1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527
Book Chapter: Verse
6501 Jer 10:22 | een stem des geruchts, en een groot beven uit het land
6502 Jer 10:22 | van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning
6503 Jer 10:22 | stellen tot een verwoesting, een woning der draken. ~
6504 Jer 10:23 | niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij
6505 Jer 11:4 | gebiede; zo zult gij Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot
6506 Jer 11:4 | volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn; ~
6507 Jer 11:5 | gezworen heb, hun te geven een land, vloeiende van melk
6508 Jer 11:8 | maar hebben gewandeld, een iegelijk naar het goeddunken
6509 Jer 11:9 | de HEERE tot mij: Er is een verbintenis bevonden onder
6510 Jer 11:11 | HEERE alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen,
6511 Jer 11:16 | HEERE had uw naam genoemd een groenen olijfboom, schoon
6512 Jer 11:16 | vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot geroep
6513 Jer 11:16 | heeft Hij met een geluid van een groot geroep een vuur om
6514 Jer 11:16 | geluid van een groot geroep een vuur om denzelven aangestoken,
6515 Jer 11:17 | Die u heeft geplant, heeft een kwaad over u uitgesproken;
6516 Jer 11:19 | 19 En ik was als een lam, als een os, die geleid
6517 Jer 11:19 | ik was als een lam, als een os, die geleid wordt om
6518 Jer 11:23 | overblijfsel hebben; want Ik zal een kwaad brengen over de mannen
6519 Jer 12:5 | alleenlijk vertrouwt in een land van vrede, hoe zult
6520 Jer 12:8 | erfenis is Mij geworden als een leeuw in het woud; zij heeft
6521 Jer 12:9 | Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; de vogelen
6522 Jer 12:10 | gewensten akker gesteld tot een woeste wildernis. ~
6523 Jer 12:11 | Men heeft hem gesteld tot een woestheid, verwoest zijnde
6524 Jer 12:15 | Ik zal hen wederbrengen, een iegelijk tot zijn erfenis,
6525 Jer 12:15 | iegelijk tot zijn erfenis, en een iegelijk tot zijn land. ~
6526 Jer 13:1 | gezegd: Ga henen, en koop u een linnen gordel, en doe dien
6527 Jer 13:2 | 2 En ik kocht een gordel naar het woord des
6528 Jer 13:11 | 11 Want gelijk als een gordel kleeft aan de lenden
6529 Jer 13:11 | om Mij te zijn tot een volk, en tot een naam, en
6530 Jer 13:11 | tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot
6531 Jer 13:14 | hen in stukken slaan, den een tegen den ander, zo de vaders
6532 Jer 13:16 | wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle,
6533 Jer 13:16 | des doods stelle, en tot een donkerheid zette. ~
6534 Jer 13:21 | geleerd hebt tot vorsten, tot een hoofd over u te zijn; zullen
6535 Jer 13:21 | smarten niet aangrijpen, als een barende vrouw? ~
6536 Jer 13:23 | 23 Zal ook een Moorman zijn huid veranderen?
6537 Jer 13:23 | zijn huid veranderen? of een luipaard zijn vlekken? Zo
6538 Jer 13:24 | zal Ik hen verstrooien als een stoppel, die doorgaat, door
6539 Jer 13:24 | stoppel, die doorgaat, door een wind der woestijn. ~
6540 Jer 14:8 | waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land,
6541 Jer 14:8 | vreemdeling in het land, en als een reiziger, die slechts inkeert
6542 Jer 14:9 | Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd man, als een held,
6543 Jer 14:9 | als een versaagd man, als een held, die niet kan verlossen?
6544 Jer 14:13 | honger hebben; maar Ik zal u een gewissen vrede geven in
6545 Jer 14:14 | zij profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging,
6546 Jer 14:17 | volks is gebroken met een grote breuk, een plage,
6547 Jer 14:17 | met een grote breuk, een plage, die zeer smartelijk
6548 Jer 14:19 | verworpen? Heeft Uw ziel een walging aan Sion? Waarom
6549 Jer 15:4 | Ik zal hen overgeven tot een beroering aan alle koninkrijken
6550 Jer 15:7 | En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands;
6551 Jer 15:8 | over de moeder doen komen een jongeling, een verwoester
6552 Jer 15:8 | doen komen een jongeling, een verwoester op den middag;
6553 Jer 15:10 | dat gij mij gebaard hebt, een man van twist, en een man
6554 Jer 15:10 | hebt, een man van twist, en een man van krakeel den gansen
6555 Jer 15:10 | gegeven, nog vloekt mij een ieder van hen. ~
6556 Jer 15:13 | vermogen en uw schatten tot een roof geven, zonder prijs;
6557 Jer 15:14 | overvoeren met uw vijanden, in een land, dat gij niet kent;
6558 Jer 15:14 | dat gij niet kent; want een vuur is aangestoken in Mijn
6559 Jer 15:18 | Gij mij ganselijk zijn als een leugenachtige, als wateren,
6560 Jer 15:20 | tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij
6561 Jer 16:5 | in het huis desgenen, die een rouwmaaltijd houdt, en ga
