Book Chapter: Verse
1 Gen 15:13 | want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die mij
2 Gen 18:9 | gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, en zoude hij alleszins
3 Gen 18:12 | mannen tot Lot: Wien hebt gij hier nog meer? een schoonzoon,
4 Gen 20:23 | 23 Zo zweer mij nu hier bij God: Zo gij mij, of
5 Gen 20:29 | tot Abraham: Wat zullen hier deze zeven ooilammeren,
6 Gen 21:1 | Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~
7 Gen 21:5 | zijn jongeren: Blijft gij hier met den ezel, en ik en de
8 Gen 21:7 | vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon! En hij
9 Gen 21:11 | Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~
10 Gen 25:1 | hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik! ~
11 Gen 25:18 | vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik; wie zijt gij, mijn
12 Gen 28:11 | Jakob! En ik zeide: Zie, hier ben ik! ~
13 Gen 28:37 | huisraad uws huizes! Leg het hier voor mijn broederen en uw
14 Gen 34:13 | hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik! ~
15 Gen 34:17 | zeide die man: Zij zijn van hier gereisd; want ik hoorde
16 Gen 35:21 | weg was? En zij zeiden: Hier is geen hoer geweest. ~
17 Gen 35:22 | de lieden van die plaats: Hier is geen hoer geweest. ~
18 Gen 36:38 | der Hebreen; en ook heb ik hier niets gedaan, dat zij mij
19 Gen 38:15 | Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan,
20 Gen 42:2 | Jakob! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~
21 Gen 44:9 | mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide:
22 Gen 46:25 | zult gij mijn beenderen van hier opvoeren! ~
23 Exo 3:4 | Mozes! En hij zeide: Zie, hier ben ik! ~
24 Exo 3:5 | 5 En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen
25 Exo 11:1 | daarna zal hij ulieden van hier laten trekken; als hij u
26 Exo 11:1 | zal hij u haastelijk van hier uitdrijven. ~
27 Exo 13:3 | door een sterke hand van hier uitgevoerd; daarom zal het
28 Exo 13:19 | beenderen met ulieden op van hier! ~
29 Exo 24:14 | oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder tot u
30 Exo 34:1 | Mozes: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij
31 Exo 34:15 | medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! ~
32 Exo 38:15 | de deur des voorhofs, van hier en van daar, waren behangselen
33 Num 11:8 | 8 Het volk liep hier en daar, en verzamelde het,
34 Num 14:40 | des bergs, zeggende: Ziet, hier zijn wij, en wij zullen
35 Num 21:5 | zouden in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen
36 Num 22:8 | zeide tot hen: Vernacht hier dezen nacht, zo zal ik ulieden
37 Num 22:19 | blijft gijlieden toch ook hier dezen nacht, opdat ik wete,
38 Num 23:1 | Bileam tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid
39 Num 23:1 | zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen. ~
40 Num 23:15 | zeide hij tot Balak: Blijf hier staan bij uw brandoffer,
41 Num 23:29 | zeide tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid
42 Num 23:29 | zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen. ~
43 Num 31:59 | gaan, en zult gijlieden hier blijven?
44 Num 31:69 | hem, en zeiden: Wij zullen hier schaapskooien bouwen voor
45 Deu 5:3 | gemaakt, maar met ons, wij die hier heden allen levend zijn. ~
46 Deu 5:31 | 31 Maar gij, sta hier bij Mij, dat Ik tot u spreke
47 Deu 9:12 | op, ga haastelijk af van hier; want uw volk, dat gij uit
48 Deu 12:8 | doen naar alles, wat wij hier heden doen, een ieder al
49 Deu 29:15 | Maar met dengene, die heden hier bij ons voor het aangezicht
50 Deu 29:15 | staat; en met dengene, die hier heden bij ons niet is. ~
51 Joz 2:2 | Zie, in dezen nacht zijn hier mannen gekomen van de kinderen
52 Joz 4:3 | Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan,
53 Joz 8:22 | Israelieten waren, deze van hier en gene van daar; en zij
54 Joz 18:6 | ik voor ulieden het lot hier werpe voor het aangezicht
55 Joz 18:8 | tot mij, zo zal ik ulieden hier het lot werpen, voor het
56 Ric 4:20 | u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand. ~
57 Ric 5:18 | 18 Wijk toch niet van hier, totdat ik tot U kome, en
58 Ric 15:2 | Gazieten gezegd: Simson is hier in ingekomen; zo gingen
59 Ric 17:3 | zeiden tot hem: Wie heeft u hier gebracht, en wat doet gij
60 Ric 17:3 | alhier, en wat hebt gij hier? ~
61 Ric 18:9 | dag legert zich, vernacht hier, en laat uw hart vrolijk
