Book Chapter: Verse
1 Exo 12:16 | den eersten dag zal er een heilige verzameling zijn; ook zult
2 Exo 12:16 | verzameling zijn; ook zult gij een heilige verzameling hebben op den
3 Exo 16:23 | heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN! wat gij
4 Exo 22:31 | 31 Gij nu zult Mij heilige lieden zijn; daarom zult
5 Exo 26:33 | scheiding maken tussen het heilige, en tussen het heilige der
6 Exo 26:33 | het heilige, en tussen het heilige der heiligen. ~
7 Exo 26:34 | ark der getuigenis, in het heilige der heiligen. ~
8 Exo 28:2 | zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot heerlijkheid
9 Exo 28:4 | dan voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, en voor
10 Exo 28:29 | zijn hart, als hij in het heilige zal gaan, ter gedachtenis
11 Exo 28:35 | gehoord worde, als hij in het heilige, voor het aangezicht des
12 Exo 28:38 | drage de ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen
13 Exo 28:43 | treden zullen, om in het heilige te dienen; opdat zij geen
14 Exo 29:29 | 29 De heilige klederen nu, die van Aaron
15 Exo 29:30 | samenkomst gaan zal, om in het heilige te dienen. ~
16 Exo 29:31 | gij zult zijn vlees in de heilige plaats zieden. ~
17 Exo 30:25 | maak daarvan een olie der heilige zalving, een zalf, heel
18 Exo 30:25 | apothekerswerk; het zal een olie der heilige zalving zijn. ~
19 Exo 30:31 | Dit zal Mij een olie der heilige zalving zijn bij uw geslachten. ~
20 Exo 31:10 | de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester
21 Exo 31:13 | dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.
22 Exo 35:19 | ambtsklederen om in het heilige te dienen, de heilige klederen
23 Exo 35:19 | het heilige te dienen, de heilige klederen van den priester
24 Exo 35:21 | al haar dienst, en tot de heilige klederen. ~
25 Exo 37:29 | 29 Hij maakte ook de heilige zalfolie, en het reukwerk
26 Exo 39:1 | ambtsklederen, om in het heilige te dienen, van hemelsblauw,
27 Exo 39:1 | scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen, die voor Aaron
28 Exo 39:41 | heiligdom te dienen, de heilige klederen van de priester
29 Exo 40:13 | 13 En gij zult Aaron de heilige klederen aantrekken; en
30 Lev 4:6 | voor den voorhang van het heilige. ~
31 Lev 5:15 | hebben, wat onwetende van de heilige dingen des HEEREN, zo zal
32 Lev 5:16 | zondigende heeft onwetend van de heilige dingen, wedergeven, en zal
33 Lev 6:16 | het gegeten worden in de heilige plaats; in den voorhof van
34 Lev 6:26 | offert, zal het eten; in de heilige plaats zal het gegeten worden,
35 Lev 6:27 | zal hebben, zult gij in de heilige plaats wassen. ~
36 Lev 7:6 | priesteren zal dat eten; in de heilige plaats zal het gegeten worden;
37 Lev 10:10 | onderscheid te maken tussen het heilige en tussen het onheilige,
38 Lev 10:13 | zult gij dat eten in de heilige plaats, dewijl het uw bescheiden
39 Lev 10:17 | zondoffer niet gegeten in de heilige plaats? Want het is een
40 Lev 14:13 | brandoffer slacht, in de heilige plaats; want het schuldoffer,
41 Lev 16:2 | te allen tijde ga in het heilige, binnen den voorhang, voor
42 Lev 16:3 | Hiermede zal Aaron in het heilige gaan: met een var, een jong
43 Lev 16:4 | hoed bedekken; dit zijn heilige klederen; daarom zal hij
44 Lev 16:16 | 16 Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden
45 Lev 16:17 | hij zal ingaan, om in het heilige verzoening te doen, totdat
46 Lev 16:20 | geeindigd hebben van het heilige, en de tent der samenkomst,
47 Lev 16:23 | aangedaan had, als hij in het heilige ging, en hij zal ze daar
48 Lev 16:24 | hij zal zijn vlees in de heilige plaats met water baden,
49 Lev 16:27 | verzoening te doen in het heilige, zal men tot buiten het
50 Lev 16:32 | hij de linnen klederen, de heilige klederen, zal aangetrokken
51 Lev 16:33 | 33 Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen, en
52 Lev 19:8 | ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige des HEEREN ontheiligd heeft;
53 Lev 20:8 | Ik ben de HEERE, Die u heilige. ~
54 Lev 21:8 | Ik ben de HEERE, Die u heilige! ~
55 Lev 21:15 | Ik ben de HEERE, Die hem heilige! ~
56 Lev 21:22 | allerheiligste dingen, en van de heilige dingen, zal hij mogen eten; ~
57 Lev 21:23 | Ik ben de HEERE, Die hen heilige! ~
