Book Chapter: Verse
1 1Sa 1:3 | te offeren den HEERE der heirscharen te Silo; en aldaar waren
2 1Sa 1:11 | gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen, zo Gij eenmaal de ellende
3 1Sa 4:4 | verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim
4 1Sa 15:2 | 2 Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb bezocht, hetgeen
5 1Sa 17:45 | den Naam van den HEERE der heirscharen, den God der slagorden van
6 2Sa 5:10 | want de HEERE, de God der heirscharen, was met hem. ~
7 2Sa 6:2 | de Naam van den HEERE der heirscharen, Die daarop woont tussen
8 2Sa 6:18 | den Naam des HEEREN der heirscharen. ~
9 2Sa 7:8 | zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u genomen van de
10 2Sa 7:26 | men zegge: De HEERE der heirscharen is God over Israel; en het
11 2Sa 7:27 | 27 Want Gij, HEERE der heirscharen, Gij, God Israels! Gij hebt
12 1Kon 18:15| waarachtig als de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht
13 1Kon 19:10| voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israels
14 1Kon 19:14| voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israels
15 2Kon 3:14| waarachtig als de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht
16 2Kon 21:31| ijver van den HEERE der heirscharen zal dit doen. ~
17 1Kro 11:9 | groot, want de HEERE der heirscharen was met hem. ~
18 1Kro 17:7 | David: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u van de schaapskooi
19 1Kro 17:24| men zegge: De HEERE der heirscharen, de God van Israel, is Israels
