Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
eed 43
eeds 3
eedzwering 4
een 10527
eendrachtelijk 10
eenhonderd 3
eenhoorn 5
Frequency    [«  »]
12370 in
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die

Bijbel

IntraText - Concordances

een

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527

      Book Chapter: Verse
8001 Nah 1:14 | beelden; Ik zal u      daar een graf maken, als gij zult 8002 Nah 2:7 | zullen haar geleiden, als met een stem der duiven, trommelende 8003 Nah 2:8 | 8      Nineve is wel als een watervijver, van de dagen 8004 Nah 2:10 | aangezichten betrekken, als een pot. ~ 8005 Nah 3:3 | der verslagenen zijn, en een zware menigte der dode lichamen; 8006 Nah 3:6 | schande maken, en Ik zal u als een spiegel stellen. ~ 8007 Nah 3:11 | verbergen; ook zult gij een sterkte zoeken vanwege den 8008 Zep 1:7 | nabij; want de HEERE heeft een slachtoffer bereid, Hij 8009 Zep 1:10 | dage, spreekt de HEERE, een stem des gekrijts zijn van 8010 Zep 1:10 | zijn van de Vispoort af, en een gehuil van het tweede gedeelte, 8011 Zep 1:10 | het tweede gedeelte, en een grote breuk van de heuvelen 8012 Zep 1:15 | 15      Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; 8013 Zep 1:15 | der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des 8014 Zep 1:15 | benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, 8015 Zep 1:15 | woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der 8016 Zep 1:15 | duisternis en der donkerheid, een      dag der wolk en der 8017 Zep 1:16 | 16      Een dag der bazuin en des geklanks 8018 Zep 1:18 | worden; want Hij zal      een voleinding maken, gewisselijk, 8019 Zep 1:18 | voleinding maken, gewisselijk, een haastige, met al de inwoners 8020 Zep 2:9 | kinderen Ammons als Gomorra, een netelheide,      en een 8021 Zep 2:9 | een netelheide,      en een zoutgroeve, en een verwoesting 8022 Zep 2:9 | en een zoutgroeve, en een verwoesting tot in eeuwigheid! 8023 Zep 2:11 | aarde doen uitteren; en een iegelijk uit zijn plaats 8024 Zep 2:13 | Hij zal Nineve stellen tot een verwoesting, droog als een 8025 Zep 2:13 | een verwoesting, droog als een woestijn. ~ 8026 Zep 2:14 | granaatappelen vernachten; een stem zal in      het venster 8027 Zep 2:15 | geworden tot woestheid, een rustplaats van het      8028 Zep 2:15 | rustplaats van het      gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, 8029 Zep 3:9 | dan zal Ik tot de volken een reine spraak wenden; opdat 8030 Zep 3:9 | opdat zij Hem dienen met een eenparigen schouder. ~ 8031 Zep 3:12 | midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die 8032 Zep 3:17 | is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; 8033 Zep 3:18 | zijn uit u; de schimping is een last op haar. ~ 8034 Zep 3:19 | en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in 8035 Zep 3:19 | stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse      8036 Zep 3:20 | Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder 8037 Zep 3:20 | zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der 8038 Zac 1:8 | zag des nachts, en ziet, een Man rijdende op een rood 8039 Zac 1:8 | ziet, een Man rijdende op een rood paard, en Hij stond 8040 Zac 1:14 | Jeruzalem en over Sion met een groten ijver. ~ 8041 Zac 1:15 | 15      En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd 8042 Zac 1:15 | geruste heidenen; want Ik was een weinig toornig, maar zij 8043 Zac 2:1 | ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was 8044 Zac 2:1 | man, en in zijn hand was een meetsnoer. ~ 8045 Zac 2:3 | mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging uit, hem 8046 Zac 2:5 | wezen, spreekt de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik 8047 Zac 2:9 | zij zullen hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden 8048 Zac 2:11 | worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in 8049 Zac 3:2 | Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? ~ 8050 Zac 3:5 | Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn hoofd 8051 Zac 3:8 | aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken; want ziet, 8052 Zac 3:9 | ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen. ~ 8053 Zac 3:10 | heirscharen, zult gijlieden een iegelijk zijn naaste nodigen 8054 Zac 4:1 | Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap 8055 Zac 4:2 | zeide: Ik zie, en ziet, een geheel gouden kandelaar, 8056 Zac 4:2 | geheel gouden kandelaar, en een oliekruikje boven deszelfs 8057 Zac 4:3 | twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het 8058 Zac 4:3 | van het oliekruikje, en een tot deszelfs linkerzijde. ~ 8059 Zac 4:7 | Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld; want hij zal 8060 Zac 5:1 | op, en ik zag; en ziet, een vliegende rol. ~ 8061 Zac 5:2 | gij? En ik zeide: Ik zie een vliegende rol, welker lengte 8062 Zac 5:3 | over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal 8063 Zac 5:3 | uitgeroeid worden; desgelijks een      iegelijk, die valselijk 8064 Zac 5:6 | dat? En Hij zeide: Dit is een efa, die voortkomt. Verder 8065 Zac 5:7 | 7      En ziet, een plaat van lood werd opgeheven, 8066 Zac 5:7 | werd opgeheven, en er was een vrouw, zittende in het midden 8067 Zac 5:11 | Hij zeide tot mij: Om haar een huis te bouwen in het land 8068 Zac 6:12 | heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, 8069 Zac 6:14 | den zoon van Zefanja, tot een gedachtenis in den tempel 8070 Zac 7:9 | heirscharen, zeggende: Richt een waarachtig gericht, en doet 8071 Zac 7:9 | goedertierenheid en barmhartigheden, de een aan den ander; ~ 8072 Zac 7:10 | denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad. ~ 8073 Zac 7:12 | zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij niet 8074 Zac 7:12 | waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE 8075 Zac 7:14 | het gewenste land tot een verwoesting. ~  ~  ~  ~ ~ 8076 Zac 8:2 | heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja, met grote 8077 Zac 8:3 | Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de 8078 Zac 8:3 | HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid. ~ 8079 Zac 8:4 | de straten van Jeruzalem; een ieder zal zijn stok in zijn 8080 Zac 8:8 | zullen; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun 8081 Zac 8:8 | zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, in waarheid en 8082 Zac 8:10 | Ik zond      alle mensen, een iegelijk tegen zijn naaste. 8083 Zac 8:13 | huis Israels, geweest zijt een vloek onder de heidenen, 8084 Zac 8:13 | ulieden behoeden, en gij zult een zegening      wezen; vreest 8085 Zac 8:16 | zult: spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; 8086 Zac 8:16 | oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw 8087 Zac 8:17 | 17      En denkt niet de een des anderen kwaad in ulieder 8088 Zac 8:17 | in ulieder hart; en hebt een valsen eed niet lief; want 8089 Zac 8:23 | slip grijpen zullen van een Joodsen      man, zeggende: 8090 Zac 9:1 | rust; want de HEERE heeft een oog over den mens, gelijk 8091 Zac 9:7 | overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron 8092 Zac 9:9 | rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende 8093 Zac 9:9 | Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een      veulen, 8094 Zac 9:9 | rijdende op een ezel, en op een      veulen, een jong der 8095 Zac 9:9 | en op een      veulen, een jong der ezelinnen. ~ 8096 Zac 9:13 | hebben als het zwaard van een held. ~ 8097 Zac 9:14 | pijlen zullen uitvaren als een bliksem; en de Heere HEERE 8098 Zac 9:15 | zij zullen ook drinken, en een gedruis maken als      de 8099 Zac 9:16 | zullen in Zijn land, als een banier, opgericht worden. ~ 8100 Zac 10:7 | En zij zullen zijn als een held van Efraim, en hun 8101 Zac 11:3 | 3      Er is een stem des gehuils der herderen, 8102 Zac 11:3 | heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der jonge 8103 Zac 11:5 | het voor geen schuld; en een ieder dergenen, die ze verkopen, 8104 Zac 11:7 | genomen twee stokken, den een heb ik genoemd LIEFELIJKHEID, 8105 Zac 11:8 | En ik heb drie herders in een maand afgesneden; want mijn 8106 Zac 11:8 | geworden, en ook had hun ziel een walg van mij. ~ 8107 Zac 11:9 | dat de overgeblevenen de een des anderen vlees verslinden. ~ 8108 Zac 11:13 | henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik 8109 Zac 11:16 | 16      Want ziet, Ik zal een herder verwekken in dit 8110 Zac 12:2 | zal Jeruzalem stellen tot een drinkschaal der zwijmeling 8111 Zac 12:3 | Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen allen volken; 8112 Zac 12:5 | van Jeruzalem zullen mij een sterkte zijn in den HEERE 8113 Zac 12:6 | leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder het hout, 8114 Zac 12:6 | haard onder het hout, en als een vurige fakkel onder de schoven; 8115 Zac 12:10 | als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen 8116 Zac 12:10 | men bitterlijk kermt over een      eerstgeborene. ~ 8117 Zac 13:1 | 1   Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor 8118 Zac 13:4 | beschaamd zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht, 8119 Zac 13:5 | ben geen profeet, ik ben een man, die het land bouwt; 8120 Zac 13:5 | die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe geworven 8121 Zac 14:4 | het      westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; 8122 Zac 14:7 | 7      Maar het zal een enige dag zijn, die den 8123 Zac 14:9 | te dien dage zal de HEERE een zijn, en Zijn Naam een. 8124 Zac 14:9 | HEERE een zijn, en Zijn Naam een. 8125 Zac 14:10 | ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, 8126 Zac 14:12 | gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, daar hij 8127 Zac 14:12 | doen uitteren; en een iegelijks ogen zullen uitteren 8128 Zac 14:12 | zullen uitteren in hun holen; een eens iegelijks tong zal 8129 Zac 14:13 | dage geschieden, dat er een groot gedruis van den HEERE 8130 Zac 14:13 | hen zal wezen, zodat zij een ieder zijns naasten hand 8131 Zac 14:13 | hand zullen aangrijpen, een eens ieders      hand zal 8132 Mal 1:3 | zijn bergen gesteld tot een verwoesting, en zijn erve 8133 Mal 1:4 | Landpale der goddeloosheid, en een volk, op hetwelk de HEERE 8134 Mal 1:6 | 6      Een zoon zal den vader eren, 8135 Mal 1:6 | zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik 8136 Mal 1:6 | knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? 8137 Mal 1:6 | waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? 8138 Mal 1:8 | dat toch uw vorst; zal hij een      welgevallen aan u hebben? 8139 Mal 1:11 | reukwerk toegebracht worden, en een rein      spijsoffer; want 8140 Mal 1:13 | Nog zegt gij: Ziet, wat een vermoeidheid! maar gij zoudt 8141 Mal 1:14 | vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft, 8142 Mal 1:14 | verdorven is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE 8143 Mal 2:5 | vrede; en Ik gaf hem die tot een vreze; en hij vreesde Mij, 8144 Mal 2:7 | wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der heirscharen. ~ 8145 Mal 2:10 | Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God 8146 Mal 2:10 | allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom 8147 Mal 2:10 | wij dan trouwelooslijk de een tegen den ander, ontheiligende 8148 Mal 2:11 | trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan in Israel, 8149 Mal 2:14 | Waarom? Daarom dat de HEERE een Getuige geweest is, tussen 8150 Mal 2:15 | Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij des 8151 Mal 2:15 | maar dien enen? Hij zocht een zaad Gods. Daarom, wacht 8152 Mal 3:2 | zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep der 8153 Mal 3:5 | oordeel naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen 8154 Mal 3:8 | 8      Zal een mens God beroven? Maar gij 8155 Mal 3:9 | 9      Met een vloek zijt gij vervloekt, 8156 Mal 3:12 | noemen; want gijlieden zult een lustig land zijn, zegt de 8157 Mal 3:16 | spreken, die den HEERE vrezen, een ieder tot zijn naaste: De 8158 Mal 3:16 | toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht 8159 Mal 3:17 | dien Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en Ik zal 8160 Mal 3:17 | hen verschonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont, 8161 Mal 4:1 | dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, 8162 Mal 4:1 | wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige 8163 Matt 1:21 | 21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult 8164 Matt 1:23 | maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult 8165 Matt 2:12 | Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun 8166 Matt 2:18 | 18 Een stem is in Rama gehoord, 8167 Matt 2:27 | kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden; 8168 Matt 2:32 | Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat 8169 Matt 2:39 | Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. ~ 8170 Matt 2:40 | 17 En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: 8171 Matt 4:6 | eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot. ~ 8172 Matt 4:8 | nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde 8173 Matt 4:16 | in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en dengenen, 8174 Matt 4:16 | des doods, denzelven is een licht opgegaan. ~ 8175 Matt 5:1 | ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten 8176 Matt 5:14 | zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, 8177 Matt 5:14 | wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet 8178 Matt 5:15 | 15 Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder 8179 Matt 5:15 | kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, 8180 Matt 5:15 | onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt 8181 Matt 5:18 | voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van 8182 Matt 5:18 | zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, 8183 Matt 5:19 | 19 Zo wie dan een van deze minste geboden 8184 Matt 5:28 | Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, om dezelve 8185 Matt 5:29 | want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet 8186 Matt 5:30 | want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet 8187 Matt 5:31 | verlaten zal, die geve haar een scheidbrief. ~ 8188 Matt 5:36 | gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken; ~ 8189 Matt 5:41 | En zo wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem 8190 Matt 6:27 | kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen? ~ 8191 Matt 6:29 | bekleed geweest, gelijk een van deze. ~ 8192 Matt 7:4 | oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? ~ 8193 Matt 7:8 | 8 Want een iegelijk, die bidt, die 8194 Matt 7:9 | bidden om brood, die hem een steen zal geven? ~ 8195 Matt 7:10 | 10 En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem 8196 Matt 7:10 | vis zou bidden, die hem een slang zal geven? ~ 8197 Matt 7:16 | hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen 8198 Matt 7:17 | 17 Alzo een ieder goede boom brengt 8199 Matt 7:17 | voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort 8200 Matt 7:18 | 18 Een goede boom kan geen kwade 8201 Matt 7:18 | vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten 8202 Matt 7:19 | 19 Een ieder boom, die geen goede 8203 Matt 7:21 | 21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: 8204 Matt 7:24 | 24 Een iegelijk dan, die deze Mijn 8205 Matt 7:24 | dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn 8206 Matt 7:24 | voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; ~ 8207 Matt 7:26 | 26 En een iegelijk, die deze Mijn 8208 Matt 7:26 | dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, 8209 Matt 8:2 | 2 En ziet, een melaatse kwam, en aanbad 8210 Matt 8:4 | Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~ 8211 Matt 8:5 | ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende 8212 Matt 8:8 | maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal 8213 Matt 8:9 | 9 Want ik ben ook een mens onder de macht van 8214 Matt 8:10 | zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden. ~ 8215 Matt 8:19 | 19 En er kwam een zeker Schriftgeleerde tot 8216 Matt 8:21 | 21 En een ander uit Zijn discipelen 8217 Matt 8:24 | 24 En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de 8218 Matt 8:27 | zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden 8219 Matt 8:30 | 30 En verre van hen was een kudde veler zwijnen, weidende. ~ 8220 Matt 9:1 | ziet, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. ~ 8221 Matt 9:1 | tot Hem een geraakte, op een bed liggende. ~ 8222 Matt 9:9 | van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, 8223 Matt 9:16 | 16 Ook zet niemand een lap ongevold laken op een 8224 Matt 9:16 | een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs 8225 Matt 9:16 | van het kleed, en er wordt een ergere scheur. ~ 8226 Matt 9:18 | dingen tot hen sprak, ziet, een overste kwam en aanbad Hem, 8227 Matt 9:20 | 20 (En ziet, een vrouw die twaalf jaren het 8228 Matt 9:32 | zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den 8229 Matt 10:29 | Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En 8230 Matt 10:29 | penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde 8231 Matt 10:32 | 32 Een iegelijk dan, die Mij belijden 8232 Matt 10:41 | 41 Die een profeet ontvangt in den 8233 Matt 10:41 | profeten ontvangen; en die een rechtvaardige ontvangt in 8234 Matt 10:42 | 42 En zo wie een van deze kleinen te drinken 8235 Matt 10:42 | drinken geeft alleenlijk een beker koud water, in den 8236 Matt 11:3 | komen zou, of verwachten wij een anderen? ~ 8237 Matt 11:7 | woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds 8238 Matt 11:8 | zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen 8239 Matt 11:9 | zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook 8240 Matt 11:9 | zeg u, ook veel meer dan een profeet. ~ 8241 Matt 11:19 | en zij zeggen: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper 8242 Matt 11:19 | Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, 8243 Matt 11:19 | vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en 8244 Matt 12:1 | dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, 8245 Matt 12:6 | 6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, 8246 Matt 12:8 | Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. ~ 8247 Matt 12:10 | 10 En ziet, er was een mens, die een dorre hand 8248 Matt 12:10 | ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden 8249 Matt 12:11 | zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo datzelve 8250 Matt 12:11 | heeft, en zo datzelve op een sabbatdag in een gracht 8251 Matt 12:11 | datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve 8252 Matt 12:12 | 12 Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? 