6562 Jer 16:7 | iemand te troosten over een dode; noch hun te drinken
6563 Jer 16:8 | 8 Ga ook niet in een huis des maaltijds, om bij
6564 Jer 16:12 | ziet, gijlieden wandelt, een iegelijk naar het goeddunken
6565 Jer 16:13 | uit dit land werpen, in een land, dat gij niet gekend
6566 Jer 16:20 | 20 Zal een mens zich goden maken? Zij
6567 Jer 17:1 | van Juda is geschreven met een ijzeren griffie, met de
6568 Jer 17:4 | vijanden doen dienen in een land, dat gij niet kent;
6569 Jer 17:4 | kent; want gijlieden hebt een vuur aangestoken in
6570 Jer 17:5 | Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, en vlees
6571 Jer 17:8 | Want hij zal zijn als een boom, die aan het water
6572 Jer 17:8 | zijn wortelen uitschiet aan een rivier, en gevoelt het niet,
6573 Jer 17:8 | gevoelt het niet, wanneer er een hitte komt, maar zijn loof
6574 Jer 17:8 | blijft groen; en in een jaar van droogte zorgt hij
6575 Jer 17:10 | proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn
6576 Jer 17:11 | 11 Gelijk een veldhoen eieren vergadert,
6577 Jer 17:11 | en in zijn laatste een dwaas zijn. ~
6578 Jer 17:12 | 12 Een troon der heerlijkheid,
6579 Jer 17:12 | troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste
6580 Jer 17:16 | niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde;
6581 Jer 17:17 | Wees Gij mij niet tot een verschrikking; Gij zijt
6582 Jer 17:18 | kwaads, en verbreek hen met een dubbele verbreking. ~
6583 Jer 17:27 | Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur in haar poorten
6584 Jer 18:3 | pottenbakkers; en ziet, hij maakte een werk op de schijven. ~
6585 Jer 18:4 | maakte hij daarvan weder een ander vat, gelijk als het
6586 Jer 18:7 | 7 In een ogenblik zal Ik spreken
6587 Jer 18:7 | ogenblik zal Ik spreken over een volk en over een koninkrijk,
6588 Jer 18:7 | spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal
6589 Jer 18:9 | 9 Ook zal Ik in een ogenblik spreken over een
6590 Jer 18:9 | een ogenblik spreken over een volk en over een koninkrijk,
6591 Jer 18:9 | spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal
6592 Jer 18:11 | HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en
6593 Jer 18:11 | denk tegen ulieden een gedachte; zo bekeert u nu,
6594 Jer 18:11 | gedachte; zo bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen
6595 Jer 18:12 | wandelen, en wij zullen doen, een iegelijk het goeddunken
6596 Jer 18:13 | De jonkvrouw Israels doet een zeer afschuwelijke zaak. ~
6597 Jer 18:14 | 14 Zal men ook om een rotssteen des velds verlaten
6598 Jer 18:15 | wandelen in stegen van een weg, die niet opgehoogd
6599 Jer 18:16 | hun land te stellen tot een ontzetting, tot eeuwige
6600 Jer 18:17 | 17 Als een oostenwind zal Ik hen verstrooien
6601 Jer 18:20 | want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat
6602 Jer 18:22 | 22 Laat er een geschrei uit hun huizen
6603 Jer 18:22 | wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen;
6604 Jer 18:22 | zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om
6605 Jer 19:1 | HEERE: Ga henen en koop een pottenbakkerskruik, en neem
6606 Jer 19:3 | God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad brengen over
6607 Jer 19:3 | deze plaats, van hetwelk een ieder, die het hoort, zijn
6608 Jer 19:8 | zal deze stad zetten tot een ontzetting en tot een aanfluiting;
6609 Jer 19:8 | tot een ontzetting en tot een aanfluiting; al wie voorbij
6610 Jer 19:9 | eten, en zij zullen eten, een iegelijk het vlees zijns
6611 Jer 19:11 | verbreken, gelijk als men een pottenbakkersvat verbreekt,
6612 Jer 19:12 | deze stad te stellen als een Tofeth. ~
6613 Jer 20:4 | HEERE: Zie, Ik stel u tot een schrik voor uzelven en voor
6614 Jer 20:7 | ik ben den gansen dag tot een belachen, een ieder van
6615 Jer 20:7 | gansen dag tot een belachen, een ieder van hen bespot
6616 Jer 20:9 | het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten
6617 Jer 20:11 | de HEERE is met mij als een verschrikkelijk Held; daarom
6618 Jer 20:11 | gehandeld hebben; het zal een eeuwige schande zijn, zij
6619 Jer 20:15 | geboodschapt heeft, zeggende: U is een jonge zoon geboren, verblijdende
6620 Jer 20:16 | hore in den morgenstond een geroep, en op den middagtijd
6621 Jer 20:16 | geroep, en op den middagtijd een geschrei. ~
6622 Jer 20:17 | haar baarmoeder als van een, die eeuwiglijk zwanger
6623 Jer 21:5 | tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en met
6624 Jer 21:5 | uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met toorn,
6625 Jer 21:6 | mensen als de beesten; door een grote pestilentie zullen
