1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527
Book Chapter: Verse
8001 Nah 1:14 | beelden; Ik zal u daar een graf maken, als gij zult
8002 Nah 2:7 | zullen haar geleiden, als met een stem der duiven, trommelende
8003 Nah 2:8 | 8 Nineve is wel als een watervijver, van de dagen
8004 Nah 2:10 | aangezichten betrekken, als een pot. ~
8005 Nah 3:3 | der verslagenen zijn, en een zware menigte der dode lichamen;
8006 Nah 3:6 | schande maken, en Ik zal u als een spiegel stellen. ~
8007 Nah 3:11 | verbergen; ook zult gij een sterkte zoeken vanwege den
8008 Zep 1:7 | nabij; want de HEERE heeft een slachtoffer bereid, Hij
8009 Zep 1:10 | dage, spreekt de HEERE, een stem des gekrijts zijn van
8010 Zep 1:10 | zijn van de Vispoort af, en een gehuil van het tweede gedeelte,
8011 Zep 1:10 | het tweede gedeelte, en een grote breuk van de heuvelen
8012 Zep 1:15 | 15 Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn;
8013 Zep 1:15 | der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des
8014 Zep 1:15 | benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting,
8015 Zep 1:15 | woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der
8016 Zep 1:15 | duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der
8017 Zep 1:16 | 16 Een dag der bazuin en des geklanks
8018 Zep 1:18 | worden; want Hij zal een voleinding maken, gewisselijk,
8019 Zep 1:18 | voleinding maken, gewisselijk, een haastige, met al de inwoners
8020 Zep 2:9 | kinderen Ammons als Gomorra, een netelheide, en een
8021 Zep 2:9 | een netelheide, en een zoutgroeve, en een verwoesting
8022 Zep 2:9 | en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid!
8023 Zep 2:11 | aarde doen uitteren; en een iegelijk uit zijn plaats
8024 Zep 2:13 | Hij zal Nineve stellen tot een verwoesting, droog als een
8025 Zep 2:13 | een verwoesting, droog als een woestijn. ~
8026 Zep 2:14 | granaatappelen vernachten; een stem zal in het venster
8027 Zep 2:15 | geworden tot woestheid, een rustplaats van het
8028 Zep 2:15 | rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt,
8029 Zep 3:9 | dan zal Ik tot de volken een reine spraak wenden; opdat
8030 Zep 3:9 | opdat zij Hem dienen met een eenparigen schouder. ~
8031 Zep 3:12 | midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die
8032 Zep 3:17 | is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal;
8033 Zep 3:18 | zijn uit u; de schimping is een last op haar. ~
8034 Zep 3:19 | en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in
8035 Zep 3:19 | stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse
8036 Zep 3:20 | Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder
8037 Zep 3:20 | zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der
8038 Zac 1:8 | zag des nachts, en ziet, een Man rijdende op een rood
8039 Zac 1:8 | ziet, een Man rijdende op een rood paard, en Hij stond
8040 Zac 1:14 | Jeruzalem en over Sion met een groten ijver. ~
8041 Zac 1:15 | 15 En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd
8042 Zac 1:15 | geruste heidenen; want Ik was een weinig toornig, maar zij
8043 Zac 2:1 | ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was
8044 Zac 2:1 | man, en in zijn hand was een meetsnoer. ~
8045 Zac 2:3 | mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem
8046 Zac 2:5 | wezen, spreekt de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik
8047 Zac 2:9 | zij zullen hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden
8048 Zac 2:11 | worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in
8049 Zac 3:2 | Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? ~
8050 Zac 3:5 | Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd
8051 Zac 3:8 | aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken; want ziet,
8052 Zac 3:9 | ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen. ~
8053 Zac 3:10 | heirscharen, zult gijlieden een iegelijk zijn naaste nodigen
8054 Zac 4:1 | Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap
8055 Zac 4:2 | zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar,
8056 Zac 4:2 | geheel gouden kandelaar, en een oliekruikje boven deszelfs
8057 Zac 4:3 | twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het
8058 Zac 4:3 | van het oliekruikje, en een tot deszelfs linkerzijde. ~
8059 Zac 4:7 | Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld; want hij zal
8060 Zac 5:1 | op, en ik zag; en ziet, een vliegende rol. ~
8061 Zac 5:2 | gij? En ik zeide: Ik zie een vliegende rol, welker lengte
8062 Zac 5:3 | over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal
8063 Zac 5:3 | uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die valselijk
8064 Zac 5:6 | dat? En Hij zeide: Dit is een efa, die voortkomt. Verder
8065 Zac 5:7 | 7 En ziet, een plaat van lood werd opgeheven,
8066 Zac 5:7 | werd opgeheven, en er was een vrouw, zittende in het midden
8067 Zac 5:11 | Hij zeide tot mij: Om haar een huis te bouwen in het land
8068 Zac 6:12 | heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE,
8069 Zac 6:14 | den zoon van Zefanja, tot een gedachtenis in den tempel
8070 Zac 7:9 | heirscharen, zeggende: Richt een waarachtig gericht, en doet
8071 Zac 7:9 | goedertierenheid en barmhartigheden, de een aan den ander; ~
