 8671 Mark 14:54 | zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de 8672 Mark 14:61 | 61 Maar Hij zweeg stil, en antwoordde 8673 Mark 14:68 | 68 Maar hij heeft het geloochend, zeggende: 8674 Mark 14:68 | weet niet, wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, 8675 Mark 14:70 | 70 Maar hij loochende het wederom. En 8676 Mark 14:71 | 71 En hij begon zichzelven te vervloeken 8677 Mark 14:72 | driemaal verloochenen. En hij, zich van daar makende, 8678 Mark 15:2 | de Koning der Joden? En Hij antwoordende, zeide tot 8679 Mark 15:3 | Hem van vele zaken; maar Hij antwoordde niets. ~ 8680 Mark 15:6 | 6 En op het feest liet hij hun een gevangene los, wien 8681 Mark 15:8 | en begon te begeren, dat hij deed, gelijk hij hun altijd 8682 Mark 15:8 | begeren, dat hij deed, gelijk hij hun altijd gedaan had. ~ 8683 Mark 15:10 | 10 (Want hij wist, dat de overpriesters 8684 Mark 15:11 | overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas zou 8685 Mark 15:14 | zeide tot hen: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij 8686 Mark 15:15 | en gaf Jezus over, als hij Hem gegeseld had, om gekruist 8687 Mark 15:21 | Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. ~ 8688 Mark 15:23 | gemirreden wijn te drinken; maar Hij nam dien niet. ~ 8689 Mark 15:28 | geworden, die daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend. ~ 8690 Mark 15:31 | elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven 8691 Mark 15:31 | verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen. ~ 8692 Mark 15:35 | dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias. ~ 8693 Mark 15:39 | tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest 8694 Mark 15:41 | 41 Welke ook, toen Hij in Galilea was, Hem waren 8695 Mark 15:43 | zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde 8696 Mark 15:44 | Pilatus verwonderde zich, dat Hij alrede gestorven was; en 8697 Mark 15:44 | hebbende, vraagde hem, of Hij lang gestorven was. ~ 8698 Mark 15:45 | 45 En als hij het van den hoofdman over 8699 Mark 15:45 | honderd verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam. ~ 8700 Mark 15:46 | 46 En hij kocht fijn lijnwaad, en 8701 Mark 15:46 | steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen 8702 Mark 15:47 | Joses, aanschouwden, waar Hij gelegd werd. ~  ~  ~  8703 Mark 16:4 | steen afgewenteld was) want hij was zeer groot. ~ 8704 Mark 16:6 | 6 Maar hij zeide tot haar: Zijt niet 8705 Mark 16:6 | Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier 8706 Mark 16:6 | gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, 8707 Mark 16:7 | discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; 8708 Mark 16:7 | zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft. ~ 8709 Mark 16:9 | dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, 8710 Mark 16:9 | Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen 8711 Mark 16:11 | En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien 8712 Mark 16:12 | 12 En na dezen is Hij geopenbaard in een andere 8713 Mark 16:14 | 14 Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, 8714 Mark 16:14 | Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was. ~ 8715 Mark 16:15 | 15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen 8716 Mark 16:19 | 19 De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is 8717 Luk 1:8 | het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende 8718 Luk 1:9 | te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel 8719 Luk 1:15 | 15 Want hij zal groot zijn voor den 8720 Luk 1:15 | noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met 8721 Luk 1:15 | drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest 8722 Luk 1:16 | 16 En hij zal velen der kinderen Israels 8723 Luk 1:17 | 17 En hij zal voor