Book Chapter: Verse
1 Gen 1:2 | Geest Gods zweefde op de wateren. ~
2 Gen 1:6 | uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen
3 Gen 1:6 | dat make scheiding tussen wateren en wateren! ~
4 Gen 1:6 | scheiding tussen wateren en wateren! ~
5 Gen 1:7 | maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel
6 Gen 1:7 | uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel
7 Gen 1:9 | 9 En God zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een
8 Gen 1:10 | aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeen; en God
9 Gen 1:20 | 20 En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen
10 Gen 1:21 | wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten,
11 Gen 1:22 | vermenigvuldigt, en vervult de wateren in de zeeen; en het gevogelte
12 Gen 7:6 | jaren oud, als de vloed der wateren op de aarde was. ~
13 Gen 7:7 | hem in de ark, vanwege de wateren des vloeds. ~
14 Gen 7:10 | die zeven dagen, dat de wateren des vloeds op de aarde waren. ~
15 Gen 7:17 | dagen op de aarde, en de wateren vermeerderden, en hieven
16 Gen 7:18 | 18 En de wateren namen de overhand, en vermeerderden
17 Gen 7:18 | aarde; en de ark ging op de wateren. ~
18 Gen 7:19 | 19 En de wateren namen gans zeer de overhand
19 Gen 7:20 | Vijftien ellen omhoog namen de wateren de overhand, en de bergen
20 Gen 7:24 | 24 En de wateren hadden de overhand boven
21 Gen 8:1 | de aarde doorgaan, en de wateren werden stil. ~
22 Gen 8:3 | 3 Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde,
23 Gen 8:3 | en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd
24 Gen 8:5 | 5 En de wateren waren gaande, en afnemende
25 Gen 8:7 | en weder ging, totdat de wateren van boven de aarde verdroogd
26 Gen 8:8 | zich uit, om te zien, of de wateren gelicht waren van boven
27 Gen 8:9 | tot hem in de ark; want de wateren waren op de ganse aarde;
28 Gen 8:11 | zo merkte Noach, dat de wateren van boven de aarde gelicht
29 Gen 8:13 | derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde;
30 Gen 9:11 | meer alle vlees door de wateren des vloeds zal worden uitgeroeid;
31 Gen 9:15 | ziel van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot
32 Gen 45:4 | 4 Snelle afloop als der wateren, gij zult de voortreffelijkste
33 Exo 4:9 | stem horen, zo neem van de wateren der rivier, en giet ze op
34 Exo 4:9 | het droge; zo zullen de wateren, die gij uit de rivier zult
35 Exo 7:19 | steek uw hand uit over de wateren der Egyptenaren, over hun
36 Exo 7:19 | alle vergadering hunner wateren, dat zij bloed worden; en
37 Exo 8:6 | strekte zijn hand uit over de wateren van Egypte, en er kwamen
38 Exo 14:21 | maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd. ~
39 Exo 14:22 | zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan
40 Exo 14:26 | uit over de zee, dat de wateren wederkeren over de Egyptenaars,
41 Exo 14:28 | 28 Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten
42 Exo 14:29 | het midden der zee; en de wateren waren hun een muur, aan
43 Exo 15:8 | geblaas van Uw neus zijn de wateren opgehoopt geworden; de stromen
44 Exo 15:10 | onder als lood in geweldige wateren! ~
45 Exo 15:19 | gekomen, en de HEERE heeft de wateren der zee over hen doen wederkeren;
46 Exo 15:27 | legerden zich aldaar aan de wateren. ~ ~
47 Exo 20:4 | noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is. ~
48 Lev 11:9 | gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren,
49 Lev 11:9 | wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren,
50 Lev 11:10 | rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel,
51 Lev 11:10 | levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben
52 Lev 11:12 | 12 Al wat in de wateren geen vinnen en schubben
53 Lev 11:36 | put van vergadering der wateren, zal rein zijn; maar wie
54 Lev 11:46 | ziel, die zich roert in de wateren, en van alle ziel, die kruipt
55 Num 20:13 | 13 Dit zijn de wateren van Meriba, daar de kinderen
56 Num 20:24 | wederspannig geweest zijt bij de wateren van Meriba. ~
57 Num 24:7 | en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal
58 Num 27:14 | vergadering, om Mij aan de wateren voor hun ogen te heiligen.
59 Num 27:14 | te heiligen. Dat zijn de wateren van Meriba, van Kades, in
60 Deu 11:4 | deszelfs wagenen; dat Hij de wateren van de Schelfzee boven hun
61 Deu 14:9 | eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben
62 Deu 33:8 | Gij getwist hebt aan de wateren van Meriba. ~
63 Joz 2:10 | gehoord, dat de HEERE de wateren der Schelfzee uitgedroogd
64 Joz 3:13 | zullen rusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden
65 Joz 3:13 | afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten,
66 Joz 3:16 | 16 Zo stonden de wateren, die van boven afkwamen;
67 Joz 4:7 | tot hen zeggen: Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden
68 Joz 4:7 | door de Jordaan, werden de wateren van de Jordaan afgesneden;
69 Joz 4:18 | het droge; zo keerden de wateren van de Jordaan weder in
70 Joz 4:23 | HEERE, uw God, heeft de wateren van de Jordaan voor uw aangezichten
71 Joz 5:1 | hoorden, dat de HEERE de wateren van de Jordaan had uitgedroogd,
72 Joz 10:40 | laagte, en de aflopingen der wateren, en al hun koningen; hij
73 Joz 11:5 | legerden zich samen aan de wateren van Merom, om tegen Israel
74 Joz 11:7 | snellijk over hen aan de wateren van Merom, en zij overvielen
75 Joz 12:8 | en in de aflopingen der wateren, en in de woestijn, en tegen
76 Joz 18:15 | komt uit aan de fontein der wateren van Neftoah. ~
77 Ric 4:43 | Kanaan, te Thaanach aan de wateren van Megiddo; zij brachten
78 Ric 6:24 | en beneemt hunlieden de wateren, tot aan Beth-bara, te weten
79 Ric 6:24 | bijeengeroepen, en zij benamen hun de wateren tot aan Beth-bara, en de
80 2Sa 5:20 | gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemde hij den naam
81 2Sa 22:12 | tenten, een samenbinding der wateren, wolken des hemels. ~
82 2Sa 22:17 | Hij trok mij op uit grote wateren. ~
83 2Kon 5:12| Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in
84 2Kon 21:24| en heb gedronken vreemde wateren; en ik heb met mijn voetzolen
85 1Kro 14:11| gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemden zij den