6626 Jer 21:9 | zijn ziel zal hem tot een buit zijn. ~
6627 Jer 21:12 | gramschap niet uitvare als een vuur, en brande, dat
6628 Jer 21:14 | spreekt de HEERE; en Ik zal een vuur aansteken in haar woud,
6629 Jer 22:5 | HEERE, dat dit huis tot een woestheid worden zal. ~
6630 Jer 22:6 | konings van Juda: Gij zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon;
6631 Jer 22:6 | Gij zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon; maar
6632 Jer 22:6 | maar zo Ik u niet zette als een woestijn en onbewoonde steden! ~
6633 Jer 22:8 | gaan, en zullen zeggen, een ieder tot zijn naaste: Waarom
6634 Jer 22:14 | Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en
6635 Jer 22:19 | 19 Met een ezelsbegrafenis zal hij
6636 Jer 22:24 | Jojakim, den koning van Juda, een zegelring ware aan Mijn
6637 Jer 22:26 | gebaard heeft, uitwerpen in een ander land, waarin gijlieden
6638 Jer 22:28 | Is dan deze man Chonia een veracht, verstrooid, afgodisch
6639 Jer 22:28 | afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men geen lust
6640 Jer 22:28 | ja, weggeworpen in een land, dat zij niet kennen? ~
6641 Jer 22:30 | zelfden man kinderloos, een man, die niet voorspoedig
6642 Jer 23:5 | HEERE, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal
6643 Jer 23:9 | bewegen zich; ik ben als een dronken man, en als een
6644 Jer 23:9 | een dronken man, en als een man, dien de wijn te boven
6645 Jer 23:12 | daarin vallen; want Ik zal een kwaad over hen brengen in
6646 Jer 23:14 | zich niet bekeren, een iegelijk van zijn boosheid;
6647 Jer 23:19 | 19 Ziet, een onweder des HEEREN, een
6648 Jer 23:19 | een onweder des HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan,
6649 Jer 23:19 | grimmigheid is uitgegaan, ja, een pijnlijk onweder, het zal
6650 Jer 23:23 | 23 Ben Ik een God van nabij, spreekt de
6651 Jer 23:23 | spreekt de HEERE, en niet een God van verre? ~
6652 Jer 23:26 | Hoe lang? Is er dan een droom in het hart der profeten,
6653 Jer 23:27 | door hun dromen, die zij, een ieder zijn naaste, vertellen;
6654 Jer 23:28 | De profeet, bij welken een droom is, die vertelle den
6655 Jer 23:29 | Mijn woord niet alzo, als een vuur? spreekt de HEERE,
6656 Jer 23:29 | spreekt de HEERE, en als een hamer, die een steenrots
6657 Jer 23:29 | HEERE, en als een hamer, die een steenrots te morzel slaat? ~
6658 Jer 23:30 | die Mijn woorden stelen, een ieder van zijn naaste;
6659 Jer 23:33 | Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen
6660 Jer 23:35 | Aldus zult gijlieden zeggen, een iegelijk tot zijn naaste,
6661 Jer 23:35 | iegelijk tot zijn naaste, en een iegelijk tot zijn broeder:
6662 Jer 23:36 | niet meer gedenken; want een iegelijk zal zijn eigen
6663 Jer 23:36 | iegelijk zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert
6664 Jer 24:7 | 7 En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen,
6665 Jer 24:7 | ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
6666 Jer 24:7 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen
6667 Jer 24:9 | Ik zal hen overgeven tot een beroering ten kwade, allen
6668 Jer 24:9 | aarde; tot smaadheid, en tot een spreekwoord, tot een spotrede,
6669 Jer 24:9 | tot een spreekwoord, tot een spotrede, en tot een vloek,
6670 Jer 24:9 | tot een spotrede, en tot een vloek, in al de plaatsen,
6671 Jer 25:5 | Zeggende: Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen
6672 Jer 25:9 | verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting, en tot een aanfluiting,
6673 Jer 25:9 | tot een ontzetting, en tot een aanfluiting, en tot eeuwige
6674 Jer 25:11 | ganse land zal worden tot een woestheid, tot een ontzetting;
6675 Jer 25:11 | worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken
6676 Jer 25:18 | vorsten; om die te stellen tot een woestheid, tot een ontzetting,
6677 Jer 25:18 | stellen tot een woestheid, tot een ontzetting, tot een aanfluiting
6678 Jer 25:18 | tot een ontzetting, tot een aanfluiting en tot een vloek,
6679 Jer 25:18 | tot een aanfluiting en tot een vloek, gelijk het is
6680 Jer 25:26 | nabij en die verre zijn, den een met den anderen; ja, allen
6681 Jer 25:30 | Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de
6682 Jer 25:31 | aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij
6683 Jer 25:32 | HEERE der heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er uit van volk
6684 Jer 25:32 | uit van volk tot volk. en een groot onweder zal er verwekt
6685 Jer 25:34 | zult gij vervallen als een kostelijk vat. ~
6686 Jer 25:36 | 36 Er zal zijn een stem des geroeps der herderen,
