Book Chapter: Verse
1 Gen 6:16 | der ark zult gij in haar zijde zetten; gij zult ze met
2 Gen 32:21 | spande zijn tent op gene zijde van Migdal-Eder. ~
3 Gen 45:13 | der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon. ~
4 Gen 46:10 | doornbos kwamen, dat aan gene zijde van de Jordaan is, hielden
5 Exo 17:12 | deze, en ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen
6 Exo 25:12 | dat twee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en twee ringen
7 Exo 25:12 | twee ringen op haar andere zijde. ~
8 Exo 25:14 | in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de
9 Exo 25:19 | uit het ene einde aan deze zijde, en den andere cherub uit
10 Exo 25:19 | het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel zult
11 Exo 25:32 | kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars
12 Exo 25:32 | kandelaars uit zijn andere zijde. ~
13 Exo 26:13 | deze, en een el van gene zijde van hetgeen, dat overig
14 Exo 26:13 | tabernakels, aan deze en aan gene zijde, om dien te bedekken. ~
15 Exo 26:20 | berderen zijn aan de andere zijde des tabernakels, aan den
16 Exo 26:22 | 22 Doch aan de zijde des tabernakels tegen het
17 Exo 26:26 | aan de berderen van de ene zijde des tabernakels; ~
18 Exo 26:27 | de berderen van de andere zijde des tabernakels; alsook
19 Exo 26:27 | richelen aan de berderen van de zijde des tabernakels, aan de
20 Exo 26:35 | de tafel over, aan de ene zijde des tabernakels, zuidwaarts;
21 Exo 27:9 | getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen zijn. ~
22 Exo 27:14 | der behangselen op de ene zijde zijn; hun pilaren drie,
23 Exo 27:15 | behangselen aan de andere zijde; hun pilaren drie, en hun
24 Exo 28:25 | efod, recht op de voorste zijde van dien. ~
25 Exo 28:26 | aan zijn rand, die aan de zijde van de efod zijn zal. ~
26 Exo 28:27 | beneden aan de voorste zijde, tegenover zijn voege, boven
27 Exo 28:37 | hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij zijn. ~
28 Exo 32:15 | op de ene en op de andere zijde beschreven. ~
29 Exo 33:15 | op de ene en op de andere zijde beschreven. ~
30 Exo 35:25 | gesponnene, de hemelsblauwe zijde, en het purper, het scharlaken,
31 Exo 36:25 | twintig berderen aan de andere zijde des tabernakels, aan den
32 Exo 36:27 | 27 Doch aan de zijde des tabernakels tegen het
33 Exo 36:31 | aan de berderen der ene zijde des tabernakels; ~
34 Exo 36:32 | de berderen van de andere zijde des tabernakels; alsook
35 Exo 37:3 | ringen op derzelver ene zijde waren, en twee ringen op
36 Exo 37:3 | twee ringen op haar andere zijde. ~
37 Exo 37:8 | uit het ene einde aan deze zijde, en den anderen cherub uit
38 Exo 37:8 | het andere einde aan gene zijde; uit het verzoendeksel maakte
39 Exo 37:18 | kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars
40 Exo 37:18 | kandelaars uit zijn andere zijde. ~
41 Exo 38:14 | De behangselen aan deze zijde waren vijftien ellen, derzelver
42 Exo 38:15 | 15 En aan de andere zijde van de deur des voorhofs,
43 Exo 39:18 | efods, recht op de voorste zijde van dien. ~
44 Exo 39:19 | aan zijn boord, die aan de zijde des efods is. ~
45 Exo 39:20 | beneden, aan deszelfs voorste zijde, tegenover zijn andere voege,
46 Exo 40:22 | tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het
47 Exo 40:24 | recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts. ~
48 Lev 1:11 | zal dat slachten aan de zijde van het altaar noordwaarts,
49 Lev 13:41 | 41 En zo van de zijde zijns aangezichts het haar
50 Lev 13:55 | achterste of aan zijn voorste zijde. ~
51 Num 3:29 | zullen zich legeren aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts. ~
52 Num 3:35 | zullen zich legeren aan de zijde des tabernakels, noordwaarts. ~
53 Num 21:13 | en legerden zich aan deze zijde van de Arnon, welke in de
