Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
veulens 2
viel 124
vielen 69
vier 269
vierdagen 1
vierde 65
vierden 8
Frequency    [«  »]
276 vrede
274 heirscharen
271 geschieden
269 vier
267 levieten
265 namen
265 vanwege

Bijbel

IntraText - Concordances

vier

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:10 | daar verdeeld, en werd tot vier hoofden. ~ 2 Gen 11:16 | 16 En Heber leefde vier en dertig jaren, en gewon 3 Gen 14:9 | den koning van Ellasar; vier koningen tegen vijf. ~ 4 Gen 43:24 | vijfde deel zult geven, en de vier delen zullen voor u zijn, 5 Exo 22:1 | voor een os wedergeven, en vier schapen voor een stuk klein 6 Exo 25:12 | 12 En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die 7 Exo 25:12 | ringen, en zet die aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen 8 Exo 25:26 | 26 Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; 9 Exo 25:26 | de ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver 10 Exo 25:26 | hoeken, die aan derzelver vier voeten zijn zullen. 11 Exo 25:34 | kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, gelijk 12 Exo 26:2 | breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen 13 Exo 26:8 | de breedte ener gordijn vier ellen; deze elf gordijnen 14 Exo 26:32 | gij zult hem hangen aan vier pilaren van sittim hout, 15 Exo 26:32 | van goud zijn; staande op vier zilveren voeten. ~ 16 Exo 27:2 | zijn hoornen maken op zijn vier hoeken; uit hetzelve zullen 17 Exo 27:4 | en gij zult aan dat net vier koperen ringen maken aan 18 Exo 27:4 | koperen ringen maken aan zijn vier einden. ~ 19 Exo 27:16 | geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier. ~ 20 Exo 27:16 | pilaren vier, en hun voeten vier. ~ 21 Exo 28:17 | vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen, een rij van 22 Exo 36:9 | breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen 23 Exo 36:15 | gordijn was dertig ellen, en vier ellen de breedte ener gordijn; 24 Exo 36:36 | 36 En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim hout, 25 Exo 36:36 | van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten. ~ 26 Exo 37:3 | En hij goot voor dezelve vier gouden ringen, aan haar 27 Exo 37:3 | gouden ringen, aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen 28 Exo 37:13 | 13 Hij goot ook vier gouden ringen daaraan; en 29 Exo 37:13 | hij zette de ringen aan de vier hoeken, die aan derzelver 30 Exo 37:13 | hoeken, die aan derzelver vier voeten waren. ~ 31 Exo 37:20 | den kandelaar zelven waren vier schaaltjes, gelijk amandelnoten, 32 Exo 38:2 | deszelfs hoornen op zijn vier hoeken; uit hetzelve waren 33 Exo 38:5 | 5 En hij goot vier ringen aan de vier einden 34 Exo 38:5 | goot vier ringen aan de vier einden des koperen roosters, 35 Exo 38:19 | 19 En hun vier pilaren en derzelver vier 36 Exo 38:19 | vier pilaren en derzelver vier voeten waren van koper, 37 Exo 39:10 | 10 En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van 38 Lev 11:20 | kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, zal u een verfoeisel 39 Lev 11:21 | kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, hetwelk boven 40 Lev 11:23 | kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een 41 Lev 11:27 | onder alle gedierte, op vier voeten gaande, die zullen 42 Lev 11:42 | en al wat gaat op zijn vier voeten, of al wat vele voeten 43 Num 1:27 | getelden van den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd. ~ 44 Num 1:29 | van den stam van Issaschar vier en vijftig duizend en vierhonderd. ~ 45 Num 2:4 | en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd. ~ 46 Num 2:6 | en zijn getelden waren vier en vijftig duizend en vierhonderd. ~ 47 Num 7:7 | 7 Twee wagens en vier runderen gaf hij den zonen 48 Num 7:8 | 8 En vier wagens en acht runderen 49 Num 7:88 | runderen ten dankoffer waren vier en twintig varren, de rammen 50 Num 25:9 | de plaag stierven, waren vier en