1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542
Book Chapter: Verse
10001 Rom 11:21 | gespaard heeft, zie toe, dat Hij ook mogelijk u niet spare. ~
10002 Rom 11:32 | ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig
10003 Rom 12:3 | iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen
10004 Rom 12:3 | behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid,
10005 Rom 14:4 | anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn
10006 Rom 14:4 | oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch
10007 Rom 14:4 | valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden,
10008 Rom 14:6 | eet zulks den Heere, want hij dankt God; en die niet eet,
10009 Rom 14:6 | zulks den Heere niet, en hij dankt God. ~
10010 Rom 14:9 | weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden
10011 Rom 14:21 | geergerd wordt, of waarin hij zwak is. ~
10012 Rom 14:22 | uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt
10013 Rom 14:22 | niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt. ~
10014 Rom 14:23 | Maar die twijfelt, indien hij eet, is veroordeeld, omdat
10015 Rom 14:23 | eet, is veroordeeld, omdat hij niet uit het geloof eet.
10016 Rom 15:8 | de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen
10017 Rom 15:10 | 10 En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen
10018 1Kor 1:27 | heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou;
10019 1Kor 1:27 | heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen; ~
10020 1Kor 1:28 | hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet
10021 1Kor 2:14 | zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat
10022 1Kor 2:15 | onderscheidt wel alle dingen, maar hij zelf wordt van niemand onderscheiden. ~
10023 1Kor 3:7 | 7 Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij,
10024 1Kor 3:7 | hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God,
10025 1Kor 3:10 | een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. ~
10026 1Kor 3:14 | iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die
10027 1Kor 3:15 | schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo
10028 1Kor 3:18 | iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld,
10029 1Kor 3:18 | die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. ~
10030 1Kor 3:19 | want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid; ~
10031 1Kor 5:2 | meer leed gedragen, opdat hij uit het midden van u weggedaan
10032 1Kor 6:16 | is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen. ~
10033 1Kor 7:12 | is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate. ~
10034 1Kor 7:13 | ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te
10035 1Kor 7:15 | ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de
10036 1Kor 7:17 | iegelijk geroepen heeft, dat hij alzo wandele; en alzo verordene
10037 1Kor 7:20 | blijve in die beroeping, daar hij in geroepen is. ~
10038 1Kor 7:24 | 24 Een iegelijk, waarin hij geroepen is, broeders, die
10039 1Kor 7:32 | de dingen des Heeren, hoe hij den Heere zal behagen; ~
10040 1Kor 7:33 | de dingen der wereld, hoe hij de vrouw zal behagen. ~
10041 1Kor 7:36 | Maar zo iemand acht, dat hij ongevoegelijk handelt met
10042 1Kor 7:36 | geschieden; die doe wat hij wil, hij zondigt niet; dat
10043 1Kor 7:36 | geschieden; die doe wat hij wil, hij zondigt niet; dat zij trouwen. ~
10044 1Kor 7:37 | hart besloten heeft, dat hij zijn maagd zal bewaren,
10045 1Kor 9:10 | 10 Of zegt Hij dat ganselijk om onzentwil?