20 Psa 24:10 | Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere.
21 Psa 46:8 | 8 De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob
22 Psa 46:12 | 12 De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob
23 Psa 48:9 | in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods;
24 Psa 59:6 | 6 Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om
25 Psa 68:13 | 13 De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg;
26 Psa 69:7 | verwachten, o Heere, HEERE der heirscharen, laat hen door mij niet
27 Psa 80:5 | 5 O HEERE, God der heirscharen! hoe lang zult Gij roken
28 Psa 80:8 | 8 O God der heirscharen! breng ons weder, en laat
29 Psa 80:15 | 15 O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw
30 Psa 80:20 | 20 O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw
31 Psa 84:2 | Uw woningen, o HEERE der heirscharen! ~
32 Psa 84:4 | bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God! ~
33 Psa 84:9 | 9 HEERE, God der heirscharen! hoor mijn gebed; neem het
34 Psa 84:13 | 13 HEERE der heirscharen! welgelukzalig is de mens,
35 Psa 89:9 | 9 O HEERE, God der heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig,
36 Psa 103:21 | Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die
37 Psa 148:2 | engelen! Looft Hem, al Zijn heirscharen! ~
38 Jes 1:9 | Zo niet de HEERE der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel
39 Jes 1:24 | spreekt de Heere, HEERE der heirscharen, de Machtige Israels: O
40 Jes 2:12 | Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige
41 Jes 3:1 | ziet, de Heere, HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van
42 Jes 3:15 | spreekt de Heere, HEERE der heirscharen. ~
43 Jes 5:7 | wijngaard van den HEERE der heirscharen is het huis van Israel,
44 Jes 5:9 | oren heeft de HEERE der heirscharen gesproken: Zo niet vele
45 Jes 5:16 | 16 Doch de HEERE der heirscharen zal verhoogd worden door
46 Jes 5:24 | verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen
47 Jes 6:3 | heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn
48 Jes 6:5 | Koning, den HEERE der heirscharen gezien. ~
49 Jes 8:13 | 13 Den HEERE der heirscharen, Dien zult gijlieden heiligen,
50 Jes 8:18 | Israel, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont. ~
51 Jes 9:6 | De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen. ~
52 Jes 9:12 | slaat, en den HEERE der heirscharen zoeken zij niet. ~
53 Jes 9:18 | verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, zal het land verduisterd
54 Jes 10:16 | Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen onder zijn vetten een magerheid
55 Jes 10:23 | zal de Heere HEERE der heirscharen doen in het midden dezes
56 Jes 10:24 | zegt de Heere HEERE der heirscharen alzo: Vreest niet, gij Mijn
57 Jes 10:26 | 26 Want de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel
58 Jes 10:33 | ziet, de Heere HEERE der heirscharen zal met geweld de takken
59 Jes 13:4 | verzamelde heidenen; de HEERE der heirscharen monstert het krijgsheir. ~
60 Jes 13:13 | verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, en vanwege den dag Zijns
61 Jes 14:22 | opstaan, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien
62 Jes 14:23 | uitvagen, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
63 Jes 14:24 | 24 De HEERE der heirscharen heeft gezworen, zeggende:
64 Jes 14:27 | 27 Want de HEERE der heirscharen heeft het in Zijn raad besloten,
65 Jes 17:3 | spreekt de HEERE der heirscharen. ~
66 Jes 18:7 | dien tijd zal den HEERE der heirscharen een geschenk gebracht worden
67 Jes 18:7 | den Naam des HEEREN der heirscharen, tot den berg Sion. ~ ~
68 Jes 19:4 | spreekt de Heere HEERE der heirscharen. ~
69 Jes 19:12 | vernemen, wat de HEERE der heirscharen beraadslaagd heeft tegen
70 Jes 19:16 | van de hand des HEEREN der heirscharen, welke Hij tegen hen
71 Jes 19:17 | den raad des HEEREN der heirscharen, dien Hij tegen hen
72 Jes 19:18 | en zwerende den HEERE der heirscharen; een zal genoemd zijn een
73 Jes 19:20 | getuigenis den HEERE der heirscharen in Egypteland, want zij
74 Jes 19:25 | 25 Want de HEERE der heirscharen zal hen zegenen, zeggende:
75 Jes 21:10 | gehoord heb van den HEERE der heirscharen, den God Israels, dat heb
76 Jes 22:5 | den Heere, den HEERE der heirscharen, in het dal des gezicht,
77 Jes 22:12 | zal de Heere, de HEERE der heirscharen, roepen tot geween, en tot
78 Jes 22:14 | 14 Maar de HEERE der heirscharen heeft Zich voor mijn oren
79 Jes 22:14 | Heere, de HEERE der heirscharen. ~
80 Jes 22:15 | zegt de Heere, de HEERE der heirscharen: Ga heen, ga in tot dien
81 Jes 22:25 | dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan
82 Jes 23:9 | 9 De HEERE der heirscharen heeft het beraadslaagd,
83 Jes 24:21 | bezoeking doen zal over de heirscharen des hogen in de hoogte,
84 Jes 24:23 | worden, als de HEERE der heirscharen regeren zal op den berg