58 Lev 22:2 | zonen, dat zij zich van de heilige dingen der kinderen Israels,
59 Lev 22:3 | uit uw ganse zaad tot de heilige dingen, die de kinderen
60 Lev 22:4 | vloed heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij
61 Lev 22:6 | avond, en hij zal van die heilige dingen niet eten, maar zal
62 Lev 22:7 | en daarna zal hij van die heilige dingen eten; want dat is
63 Lev 22:9 | Ik ben de HEERE, Die hen heilige! ~
64 Lev 22:10 | Ook zal geen vreemde het heilige eten; een bijwoner des priesters,
65 Lev 22:10 | een dagloner, zullen het heilige niet eten. ~
66 Lev 22:12 | zal van het hefoffer der heilige dingen niet eten. ~
67 Lev 22:14 | 14 En wanneer iemand het heilige door dwaling zal gegeten
68 Lev 22:14 | het den priester met het heilige wedergeven. ~
69 Lev 22:15 | zij niet ontheiligen de heilige dingen der kinderen Israels,
70 Lev 22:16 | der schuld, als zij hun heilige dingen zouden eten; want
71 Lev 22:16 | Ik ben de HEERE, Die hen heilige! ~
72 Lev 22:32 | Ik ben de HEERE, Die u heilige! ~
73 Lev 22:33 | gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze
74 Lev 22:34 | de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk
75 Lev 22:35 | hoogtijden des HEEREN, de heilige samenroepingen, welke gij
76 Lev 22:38 | eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen
77 Lev 22:39 | den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen; geen
78 Lev 22:52 | dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben;
79 Lev 22:55 | gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. ~
80 Lev 22:58 | de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben;
81 Lev 22:66 | den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen
82 Lev 22:67 | achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben, en
83 Lev 22:68 | welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE
84 Lev 23:9 | zonen zijn, die dat in de heilige plaats zullen eten; want
85 Num 4:15 | dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij
86 Num 7:9 | niet; want de dienst der heilige dingen was op hen, die zij
87 Num 16:5 | maken, wie de Zijne, en de heilige is, dien Hij tot Zich zal
88 Num 18:21 | Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels
89 Num 18:32 | 19 Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen
90 Num 18:45 | daarvan offert; en gij zult de heilige dingen van de kinderen Israels
91 Num 19:8 | Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels
92 Num 19:19 | 19 Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen
93 Num 19:32 | daarvan offert; en gij zult de heilige dingen van de kinderen Israels
94 Num 28:18 | den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen
95 Num 28:25 | zevenden dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen
96 Num 28:26 | uw werken, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen
97 Num 29:1 | der maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen
98 Num 29:7 | zevende maand zult gij een heilige samenroeping hebben, en
99 Num 29:12 | zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen
100 Num 31:6 | priester, ten strijde, met de heilige vaten, en de trompetten
101 Num 34:25 | hogepriesters, dien men met de heilige olie gezalfd heeft. ~
102 Deu 12:26 | 26 Doch uw heilige dingen, die gij hebben zult,
103 Deu 26:13 | Gods, zeggen: Ik heb het heilige uit het huis weggenomen,
104 Deu 26:15 | 15 Zie nederwaarts van Uw heilige woning, van den hemel, en
105 1Sa 21:6 | gaf de priester hem dat heilige, dewijl er geen brood was
106 1Kon 6:16| aanspraakplaats, tot het heilige der heiligen. ~
107 1Kon 7:50| binnenste huis, van het heilige der heiligen, en der deuren
108 1Kon 8:4 | opwaarts mitsgaders al de heilige vaten, die in de tent waren;
109 1Kon 8:6 | aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder
110 1Kon 8:10| als de priesters uit het heilige uitgingen, dat een wolk
111 2Kon 21:22| omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels! ~
112 1Kro 6:49| tot al het werk van het heilige der heiligen, en om over
113 1Kro 9:29| de vaten, en over al de heilige vaten, en over de meelbloem,
114 1Kro 23:19| verbonds des HEEREN en de heilige vaten Gods in dit huis brenge,
115 1Kro 24:28| over de reiniging van alle heilige dingen, en het werk van
116 1Kro 27:26| over al de schatten der heilige dingen, die de koning David