8072 Zac 7:10 | denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad. ~
8073 Zac 7:12 | zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij niet
8074 Zac 7:12 | waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE
8075 Zac 7:14 | het gewenste land tot een verwoesting. ~ ~ ~ ~ ~
8076 Zac 8:2 | heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja, met grote
8077 Zac 8:3 | Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de
8078 Zac 8:3 | HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid. ~
8079 Zac 8:4 | de straten van Jeruzalem; een ieder zal zijn stok in zijn
8080 Zac 8:8 | zullen; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun
8081 Zac 8:8 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, in waarheid en
8082 Zac 8:10 | Ik zond alle mensen, een iegelijk tegen zijn naaste.
8083 Zac 8:13 | huis Israels, geweest zijt een vloek onder de heidenen,
8084 Zac 8:13 | ulieden behoeden, en gij zult een zegening wezen; vreest
8085 Zac 8:16 | zult: spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste;
8086 Zac 8:16 | oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw
8087 Zac 8:17 | 17 En denkt niet de een des anderen kwaad in ulieder
8088 Zac 8:17 | in ulieder hart; en hebt een valsen eed niet lief; want
8089 Zac 8:23 | slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende:
8090 Zac 9:1 | rust; want de HEERE heeft een oog over den mens, gelijk
8091 Zac 9:7 | overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron
8092 Zac 9:9 | rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende
8093 Zac 9:9 | Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen,
8094 Zac 9:9 | rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der
8095 Zac 9:9 | en op een veulen, een jong der ezelinnen. ~
8096 Zac 9:13 | hebben als het zwaard van een held. ~
8097 Zac 9:14 | pijlen zullen uitvaren als een bliksem; en de Heere HEERE
8098 Zac 9:15 | zij zullen ook drinken, en een gedruis maken als de
8099 Zac 9:16 | zullen in Zijn land, als een banier, opgericht worden. ~
8100 Zac 10:7 | En zij zullen zijn als een held van Efraim, en hun
8101 Zac 11:3 | 3 Er is een stem des gehuils der herderen,
8102 Zac 11:3 | heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der jonge
8103 Zac 11:5 | het voor geen schuld; en een ieder dergenen, die ze verkopen,
8104 Zac 11:7 | genomen twee stokken, den een heb ik genoemd LIEFELIJKHEID,
8105 Zac 11:8 | En ik heb drie herders in een maand afgesneden; want mijn
8106 Zac 11:8 | geworden, en ook had hun ziel een walg van mij. ~
8107 Zac 11:9 | dat de overgeblevenen de een des anderen vlees verslinden. ~
8108 Zac 11:13 | henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik
8109 Zac 11:16 | 16 Want ziet, Ik zal een herder verwekken in dit
8110 Zac 12:2 | zal Jeruzalem stellen tot een drinkschaal der zwijmeling
8111 Zac 12:3 | Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen allen volken;
8112 Zac 12:5 | van Jeruzalem zullen mij een sterkte zijn in den HEERE
8113 Zac 12:6 | leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder het hout,
8114 Zac 12:6 | haard onder het hout, en als een vurige fakkel onder de schoven;
8115 Zac 12:10 | als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen
8116 Zac 12:10 | men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. ~
8117 Zac 13:1 | 1 Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor
8118 Zac 13:4 | beschaamd zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht,
8119 Zac 13:5 | ben geen profeet, ik ben een man, die het land bouwt;
8120 Zac 13:5 | die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe geworven
8121 Zac 14:4 | het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn;
8122 Zac 14:7 | 7 Maar het zal een enige dag zijn, die den
8123 Zac 14:9 | te dien dage zal de HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
8124 Zac 14:9 | HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
8125 Zac 14:10 | ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden,
8126 Zac 14:12 | gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, daar hij
8127 Zac 14:12 | doen uitteren; en een iegelijks ogen zullen uitteren
8128 Zac 14:12 | zullen uitteren in hun holen; een eens iegelijks tong zal
8129 Zac 14:13 | dage geschieden, dat er een groot gedruis van den HEERE
8130 Zac 14:13 | hen zal wezen, zodat zij een ieder zijns naasten hand
8131 Zac 14:13 | hand zullen aangrijpen, een eens ieders hand zal
8132 Mal 1:3 | zijn bergen gesteld tot een verwoesting, en zijn erve
8133 Mal 1:4 | Landpale der goddeloosheid, en een volk, op hetwelk de HEERE
8134 Mal 1:6 | 6 Een zoon zal den vader eren,
8135 Mal 1:6 | zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik
8136 Mal 1:6 | knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer?
8137 Mal 1:6 | waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze?
8138 Mal 1:8 | dat toch uw vorst; zal hij een welgevallen aan u hebben?
8139 Mal 1:11 | reukwerk toegebracht worden, en een rein spijsoffer; want
8140 Mal 1:13 | Nog zegt gij: Ziet, wat een vermoeidheid! maar gij zoudt
8141 Mal 1:14 | vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft,
8142 Mal 1:14 | verdorven is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE
8143 Mal 2:5 | vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze; en hij vreesde Mij,
8144 Mal 2:7 | wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen. ~
8145 Mal 2:10 | Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God
8146 Mal 2:10 | allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom
8147 Mal 2:10 | wij dan trouwelooslijk de een tegen den ander, ontheiligende
8148 Mal 2:11 | trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan in Israel,
8149 Mal 2:14 | Waarom? Daarom dat de HEERE een Getuige geweest is, tussen
8150 Mal 2:15 | Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij des
8151 Mal 2:15 | maar dien enen? Hij zocht een zaad Gods. Daarom, wacht
8152 Mal 3:2 | zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep der
8153 Mal 3:5 | oordeel naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen
8154 Mal 3:8 | 8 Zal een mens God beroven? Maar gij
8155 Mal 3:9 | 9 Met een vloek zijt gij vervloekt,
8156 Mal 3:12 | noemen; want gijlieden zult een lustig land zijn, zegt de
8157 Mal 3:16 | spreken, die den HEERE vrezen, een ieder tot zijn naaste: De
8158 Mal 3:16 | toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht
8159 Mal 3:17 | dien Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en Ik zal
8160 Mal 3:17 | hen verschonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont,
8161 Mal 4:1 | dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen,
8162 Mal 4:1 | wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige
8163 Matt 1:21 | 21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult
8164 Matt 1:23 | maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult
8165 Matt 2:12 | Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun
8166 Matt 2:18 | 18 Een stem is in Rama gehoord,
8167 Matt 2:27 | kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden;
8168 Matt 2:32 | Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat
8169 Matt 2:39 | Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. ~
8170 Matt 2:40 | 17 En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende:
8171 Matt 4:6 | eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot. ~
8172 Matt 4:8 | nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde
8173 Matt 4:16 | in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en dengenen,
8174 Matt 4:16 | des doods, denzelven is een licht opgegaan. ~
8175 Matt 5:1 | ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten
8176 Matt 5:14 | zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende,
8177 Matt 5:14 | wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet
8178 Matt 5:15 | 15 Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder
8179 Matt 5:15 | kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar,
8180 Matt 5:15 | onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt
8181 Matt 5:18 | voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van
8182 Matt 5:18 | zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan,
8183 Matt 5:19 | 19 Zo wie dan een van deze minste geboden
8184 Matt 5:28 | Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve
8185 Matt 5:29 | want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet
8186 Matt 5:30 | want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet
8187 Matt 5:31 | verlaten zal, die geve haar een scheidbrief. ~
8188 Matt 5:36 | gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken; ~
8189 Matt 5:41 | En zo wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem
8190 Matt 6:27 | kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? ~
8191 Matt 6:29 | bekleed geweest, gelijk een van deze. ~
8192 Matt 7:4 | oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? ~
8193 Matt 7:8 | 8 Want een iegelijk, die bidt, die
8194 Matt 7:9 | bidden om brood, die hem een steen zal geven? ~
8195 Matt 7:10 | 10 En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem
8196 Matt 7:10 | vis zou bidden, die hem een slang zal geven? ~
8197 Matt 7:16 | hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen
8198 Matt 7:17 | 17 Alzo een ieder goede boom brengt
8199 Matt 7:17 | voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort
8200 Matt 7:18 | 18 Een goede boom kan geen kwade
8201 Matt 7:18 | vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten
8202 Matt 7:19 | 19 Een ieder boom, die geen goede
8203 Matt 7:21 | 21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt:
8204 Matt 7:24 | 24 Een iegelijk dan, die deze Mijn
8205 Matt 7:24 | dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn
8206 Matt 7:24 | voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; ~
8207 Matt 7:26 | 26 En een iegelijk, die deze Mijn
8208 Matt 7:26 | dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden,
8209 Matt 8:2 | 2 En ziet, een melaatse kwam, en aanbad
8210 Matt 8:4 | Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~
8211 Matt 8:5 | ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende
8212 Matt 8:8 | maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal
8213 Matt 8:9 | 9 Want ik ben ook een mens onder de macht van
8214 Matt 8:10 | zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden. ~
8215 Matt 8:19 | 19 En er kwam een zeker Schriftgeleerde tot
8216 Matt 8:21 | 21 En een ander uit Zijn discipelen