85 Jes 25:6 | 6 En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen
86 Jes 28:5 | dien dage zal de HEERE der heirscharen tot een heerlijke Kroon
87 Jes 28:22 | van den Heere HEERE der heirscharen gehoord een verdelging,
88 Jes 28:29 | voort van den HEERE der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad,
89 Jes 29:6 | Gij zult van den HEERE der heirscharen bezocht worden met donder,
90 Jes 31:4 | veelheid; alzo zal de HEERE der heirscharen nederdalen, om te strijden
91 Jes 31:5 | vogelen, alzo zal de HEERE der heirscharen Jeruzalem beschutten, beschuttende
92 Jes 37:16 | 16 O HEERE der heirscharen, Gij, God van Israel, Die
93 Jes 37:32 | de ijver des HEEREN der heirscharen zal dit doen. ~
94 Jes 39:5 | het woord des HEEREN der heirscharen. ~
95 Jes 44:6 | Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik
96 Jes 45:13 | zegt de HEERE der heirscharen. ~
97 Jes 47:4 | Verlossers Naam is HEERE der heirscharen, de Heilige Israels. ~
98 Jes 48:2 | den God Israels; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. ~
99 Jes 51:15 | golven bruisen; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.
100 Jes 54:5 | Maker is uw Man, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige
101 Jer 2:19 | de Heere, de HEERE der heirscharen. ~
102 Jer 3:19 | sierlijke erfenis van de heirscharen der heidenen? Maar Ik zeide:
103 Jer 5:14 | zegt de HEERE, de God der heirscharen, alzo, omdat gijlieden dit
104 Jer 6:6 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt bomen af, en werpt
105 Jer 6:9 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij zullen Israels overblijfsel
106 Jer 7:3 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw
107 Jer 7:21 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Doet uw
108 Jer 8:3 | hebben, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
109 Jer 9:7 | Daarom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Ziet, Ik zal hen smelten
110 Jer 9:15 | Daarom zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Ziet,
111 Jer 9:17 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Merkt daarop, en roept
112 Jer 10:16 | Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. ~
113 Jer 11:17 | 17 Want de HEERE der heirscharen, Die u heeft geplant, heeft
114 Jer 11:20 | 20 Maar, o HEERE der heirscharen, Gij rechtvaardige Rechter,
115 Jer 11:22 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal bezoeking
116 Jer 15:16 | genoemd, o HEERE, God der heirscharen! ~
117 Jer 16:9 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
118 Jer 19:3 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
119 Jer 19:11 | zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Alzo zal Ik dit volk en
120 Jer 19:15 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
121 Jer 20:12 | Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den rechtvaardige proeft,
122 Jer 23:15 | Daarom zegt de HEERE der heirscharen van deze profeten alzo:
123 Jer 23:16 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Hoort niet naar de woorden
124 Jer 23:36 | God, den HEERE der heirscharen, onzen God. ~
125 Jer 25:8 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen; Omdat gij Mijn woorden
126 Jer 25:27 | zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Drinkt,
127 Jer 25:28 | zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij zult zekerlijk
128 Jer 25:29 | aarde, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
129 Jer 25:32 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er
130 Jer 26:18 | zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal als een akker
131 Jer 27:4 | zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Zo zult
132 Jer 27:18 | hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten,
133 Jer 27:19 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, van de pilaren, en van
134 Jer 27:21 | Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, van de
135 Jer 28:2 | Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende:
136 Jer 28:14 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ik heb
137 Jer 29:4 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, tot allen,
138 Jer 29:8 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Laat uw
139 Jer 29:17 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal het zwaard,
140 Jer 29:21 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, van Achab,
141 Jer 29:25 | Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende:
142 Jer 30:8 | geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik zijn juk van uw
143 Jer 31:23 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord
144 Jer 31:35 | bruisen, HEERE der heirscharen is Zijn Naam: ~
145 Jer 32:14 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Neem deze
146 Jer 32:15 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zullen
147 Jer 32:18 | Wiens Naam is HEERE der heirscharen! ~