117 1Kro 29:12| en tot de schatten der heilige dingen; ~
118 2Kro 3:8 | maakte hij het huis van het heilige der heiligen, welks lengte,
119 2Kro 3:10| hij, in het huis van het heilige der heiligen, twee cherubim
120 2Kro 4:22| binnenste deuren, van het heilige der heiligen, en de deuren
121 2Kro 5:5 | opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die in de tent waren;
122 2Kro 5:7 | aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder
123 2Kro 5:11| als de priesters uit het heilige uitgingen; (want al de priesters,
124 2Kro 6:5 | opwaarts, mitsgaders al de heilige vaten, die in de tent waren;
125 2Kro 6:7 | aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder
126 2Kro 6:11| als de priesters uit het heilige uitgingen; (want al de priesters,
127 2Kro 21:21| den HEERE zangers, die de heilige Majesteit prijzen zouden,
128 2Kro 30:27| hun gebed kwam tot Zijn heilige woning in den hemel. ~ ~ ~
129 2Kro 31:6 | schapen, en tienden der heilige dingen, die den HEERE, hun
130 2Kro 35:3 | HEERE heilig waren: Zet de heilige ark in het huis, hetwelk
131 2Kro 35:13| het recht; maar de andere heilige dingen kookten zij in potten,
132 2Kro 36:3 | HEERE heilig waren: Zet de heilige ark in het huis, hetwelk
133 2Kro 36:13| het recht; maar de andere heilige dingen kookten zij in potten,
134 Ezra 9:8 | een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te
135 Neh 10:33 | gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen,
136 Neh 11:1 | uit te brengen, die in de heilige stad Jeruzalem zou wonen,
137 Neh 11:18 | 18 Al de Levieten in de heilige stad waren tweehonderd vier
138 Psa 16:10 | zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie. ~
139 Psa 32:6 | 6 Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd;
140 Psa 65:5 | goed van Uw huis, met het heilige van Uw paleis. ~
141 Psa 71:22 | psalmzingen met de harp, o Heilige Israels! ~
142 Psa 78:41 | verzochten God, en stelden den Heilige Israels een perk. ~
143 Psa 89:19 | en onze koning is van den Heilige Israels. ~
144 Psa 89:20 | gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp
145 Psa 89:21 | knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd; ~
146 Psa 106:16 | het leger, en Aaron, den heilige des HEEREN. ~
147 Spre 20:25| des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na gedane
148 Jes 1:4 | verlaten, zij hebben den Heilige Israels gelasterd,
149 Jes 5:16 | door het recht; en God, die Heilige, zal geheiligd worden door
150 Jes 6:13 | steunsel is, alzo zal het heilige zaad het steunsel daarvan
151 Jes 10:17 | tot een vuur zijn, en zijn Heilige tot een vlam, welke in brand
152 Jes 10:20 | steunen op den HEERE, den Heilige Israels, oprechtelijk. ~
153 Jes 12:6 | inwoneres van Sion! want de Heilige Israels is groot in het
154 Jes 17:7 | zijn ogen zullen op den Heilige Israels zien. ~
155 Jes 29:19 | mensen zullen zich in de Heilige Israels verheugen. ~
156 Jes 29:23 | heiligen; en zij zullen den Heilige Jakobs heiligen, en den
157 Jes 30:11 | u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden! ~
158 Jes 30:12 | Daarom, zo zegt de Heilige Israels: Omdat gijlieden
159 Jes 30:15 | zegt de Heere HEERE, de Heilige Israels: Door wederkering
160 Jes 31:1 | zijn; en zien niet op den Heilige Israels, en zoeken den HEERE
161 Jes 35:8 | en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden;
162 Jes 37:23 | omhoog opgeheven? Tegen den Heilige Israels! ~
163 Jes 40:25 | dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. ~
164 Jes 41:14 | HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels! ~
165 Jes 41:16 | verheugen in den HEERE; in den Heilige Israels zult gij u roemen. ~
166 Jes 41:20 | zulks gedaan, en dat de Heilige Israels zulks geschapen
167 Jes 43:3 | ben de HEERE, uw God, de Heilige Israels, uw Heiland; Ik
168 Jes 43:14 | HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Om ulieder wil
169 Jes 43:15 | Ik ben de HEERE, uw Heilige; de Schepper van Israel,
170 Jes 45:11 | Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs Formeerder:
171 Jes 47:4 | HEERE der heirscharen, de Heilige Israels. ~
172 Jes 48:2 | 2 Ja, van de heilige stad worden zij genoemd,
173 Jes 48:17 | HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de HEERE,
