Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
breking 1
breng 75
brenge 11
brengen 254
brengende 13
brengt 109
bresse 1
Frequency    [«  »]
256 maand
255 heiligen
254 35
254 brengen
254 eer
253 henen
252 einde

Bijbel

IntraText - Concordances

brengen

    Book Chapter: Verse
1 Gen 25:10 | gij zult ze tot uw vader brengen, en hij zal eten, opdat 2 Gen 34:22 | tot zijn vader weder te brengen. ~ 3 Gen 34:25 | reizende, om dat af te brengen naar Egypte. ~ 4 Gen 34:32 | deden hem tot hun vader brengen, en zeiden: Dezen hebben 5 Gen 38:37 | en ik zal hem weder tot u brengen! ~ 6 Gen 44:17 | hoofd van Manasse af te brengen. ~ 7 Exo 6:7 | 7 En Ik zal ulieden brengen in dat land, waarover Ik 8 Exo 10:4 | sprinkhanen in uw landpale brengen. ~ 9 Exo 11:1 | over Farao, en over Egypte brengen, daarna zal hij ulieden 10 Exo 18:22 | zij alle grote zaken aan u brengen, maar dat zij alle kleine 11 Exo 21:6 | hem zijn heer tot de goden brengen, daarna zal hij hem aan 12 Exo 21:6 | de deur, of aan den post brengen; en zijn heer zal hem met 13 Exo 23:19 | huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet 14 Exo 23:20 | op dezen weg, en om u te brengen tot de plaats, die Ik bereid 15 Exo 26:33 | aldaar binnen den voorhang brengen; en deze voorhang zal ulieden 16 Exo 27:20 | gebieden, dat zij tot u brengen reine olie van olijven, 17 Exo 29:10 | En gij zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst; 18 Exo 34:49 | huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje in de 19 Exo 35:5 | hart vrijwillig is, zal het brengen, ten hefoffer des HEEREN: 20 Exo 35:29 | hen vrijwillig bewoog te brengen tot al het werk, hetwelk 21 Exo 36:6 | teruggehouden van meer te brengen. ~ 22 Exo 40:4 | zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken wat 23 Exo 40:4 | ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken. ~ 24 Lev 1:15 | priester zal die tot het altaar brengen, en deszelfs hoofd met zijn 25 Lev 2:2 | 2 En hij zal het brengen tot de zonen van Aaron, 26 Lev 4:4 | 4 En hij zal die var brengen tot de deur van de tent 27 Lev 4:5 | tot de tent der samenkomst brengen. ~ 28 Lev 4:14 | voor de tent der samenkomst brengen; ~ 29 Lev 4:16 | tot de tent der samenkomst brengen. ~ 30 Lev 4:23 | zo zal hij tot zijn offer brengen een geitenbok, een volkomen 31 Lev 4:28 | zal hij tot zijn offerande brengen een jonge geit, een volkomen 32 Lev 5:6 | die hij gezondigd heeft, brengen zal een wijfje van klein 33 Lev 5:7 | gezondigd heeft, den HEERE brengen twee tortelduiven, of twee 34 Lev 5:8 | zal die tot den priester brengen, welke eerst die zal offeren, 35 Lev 5:11 | heeft, tot zijn offerande brengen het tiende deel van een 36 Lev 5:12 | zal dat tot den priester brengen, en de priester zal daarvan 37 Lev 5:15 | zijn schuldoffer den HEERE brengen een volkomen ram uit de 38 Lev 5:18 | de kudde tot den priester brengen, met uw schatting, ten schuldoffer; 39 Lev 6:6 | den HEERE zijn schuldoffer brengen tot den priester, een volkomen 40 Lev 6:21 | worden; geroost zult gij het brengen; en de gebakken stukken 41 Lev 7:30 | de vuurofferen des HEEREN brengen; het vet aan de borst zal 42 Lev 7:30 | borst zal hij met die borst brengen, om die tot een beweegoffer 43 Lev 12:6 | tortelduif, tenzondoffer brengen, voor de deur van de tent 44 Lev 14:23 | reiniging, tot den priester brengen, aan de deur van de tent 45 Lev 14:42 | de plaats van gene stenen brengen; en men zal ander leem nemen, 46 Lev 15:29 | zal die tot den priester brengen, aan de deur van de tent 47 Lev 17:4 | tent der samenkomst niet brengen zal, om een offerande den 48 Lev 17:5 | Israels hun slachtofferen brengen, welke zij op het veld slachten, 49 Lev 17:9 | der samenkomst niet zal brengen, om hetzelve den HEERE te 