Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gezogen 1
gezond 55
gezonde 8
gezonden 242
gezondenen 1
gezondheid 5
gezondigd 145
Frequency    [«  »]
246 wonen
244 lands
243 kennen
242 gezonden
242 wezen
241 joden
241 kracht

Bijbel

IntraText - Concordances

gezonden

    Book Chapter: Verse
1 Gen 29:5 | knechten en maagden; en ik heb gezonden om mijn heer aan te zeggen, 2 Gen 29:18 | geschenk van uw knecht Jakob, gezonden tot mijn heer, tot Ezau, 3 Gen 35:23 | worden; zie, ik heb deze bok gezonden; maar gij hebt haar niet 4 Gen 41:5 | heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens. ~ 5 Gen 41:7 | voor uw aangezicht henen gezonden, om u een overblijfsel te 6 Gen 41:8 | hebt mij herwaarts niet gezonden, maar God Zelf, Die mij 7 Gen 41:27 | de wagenen zag, die Jozef gezonden had om hem te voeren, zo 8 Gen 42:5 | op de wagenen, die Farao gezonden had, om hem te voeren. ~ 9 Exo 3:12 | een teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer gij dit volk 10 Exo 3:13 | vaderen heeft mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe 11 Exo 3:14 | ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden! ~ 12 Exo 3:15 | Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, 13 Exo 4:28 | woorden des HEEREN, Die hem gezonden had, en al de tekenen, die 14 Exo 5:22 | waarom hebt Gij mij nu gezonden? ~ 15 Exo 7:16 | Hebreen, heeft mij tot u gezonden, zeggende: Laat Mijn volk 16 Num 13:27 | dat land, waarheen gij ons gezonden hebt; en voorwaar, het is 17 Num 14:36 | En die mannen, die Mozes gezonden had, om het land te verspieden, 18 Num 16:28 | bekennen, dat de HEERE mij gezonden heeft, om al deze daden 19 Num 16:29 | heeft mij de HEERE niet gezonden. ~ 20 Num 22:10 | Moabieten, heeft hen tot mij gezonden, zeggende: ~ 21 Num 22:37 | ik niet ernstiglijk tot u gezonden, om u te roepen? Waarom 22 Num 24:12 | uw boden, die gij tot mij gezonden hebt, gesproken, zeggende: ~ 23 Deu 34:11 | wonderen, waartoe hem de HEERE gezonden heeft, om die in Egypteland 24 Joz 2:1 | heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat 25 Joz 6:25 | verborgen had, die Jozua gezonden had, om Jericho te verspieden. ~ 26 Ric 4:39 | op zijn voeten werd hij gezonden in het dal. In Rubens gedeelten 27 Ric 5:14 | verlossen; heb Ik u niet gezonden? ~ 28 Ric 10:28 | Jeftha, die hij tot hem gezonden had. ~ 29 Ric 12:8 | toch de Man Gods, Dien Gij gezonden hebt, weder tot ons kome, 30 1Sa 15:1 | Saul: de HEERE heeft mij gezonden, dat ik u ten koning zalfde 31 1Sa 15:18 | HEERE heeft u op den weg gezonden, en gezegd: Ga heen en verban 32 1Sa 15:20 | op denwelken mij de HEERE gezonden heeft; en ik heb Agag, den 33 1Sa 21:2 | zaak weten, om dewelke ik u gezonden heb, en die ik u geboden 34 1Sa 25:14 | Zie, David heeft boden gezonden uit de woestijn, om onzen 35 1Sa 25:25 | heer niet gezien, die gij gezonden hebt. ~ 36 1Sa 25:32 | dezen dage mij tegemoet gezonden heeft! ~ 37 1Sa 25:40 | zeggende: David heeft ons tot u gezonden, dat hij zich u ter vrouwe 38 1Sa 26:4 | Want David had verspieders gezonden, en hij vernam, dat Saul 39 2Sa 10:3 | omdat hij troosters tot u gezonden heeft? Heeft David zijn 40 2Sa 10:3 | knechten niet daarom tot u gezonden, dat hij deze stad doorzoeke, 41 2Sa 14:32 | Joab: Zie, ik heb tot u gezonden, zeggende: Kom herwaarts, 42 2Sa 24:13 | zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft. ~ 43 1Kon 1:44| de koning heeft met hem gezonden Zadok, den priester, en 44 1Kon 5:8 | gehoord, waarom gij tot mij gezonden hebt; ik zal al uw wil doen 45 1Kon 9:14| En Hiram had den koning gezonden honderd en twintig talenten 46 1Kon 14:6 | vreemd aan? Want ik ben tot u gezonden met een harde boodschap. ~ 47 1Kon 18:10| is, waar mijn heer niet gezonden heeft, om u te zoeken; en 48 1Kon 20:5 | zeggende: Ik heb wel tot u gezonden, zeggende: Uw zilver, en 49 1Kon 20:7 | zoekt; want hij had tot mij gezonden, om mijn vrouwen, en om 50 1Kon 20:9 | het eerst tot uw knecht gezonden hebt, zal ik doen; maar 51 1Kon 21:11| gelijk als Izebel tot hen gezonden had; gelijk als geschreven 