10046 1Kor 10:12 | meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. ~
10047 1Kor 10:13 | hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook
10048 1Kor 10:22 | Heere? Zijn wij sterker dan Hij? ~
10049 1Kor 11:7 | hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid
10050 1Kor 11:23 | in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood
10051 1Kor 11:24 | 24 En als Hij gedankt had, brak Hij het,
10052 1Kor 11:24 | als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet,
10053 1Kor 11:25 | 25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het
10054 1Kor 11:26 | dood des Heeren, totdat Hij komt. ~
10055 1Kor 11:34 | Doch zo iemand hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet
10056 1Kor 12:11 | bijzonder, gelijkerwijs Hij wil. ~
10057 1Kor 12:15 | van het lichaam niet; is hij daarom niet van het lichaam? ~
10058 1Kor 12:18 | dezelve in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft. ~
10059 1Kor 14:2 | doch met den geest spreekt hij verborgenheden. ~
10060 1Kor 14:5 | spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente
10061 1Kor 14:11 | spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij
10062 1Kor 14:13 | spreekt, die bidde, dat hij het moge uitleggen. ~
10063 1Kor 14:16 | op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt? ~
10064 1Kor 14:24 | van allen overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. ~
10065 1Kor 14:25 | op zijn aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen,
10066 1Kor 14:26 | een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een
10067 1Kor 14:26 | heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een
10068 1Kor 14:26 | heeft hij een leer, heeft hij een vreemde taal, heeft
10069 1Kor 14:26 | een vreemde taal, heeft hij een openbaring, heeft hij
10070 1Kor 14:26 | hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle
10071 1Kor 14:28 | er geen uitlegger is, dat hij zwijge in de Gemeente; doch
10072 1Kor 14:28 | in de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven spreke, en
10073 1Kor 15:4 | 4 En dat Hij is begraven, en dat Hij
10074 1Kor 15:4 | Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage,
10075 1Kor 15:5 | 5 En dat Hij is van Cefas gezien, daarna
10076 1Kor 15:6 | 6 Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd
10077 1Kor 15:7 | 7 Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna
10078 1Kor 15:8 | ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een
10079 1Kor 15:12 | Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is,
10080 1Kor 15:15 | hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft,
10081 1Kor 15:15 | Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo
10082 1Kor 15:24 | het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en
10083 1Kor 15:24 | overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben
10084 1Kor 15:25 | 25 Want Hij moet als Koning heersen,
10085 1Kor 15:25 | als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn
10086 1Kor 15:27 | 27 Want Hij heeft alle dingen Zijn voeten
10087 1Kor 15:27 | onderworpen. Doch wanneer Hij zegt, dat Hem alle dingen
10088 1Kor 15:27 | zo is het openbaar, dat Hij uitgenomen wordt, Die Hem
10089 1Kor 15:38 | hetzelve een lichaam, gelijk Hij wil, en aan een iegelijk
10090 1Kor 16:2 | vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft;
10091 1Kor 16:10 | Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij;
10092 1Kor 16:10 | buiten vreze bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren,
10093 1Kor 16:11 | geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht
10094 1Kor 16:12 | heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen
10095 1Kor 16:12 | ganselijk zijn wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal
10096 1Kor 16:12 | dat hij nu zou komen; doch hij zal komen, wanneer het hem
10097 2Kor 1:10 | op Welken wij hopen, dat Hij ons ook nog verlossen zal. ~
10098 2Kor 4:14 | 14 Wetende, dat Hij, Die den Heere Jezus opgewekt
10099 2Kor 5:10 | lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed,
10100 2Kor 5:15 | allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven,
10101 2Kor 5:21 | zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt,
10102 2Kor 6:2 | 2 Want Hij zegt: In den aangenamen
10103 2Kor 7:7 | vertroosting, met welke hij over u vertroost is geweest,
10104 2Kor 7:7 | vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen,
10105 2Kor 7:15 | overvloediger jegens u, als hij uw aller gehoorzaamheid
10106 2Kor 8:6 | vermaanden, dat, gelijk hij te voren begonnen had, hij
10107 2Kor 8:6 | hij te voren begonnen had, hij ook alzo nog deze gave bij
10108 2Kor 8:9 | Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden,
10109 2Kor 8:9 | uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door
10110 2Kor 8:12 | iemand aangenaam naar hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen
10111 2Kor 8:12 | heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft. ~
10112 2Kor 8:17 | 17 Dat hij de vermaning heeft aangenomen,
10113 2Kor 8:19 | En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten
10114 2Kor 8:22 | dikmaals beproefd hebben, dat hij naarstig is; en nu veel
10115 2Kor 8:22 | het groot vertrouwen, dat hij heeft tot ulieden. ~
10116 2Kor 8:23 | 23 Hetzij dan Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider
10117 2Kor 9:7 | Een iegelijk doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt;
10118 2Kor 9:9 | Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft
10119 2Kor 9:9 | is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven;