50 Lev 19:21 | van de tent der samenkomst brengen, een ram ten schuldoffer. ~ 51 Lev 22:41 | uw oogst tot den priester brengen. ~ 52 Lev 22:48 | woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden 53 Lev 23:2 | kinderen Israels, dat zij tot u brengen zuivere gestoten olijfolie, 54 Lev 25:25 | Ik zal een zwaard over u brengen, dat de wraak des verbonds 55 Num 5:9 | welke zij tot den priester brengen, zijne zijn. ~ 56 Num 5:15 | huisvrouw tot den priester brengen, en zal haar offerande voor 57 Num 6:10 | tortelduiven, of twee jonge duiven brengen tot den priester, tot de 58 Num 6:12 | een lam, dat eenjarig is, brengen ten schuldoffer; en de vorige 59 Num 6:13 | vervuld zijn, zal hij dit brengen tot de deur van de tent 60 Num 6:16 | het aangezicht des HEEREN brengen, en zal zijn zondoffer en 61 Num 11:16 | ambtlieden zijn; en gij zult hen brengen voor de tent der samenkomst, 62 Num 14:8 | zal Hij ons in dat land brengen, en zal ons dat geven; een 63 Num 14:16 | HEERE dit volk niet kon brengen in dat land, hetwelk Hij 64 Num 14:24 | te volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land, in hetwelk 65 Num 14:31 | worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen 66 Num 18:26 | die zij den HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie 67 Num 18:28 | dat zij den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder 68 Num 19:13 | die zij den HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie 69 Num 19:15 | dat zij den HEERE zullen brengen, onder de mensen, en onder 70 Num 20:5 | optrekken uit Egypte, om ons te brengen in deze kwade plaats? Het 71 Deu 4:38 | te verdrijven; om u in te brengen, dat Hij u hunlieder land 72 Deu 7:26 | den gruwel in uw huis niet brengen, dat gij een ban zoudt worden, 73 Deu 9:28 | Omdat ze de HEERE niet kon brengen in het land, waarvan Hij 74 Deu 12:6 | daarheen zult gijlieden brengen uw brandofferen, en uw slachtofferen, 75 Deu 12:11 | wonen; daarheen zult gij brengen alles, wat ik u gebiede: 76 Deu 21:12 | gij haar binnen in uw huis brengen; en zij zal haar hoofd scheren, 77 Deu 23:18 | huis des HEEREN, uws Gods, brengen, tot enige gelofte; want 78 Deu 29:27 | dit land, om daarover te brengen al dezen vloek, die in dit 79 Deu 30:5 | de HEERE, uw God, zal u brengen in het land, dat uw vaderen 80 Joz 18:6 | delen, en tot mij herwaarts brengen, dat ik voor ulieden het 81 1Sa 1:22 | gespeend is, dan zal ik hem brengen, dat hij voor het aangezicht 82 1Sa 9:7 | zullen wij toch dien man brengen? Want het brood is weg uit 83 1Sa 9:7 | gaven, om den man Gods te brengen; wat hebben wij? ~ 84 1Sa 20:8 | gij mij toch tot uw vader brengen? ~ 85 1Sa 27:11 | vrouw leven, om te Gath te brengen, zeggende: Dat zij misschien 86 2Sa 6:2 | Baalim-Juda, om van daar op te brengen de ark Gods, bij dewelke 87 2Sa 13:13 | waarhenen zou ik mijn schande brengen? En gij, gij zoudt zijn 88 2Sa 15:8 | zekerlijk weder te Jeruzalem zal brengen, zo zal ik den HEERE dienen. ~ 89 1Kon 8:1 | verbonds des HEEREN op te brengen uit de stad Davids, dewelke 90 1Kon 8:47| zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, 91 1Kon 14:10| over het huis van Jerobeam brengen, en van Jerobeam uitroeien, 92 1Kon 17:18| ongerechtigheid in gedachtenis te brengen, en om mijn zoon te doden? ~ 93 1Kon 21:21| Zie, Ik zal kwaad over u brengen, en uw nakomelingen wegdoen; 94 1Kon 21:29| kwaad in zijn dagen niet brengen; in de dagen zijns zoons 95 1Kon 21:29| dat kwaad over zijn huis brengen. ~  ~ 96 2Kon 12:4 | ieders hart komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN, ~ 97 2Kon 13:4 | ieders hart komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN, ~ 98 2Kon 23:12| kwaad over Jeruzalem en Juda brengen, dat een ieder, die het 99 2Kon 