Book Chapter: Verse
1 Gen 3:5 | worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het
2 Gen 9:15 | wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees
3 Gen 16:5 | Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld
4 Gen 25:33 | gezegend; ook zal hij gezegend wezen. ~
5 Gen 26:14 | 14 En uw zaad zal wezen als het stof der aarde,
6 Gen 26:22 | gezet heb, zal een huis Gods wezen, en van alles, wat Gij mij
7 Gen 37:27 | zeven jaren des hongers wezen. ~
8 Gen 37:31 | dienzelven honger, die daarna wezen zal; want hij zal zeer zwaar
9 Gen 37:36 | hongers, die in Egypteland wezen zullen; opdat het land van
10 Gen 41:10 | Gosen wonen, en nabij mij wezen, gij en uw zonen, en de
11 Gen 44:21 | maar God zal met ulieden wezen, en Hij zal u wederbrengen
12 Gen 45:13 | aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn
13 Exo 10:14 | dezen zullen er zulke niet wezen; ~
14 Exo 11:6 | en desgelijks niet meer wezen zal. ~
15 Exo 12:14 | En deze dag zal ulieden wezen ter gedachtenis, en gij
16 Exo 12:22 | bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel,
17 Exo 12:48 | dat te houden, en hij zal wezen als een ingeborene des lands;
18 Exo 15:15 | vorsten van Edom verbaasd wezen; beving zal de machtigen
19 Exo 21:34 | doch dat dode zal zijns wezen. ~
20 Exo 21:36 | doch de dode zal zijns wezen. ~ ~ ~ ~
21 Exo 22:24 | weduwen, en uw kinderen zullen wezen worden.
22 Lev 13:46 | het leger zal zijn woning wezen. ~
23 Lev 15:17 | het zaad des bijliggens wezen zal, dat zal met water gewassen
24 Lev 22:39 | een heilige samenroeping wezen; geen dienstwerk zult gij
25 Lev 24:29 | vol jaar zal zijn lossing wezen. ~
26 Deu 32:20 | welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans
27 Joz 1:18 | die uw mond wederspannig wezen zal, en uw woorden niet
28 Joz 15:7 | en haar uitgangen zullen wezen te En-rogel. ~
29 Ric 15:7 | zo zou ik zwak worden, en wezen als een ander mens. ~
30 Ric 15:11 | zo zou ik zwak worden, en wezen als een ander mens. ~
31 Ric 15:17 | en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen. ~
32 1Sa 1:28 | overgegeven al de dagen, die hij wezen zal; hij is van den HEERE
33 1Sa 2:31 | geen oud man in uw huis wezen zal. ~
34 2Sa 7:11 | geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel. Doch
35 2Sa 14:14 | zullen den dood sterven, en wezen als water, dat, ter aarde
36 1Kon 8:16| dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren,
37 1Kon 8:16| hij over Mijn volk Israel wezen zou. ~
38 1Kon 8:37| Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal,
39 1Kon 8:37| land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren,
40 1Kon 8:37| honigdauw, sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand
41 1Kon 8:37| plage, of enige krankheid wezen zal; ~
42 1Kon 12:7 | heden knecht van dit volk wezen zult, en hen dienen, en
43 2Kon 22:19| en waarheid in mijn dagen wezen zal? ~
44 2Kon 25:27| heb: Mijn Naam zal daar wezen. ~
45 1Kro 17:10| geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel; en
46 1Kro 29:4 | ik tot koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want