6687 Jer 25:36 | geroeps der herderen, en een gehuil der heerlijken van
6688 Jer 25:38 | 38 Hij heeft, als een jonge leeuw, Zijn hutte
6689 Jer 25:38 | hunlieder land is geworden tot een verwoesting, vanwege de
6690 Jer 26:2 | te spreken, doe er niet een woord af. ~
6691 Jer 26:3 | horen, en zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
6692 Jer 26:6 | stad zal Ik stellen tot een vloek allen volken der aarde. ~
6693 Jer 26:11 | zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want
6694 Jer 26:18 | heirscharen: Sion zal als een akker geploegd, en Jeruzalem
6695 Jer 26:19 | gesproken had? Wij dan doen een groot kwaad tegen onze zielen. ~
6696 Jer 26:20 | 20 Er was ook een man, die in den Naam des
6697 Jer 27:17 | waarom zou deze stad tot een woestheid worden? ~
6698 Jer 28:14 | de God Israels: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan den
6699 Jer 28:16 | zult gij sterven, omdat gij een afval gesproken hebt tegen
6700 Jer 29:18 | Ik zal ze overgeven tot een beroering, allen koninkrijken
6701 Jer 29:18 | koninkrijken der aarde, tot een vloek, en tot een schrik,
6702 Jer 29:18 | aarde, tot een vloek, en tot een schrik, en tot een
6703 Jer 29:18 | een schrik, en tot een aanfluiting, en tot een
6704 Jer 29:18 | een aanfluiting, en tot een smaadheid, onder al de volken,
6705 Jer 29:22 | 22 En van hen zal een vloek genomen worden bij
6706 Jer 29:23 | 23 Omdat zij een dwaasheid deden in Israel,
6707 Jer 29:23 | Degene, Die het weet, en een getuige daarvan, spreekt
6708 Jer 29:26 | onzinnig is, en zich voor een profeet uitgeeft, dat
6709 Jer 29:27 | die zich bij ulieden voor een profeet uitgeeft? ~
6710 Jer 29:32 | de HEERE; want hij heeft een afval gesproken tegen den
6711 Jer 30:2 | tot u gesproken heb, in een boek. ~
6712 Jer 30:5 | zegt de HEERE: Wij horen een stem der verschrikking;
6713 Jer 30:6 | Vraagt toch en ziet, of een manspersoon baart? Waarom
6714 Jer 30:6 | op zijn lenden, als van een barende vrouw, en alle aangezichten
6715 Jer 30:7 | niet geweest is; en het is een tijd van benauwdheid voor
6716 Jer 30:11 | te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met al
6717 Jer 30:19 | dankzegging uitgaan, en een stem der spelenden; en Ik
6718 Jer 30:22 | En gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot
6719 Jer 30:22 | volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn. ~
6720 Jer 30:23 | 23 Ziet, een onweder des HEEREN, een
6721 Jer 30:23 | een onweder des HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan,
6722 Jer 30:23 | grimmigheid is uitgegaan, een aanhoudend onweder; het
6723 Jer 31:1 | allen geslachten Israels tot een God zijn; en zij zullen
6724 Jer 31:1 | zijn; en zij zullen Mij tot een volk zijn. ~
6725 Jer 31:3 | Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb
6726 Jer 31:6 | 6 Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders
6727 Jer 31:8 | barenden te zamen; met een grote gemeente zullen zij
6728 Jer 31:9 | leiden aan de waterbeken, in een rechten weg, waarin zij
6729 Jer 31:9 | want Ik ben Israel tot een Vader, en Efraim is Mijn
6730 Jer 31:10 | vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde. ~
6731 Jer 31:12 | en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, en zij zullen
6732 Jer 31:15 | Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een
6733 Jer 31:15 | een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween;
6734 Jer 31:15 | gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween; Rachel
6735 Jer 31:18 | getuchtigd geworden als een ongewend kalf. Bekeer mij,
6736 Jer 31:20 | Is niet Efraim Mij een dierbare zoon, is hij Mij
6737 Jer 31:20 | dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? Want sinds
6738 Jer 31:30 | 30 Maar een iegelijk zal om zijn ongerechtigheid
6739 Jer 31:30 | ongerechtigheid sterven; een ieder mens, die de onrijpe
6740 Jer 31:31 | en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken; ~
6741 Jer 31:33 | en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen
6742 Jer 31:33 | zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. ~
6743 Jer 31:34 | En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en
6744 Jer 31:34 | iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren,
6745 Jer 31:40 | het oosten, zal den HEERE een heiligheid zijn; er
6746 Jer 32:14 | open brief, en doe ze in een aarden vat, opdat zij vele
6747 Jer 32:19 | wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn
6748 Jer 32:20 | andere mensen, en hebt U een Naam gemaakt, als Hij is
6749 Jer 32:21 | en door wonderen, en door een sterke hand, en door een