54 Num 22:1 | velden van Moab, aan deze zijde van de Jordaan van Jericho. ~
55 Num 22:24 | deze, en een muur aan gene zijde. ~
56 Num 31:72 | hen niet erven aan gene zijde van de Jordaan, en verder
57 Num 31:72 | toegekomen zal zijn aan deze zijde van de Jordaan, tegen den
58 Num 31:85 | zullen wij hebben aan deze zijde van de Jordaan. ~
59 Num 33:15 | erfenis ontvangen aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho
60 Num 34:14 | vrijsteden zult gij geven op deze zijde van de Jordaan, en drie
61 Deu 1:1 | gesproken heeft, aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn,
62 Deu 1:5 | 5 Aan deze zijde van de Jordaan, in het land
63 Deu 3:8 | Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, van
64 Deu 3:20 | hun geven zal aan gene zijde van de Jordaan; dan zult
65 Deu 3:25 | land bezien, dat aan gene zijde van de Jordaan is, dat goede
66 Deu 4:41 | drie steden uit, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den
67 Deu 4:46 | 46 Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal
68 Deu 4:47 | Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen
69 Deu 4:49 | het vlakke veld, aan deze zijde van de Jordaan, naar het
70 Deu 11:30 | 30 Zijn zij niet aan gene zijde van de Jordaan, achter den
71 Deu 30:13 | Het is ook niet op gene zijde der zee, om te zeggen: Wie
72 Deu 30:13 | voor ons overvaren aan gene zijde der zee, dat hij het voor
73 Deu 31:26 | wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des verbonds
74 Joz 1:14 | dat Mozes ulieden aan deze zijde van de Jordaan gegeven heeft;
75 Joz 1:15 | gegeven heeft, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den
76 Joz 2:10 | gedaan hebt, die op gene zijde van de Jordaan waren, dewelke
77 Joz 3:16 | de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en die
78 Joz 5:1 | Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan westwaarts,
79 Joz 7:7 | gebleven waren aan gene zijde van de Jordaan! ~
80 Joz 8:33 | stonden aan deze en aan gene zijde der ark, voor de Levietische
81 Joz 9:1 | de koningen, die aan deze zijde van de Jordaan waren, op
82 Joz 9:10 | der Amorieten die aan gene zijde van de Jordaan waren, Sihon,
83 Joz 12:1 | erfelijk bezaten, aan gene zijde van de Jordaan, tegen den
84 Joz 12:7 | kinderen Israels, aan deze zijde van de Jordaan tegen het
85 Joz 12:9 | de koning van Ai, die ter zijde van Beth-El is, een; ~
86 Joz 13:8 | Mozes hunlieden gaf aan gene zijde van de Jordaan tegen het
87 Joz 13:32 | velden van Moab, op gene zijde der Jordaan van Jericho,
88 Joz 14:3 | erfdeel gegeven op gene zijde van de Jordaan; maar aan
89 Joz 15:5 | en de landpale, aan de zijde tegen het noorden, zal zijn
90 Joz 15:8 | zoon van Hinnom, aan de zijde van den Jebusiet van het
91 Joz 15:10 | en zal doorgaan aan de zijde van den berg Jearim van
92 Joz 15:11 | landpale uitgaan aan de zijde van Ekron, noordwaarts,
93 Joz 15:46 | zee toe; alle, die aan de zijde van Asdod zijn, en haar
94 Joz 17:5 | Gilead en Bazan, dat op gene zijde van de Jordaan is. ~
95 Joz 18:7 | erfdeel genomen op gene zijde van de Jordaan, oostwaarts,
96 Joz 18:12 | landpale gaat opwaarts aan de zijde van Jericho van het noorden,
97 Joz 18:13 | landpale door naar Luz, aan de zijde van Luz, welke is Beth-El,
98 Joz 18:16 | het dal van Hinnom, aan de zijde der Jebusieten zuidwaarts,
99 Joz 18:18 | 18 En gaat door ter zijde tegenover Araba naar het
100 Joz 18:19 | deze landpale door aan de zijde van Beth-hogla noordwaarts,
101 Joz 20:8 | 8En aan gene zijde van de Jordaan, van Jericho
102 Joz 23:4 | HEEREN, gegeven heeft op gene zijde van de Jordaan. ~
103 Joz 23:7 | hun broederen, aan deze zijde van de Jordaan westwaarts.
104 Joz 23:11 | grenzen van de Jordaan, aan de zijde der kinderen Israels. ~