52 1Kon 21:11| brieven, die zij tot hen gezonden had. ~ 53 2Kon 1:6 | weder tot den koning die u gezonden heeft, en spreekt tot hem: 54 2Kon 1:16| HEERE: Daarom, dat gij boden gezonden hebt, om Baal-Zebub, den 55 2Kon 2:2 | HEERE heeft mij naar Beth-El gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig 56 2Kon 2:4 | HEERE heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig 57 2Kon 2:6 | heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig 58 2Kon 5:6 | mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij hem ontledigt van 59 2Kon 5:22| wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks 60 2Kon 6:32| die zoon des moordenaars gezonden heeft, om mijn hoofd af 61 2Kon 8:9 | van Syrie, heeft mij tot u gezonden, om te zeggen: Zal ik van 62 2Kon 19:4 | koning van Egypte, boden gezonden had, en het geschenk aan 63 2Kon 19:13| Mijn knechten, de profeten, gezonden heb; ~ 64 2Kon 19:26| heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij doden hen, 65 2Kon 20:27| mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? 66 2Kon 21:4 | de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God 67 2Kon 21:16| van Sanherib, die dezen gezonden heeft, om den levenden God 68 2Kon 24:15| tot den man, die u tot mij gezonden heeft: ~ 69 2Kon 24:18| den koning van Juda, die u gezonden heeft, om den HEERE te vragen, 70 1Kro 20:3 | omdat hij troosters tot u gezonden heeft? Zijn niet zijn knechten 71 1Kro 22:12| zal wedergeven, Die mij gezonden heeft. ~ 72 2Kro 2:3 | hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te 73 2Kro 32:31| vorsten van Babel, die tot hem gezonden hadden, om te vragen naar 74 2Kro 34:23| man, die ulieden tot mij gezonden heeft: ~ 75 2Kro 34:26| koning van Juda, die ulieden gezonden heeft, om den HEERE te vragen, 76 Ezra 4:14| zien, daarom hebben wij gezonden, en dit den koning bekend 77 Ezra 6:13| hetgeen de koning Darius gezonden had. ~ 78 Ezra 7:14| en zijn zeven raadsheren gezonden zijt, om onderzoek te doen 79 Neh 2:9 | heirs en ruiteren met mij gezonden. ~ 80 Neh 6:12 | en ziet, God had hem niet gezonden; maar hij sprak deze profetie 81 Est 16:13 | 13 De brieven nu werden gezonden door de hand der lopers 82 Est 17:13 | 13 De brieven nu werden gezonden door de hand der lopers 83 Psa 59:1 | opperzangmeester, Altascheth; toen Saul gezonden had, die zijn huis bewaren 84 Psa 111:9 | heeft Zijn volke verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond 85 Spre 17:11| wrede bode zal tegen hem gezonden worden. ~ 86 Jes 9:7 | De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen 87 Jes 20:1 | Sargon, de koning van Assyrie gezonden had, toen hij krijg voerde 88 Jes 36:12 | mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? 89 Jes 37:4 | de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God 90 Jes 37:17 | woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God 91 Jes 43:14 | ulieder wil heb Ik naar Babel gezonden, en heb hen allen vluchtig 92 Jes 48:16 | Zijn Geest heeft Mij gezonden. ~ 93 Jes 62:1 | zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden      de 94 Jer 7:25 | dezen dag, zo heb Ik tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, 95 Jer 14:14 | Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, 96 Jer 14:15 | profeteren, daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen: 97 Jer 19:14 | waarhenen hem de HEERE gezonden had, om te profeteren, stond 98 Jer 23:21 | Ik heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; 99 Jer 23:32 | lichtvaardigheid; daar Ik hen niet      gezonden, en hun niets bevolen heb, 100 Jer 23:38 | HEEREN last, daar Ik tot u gezonden heb, zeggende: Gij zult 101 Jer 25:4 | Ook heeft de HEERE tot u gezonden al Zijn knechten, de profeten, 102 Jer 25:17 | tot welke de HEERE mij gezonden had; ~ 103 Jer 26:12 | zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen 104 Jer 26:15 | HEERE heeft mij      tot u gezonden, om al deze woorden voor 105 Jer 27:15 | Want Ik heb ze niet gezonden, spreekt de HEERE, en zij 106 Jer 28:9 | de HEERE in der waarheid gezonden heeft. ~ 