8253 Matt 12:12 | Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het 8254 Matt 12:18 | Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal 8255 Matt 12:22 | Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, 8256 Matt 12:25 | gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen 8257 Matt 12:25 | verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat 8258 Matt 12:38 | Meester! wij willen van U wel een teken zien. ~ 8259 Matt 12:39 | overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken 8260 Matt 13:2 | vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat, 8261 Matt 13:3 | gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~ 8262 Matt 13:4 | En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den 8263 Matt 13:5 | 5 En een ander deel viel op steenachtige 8264 Matt 13:7 | 7 En een ander deel viel in de doornen; 8265 Matt 13:8 | 8 En een ander deel viel in de goede 8266 Matt 13:8 | aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, 8267 Matt 13:21 | zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking 8268 Matt 13:23 | draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, 8269 Matt 13:24 | 24 Een andere gelijkenis heeft 8270 Matt 13:24 | der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide 8271 Matt 13:28 | 28 En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat 8272 Matt 13:31 | 31 Een andere gelijkenis heeft 8273 Matt 13:31 | het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in 8274 Matt 13:32 | moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen 8275 Matt 13:33 | 33 Een andere gelijkenis sprak 8276 Matt 13:33 | der hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welken een vrouw 8277 Matt 13:33 | aan een zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in 8278 Matt 13:44 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, 8279 Matt 13:44 | akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, 8280 Matt 13:45 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen 8281 Matt 13:46 | 46 Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, 8282 Matt 13:47 | Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net, geworpen in de zee, 8283 Matt 13:52 | Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk Schriftgeleerde, 8284 Matt 13:52 | onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit 8285 Matt 13:57 | Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, 8286 Matt 14:5 | omdat zij hem hielden voor een profeet. ~ 8287 Matt 14:8 | zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes 8288 Matt 14:11 | zijn hoofd werd gebracht in een schotel, en het dochtertje 8289 Matt 14:13 | van daar te scheep, naar een woeste plaats alleen; en 8290 Matt 14:14 | En Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk 8291 Matt 14:26 | ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden 8292 Matt 15:5 | moeder zal zeggen: Het is een gave, zo wat u van mij zou 8293 Matt 15:22 | 22 En ziet, een Kananese vrouw, uit die 8294 Matt 15:23 | Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, 8295 Matt 15:33 | woestijn bekomen, dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? ~ 8296 Matt 16:1 | begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou 8297 Matt 16:4 | overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken 8298 Matt 16:14 | en anderen: Jeremia of een van de profeten. ~ 8299 Matt 16:23 | Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint 8300 Matt 16:26 | 26 Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld 8301 Matt 16:26 | zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing 8302 Matt 16:27 | engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk vergelden naar 8303 Matt 17:1 | broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen. ~ 8304 Matt 17:4 | tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een 8305 Matt 17:4 | voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~ 8306 Matt 17:4 | een, en voor Mozes een, en een voor Elias. ~ 8307 Matt 17:5 | Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen 8308 Matt 17:5 | hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: 8309 Matt 17:14 | gekomen waren, kwam tot Hem een mens, vallende voor Hem 8310 Matt 17:20 | voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, 8311 Matt 17:20 | gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot 8312 Matt 17:27 | geopend hebbende, zult gij een stater vinden; neem die, 8313 Matt 18:2 | 2 En Jezus een kindeken tot Zich geroepen 8314 Matt 18:5 | 5 En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn 8315 Matt 18:6 | 6 Maar zo wie een van deze kleinen, die in 8316 Matt 18:6 | het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals 8317 Matt 18:9 | u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven 8318 Matt 18:10 | 10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. 