10120 2Kor 10:7 | zichzelven betrouwt, dat hij van Christus is, die denke
10121 2Kor 10:7 | zichzelven, dat gelijkerwijs hij van Christus is, alzo ook
10122 2Kor 12:4 | 4 Dat hij opgetrokken is geweest in
10123 2Kor 12:6 | mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat
10124 2Kor 12:6 | ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort. ~
10125 2Kor 12:7 | een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou,
10126 2Kor 12:8 | driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. ~
10127 2Kor 12:9 | 9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn
10128 2Kor 13:4 | 4 Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid,
10129 2Kor 13:4 | door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht
10130 Gal 1:4 | voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze
10131 Gal 1:23 | verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte. ~
10132 Gal 2:11 | in het aangezicht, omdat hij te bestraffen was. ~
10133 Gal 2:12 | Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar
10134 Gal 2:12 | zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven
10135 Gal 3:5 | krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet,
10136 Gal 3:16 | en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden,
10137 Gal 4:1 | een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht,
10138 Gal 4:1 | een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles; ~
10139 Gal 4:2 | 2 Maar hij is onder voogden en verzorgers,
10140 Gal 4:5 | 5 Opdat Hij degenen, die onder de wet
10141 Gal 5:3 | zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele
10142 Gal 5:10 | het oordeel dragen, wie hij ook zij. ~
10143 Gal 6:3 | meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven
10144 Gal 6:4 | eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem
10145 Gal 6:7 | wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. ~
10146 Efez 1:4 | 4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in
10147 Efez 1:6 | Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in
10148 Efez 1:8 | 8 Met welke Hij overvloedig is geweest over
10149 Efez 1:9 | Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven. ~
10150 Efez 1:20 | 20 Die Hij gewrocht heeft in Christus,
10151 Efez 1:20 | gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt;
10152 Efez 2:1 | 1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar
10153 Efez 2:4 | Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ~
10154 Efez 2:7 | 7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende
10155 Efez 2:14 | 14 Want Hij is onze vrede, Die deze
10156 Efez 2:15 | 15 Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees
10157 Efez 2:15 | inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot
10158 Efez 2:16 | 16 En opdat Hij die beiden met God in een
10159 Efez 2:17 | 17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede
10160 Efez 3:3 | 3 Dat Hij mij door openbaring heeft
10161 Efez 3:11 | het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus
10162 Efez 3:16 | 16 Opdat Hij u geve, naar den rijkdom
10163 Efez 4:8 | 8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in
10164 Efez 4:8 | 8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte,
10165 Efez 4:8 | opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen,
10166 Efez 4:9 | 9 Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het,
10167 Efez 4:9 | opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald
10168 Efez 4:10 | boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. ~
10169 Efez 4:28 | is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene,
10170 Efez 5:14 | 14 Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt,
10171 Efez 5:23 | Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. ~
10172 Efez 5:26 | 26 Opdat Hij haar heiligen zou, haar
10173 Efez 5:27 | 27 Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk
10174 Efez 5:29 | eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt
10175 Efez 6:8 | iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal
10176 Efez 6:22 | onze zaken zoudt weten, en hij uw harten zou vertroosten. ~
10177 Fili 1:6 | Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk
10178 Fili 2:8 | gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam
10179 Fili 2:22 | weet zijn beproeving, dat hij, als een kind zijn vader,
10180 Fili 2:26 | 26 Dewijl hij zeer begerig was naar u
10181 Fili 2:26 | omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was. ~
10182 Fili 2:27 | 27 En hij is ook krank geweest tot
10183 Fili 2:30 | het werk van Christus was hij tot nabij den dood gekomen,
10184 Fili 2:30 | leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening
10185 Fili 3:21 | naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven
10186 Kol 1:17 | 17 En Hij is voor alle dingen, en
10187 Kol 1:18 | 18 En Hij is het Hoofd des lichaams,
10188 Kol 1:18 | namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene
10189 Kol 1:18 | Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. ~
10190 Kol 1:20 | 20 En dat Hij, door Hem vrede gemaakt
10191 Kol 1:21 | 21 En Hij heeft u, die eertijds vervreemd
10192 Kol 1:22 | vleses, door den dood, opdat Hij u zou heilig en onberispelijk
10193 Kol 2:13 | 13 En Hij heeft u, als gij dood waart
10194 Kol 2:15 | uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld,
10195 Kol 2:18 | engelen, intredende in hetgeen hij niet gezien heeft, tevergeefs
10196 Kol 3:25 | het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen
10197 Kol 4:8 | tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken wete, en uw harten