105 Joz 25:2 | de God Israels: Over gene zijde der rivier hebben uw vaders
106 Joz 25:3 | uw vader Abraham van gene zijde der rivier, en deed hem
107 Joz 25:8 | Amorieten, die over gene zijde van de Jordaan woonden,
108 Joz 25:14 | gediend hebben, aan gene zijde der rivier, en in Egypte;
109 Joz 25:15 | vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend
110 Ric 4:41 | 17 Gilead bleef aan gene zijde der Jordaan; en Dan, waarom
111 Ric 9:8 | kinderen Israels, die aan gene zijde van de Jordaan waren, in
112 Ric 10:18 | zij legerden zich op gene zijde van de Arnon; maar zij kwamen
113 Ric 10:26 | al de steden, die aan de zijde van de Arnon zijn; waarom
114 Rut 2:14 | Zo zat zij neder aan de zijde van de maaiers, en hij langde
115 1Sa 4:13 | Eli op een stoel aan de zijde van den weg, uitziende;
116 1Sa 4:18 | van den stoel af, aan de zijde der poort, en brak den nek,
117 1Sa 6:8 | in een koffertje aan haar zijde; en zendt ze weg, dat zij
118 1Sa 14:1 | overgaan, welke aan gene zijde is; doch hij gaf het zijn
119 1Sa 14:4 | van een steenklip aan deze zijde, en een scherpte van een
120 1Sa 14:4 | van een steenklip aan gene zijde; en de naam der ene was
121 1Sa 14:40 | Gijlieden zult aan de ene zijde zijn, en ik en mijn zoon
122 1Sa 14:40 | Jonathan zullen aan de andere zijde zijn. Toen zeide het volk
123 1Sa 17:3 | stonden aan een berg aan deze zijde; en de vallei was tussen
124 1Sa 20:20 | Zo zal ik drie pijlen ter zijde schieten, als of ik naar
125 1Sa 20:25 | en Abner zat aan Sauls zijde, en Davids plaats werd ledig
126 1Sa 23:26 | 26 En Saul ging aan deze zijde des bergs, en David en zijn
127 1Sa 23:26 | en zijn mannen aan gene zijde des bergs. Het geschiedde
128 1Sa 26:13 | Toen David over aan gene zijde gekomen was, zo stond hij
129 1Sa 31:7 | van Israel, die aan deze zijde van het dal waren, en die
130 1Sa 31:7 | dal waren, en die aan deze zijde der Jordaan waren, zagen,
131 2Sa 2:13 | zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan
132 2Sa 2:13 | vijvers, en die aan gene zijde des vijvers. ~
133 2Sa 2:16 | stiet zijn zwaard in de zijde des anderen, en zij vielen
134 2Sa 3:27 | zo leidde Joab hem ter zijde af in het midden der poort,
135 2Sa 10:16 | Syriers uitkomen, die op gene zijde der rivier zijn, en zij
136 2Sa 13:34 | den weg achter hem, aan de zijde van het gebergte. ~
137 2Sa 14:30 | akkers van Joab is aan de zijde van het mijne, en hij heeft
138 2Sa 15:2 | vroeg op, en stond aan de zijde van den weg der poort. En
139 2Sa 15:18 | knechten gingen aan zijn zijde heen, ook al de Krethi en
140 2Sa 16:13 | Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over,
141 2Sa 18:4 | De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het
142 1Kon 4:12| Abel-Mehola, tot op gene zijde van Jokmeam. ~
143 1Kon 4:24| heerschappij over al wat op deze zijde der rivier was van Thifsah
144 1Kon 4:24| over alle koningen op deze zijde der rivier; en hij had vrede
145 1Kon 7:30| deze gegoten schouderen ter zijde van ieders bijvoegselen. ~
146 1Kon 14:15| hen verstrooien op gene zijde der rivier; daarom dat zij
147 2Kon 17:14| en hij zette het aan de zijde zijns altaars noordwaarts. ~
148 2Kon 18:14| en hij zette het aan de zijde zijns altaars noordwaarts. ~
149 1Kro 6:39| Asaf stond aan zijn rechter zijde; Asaf was de zoon van Berechja,
150 1Kro 6:44| Merari, stonden aan de linker zijde, namelijk Ethan, de zoon
151 1Kro 6:78| 78 En aan gene zijde van de Jordaan tegen Jericho,
152 1Kro 12:37| 37 En van gene zijde van de Jordaan, van de Rubenieten,
153 1Kro 20:16| Syriers uit, die aan gene zijde der rivier woonden; en Sofach,
154 1Kro 27:30| ambten van Israel op deze zijde van de Jordaan tegen het
155 2Kro 21:2 | menigte tegen u van gene zijde der zee, uit Syrie, en zie,