8319 Matt 18:12 | honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware, 8320 Matt 18:14 | Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren 8321 Matt 18:16 | niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in 8322 Matt 18:23 | der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening 8323 Matt 18:24 | rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien 8324 Matt 18:28 | uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, 8325 Matt 18:35 | niet van harte vergeeft een iegelijk zijn broeder zijn 8326 Matt 19:3 | zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw 8327 Matt 19:5 | gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, 8328 Matt 19:5 | en die twee zullen tot een vlees zijn; ~ 8329 Matt 19:6 | niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd 8330 Matt 19:7 | heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en 8331 Matt 19:9 | anders dan om hoererij, en een andere trouwt, die doet 8332 Matt 19:16 | 16 En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: 8333 Matt 19:17 | goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch wilt 8334 Matt 19:21 | het den armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; 8335 Matt 19:23 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het 8336 Matt 19:24 | Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van 8337 Matt 19:24 | kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke 8338 Matt 19:24 | oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk 8339 Matt 20:1 | Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes, die met 8340 Matt 20:2 | eens geworden was, voor een penning des daags, zond 8341 Matt 20:9 | waren, ontvingen zij ieder een penning. ~ 8342 Matt 20:10 | zelven ontvingen ook elk een penning. ~ 8343 Matt 20:12 | Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en gij hebt 8344 Matt 20:13 | antwoordende, zeide tot een van hen: Vriend! ik doe 8345 Matt 20:13 | met mij eens geworden voor een penning? ~ 8346 Matt 20:21 | twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter- en de ander 8347 Matt 20:28 | en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~ 8348 Matt 20:29 | Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. ~ 8349 Matt 21:2 | ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, 8350 Matt 21:2 | ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt 8351 Matt 21:5 | zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde 8352 Matt 21:5 | gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong 8353 Matt 21:5 | ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin. ~ 8354 Matt 21:13 | geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd 8355 Matt 21:13 | worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil gemaakt. ~ 8356 Matt 21:19 | 19 En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging 8357 Matt 21:24 | zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk indien 8358 Matt 21:26 | houden allen Johannes voor een profeet. ~ 8359 Matt 21:28 | 28 Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en 8360 Matt 21:33 | 33 Hoort een andere gelijkenis. Er was 8361 Matt 21:33 | andere gelijkenis. Er was een heer des huizes, die een 8362 Matt 21:33 | een heer des huizes, die een wijngaard plantte, en zette 8363 Matt 21:33 | wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en groef een 8364 Matt 21:33 | een tuin daarom, en groef een wijnpersbak daarin, en bouwde 8365 Matt 21:33 | wijnpersbak daarin, en bouwde een toren, en verhuurde dien 8366 Matt 21:35 | dienstknechten, hebben den een geslagen, en den anderen 8367 Matt 21:41 | hem: Hij zal den kwaden een kwaden dood aandoen, en 8368 Matt 21:42 | hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de 8369 Matt 21:43 | zal weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten 8370 Matt 21:46 | dewijl deze Hem hielden voor een profeet. ~  ~ 8371 Matt 22:2 | Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon 8372 Matt 22:2 | zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had; ~ 8373 Matt 22:11 | overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde 8374 Matt 22:11 | niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; ~ 8375 Matt 22:19 | schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. ~ 8376 Matt 22:25 | broeders; en