8217 Matt 8:24 | 24 En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de
8218 Matt 8:27 | zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden
8219 Matt 8:30 | 30 En verre van hen was een kudde veler zwijnen, weidende. ~
8220 Matt 9:1 | ziet, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. ~
8221 Matt 9:1 | tot Hem een geraakte, op een bed liggende. ~
8222 Matt 9:9 | van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten,
8223 Matt 9:16 | 16 Ook zet niemand een lap ongevold laken op een
8224 Matt 9:16 | een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs
8225 Matt 9:16 | van het kleed, en er wordt een ergere scheur. ~
8226 Matt 9:18 | dingen tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem,
8227 Matt 9:20 | 20 (En ziet, een vrouw die twaalf jaren het
8228 Matt 9:32 | zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den
8229 Matt 10:29 | Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En
8230 Matt 10:29 | penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde
8231 Matt 10:32 | 32 Een iegelijk dan, die Mij belijden
8232 Matt 10:41 | 41 Die een profeet ontvangt in den
8233 Matt 10:41 | profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in
8234 Matt 10:42 | 42 En zo wie een van deze kleinen te drinken
8235 Matt 10:42 | drinken geeft alleenlijk een beker koud water, in den
8236 Matt 11:3 | komen zou, of verwachten wij een anderen? ~
8237 Matt 11:7 | woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds
8238 Matt 11:8 | zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen
8239 Matt 11:9 | zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook
8240 Matt 11:9 | zeg u, ook veel meer dan een profeet. ~
8241 Matt 11:19 | en zij zeggen: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper
8242 Matt 11:19 | Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is,
8243 Matt 11:19 | vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en
8244 Matt 12:1 | dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide,
8245 Matt 12:6 | 6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel,
8246 Matt 12:8 | Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. ~
8247 Matt 12:10 | 10 En ziet, er was een mens, die een dorre hand
8248 Matt 12:10 | ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden
8249 Matt 12:11 | zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo datzelve
8250 Matt 12:11 | heeft, en zo datzelve op een sabbatdag in een gracht
8251 Matt 12:11 | datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve
8252 Matt 12:12 | 12 Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven?
8253 Matt 12:12 | Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het
8254 Matt 12:18 | Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal
8255 Matt 12:22 | Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten,
8256 Matt 12:25 | gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen
8257 Matt 12:25 | verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat
8258 Matt 12:38 | Meester! wij willen van U wel een teken zien. ~
8259 Matt 12:39 | overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken
8260 Matt 13:2 | vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat,
8261 Matt 13:3 | gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~
8262 Matt 13:4 | En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den
8263 Matt 13:5 | 5 En een ander deel viel op steenachtige
8264 Matt 13:7 | 7 En een ander deel viel in de doornen;
8265 Matt 13:8 | 8 En een ander deel viel in de goede
8266 Matt 13:8 | aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-,
8267 Matt 13:21 | zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking
8268 Matt 13:23 | draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-,
8269 Matt 13:24 | 24 Een andere gelijkenis heeft
8270 Matt 13:24 | der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide
8271 Matt 13:28 | 28 En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat
8272 Matt 13:31 | 31 Een andere gelijkenis heeft
8273 Matt 13:31 | het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in
8274 Matt 13:32 | moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen
8275 Matt 13:33 | 33 Een andere gelijkenis sprak
8276 Matt 13:33 | der hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welken een vrouw
8277 Matt 13:33 | aan een zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in
8278 Matt 13:44 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen,
8279 Matt 13:44 | akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende,
8280 Matt 13:45 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen
8281 Matt 13:46 | 46 Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden,
8282 Matt 13:47 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee,
8283 Matt 13:52 | Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde,
8284 Matt 13:52 | onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit
8285 Matt 13:57 | Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd,
8286 Matt 14:5 | omdat zij hem hielden voor een profeet. ~
8287 Matt 14:8 | zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes
8288 Matt 14:11 | zijn hoofd werd gebracht in een schotel, en het dochtertje
8289 Matt 14:13 | van daar te scheep, naar een woeste plaats alleen; en
