Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hielen 3
hielp 8
hielpen 9
hier 247
hieraan 14
hierapolis 1
hierbij 1
Frequency    [«  »]
248 hoort
248 wateren
247 goden
247 hier
247 vorsten
246 wonen
244 lands

Bijbel

IntraText - Concordances

hier

    Book Chapter: Verse
1 Gen 15:13 | want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die mij 2 Gen 18:9 | gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, en zoude hij alleszins 3 Gen 18:12 | mannen tot Lot: Wien hebt gij hier nog meer? een schoonzoon, 4 Gen 20:23 | 23 Zo zweer mij nu hier bij God: Zo gij mij, of 5 Gen 20:29 | tot Abraham: Wat zullen hier deze zeven ooilammeren, 6 Gen 21:1 | Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~ 7 Gen 21:5 | zijn jongeren: Blijft gij hier met den ezel, en ik en de 8 Gen 21:7 | vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon! En hij 9 Gen 21:11 | Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~ 10 Gen 25:1 | hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik! ~ 11 Gen 25:18 | vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik; wie zijt gij, mijn 12 Gen 28:11 | Jakob! En ik zeide: Zie, hier ben ik! ~ 13 Gen 28:37 | huisraad uws huizes! Leg het hier voor mijn broederen en uw 14 Gen 34:13 | hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik! ~ 15 Gen 34:17 | zeide die man: Zij zijn van hier gereisd; want ik hoorde 16 Gen 35:21 | weg was? En zij zeiden: Hier is geen hoer geweest. ~ 17 Gen 35:22 | de lieden van die plaats: Hier is geen hoer geweest. ~ 18 Gen 36:38 | der Hebreen; en ook heb ik hier niets gedaan, dat zij mij 19 Gen 38:15 | Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, 20 Gen 42:2 | Jakob! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~ 21 Gen 44:9 | mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: 22 Gen 46:25 | zult gij mijn beenderen van hier opvoeren! ~ 23 Exo 3:4 | Mozes! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~ 24 Exo 3:5 | 5 En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen 25 Exo 11:1 | daarna zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij u 26 Exo 11:1 | zal hij u haastelijk van hier uitdrijven. ~ 27 Exo 13:3 | door een sterke hand van hier uitgevoerd; daarom zal het 28 Exo 13:19 | beenderen met ulieden op van hier! ~ 29 Exo 24:14 | oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder tot u 30 Exo 34:1 | Mozes: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij 31 Exo 34:15 | medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! ~ 32 Exo 38:15 | de deur des voorhofs, van hier en van daar, waren behangselen 33 Num 11:8 | 8 Het volk liep hier en daar, en verzamelde het, 34 Num 14:40 | des bergs, zeggende: Ziet, hier zijn wij, en wij zullen 35 Num 21:5 | zouden in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen 36 Num 22:8 | zeide tot hen: Vernacht hier dezen nacht, zo zal ik ulieden 37 Num 22:19 | blijft gijlieden toch ook hier dezen nacht, opdat ik wete, 38 Num 23:1 | Bileam tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid 39 Num 23:1 | zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen. ~ 40 Num 23:15 | zeide hij tot Balak: Blijf hier staan bij uw brandoffer, 41 Num 23:29 | zeide tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid 42 Num 23:29 | zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen. ~ 43 Num 31:59 | gaan, en zult gijlieden hier blijven? 44 Num 31:69 | hem, en zeiden: Wij zullen hier schaapskooien bouwen voor 45 Deu 5:3 | gemaakt, maar met ons, wij die hier heden allen levend zijn. ~ 46 Deu 5:31 | 31 Maar gij, sta hier bij Mij, dat Ik tot u spreke 47 Deu 9:12 | op, ga haastelijk af van hier; want uw volk, dat gij uit 48 Deu 12:8 | doen naar alles, wat wij hier heden doen, een ieder al 49 Deu 29:15 | Maar met dengene, die heden hier bij ons voor het aangezicht 50 Deu 29:15 | staat; en met dengene, die hier heden bij ons niet is. ~ 51 Joz 2:2 | Zie, in dezen nacht zijn hier mannen gekomen van de kinderen 52 Joz 4:3 | Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, 53 Joz 8:22 | Israelieten waren, deze van hier en gene van daar; en zij 54 Joz 18:6 | ik voor ulieden het lot hier werpe voor het aangezicht 55 Joz 18:8 | tot mij, zo zal ik ulieden hier het lot werpen, voor het 56 Ric 4:20 | u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand. ~ 57 Ric 5:18 | 18 Wijk toch niet van hier, totdat ik tot U kome, en 58 Ric 15:2 | Gazieten gezegd: Simson is hier in ingekomen; zo gingen 59 Ric 17:3 | zeiden