10198 Kol 4:10 | bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem; ~
10199 Kol 4:13 | geef hem getuigenis, dat hij groten ijver heeft over
10200 Kol 4:16 | gelezen zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicensen
10201 1The 1:10 | te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft,
10202 1The 3:13 | 13 Opdat Hij uw harten versterke, om
10203 1The 5:24 | 24 Hij, Die u roept, is getrouw,
10204 2The 1:10 | 10 Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt
10205 2The 2:4 | God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een
10206 2The 2:4 | zichzelven vertonende, dat hij God is. ~
10207 2The 2:6 | wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner
10208 2The 2:7 | hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan
10209 2The 2:14 | 14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons
10210 2The 3:6 | niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft. ~
10211 2The 3:10 | iemand niet wil werken, hij ook niet ete. ~
10212 2The 3:14 | vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde; ~
10213 1Tim 1:9 | 9 En hij dit weet, dat den rechtvaardigen
10214 1Tim 1:12 | Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft,
10215 1Tim 3:5 | weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg
10216 1Tim 3:6 | 6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en
10217 1Tim 3:7 | 7 En hij moet ook een goede getuigenis
10218 1Tim 3:7 | die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid,
10219 1Tim 6:4 | opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen
10220 2Tim 1:12 | en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij
10221 2Tim 1:16 | Onesiforus barmhartigheid; want hij heeft mij dikmaals verkwikt,
10222 2Tim 1:17 | 17 Maar als hij te Rome gekomen was, heeft
10223 2Tim 1:17 | Rome gekomen was, heeft hij mij zeer naarstiglijk gezocht,
10224 2Tim 1:18 | 18 De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vinde bij
10225 2Tim 1:18 | in dien dag; en hoeveel hij mij te Efeze gediend heeft,
10226 2Tim 2:4 | handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die hem
10227 2Tim 2:5 | wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden. ~
10228 2Tim 2:6 | 6 De landman, als hij arbeidt, moet alzo eerst
10229 2Tim 2:12 | indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen; ~
10230 2Tim 2:13 | Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan
10231 2Tim 2:13 | zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen. ~
10232 2Tim 4:11 | en breng hem met u; want hij is mij zeer nut tot den
10233 2Tim 4:15 | welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer
10234 2Tim 5:9 | dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te
10235 Tit 1:9 | dat naar de leer is, opdat hij machtig zij, beide om te
10236 Tit 2:14 | ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle
10237 Tit 3:5 | 5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet
10238 Tit 3:6 | 6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft
10239 File 1:13 | bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in
10240 File 1:15 | 15 Want veellicht is hij daarom voor een kleinen
10241 File 1:18 | 18 En indien hij u iets verongelijkt heeft,
10242 Heb 1:2 | 2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam
10243 Heb 1:2 | Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; ~
10244 Heb 1:3 | 3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner
10245 Heb 1:3 | woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden
10246 Heb 1:4 | geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen
10247 Heb 1:5 | wien van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn
10248 Heb 1:5 | Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn? ~
10249 Heb 1:6 | 6 En als Hij wederom de Eerstgeborene
10250 Heb 1:6 | inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods
10251 Heb 1:7 | 7 En tot de engelen zegt Hij wel: Die Zijn engelen maakt
10252 Heb 1:8 | 8 Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in
10253 Heb 1:13 | welken der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn
10254 Heb 2:5 | 5 Want Hij heeft aan de engelen niet
10255 Heb 2:8 | onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen,
10256 Heb 2:8 | heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem
10257 Heb 2:9 | lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor
10258 Heb 2:10 | Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid
10259 Heb 2:11 | 11 Want en Hij, Die heiligt, en zij, die
10260 Heb 2:11 | uit een; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders
10261 Heb 2:14 | bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve
10262 Heb 2:14 | deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen
10263 Heb 2:16 | 16 Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan,
10264 Heb 2:16 | de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams
10265 Heb 2:17 | 17 Waarom Hij in alles den broederen moest
10266 Heb 2:17 | moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw
10267 Heb 2:18 | 18 Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden
10268 Heb 2:18 | zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden,
10269 Heb 3:17 | 17 Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig
10270 Heb 3:18 | 18 En welken heeft Hij gezworen, dat zij in Zijn
10271 Heb 4:3 | gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik
10272 Heb 4:4 | 4 Want Hij heeft ergens van den zevenden
10273 Heb 4:7 | 7 Zo bepaalt Hij wederom een zekeren dag,
10274 Heb 4:8 | rust gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van