47 1Kro 29:7 | eeuwigheid, indien hij sterk wezen zal, om Mijn geboden en
48 2Kro 7:5 | dat Mijn Naam daar zou wezen; en geen man verkoren om
49 2Kro 7:6 | dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren,
50 2Kro 7:6 | hij over Mijn volk Israel wezen zou. ~
51 2Kro 7:28| Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal,
52 2Kro 7:28| land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren of
53 2Kro 7:28| honigdauw, sprinkhanen en kevers wezen zullen, als iemand van zijn
54 2Kro 7:28| plage, of enige krankheid wezen zal; ~
55 2Kro 11:7 | en jegens hen goedwillig wezen zult, en tot hen goede woorden
56 2Kro 21:17| want de HEERE zal met u wezen. ~
57 2Kro 29:11| dienaars en wierokers zoudt wezen. ~
58 Ezra 10:8 | hij zelf zou afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden. ~
59 Neh 2:6 | zat: Hoe lang zal uw reis wezen, en wanneer zult gij wederkomen?
60 Est 1:18 | verachtens en toorns genoeg wezen. ~
61 Est 1:22 | man overheer in zijn huis wezen zou, en spreken naar de
62 Est 2:4 | in des konings oog schoon wezen zal, worde koningin in stede
63 Job 3:13 | slapen, dan zou voor mij rust wezen; ~
64 Job 5:21 | tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen
65 Job 5:25 | dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als
66 Job 6:29 | weder, laat er geen onrecht wezen, ja, keert weder; nog zal
67 Job 6:30 | Zou onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet
68 Job 11:6 | omdat zij dubbel zijn in wezen! Daarom weet, dat God voor
69 Job 11:15 | de gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen. ~
70 Job 13:5 | zou ulieden voor wijsheid wezen. ~
71 Job 15:31 | ijdelheid zal zijn vergelding wezen. ~
72 Job 17:13 | het graf zal mijn huis wezen; in de duisternis zal ik
73 Job 17:15 | dan nu mijn verwachting wezen? Ja, mijn verwachting, wie
74 Job 17:16 | rust te zamen in het stof wezen zal. ~ ~ ~ ~
75 Job 18:12 | Zijn macht zal hongerig wezen, en het verderf is bereid
76 Job 22:9 | weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld. ~
77 Job 24:3 | 3 Den ezel der wezen drijven zij weg; den os
78 Job 30:22 | en Gij versmelt mij het wezen. ~
79 Job 40:24 | gemaakt is om zonder schrik te wezen. ~
80 Psa 38:10 | plaats, maar hij zal er niet wezen. ~
81 Psa 68:6 | 6 Hij is een Vader der wezen, en een Rechter der weduwen;
82 Psa 73:28 | is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op
83 Psa 81:10 | onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen
84 Psa 83:18 | beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat
85 Psa 84:11 | in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de
86 Psa 94:6 | zij, en zij vermoorden de wezen. ~
87 Psa 97:7 | 7 Beschaamd moeten wezen allen, die de beelden dienen,
88 Psa 109:9 | 9 Dat zijn kinderen wezen worden, en zijn vrouw weduwe. ~
89 Psa 109:12 | er niemand zij, die zijn wezen genadig zij. ~
90 Psa 112:3 | huis zal have en rijkdom wezen; Vau. en zijn gerechtigheid
91 Psa 128:3 | 3Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok
92 Spre 2:7 | oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen,
93 Spre 3:24| nederliggen en uw slaap zal zoet wezen. ~
94 Spre 3:26| de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren
95 Spre 8:14| 14 Raad en het wezen zijn Mijne; Ik ben het Verstand,
96 Spre 12:8 | hart is, zal tot verachting wezen. ~
97 Spre 12:24| bedriegers zullen onder cijns wezen. ~
98 Spre 14:26| Zijn kinderen een Toevlucht wezen. ~
99 Spre 20:11| zuiver, en of het recht zal wezen. ~
100 Spre 23:10| en kom op de akkers der wezen niet; ~
101 Spre 24:14| vindt, zo zal er beloning wezen, en uw verwachting zal niet
102 Spre 28:2 | zal insgelijks verlenging wezen. ~
103 Spre 28:20| worden, zal niet onschuldig wezen. ~
104 Pred 1:11| bij degenen, die namaals wezen zullen. ~
105 Pred 2:18| aan een mens, die na mij wezen zal. ~
106 Pred 3:15| geweest is, dat is nu, en wat wezen zal, dat is alrede geweest;
107 Pred 6:12| mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon? ~ ~
108 Pred 11:2 | niet, wat kwaad op de aarde wezen zal. ~
109 Pred 11:3 | valt, daar zal hij wezen. ~
110 Pred 11:6 | gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat
111 Pred 12:5 | zichzelven een last zal wezen, en dat de lust zal vergaan;
112 Jes 1:23 | de vergeldingen na; den wezen doen zij geen recht, en
113 Jes 1:31 | 31 En de sterke zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester
114 Jes 1:31 | en er zal geen uitblusser wezen. ~ ~ ~ ~ ~
115 Jes 3:6 | dezen aanstoot onder uw hand wezen; ~
116 Jes 3:7 | Ik kan geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en
117 Jes 4:5 | is, zal een beschutting wezen. ~
118 Jes 5:24 | wortel als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof
119 Jes 5:27 | struikelende zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch
120 Jes 6:12 | en de verlating zal groot wezen in het binnenste des lands. ~
121 Jes 7:25 | distelen; maar die zullen wezen tot inzending van den os,
122 Jes 9:2 | zij zullen nochtans blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk
123 Jes 9:16 | hun jongelingen, en hunner wezen en hunner weduwen zal Hij
124 Jes 10:2 | worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen! ~
125 Jes 15:6 | zullen enkel verwoesting wezen; want het gras is verdord,
126 Jes 16:14 | klein, weinig, onmachtig wezen. ~ ~ ~ ~ ~
127 Jes 17:2 | voor de kudden zullen zij wezen, die zullen daar nederliggen,
128 Jes 17:9 | hoewel daar verwoesting zal wezen. ~
129 Jes 19:15 | En er zal geen werk wezen voor de Egyptenaren, hetwelk
130 Jes 19:17 | zal in zichzelven bevreesd wezen vanwege den raad des HEEREN
131 Jes 19:23 | zal er een gebaande weg wezen van Egypte in Assyrie, dat
132 Jes 19:24 | dage zal Israel de derde wezen met de Egyptenaren en met
133 Jes 22:23 | vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor
134 Jes 23:18 | maar haar koophandel zal wezen voor hen, die voor
135 Jes 24:2 | volk, alzo zal de priester wezen; gelijk de knecht, alzo
136 Jes 24:13 | dezer volken, zal het alzo wezen, gelijk de afschudding des
137 Jes 28:19 | verstaan, enkel beroering wezen zal. ~
138 Jes 28:20 | en het deksel zal te smal wezen, als men zich daaronder
139 Jes 29:2 | zal treuring en droefheid wezen, en die stad zal Mij gelijk
140 Jes 35:10 | blijdschap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijdschap
141 Jes 46:13 | nabij, zij zal niet verre wezen, en Mijn heil zal niet vertoeven;
142 Jes 49:9 | hoge plaatsen zal hun weide wezen. ~
143 Jes 51:11 | blijdschap zal op hun hoofd wezen; vreugde en blijdschap zullen
144 Jes 52:12 | zal uw achtertocht wezen. ~
145 Jes 55:13 | opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig
146 Jes 56:13 | opgaan; en het zal den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig
147 Jes 57:7 | slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn
148 Jes 59:8 | zal uw achtertocht wezen. ~
149 Jes 61:19 | De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags,
150 Jes 61:19 | lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en
151 Jes 61:20 | zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring
152 Jes 63:6 | stilzwijgen bij ulieden wezen! ~
153 Jes 66:20 | Van daar zal niet meer wezen een zuigeling van weinig
154 Jes 67:24 | allen vlees een afgrijzing wezen. ~
155 Jer 5:28 | zelfs de rechtzaak des wezen, nochtans zijn zij voorspoedig;
156 Jer 15:1 | Mijn ziel tot dit volk niet wezen; drijf ze weg van Mijn aangezicht,
157 Jer 34:16 | ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot maagden. ~
158 Jer 42:18 | gekomen zijn; en gij zult wezen tot een vervloeking, en
159 Jer 48:41 | helden zal te dien dage wezen, als het hart ener vrouw,
160 Jer 49:11 | 11 Laat uw wezen achter, en Ik zal hen in
161 Jer 49:22 | helden zal te dien dage wezen, als het hart ener vrouw,
162 Klaa 2:3 | 3 Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders
163 Eze 6:13 | drekgoden rondom hun altaren wezen zullen op alle hoge heuvelen,
164 Eze 7:18 | aangezichten zal schaamte wezen, en op al hun hoofden kaalheid. ~
165 Eze 7:26 | er zal gerucht op gerucht wezen; dan zullen zij het gezicht
166 Eze 12:24 | ijdel gezicht zal er meer wezen, noch vleiende waarzegging,
167 Eze 16:42 | zijn, en niet meer toornig wezen. ~
168 Eze 16:60 | Evenwel zal Ik gedachtig wezen aan Mijn verbond met u,
169 Eze 21:26 | deze zal dezelfde niet wezen; Ik zal verhogen dien, die
170 Eze 47:10 | zal naar zijn aard wezen als de vis van de grote
171 Eze 48:9 | HEERE zult offeren, zal wezen de lengte van vijf en twintig
172 Eze 48:18 | inkomst daarvan zal wezen tot onderhoud voor degenen,
173 Dan 4:27 | van uw vrede mocht wezen. ~
174 Dan 11:16 | verderving zal in zijn hand wezen. ~
175 Dan 11:27 | beide deze koningen zal wezen om kwaad te doen, en aan
176 Dan 11:43 | Moren zullen in zijn gangen wezen. ~
177 Dan 12:6 | einde van deze wonderen zal wezen? ~