62 Ric 19:7 | kinderen Israels, geeft hier voor ulieden woord en raad! ~
63 Rut 2:8 | lezen; ook zult gij van hier niet weggaan, maar hier
64 Rut 2:8 | hier niet weggaan, maar hier zult gij u houden bij mijn
65 Rut 2:14 | zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood,
66 Rut 4:1 | hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij, zulk een! En hij week
67 Rut 4:2 | der stad, en zeide: Zet u hier; en zij zetten zich. ~
68 1Sa 1:26 | heer! Ik ben die vrouw, die hier bij u stond, om den HEERE
69 1Sa 3:4 | riep; en hij zeide: Zie, hier ben ik. ~
70 1Sa 3:5 | liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij
71 1Sa 3:6 | tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij
72 1Sa 3:8 | tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij
73 1Sa 3:16 | Samuel! Hij dan zeide: Zie, hier ben ik. ~
74 1Sa 9:11 | zeiden tot haar: Is de ziener hier? ~
75 1Sa 9:18 | Wijs mij toch, waar is hier het huis des zieners? ~
76 1Sa 11:12 | over ons regeren? Geeft hier die mannen, dat wij hen
77 1Sa 12:3 | 3 Ziet, hier ben ik, betuigt tegen mij,
78 1Sa 12:7 | 7 En nu, stelt u hier, dat ik met ulieden rechte,
79 1Sa 12:16 | 16 Ook stelt u nu hier, en ziet die grote zaak,
80 1Sa 14:34 | zijn schaap, en slacht het hier, en eet, en bezondigt u
81 1Sa 14:43 | ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven? ~
82 1Sa 15:32 | koning der Amalekieten, hier tot mij; Agag nu ging tot
83 1Sa 16:11 | rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. ~
84 1Sa 21:8 | zeide tot Achimelech: Is hier onder uw hand geen spies
85 1Sa 21:9 | het eikendal, zie, dat is hier, gewonden in een kleed,
86 1Sa 21:9 | wilt, zo neem het, want hier is geen ander dan dit. David
87 1Sa 22:12 | Ahitub! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn heer! ~
88 1Sa 23:3 | tot hem: Zie, wij vrezen hier in Juda; hoeveel te meer,
89 1Sa 30:7 | Breng mij toch den efod hier. En Abjathar bracht den
90 2Sa 1:7 | riep mij, en ik zeide: Zie, hier ben ik. ~
91 2Sa 1:10 | zijn arm was, en heb ze hier tot mijn heer gebracht. ~
92 2Sa 5:6 | David, zeggende: Gij zult hier niet inkomen, maar de blinden
93 2Sa 5:6 | is te zeggen: David zal hier niet inkomen. ~
94 2Sa 9:6 | Mefiboseth! En hij zeide: Zie, hier is uw knecht. ~
95 2Sa 11:12 | tot Uria: Blijf ook heden hier, zo zal ik u morgen afzenden.
96 2Sa 14:7 | hebben gezegd: Geef dien hier, die zijn broeder geslagen
97 2Sa 15:15 | koning verkiezen zal, ziet, hier zijn uw knechten. ~
98 2Sa 15:26 | heb geen lust tot u; zie, hier ben ik, Hij doe mij, zo
99 2Sa 18:14 | Toen zeide Joab: Ik zal hier bij u alzo niet vertoeven;
100 2Sa 18:30 | koning zeide: Ga om, stel u hier; zo ging hij om, en bleef
101 2Sa 20:4 | dag; en gij, stel u dan hier. ~
102 1Kon 2:30 | En hij zeide: Neen, maar hier zal ik sterven! En Benaja
103 1Kon 17:3 | 3 Ga weg van hier, en wend u naar het oosten,
104 1Kon 17:13 | daarvan, en breng mij dien hier uit; doch voor u en uw zoon
105 1Kon 18:8 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier. ~
106 1Kon 18:10 | en als zij zeiden: Hij is hier niet; zo nam hij dat koninkrijk
107 1Kon 18:11 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier. ~
108 1Kon 18:14 | zeg uw heer: Zie, Elia is hier, en hij zou mij doodslaan. ~
109 1Kon 19:9 | zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia? ~
110 1Kon 19:13 | die zeide: Wat maakt gij hier, Elia? ~
111 1Kon 20:40 | geschiedde nu, als uw knecht hier en daar doende was, dat
112 1Kon 22:7 | 7 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog een profeet des
113 2Kon 2:2 | zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij
114 2Kon 2:4 | tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HEERE heeft mij
115 2Kon 2:6 | zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij
116 2Kon 3:11 | 11 En Josafat zeide: Is hier geen profeet des HEEREN,
117 2Kon 3:11 | konings van Israel, en zeide: Hier is Elisa, de zoon van Safat,
118 2Kon 7:3 | den ander: Wat blijven wij hier, totdat wij sterven? ~
119 2Kon 7:4 | daar sterven, en indien wij hier blijven, wij zullen ook
120 2Kon 10:23 | Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand
121 1Kro 11:5 | zeiden tot David: Gij zult hier niet inkomen. David dan
122 1Kro 23:1 | 1 En David zeide: Hier zal het huis Gods des HEEREN
123 1Kro 23:1 | Gods des HEEREN zijn, en hier zal het altaar des brandoffers