de eerste, een vrouw getrouwd hebbende, 8377 Matt 22:32 | God Jakobs! God is niet een God der doden, maar der 8378 Matt 22:35 | 35 En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde, 8379 Matt 22:35 | 35 En een uit hen, zijnde een Wetgeleerde, heeft gevraagd, 8380 Matt 22:44 | vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~ 8381 Matt 22:46 | 46 En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand 8382 Matt 23:8 | Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk 8383 Matt 23:9 | noemen op de aarde; want Een is uw Vader, namelijk Die 8384 Matt 23:10 | meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, namelijk 8385 Matt 23:15 | omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en 8386 Matt 23:15 | geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal 8387 Matt 23:37 | bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert 8388 Matt 24:2 | Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen steen 8389 Matt 24:8 | al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. ~ 8390 Matt 24:14 | wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; 8391 Matt 24:20 | geschiede des winters, noch op een sabbat. ~ 8392 Matt 24:31 | Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, 8393 Matt 24:40 | twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander 8394 Matt 25:6 | ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom 8395 Matt 25:14 | 14 Want het is gelijk een mens, die buiten 's lands 8396 Matt 25:15 | anderen twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn 8397 Matt 25:15 | twee, en den derden een, een iegelijk naar zijn vermogen, 8398 Matt 25:19 | 19 En na een langen tijd kwam de heer 8399 Matt 25:24 | Heer, ik kende u, dat gij een hard mens zijt, maaiende, 8400 Matt 25:29 | 29 Want een iegelijk, die heeft, dien 8401 Matt 25:35 | drinken gegeven; Ik was een vreemdeling, en gij hebt 8402 Matt 25:38 | En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, 8403 Matt 25:40 | Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders 8404 Matt 25:43 | 43 Ik was een vreemdeling; en gij hebt 8405 Matt 25:44 | hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of 8406 Matt 25:45 | Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan 8407 Matt 26:7 | 7 Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten 8408 Matt 26:7 | Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke 8409 Matt 26:10 | moeite aan? want zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht. ~ 8410 Matt 26:12 | heeft zij het gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis. ~ 8411 Matt 26:14 | 14 Toen ging een van de twaalven, genaamd 8412 Matt 26:18 | heen in de stad, tot zulk een, en zegt hem: De Meester 8413 Matt 26:21 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~ 8414 Matt 26:22 | bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem 8415 Matt 26:36 | Toen ging Jezus met hen in een plaats genaamd Gethsemane, 8416 Matt 26:39 | 39 En een weinig voortgegaan zijnde, 8417 Matt 26:40 | Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? ~ 8418 Matt 26:47 | nog sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en 8419 Matt 26:47 | twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden 8420 Matt 26:48 | die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: 8421 Matt 26:51 | 51 En ziet, een van degenen, die met Jezus 8422 Matt 26:55 | zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden 8423 Matt 26:69 | zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem, 8424 Matt 26:71 | voorpoort uitging, zag hem een andere dienstmaagd, en zeide 8425 Matt 26:72 | loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken den 8426 Matt 26:73 | 73 En een weinig daarna, die er stonden, 8427 Matt 27:6 | offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. ~ 8428 Matt 27:7 | akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. ~ 8429 Matt 27:14 | Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de 8430 Matt 27:15 | stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten, 8431 Matt 27:16 | 16 En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd 8432 Matt 27:28 | ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om; ~ 8433 Matt 27:29 | 29 En een kroon van doornen gevlochten 8434 Matt 27:29 | zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter 8435 Matt 27:32 | En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name 8436 Matt 27:38 | moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter 8437 Matt 27:38 | gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker zijde. ~ 8438 Matt 27:46 | negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, 