Hem heengaan, in 8724 Luk 1:21 | zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den 8725 Luk 1:22 | 22 En als hij uitkwam, kon hij tot hen 8726 Luk 1:22 | En als hij uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en 8727 Luk 1:22 | spreken; en zij bekenden, dat hij een gezicht in den tempel 8728 Luk 1:22 | den tempel gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef 8729 Luk 1:23 | bediening vervuld waren, dat hij naar zijn huis ging. ~ 8730 Luk 1:25 | gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft, om 8731 Luk 1:33 | 33 En Hij zal over het huis Jakobs 8732 Luk 1:48 | 48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd 8733 Luk 1:49 | dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig 8734 Luk 1:51 | 51 Hij heeft een krachtig werk 8735 Luk 1:51 | werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen 8736 Luk 1:52 | 52 Hij heeft machtigen van de tronen 8737 Luk 1:52 | afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd. ~ 8738 Luk 1:53 | 53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en 8739 Luk 1:53 | vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden. ~ 8740 Luk 1:54 | 54 Hij heeft Israel, Zijn knecht, 8741 Luk 1:54 | knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. ~ 8742 Luk 1:55 | 55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze 8743 Luk 1:60 | en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten. ~ 8744 Luk 1:62 | wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou 8745 Luk 1:62 | vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden. ~ 8746 Luk 1:63 | 63 En als hij een schrijftafeltje geeist 8747 Luk 1:63 | schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn 8748 Luk 1:64 | zijn tong losgemaakt; en hij sprak, God lovende. ~ 8749 Luk 1:68 | Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing 8750 Luk 1:70 | 70 Gelijk Hij gesproken heeft door den 8751 Luk 1:72 | 72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan 8752 Luk 1:73 | 73 En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen 8753 Luk 2:4 | Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht 8754 Luk 2:21 | genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen 8755 Luk 2:26 | den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, 8756 Luk 2:26 | dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren 8757 Luk 2:27 | 27 En hij kwam door den Geest in den 8758 Luk 2:28 | 28 Zo nam hij Hetzelve in zijn armen, 8759 Luk 2:42 | 42 En toen Hij twaalf jaren oud geworden 8760 Luk 2:44 | 44 Maar menende, dat Hij in het gezelschap op den 8761 Luk 2:49 | 49 En Hij zeide tot hen: Wat is het, 8762 Luk 2:50 | verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. ~ 8763 Luk 2:51 | 51 En Hij ging met hen af, en kwam 8764 Luk 3:3 | 3 En hij kwam in al het omliggende 8765 Luk 3:7 | 7 Hij zeide dan tot de scharen, 8766 Luk 3:11 | 11 En hij, antwoordende, zeide tot 8767 Luk 3:13 | 13 En hij zeide tot hen: Eist niet 8768 Luk 3:14 | wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand 8769 Luk 3:15 | overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus 8770 Luk 3:16 | doop u wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan 8771 Luk 3:17 | wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, 8772 Luk 3:17 | doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen; 8773 Luk 3:17 | samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur 8774 Luk 3:18 | 18 Hij dan, ook nog vele andere 8775 Luk 3:20 | 20 Zo heeft hij ook dit nog boven alles 8776 Luk 3:20 | alles daar toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis 8777 Luk 3:23 | 23 En Hij, Jezus, begon omtrent dertig 8778 Luk 4:3 | zeg tot dezen steen, dat hij brood worde. ~ 8779 Luk 4:5 | op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der 