24:16| zal kwaad over deze plaats brengen, en voer haar inwoners, 100 2Kon 24:20| dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij brachten den 101 1Kro 13:5 | Hamath, om de ark Gods te brengen van Kirjath-Jearim. ~ 102 1Kro 13:12| zal ik de ark Gods tot mij brengen? ~ 103 1Kro 13:13| David de ark niet tot zich brengen in de stad Davids, maar 104 1Kro 15:14| des Gods van Israel, op te brengen. ~ 105 2Kro 2:16| over de zee, naar Jafo brengen; en gij zult het laten ophalen 106 2Kro 5:2 | verbonds des HEEREN op te brengen uit de stad Davids, dewelke 107 2Kro 6:2 | verbonds des HEEREN op te brengen uit de stad Davids, dewelke 108 2Kro 7:37| zijn, weder aan hun hart brengen zullen, dat zij zich bekeren, 109 2Kro 29:16| op, om naar buiten uit te brengen, in de beek Kidron. ~ 110 2Kro 31:10| tot het huis des HEEREN te brengen, is er te eten geweest en 111 2Kro 34:24| plaats en over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven 112 2Kro 34:28| plaats en over haar inwoners brengen zal. En zij brachten den 113 Ezra 3:7 | cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar 114 Ezra 7:15| 15 En om henen te brengen het zilver en goud, dat 115 Ezra 8:30| gouds, en der vaten, om te brengen te Jeruzalem, ten huize 116 Neh 1:9 | vandaar verzamelen, en zal ze brengen tot de plaats, die Ik verkoren 117 Neh 10:31 | den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat, 118 Neh 10:34 | offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, 119 Neh 10:35 | geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN; ~ 120 Neh 10:36 | en onzer schapen zouden brengen ten huize onzes Gods, tot 121 Neh 10:37 | bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de 122 Neh 10:39 | most en olie in die kameren brengen, omdat aldaar de vaten des 123 Neh 11:1 | om uit tien een uit te brengen, die in de heilige stad 124 Est 1:11 | Vasthi, de koningin, zouden brengen voor het aangezicht des 125 Est 1:17 | Vasthi voor zijn aangezicht brengen zou; maar zij kwam niet. ~ 126 Est 16:9 | des konings schatten te brengen. ~ 127 Est 17:9 | des konings schatten te brengen. ~ 128 Est 30:1 | gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de 129 Est 30:8 | men het koninklijke kleed brengen, dat de koning pleegt aan 130 Est 30:14 | Haman tot den maaltijd te brengen, dien ~ 131 Est 47:1 | heeft, om de Joden om te brengen, die in al de landschappen 132 Est 49:4 | om te doden en om om te brengen alle macht des volks en 133 Est 52:11 | Joden gedacht had hen om te brengen; en dat hij het Pur, dat 134 Est 52:11 | verslaan, en om hen om te brengen. ~ 135 Job 24:25 | maken, en mijn rede tot niet brengen? ~ 136 Job 30:23 | weet, dat Gij mij ter dood brengen zult, en tot het huis der 137 Job 37:20 | 20 Dat gij dat brengen zoudt tot zijn pale, en 138 Psa 43:3 | mij leiden; dat zij mij brengen tot den berg Uwer heiligheid, 139 Psa 55:24 | hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op 140 Psa 76:12 | te vrezen is, geschenken brengen; ~ 141 Psa 90:9 | door Uw verbolgenheid; wij brengen onze jaren door als een 142 Spre 19:24| niet weder aan zijn mond brengen. ~ 143 Spre 21:27| een schandelijk voornemen brengen! 144 Spre 26:15| die weder tot zijn mond te brengen. ~ 145 Pred 3:22| want wie zal hem daarhenen brengen, dat hij ziet, hetgeen na 146 Pred 5:1 | niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want 147 Pred 7:16| zoudt gij verwoesting over u brengen? ~ 148 Pred 12:14| ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, 149 Hoo 8:2 | Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, 150 Jes 5:8 | trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer 151 Jes 14:2 | aannemen, en in hun plaats brengen; en het huis Israels zal 152 Jes 43:5 | zal uw zaad van den