1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527
Book Chapter: Verse
7001 Eze 3:9 | een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet, en
7002 Eze 3:9 | aangezichten, omdat zij een wederspannig huis zijn. ~
7003 Eze 3:12 | en ik hoorde achter mij een stem van grote ruising,
7004 Eze 3:13 | dieren vleugelen, die de een den ander raakten, en het
7005 Eze 3:17 | Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het
7006 Eze 3:20 | 20 Als ook een rechtvaardige zich van zijn
7007 Eze 3:20 | en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht
7008 Eze 3:26 | en zult hun niet zijn tot een bestraffenden man; want
7009 Eze 3:26 | bestraffenden man; want zij zijn een wederspannig huis. ~
7010 Eze 3:27 | late het; want zij zijn een wederspannig huis. ~ ~
7011 Eze 4:1 | gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, en leg dien
7012 Eze 4:2 | 2 En maak een belegering tegen haar, en
7013 Eze 4:2 | sterkten, en werp tegen haar een wal op, en stel legers tegen
7014 Eze 4:3 | Verder, neem gij u een ijzeren pan, en stel ze
7015 Eze 4:3 | ijzeren pan, en stel ze tot een ijzeren muur tussen u en
7016 Eze 4:3 | Dit zij den huize Israels een teken. ~
7017 Eze 4:9 | en spelt; en doe die in een vat, en maak die u tot brood;
7018 Eze 4:11 | drinken, het zesde deel van een hin; van tijd tot tijd zult
7019 Eze 4:12 | 12 En gij zult een gerstekoek eten, en dien
7020 Eze 4:17 | waters gebrek hebben, en de een met den ander verbaasd worden,
7021 Eze 5:1 | gij, mensenkind, neem u een scherp mes, een scheermes
7022 Eze 5:1 | neem u een scherp mes, een scheermes der barbieren
7023 Eze 5:1 | baard; daarna zult gij u een weegschaal nemen, en
7024 Eze 5:2 | 2 Een derde deel zult gij in het
7025 Eze 5:2 | vervuld worden; dan zult gij een derde deel nemen, slaande
7026 Eze 5:2 | deel nemen, slaande met een zwaard rondom hetzelve,
7027 Eze 5:2 | rondom hetzelve, en een derde deel zult gij in den
7028 Eze 5:4 | daaruit zal voortkomen een vuur tegen het gehele huis
7029 Eze 5:12 | 12 Een derde deel van u zal van
7030 Eze 5:12 | van u te niet worden; en een derde deel zal in het zwaard
7031 Eze 5:12 | zwaard vallen rondom u; en een derde deel zal Ik in
7032 Eze 5:15 | zal de smaadheid en hoon een onderwijs en ontzetting
7033 Eze 6:8 | 8 Ik zal dan nog een overblijfsel laten, als
7034 Eze 6:9 | nahoereren; en zij zullen een walging aan zichzelven hebben
7035 Eze 7:5 | Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig kwaad, ziet,
7036 Eze 7:5 | Heere HEERE: Een kwaad, een enig kwaad, ziet, is gekomen; ~
7037 Eze 7:6 | 6 Een einde is er gekomen, dat
7038 Eze 7:11 | geweld is opgerezen tot een roede der goddeloosheid;
7039 Eze 7:12 | bedrijve geen rouw; want een brandende toorn is over
7040 Eze 7:16 | duiven der dalen, kermende, een ieder om zijn ongerechtigheid. ~
7041 Eze 7:23 | 23 Maak een keten; want het land is
7042 Eze 7:26 | zullen zij het gezicht van een profeet zoeken; maar de
7043 Eze 8:2 | Toen zag ik, en ziet, een gelijkenis, als de gedaante
7044 Eze 8:3 | alwaar de zitplaats was van een beeld der ijvering, dat
7045 Eze 8:7 | zag ik, en ziet, er was een hol in den wand. ~
7046 Eze 8:8 | wand, en ziet, daar was een deur. ~
7047 Eze 8:11 | voor hun aangezichten; en een ieder had zijn rookvat
7048 Eze 8:11 | rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks
7049 Eze 8:12 | Israels doen in de duisternis, een ieder in zijn gebeelde binnenkameren?
7050 Eze 9:2 | verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van
7051 Eze 9:2 | was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was
7052 Eze 9:4 | van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden
7053 Eze 10:1 | hoofd der cherubs, was als een saffiersteen, als de gedaante
7054 Eze 10:3 | als die man inging; en een wolk vervulde het binnenste
7055 Eze 10:4 | het huis werd vervuld met een wolk, en het voorhof was
7056 Eze 10:6 | hij inging en stond bij een rad. ~
7057 Eze 10:7 | 7 Toen stak een cherub zijn hand uit van
7058 Eze 10:9 | raderen waren bij de cherubs; een rad was bij elken cherub;
7059 Eze 10:9 | raderen was als de verf van een turkoois-steen. ~
7060 Eze 10:10 | gelijk of het ware geweest een rad in het midden van een
7061 Eze 10:10 | een rad in het midden van een rad. ~
7062 Eze 11:11 | stad zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in
7063 Eze 11:13 | HEERE! zult Gij gans een voleinding maken met het
7064 Eze 11:15 | ditzelve land is ons tot een erfbezitting gegeven. ~