8780 Luk 4:9 | 9 En hij leidde Hem naar Jeruzalem, 8781 Luk 4:10 | Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen 8782 Luk 4:13 | verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd. ~ 8783 Luk 4:15 | 15 En Hij leerde in hun synagogen, 8784 Luk 4:16 | 16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij 8785 Luk 4:16 | Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar 8786 Luk 4:17 | den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, 8787 Luk 4:17 | boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven 8788 Luk 4:18 | is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij 8789 Luk 4:18 | daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den 8790 Luk 4:20 | 20 En als Hij het boek toegedaan en den 8791 Luk 4:20 | dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen 8792 Luk 4:21 | 21 En Hij begon tot hen te zeggen: 8793 Luk 4:23 | 23 En Hij zeide tot hen: Gij zult 8794 Luk 4:24 | 24 En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, 8795 Luk 4:30 | 30 Maar Hij, door het midden van hen 8796 Luk 4:31 | 31 En Hij kwam af te Kapernaum, een 8797 Luk 4:33 | eens onreinen duivels; en hij riep uit met grote stemme, ~ 8798 Luk 4:36 | zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den 8799 Luk 4:39 | staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en de koorts 8800 Luk 4:40 | bevangen, die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van hen 8801 Luk 4:41 | En hen bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat 8802 Luk 4:41 | spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was. ~ 8803 Luk 4:42 | En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste 8804 Luk 4:42 | en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan. ~ 8805 Luk 4:43 | 43 Maar Hij zeide tot hen: Ik moet ook 8806 Luk 4:44 | 44 En Hij predikte in de synagogen 8807 Luk 5:1 | Woord Gods te horen, dat Hij stond bij het meer Gennesareth. ~ 8808 Luk 5:2 | 2 En Hij zag twee schepen aan den 8809 Luk 5:3 | 3 En Hij ging in een van die schepen, 8810 Luk 5:3 | Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land 8811 Luk 5:3 | en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip. ~ 8812 Luk 5:4 | 4 En als Hij afliet van spreken, zeide 8813 Luk 5:4 | afliet van spreken, zeide Hij tot Simon: Steek af naar 8814 Luk 5:12 | 12 En het geschiedde, als Hij in een dier steden was, 8815 Luk 5:12 | melaatsheid; en Jezus ziende, viel hij op het aangezicht, en bad 8816 Luk 5:13 | 13 En Hij, de hand uitstrekkende, 8817 Luk 5:14 | 14 En Hij gebood hem, dat hij het 8818 Luk 5:14 | 14 En Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; 8819 Luk 5:14 | zou; maar ga heen, zeide Hij, vertoon uzelven den priester, 8820 Luk 5:16 | 16 Maar Hij vertrok in de woestijnen, 8821 Luk 5:17 | geschiedde in een dier dagen, dat Hij leerde, en er zaten Farizeen 8822 Luk 5:20 | 20 En Hij ziende hun geloof, zeide 8823 Luk 5:24 | zonde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte): Ik zeg 8824 Luk 5:25 | 25 En hij, terstond voor Hem opstaande, 8825 Luk 5:25 | opgenomen hebbende hetgeen, daar hij op gelegen had, ging heen 8826 Luk 5:27 | 27 En na dezen ging Hij uit, en zag een tollenaar, 8827 Luk 5:28 | 28 En hij, alles verlatende, stond 8828 Luk 5:34 | 34 Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij 8829 Luk 5:36 | 36 En Hij zeide ook tot hen een gelijkenis: 8830 Luk 5:39 | begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter. ~  ~ 8831 Luk 6:1 | tweeden eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; 8832 Luk 6:4 | 4 Hoe hij ingegaan is in het huis 8833 Luk 6:5 | 5 En Hij zeide tot hen: De Zoon des 8834 Luk 6:6 | een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en 8835 Luk 6:7 | Farizeen namen Hem waar, of Hij op den sabbat genezen