8290 Matt 14:14 | En Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk
8291 Matt 14:26 | ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden
8292 Matt 15:5 | moeder zal zeggen: Het is een gave, zo wat u van mij zou
8293 Matt 15:22 | 22 En ziet, een Kananese vrouw, uit die
8294 Matt 15:23 | Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen,
8295 Matt 15:33 | woestijn bekomen, dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? ~
8296 Matt 16:1 | begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou
8297 Matt 16:4 | overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken
8298 Matt 16:14 | en anderen: Jeremia of een van de profeten. ~
8299 Matt 16:23 | Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint
8300 Matt 16:26 | 26 Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld
8301 Matt 16:26 | zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing
8302 Matt 16:27 | engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk vergelden naar
8303 Matt 17:1 | broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen. ~
8304 Matt 17:4 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een
8305 Matt 17:4 | voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~
8306 Matt 17:4 | een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~
8307 Matt 17:5 | Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen
8308 Matt 17:5 | hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende:
8309 Matt 17:14 | gekomen waren, kwam tot Hem een mens, vallende voor Hem
8310 Matt 17:20 | voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad,
8311 Matt 17:20 | gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot
8312 Matt 17:27 | geopend hebbende, zult gij een stater vinden; neem die,
8313 Matt 18:2 | 2 En Jezus een kindeken tot Zich geroepen
8314 Matt 18:5 | 5 En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn
8315 Matt 18:6 | 6 Maar zo wie een van deze kleinen, die in
8316 Matt 18:6 | het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals
8317 Matt 18:9 | u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven
8318 Matt 18:10 | 10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht.
8319 Matt 18:12 | honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware,
8320 Matt 18:14 | Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren
8321 Matt 18:16 | niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in
8322 Matt 18:23 | der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening
8323 Matt 18:24 | rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien
8324 Matt 18:28 | uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten,
8325 Matt 18:35 | niet van harte vergeeft een iegelijk zijn broeder zijn
8326 Matt 19:3 | zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw
8327 Matt 19:5 | gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten,
8328 Matt 19:5 | en die twee zullen tot een vlees zijn; ~
8329 Matt 19:6 | niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd
8330 Matt 19:7 | heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en
8331 Matt 19:9 | anders dan om hoererij, en een andere trouwt, die doet
8332 Matt 19:16 | 16 En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem:
8333 Matt 19:17 | goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt
8334 Matt 19:21 | het den armen, en gij zult een schat hebben in de hemel;
8335 Matt 19:23 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het
8336 Matt 19:24 | Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van
8337 Matt 19:24 | kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke
8338 Matt 19:24 | oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk
8339 Matt 20:1 | Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes, die met
8340 Matt 20:2 | eens geworden was, voor een penning des daags, zond
8341 Matt 20:9 | waren, ontvingen zij ieder een penning. ~
8342 Matt 20:10 | zelven ontvingen ook elk een penning. ~
8343 Matt 20:12 | Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en gij hebt
8344 Matt 20:13 | antwoordende, zeide tot een van hen: Vriend! ik doe
8345 Matt 20:13 | met mij eens geworden voor een penning? ~
8346 Matt 20:21 | twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter- en de ander
8347 Matt 20:28 | en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~
8348 Matt 20:29 | Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. ~
8349 Matt 21:2 | ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden,
8350 Matt 21:2 | ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt
8351 Matt 21:5 | zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde
8352 Matt 21:5 | gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong
8353 Matt 21:5 | ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin. ~
8354 Matt 21:13 | geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd
8355 Matt 21:13 | worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil gemaakt. ~
8356 Matt 21:19 | 19 En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging
8357 Matt 21:24 | zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk indien
8358 Matt 21:26 | houden allen Johannes voor een profeet. ~
8359 Matt 21:28 | 28 Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en