124 1Kro 30:17 | met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien,
125 2Kro 19:6 | 6 Maar Josafat zeide: Is hier niet nog een profeet des
126 2Kro 28:13 | Gij zult deze gevangenen hier niet inbrengen, tot een
127 Ezra 10:13 | tijd van plasregen, dat men hier buiten niet staan kan; en
128 Job 37:11 | komen, en niet verder, en hier zal hij zich stellen tegen
129 Job 37:35 | henenvaren, en tot u zeggen: Zie, hier zijn wij? ~
130 Psa 109:10 | 10 En dat zijn kinderen hier en daar omzwerven, en bedelen,
131 Psa 132:14 | rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb
132 Spre 25:7 | dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u
133 Jes 6:8 | henengaan? Toen zeide ik: Zie, hier ben ik, zend mij henen. ~
134 Jes 22:16 | 16 Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier,
135 Jes 22:16 | gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf
136 Jes 22:16 | hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt
137 Jes 28:10 | op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig. ~
138 Jes 28:13 | op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig;
139 Jes 40:9 | den steden van Juda: Zie hier is uw God! ~
140 Jes 45:20 | Verzamelt u, en komt, treedt hier toe samen, gijlieden, die
141 Jes 45:21 | Verkondigt en treedt hier toe, ja, beraadslaagt samen:
142 Jes 52:5 | 5 En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt de HEERE,
143 Jes 52:6 | Zelf ben, Die spreekt: Zie, hier ben Ik. ~
144 Jes 58:3 | Doch nadert gijlieden hier toe, gij kinderen der guichelares!
145 Jes 59:9 | en Hij zal zeggen: Ziet, hier ben Ik. Zo gij uit het midden
146 Jes 66:1 | heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~
147 Jes 66:1 | hier ben Ik, ziet, hier ben Ik. ~
148 Jer 2:37 | 37 Gij zult ook van hier uitgaan met uw handen op
149 Jer 3:22 | afkeringen genezen. Zie, hier zijn wij, wij komen tot
150 Jer 38:10 | Ebed-melech, zeggende: Neem van hier dertig mannen onder uw hand,
151 Klaa 1:125| Zij riepen tot hen: Wijkt, hier is een onreine wijkt, wijkt,
152 Eze 8:6 | gruwelen, die het huis Israels hier doet, opdat Ik van Mijn
153 Eze 8:9 | de boze gruwelen, die zij hier doen. ~
154 Eze 8:17 | gruwelen te doen, die zij hier doen? Als zij het land met
155 Dan 3:26 | Gods! gaat uit en komt hier! Toen gingen Sadrach, Mesach
156 Zac 3:7 | wandelingen geven onder dezen, die hier staan. ~
157 Zac 5:3 | iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek,
158 Zac 5:3 | valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek,
159 Matt 8:29 | met U te doen? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen
160 Matt 12:6 | meerder dan de tempel, hier is. ~
161 Matt 12:41 | ziet, meer dan Jonas is hier! ~
162 Matt 12:42 | ziet, meer dan Salomo is hier! ~
163 Matt 14:8 | moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd
164 Matt 14:17 | zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden en
165 Matt 14:18 | zeide: Brengt Mij dezelve hier. ~
166 Matt 16:28 | Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood
167 Matt 17:4 | Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat
168 Matt 17:4 | zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken,
169 Matt 17:17 | verdragen? Brengt hem Mij hier. ~
170 Matt 17:20 | berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts, en hij zal heengaan;
171 Matt 20:6 | zeide tot hen: Wat staat gij hier den gehele dag ledig? ~
172 Matt 22:12 | hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed
173 Matt 24:2 | dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den
174 Matt 24:23 | ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar,
175 Matt 26:36 | zeide tot de discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga,
176 Matt 26:38 | tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij. ~
177 Matt 26:50 | Vriend! waartoe zijt gij hier! Toen kwamen zij toe, en
178 Matt 28:6 | 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan,
179 Mark 6:3 | en zijn Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden aan
180 Mark 6:31 | gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een weinig;
181 Mark 8:4 | iemand dezen met broden hier in de woestijn kunnen verzadigen? ~
182 Mark 9:1 | sommigen zijn van degenen, die hier staan, die den dood niet
183 Mark 9:5 | Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, en laat ons drie tabernakelen