twintig duizend. ~ 51 Num 26:25 | Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd. ~ 52 Num 26:43 | naar hun getelden, waren vier en zestig duizend en vierhonderd. ~ 53 Deu 3:11 | ellen is haar lengte, en vier ellen haar breedte, naar 54 Deu 22:12 | zult gij u maken aan de vier hoeken uws opperkleeds, 55 Joz 19:7 | Rimmon, en Ether, en Asan; vier steden en haar dorpen; ~ 56 Joz 21:18 | Almon en haar voorsteden: vier steden. ~ 57 Joz 21:22 | Beth-horon en haar voorsteden: vier steden. ~ 58 Joz 21:24 | Gath-Rimmon en haar voorsteden: vier steden. ~ 59 Joz 22:2 | En-gannim en haar voorsteden: vier steden. ~ 60 Joz 22:4 | Rehob en haar voorsteden: vier steden. ~ 61 Joz 22:8 | Nahalal en haar voorsteden: vier steden. ~ 62 Joz 22:10 | Mefaath en haar voorsteden: vier steden. ~ 63 Joz 22:12 | voorsteden: al die steden zijn vier. ~ 64 Ric 8:34 | legden lagen op Sichem, met vier hopen. ~ 65 Ric 10:40 | Gileadiet, aan te spreken, vier dagen in het jaar. ~  ~  ~  66 Ric 18:2 | aldaar enige dagen, te weten vier maanden. ~ 67 Ric 19:47 | den rotssteen van Rimmon, vier maanden. ~ 68 1Sa 4:2 | slagorden in het veld omtrent vier duizend man. ~ 69 1Sa 27:7 | woonde, was een jaar en vier maanden. ~ 70 2Sa 21:20 | zes tenen aan zijn voeten, vier en twintig in getal, en 71 2Sa 21:22 | 22 Deze vier waren aan Rafa geboren te 72 1Kon 7:2 | ellen in zijn hoogte, op vier rijen van cederen pilaren, 73 1Kon 7:19| leliewerk in het voorhuis, van vier ellen. ~ 74 1Kon 7:27| koperen stellingen; van vier ellen was de lengte ener 75 1Kon 7:27| lengte ener stelling, en van vier ellen haar breedte, en van 76 1Kon 7:30| 30 En een stelling had vier koperen raderen, en koperen 77 1Kon 7:30| koperen platen; en haar vier hoeken hadden schouderen; 78 1Kon 7:32| 32 De vier raderen nu waren onder de 79 1Kon 7:34| 34 En er waren vier schouderen op de vier hoeken 80 1Kon 7:34| waren vier schouderen op de vier hoeken ener stelling; haar 81 1Kon 7:38| bath; een wasvat was van vier ellen; op elke stelling 82 1Kon 15:33| te Thirza, en regeerde vier en twintig jaren. ~ 83 1Kon 18:34| 34 En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet 84 2Kon 7:3 | 3 Er waren nu vier melaatse mannen voor de 85 1Kro 3:5 | Nathan, en Salomo; deze vier zijn van Bath-Sua, de dochter 86 1Kro 5:18| ervaren in den krijg, waren vier en veertig duizend zevenhonderd 87 1Kro 7:1 | en Pua, Jasib en Simron; vier. ~ 88 1Kro 7:7 | twee en twintig duizend en vier en dertig. ~ 89 1Kro 9:24| Die poortiers waren aan de vier winden, tegen het oosten, 90 1Kro 9:26| 26 Want in dat ambt waren vier overste poortiers, die Levieten 91 1Kro 12:26| Van de kinderen van Levi, vier duizend en zeshonderd; ~ 92 1Kro 21:6 | vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook 93 1Kro 22:20| zag hij den engel; en zijn vier zonen, die bij hem waren, 94 1Kro 24:4 | 4 Uit dezen waren er vier en twintig duizend om het 95 1Kro 24:5 | 5 En vier duizend poortiers, en vier 96 1Kro 24:5 | vier duizend poortiers, en vier duizend lofzangers des HEEREN, 97 1Kro 24:10| waren de kinderen van Simei; vier. ~ 98 1Kro 24:12| Jizhar, Hebron en Uzziel; vier. ~ 99 1Kro 25:18| twintigste voor Delaja, het vier en twintigste voor Maazja. ~ 100 1Kro 26:31| 31 Het vier en twintigste voor Romamthi-Ezer; 101 1Kro 27:17| tegen het noorden des daags vier; tegen het zuiden des daags 102 1Kro 27:17| tegen het zuiden des daags vier; maar bij de schatkameren 103 1Kro 27:18| tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee 104 1Kro 28:1 | jaars; elke verdeling was vier en twintig duizend. ~ 105 1Kro 28:2 | zijn verdeling waren er vier en twintig duizend. ~ 106 1Kro 28:4 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 107 1Kro 28:5 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 108 1Kro 28:7 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 109 1Kro 28:8 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 110 1Kro 