tot hem: Wie heeft u hier gebracht, en wat doet gij 60 Ric 17:3 | alhier, en wat hebt gij hier? ~ 61 Ric 18:9 | dag legert zich, vernacht hier, en laat uw hart vrolijk 62 Ric 19:7 | kinderen Israels, geeft hier voor ulieden woord en raad! ~ 63 Rut 2:8 | lezen; ook zult gij van hier niet weggaan, maar hier 64 Rut 2:8 | hier niet weggaan, maar hier zult gij u houden bij mijn 65 Rut 2:14 | zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, 66 Rut 4:1 | hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij, zulk een! En hij week 67 Rut 4:2 | der stad, en zeide: Zet u hier; en zij zetten zich. ~ 68 1Sa 1:26 | heer! Ik ben die vrouw, die hier bij u stond, om den HEERE 69 1Sa 3:4 | riep; en hij zeide: Zie, hier ben ik. ~ 70 1Sa 3:5 | liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij 71 1Sa 3:6 | tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij 72 1Sa 3:8 | tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij 73 1Sa 3:16 | Samuel! Hij dan zeide: Zie, hier ben ik. ~ 74 1Sa 9:11 | zeiden tot haar: Is de ziener hier? ~ 75 1Sa 9:18 | Wijs mij toch, waar is hier het huis des zieners? ~ 76 1Sa 11:12 | over ons regeren? Geeft hier die mannen, dat wij hen 77 1Sa 12:3 | 3 Ziet, hier ben ik, betuigt tegen mij, 78 1Sa 12:7 | 7 En nu, stelt u hier, dat ik met ulieden rechte, 79 1Sa 12:16 | 16 Ook stelt u nu hier, en ziet die grote zaak, 80 1Sa 14:34 | zijn schaap, en slacht het hier, en eet, en bezondigt u 81 1Sa 14:43 | ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven? ~ 82 1Sa 15:32 | koning der Amalekieten, hier tot mij; Agag nu ging tot 83 1Sa 16:11 | rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. ~ 84 1Sa 21:8 | zeide tot Achimelech: Is hier onder uw hand geen spies 85 1Sa 21:9 | het eikendal, zie, dat is hier, gewonden in een kleed, 86 1Sa 21:9 | wilt, zo neem het, want hier is geen ander dan dit. David 87 1Sa 22:12 | Ahitub! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn heer! ~ 88 1Sa 23:3 | tot hem: Zie, wij vrezen hier in Juda; hoeveel te meer, 89 1Sa 30:7 | Breng mij toch den efod hier. En Abjathar bracht den 90 2Sa 1:7 | riep mij, en ik zeide: Zie, hier ben ik. ~ 91 2Sa 1:10 | zijn arm was, en heb ze hier tot mijn heer gebracht. ~ 92 2Sa 5:6 | David, zeggende: Gij zult hier niet inkomen, maar de blinden 93 2Sa 5:6 | is te zeggen: David zal hier niet inkomen. ~ 94 2Sa 9:6 | Mefiboseth! En hij zeide: Zie, hier is uw knecht. ~ 95 2Sa 11:12 | tot Uria: Blijf ook heden hier, zo zal ik u morgen afzenden. 96 2Sa 14:7 | hebben gezegd: Geef dien hier, die zijn broeder geslagen 97 2Sa 15:15 | koning verkiezen zal, ziet, hier zijn uw knechten. ~ 98 2Sa 15:26 | heb geen lust tot u; zie, hier ben ik, Hij doe mij, zo 99 2Sa 18:14 | Toen zeide Joab: Ik zal hier bij u alzo niet vertoeven; 100 2Sa 18:30 | koning zeide: Ga om, stel u hier; zo ging hij om, en bleef 101 2Sa 20:4 | dag; en gij, stel u dan hier. ~ 102 1Kon 2:30 | En hij zeide: Neen, maar hier zal ik sterven! En Benaja 103 1Kon 17:3 | 3 Ga weg van hier, en wend u naar het oosten, 104 1Kon 17:13 | daarvan, en breng mij dien hier uit; doch voor u en uw zoon 105 1Kon 18:8 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier. ~ 106 1Kon 18:10 | en als zij zeiden: Hij is hier niet; zo nam hij dat koninkrijk 107 1Kon 18:11 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier. ~ 108 1Kon 18:14 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier, en hij zou mij doodslaan. ~ 109 1Kon 19:9 | zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia? ~ 110 1Kon 19:13 | die zeide: Wat maakt gij hier, Elia? ~ 111 1Kon 20:40 | geschiedde nu, als uw knecht hier en daar doende was, dat 112 1Kon 22:7 | 7 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog een profeet des 113 2Kon 2:2 | zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij 114 2Kon 2:4 | tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HEERE heeft mij 115 2Kon 2:6 | zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij 116 2Kon 3:11 | 11 En Josafat zeide: Is hier geen profeet des HEEREN, 117 2Kon 3:11 | konings van Israel, en zeide: Hier is Elisa, de zoon van Safat, 118 2Kon 7:3 | den ander: Wat blijven wij hier, totdat wij sterven? ~ 119 2Kon 7:4 | daar sterven, en indien wij hier blijven, wij zullen ook 120 2Kon 10:23 | Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand 121 1Kro 11:5 | zeiden tot David: Gij zult hier niet inkomen. David dan 122 1Kro 23:1 | 1 En David zeide: Hier zal het huis Gods des HEEREN 