148 Jer 33:11 | zeggen: Looft den HEERE der heirscharen, want de HEERE is goed,
149 Jer 33:12 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: In deze plaats, die zo
150 Jer 35:13 | Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ga henen
151 Jer 35:17 | zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
152 Jer 35:18 | Jeremia: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Omdat gijlieden
153 Jer 35:19 | Daarom alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Er zal
154 Jer 38:17 | zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Indien
155 Jer 39:16 | zeggende: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Zie, Ik
156 Jer 42:15 | Juda! Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Indien
157 Jer 42:18 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gelijk
158 Jer 43:10 | hen: Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
159 Jer 44:2 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gij hebt
160 Jer 44:7 | zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Waarom
161 Jer 44:11 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
162 Jer 44:25 | Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende:
163 Jer 46:10 | des HEEREN, des HEEREN der heirscharen, een dag der wrake, dat
164 Jer 46:10 | want de Heere, HEERE der heirscharen, heeft een slachtoffer in
165 Jer 46:18 | Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij zal voorzeker, als
166 Jer 46:25 | 25 De HEERE der heirscharen, de God Israels, zegt: Ziet,
167 Jer 48:1 | Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee
168 Jer 48:15 | Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
169 Jer 49:5 | spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen, van allen, die rondom u
170 Jer 49:7 | Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid
171 Jer 49:26 | worden, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
172 Jer 49:35 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken
173 Jer 50:18 | Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik
174 Jer 50:25 | den HEERE, den HEERE der heirscharen, in het land der Chaldeen. ~
175 Jer 50:31 | spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen; want uw dag is gekomen,
176 Jer 50:33 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: De kinderen Israels en
177 Jer 50:34 | Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun
178 Jer 51:5 | zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel hunlieder land vol
179 Jer 51:14 | 14 De HEERE der heirscharen heeft gezworen bij Zijn
180 Jer 51:19 | Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. ~
181 Jer 51:33 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: De dochter
182 Jer 51:57 | Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
183 Jer 51:58 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel
184 Hos 12:6 | Namelijk, de HEERE, de God der heirscharen; HEERE is Zijn gedenknaam. ~
185 Amos 3:13| Heere HEERE, de God der heirscharen; ~
186 Amos 4:13| treedt, HEERE, God der heirscharen, is Zijn Naam. ~
187 Amos 5:14| zal de HEERE, de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk
188 Amos 5:15| zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel
189 Amos 5:16| zegt de HEERE, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten
190 Amos 5:27| HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen. ~ ~
191 Amos 6:14| spreekt de HEERE, de God der heirscharen; die zullen ulieden drukken,
192 Amos 9:5 | Want de Heere HEERE der heirscharen is het, Die het land aanroert,
193 Mic 4:4 | want de mond des HEEREN der heirscharen heeft het gesproken. ~
194 Nah 2:13 | u, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal haar wagenen
195 Nah 3:5 | u, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal uw zomen ontdekken
196 Zep 2:9 | leef, spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Moab zal
197 Zep 2:10 | het volk van den HEERE der heirscharen. ~
198 Zac 1:3 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Keert weder tot Mij, spreekt
199 Zac 1:3 | Mij, spreekt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik weder tot ulieden
200 Zac 1:3 | zegt de HEERE der heirscharen. ~
201 Zac 1:4 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Bekeert u toch van uw boze
202 Zac 1:6 | Gelijk als de HEERE der heirscharen gedacht heeft ons te doen,
203 Zac 1:12 | HEEREN, en zeide: HEERE der heirscharen! hoe lang zult Gij U niet
204 Zac 1:14 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik ijver over Jeruzalem
205 Zac 1:16 | worden, spreekt de HEERE der heirscharen, en het richtsnoer
206 Zac 1:17 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Mijn steden zullen nog
207 Zac 2:8 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Naar de heerlijkheid over
208 Zac 2:9 | weten, dat de HEERE der heirscharen mij gezonden heeft. ~