28:9 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 111 1Kro 28:10| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 112 1Kro 28:11| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 113 1Kro 28:12| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 114 1Kro 28:13| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 115 1Kro 28:14| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 116 1Kro 28:15| zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~ 117 2Kro 10:25| 25 Ook had Salomo vier duizend paardenstallen, 118 Ezra 2:7 | Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig. ~ 119 Ezra 2:15| kinderen van Adin, vierhonderd vier en vijftig. ~ 120 Ezra 2:31| Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig. ~ 121 Ezra 2:40| de kinderen van Hodavja, vier en zeventig. ~ 122 Neh 7:12 | Elam, duizend, tweehonderd vier en vijftig; 123 Neh 7:23 | kinderen van Bezai, driehonderd vier en twintig; ~ 124 Neh 7:34 | Elams, duizend, tweehonderd vier en vijftig; ~ 125 Neh 7:43 | de kinderen van Hodeva, vier en zeventig; ~ 126 Neh 9:1 | 1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer 127 Neh 11:18 | heilige stad waren tweehonderd vier en tachtig. ~ 128 Job 1:19 | woestijn, en stiet aan de vier hoeken van het huis, en 129 Job 41:16 | zijner kinderen, tot in vier geslachten. ~ 130 Spre 30:15| worden niet verzadigd; ja, vier zeggen niet: Het is genoeg! ~ 131 Spre 30:18| voor mij te wonderlijk, ja, vier, die ik niet weet: ~ 132 Spre 30:21| ontroert zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen kan: ~ 133 Spre 30:24| 24      Deze vier zijn van de kleinste der 134 Spre 30:29| maken een goeden tred; ja, vier zijn er, die een goeden 135 Jes 11:12 | Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. ~ 136 Jes 17:6 | top der opperste twijg, en vier of vijf aan zijn vruchtbare 137 Jer 15:3 | bezoeking over hen doen met vier geslachten, spreekt de HEERE: 138 Jer 36:23 | Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij 139 Jer 49:36 | 36      En Ik zal de vier winden uit de vier hoeken 140 Jer 49:36 | zal de vier winden uit de vier hoeken des hemels over Elam 141 Jer 52:21 | omving hem; en zijn dikte was vier vingeren, en hij was hol. ~ 142 Jer 52:30 | zielen. Alle zielen zijn      vier duizend en zeshonderd. ~ 143 Eze 1:5 | daarvan kwam de gelijkenis van vier dieren; en dit was hun gedaante: 144 Eze 1:6 | 6      En elkeen had vier aangezichten; insgelijks 145 Eze 1:6 | insgelijks had elkeen van hen vier vleugelen. ~ 146 Eze 1:8 | onder hun vleugelen, aan hun vier zijden; en die vier hadden 147 Eze 1:8 | hun vier zijden; en die vier hadden hun aangezichten 148 Eze 1:10 | aangezicht eens leeuws hadden zij vier aan de rechterzijde; en 149 Eze 1:10 | ter linkerzijde hadden die vier eens      ossen aangezicht; 150 Eze 1:10 | aangezicht; ook hadden die vier eens arends aangezicht. ~ 151 Eze 1:15 | aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve. ~ 152 Eze 1:16 | van een turkoois; en die vier hadden enerlei gelijkenis; 153 Eze 1:17 | gingen, zij gingen op hun vier zijden; zij keerden zich 154 Eze 1:18 | vol ogen rondom aan die vier raderen. ~ 155 Eze 7:2 | einde is gekomen over de vier hoeken des lands. ~ 156 Eze 10:9 | Toen zag ik, en ziet, vier raderen waren bij de cherubs; 157 Eze 10:10 | aangaande hun gedaanten, die vier hadden enerlei gelijkenis, 158 Eze 10:11 | gingen, zo gingen deze op hun vier zijden; zij keerden zich 159 Eze 10:12 | waren vol ogen rondom; die vier hadden hun raderen. ~ 160 Eze 10:14 | 14      En elkeen had vier aangezichten; het eerste 161 Eze 10:21 | 21      Elkeen had vier aangezichten, en elkeen 162 Eze 10:21 | aangezichten, en elkeen had vier vleugelen; en de gelijkenis 163 Eze 14:21 | Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, 164 Eze 37:9 | Gij geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze      165 Eze 40:41 | 41      Vier tafelen van