7065 Eze 11:16 | heb, nochtans zal Ik hun een weinig tijds tot een
7066 Eze 11:16 | een weinig tijds tot een heiligdom zijn, in de landen,
7067 Eze 11:19 | enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest in het binnenste
7068 Eze 11:19 | vlees wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven; ~
7069 Eze 11:20 | doen; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
7070 Eze 11:20 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~
7071 Eze 12:2 | woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke
7072 Eze 12:2 | niet horen, want zij zijn een wederspannig huis. ~
7073 Eze 12:3 | vertrekken van uw plaats tot een andere plaats voor hun ogen;
7074 Eze 12:3 | zij het merken, hoewel zij een wederspannig huis zijn. ~
7075 Eze 12:6 | den huize Israels tot een wonderteken gegeven. ~
7076 Eze 12:20 | worden, en het land zal een wildernis zijn; en gij zult
7077 Eze 12:22 | Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden
7078 Eze 12:25 | wederspannig huis, zal Ik een woord spreken, en hetzelve
7079 Eze 13:7 | 7 Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt
7080 Eze 13:7 | ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging,
7081 Eze 13:10 | geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en
7082 Eze 13:10 | vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet,
7083 Eze 13:11 | hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen
7084 Eze 13:11 | hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal
7085 Eze 13:13 | HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn
7086 Eze 13:13 | grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen
7087 Eze 13:16 | profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien,
7088 Eze 13:21 | uw hand zullen zijn tot een jacht; en gij zult weten,
7089 Eze 14:4 | Alzo zegt de Heere HEERE: Een ieder man uit het huis Israels,
7090 Eze 14:8 | en zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden,
7091 Eze 14:9 | 9 Als nu een profeet overreed zal zijn,
7092 Eze 14:11 | alsdan zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
7093 Eze 14:11 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, spreekt de
7094 Eze 14:13 | 13 Mensenkind, als een land tegen Mij gezondigd
7095 Eze 14:13 | staf des broods breken, en een honger daarin zenden,
7096 Eze 14:20 | spreekt de Heere HEERE, zo zij een zoon, of zo zij een dochter
7097 Eze 14:20 | zij een zoon, of zo zij een dochter zouden bevrijden,
7098 Eze 15:3 | daarvan hout genomen, om een stuk werk te maken? Neemt
7099 Eze 15:3 | maken? Neemt men daarvan een pin, om enig vat daaraan
7100 Eze 15:4 | verbrand; zou het deugen tot een stuk werks? ~
7101 Eze 15:5 | is, zal het dan nog tot een stuk werks gemaakt worden? ~
7102 Eze 16:3 | Kanaanieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een
7103 Eze 16:3 | een Amoriet en uw moeder een Hethietische. ~
7104 Eze 16:5 | medelijden over u, om u een van deze dingen te doen,
7105 Eze 16:8 | zwoer u, en kwam met u in een verbond, spreekt de
7106 Eze 16:11 | armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals. ~
7107 Eze 16:12 | Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw
7108 Eze 16:12 | oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op
7109 Eze 16:13 | voorspoedig, dat gij een koninkrijk werdt. ~
7110 Eze 16:14 | Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen
7111 Eze 16:15 | hoererijen uitgestort aan een ieder, die voorbijging;
7112 Eze 16:19 | aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is
7113 Eze 16:24 | 24 Dat gij u een verwelfsel gebouwd hebt,
7114 Eze 16:24 | verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt
7115 Eze 16:25 | uw benen geschreden voor een ieder, die voorbijging,
7116 Eze 16:30 | doet, zijnde het werk van een heersende hoerachtige vrouw! ~
7117 Eze 16:31 | en niet zijt geweest als een hoer, het hoerenloon beschimpende. ~
7118 Eze 16:34 | wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden. ~
7119 Eze 16:40 | Daarna zullen zij tegen u een vergadering doen opkomen,
7120 Eze 16:41 | zal u doen ophouden van een hoer te zijn, en gij zult
7121 Eze 16:44 | 44 Zie, een ieder, die spreekwoorden
7122 Eze 16:44 | spreekwoorden gebruikt, zal van u een spreekwoord gebruiken, zeggende:
7123 Eze 16:45 | kinderen; uw moeder was een Hethietische, en uw vader
7124 Eze 16:45 | Hethietische, en uw vader een Amoriet. ~
7125 Eze 16:47 | gedaan; het was wat gerings, een verdriet; maar gij hebt
7126 Eze 16:60 | jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. ~