8360 Matt 21:33 | 33 Hoort een andere gelijkenis. Er was
8361 Matt 21:33 | andere gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een
8362 Matt 21:33 | een heer des huizes, die een wijngaard plantte, en zette
8363 Matt 21:33 | wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en groef een
8364 Matt 21:33 | een tuin daarom, en groef een wijnpersbak daarin, en bouwde
8365 Matt 21:33 | wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien
8366 Matt 21:35 | dienstknechten, hebben den een geslagen, en den anderen
8367 Matt 21:41 | hem: Hij zal den kwaden een kwaden dood aandoen, en
8368 Matt 21:42 | hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de
8369 Matt 21:43 | zal weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten
8370 Matt 21:46 | dewijl deze Hem hielden voor een profeet. ~ ~
8371 Matt 22:2 | Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon
8372 Matt 22:2 | zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had; ~
8373 Matt 22:11 | overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde
8374 Matt 22:11 | niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; ~
8375 Matt 22:19 | schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. ~
8376 Matt 22:25 | broeders; en de eerste, een vrouw getrouwd hebbende,
8377 Matt 22:32 | God Jakobs! God is niet een God der doden, maar der
8378 Matt 22:35 | 35 En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde,
8379 Matt 22:35 | 35 En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde, heeft gevraagd,
8380 Matt 22:44 | vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~
8381 Matt 22:46 | 46 En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand
8382 Matt 23:8 | Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk
8383 Matt 23:9 | noemen op de aarde; want Een is uw Vader, namelijk Die
8384 Matt 23:10 | meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, namelijk
8385 Matt 23:15 | omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en
8386 Matt 23:15 | geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal
8387 Matt 23:37 | bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert
8388 Matt 24:2 | Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen steen
8389 Matt 24:8 | al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. ~
8390 Matt 24:14 | wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken;
8391 Matt 24:20 | geschiede des winters, noch op een sabbat. ~
8392 Matt 24:31 | Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid,
8393 Matt 24:40 | twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander
8394 Matt 25:6 | ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom
8395 Matt 25:14 | 14 Want het is gelijk een mens, die buiten 's lands
8396 Matt 25:15 | anderen twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn
8397 Matt 25:15 | twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn vermogen,
8398 Matt 25:19 | 19 En na een langen tijd kwam de heer
8399 Matt 25:24 | Heer, ik kende u, dat gij een hard mens zijt, maaiende,
8400 Matt 25:29 | 29 Want een iegelijk, die heeft, dien
8401 Matt 25:35 | drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt
8402 Matt 25:38 | En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd,
8403 Matt 25:40 | Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders
8404 Matt 25:43 | 43 Ik was een vreemdeling; en gij hebt
8405 Matt 25:44 | hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of
8406 Matt 25:45 | Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan
8407 Matt 26:7 | 7 Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten
8408 Matt 26:7 | Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke
8409 Matt 26:10 | moeite aan? want zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht. ~
8410 Matt 26:12 | heeft zij het gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis. ~
8411 Matt 26:14 | 14 Toen ging een van de twaalven, genaamd
8412 Matt 26:18 | heen in de stad, tot zulk een, en zegt hem: De Meester
8413 Matt 26:21 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~
8414 Matt 26:22 | bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem
8415 Matt 26:36 | Toen ging Jezus met hen in een plaats genaamd Gethsemane,
8416 Matt 26:39 | 39 En een weinig voortgegaan zijnde,
8417 Matt 26:40 | Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? ~
8418 Matt 26:47 | nog sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en
8419 Matt 26:47 | twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden
8420 Matt 26:48 | die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende:
8421 Matt 26:51 | 51 En ziet, een van degenen, die met Jezus
8422 Matt 26:55 | zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden
8423 Matt 26:69 | zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem,
8424 Matt 26:71 | voorpoort uitging, zag hem een andere dienstmaagd, en zeide
8425 Matt 26:72 | loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den
8426 Matt 26:73 | 73 En een weinig daarna, die er stonden,
8427 Matt 27:6 | offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. ~
8428 Matt 27:7 | akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. ~
8429 Matt 27:14 | Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de