deze, en vier 166 Eze 40:41 | Vier tafelen van deze, en vier tafelen van gene zijde, 167 Eze 40:42 | 42      Maar de vier tafelen voor het brandoffer 168 Eze 41:5 | breedte van elke zijkamer, vier ellen, rondom het huis henen 169 Eze 42:20 | Hij mat het aan de vier zijden; het had een muur 170 Eze 43:14 | aan het grootste afzetsel, vier ellen, en de breedte      171 Eze 43:15 | 15      En de Harel vier ellen; en van den Ariel 172 Eze 43:15 | Ariel voorts opwaarts, de vier hoornen. ~ 173 Eze 43:16 | breedte, vierkant aan zijn vier zijden. ~ 174 Eze 43:17 | ellen breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom 175 Eze 43:20 | nemen, en doen het aan zijn vier hoornen, en aan de vier 176 Eze 43:20 | vier hoornen, en aan de vier hoeken der afzetsels, en 177 Eze 45:19 | posten des huizes, en aan de vier hoeken van het afzetsel 178 Eze 46:21 | en voerde mij om in de vier hoeken des voorhofs; en 179 Eze 46:22 | 22      In de vier hoeken des voorhofs waren 180 Eze 46:22 | dertig de breedte; dezelve vier hoekhofjes hadden enerlei 181 Eze 46:23 | een ringmuur, rondom deze vier; en er waren keukens gemaakt 182 Eze 48:16 | maten zijn: de noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd meetrieten; 183 Eze 48:16 | meetrieten; en de zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en 184 Eze 48:16 | vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend en      vijfhonderd; 185 Eze 48:16 | vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend en vijfhonderd. ~ 186 Eze 48:30 | zijn: van den noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd maten. ~ 187 Eze 48:32 | En aan den oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd maten, 188 Eze 48:33 | 33      De zuiderhoek ook vier duizend en vijfhonderd maten, 189 Eze 48:34 | 34      De westerhoek, vier duizend en vijfhonderd; 190 Dan 1:17 | 17      Aan deze vier jongelingen nu gaf God wetenschap 191 Dan 3:25 | antwoordde en zeide: Ziet, ik zie vier mannen, los wandelende in 192 Dan 7:2 | gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden des hemels braken 193 Dan 7:3 | 3      En er klommen vier grote dieren op uit de zee, 194 Dan 7:6 | een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op 195 Dan 7:6 | rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve 196 Dan 7:17 | Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, 197 Dan 7:17 | dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde 198 Dan 8:8 | kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier 199 Dan 8:8 | vier aanzienlijke, naar de vier winden      des hemels. ~ 200 Dan 8:22 | 22      Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, 201 Dan 8:22 | toen hij verbroken was; vier koninkrijken zullen uit 202 Dan 10:4 | 4      En op den vier en twintigsten dag der eerste 203 Dan 11:4 | rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld 204 Amos 1:3 | overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 205 Amos 1:6 | overtredingen van Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 206 Amos 1:9 | overtredingen van Tyrus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 207 Amos 1:11| overtredingen van Edom, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 208 Amos 1:13| der kinderen Ammons, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 209 Amos 2:1 | overtredingen van Moab, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 210 Amos 2:4 | overtredingen van Juda, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 211 Amos 2:6 | overtredingen van Israel, en om vier zal Ik dat niet afwenden; 212 Nah 1:15 | boodschapt, die vrede doet horen; vier uw vierdagen, o Juda! betaal 213 Zac 1:7 | 7      Op den vier en twintigsten dag, in de 214 Zac 1:18 | en zag; en ziet, er waren vier hoornen. ~ 215 Zac 1:20 | En de HEERE toonde mij vier smeden. ~ 216 Zac 2:6 | ulieden uitgebreid naar de vier winden des hemels, spreekt 217 Zac 6:1 | op, en