7127 Eze 17:2 | 2 Mensenkind, stel een raadsel voor, en gebruik
7128 Eze 17:2 | raadsel voor, en gebruik een gelijkenis tot het huis
7129 Eze 17:3 | Alzo zegt de Heere HEERE: Een arend, die groot was, groot
7130 Eze 17:3 | den oppersten tak van een ceder. ~
7131 Eze 17:4 | takjes af, en bracht hem in een land van koophandel; hij
7132 Eze 17:4 | koophandel; hij zette hem in een stad van kooplieden. ~
7133 Eze 17:5 | des lands, en legde het in een zaadakker; hij nam het,
7134 Eze 17:6 | sproot uit, en werd tot een welig uitlopende wijnstok,
7135 Eze 17:6 | hem waren. Zo werd hij tot een wijnstok, die ranken
7136 Eze 17:7 | 7 Nog was er een grote arend, groot van vleugelen
7137 Eze 17:8 | 8 Hij was in een goede landouwe bij vele
7138 Eze 17:8 | te dragen, opdat hij tot een heerlijken wijnstok worden
7139 Eze 17:9 | verdrogen; en dat niet door een groten arm, noch door veel
7140 Eze 17:13 | zaad genomen, en daarmede een verbond gemaakt, en heeft
7141 Eze 17:13 | gemaakt, en heeft hem tot een eed gebracht, en de machtigen
7142 Eze 17:17 | Ook zal Farao, door een groot heir en door menigte
7143 Eze 17:17 | niets uitrichten als men een wal zal opwerpen, en als
7144 Eze 17:22 | zijner jonge takjes zal Ik een tederen afplukken,
7145 Eze 17:22 | afplukken, denwelken Ik op een hogen en verhevenen berg
7146 Eze 17:23 | vrucht dragen, en hij zal tot een heerlijken ceder worden,
7147 Eze 18:8 | waarachtig recht tussen den een en den anderen oefent; ~
7148 Eze 18:10 | 10 Heeft hij nu een zoon gewonnen, die een inbreker
7149 Eze 18:10 | nu een zoon gewonnen, die een inbreker is, die bloed vergiet,
7150 Eze 18:10 | vergiet, die zijn broeder doet een van deze dingen; ~
7151 Eze 18:14 | Ziet nu, heeft hij een zoon gewonnen, die al de
7152 Eze 18:30 | richten, o huis Israels! een ieder naar zijn wegen, spreekt
7153 Eze 18:30 | ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden. ~
7154 Eze 18:31 | overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen
7155 Eze 18:31 | maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want waarom
7156 Eze 19:1 | 1 Verder, hef gij een weeklage op over de vorsten
7157 Eze 19:2 | zeg: Wat was uw moeder? Een leeuwin, onder de leeuwen
7158 Eze 19:3 | 3 Zij toog nu een van haar welpen op; het
7159 Eze 19:3 | haar welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde
7160 Eze 19:5 | verloren was, zo nam zij een ander van haar welpen, hetwelk
7161 Eze 19:5 | welpen, hetwelk zij tot een jongen leeuw stelde. ~
7162 Eze 19:6 | steeds onder de leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof
7163 Eze 19:10 | 10 Uw moeder was als een wijnstok in uw stilheid,
7164 Eze 19:13 | En nu is hij geplant in een woestijn, in een dor en
7165 Eze 19:13 | geplant in een woestijn, in een dor en dorstig land. ~
7166 Eze 19:14 | 14 Daartoe is een vuur uitgegaan uit een roede
7167 Eze 19:14 | is een vuur uitgegaan uit een roede zijner ranken, dat
7168 Eze 19:14 | geen sterke roede is tot een scepter, om te heersen.
7169 Eze 19:14 | scepter, om te heersen. Dit is een weeklage, en is tot
7170 Eze 19:14 | weeklage, en is tot een weeklage geworden. ~ ~ ~ ~ ~
7171 Eze 20:6 | Egypteland uitvoeren zou, in een land, dat Ik voor hen uitgespeurd
7172 Eze 20:7 | En Ik zeide tot hen: Een ieder werpe de verfoeiselen
7173 Eze 20:11 | rechten bekend, dewelke, zo ze een mens doet, zal hij door
7174 Eze 20:12 | Ik hun Mijn sabbatten, om een teken te zijn tussen Mij
7175 Eze 20:13 | rechten; dewelke, zo ze een mens doet, zal hij door
7176 Eze 20:20 | sabbatten, en zij zullen tot een teken zijn tussen Mij en
7177 Eze 20:21 | te doen; dewelke, zo ze een mens doet, zal hij
7178 Eze 20:33 | Heere HEERE: Zo Ik niet met een sterke hand, en uitgestrekten
7179 Eze 20:33 | uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid over
7180 Eze 20:34 | gij verstrooid zijt, door een sterke hand, en door een
7181 Eze 20:34 | een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en door
7182 Eze 20:34 | uitgestrekten arm, en door een uitgegoten grimmigheid. ~
7183 Eze 20:39 | HEERE: Gaat henen, dient een ieder zijn drekgoden, ook
7184 Eze 20:41 | 41 Ik zal een welgevallen aan ulieden
7185 Eze 20:43 | en gij zult van u zelven een walging hebben over al uw
7186 Eze 20:47 | Heere HEERE: Ziet, Ik zal een vuur in u aansteken, hetwelk
7187 Eze 20:49 | zeggen van mij: Is hij niet een verdichter van gelijkenissen? ~ ~
7188 Eze 21:10 | is gescherpt, opdat het een slachting slachte; het is