184 Mark 13:21 | ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet,
185 Mark 14:32 | tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden
186 Mark 14:34 | tot den dood toe; blijft hier, en waakt. ~
187 Mark 16:6 | Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar
188 Luk 4:9 | Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts; ~
189 Luk 4:23 | geschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland. ~
190 Luk 9:12 | spijze vinden; want wij zijn hier in een woeste plaats. ~
191 Luk 9:27 | zijn sommigen dergenen, die hier staan, die den dood niet
192 Luk 9:33 | Meester, het is goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen
193 Luk 9:41 | verdragen? Breng uw zoon hier. ~
194 Luk 11:31 | ziet, meer dan Salomo is hier. ~
195 Luk 11:32 | ziet, meer dan Jonas is hier! ~
196 Luk 13:31 | Ga weg, en vertrek van hier; want Herodes wil U doden. ~
197 Luk 14:21 | en kreupelen, en blinden hier in. ~
198 Luk 15:22 | zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en
199 Luk 16:26 | zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet
200 Luk 17:21 | men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet,
201 Luk 17:23 | zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat
202 Luk 19:20 | kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een
203 Luk 19:27 | koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij
204 Luk 19:27 | brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood. ~
205 Luk 22:38 | En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide
206 Luk 23:5 | hebbende van Galilea tot hier toe. ~
207 Luk 24:6 | 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan.
208 Luk 24:41 | zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten? ~
209 Joha 2:16 | verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis
210 Joha 4:15 | opdat mij niet dorste, en ik hier niet moet komen, om te putten. ~
211 Joha 4:16 | heen, roep uw man, en kom hier. ~
212 Joha 6:9 | 9 Hier is een jongsken, dat vijf
213 Joha 6:25 | Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen? ~
214 Joha 7:3 | broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judea, opdat
215 Joha 7:6 | hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd
216 Joha 11:21 | Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder
217 Joha 11:32 | tot Hem: Heere, indien Gij hier geweest waart, zo ware mijn
218 Joha 14:31 | Staat op, laat ons van hier gaan. ~ ~ ~
219 Joha 18:36 | Mijn Koninkrijk niet van hier. ~
220 Joha 20:27 | Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en
221 Hand 4:10 | Hem, zeg ik, staat deze hier voor u gezond. ~
222 Hand 5:21 | is de oorzaak, waarom gij hier zijt? ~
223 Hand 5:32 | lederbereider, aan de zee, welke, hier gekomen zijnde, tot u spreken
224 Hand 5:33 | hebt welgedaan, dat gij hier gekomen zijt. Wij zijn dan
225 Hand 5:33 | zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God, om
226 Hand 10:28 | kwaad; want wij zijn allen hier. ~
227 Hand 11:6 | hebben gesteld, zijn ook hier gekomen; ~
228 Hand 13:37 | Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers
229 Hand 17:35 | als ook uw beschuldigers hier zullen gekomen zijn. En
230 Hand 18:19 | 19 Welke behoorden hier voor u tegenwoordig te zijn,
231 Hand 19:14 | koning verhaald, zeggende: Hier is een zeker man van Felix
232 Hand 19:18 | welken de beschuldigers, hier staande, geen zaak hebben
233 Hand 19:24 | mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet
234 Hand 19:24 | aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet
235 Hand 22:7 | 7 En hier, omtrent dezelfde plaats,
236 Hand 22:21 | iemand van de broeders, hier gekomen zijnde, heeft van
237 Kol 4:9 | alles bekend maken, wat hier is. ~
238 Heb 7:8 | 8 En hier nemen wel tienden de mensen,
239 Heb 13:14 | 14 Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar
240 Jako 2:3 | tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats;
241 Jako 2:3 | arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; ~
242 Open 4:1 | mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen
243 Open 13:10 | het zwaard gedood worden. Hier is de lijdzaamheid en het
244 Open 13:18 | 18 Hier is de wijsheid: die het
245 Open 14:12 | 12 Hier is de lijdzaamheid der heiligen;
246 Open 14:12 | lijdzaamheid der heiligen; hier zijn zij, die de geboden
247 Open 17:9 | 9 Hier is het verstand, dat wijsheid
|