123 1Kro 23:1 | Gods des HEEREN zijn, en hier zal het altaar des brandoffers 124 1Kro 30:17 | met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien, 125 2Kro 19:6 | 6 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog een profeet des 126 2Kro 28:13 | Gij zult deze gevangenen hier niet inbrengen, tot een 127 Ezra 10:13 | tijd van plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en 128 Job 37:11 | komen, en niet verder, en hier zal hij zich stellen tegen 129 Job 37:35 | henenvaren, en tot u zeggen: Zie, hier zijn wij? ~ 130 Psa 109:10 | 10 En dat zijn kinderen hier en daar omzwerven, en bedelen, 131 Psa 132:14 | rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb 132 Spre 25:7 | dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u 133 Jes 6:8 | henengaan? Toen zeide ik: Zie, hier ben ik, zend mij henen. ~ 134 Jes 22:16 | 16      Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, 135 Jes 22:16 | gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf 136 Jes 22:16 | hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt 137 Jes 28:10 | op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig. ~ 138 Jes 28:13 | op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; 139 Jes 40:9 | den steden van Juda: Zie hier is uw God! ~ 140 Jes 45:20 | Verzamelt u, en komt, treedt hier toe samen, gijlieden, die 141 Jes 45:21 | Verkondigt en treedt hier toe, ja, beraadslaagt samen: 142 Jes 52:5 | 5      En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt de HEERE, 143 Jes 52:6 | Zelf ben, Die spreekt: Zie, hier ben Ik. ~ 144 Jes 58:3 | Doch nadert gijlieden hier toe, gij kinderen der guichelares! 145 Jes 59:9 | en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben Ik. Zo gij uit het midden 146 Jes 66:1 | heb Ik gezegd: Ziet,      hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~ 147 Jes 66:1 | hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~ 148 Jer 2:37 | 37      Gij zult ook van hier uitgaan met uw handen op 149 Jer 3:22 | afkeringen genezen. Zie, hier zijn wij, wij komen tot 150 Jer 38:10 | Ebed-melech, zeggende: Neem van hier dertig mannen onder uw hand, 151 Klaa 1:125| Zij riepen tot hen: Wijkt, hier is een onreine wijkt, wijkt, 152 Eze 8:6 | gruwelen, die het huis Israels hier doet, opdat Ik van Mijn 153 Eze 8:9 | de boze gruwelen, die zij hier doen. ~ 154 Eze 8:17 | gruwelen te doen, die zij hier doen? Als zij het land met 155 Dan 3:26 | Gods!      gaat uit en komt hier! Toen gingen Sadrach, Mesach 156 Zac 3:7 | wandelingen geven onder dezen, die hier staan. ~ 157 Zac 5:3 | iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek, 158 Zac 5:3 | valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek, 159 Matt 8:29 | met U te doen? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen 160 Matt 12:6 | meerder dan de tempel, hier is. ~ 161 Matt 12:41 | ziet, meer dan Jonas is hier! ~ 162 Matt 12:42 | ziet, meer dan Salomo is hier! ~ 163 Matt 14:8 | moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd 164 Matt 14:17 | zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden en 165 Matt 14:18 | zeide: Brengt Mij dezelve hier. ~ 166 Matt 16:28 | Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood 167 Matt 17:4 | Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat 168 Matt 17:4 | zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, 169 Matt 17:17 | verdragen? Brengt hem Mij hier. ~ 170 Matt 17:20 | berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts, en hij zal heengaan; 171 Matt 20:6 | zeide tot hen: Wat staat gij hier den gehele dag ledig? ~ 172 Matt 22:12 | hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed 173 Matt 24:2 | dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den 174 Matt 24:23 | ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, 175 Matt 26:36 | zeide tot de discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga, 176 Matt 26:38 | tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij. ~ 177 Matt 26:50 | Vriend! waartoe zijt gij hier! Toen kwamen zij toe, en 178 Matt 28:6 | 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, 179 Mark 6:3 | en zijn Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden aan 180 Mark 6:31 | gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een weinig; 181 Mark 8:4 | iemand dezen met broden hier in de woestijn kunnen verzadigen? ~ 182 Mark 9:1 | sommigen zijn van degenen, die hier staan, die den dood niet 183 Mark 9:5 | Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, en laat ons drie tabernakelen 184 Mark 13:21 | ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, 185 Mark 14:32 | tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden 186 Mark 14:34 | tot den dood toe; blijft hier, en waakt. ~ 187 Mark 16:6 | Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar 188 Luk 4:9 | Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts; ~ 189 Luk 4:23 | geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland. ~ 190 Luk 9:12 | spijze vinden; want wij zijn hier in een woeste plaats. ~ 191 Luk 9:27 | zijn sommigen dergenen, die hier staan, die den dood niet 192 Luk 9:33 | Meester, het is goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen 193 Luk 9:41 | verdragen? Breng uw zoon hier. ~ 194 Luk 11:31 | ziet, meer dan Salomo is hier. ~ 195 Luk 11:32 | ziet, meer dan Jonas is hier! ~ 196 Luk 13:31 | Ga weg, en vertrek van hier; want Herodes wil U doden. ~ 197 Luk 14:21 | en kreupelen, en blinden hier in. ~ 198 Luk 15:22 | zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en 199 Luk 16:26 | zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet 200 Luk 17:21 | men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, 201 Luk 17:23 | zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat 202 Luk 19:20 | kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een 203 Luk 19:27 | koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij 204 Luk 19:27 | brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood. ~ 205 Luk 22:38 | En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide 206 Luk 23:5 | hebbende van Galilea tot hier toe. ~ 207 Luk 24:6 | 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. 208 Luk 24:41 | zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten? ~ 209 Joha 2:16 | verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis 210 Joha 4:15 | opdat mij niet dorste, en ik hier niet moet komen, om te putten. ~ 211 Joha 4:16 | heen, roep uw man, en kom hier. ~ 212 Joha 6:9 | 9 Hier is een jongsken, dat vijf 213 Joha 6:25 | Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen? ~ 214 Joha 7:3 | broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judea, opdat 215 Joha 7:6 | hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd 216 Joha 11:21 | Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder 217 Joha 11:32 | tot Hem: Heere, indien Gij hier geweest waart, zo ware mijn 218 Joha 14:31 | Staat op, laat ons van hier gaan. ~  ~  ~  219 Joha 18:36 | Mijn Koninkrijk niet van hier. ~ 220 Joha 20:27 | Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en 221 Hand 4:10 | Hem, zeg ik, staat deze hier voor u gezond. ~ 222 Hand 5:21 | is de oorzaak, waarom gij hier zijt? ~ 223 Hand 5:32 | lederbereider, aan de zee, welke, hier gekomen zijnde, tot u spreken 224 Hand 5:33 | hebt welgedaan, dat gij hier gekomen zijt. Wij zijn dan 225 Hand 5:33 | zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om 226 Hand 10:28 | kwaad; want wij zijn allen hier. ~ 227 Hand 11:6 | hebben gesteld, zijn ook hier gekomen; ~ 228 Hand 13:37 | Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers 229 Hand 17:35 | als ook uw beschuldigers hier zullen gekomen zijn. En 230 Hand 18:19 | 19 Welke behoorden hier voor u tegenwoordig te zijn, 231 Hand 19:14 | koning verhaald, zeggende: Hier is een zeker man van Felix 232 Hand 19:18 | welken de beschuldigers, hier staande, geen zaak hebben 233 Hand 19:24 | mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet 234 Hand 19:24 | aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet 235 Hand 22:7 | 7 En hier, omtrent dezelfde plaats, 236 Hand 22:21 | iemand van de broeders, hier gekomen zijnde, heeft van 237 Kol 4:9 | alles bekend maken, wat hier is. ~ 238 Heb 7:8 | 8 En hier nemen wel tienden de mensen, 239 Heb 13:14 | 14 Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar 240 Jako 2:3 | tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats; 241 Jako 2:3 | arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; ~ 242 Open 4:1 | mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen 243 Open 13:10 | het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het 244 Open 13:18 | 18 Hier is de wijsheid: die het 245 Open 14:12 | 12 Hier is de lijdzaamheid der heiligen; 246 Open 14:12 | lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden 247 Open 17:9 | 9 Hier is het verstand, dat wijsheid


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License