7189 Eze 21:10 | het is geveegd, opdat het een glinster hebbe; of wij dan
7190 Eze 21:19 | konings van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen;
7191 Eze 21:19 | beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze aan het hoofd
7192 Eze 21:20 | 20 Gij zult een weg voorstellen, waardoor
7193 Eze 21:23 | zal hun in hun ogen als een ijdel waarzeggen zijn, omdat
7194 Eze 22:4 | heidenen overgegeven tot een smaad, en allen landen tot
7195 Eze 22:4 | smaad, en allen landen tot een spot. ~
7196 Eze 22:6 | Israels zijn in u geweest, een ieder naar zijn kracht,
7197 Eze 22:11 | 11 Daartoe heeft de een gruwel gedaan met zijns
7198 Eze 22:11 | zijns naasten huisvrouw, en een ander heeft zijns zoons
7199 Eze 22:11 | schandelijkheid verontreinigd; nog een ander heeft in u zijn zuster,
7200 Eze 22:24 | zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd
7201 Eze 22:25 | het midden van haar als een brullende leeuw, die een
7202 Eze 22:25 | een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de
7203 Eze 22:27 | van haar als wolven, die een roof roven, om bloed te
7204 Eze 22:30 | 30 Ik zocht nu een man uit hen, die den muur
7205 Eze 23:2 | twee vrouwen, dochteren van een moeder. ~
7206 Eze 23:10 | het zwaard; en zij kreeg een naam onder de vrouwen, nadat
7207 Eze 23:15 | 15 Gegord met een gordel aan hun lenden, hebbende
7208 Eze 23:24 | wagenen en wielen, en met een vergadering van volken,
7209 Eze 23:33 | van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting en
7210 Eze 23:40 | komen; tot dewelken als een bode gezonden was, ziet,
7211 Eze 23:41 | 41 En gij zat op een heerlijk bed, voor hetwelk
7212 Eze 23:41 | heerlijk bed, voor hetwelk een tafel toegericht was, en
7213 Eze 23:42 | armringen aan haar handen, en een sierlijke kroon op haar
7214 Eze 23:44 | in, gelijk men ingaat tot een vrouw, die een hoer is;
7215 Eze 23:44 | ingaat tot een vrouw, die een hoer is; alzo gingen zij
7216 Eze 23:46 | zegt de Heere HEERE: Ik zal een vergadering tegen haar doen
7217 Eze 24:3 | 3 En gebruik een gelijkenis tot dat wederspannig
7218 Eze 24:3 | zegt de Heere HEERE: Zet een pot toe, zet hem toe, en
7219 Eze 24:5 | van de kudde, en stook ook een brandstapel van de beenderen
7220 Eze 24:7 | het midden van haar; op een gladde steenrots heeft zij
7221 Eze 24:8 | heb Ik ook haar bloed op een gladde steenrots gelegd,
7222 Eze 24:16 | ogen van u wegnemen door een plage; nochtans zult gij
7223 Eze 24:23 | ongerechtigheden versmachten, en een iegelijk tegen zijn
7224 Eze 24:24 | zal ulieden Ezechiel tot een wonderteken zijn; naar alles,
7225 Eze 24:26 | Dat ten zelfden dage een ontkomene tot u zal komen,
7226 Eze 24:27 | zijn; alzo zult gij hun tot een wonderteken zijn, en zij
7227 Eze 25:4 | het oosten overgeven tot een bezitting, dat zij hun burgen
7228 Eze 25:5 | En Ik zal Rabba tot een kemelstal maken, en de kinderen
7229 Eze 25:5 | en de kinderen Ammons tot een schaapskooi; en gij zult
7230 Eze 25:13 | uitroeien; en zal haar tot een woestheid stellen van Theman
7231 Eze 25:15 | plundering, om te vernielen door een eeuwige vijandschap; ~
7232 Eze 26:4 | wegvagen, en zal haar tot een gladde steenrots maken. ~
7233 Eze 26:8 | sterkten tegen u maken, en een wal tegen u opwerpen, en
7234 Eze 26:11 | het zwaard doden, en elk een van de kolommen uwer sterkten
7235 Eze 26:14 | Ja, Ik zal u maken tot een gladde steenrots; gij zult
7236 Eze 26:17 | 17 En zij zullen een klaaglied over u opheffen,
7237 Eze 26:19 | Als Ik u zal stellen tot een verwoeste stad, gelijk de
7238 Eze 26:19 | niet bewoond worden; als Ik een afgrond over u zal doen
7239 Eze 26:21 | 21 Maar u zal Ik tot een groten schrik stellen, en
7240 Eze 27:2 | Gij dan, mensenkind! hef een klaaglied op over Tyrus; ~
7241 Eze 27:7 | uitbreidsel, dat het u tot een zeil ware; hemelsblauw en
7242 Eze 27:15 | ebbenhout gaven zij u weder tot een verering. ~
7243 Eze 27:32 | zij zullen in hun gekerm een klaaglied over u opheffen,
7244 Eze 27:36 | fluiten u aan; gij zijt een grote schrik geworden, en
7245 Eze 28:2 | hart der zeeen! daar gij een mens en geen God zijt,
7246 Eze 28:9 | zeggen: Ik ben God? daar gij een mens zijt en geen God, in
7247 Eze 28:12 | 12 Mensenkind! hef een klaaglied op over den koning
7248 Eze 28:14 | 14 Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub;
7249 Eze 28:18 | ontheiligd; daarom heb Ik een vuur uit het midden van
7250 Eze 28:19 | over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en