156 2Kro 22:16| der Arabieren, die aan de zijde der Moren zijn. ~
157 2Kro 22:36| der Arabieren, die aan de zijde der Moren zijn. ~
158 Ezra 4:10| ook de overigen, aan deze zijde der rivier, en op zulken
159 Ezra 4:11| knechten, de mannen aan deze zijde der rivier, en op zulken
160 Ezra 4:16| deel zult hebben aan deze zijde der rivier. ~
161 Ezra 4:17| aan de overigen van deze zijde der rivier aldus: Vrede,
162 Ezra 4:20| geheerst hebben overal aan gene zijde der rivier; en hun is cijns,
163 Ezra 5:3 | Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, en Sthar-Boznai,
164 Ezra 5:6 | Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai,
165 Ezra 5:6 | Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den
166 Ezra 6:6 | Thathnai, landvoogd aan gene zijde der rivier, gij Sthar-Boznai,
167 Ezra 6:6 | Afarsechaieten, die aan gene zijde der rivier zijt, weest verre
168 Ezra 6:8 | van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten
169 Ezra 6:13| Thathnai, de landvoogd aan gene zijde der rivier, Sthar-Boznai,
170 Ezra 7:21| schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles,
171 Ezra 7:25| volk richten, dat aan gene zijde der rivier is, allen, die
172 Ezra 8:36| en landvoogden aan deze zijde der rivier; en zij bevorderden
173 Neh 2:7 | de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij
174 Neh 2:9 | de landvoogden aan gene zijde der rivier, en gaf hun de
175 Neh 3:7 | des landvoogds aan deze zijde der rivier. ~
176 Job 6:18 | haars wegs wenden zich ter zijde af; zij lopen op in het
177 Job 18:12 | verderf is bereid aan zijn zijde. ~
178 Psa 140:6 | een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben
179 Psa 141:6 | Hun rechters zijn aan de zijde der steenrots vrijgelaten
180 Spre 8:3 | 3 Aan de zijde der poorten, voor aan de
181 Pred 4:1 | trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht,
182 Jes 7:20 | scheermes, hetwelk aan gene zijde der rivier is, door den
183 Jes 18:1 | de frontieren, dat aan de zijde der rivieren van Morenland
184 Jes 44:20 | bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn
185 Jes 61:4 | uw dochters zullen aan uw zijde gevoedsterd worden. ~
186 Jer 25:22 | der eilanden, die aan gene zijde der zee zijn. ~
187 Jer 41:9 | der mannen, die hij aan de zijde van Gedalia geslagen had,
188 Eze 4:8 | niet omkeert van uw ene zijde tot uw andere zijde, totdat
189 Eze 4:8 | ene zijde tot uw andere zijde, totdat gij de dagen uwer
190 Eze 4:9 | der dagen, die gij op uw zijde nederliggen zult, driehonderd
191 Eze 16:10 | linnen, en bedekte u met zijde. ~
192 Eze 16:13 | kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at
193 Eze 21:19 | voortkomen; en kies een zijde, kies ze aan het hoofd
194 Eze 25:9 | Daarom, ziet, Ik zal de zijde van Moab openen, van de
195 Eze 27:16 | purper, en gestikt werk, en zijde, en Ramoth, en Cadkod, handelden
196 Eze 34:21 | gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt,
197 Eze 40:10 | van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden enerlei
198 Eze 40:10 | van deze en van gene zijde, enerlei maat. ~
199 Eze 40:12 | ruim van een el van gene zijde; en elk kamertje zes ellen
200 Eze 40:12 | deze, en zes ellen van gene zijde. ~
201 Eze 40:18 | plaveisel nu was aan de zijde van de poorten, tegenover
202 Eze 40:21 | van deze en drie van gene zijde; en haar posten en haar
203 Eze 40:26 | van deze, en een van gene zijde aan haar posten. ~
204 Eze 40:34 | posten, van deze en van gene zijde; en haar opgangen waren
205 Eze 40:37 | posten, van deze en van gene zijde; en haar opgangen waren
206 Eze 40:39 | en twee tafelen van gene zijde, om daarop te slachten het
207 Eze 40:40 | Ook waren er aan de zijde van buiten des opgangs,