8439 Matt 27:48 | 48 En terstond een van hen toe lopende, nam 8440 Matt 27:48 | van hen toe lopende, nam een spons, en die met edik gevuld 8441 Matt 27:48 | gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te 8442 Matt 27:50 | 50 En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf 8443 Matt 27:57 | avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, 8444 Matt 27:57 | name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. ~ 8445 Matt 27:59 | nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. ~ 8446 Matt 27:60 | nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; 8447 Matt 27:60 | steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur 8448 Matt 27:65 | tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert 8449 Matt 28:2 | 2 En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een 8450 Matt 28:2 | een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende 8451 Matt 28:3 | zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding 8452 Mark 1:6 | gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, 8453 Mark 1:10 | opengaan, en den Geest, gelijk een duif, op Hem nederdalen. ~ 8454 Mark 1:11 | 11 En er geschiedde een stem uit de hemelen: Gij 8455 Mark 1:19 | 19 En van daar een weinig voortgegaan zijnde, 8456 Mark 1:23 | En er was in hun synagoge een mens, met een onreinen geest, 8457 Mark 1:23 | hun synagoge een mens, met een onreinen geest, en hij riep 8458 Mark 1:26 | scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van 8459 Mark 1:35 | Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. ~ 8460 Mark 1:40 | 40 En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, 8461 Mark 1:44 | Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis. ~ 8462 Mark 2:3 | sommigen tot Hem, brengende een geraakte, die van vier gedragen 8463 Mark 2:21 | 21 En niemand naait een lap ongevold laken op een 8464 Mark 2:21 | een lap ongevold laken op een oud kleed; anders scheurt 8465 Mark 2:21 | oude kleed, en er wordt een ergere scheur. ~ 8466 Mark 2:23 | het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide 8467 Mark 2:28 | is dan de Zoon des mensen een Heere ook van den sabbat. ~  ~ 8468 Mark 3:1 | synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde 8469 Mark 3:1 | aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand. ~ 8470 Mark 3:4 | doen, of kwaad te doen, een mens te behouden, of te 8471 Mark 3:7 | naar de zee; en Hem volgde een grote menigte van Galilea, 8472 Mark 3:8 | omtrent Tyrus en Sidon, een grote menigte, gehoord hebbende, 8473 Mark 3:9 | tot Zijn discipelen, dat een scheepje steeds omtrent 8474 Mark 3:24 | 24 En indien een koninkrijk tegen zichzelf 8475 Mark 3:25 | 25 En indien een huis tegen zichzelf verdeeld 8476 Mark 3:26 | niet bestaan, maar heeft een einde. ~ 8477 Mark 3:30 | Want zij zeiden: Hij heeft een onreinen geest. ~ 8478 Mark 4:1 | de zee; en er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo 8479 Mark 4:3 | 3 Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~ 8480 Mark 4:17 | zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking 8481 Mark 4:26 | Koninkrijk Gods, gelijk of een mens het zaad in de aarde 8482 Mark 4:31 | 31 Namelijk bij een mosterdzaad, hetwelk, wanneer 8483 Mark 4:37 | 37 En er werd een grote storm van wind, en 8484 Mark 4:38 | achterschip, slapende op een oorkussen; en zij wekten 8485 Mark 5:2 | ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest; ~ 8486 Mark 5:2 | de graven, een mens met een onreinen geest; ~ 8487 Mark 5:7 | 7 En met een grote stem roepende, zeide 8488 Mark 5:11 | aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende. ~ 8489 Mark 5:21 | andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en 8490 Mark 5:22 | 22 En ziet, er kwam een van de oversten der synagoge, 8491 Mark 5:24 | En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, 8492 Mark 5:25 | 25 En een zekere vrouw, die twaalf 8493 Mark 6:4 | En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd 8494 Mark 6:8 | den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood, 8495 Mark 6:10 | tot hen: Zo waar gij in een huis zult ingaan, blijft 8496 Mark 6:11 | aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg 8497 Mark 6:15 | en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der 8498 Mark 6:15 | Hij is een profeet, of als een der profeten. ~ 8499 Mark 6:20 | Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig en heilig man 8500 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag gekomen was,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-10527

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License