7251 Eze 29:6 | omdat zij den huize Israels een rietstaf geweest zijn. ~
7252 Eze 29:9 | Egypteland zal worden tot een wildernis en woestheid,
7253 Eze 29:12 | zal Egypteland stellen tot een verwoesting in het midden
7254 Eze 29:12 | landen, en zijn steden zullen een woestheid zijn in het midden
7255 Eze 29:14 | koophandels; en aldaar zullen zij een nederig koninkrijk zijn. ~
7256 Eze 29:16 | Israels niet meer zijn tot een vertrouwen, dat der ongerechtigheid
7257 Eze 29:18 | van Babel, heeft zijn heir een groten dienst doen dienen
7258 Eze 30:3 | dag des HEEREN is nabij, een wolkige dag, het zal der
7259 Eze 30:8 | Ik de HEERE ben, als Ik een vuur in Egypte zal hebben
7260 Eze 30:13 | uit Egypteland; en Ik zal een vreze in Egypteland
7261 Eze 30:14 | zal Pathros verwoesten, en een vuur leggen in Zoan; en
7262 Eze 30:16 | 16 En Ik zal een vuur in Egypte leggen; Sin
7263 Eze 30:18 | haar zal ophouden; haar zal een wolk bedekken, en haar
7264 Eze 30:21 | pleisters op te leggen, met een windeldoek aan te doen,
7265 Eze 30:24 | aangezicht zal kermen, gelijk een dodelijk verwonde kermt. ~
7266 Eze 31:3 | 3 Zie, Assur was een ceder op den Libanon, schoon
7267 Eze 31:15 | helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil
7268 Eze 32:2 | 2 Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao,
7269 Eze 32:2 | en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen
7270 Eze 32:2 | gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeen,
7271 Eze 32:3 | over u uitspreiden door een vergadering van vele volken;
7272 Eze 32:8 | uwentwil zwart maken; en Ik zal een duisternis over uw land
7273 Eze 32:10 | elk ogenblik sidderen, een ieder voor zijn ziel, ten
7274 Eze 32:15 | Egypteland zal hebben gesteld tot een verwoesting, en het land
7275 Eze 32:23 | gevallen door het zwaard, die een schrik gaven in het land
7276 Eze 32:25 | verslagenen hebben zij haar een legerstede gesteld onder
7277 Eze 32:25 | van het zwaard, omdat een schrik van hen gegeven is
7278 Eze 33:2 | breng, en het volk des lands een man uit hun einden nemen,
7279 Eze 33:2 | dien voor zich tot een wachter stellen; ~
7280 Eze 33:4 | 4 En een, die het geluid der bazuin
7281 Eze 33:6 | het zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg; die
7282 Eze 33:7 | mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het
7283 Eze 33:20 | Ik zal ulieden richten, een ieder naar zijn wegen, o
7284 Eze 33:21 | vijfden der maand, dat er een tot mij kwam, die van Jeruzalem
7285 Eze 33:24 | spreken, zeggende: Abraham was een enig man, en bezat dit land
7286 Eze 33:24 | is ons gegeven tot een erfelijke bezitting. ~
7287 Eze 33:26 | gruwel, en verontreinigt, een ieder de huisvrouw zijns
7288 Eze 33:28 | Want Ik zal het land tot een verwoesting en een schrik
7289 Eze 33:28 | land tot een verwoesting en een schrik stellen, en de hovaardij
7290 Eze 33:29 | ben, als Ik het land tot een verwoesting en een schrik
7291 Eze 33:29 | land tot een verwoesting en een schrik zal gesteld hebben,
7292 Eze 33:30 | deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, een
7293 Eze 33:30 | een spreekt met den ander, een iegelijk met zijn broeder,
7294 Eze 33:32 | En ziet, gij zijt hun als een lied der minnen, als een,
7295 Eze 33:32 | een lied der minnen, als een, die schoon van stem is,
7296 Eze 33:33 | zullen zij weten, dat er een profeet in het midden van
7297 Eze 34:8 | schapen geworden zijn tot een roof, en Mijn schapen al
7298 Eze 34:12 | 12 Gelijk een herder zijn kudde opzoekt,
7299 Eze 34:14 | 14 Op een goede weide zal Ik ze weiden,
7300 Eze 34:14 | zullen zij nederliggen in een goede kooi, en zullen weiden
7301 Eze 34:14 | kooi, en zullen weiden in een vette weide, op de
7302 Eze 34:22 | verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik
7303 Eze 34:23 | 23 En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken,
7304 Eze 34:23 | weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn. ~
7305 Eze 34:24 | Ik, de HEERE, zal hun tot een God zijn; en Mijn knecht
7306 Eze 34:25 | 25 En Ik zal een verbond des vredes met hen
7307 Eze 34:26 | Mijn heuvel, stellen tot een zegen; en Ik zal den plasregen
7308 Eze 34:29 | 29 En Ik zal hun een plant van naam verwekken;
7309 Eze 35:3 | uitstrekken, en zal u stellen tot een verwoesting en een schrik. ~
7310 Eze 35:3 | stellen tot een verwoesting en een schrik. ~
7311 Eze 35:4 | eenzaamheid, en gij zult een verwoesting worden, en zult
7312 Eze 35:5 | 5 Omdat gij een eeuwige vijandschap hebt,