209 Zac 2:11 | weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. ~
210 Zac 3:7 | Zo zegt de HEERE der heirscharen: Indien gij in Mijn wegen
211 Zac 3:9 | spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid
212 Zac 3:10 | dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zult gijlieden een iegelijk
213 Zac 4:6 | geschieden, zegt de HEERE der heirscharen. ~
214 Zac 4:9 | gij weet, dat de HEERE der heirscharen mij tot ulieden gezonden
215 Zac 5:4 | voort, spreekt de HEERE der heirscharen, dat hij kome in het huis
216 Zac 6:12 | Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een Man,
217 Zac 6:15 | weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft.
218 Zac 7:3 | het huis des HEEREN der heirscharen waren, en tot de profeten,
219 Zac 7:4 | het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende: ~
220 Zac 7:9 | Alzo sprak de HEERE der heirscharen, zeggende: Richt een waarachtig
221 Zac 7:12 | woorden, die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door
222 Zac 7:12 | toorn van den HEERE der heirscharen. ~
223 Zac 7:13 | niet, zegt de HEERE der heirscharen; ~
224 Zac 8:1 | het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende: ~
225 Zac 8:2 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion
226 Zac 8:3 | berg des HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid. ~
227 Zac 8:4 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Er zullen nog oude mannen
228 Zac 8:6 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Omdat het wonderlijk is
229 Zac 8:6 | spreekt de HEERE der heirscharen. ~
230 Zac 8:7 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal Mijn volk
231 Zac 8:9 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Laat uw handen sterk zijn,
232 Zac 8:9 | het huis des HEEREN der heirscharen gelegd is, dat de tempel
233 Zac 8:11 | dagen, spreekt de HEERE der heirscharen. ~
234 Zac 8:14 | Want alzo zegt de HEERE der heirscharen: Gelijk als Ik gedacht heb
235 Zac 8:14 | vertoornden, zegt de HEERE der heirscharen, en het heeft Mij niet
236 Zac 8:18 | het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende: ~
237 Zac 8:19 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het vasten der vierde,
238 Zac 8:20 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Nog zal het geschieden,
239 Zac 8:21 | en om den HEERE der heirscharen te zoeken; ik zal ook henengaan. ~
240 Zac 8:22 | komen, om den HEERE der heirscharen te Jeruzalem te zoeken,
241 Zac 8:23 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden,
242 Zac 9:15 | 15 De HEERE der heirscharen zal hen beschutten, en zij
243 Zac 10:3 | gedaan; maar de HEERE der heirscharen zal Zijn kudde bezoeken,
244 Zac 12:5 | sterkte zijn in den HEERE der heirscharen, hun God. ~
245 Zac 13:2 | geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, dat Ik uitroeien zal uit
246 Zac 13:7 | is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de
247 Zac 14:16 | Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest
248 Zac 14:17 | den Koning, den HEERE der heirscharen, te aanbidden, zo zal er
249 Zac 14:21 | Juda zullen den HEERE der heirscharen heilig zijn, zodat allen,
250 Zac 14:21 | het huis des HEEREN der heirscharen, te dien dage. ~
251 Mal 1:4 | alzo zegt de HEERE der heirscharen: Zullen zij bouwen, zo zal
252 Mal 1:6 | vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters,
253 Mal 1:8 | opnemen? zegt de HEERE der heirscharen. ~
254 Mal 1:9 | opnemen? zegt de HEERE der heirscharen? ~
255 Mal 1:10 | aan u, zegt de HEERE der heirscharen, en het spijsoffer
256 Mal 1:11 | heidenen, zegt de HEERE der heirscharen. ~
257 Mal 1:13 | wegblazen, zegt de HEERE der heirscharen; gij brengt ook hetgeen
258 Mal 1:14 | zegt de HEERE der heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk
259 Mal 2:2 | geven, zegt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik den vloek onder
260 Mal 2:4 | Levi zij, zegt de HEERE der heirscharen. ~
261 Mal 2:7 | een engel des HEEREN der heirscharen. ~
262 Mal 2:8 | verdorven, zegt de HEERE der heirscharen. ~
263 Mal 2:12 | antwoordt, en die den HEERE der heirscharen spijsoffer brengt. ~
264 Mal 2:16 | kleed, zegt de HEERE der heirscharen; daarom wacht u met uw geest,
265 Mal 3:1 | komt, zegt de HEERE der heirscharen. ~
266 Mal 3:5 | vrezen, zegt de HEERE der heirscharen. ~
267 Mal 3:7 | wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen; maar gij zegt: Waarin
268 Mal 3:10 | daarin, zegt de HEERE der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen
269 Mal 3:11 | zegt de HEERE der heirscharen. ~
270 Mal 3:12 | zijn, zegt de HEERE der heirscharen. ~
271 Mal 3:14 | aangezicht des HEEREN der heirscharen? ~
272 Mal 3:17 | zullen, zegt de HEERE der heirscharen, te dien dage, dien Ik maken
273 Mal 4:1 | zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch
274 Mal 4:3 | maken zal, zegt de HEERE der heirscharen. ~
|