208 Eze 40:40 | tafelen; en aan de andere zijde, die aan het voorhuis der
209 Eze 40:41 | en vier tafelen van gene zijde, aan de zijde der poort,
210 Eze 40:41 | tafelen van gene zijde, aan de zijde der poort, acht tafelen,
211 Eze 40:44 | binnenste voorhof, dat aan de zijde van de noorderpoort was;
212 Eze 40:44 | zuiden; een was er aan de zijde van de oostpoort, ziende
213 Eze 40:48 | en vijf ellen van gene zijde; en de breedte der poort,
214 Eze 40:48 | en drie ellen van gene zijde. ~
215 Eze 40:49 | deze, en een van gene zijde. ~ ~
216 Eze 41:1 | ellen de breedte van gene zijde, de breedte der tent. ~
217 Eze 41:2 | en vijf ellen van gene zijde; ook mat hij de lengte daarvan,
218 Eze 41:15 | galerijen van deze en van gene zijde, honderd ellen; met den
219 Eze 41:19 | tegen den palmboom van gene zijde; gemaakt in het ganse huis
220 Eze 41:26 | palmbomen van deze en van gene zijde, aan de zijden van het voorhuis;
221 Eze 45:7 | hebben van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers en
222 Eze 46:19 | door den ingang, die aan de zijde der poort was, tot de heilige
223 Eze 47:7 | geboomte, van deze en van gene zijde. ~
224 Eze 47:12 | zal van deze en van gene zijde opgaan allerlei spijsgeboomte,
225 Eze 48:1 | einde noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar
226 Eze 48:1 | noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij
227 Eze 48:21 | zijn, van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers,
228 Dan 7:5 | en stelde zich aan de ene zijde, en het had drie ribben
229 Dan 12:5 | anderen, de een aan deze zijde van den oever der rivier,
230 Dan 12:5 | rivier, en de ander aan gene zijde van den oever der rivier. ~
231 Matt 8:18| Zich, beval aan de andere zijde over te varen. ~
232 Matt 8:28| als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land
233 Matt 14:22| te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen
234 Matt 16:5 | discipelen op de andere zijde gekomen waren, hadden zij
235 Matt 27:38| rechter-, en een ter linker zijde. ~
236 Mark 4:35| overvaren aan de andere zijde. ~
237 Mark 5:1 | kwamen over op de andere zijde der zee, in het land der
238 Mark 5:21| overgevaren was aan de andere zijde, vergaderde een grote schare
239 Mark 6:45| henen te varen aan de andere zijde tegen over Bethsaida, terwijl
240 Mark 8:13| voer Hij weg naar de andere zijde. ~
241 Mark 15:27| moordenaars, een aan Zijn rechter zijde, en een aan Zijn linker
242 Mark 15:27| en een aan Zijn linker zijde. ~
243 Mark 16:5 | jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang
244 Luk 1:11 | Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers. ~
245 Luk 8:22 | overvaren aan de andere zijde van het meer. En zij staken
246 Luk 23:33 | kwaaddoeners, den een ter rechter zijde en den ander ter linker
247 Luk 23:33 | en den ander ter linker zijde. ~
248 Joha 6:22| schare, die aan de andere zijde der zee stond, ziende, dat
249 Joha 19:18| Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. ~
250 Joha 19:34| krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond
251 Joha 20:20| hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden
252 Joha 20:25| steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. ~
253 Joha 20:27| hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig,
254 Hand 6:37| de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem
255 Hand 17:9 | Schriftgeleerden van de zijde der Farizeen stonden op,
256 Hand 20:31| 31 En aan een zijde gegaan zijnde, spraken zij
257 2Kor 6:7 | rechter en aan de linker zijde; ~
258 2Kor 10:16| de plaatsen, die op gene zijde van u gelegen zijn; niet
259 Open 18:12| lijnwaad, en van purper, en van zijde, en van scharlaken; en allerlei
260 Open 22:2 | en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des
|