7313 Eze 35:15 | en gans Edom, zal geheel een verwoesting worden;
7314 Eze 36:4 | verlaten steden, die tot een roof en tot een spot geworden
7315 Eze 36:4 | die tot een roof en tot een spot geworden zijn voor
7316 Eze 36:13 | zij tot u zeggen: Gij zijt een land, dat mensen opeet,
7317 Eze 36:13 | mensen opeet, en gij zijt een land, dat uw volken berooft; ~
7318 Eze 36:26 | 26 En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal
7319 Eze 36:26 | nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het
7320 Eze 36:26 | vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven. ~
7321 Eze 36:28 | heb, en gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot
7322 Eze 36:28 | volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn. ~
7323 Eze 36:31 | goed waren; en gij zult een walging van u zelf hebben
7324 Eze 36:34 | worden, in plaats dat het een verwoesting was, voor de
7325 Eze 36:34 | verwoesting was, voor de ogen van een ieder, die er doorging. ~
7326 Eze 36:35 | verwoest was, is geworden als een hof van Eden; en de eenzame,
7327 Eze 37:6 | vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en
7328 Eze 37:7 | bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde,
7329 Eze 37:7 | ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen
7330 Eze 37:8 | kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve,
7331 Eze 37:10 | en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. ~
7332 Eze 37:16 | Gij nu, mensenkind! neem u een hout, en schrijf daarop:
7333 Eze 37:16 | zijn metgezellen; en neem een ander hout, en schrijf daarop:
7334 Eze 37:17 | gij ze dan naderen, het een tot het ander tot een enig
7335 Eze 37:17 | het een tot het ander tot een enig hout; en zij zullen
7336 Eze 37:17 | hout; en zij zullen tot een worden in uw hand. ~
7337 Eze 37:19 | Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen
7338 Eze 37:19 | enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand. ~
7339 Eze 37:22 | En Ik zal ze maken tot een enig volk in het land, op
7340 Eze 37:22 | zij zullen allen te zamen een enigen Koning tot koning
7341 Eze 37:23 | reinigen; zo zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
7342 Eze 37:23 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~
7343 Eze 37:24 | zij zullen allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen
7344 Eze 37:26 | 26 En Ik zal een verbond des vredes met hen
7345 Eze 37:26 | vredes met hen maken, het zal een eeuwig verbond met hen zijn;
7346 Eze 37:27 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen
7347 Eze 37:27 | zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. ~
7348 Eze 38:4 | volkomen wel gekleed zijn, een grote vergadering,
7349 Eze 38:7 | zijn; en wees gij hun tot een wacht. ~
7350 Eze 38:9 | optrekken, gij zult aankomen als een onstuimige verwoesting,
7351 Eze 38:9 | verwoesting, gij zult zijn als een wolk, om het land te bedekken;
7352 Eze 38:10 | zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken, ~
7353 Eze 38:12 | nu bewoond zijn, en tegen een volk, dat uit de heidenen
7354 Eze 38:13 | en have weg te nemen, om een groten buit te buiten? ~
7355 Eze 38:15 | op paarden zullen rijden, een grote vergadering, en een
7356 Eze 38:15 | een grote vergadering, en een machtig heir; ~
7357 Eze 38:16 | tegen Mijn volk Israel, als een wolk, om het land te bedekken;
7358 Eze 38:19 | Zo er niet, te dien dage, een groot beven zal zijn in
7359 Eze 38:21 | Heere HEERE; het zwaard van een ieder zal tegen zijn broeder
7360 Eze 38:22 | en door bloed; en Ik zal een overstelpenden plasregen,
7361 Eze 39:2 | En Ik zal u omwenden, en een zeshaak in u slaan, en u
7362 Eze 39:6 | 6 En Ik zal een vuur zenden in Magog, en
7363 Eze 39:11 | geschieden, dat Ik aan Gog aldaar een grafstede in Israel zal
7364 Eze 39:13 | begraven, en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als
7365 Eze 39:15 | doorgaan, en als iemand een mensenbeen ziet, zo zal
7366 Eze 39:15 | mensenbeen ziet, zo zal hij een merkteken daarbij oprichten;
7367 Eze 39:17 | Ik voor u geslacht heb, een groot slachtoffer, op de
7368 Eze 40:2 | Israels, en Hij zette mij op een zeer hogen berg; en aan
7369 Eze 40:2 | en aan denzelven was als een gebouw ener stad tegen het
7370 Eze 40:3 | gebracht had, ziet, zo was er een man, wiens gedaante was
7371 Eze 40:3 | koper; en in zijn hand was een linnen snoer, en een meetriet;
7372 Eze 40:3 | was een linnen snoer, en een meetriet; en hij stond
7373 Eze 40:5 | 5 En ziet, er was een muur buiten aan het huis,