107 Jer 28:15 | Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, maar gij hebt gemaakt, 108 Jer 29:9 | Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt de HEERE. ~ 109 Jer 29:25 | Omdat gij brieven in uw naam gezonden hebt tot al het volk, dat 110 Jer 29:28 | heeft hij tot ons naar Babel gezonden, zeggende: Het zal lang 111 Jer 29:31 | heeft, daar Ik hem niet      gezonden heb, en heeft gemaakt, dat 112 Jer 35:15 | 15      En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, 113 Jer 37:7 | van Juda, die u tot Mij gezonden heeft, om Mij te vragen: 114 Jer 42:9 | Israels, tot Welken gij mij gezonden hebt, om uw smeking voor 115 Jer 42:20 | mij tot den HEERE, uw God, gezonden, zeggende: Bid voor ons 116 Jer 42:21 | met hetwelk Hij mij tot u gezonden heeft. ~ 117 Jer 43:1 | HEERE, hun God, tot hen gezonden      had, te weten al die 118 Jer 43:2 | onze God, heeft u niet      gezonden, om te zeggen: Gijlieden 119 Jer 44:4 | 4      En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, 120 Klaa 1:13| een vuur in mijn beenderen gezonden, waarover Hij geheerst heeft; 121 Eze 3:5 | Want gij zijt niet gezonden tot een volk, diep van spraak 122 Eze 3:6 | zij niet, zo Ik u tot hen gezonden had, naar u gehoord hebben? ~ 123 Eze 13:6 | daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope 124 Eze 14:21 | gedierte, en de pestilentie gezonden zal hebben tegen      Jeruzalem, 125 Eze 23:40 | Dit is er ook, dat zij gezonden hebben tot mannen, die van 126 Eze 23:40 | tot dewelken als een bode gezonden was, ziet, zo kwamen zij, 127 Dan 3:28 | Abed-nego, Die Zijn engel gezonden, en Zijn knechten verlost 128 Dan 5:24 | dat deel der hand van Hem gezonden, en dit schrift getekend 129 Dan 6:23 | Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der 130 Dan 10:11 | want Ik ben alnu tot u gezonden; en toen Hij dat woord      131 Joe 2:25 | groot heir, dat Ik onder u gezonden heb. ~ 132 Amos 4:10| pestilentie onder ulieden gezonden, naar de wijze van Egypte; 133 Mic 6:4 | voor uw aangezicht henen gezonden Mozes, Aaron en Mirjam. ~ 134 Zac 2:8 | heerlijkheid over u, heeft Hij mij gezonden tot die heidenen, die ulieden 135 Zac 2:9 | HEERE der heirscharen mij gezonden heeft. ~ 136 Zac 2:11 | der heirscharen mij tot u gezonden heeft. ~ 137 Zac 4:9 | heirscharen mij tot ulieden gezonden heeft. ~ 138 Zac 6:15 | der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal      geschieden, 139 Zac 7:2 | men naar het huis van God gezonden had Sarezer, en Regem-Melech, 140 Mal 2:1 | priesters! tot u wordt dit gebod gezonden; ~ 141 Mal 2:4 | dat Ik dit gebod tot u gezonden heb; opdat Mijn verbond 142 Matt 10:40| ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. ~ 143 Matt 15:24| antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen 144 Matt 23:37| doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb 145 Matt 26:47| met zwaarden en stokken, gezonden van de overpriesters en 146 Matt 27:19| heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb toch niet 147 Mark 9:37| niet, maar Dien, Die Mij gezonden heeft. ~ 148 Mark 12:6 | dien ten laatste tot hen gezonden, zeggende: Zij zullen immers 149 Mark 14:43| met zwaarden en stokken, gezonden van de overpriesters, en 150 Luk 1:26 | de engel Gabriel van God gezonden naar een stad in Galilea, 151 Luk 4:18 | Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie 152 Luk 4:26 | geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, 153 Luk 7:10 | 10 En die gezonden waren, wedergekeerd zijnde 154 Luk 9:48 | zal, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. Want die de minste 155 Luk 10:16 | verwerpt Dengene, Die Mij gezonden heeft. ~ 156 Luk 13:34 | doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb 157 Luk 23:15 | want ik heb ulieden tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem 158 Joha 1:6 | Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. ~ 159 Joha 1:8 | het Licht niet, maar was gezonden, opdat hij van het Licht 160 Joha 1:22| mogen dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van 161 Joha 