6750 Jer 32:21 | een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door
6751 Jer 32:22 | hadt hun te zullen geven, een land vloeiende van melk
6752 Jer 32:38 | Ja, zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
6753 Jer 32:38 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~
6754 Jer 32:40 | 40 En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken,
6755 Jer 33:9 | En het zal Mij zijn tot een vrolijken naam, tot een
6756 Jer 33:9 | een vrolijken naam, tot een roem, en tot een sieraad
6757 Jer 33:9 | naam, tot een roem, en tot een sieraad bij alle heidenen
6758 Jer 33:15 | te dier tijd zal Ik David een SPRUIT der gerechtigheid
6759 Jer 33:17 | zal niet worden afgesneden een Man, Die op den troon van
6760 Jer 33:18 | niet worden afgesneden een Man, Die brandoffer offere,
6761 Jer 34:8 | nadat de koning Zedekia een verbond gemaakt had met
6762 Jer 34:9 | 9 Dat een iegelijk zijn knecht, en
6763 Jer 34:9 | iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, zijnde
6764 Jer 34:9 | iegelijk zijn maagd, zijnde een Hebreer of een Hebreinne,
6765 Jer 34:9 | maagd, zijnde een Hebreer of een Hebreinne, zou laten vrijgaan;
6766 Jer 34:9 | niemand zich van hen, van een Jood, zijn broeder, zou
6767 Jer 34:10 | hadden ingegaan, dat zij, een iegelijk zijn knecht, en
6768 Jer 34:10 | iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd zouden
6769 Jer 34:13 | de God Israels: Ik heb een verbond gemaakt met uw vaderen,
6770 Jer 34:14 | jaren zult gij laten gaan, een iegelijk zijn broeder, een
6771 Jer 34:14 | een iegelijk zijn broeder, een Hebreer, die u zal verkocht
6772 Jer 34:15 | ogen, vrijheid uitroepende, een iegelijk voor zijn naaste;
6773 Jer 34:15 | zijn naaste; en gij hadt een verbond gemaakt voor Mijn
6774 Jer 34:16 | ontheiligd, en doen wederkomen, een iegelijk zijn knecht, en
6775 Jer 34:16 | iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, die
6776 Jer 34:17 | vrijheid uit te roepen, een iegelijk voor zijn broeder,
6777 Jer 34:17 | iegelijk voor zijn broeder, en een iegelijk voor zijn naaste;
6778 Jer 34:17 | ulieden, spreekt de HEERE, een vrijheid ten zwaarde, ter
6779 Jer 34:22 | steden van Juda stellen tot een verwoesting, dat er niemand
6780 Jer 35:2 | hen in des HEEREN huis, in een der kameren, en geef hun
6781 Jer 35:15 | zeggen: Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen
6782 Jer 35:19 | niet worden afgesneden een man, die voor Mijn aangezicht
6783 Jer 36:2 | 2 Neem u een rol des boeks, en schrijf
6784 Jer 36:3 | opdat zij zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
6785 Jer 36:4 | tot hem gesproken had, op een rol des boeks. ~
6786 Jer 36:7 | zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen
6787 Jer 36:9 | de negende maand, dat zij een vasten voor des HEEREN aangezicht
6788 Jer 36:16 | dat zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij
6789 Jer 36:22 | negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht
6790 Jer 36:23 | had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze
6791 Jer 36:28 | 28 Neem u weder een andere rol, en schrijf daarop
6792 Jer 36:32 | 32 Jeremia dan nam een andere rol, en gaf ze aan
6793 Jer 37:10 | over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent,
6794 Jer 37:15 | want zij hadden dat tot een gevangenhuis gemaakt. ~
6795 Jer 37:17 | verborgen, en zeide: Is er ook een woord van den HEERE? En
6796 Jer 37:21 | en men gaf hem des daags een bol broods uit de Bakkerstraat,
6797 Jer 38:2 | hij zal zijn ziel tot een buit hebben, en zal leven. ~
6798 Jer 38:7 | Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen
6799 Jer 38:14 | tot Jeremia: Ik zal u een ding vragen, verheel geen
6800 Jer 39:18 | maar gij zult uw ziel tot een buit hebben, omdat gij op
6801 Jer 40:5 | trawanten gaf hem reiskost en een geschenk, en liet hem
6802 Jer 40:11 | koning van Babel in Juda een overblijfsel gelaten
6803 Jer 42:4 | bekend maken, ik zal u niet een woord onthouden. ~
6804 Jer 42:5 | HEERE zij tussen ons tot een waarachtig en gewis Getuige:
6805 Jer 42:18 | zijn; en gij zult wezen tot een vervloeking, en tot een
6806 Jer 42:18 | een vervloeking, en tot een ontzetting, en tot een vloek,
6807 Jer 42:18 | tot een ontzetting, en tot een vloek, en tot smaadheid,
6808 Jer 43:12 | 12 En Ik zal een vuur aansteken in de huizen
6809 Jer 43:12 | Egypteland aantrekken, gelijk als een herder zijn kleed aantrekt,
6810 Jer 44:2 | Juda; en ziet, zij zijn een woestheid te deze dage,
6811 Jer 44:7 | Israels: Waarom doet gij zulk een groot kwaad tegen uw zielen,
6812 Jer 44:8 | en opdat gij wordt tot een vloek, en tot een smaadheid