zou; 8836 Luk 6:8 | 8 Doch Hij kende hun gedachten, en 8837 Luk 6:8 | en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond 8838 Luk 6:10 | aangezien hebbende, zeide Hij tot den mens: Strek uw hand 8839 Luk 6:10 | mens: Strek uw hand uit. En hij deed alzo; en zijn hand 8840 Luk 6:12 | geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om 8841 Luk 6:12 | den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over in 8842 Luk 6:13 | het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, 8843 Luk 6:13 | verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde: ~ 8844 Luk 6:14 | 14 Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas 8845 Luk 6:17 | afgekomen zijnde, stond Hij op een vlakke plaats, en 8846 Luk 6:19 | ging kracht van Hem uit, en Hij genas ze allen. ~ 8847 Luk 6:20 | 20 En Hij, Zijn ogen opslaande over 8848 Luk 6:35 | Allerhoogsten zijn; want Hij is goedertieren over de 8849 Luk 6:39 | 39 En Hij zeide tot hen een gelijkenis: 8850 Luk 6:47 | doet, Ik zal u tonen, wien hij gelijk is. ~ 8851 Luk 6:48 | 48 Hij is gelijk een mens, die 8852 Luk 7:1 | 1 Nadat Hij nu al Zijn woorden voleindigd 8853 Luk 7:1 | aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum. ~ 8854 Luk 7:3 | Jezus gehoord hebbende, zond hij tot Hem de ouderlingen der 8855 Luk 7:3 | Joden, Hem biddende, dat Hij wilde komen, en zijn dienstknecht 8856 Luk 7:4 | Hem ernstelijk, zeggende: Hij is waardig, dat Gij hem 8857 Luk 7:5 | 5 Want hij heeft ons volk lief, en 8858 Luk 7:6 | Jezus ging met hen. En als Hij nu niet verre van het huis 8859 Luk 7:8 | ik zeg tot dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen: 8860 Luk 7:8 | tot den anderen: Kom en hij komt; en tot mijn dienstknecht: 8861 Luk 7:8 | dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. ~ 8862 Luk 7:11 | op den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd 8863 Luk 7:12 | 12 En als Hij de poort der stad genaakte, 8864 Luk 7:14 | 14 En Hij ging toe, en raakte de baar 8865 Luk 7:14 | dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg 8866 Luk 7:15 | en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder. ~ 8867 Luk 7:21 | En in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en 8868 Luk 7:21 | geesten; en velen blinden gaf Hij het gezicht. ~ 8869 Luk 7:23 | 23 En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd 8870 Luk 7:24 | Johannes weggegaan waren, begon Hij tot de scharen van Johannes 8871 Luk 7:28 | Koninkrijk Gods is meerder dan hij. ~ 8872 Luk 7:33 | drinkende; en gij zegt: Hij heeft den duivel. ~ 8873 Luk 7:36 | der Farizeen bad Hem, dat Hij met hem ate; en ingegaan 8874 Luk 7:36 | des Farizeers huis, zat Hij aan. ~ 8875 Luk 7:37 | zondares was, verstaande, dat Hij in des Farizeers huis aanzat, 8876 Luk 7:39 | zeggende: Deze, indien Hij een profeet ware, zou wel 8877 Luk 7:40 | heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester! zeg het. ~ 8878 Luk 7:42 | hadden om te betalen, schold hij het hun beiden kwijt. Zeg 8879 Luk 7:43 | antwoordende, zeide: Ik acht, dat hij het is, dien hij het meeste 8880 Luk 7:43 | acht, dat hij het is, dien hij het meeste kwijtgescholden 8881 Luk 7:43 | kwijtgescholden heeft. En Hij zeide tot hem: Gij hebt 8882 Luk 7:44 | 44 En Hij, Zich omkerende naar de 8883 Luk 7:48 | 48 En Hij zeide tot haar: Uw zonden 8884 Luk 7:50 | 50 Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof 8885 Luk 8:1 | het geschiedde daarna, dat Hij reisde van de ene stad en 8886 Luk 8:4 | tot Hem kwamen, zo zeide Hij door gelijkenis: ~ 8887 Luk 8:5 | zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel het ene bij 8888 Luk 8:8 | voort. Dit zeggende, riep Hij: Wie oren heeft, om te horen, 8889 Luk 8:10 | 10 En Hij zeide: U is het gegeven, 8890 Luk 8:18 | niet heeft, ook hetgeen hij