10275 Heb 5:1 | God te doen zijn, opdat hij offere gaven en slachtofferen
10276 Heb 5:2 | onwetenden en dwalenden, overmits hij ook zelf met zwakheid omvangen
10277 Heb 5:3 | derzelver zwakheid wil moet hij gelijk voor het volk, alzo
10278 Heb 5:6 | 6 Gelijk Hij ook in een andere plaats
10279 Heb 5:8 | 8 Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid
10280 Heb 5:8 | geleerd heeft, uit hetgeen Hij heeft geleden. ~
10281 Heb 5:9 | En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam
10282 Heb 5:13 | der gerechtigheid; want hij is een kind. ~
10283 Heb 6:10 | niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en
10284 Heb 6:13 | de belofte deed, dewijl Hij bij niemand, die meerder
10285 Heb 6:13 | had te zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelven, ~
10286 Heb 6:15 | verwacht hebbende, heeft hij de belofte verkregen. ~
10287 Heb 7:1 | Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van het slaan
10288 Heb 7:3 | geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid. ~
10289 Heb 7:6 | 6 Maar hij, die zijn geslachtsrekening
10290 Heb 7:6 | beloftenissen had, heeft hij gezegend. ~
10291 Heb 7:8 | welken getuigd wordt, dat hij leeft. ~
10292 Heb 7:10 | 10 Want hij was nog in de lenden des
10293 Heb 7:13 | 13 Want Hij, op Wien deze dingen gezegd
10294 Heb 7:17 | 17 Want Hij getuigt: Gij zijt Priester
10295 Heb 7:24 | 24 Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft,
10296 Heb 7:25 | 25 Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig
10297 Heb 7:25 | door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen
10298 Heb 7:27 | des volks; want dat heeft Hij eenmaal gedaan, als Hij
10299 Heb 7:27 | Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft. ~
10300 Heb 8:3 | dat ook Deze wat had, dat Hij zou offeren. ~
10301 Heb 8:4 | 4 Want indien Hij op aarde ware, zo zou Hij
10302 Heb 8:4 | Hij op aarde ware, zo zou Hij zelfs geen Priester zijn,
10303 Heb 8:5 | aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken
10304 Heb 8:5 | volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt
10305 Heb 8:6 | 6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening
10306 Heb 8:6 | bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds
10307 Heb 8:8 | Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen
10308 Heb 8:13 | 13 Als Hij zegt: Een nieuw verbond,
10309 Heb 8:13 | nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt;
10310 Heb 9:7 | niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven
10311 Heb 9:15 | 15 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen
10312 Heb 9:19 | uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en
10313 Heb 9:21 | 21 En hij besprengde desgelijks ook
10314 Heb 9:25 | 25 Noch ook, opdat Hij Zichzelven dikwijls zou
10315 Heb 9:26 | 26 (Anders had Hij dikwijls moeten lijden van
10316 Heb 9:26 | der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding
10317 Heb 10:5 | komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande
10318 Heb 10:8 | 8 Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer,
10319 Heb 10:9 | 9 Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil
10320 Heb 10:9 | om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om
10321 Heb 10:14 | met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen,
10322 Heb 10:16 | 16 Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit
10323 Heb 10:20 | en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door
10324 Heb 10:29 | zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die
10325 Heb 10:29 | onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest
10326 Heb 10:37 | een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal
10327 Heb 11:4 | geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft,
10328 Heb 11:4 | getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God
10329 Heb 11:4 | hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven
10330 Heb 11:4 | geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. ~
10331 Heb 11:5 | weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien;
10332 Heb 11:5 | den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom
10333 Heb 11:5 | voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij
10334 Heb 11:5 | hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. ~
10335 Heb 11:6 | komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen,
10336 Heb 11:7 | huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld,
10337 Heb 11:8 | gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen
10338 Heb 11:8 | erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende,
10339 Heb 11:8 | uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou. ~
10340 Heb 11:9 | 9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het
10341 Heb 11:10 | 10 Want hij verwachtte de stad, die
10342 Heb 11:16 | genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. ~
10343 Heb 11:17 | geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd,
10344 Heb 11:17 | werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen
10345 Heb 11:19 | 19 Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen
10346 Heb 11:23 | geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden
10347 Heb 11:26 | schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des
10348 Heb 11:27 | 27 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende
10349 Heb 11:27 | toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende
10350 Heb 11:28 | 28 Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en