7374 Eze 40:5 | en in des mans hand was een meetriet van zes ellen,
7375 Eze 40:5 | van zes ellen, elke el van een el en een handbreed, en
7376 Eze 40:5 | ellen, elke el van een el en een handbreed, en hij mat de
7377 Eze 40:5 | breedte des gebouws een riet, en de hoogte een riet. ~
7378 Eze 40:5 | gebouws een riet, en de hoogte een riet. ~
7379 Eze 40:6 | mat den dorpel der poort een riet de breedte, en den
7380 Eze 40:6 | breedte, en den anderen dorpel een riet de breedte. ~
7381 Eze 40:7 | 7 En elk kamertje een riet de lengte, en een riet
7382 Eze 40:7 | kamertje een riet de lengte, en een riet de breedte; en tussen
7383 Eze 40:7 | voorhuis der poort van binnen, een riet. ~
7384 Eze 40:8 | voorhuis der poort van binnen, een riet. ~
7385 Eze 40:12 | 12 En er was een ruim voor aan de kamertjes,
7386 Eze 40:12 | voor aan de kamertjes, van een el van deze, en een ruim
7387 Eze 40:12 | van een el van deze, en een ruim van een el van gene
7388 Eze 40:12 | van deze, en een ruim van een el van gene zijde; en elk
7389 Eze 40:13 | kamertje af tot aan het dak van een ander; de breedte was vijf
7390 Eze 40:17 | ziet, er waren kameren, en een plaveisel, dat gemaakt was
7391 Eze 40:24 | zuiden; en ziet, er was een poort den weg naar het zuiden;
7392 Eze 40:26 | dezelve; en zij had palmbomen, een van deze, en een van gene
7393 Eze 40:26 | palmbomen, een van deze, en een van gene zijde aan haar
7394 Eze 40:27 | 27 Ook was er een poort in het binnenste voorhof,
7395 Eze 40:42 | gehouwen stenen, de lengte een el en een halve, en de breedte
7396 Eze 40:42 | stenen, de lengte een el en een halve, en de breedte een
7397 Eze 40:42 | een halve, en de breedte een el en een halve, en de hoogte
7398 Eze 40:42 | en de breedte een el en een halve, en de hoogte een
7399 Eze 40:42 | een halve, en de hoogte een el; op dezelve nu legde
7400 Eze 40:43 | De haardstenen nu waren een handbreed dik, ordentelijk
7401 Eze 40:44 | weg naar het zuiden; een was er aan de zijde van
7402 Eze 40:49 | er pilaren aan de posten, een van deze, en een van
7403 Eze 40:49 | posten, een van deze, en een van gene zijde. ~ ~
7404 Eze 41:8 | der zijkameren waren van een vol riet, zes ellen, de
7405 Eze 41:10 | En tussen de kameren was een breedte van twintig ellen,
7406 Eze 41:18 | cherubs en palmbomen; zodat er een palmboom was tussen cherub
7407 Eze 42:4 | En voor de kameren was een wandeling van tien ellen
7408 Eze 42:4 | breedte; naar binnen toe, en een weg van een el; en de deuren
7409 Eze 42:4 | binnen toe, en een weg van een el; en de deuren van dezelve
7410 Eze 42:12 | het zuiden waren, was er een deur in het hoofd van den
7411 Eze 42:14 | hebben, want die zijn een heiligheid; en zij zullen
7412 Eze 42:20 | de vier zijden; het had een muur rondom henen, de lengte
7413 Eze 43:6 | 6 En ik hoorde Een, Die met mij sprak, uit
7414 Eze 43:8 | nevens Mijn post, dat er maar een wand tussen Mij en tussen
7415 Eze 43:12 | ganse grens, rondom henen, een heiligheid der heiligheden
7416 Eze 43:13 | naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de
7417 Eze 43:13 | zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van
7418 Eze 43:13 | handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte;
7419 Eze 43:13 | de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde
7420 Eze 43:13 | einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de
7421 Eze 43:14 | twee ellen; en de breedte een el; en van het kleinste
7422 Eze 43:14 | ellen, en de breedte een el. ~
7423 Eze 43:17 | el; en de boezem daaraan, een el rondom; en zijn
7424 Eze 43:19 | om Mij te dienen, geven een var, een jong rund, ten
7425 Eze 43:19 | te dienen, geven een var, een jong rund, ten zondoffer. ~
7426 Eze 43:21 | hij zal hem verbranden in een bestelde plaats van het
7427 Eze 43:22 | den tweeden dag zult gij een volkomen geitenbok offeren
7428 Eze 43:23 | 23 Als gij een einde zult gemaakt hebben
7429 Eze 43:23 | ontzondigen, dan zult gij een var, een volkomen jong rund,
7430 Eze 43:23 | ontzondigen, dan zult gij een var, een volkomen jong rund, offeren,
7431 Eze 43:23 | volkomen jong rund, offeren, en een volkomen ram van de kudde. ~
7432 Eze 43:25 | dagen zult gij dagelijks een bok des zondoffers bereiden;
7433 Eze 43:25 | bereiden; ook zullen zij een var, een jong rund, en een
7434 Eze 43:25 | ook zullen zij een var, een jong rund, en een ram van
7435 Eze 43:25 | een var, een jong rund, en een ram van de kudde, beide
7436 Eze 43:27 | bereiden; en Ik zal een welgevallen aan ulieden