8430 Matt 27:15 | stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten,
8431 Matt 27:16 | 16 En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd
8432 Matt 27:28 | ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om; ~
8433 Matt 27:29 | 29 En een kroon van doornen gevlochten
8434 Matt 27:29 | zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter
8435 Matt 27:32 | En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name
8436 Matt 27:38 | moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter
8437 Matt 27:38 | gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker zijde. ~
8438 Matt 27:46 | negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI,
8439 Matt 27:48 | 48 En terstond een van hen toe lopende, nam
8440 Matt 27:48 | van hen toe lopende, nam een spons, en die met edik gevuld
8441 Matt 27:48 | gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te
8442 Matt 27:50 | 50 En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf
8443 Matt 27:57 | avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea,
8444 Matt 27:57 | name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. ~
8445 Matt 27:59 | nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. ~
8446 Matt 27:60 | nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had;
8447 Matt 27:60 | steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur
8448 Matt 27:65 | tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert
8449 Matt 28:2 | 2 En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een
8450 Matt 28:2 | een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende
8451 Matt 28:3 | zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding
8452 Mark 1:6 | gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden,
8453 Mark 1:10 | opengaan, en den Geest, gelijk een duif, op Hem nederdalen. ~
8454 Mark 1:11 | 11 En er geschiedde een stem uit de hemelen: Gij
8455 Mark 1:19 | 19 En van daar een weinig voortgegaan zijnde,
8456 Mark 1:23 | En er was in hun synagoge een mens, met een onreinen geest,
8457 Mark 1:23 | hun synagoge een mens, met een onreinen geest, en hij riep
8458 Mark 1:26 | scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van
8459 Mark 1:35 | Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. ~
8460 Mark 1:40 | 40 En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem,
8461 Mark 1:44 | Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~
8462 Mark 2:3 | sommigen tot Hem, brengende een geraakte, die van vier gedragen
8463 Mark 2:21 | 21 En niemand naait een lap ongevold laken op een
8464 Mark 2:21 | een lap ongevold laken op een oud kleed; anders scheurt
8465 Mark 2:21 | oude kleed, en er wordt een ergere scheur. ~
8466 Mark 2:23 | het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide
8467 Mark 2:28 | is dan de Zoon des mensen een Heere ook van den sabbat. ~ ~
8468 Mark 3:1 | synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde
8469 Mark 3:1 | aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand. ~
8470 Mark 3:4 | doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te
8471 Mark 3:7 | naar de zee; en Hem volgde een grote menigte van Galilea,
8472 Mark 3:8 | omtrent Tyrus en Sidon, een grote menigte, gehoord hebbende,
8473 Mark 3:9 | tot Zijn discipelen, dat een scheepje steeds omtrent
8474 Mark 3:24 | 24 En indien een koninkrijk tegen zichzelf
8475 Mark 3:25 | 25 En indien een huis tegen zichzelf verdeeld
8476 Mark 3:26 | niet bestaan, maar heeft een einde. ~
8477 Mark 3:30 | Want zij zeiden: Hij heeft een onreinen geest. ~
8478 Mark 4:1 | de zee; en er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo
8479 Mark 4:3 | 3 Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~
8480 Mark 4:17 | zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking
8481 Mark 4:26 | Koninkrijk Gods, gelijk of een mens het zaad in de aarde
8482 Mark 4:31 | 31 Namelijk bij een mosterdzaad, hetwelk, wanneer
8483 Mark 4:37 | 37 En er werd een grote storm van wind, en
8484 Mark 4:38 | achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten
8485 Mark 5:2 | ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest; ~
8486 Mark 5:2 | de graven, een mens met een onreinen geest; ~
8487 Mark 5:7 | 7 En met een grote stem roepende, zeide
8488 Mark 5:11 | aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende. ~
8489 Mark 5:21 | andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en
8490 Mark 5:22 | 22 En ziet, er kwam een van de oversten der synagoge,
8491 Mark 5:24 | En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem,
8492 Mark 5:25 | 25 En een zekere vrouw, die twaalf
8493 Mark 6:4 | En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd
8494 Mark 6:8 | den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood,
8495 Mark 6:10 | tot hen: Zo waar gij in een huis zult ingaan, blijft
8496 Mark 6:11 | aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg
8497 Mark 6:15 | en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der
8498 Mark 6:15 | Hij is een profeet, of als een der profeten. ~
8499 Mark 6:20 | Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig en heilig man
8500 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag gekomen was,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527 |