6813 Jer 44:8 | wordt tot een vloek, en tot een smaadheid onder alle volken
6814 Jer 44:12 | en zij zullen worden tot een vervloeking, tot een ontzetting
6815 Jer 44:12 | tot een vervloeking, tot een ontzetting en tot een vloek,
6816 Jer 44:12 | tot een ontzetting en tot een vloek, en tot een smaadheid. ~
6817 Jer 44:12 | en tot een vloek, en tot een smaadheid. ~
6818 Jer 44:15 | die daar stonden, zijnde een grote hoop, mitsgaders al
6819 Jer 44:22 | is uw land geworden tot een woestheid, en tot ontzetting,
6820 Jer 44:22 | tot ontzetting, en tot een vloek, dat er niemand in
6821 Jer 45:1 | den mond van Jeremia in een boek schreef, in het vierde
6822 Jer 45:5 | niet; want zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt
6823 Jer 45:5 | maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen,
6824 Jer 46:7 | is deze, die optrekt als een stroom, wiens wateren zich
6825 Jer 46:8 | Egypte trekt op als een stroom, en zijn wateren
6826 Jer 46:10 | HEEREN der heirscharen, een dag der wrake, dat Hij zich
6827 Jer 46:10 | HEERE der heirscharen, heeft een slachtoffer in het land
6828 Jer 46:16 | struikelenden veel; ja, de een viel op den ander; zodat
6829 Jer 46:17 | koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft den gezetten
6830 Jer 46:20 | 20 Egypte is een zeer schone vaarze; de slachter
6831 Jer 46:22 | Haar stem zal gaan als van een slang; want zij zullen met
6832 Jer 46:28 | Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met al
6833 Jer 47:2 | noorden, en zullen worden tot een overlopende beek, en overlopen
6834 Jer 48:3 | 3 Er is een stem des gekrijts van Horonaim;
6835 Jer 48:3 | Horonaim; verstoring en een grote breuk! ~
6836 Jer 48:4 | haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen. ~
6837 Jer 48:5 | hebben Moabs wederpartijders een jammergeschrei gehoord. ~
6838 Jer 48:8 | over elke stad, dat niet een stad ontkomen zal; en het
6839 Jer 48:28 | van Moab! en wordt gelijk een duif, die in de doorgangen
6840 Jer 48:37 | insnijdingen, en op de lenden is een zak. ~
6841 Jer 48:38 | Ik heb Moab verbroken als een vat, waar men geen lust
6842 Jer 48:39 | zijn, tot belaching en tot een ontzetting worden. ~
6843 Jer 48:40 | hij zal snel vliegen als een arend, en hij zal zijn vleugelen
6844 Jer 48:41 | 41 Elk een der steden is gewonnen,
6845 Jer 48:41 | steden is gewonnen, en elk een der vastigheden is ingenomen;
6846 Jer 48:45 | schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van Hesbon,
6847 Jer 48:45 | uitgegaan van Hesbon, en een vlam van tussen Sihon, en
6848 Jer 49:2 | Rabba der kinderen Ammons een krijgsgeschrei zal doen
6849 Jer 49:2 | doen horen, en zij zal tot een woesten hoop worden, en
6850 Jer 49:5 | zijn, en gijlieden zult, een iegelijk voor zich henen,
6851 Jer 49:9 | gekomen waren, zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten?
6852 Jer 49:13 | dat Bozra worden zal tot een ontzetting, tot een smaadheid,
6853 Jer 49:13 | tot een ontzetting, tot een smaadheid, tot een woestheid,
6854 Jer 49:13 | tot een smaadheid, tot een woestheid, en tot een vloek;
6855 Jer 49:13 | tot een woestheid, en tot een vloek; en al haar steden
6856 Jer 49:14 | 14 Ik heb een gerucht gehoord van den
6857 Jer 49:14 | van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder de
6858 Jer 49:17 | Alzo zal Edom worden tot een ontzetting; al wie voorbij
6859 Jer 49:19 | 19 Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing
6860 Jer 49:19 | woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit doen lopen;
6861 Jer 49:22 | opkomen en snel vliegen, als een arend, en zijn vleugelen
6862 Jer 49:23 | Hamath en Arpad; omdat zij een boos gerucht gehoord hebben,
6863 Jer 49:24 | benauwdheid en smarten als van een barende vrouw hebben haar
6864 Jer 49:27 | 27 En Ik zal een vuur aansteken in den muur
6865 Jer 49:30 | koning van Babel, heeft een raadslag tegen ulieden
6866 Jer 49:30 | ulieden beraadslaagd, en een gedachte tegen hen gedacht. ~
6867 Jer 49:33 | En Hazor zal worden tot een drakenwoning, een verwoesting
6868 Jer 49:33 | worden tot een drakenwoning, een verwoesting tot in eeuwigheid;
6869 Jer 49:37 | hun ziel zoeken, en zal een kwaad over hen brengen,
6870 Jer 50:2 | en doet horen, en werpt een banier op, laat horen, verbergt
6871 Jer 50:3 | 3 Want een volk komt tegen haar op
6872 Jer 50:5 | HEERE toegevoegd worden, met een eeuwig verbond, dat niet
6873 Jer 50:9 | 9 Want ziet, Ik zal een verzameling van grote volken
6874 Jer 50:11 | gij geil geworden zijt als een grazige vaars, en hebt gebriest
6875 Jer 50:12 | achterste der heidenen, een woestijn, dorheid en wildernis. ~