ik zag; en ziet, vier wangens gingen er uit van 218 Zac 6:5 | zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande 219 Matt 15:38| daar gegeten hadden, waren vier duizend mannen, zonder de 220 Matt 16:10| aan de zeven broden der vier duizend mannen, en hoevele 221 Matt 24:31| bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste 222 Mark 2:3 | brengende een geraakte, die van vier gedragen werd. ~ 223 Mark 8:9 | gegeten hadden, waren omtrent vier duizend; en Hij liet hen 224 Mark 8:20| Ik de zeven brak onder de vier duizend mannen, hoeveel 225 Mark 13:27| bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste 226 Luk 2:37 | was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke 227 Joha 4:35| gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de 228 Joha 11:17| zijnde, vond, dat hij nu vier dagen in het graf geweest 229 Joha 11:39| riekt nu al, want hij heeft vier dagen aldaar gelegen. ~ 230 Joha 19:23| Zijn klederen, (en maakten vier delen, voor elken krijgsknecht 231 Hand 5:11| groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden, en nedergelaten 232 Hand 5:30| En Cornelius zeide: Over vier dagen was ik vastende tot 233 Hand 6:5 | laken, nederdalende, bij de vier hoeken nedergelaten uit 234 Hand 6:34| zette, en gaf hem over aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, 235 Hand 6:34| aan vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te 236 Hand 15:9 | 9 Deze nu had vier dochters, nog maagden, die 237 Hand 15:23| wij u zeggen: Wij hebben vier mannen, die een gelofte 238 Hand 15:38| dagen oproer verwekte, en de vier duizend moordenaars naar 239 Hand 21:29| vervallen mochten, wierpen zij vier ankers van het achterschip 240 Open 4:4 | En rondom den troon waren vier en twintig tronen; en op 241 Open 4:4 | en op de tronen zag ik de vier en twintig ouderlingen zittende, 242 Open 4:6 | troons, en rondom den troon, vier dieren, zijnde vol ogen 243 Open 4:8 | 8 En de vier dieren hadden elkeen voor 244 Open 4:10| 10 Zo vielen de vier en twintig ouderlingen voor 245 Open 5:6 | van den troon, en van de vier dieren, en in het midden 246 Open 5:8 | boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig 247 Open 5:8 | vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor 248 Open 5:14| 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En 249 Open 5:14| dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen 250 Open 6:1 | en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem 251 Open 6:6 | stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje 252 Open 7:1 | 1 En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier 253 Open 7:1 | vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende 254 Open 7:1 | hoeken der aarde, houdende de vier winden der aarde, opdat 255 Open 7:2 | met een grote stem tot de vier engelen, welke macht gegeven 256 Open 7:4 | verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren 257 Open 7:11| rondom de ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor den 258 Open 9:13| ik hoorde een stem uit de vier hoornen des gouden altaars, 259 Open 9:14| de bazuin had: Ontbind de vier engelen, die gebonden zijn 260 Open 9:15| 15 En de vier engelen zijn ontbonden geworden, 261 Open 11:16| 16 En de vier en twintig ouderlingen, 262 Open 14:1 | Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende 263 Open 14:3 | voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; 264 Open 14:3 | gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die 265 Open 15:7 | 7En een van de vier dieren gaf den zeven engelen 266 Open 19:4 | 4 En de vier en twintig ouderlingen, 267 Open 19:4 | twintig ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en 268 Open 20:8 | te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, den 269 Open 21:17| mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, naar de


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License