10351 Heb 12:6 | Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken
10352 Heb 12:6 | liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon,
10353 Heb 12:6 | een iegelijken zoon, die Hij aanneemt. ~
10354 Heb 12:17 | 17 Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening
10355 Heb 12:17 | beerven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws,
10356 Heb 12:17 | plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht. ~
10357 Heb 12:26 | aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog
10358 Heb 13:5 | het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet
10359 Heb 13:12 | Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het
10360 Heb 13:23 | losgelaten is, met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien. ~
10361 Jako 1:5 | wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een
10362 Jako 1:6 | 6 Maar dat hij ze begere in geloof, niet
10363 Jako 1:7 | die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den
10364 Jako 1:10 | in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het
10365 Jako 1:12 | verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn,
10366 Jako 1:12 | beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen,
10367 Jako 1:13 | 13 Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik
10368 Jako 1:13 | worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. ~
10369 Jako 1:14 | iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid
10370 Jako 1:18 | 18 Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord
10371 Jako 1:24 | 24 Want hij heeft zichzelven bemerkt,
10372 Jako 1:24 | terstond vergeten, hoedanig hij was. ~
10373 Jako 1:26 | iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij
10374 Jako 1:26 | hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt,
10375 Jako 2:5 | des Koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen, die Hem
10376 Jako 2:14 | indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij
10377 Jako 2:14 | hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan
10378 Jako 2:21 | Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd,
10379 Jako 2:21 | werken gerechtvaardigd, als hij Izak, zijn zoon, geofferd
10380 Jako 2:23 | rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd
10381 Jako 4:6 | 6 Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom
10382 Jako 4:6 | maar den nederigen geeft Hij genade. ~
10383 Jako 4:7 | wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. ~
10384 Jako 4:8 | 8 Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt
10385 Jako 4:10 | Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen. ~
10386 Jako 5:6 | gedood den rechtvaardige; en hij wederstaat u niet. ~
10387 Jako 5:13 | iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds?
10388 Jako 5:13 | Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge. ~
10389 Jako 5:14 | iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen
10390 Jako 5:15 | zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben,
10391 Jako 5:17 | gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet
10392 Jako 5:18 | 18 En hij bad wederom, en de hemel
10393 1Pet 1:15 | 15 Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig
10394 1Pet 2:7 | 7 U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen
10395 1Pet 2:23 | 23 Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold,
10396 1Pet 2:23 | niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar
10397 1Pet 3:18 | voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen,
10398 1Pet 3:18 | onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen;
10399 1Pet 3:19 | 19 In Denwelken Hij ook, henengegaan zijnde,
10400 1Pet 4:10 | 10 Een iegelijk, gelijk hij gave ontvangen heeft, alzo
10401 1Pet 4:10 | ontvangen heeft, alzo bediene hij dezelve aan de anderen,
10402 1Pet 4:14 | rust op u. Wat hen aangaat, Hij wordt wel gelasterd, maar
10403 1Pet 4:14 | gelasterd, maar wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt. ~
10404 1Pet 5:5 | maar de nederigen geeft Hij genade. ~
10405 1Pet 5:6 | krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd. ~
10406 1Pet 5:7 | bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. ~
10407 1Pet 5:8 | briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; ~
10408 2Pet 1:17 | 17 Want Hij heeft van God den Vader
10409 2Pet 2:5 | achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld
10410 2Pet 2:16 | 16 Maar hij heeft de bestraffing zijner
10411 2Pet 2:19 | iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht
10412 1Joh 1:7 | het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben
10413 1Joh 1:9 | wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig,
10414 1Joh 1:9 | getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en
10415 1Joh 2:2 | 2 En Hij is een verzoening voor onze
10416 1Joh 2:6 | 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet
10417 1Joh 2:6 | zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft. ~
10418 1Joh 2:9 | 9 Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn
10419 1Joh 2:11 | duisternis, en weet niet, waar hij henengaat; want de duisternis
10420 1Joh 2:25 | En dit is de belofte, die Hij ons beloofd heeft, namelijk
10421 1Joh 2:28 | blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij
10422 1Joh 2:29 | 29 Indien gij weet, dat Hij rechtvaardig is, zo weet
10423 1Joh 3:2 | Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij
10424 1Joh 3:2 | zullen Hem zien, gelijk Hij is. ~
10425 1Joh 3:3 | reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is. ~
10426 1Joh 3:5 | 5 En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij
10427 1Joh 3:5 | Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen;
10428 1Joh 3:7 | is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. ~
10429 1Joh 3:8 | van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken
10430 1Joh 3:9 | Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want
10431 1Joh 3:9 | kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. ~
10432 1Joh 3:12 | en om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken
10433 1Joh 3:16 | wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld
10434 1Joh 3:20 | meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. ~
10435 1Joh 3:23 | elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. ~
10436 1Joh 3:24 | bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan
10437 1Joh 3:24 | hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk
10438 1Joh 3:24 | namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft. ~ ~ ~
10439 1Joh 4:4 | hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is,
10440 1Joh 4:10 | liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en
10441 1Joh 4:13 | dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van
10442 1Joh 4:13 | blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van Zijn Geest gegeven
10443 1Joh 4:15 | is, God blijft in hem, en hij in God. ~
10444 1Joh 4:17 | oordeels, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn in deze
10445 1Joh 4:19 | Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. ~
10446 1Joh 4:20 | broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij
10447 1Joh 4:20 | hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, Dien hij
10448 1Joh 4:20 | hij God liefhebben, Dien hij niet gezien heeft? ~
10449 1Joh 5:9 | getuigenis van God, welke Hij van Zijn Zoon getuigd heeft. ~
10450 1Joh 5:10 | leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis,
10451 1Joh 5:14 | iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort. ~
10452 1Joh 5:15 | En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook
10453 1Joh 5:16 | dood, die zal God bidden en Hij zal hem het leven geven,
10454 1Joh 5:16 | dezelve zonde zeg ik niet, dat hij zal bidden. ~
10455 3Joh 1:10 | brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende
10456 3Joh 1:10 | vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en
10457 Jud 1:6 | woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten
10458 Jud 1:9 | Michael, de archangel, toen hij met den duivel twistte,
10459 Open 1:1 | geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden,
10460 Open 1:2 | Jezus Christus, en al wat hij gezien heeft. ~
10461 Open 1:3 | 3 Zalig is hij, die leest, en zijn zij,
10462 Open 1:7 | 7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle
10463 Open 1:16 | 16 En Hij had zeven sterren in Zijn
10464 Open 1:17 | dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op
10465 Open 2:1 | Gemeente van Efeze: Dit zegt Hij, Die de zeven sterren in
10466 Open 2:12 | in Pergamus is: Dit zegt Hij, Die het tweesnijdend scherp
10467 Open 2:27 | 27 En hij zal ze hoeden met een ijzeren
10468 Open 3:7 | opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent: ~
10469 Open 3:12 | den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan;
10470 Open 3:20 | hem avondmaal houden, en hij met Mij. ~
10471 Open 6:2 | is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en
10472 Open 6:2 | uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! ~
10473 Open 6:13 | onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een groten wind geschud
10474 Open 7:2 | zegel des levenden Gods; en hij riep met een grote stem
10475 Open 7:14 | Heere, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn
10476 Open 8:3 | reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller
10477 Open 9:5 | een schorpioen, wanneer hij een mens gestoken heeft. ~
10478 Open 9:11 | en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon. ~
10479 Open 10:2 | 2 En hij had in zijn hand een boeksken,
10480 Open 10:2 | boeksken, dat geopend was; en hij zette zijn rechtervoet op
10481 Open 10:3 | 3 En hij riep met een grote stem,
10482 Open 10:3 | een leeuw brult; en als hij geroepen had, spraken de
10483 Open 10:6 | 6 En hij zwoer bij Dien, Die leeft
10484 Open 10:7 | zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de
10485 Open 10:7 | Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den
10486 Open 10:9 | Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat
10487 Open 10:11 | 11 En hij zeide tot mij: Gij moet
10488 Open 11:15 | en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in
10489 Open 12:4 | vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden,
10490 Open 12:9 | gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op
10491 Open 12:12 | groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft. ~
10492 Open 12:13 | En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was,
10493 Open 12:13 | aarde geworpen was, zo heeft hij de vrouw vervolgd, die het
10494 Open 12:15 | water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou
10495 Open 14:6 | het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie,
10496 Open 14:10 | drinkbeker Zijns toorns; en hij zal gepijnigd worden met
10497 Open 14:18 | macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep,
10498 Open 16:15 | kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen
10499 Open 16:15 | klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men
10500 Open 17:3 | 3 En hij bracht mij weg in een woestijn,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10542 |