opgang brengen, en Ik zal u verzamelen 153 Jes 49:6 | van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden in Israel; 154 Jes 49:22 | zij uw zonen in de armen brengen, en uw      dochters zullen 155 Jes 57:7 | 7      Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, 156 Jes 61:9 | uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud 157 Jes 61:17 | Voor koper zal Ik goud brengen, en voor ijzer zal Ik zilver 158 Jes 61:17 | voor ijzer zal Ik zilver brengen, en voor hout koper, en 159 Jes 62:1 | een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft 160 Jes 67:20 | den HEERE ten spijsoffer brengen, op paarden, en op wagenen, 161 Jes 67:20 | spijsoffer in een rein vat brengen ten huize des HEEREN. ~ 162 Jer 3:14 | uit een geslacht, en zal u brengen te Sion. ~ 163 Jer 5:15 | ulieden een volk van verre brengen, o huis Israels! spreekt 164 Jer 6:19 | aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht 165 Jer 11:11 | Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen 166 Jer 11:23 | hebben; want Ik zal een kwaad brengen over de mannen van Anathoth, 167 Jer 18:22 | een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven 168 Jer 19:3 | Ziet, Ik zal een kwaad brengen over      deze plaats, van 169 Jer 19:15 | haar steden, al het kwaad brengen, dat Ik over haar gesproken 170 Jer 20:5 | zullen ze nemen, en zullen ze brengen naar Babel. ~ 171 Jer 23:12 | Ik zal een kwaad over hen brengen in het jaar      hunner 172 Jer 25:9 | Mijn knecht; en zal ze brengen over dit land, en      over 173 Jer 25:13 | En Ik zal over dat land brengen al Mijn woorden, die Ik 174 Jer 26:15 | gewisselijk onschuldig bloed zult brengen op u, en op deze stad, en 175 Jer 27:10 | om u verre uit uw land te brengen, en dat Ik u uitstote, en 176 Jer 27:11 | volk, dat zijn hals zal brengen onder het juk des konings 177 Jer 31:2 | henenging om hem tot rust te brengen. ~ 178 Jer 32:42 | kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het goede, dat Ik over 179 Jer 34:22 | hen weder tot deze stad brengen, en zij zullen tegen haar 180 Jer 35:17 | alle inwoners van Jeruzalem brengen al het kwaad, dat Ik tegen 181 Jer 36:31 | Juda, al het kwaad brengen, dat Ik tot hen gesproken 182 Jer 38:26 | mij niet zou weder laten brengen in Jonathans huis, om aldaar 183 Jer 39:16 | Zie, Ik zal Mijn woorden brengen over deze stad, ten      184 Jer 41:5 | ten huize des HEEREN te brengen. ~ 185 Jer 42:17 | kwaad, dat Ik over hen zal brengen. ~ 186 Jer 48:44 | hunlieder bezoeking      brengen, spreekt de HEERE. ~ 187 Jer 49:5 | Ziet, Ik zal vreze over u brengen, spreekt de HEERE, de HEERE 188 Jer 49:37 | en zal een kwaad over hen brengen, de hittigheid      Mijns 189 Jer 50:19 | Israel weder tot zijn woning brengen, en hij zal weiden op den 190 Jer 51:64 | kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden. 191 Klaa 1:35| Mem. Wat getuigen zal ik u brengen, wat zal ik bij u vergelijken, 192 Eze 5:17 | het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de      HEERE, heb 193 Eze 7:3 | uw wegen, en Ik zal op u brengen al uw gruwelen. ~ 194 Eze 7:4 | maar Ik zal uw wegen op u brengen, en uw gruwelen zullen in 195 Eze 7:8 | naar uw wegen, en zal op u brengen al uw gruwelen. ~ 196 Eze 11:8 | het zwaard zal Ik over u brengen, spreekt de Heere HEERE. ~ 197 Eze 12:12 | hem daardoor uit te      brengen; hij zal zijn aangezicht 198 Eze 12:13 | gegrepen worde; en Ik zal hem brengen in Babylonie, het land der 199 Eze 20:15 | woestijn, dat Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun 200 Eze 20:35 | 35      Daartoe zal Ik u brengen in de woestijn der volken, 201 Eze 20:37 | doen doorgaan, en Ik zal u brengen onder den band des verbonds. ~ 202 Eze 26:7 | het noorden, tegen Tyrus brengen, met