178 Amos 5:18| zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht. ~
179 Mic 5:1 | Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda?
180 Mic 6:9 | stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de roede, en wie
181 Mic 7:4 | zal hunlieder verwarring wezen. ~
182 Nah 2:5 | het beschutsel vaardig zal wezen. ~
183 Zep 2:4 | Want Gaza zal verlaten wezen, en Askelon zal ter verwoesting
184 Zep 2:4 | Askelon zal ter verwoesting wezen; Asdod zal men in den middag
185 Zep 2:6 | de landstreek der zee zal wezen tot hutten, uitgegraven
186 Zep 2:7 | En de landstreek zal wezen voor het overblijfsel van
187 Zep 2:11 | Vreselijk zal de HEERE tegen hen wezen, want Hij zal al de goden
188 Zep 3:11 | zult gij niet beschaamd wezen vanwege al uw handelingen,
189 Zac 2:2 | en hoe groot haar lengte wezen zal. ~
190 Zac 2:4 | het midden derzelve wezen zal. ~
191 Zac 2:5 | 5 En Ik zal haar wezen, spreekt de HEERE, een vurige
192 Zac 2:5 | Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar. ~
193 Zac 2:9 | hunnen knechten een roof wezen. Alzo zult gijlieden weten,
194 Zac 2:11 | zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in het midden
195 Zac 3:9 | steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel
196 Zac 6:13 | zal tussen die Beiden wezen. ~
197 Zac 6:14 | En die kronen zullen wezen voor Chelem, en voor Tobia,
198 Zac 8:11 | overblijfsel dezes volks niet wezen, gelijk in de vorige dagen,
199 Zac 8:13 | gij zult een zegening wezen; vreest niet, laat uw handen
200 Zac 8:19 | tot vrolijke hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en
201 Zac 9:17 | hoe groot zal zijn goed wezen en hoe groot zal zijn schoonheid
202 Zac 9:17 | groot zal zijn schoonheid wezen! Het koren zal de jongelingen,
203 Zac 10:5 | want de HEERE zal met hen wezen; en zij zullen die beschamen,
204 Zac 10:6 | ontfermd, en zij zullen wezen, alsof Ik hen niet
205 Zac 10:10 | het zal hun niet genoeg wezen. ~
206 Zac 14:7 | avonds, dat het licht zal wezen. ~
207 Zac 14:13 | den HEERE onder hen zal wezen, zodat zij een ieder zijns
208 Zac 14:17 | henlieden geen regen wezen. ~
209 Mal 3:4 | Jeruzalem den HEERE zoet wezen, als in de oude dagen, en
210 Mal 3:10 | zodat er geen schuren genoeg wezen zullen. ~
211 Matt 2:18| en wilde niet vertroost wezen, omdat zij niet zijn! ~
212 Matt 6:22| gehele lichaam verlicht wezen; ~
213 Matt 12:40| drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. ~
214 Matt 13:49| de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan,
215 Matt 18:18| zal in de hemel gebonden wezen; en al wat gij op de aarde
216 Matt 18:18| zal in den hemel ontbonden wezen. ~
217 Matt 22:28| dan, wiens vrouw zal zij wezen van die zeven, want zij
218 Matt 24:21| alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest
219 Matt 24:27| van den Zoon des mensen wezen. ~
220 Mark 13:8 | en er zullen hongersnoden wezen, en beroerten. Deze dingen
221 Luk 1:34 | tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne? ~
222 Luk 1:66 | Wat zal toch dit kindeken wezen? En de hand des Heeren was
223 Luk 2:10 | blijdschap, die al den volke wezen zal; ~
224 Luk 3:23 | omtrent dertig jaren oud te wezen, zijnde (alzo men meende)
225 Luk 8:9 | Wat mag deze gelijkenis wezen? ~
226 Luk 10:12 | van Sodom verdragelijker wezen zal in dien dag, dan dezelve
227 Luk 16:4 | rentmeesterschap afgezet zal wezen, zij mij in hun huizen ontvangen. ~
228 Luk 17:1 | discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen
229 Luk 17:24 | zal ook de Zoon des mensen wezen in Zijn dag. ~
230 Luk 21:11 | zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen,
231 Joha 14:18| 18 Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot
232 Hand 6:28| een grote hongersnood zou wezen over de gehele wereld; dewelke
233 Hand 18:15| een opstanding der doden wezen zal, beiden der rechtvaardigen
234 Rom 4:18 | gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. ~
235 Rom 11:15 | wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit
236 1Kor 6:16| Hij, zullen tot een vlees wezen. ~
237 2Kor 1:17| voorneem, opdat bij mij zou wezen, ja, ja, en neen, neen? ~
238 Efez 5:31| twee zullen tot een vlees wezen. ~
239 1The 3:5 | en onze arbeid ijdel zou wezen. ~
240 1The 4:17| wij altijd met den Heere wezen. ~
241 Jako 1:27| God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun
242 1Joh 3:2 | zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien,
|