meent te hebben, zal van 8891 Luk 8:21 | 21 Maar Hij antwoordde en zeide tot 8892 Luk 8:22 | in een van die dagen, dat Hij in een schip ging, en Zijn 8893 Luk 8:22 | Zijn discipelen met Hem; en Hij zeide tot hen: Laat ons 8894 Luk 8:23 | En als zij voeren, viel Hij in slaap; en er kwam een 8895 Luk 8:24 | Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte 8896 Luk 8:25 | 25 En Hij zeide tot hen: Waar is uw 8897 Luk 8:25 | elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water 8898 Luk 8:27 | 27 En als Hij aan het land uitgegaan was, 8899 Luk 8:28 | 28 En hij, Jezus ziende, en zeer roepende, 8900 Luk 8:29 | 29 Want Hij had den onreinen geest geboden, 8901 Luk 8:29 | onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou uitvaren; 8902 Luk 8:29 | mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd bevangen 8903 Luk 8:29 | tijd bevangen gehad; en hij werd met ketenen en met 8904 Luk 8:29 | om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en werd 8905 Luk 8:30 | zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele 8906 Luk 8:31 | 31 En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in 8907 Luk 8:32 | berg; en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve 8908 Luk 8:32 | in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe. ~ 8909 Luk 8:37 | Gadarenen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij 8910 Luk 8:37 | grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, 8911 Luk 8:38 | uitgevaren waren, bad Hem, dat hij mocht bij Hem zijn. Maar 8912 Luk 8:39 | dingen u God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele 8913 Luk 8:41 | wiens naam was Jairus, en hij was een overste der synagoge; 8914 Luk 8:41 | overste der synagoge; en hij viel aan de voeten van Jezus, 8915 Luk 8:41 | van Jezus, en bad Hem, dat Hij in zijn huis wilde komen. ~ 8916 Luk 8:42 | 42 Want hij had een enige dochter, van 8917 Luk 8:42 | op haar sterven. En als Hij heenging, zo verdrongen 8918 Luk 8:48 | 48 En Hij zeide tot haar: Dochter, 8919 Luk 8:49 | 49 Als Hij nog sprak, kwam er een van 8920 Luk 8:51 | 51 En als Hij in het huis kwam, liet Hij 8921 Luk 8:51 | Hij in het huis kwam, liet Hij niemand inkomen, dan Petrus, 8922 Luk 8:52 | misbaar over hetzelve. En Hij zeide: Schreit niet; zij 8923 Luk 8:54 | 54 Maar als Hij ze allen uitgedreven had, 8924 Luk 8:54 | allen uitgedreven had, greep Hij haar hand en riep, zeggende: 8925 Luk 8:55 | is terstond opgestaan; en Hij gebood, dat men haar te 8926 Luk 8:56 | ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand 8927 Luk 9:1 | samengeroepen hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over 8928 Luk 9:2 | 2 En Hij zond hen heen, om te prediken 8929 Luk 9:3 | 3 En Hij zeide tot hen: Neemt niets 8930 Luk 9:9 | ik zulke dingen hoor? En hij zocht Hem te zien. ~ 8931 Luk 9:10 | wat zij gedaan hadden. En Hij nam hen mede en vertrok 8932 Luk 9:11 | verstaande, volgden Hem; en Hij ontving ze, en sprak tot 8933 Luk 9:11 | van node hadden, maakte Hij gezond. ~ 8934 Luk 9:13 | 13 Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij 8935 Luk 9:14 | vijf duizend mannen. Doch Hij zeide tot Zijn discipelen: 8936 Luk 9:16 | 16 En Hij, de vijf broden en de twee 8937 Luk 9:18 | 18 En het geschiedde, als Hij alleen was biddende, dat 8938 Luk 9:18 | discipelen met Hem waren, en Hij vraagde hen, zeggende: Wie 8939 Luk 9:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, 8940 Luk 9:21 | 21 En Hij gebood hun scherpelijk en 8941 Luk 9:23 | 23 En Hij zeide tot allen: Zo iemand 8942 Luk 9:26 | mensen Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, 8943 Luk 9:28 | dagen na deze woorden, dat Hij medenam Petrus, en Johannes, 8944 Luk 9:29 | 29 En als Hij bad, werd de gedaante Zijns 8945 Luk 9:31 | zeiden Zijn uitgang, dien Hij