86 2Kro 32:30| ook den opperuitgang der wateren van Gihon, en leidde ze
87 Neh 9:11 | als een steen in sterke wateren. ~
88 Job 11:16 | en harer gedenken als der wateren, die voorbijgegaan zijn. ~
89 Job 12:15 | 15 Ziet, Hij houdt de wateren op, en zij drogen uit; ook
90 Job 14:9 | Hij zal van den reuk der wateren weder uitspruiten, en zal
91 Job 14:11 | 11 De wateren verlopen uit een meer, en
92 Job 14:19 | 19 De wateren vermalen de stenen, het
93 Job 24:18 | licht op het vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op
94 Job 26:5 | geboren worden van onder de wateren, en hun inwoners. ~
95 Job 26:8 | 8 Hij bindt de wateren in Zijn wolken; nochtans
96 Job 26:10 | perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan
97 Job 27:20 | Verschrikkingen zullen hem als wateren aangrijpen; des nachts zal
98 Job 28:4 | dengene, die daar woont, de wateren vergeten zijnde van den
99 Job 28:25 | het gewicht maakte, en de wateren opwoog in mate; ~
100 Job 36:27 | Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na zijn
101 Job 36:43 | de vorst, zodat de brede wateren verstijfd worden. ~
102 Job 37:30 | steen verbergen zich de wateren, en het vlakke des afgrond
103 Psa 18:12 | Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels. ~
104 Psa 18:16 | 16 En de diepe kolken der wateren werden gezien, en de gronden
105 Psa 18:17 | Hij trok mij op uit grote wateren. ~
106 Psa 23:2 | zachtjes aan zeer stille wateren. ~
107 Psa 29:3 | stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert;
108 Psa 29:3 | de HEERE is op de grote wateren. ~
109 Psa 32:6 | in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken. ~
110 Psa 33:7 | 7 Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop;
111 Psa 34:7 | 7 Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop;
112 Psa 46:4 | 4 Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd
113 Psa 69:2 | Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de
114 Psa 69:3 | gekomen in de diepten der wateren, en de vloed overstroomt
115 Psa 69:15 | haters, en uit de diepten der wateren. ~
116 Psa 73:10 | Zijn volk hiertoe, als hun wateren eens vollen bekers worden
117 Psa 74:13 | koppen der draken in de wateren verbroken. ~
118 Psa 77:17 | 17 De wateren zagen U, o God! de wateren
119 Psa 77:17 | wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook
120 Psa 77:20 | zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden
121 Psa 78:13 | deed er hen doorgaan; en de wateren deed Hij staan als een hoop. ~
122 Psa 78:16 | de steenrots, en deed de wateren afdalen als rivieren. ~
123 Psa 78:20 | rotssteen geslagen, dat er wateren uitvloeiden, en beken overvloediglijk
124 Psa 81:8 | donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela. ~
125 Psa 93:4 | dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren
126 Psa 104:3 | opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn
127 Psa 104:6 | als een kleed overdekt; de wateren stonden boven de bergen. ~
128 Psa 105:29 | 29 Hij keerde hun wateren in bloed, en Hij doodde
129 Psa 105:41 | steenrots, en er vloeiden wateren uit, die gingen door de
130 Psa 106:11 | 11 En de wateren overdekten hun wederpartijders;
131 Psa 107:23 | handel doende op grote wateren; ~
132 Psa 124:4 | 4Toen zouden ons de wateren overlopen hebben; een stroom
133 Psa 124:5 | 5Toen zouden de stoute wateren over onze ziel gegaan zijn. ~
134 Psa 144:7 | en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden; ~
135 Psa 147:18 | doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen. ~
136 Psa 148:4 | hemelen der hemelen! en gij wateren, die boven de hemelen zijt! ~
137 Spre 8:29| haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden;
138 Spre 9:17| 17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen
139 Spre 18:4 | mond eens mans zijn diepe wateren; en de springader der wijsheid
140 Spre 20:5 | hart eens mans is als diepe wateren; maar een man van verstand