6876 Jer 50:13 | worden, maar zij zal geheel een verwoesting worden; al wie
6877 Jer 50:16 | verdrukkende zwaard, zich keren, een iegelijk tot zijn volk,
6878 Jer 50:16 | tot zijn volk, en vlieden, een iegelijk naar zijn
6879 Jer 50:17 | 17 Israel is een verbijsterd lam, dat de
6880 Jer 50:22 | 22 Er is een krijgsgeschrei in het land,
6881 Jer 50:22 | krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk. ~
6882 Jer 50:23 | Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen. ~
6883 Jer 50:24 | 24 Ik heb u een strik gesteld, dies zijt
6884 Jer 50:25 | voortgebracht; want dat is een werk van den HEERE, den
6885 Jer 50:28 | 28 Er is een stem der gevluchten en ontkomenen
6886 Jer 50:32 | hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn steden,
6887 Jer 50:38 | zij uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden,
6888 Jer 50:41 | 41 Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en
6889 Jer 50:41 | volk uit het noorden; en een grote natie, en geweldige
6890 Jer 50:42 | rijden; het is toegerust als een man ten oorlog, tegen
6891 Jer 50:43 | aangegrepen, weedom als van een barende vrouw. ~
6892 Jer 50:44 | 44 Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing
6893 Jer 50:44 | woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit doen lopen;
6894 Jer 51:1 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind opwekken
6895 Jer 51:6 | midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt
6896 Jer 51:7 | 7 Babel was een gouden beker in de hand
6897 Jer 51:9 | verlaat haar dan, en laat ons een iegelijk in zijn land trekken;
6898 Jer 51:14 | nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei over u
6899 Jer 51:16 | Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den
6900 Jer 51:17 | 17 Een ieder mens is onvernuftig
6901 Jer 51:17 | hij geen wetenschap heeft; een ieder goudsmid is beschaamd
6902 Jer 51:18 | Ijdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten
6903 Jer 51:20 | 20 Gij zijt Mij een voorhamer, en krijgswapenen;
6904 Jer 51:25 | en zal u stellen tot een berg des brands. ~
6905 Jer 51:26 | uit u geen steen nemen tot een hoek, ook geen steen tot
6906 Jer 51:27 | en Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar,
6907 Jer 51:29 | en pijn lijden; want elk een van des HEEREN gedachten
6908 Jer 51:29 | Babels land te stellen tot een verwoesting, dat er geen
6909 Jer 51:33 | dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd,
6910 Jer 51:33 | tijd, dat men ze trede; nog een weinig, dan zal haar de
6911 Jer 51:34 | hij heeft mij gesteld als een ledig vat, hij heeft mij
6912 Jer 51:34 | heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg
6913 Jer 51:37 | worden tot steen hopen, een woning der draken, een ontzetting
6914 Jer 51:37 | een woning der draken, een ontzetting en aanfluiting,
6915 Jer 51:39 | opspringen; maar zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en
6916 Jer 51:41 | Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen! ~
6917 Jer 51:42 | 42 Een zee is over Babel gerezen,
6918 Jer 51:43 | geworden tot verwoesting, een dor land en wildernis; een
6919 Jer 51:43 | een dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont,
6920 Jer 51:45 | midden van haar, en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege
6921 Jer 51:46 | in het land; want er zal een gerucht komen in het ene
6922 Jer 51:46 | het ene jaar, en daarna een gerucht in het andere
6923 Jer 51:49 | Gelijk Babel geweest is tot een val der verslagenen van
6924 Jer 51:54 | 54 Er is een stem des gekrijts uit Babel,
6925 Jer 51:54 | des gekrijts uit Babel, en een grote breuk uit het land
6926 Jer 51:57 | dronken maken; en zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en
6927 Jer 51:59 | regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst. ~
6928 Jer 51:60 | over Babel komen zou, in een boek, te weten al deze woorden,
6929 Jer 51:63 | boek te lezen, dan zult gij een steen daaraan binden, en
6930 Jer 52:1 | 1 Zedekia was een en twintig jaren oud, als
6931 Jer 52:1 | zijner moeder was Hamutal, een dochter van Jeremia, van
6932 Jer 52:21 | hoogte eens pilaars, en een draad van twaalf ellen omving
6933 Jer 52:22 | kapiteels was vijf ellen, en een net, en granaatappelen op
6934 Jer 52:25 | En uit de stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden
6935 Jer 52:34 | En aangaande zijn tering, een gedurige tering werd hem
6936 Klaa 1:1 | vol volks was, zij is als een weduwe geworden, zij, die
6937 Klaa 1:1 | groot was onder de heidenen, een vorstin onder de landschappen,