7437 Eze 44:12 | en den huize Israels tot een aanstoot der ongerechtigheid
7438 Eze 44:22 | van het huis Israels, of een weduwe, die een weduwe zal
7439 Eze 44:22 | Israels, of een weduwe, die een weduwe zal geweest zijn
7440 Eze 44:22 | zal geweest zijn van een priester, zullen zij nemen. ~
7441 Eze 44:24 | 24 En over een twistzaak zullen zij staan
7442 Eze 44:25 | Ook zal geen van hen tot een doden mens ingaan, dat hij
7443 Eze 44:25 | hij onrein worde; maar om een vader, of om een moeder,
7444 Eze 44:25 | maar om een vader, of om een moeder, of om een zoon,
7445 Eze 44:25 | of om een moeder, of om een zoon, of om een dochter,
7446 Eze 44:25 | moeder, of om een zoon, of om een dochter, om een broeder
7447 Eze 44:25 | zoon, of om een dochter, om een broeder of om een zuster,
7448 Eze 44:25 | dochter, om een broeder of om een zuster, die geens mans
7449 Eze 44:28 | Dit nu zal hun tot een erfenis zijn: Ik ben hun
7450 Eze 45:1 | in erfenis, zo zult gij een hefoffer den HEERE offeren,
7451 Eze 45:1 | hefoffer den HEERE offeren, tot een heilige plaats, van het
7452 Eze 45:2 | vijftig ellen hebben tot een buitenruim rondom. ~
7453 Eze 45:4 | 4 Dat zal een heilige plaats zijn van
7454 Eze 45:4 | te dienen; en het zal hun een plaats zijn tot huizen,
7455 Eze 45:4 | zijn tot huizen, en een heilige plaats voor het
7456 Eze 45:5 | tien duizend, hunlieden tot een bezitting, voor twintig
7457 Eze 45:7 | lengte zal zijn tegenover een der delen, van de westergrens
7458 Eze 45:8 | aangaande, het zal hem tot een bezitting zijn in Israel;
7459 Eze 45:10 | 10 Een rechte waag, en een rechte
7460 Eze 45:10 | Een rechte waag, en een rechte efa, en een rechte
7461 Eze 45:10 | waag, en een rechte efa, en een rechte bath zult gijlieden
7462 Eze 45:11 | 11 Een efa en een bath zullen van
7463 Eze 45:11 | 11 Een efa en een bath zullen van enerlei
7464 Eze 45:11 | van enerlei mate zijn, dat een bath het tiende deel van
7465 Eze 45:11 | bath het tiende deel van een homer houde; ook een efa
7466 Eze 45:11 | van een homer houde; ook een efa het tiende deel van
7467 Eze 45:11 | efa het tiende deel van een homer; de mate daarvan zal
7468 Eze 45:12 | vijftien sikkelen, zal ulieden een pond zijn. ~
7469 Eze 45:13 | zult: het zesde deel van een efa van een homer tarwe;
7470 Eze 45:13 | zesde deel van een efa van een homer tarwe; ook zult gij
7471 Eze 45:13 | zult gij het zesde deel van een efa geven van een homer
7472 Eze 45:13 | deel van een efa geven van een homer gerst. ~
7473 Eze 45:14 | inzetting van olie, van een bath olie; gij zult offeren
7474 Eze 45:14 | offeren het tiende deel van een bath uit een kor, hetwelk
7475 Eze 45:14 | tiende deel van een bath uit een kor, hetwelk is een homer
7476 Eze 45:14 | uit een kor, hetwelk is een homer van tien bath, want
7477 Eze 45:14 | bath, want tien bath zijn een homer. ~
7478 Eze 45:15 | 15 Voorts een lam uit de kudde, uit de
7479 Eze 45:18 | eersten der maand, zult gij een volkomen var, een jong rund,
7480 Eze 45:18 | zult gij een volkomen var, een jong rund, nemen; en gij
7481 Eze 45:21 | ulieden het pascha zijn; een feest van zeven dagen, ongezuurde
7482 Eze 45:22 | volk des lands, bereiden een var des zondoffers. ~
7483 Eze 45:23 | dagen van het feest zal hij een brandoffer den HEERE bereiden,
7484 Eze 45:23 | de zeven dagen lang, en een zondoffer van een geitenbok,
7485 Eze 45:23 | en een zondoffer van een geitenbok, dagelijks. ~
7486 Eze 45:24 | 24 Ook zal hij een spijsoffer bereiden, een
7487 Eze 45:24 | een spijsoffer bereiden, een efa tot een var, en een
7488 Eze 45:24 | spijsoffer bereiden, een efa tot een var, en een efa tot een
7489 Eze 45:24 | een efa tot een var, en een efa tot een ram; en een
7490 Eze 45:24 | een var, en een efa tot een ram; en een hin olie tot
7491 Eze 45:24 | een efa tot een ram; en een hin olie tot een efa. ~
7492 Eze 45:24 | ram; en een hin olie tot een efa. ~
7493 Eze 46:4 | zes volkomen lammeren, en een volkomen ram. ~
7494 Eze 46:5 | En het spijsoffer, een efa tot den ram, maar tot
7495 Eze 46:5 | lammeren zal het spijsoffer een gave zijner hand zijn; en
7496 Eze 46:5 | zijner hand zijn; en olie, een hin tot een efa. ~
7497 Eze 46:5 | zijn; en olie, een hin tot een efa. ~
7498 Eze 46:6 | dag van de nieuwe maan, een var, een jong rund, van
7499 Eze 46:6 | de nieuwe maan, een var, een jong rund, van de volkomene,
7500 Eze 46:6 | volkomene, en zes lammeren, en een ram; volkomen zullen zij
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527 |