141 Spre 30:4 | verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie
142 Pred 2:6 | Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren
143 Hoo 4:15 | der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien! ~
144 Hoo 8:7 | 7 Vele wateren zouden deze liefde niet
145 Jes 8:6 | Dewijl dit volk veracht de wateren van Siloa, die zachtjes
146 Jes 8:7 | die sterke en geweldige wateren der rivier, den koning van
147 Jes 11:9 | des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. ~
148 Jes 15:6 | 6 Want de wateren van Nimrim zullen enkel
149 Jes 15:9 | 9 Want de wateren van Dimon zijn vol bloeds,
150 Jes 17:12 | ruisen, gelijk de geweldige wateren ruisen! ~
151 Jes 17:13 | wel ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij zal hem
152 Jes 18:2 | schepen van biezen op de wateren! Gaat henen, gij snelle
153 Jes 19:5 | 5 En zij zullen de wateren uit de zee doen vergaan,
154 Jes 19:8 | werpnet uitbreiden op de wateren, zullen kwijnen. ~
155 Jes 19:10 | voor loon lustige staande wateren maken. ~
156 Jes 22:9 | vele zijn; en gij zult de wateren des ondersten vijvers vergaderen. ~
157 Jes 22:11 | beide de muren, voor de wateren des ouden vijvers; maar
158 Jes 23:3 | van Sichor over de grote wateren, de oogst der rivier; en
159 Jes 28:2 | gelijk een vloed der sterke wateren; die overvloeien, zal Hij
160 Jes 28:17 | der leugen wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats
161 Jes 30:20 | brood der benauwdheid, en wateren der verdrukking geven; maar
162 Jes 32:20 | gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet
163 Jes 33:16 | wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis. ~
164 Jes 35:6 | want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in
165 Jes 35:7 | land tot springaders der wateren; in de woningen der draken,
166 Jes 37:25 | Ik heb gegraven en de wateren gedronken; en ik heb met
167 Jes 40:12 | 12 Wie heeft de wateren met Zijn vuist gemeten,
168 Jes 43:16 | een weg, en in de sterke wateren een pad maakte; ~
169 Jes 43:20 | want Ik zal in de woestijn wateren geven, en rivieren in de
170 Jes 48:1 | naam van Israel, en uit de wateren van Juda voortgekomen zijt!
171 Jes 48:21 | kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen. ~
172 Jes 49:10 | hen aan de springaders der wateren zachtjes leiden. ~
173 Jes 51:10 | het niet, Die de zee, de wateren des groten afgronds, droog
174 Jes 54:9 | dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer,
175 Jes 54:9 | Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over
176 Jes 55:1 | gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt,
177 Jes 56:1 | gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt,
178 Jes 58:20 | kan niet rusten, en haar wateren werpen slijk en modder op. ~
179 Jes 59:11 | een springader der wateren, welker wateren niet ontbreken. ~
180 Jes 59:11 | springader der wateren, welker wateren niet ontbreken. ~
181 Jes 64:12 | rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten
182 Jes 65:2 | smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen, om Uw Naam
183 Jer 2:18 | den weg van Egypte, om de wateren van Sihor te drinken? En
184 Jer 2:18 | den weg van Assur, om de wateren der rivier te drinken? ~
185 Jer 10:13 | zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet
186 Jer 15:18 | als een leugenachtige, als wateren, die niet bestendig
187 Jer 18:14 | vreemde, koude, vlietende wateren verlaten worden? ~
188 Jer 46:7 | optrekt als een stroom, wiens wateren zich bewegen als de rivieren? ~
189 Jer 46:8 | als een stroom, en zijn wateren bewegen zich als de rivieren;
190 Jer 47:2 | Zo zegt de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden,
191 Jer 48:34 | driejarige vaarze; want ook de wateren van Nimrim zullen tot
192 Jer 50:38 | Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; want
193 Jer 51:13 | 13 Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt
194 Jer 51:16 | zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet
195 Jer 51:55 | zullen bruisen als grote wateren; het geruis van hunlieder
196 Klaa 1:98| 54 Tsade. De wateren zwommen over mijn hoofd;
197 Eze 1:24 | als het geruis van vele wateren, als de stem des Almachtigen,
198 Eze 17:5 | hij zette het bij vele wateren met grote voorzichtigheid. ~
199 Eze 17:8 | goede landouwe bij vele wateren geplant, om takken te maken
200 Eze 19:10 | uw stilheid, geplant bij wateren; hij was vruchtbaar en vol
201 Eze 19:10 | vol ranken vanwege vele wateren. ~
202 Eze 26:12 | zij in het midden der wateren werpen. ~
203 Eze 26:19 | opkomen, en de grote wateren u zullen overdekken, ~
204 Eze 27:26 | roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; de oostenwind heeft
205 Eze 27:34 | verbroken zijt in de diepte der wateren, zijn uw onderlinge koophandel
206 Eze 31:4 | 4 De wateren maakten hem groot, de afgrond
207 Eze 31:5 | scheuten lang, vanwege de grote wateren, als hij uitschoot. ~
208 Eze 31:7 | omdat zijn wortel aan grote wateren was. ~
209 Eze 31:15 | van dien, en de grote wateren werden geschut; en Ik maakte
210 Eze 32:13 | verdoen van bij de grote wateren; en geen mensenvoet zal
211 Eze 32:14 | Dan zal Ik hunlieder wateren doen zinken, en Ik zal hunlieder
212 Eze 34:18 | En zult gij de bezonkene wateren drinken, en de overgelatene
213 Eze 43:2 | als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht
214 Eze 47:1 | huis, en ziet, er vloten wateren uit, van onder den dorpel
215 Eze 47:1 | in het oosten, en de wateren daalden af van onderen,
216 Eze 47:2 | oosten ziet; en ziet, de wateren sprongen uit de rechterzijde. ~
217 Eze 47:3 | ellen, en deed mij door de wateren doorgaan, en de wateren
218 Eze 47:3 | wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan de
219 Eze 47:4 | ellen, en deed mij door de wateren doorgaan, en de wateren
220 Eze 47:4 | wateren doorgaan, en de wateren raakten tot aan de knieen;
221 Eze 47:4 | deed mij doorgaan, en de wateren raakten tot aan de
222 Eze 47:5 | niet kon doorgaan; want de wateren waren hoge wateren, waar
223 Eze 47:5 | want de wateren waren hoge wateren, waar men door zwemmen moest,
224 Eze 47:8 | zeide hij tot mij: Deze wateren vlieten uit naar het voorste
225 Eze 47:8 | zijnde, zo worden de wateren gezond. ~
226 Eze 47:9 | veel vis zijn, omdat deze wateren daarhenen zullen gekomen
227 Eze 47:12 | voortbrengen; want zijn wateren vlieten uit het heiligdom;
228 Amos 5:8 | nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze
229 Amos 5:24| daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als
230 Amos 9:6 | aarde gefondeerd; Die de wateren der zee roept, en giet ze
231 Jona 2:5 | 5 De wateren hadden mij omgeven tot de
232 Mic 1:4 | was voor het vuur, gelijk wateren, die uitgestort worden in
233 Zac 14:8 | geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen,
234 Joha 3:23| Salim, dewijl aldaar vele wateren waren; en zij kwamen daar,
235 Open 1:15| stem als een stem van vele wateren. ~
236 Open 7:17| tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen
237 Open 8:10| en op de fonteinen der wateren. ~
238 Open 8:11| Alsem; en het derde deel der wateren werd tot alsem; en vele
239 Open 8:11| mensen zijn gestorven van de wateren, want zij waren bitter geworden. ~
240 Open 11:6 | zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te verkeren,
241 Open 14:2 | hemel, als een stem veler wateren, en als een stem van een
242 Open 14:7 | zee, en de fonteinen der wateren gemaakt heeft. ~
243 Open 16:4 | rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed. ~
244 Open 16:4 | fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed. ~
245 Open 16:5 | ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig,
246 Open 17:1 | hoer, die daar zit op vele wateren; ~
247 Open 17:15| En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar
248 Open 19:6 | schare, en als een stem veler wateren, en als een stem van sterke
|