paarden en met      203 Eze 28:7 | Ik zal vreemden over u brengen, de tirannigste der heidenen; 204 Eze 29:8 | Ik zal het zwaard over u brengen, en Ik zal uit u mens en 205 Eze 32:9 | verbreking onder de heidenen zal brengen in de landen, die gij niet 206 Eze 34:13 | vergaderen uit de landen, en brengen ze in hun land; en Ik zal 207 Eze 36:24 | en Ik zal u in uw land brengen. ~ 208 Eze 37:5 | Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden. 209 Eze 37:12 | o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het      land Israels. ~ 210 Eze 37:21 | vergaderen van rondom,      en brengen hen in hun land; ~ 211 Eze 39:2 | het noorden, en Ik zal u brengen op de bergen Israels. ~ 212 Dan 2:24 | de wijzen van Babel om te brengen; hij ging henen en zeide 213 Dan 6:19 | geen vreugdespel voor zich brengen; en zijn slaap week verre 214 Dan 9:24 | eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den 215 Dan 11:8 | de gevangenis naar Egypte brengen; en hij zal enige jaren 216 Joe 3:6 | van hun landpale, mocht brengen. ~ 217 Amos 6:10| beenderen uit het huis uit te brengen, en zal zeggen tot dien, 218 Amos 8:10| en op alle hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen 219 Jona 1:13| roeiden, om het schip weder te brengen aan het droge, doch zij 220 Mic 4:10 | smart en arbeid om voort te brengen, o dochter Sions! als een 221 Mic 7:9 | recht uitvoere; Hij zal mij brengen aan het licht; ik zal mijn 222 Zep 3:10 | verstrooiden, Mijn offeranden brengen. ~ 223 Zep 3:20 | zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als 224 Zac 5:10 | met mij sprak: Waarhenen brengen zij deze efa? ~ 225 Zac 8:8 | En Ik zal hen herwaarts brengen, dat zij in het midden van 226 Zac 10:10 | land van Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun niet genoeg 227 Zac 13:9 | dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, 228 Matt 10:34| gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet 229 Matt 10:34| niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. ~ 230 Mark 6:27| en gebood zijn hoofd te brengen. Deze nu ging heen, en onthoofdde 231 Luk 5:18 | was, en zochten hem in te brengen, en voor Hem te leggen. ~ 232 Luk 18:40 | dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij Hem 233 Joha 21:18| een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt. ~ 234 Hand 11:5 | zij hen tot het volk te brengen. ~ 235 Hand 15:34| hem in de legerplaats zou brengen. ~ 236 Hand 16:5 | daar waren, gebonden te brengen naar Jeruzalem, opdat zij 237 Hand 16:24| hem in de legerplaats zou brengen, en zeide, dat men hem met 238 Hand 17:10| wegrukken, en in de legerplaats brengen. ~ 239 Hand 17:15| wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij u komt. ~ 240 Hand 17:18| dezen jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft te zeggen. ~ 241 Hand 19:3 | om hem op den weg om te brengen. ~ 242 Hand 20:21| gegrepen en gepoogd om te brengen. ~ 243 1Kor 4:5 | Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis 244 1Kor 6:12| macht van geen mij laten brengen. ~ 245 Gal 2:4 | zouden tot dienstbaarheid brengen. ~ 246 Efez 4:14| listiglijk tot dwaling te brengen; ~ 247 Fili 1:16| banden verdrukking toe te brengen; ~ 248 1The 4:14| ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem. ~ 249 2Tim 5:5 | ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot 250 Tit 1:5 | ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot 251 1Pet 3:18| opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het 252 3Joh 1:10| zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, 253 Open 21:24| en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer 254 Open 21:26| de eer der volken daarin brengen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License