zoude volbrengen te Jeruzalem. ~ 8946 Luk 9:33 | Elias een; niet wetende, wat hij zeide. ~ 8947 Luk 9:34 | 34 Als hij nu dit zeide, kwam een wolk, 8948 Luk 9:38 | toch mijn zoon aan; want hij is mij een eniggeborene. ~ 8949 Luk 9:39 | en van stonde aan roept hij, en hij scheurt hem, dat 8950 Luk 9:39 | stonde aan roept hij, en hij scheurt hem, dat hij schuimt, 8951 Luk 9:39 | en hij scheurt hem, dat hij schuimt, en wijkt nauwelijks 8952 Luk 9:42 | 42 En nog, als hij naar Hem toekwam, scheurde 8953 Luk 9:43 | Jezus gedaan had, zeide Hij tot Zijn discipelen: ~ 8954 Luk 9:49 | het hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~ 8955 Luk 9:51 | vervuld werden, zo richtte Hij Zijn aangezicht, om naar 8956 Luk 9:52 | 52 En Hij zond boden uit voor Zijn 8957 Luk 9:55 | Zich omkerende, bestrafte Hij hen, en zeide: Gij weet 8958 Luk 9:58 | mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. ~ 8959 Luk 9:59 | 59 En Hij zeide tot een anderen: Volg 8960 Luk 9:59 | anderen: Volg Mij. Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, 8961 Luk 10:1 | iedere stad en plaats, daar Hij komen zou. ~ 8962 Luk 10:2 | 2 Hij zeide dan tot hen: De oogst 8963 Luk 10:2 | den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst 8964 Luk 10:18 | 18 En Hij zeide tot hen: Ik zag den 8965 Luk 10:23 | naar de discipelen, zeide Hij tot hen alleen: Zalig zijn 8966 Luk 10:26 | 26 En Hij zeide tot hem: Wat is in 8967 Luk 10:27 | 27 En hij, antwoordende, zeide: Gij 8968 Luk 10:28 | 28 En Hij zeide tot hem: Gij hebt 8969 Luk 10:29 | 29 Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, 8970 Luk 10:31 | af, en hem ziende, ging hij tegenover hem voorbij. ~ 8971 Luk 10:32 | desgelijks ook een Leviet, als hij was bij die plaats, kwam 8972 Luk 10:32 | was bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en ging tegenover 8973 Luk 10:33 | hem, en hem ziende, werd hij met innerlijke ontferming 8974 Luk 10:34 | 34 En hij, tot hem gaande, verbond 8975 Luk 10:35 | daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf 8976 Luk 10:37 | 37 En hij zeide: Die barmhartigheid 8977 Luk 10:38 | geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een 8978 Luk 11:1 | En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was 8979 Luk 11:1 | plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn 8980 Luk 11:2 | 2 En Hij zeide tot hen: Wanneer gij 8981 Luk 11:5 | 5 En Hij zeide tot hen: Wie van u 8982 Luk 11:8 | 8 Ik zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en hem 8983 Luk 11:8 | opstaan en hem geven, omdat hij zijn vriend is, nochtans 8984 Luk 11:8 | onbeschaamdheid wil, zal hij opstaan, en hem geven zoveel 8985 Luk 11:8 | en hem geven zoveel als hij er behoeft. ~ 8986 Luk 11:12 | 12 Of zo hij ook om een ei zou bidden, 8987 Luk 11:12 | om een ei zou bidden, zal hij hem een schorpioen geven? ~ 8988 Luk 11:14 | 14 En Hij wierp een duivel uit, en 8989 Luk 11:15 | sommigen van hen zeiden: Hij werpt de duivelen uit door 8990 Luk 11:17 | 17 Maar Hij, kennende hun gedachten, 8991 Luk 11:21 | hof bewaart, zo is al wat hij heeft in vrede. ~ 8992 Luk 11:22 | komt, die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt 8993 Luk 11:22 | gehele wapenrusting, daar hij op vertrouwde, en deelt 8994 Luk 11:24 | mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende 8995 Luk 11:24 | die niet vindende, zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn 8996 Luk 11:25 | 25 En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd 8997 Luk 11:26 | 26 Dan gaat hij heen, en neemt met zich 8998 Luk 11:26 | anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, 8999 Luk 11:27 | 27 En het geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een 9000 Luk 11:28 | 28 Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License