6938 Klaa 1:8 | gezondigd, daarom is zij als een afgezonderde vrouw geworden;
6939 Klaa 1:12 | Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk mijn smart,
6940 Klaa 1:13 | Van de hoogte heeft Hij een vuur in mijn beenderen gezonden,
6941 Klaa 1:13 | Hij heeft voor mijn voeten een net uitgebreid, Hij heeft
6942 Klaa 1:15 | mij vertreden; Hij heeft een bijeenkomst over mij uitgeroepen,
6943 Klaa 1:17 | zijn; Jeruzalem is als een afgezonderde vrouw onder
6944 Klaa 1:25 | Jakob ontstoken als een vlammend vuur, dat rondom
6945 Klaa 1:26 | Zijn boog gespannen als een vijand; Hij heeft zich met
6946 Klaa 1:26 | rechterhand gesteld als een tegenpartijder, dat Hij
6947 Klaa 1:26 | dochter Sions uitgestort als een vuur. ~
6948 Klaa 1:27 | De Heere is geworden als een vijand; Hij heeft Israel
6949 Klaa 1:28 | met geweld afgerukt, als een hof, Hij heeft Zijn vergaderplaats
6950 Klaa 1:29 | het huis des HEEREN een stem verheven als op den
6951 Klaa 1:37 | volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde? ~
6952 Klaa 1:40 | nacht tranen afvlieten als een beek; geef uzelve geen rust,
6953 Klaa 1:44 | rondom geroepen, als tot een dag eens gezetten hoogtijds;
6954 Klaa 1:54 | Daleth. Hij is mij een loerende beer, een leeuw
6955 Klaa 1:54 | is mij een loerende beer, een leeuw in verborgen plaatsen. ~
6956 Klaa 1:71 | Teth. Het is goed voor een man, dat hij het juk in
6957 Klaa 1:80 | 36 Lamed. Dat men een mens verongelijkt in zijn
6958 Klaa 1:83 | Mem. Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage
6959 Klaa 1:83 | klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn
6960 Klaa 1:88 | Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen
6961 Klaa 1:89 | Samech. Gij hebt ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel
6962 Klaa 1:96 | oorzaak, hebben mij als een vogeltje dapperlijk gejaagd. ~
6963 Klaa 1:97 | Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij
6964 Klaa 1:97 | uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen. ~
6965 Klaa 1:109| 65 Thau. Geef hun een deksel des harten; Uw vloek
6966 Klaa 1:113| dochter mijns volks is als een wrede geworden, gelijk de
6967 Klaa 1:116| zonden van Sodom, dat als in een ogenblik omgekeerd werd,
6968 Klaa 1:117| dan robijnen, gladder dan een saffier. ~
6969 Klaa 1:118| verdord, zij is geworden als een hout. ~
6970 Klaa 1:121| uitgestort; en Hij heeft te Sion een vuur aangestoken, hetwelk
6971 Klaa 1:125| tot hen: Wijkt, hier is een onreine wijkt, wijkt, roert
6972 Klaa 1:127| gaapten met ons gapen op een volk, dat niet kon verlossen. ~
6973 Klaa 1:132| Uw ongerechtigheid heeft een einde, o gij dochter Sions!
6974 Klaa 2:10 | is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen
6975 Eze 1:4 | Toen zag ik, en ziet, een stormwind kwam van het noorden
6976 Eze 1:4 | kwam van het noorden af, een grote wolk, en een vuur
6977 Eze 1:4 | noorden af, een grote wolk, en een vuur daarin vervangen, en
6978 Eze 1:4 | vuur daarin vervangen, en een glans was rondom die wolk;
6979 Eze 1:5 | hadden de gelijkenis van een mens; ~
6980 Eze 1:7 | gelijk de voetplanten van een kalf, en glinsterden gelijk
6981 Eze 1:9 | vleugelen waren samengevoegd, de een aan den ander; zij keerden
6982 Eze 1:13 | dieren; en het vuur had een glans, en uit het vuur kwam
6983 Eze 1:13 | glans, en uit het vuur kwam een bliksem voort. ~
6984 Eze 1:14 | weder als de gedaante van een weerlicht. ~
6985 Eze 1:15 | dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij die
6986 Eze 1:16 | maaksel was als de verf van een turkoois; en die vier hadden
6987 Eze 1:16 | maaksel, alsof het ware een rad in het midden van een
6988 Eze 1:16 | een rad in het midden van een rad. ~
6989 Eze 1:23 | hun vleugelen rechtop, de een aan den ander; ieder had
6990 Eze 1:24 | als zij gingen, hoorde ik een geruis hunner vleugelen,
6991 Eze 1:25 | 25 En er geschiedde een stem van boven het uitspansel,
6992 Eze 1:26 | troons, als de gedaante van een saffiersteen; en op de gelijkenis
6993 Eze 1:28 | aangezicht, en ik hoorde een stem van Een, Die sprak. ~ ~
6994 Eze 1:28 | en ik hoorde een stem van Een, Die sprak. ~ ~
6995 Eze 2:5 | laten zullen (want zij zijn een wederspannig huis), zo zullen
6996 Eze 2:5 | zo zullen zij weten, dat een profeet in het midden van
6997 Eze 2:6 | aangezicht, want zij zijn een wederspannig huis. ~
6998 Eze 2:9 | zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken;
6999 Eze 3:5 | gij zijt niet gezonden tot een volk, diep van spraak en
7000 Eze 3:9 | voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder dan een
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527 |