174 Jes 49:7 | Verlosser van Israel, Zijn Heilige, tot de verachte ziel, tot
175 Jes 49:7 | Die getrouw is, om den Heilige Israels, Die U verkoren
176 Jes 52:1 | klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan
177 Jes 54:5 | heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is uw Verlosser;
178 Jes 58:15 | woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een
179 Jes 61:9 | uws Gods, en tot den Heilige Israels, dewijl Hij u heerlijk
180 Jes 61:14 | HEEREN, het Sion van den Heilige Israels. ~
181 Jes 63:12 | zij zullen hen noemen het heilige volk, de verlosten des HEEREN;
182 Jes 64:15 | af, en aanschouw van Uw heilige en Uw heerlijke woning;
183 Jes 65:10 | 10 Uw heilige steden zijn een woestijn
184 Jer 11:15 | daad met velen doet, en het heilige vlees van u geweken is?
185 Jer 50:29 | tegen den HEERE, tegen den Heilige Israels. ~
186 Jer 51:5 | van schuld is), van den Heilige Israels. ~
187 Eze 20:12 | Ik de HEERE ben, Die hen heilige. ~
188 Eze 22:8 | 8 Mijn heilige dingen hebt gij veracht,
189 Eze 22:26 | en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige
190 Eze 22:26 | heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij
191 Eze 37:28 | de HEERE ben, Die Israel heilige, als Mijn heiligdom in het
192 Eze 39:7 | Ik de HEERE ben, de Heilige in Israel. ~
193 Eze 42:13 | afgesneden plaats zijn, dat zijn heilige kameren, waarin de priesters,
194 Eze 42:20 | onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige. ~ ~
195 Eze 44:8 | gijlieden hebt de wacht van Mijn heilige dingen niet waargenomen;
196 Eze 44:13 | om te naderen tot al Mijn heilige dingen, tot de allerheiligste
197 Eze 44:19 | dezelve henenleggen in de heilige kameren; en zullen andere
198 Eze 44:23 | onderscheid leren tussen het heilige en onheilige, en hun bekend
199 Eze 44:27 | ten dage, als hij in het heilige zal ingaan, in het binnenste
200 Eze 44:27 | binnenste voorhof, om in het heilige te dienen, zal hij zijn
201 Eze 45:1 | den HEERE offeren, tot een heilige plaats, van het land; de
202 Eze 45:3 | het heiligdom zijn met het heilige der heiligen. ~
203 Eze 45:4 | 4 Dat zal een heilige plaats zijn van het land;
204 Eze 45:4 | tot huizen, en een heilige plaats voor het heiligdom. ~
205 Eze 46:19 | zijde der poort was, tot de heilige kameren, den priesteren
206 Dan 4:8 | in wien ook de geest der heilige goden is; en ik vertelde
207 Dan 4:9 | ik weet, dat de geest der heilige goden in u is, zo zeg de
208 Dan 4:13 | een wachter, namelijk een heilige, kwam af van den hemel, ~
209 Dan 4:18 | wel, dewijl de geest der heilige goden in u is. ~
210 Dan 4:23 | een wachter, namelijk een heilige gezien heeft, van den hemel
211 Dan 5:11 | koninkrijk, in wien de geest der heilige goden is, want in de dagen
212 Dan 8:13 | Daarna hoorde ik een heilige spreken; en de heilige zeide
213 Dan 8:13 | een heilige spreken; en de heilige zeide tot den onbenoemde,
214 Dan 8:24 | sterken, mitsgaders het heilige volk verderven: ~
215 Dan 9:24 | over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding
216 Hos 11:9 | ben God en geen mens, de Heilige in het midden van u, en
217 Zep 3:4 | priesters verontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld
218 Zac 2:12 | erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem
219 Zac 2:13 | Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. ~ ~
220 Matt 4:5 | Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de
221 Matt 7:6 | 6 Geeft het heilige den honden niet, noch werpt
222 Matt 24:15| de profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest,
223 Matt 25:31| Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal
224 Matt 27:53| opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. ~
225 Mark 1:8 | Hij zal u dopen met den Heilige Geest. ~
226 Mark 1:24| wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. ~
227 Mark 8:38| heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige engelen. ~ ~
228 Mark 13:11| niet, die spreekt, maar de Heilige Geest. ~
229 Luk 1:35 | antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen,
230 Luk 1:35 | overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden,
231 Luk 1:70 | heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin
232 Luk 2:25 | vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem. ~
233 Luk 3:22 | 22 En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde,
234 Luk 4:34 | wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. ~
235 Luk 9:26 | heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen. ~
236 Luk 12:12 | 12 Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure
237 Joha 7:39| in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits
238 Joha 14:26| 26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden
239 Joha 17:11| wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam,
240 Joha 17:19| 19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat
241 Hand 1:16| vervuld worden, welke de Heilige Geest door den mond Davids
242 Hand 2:27| niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving
243 Hand 3:14| 14 Maar gij hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend,
244 Hand 3:21| door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. ~
245 Hand 5:44| deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het
246 Hand 6:15| begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook
247 Hand 7:2 | dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden
248 Hand 7:35| psalm zegt: Gij zult Uw Heilige niet over geven, om verderving
249 Hand 13:6 | handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken
250 Hand 14:23| 23 Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad
251 Hand 14:28| kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld
252 Hand 15:11| hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze
253 Hand 15:28| gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. ~
254 Hand 22:25| namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja,
255 Rom 1:2 | door Zijn profeten, in de heilige Schriften) ~
256 Rom 2:22 | gruwel hebt, berooft gij het heilige? ~
257 Rom 12:1 | lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande,
258 1Kor 2:13| maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke
259 1Kor 9:13| niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het
260 1Kor 9:13| dingen bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij
261 Efez 3:5 | is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door
262 1The 5:23| En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel
263 1Tim 2:8 | alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en
264 2Tim 1:9 | gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze
265 2Tim 3:15| dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt,
266 Heb 3:1 | 1 Hierom, heilige broeders, die der hemelse
267 Heb 3:7 | 7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien
268 Heb 9:2 | welke genaamd wordt het heilige; ~
269 Heb 9:3 | tabernakel, genaamd het heilige der heiligen; ~
270 Heb 9:8 | 8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde, dat
271 Heb 10:15 | 15 En de Heilige Geest getuigt het ons ook; ~
272 1Pet 1:12| verkondigd hebben door den Heilige Geest, Die van den hemel
273 1Pet 3:5 | zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten,
274 2Pet 1:18| toen wij met Hem op de heilige berg waren. ~
275 2Pet 1:21| wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods van den Heilige
276 2Pet 1:21| heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven zijnde, hebben
277 2Pet 2:21| hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven
278 2Pet 3:2 | aan de woorden, die van de heilige profeten te voren gesproken
279 1Joh 2:20| hebt de zalving van den Heilige, en gij weet alle dingen. ~
280 1Joh 5:7 | de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn
281 Open 3:7 | Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den
282 Open 6:10| stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser,
283 Open 11:2 | gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig
284 Open 14:10| met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam. ~
285 Open 18:20| haar, gij hemel, en gij heilige apostelen, en gij profeten,
286 Open 21:2 | En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
287 Open 21:10| toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende
288 Open 22:6 | en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel
289 Open 22:19| boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in
|