1:33| kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft, om te dopen met water, 162 Joha 3:17| God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij 163 Joha 3:34| 34 Want Dien God gezonden heeft, Die spreekt de woorden 164 Joha 4:34| den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge. ~ 165 Joha 5:23| den Vader niet, Die Hem gezonden heeft. ~ 166 Joha 5:24| en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige 167 Joha 5:30| wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft. ~ 168 Joha 5:33| Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid 169 Joha 5:36| van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft. ~ 170 Joha 5:37| 37 En de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Zelf van 171 Joha 5:38| gelooft Dien niet, Dien Hij gezonden heeft. ~ 172 Joha 6:29| gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft. ~ 173 Joha 6:38| den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft. ~ 174 Joha 6:39| wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij 175 Joha 6:40| de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, 176 Joha 6:44| tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik 177 Joha 6:57| Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den 178 Joha 7:16| maar Desgenen, Die Mij gezonden heeft. ~ 179 Joha 7:18| zoekt Desgenen, Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig, 180 Joha 7:28| Hij is waarachtig, Die Mij gezonden heeft, Welken gijlieden 181 Joha 7:29| van Hem, en Hij heeft Mij gezonden. ~ 182 Joha 7:33| heen tot Dengene, Die Mij gezonden heeft. ~ 183 Joha 8:16| Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. ~ 184 Joha 8:18| getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, getuigt van Mij. ~ 185 Joha 8:26| te oordelen; maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig; en 186 Joha 8:29| 29 En Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader 187 Joha 8:42| gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. ~ 188 Joha 9:4 | werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; 189 Joha 10:36| geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert God; 190 Joha 11:42| zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 191 Joha 12:44| maar in Dengene, Die Mij gezonden heeft. ~ 192 Joha 12:45| die ziet Dengene, Die Mij gezonden heeft. ~ 193 Joha 12:49| maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een 194 Joha 13:16| gezant meerder, dan die hem gezonden heeft. ~ 195 Joha 13:20| die ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft. ~ 196 Joha 14:24| maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft. ~ 197 Joha 15:21| Hem niet kennen, Die Mij gezonden heeft. ~ 198 Joha 16:5 | heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u 199 Joha 17:3 | Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. ~ 200 Joha 17:8 | hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 201 Joha 17:18| 18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo 202 Joha 17:18| Ik hen ook in de wereld gezonden. ~ 203 Joha 17:21| wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 204 Joha 17:23| wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, 205 Joha 17:25| hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 206 Joha 18:24| Annas dan had Hem gebonden gezonden tot Kajafas, den hogepriester.) ~ 207 Joha 20:21| gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden. ~ 208 Hand 3:20| 20 En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, 209 Hand 3:26| heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen 210 Hand 5:20| twijfelende; want ik heb hen gezonden. ~ 211 Hand 5:21| die van Cornelius tot hem gezonden waren, en zeide: Ziet, ik 212 Hand 5:33| dan van stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, 213 Hand 5:36| Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, 214 Hand 7:26| het woord dezer zaligheid gezonden. ~ 215 Hand 9:27| hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde 216 Hand 10:36| zeggende: De hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten 217 Hand 13:22| En als hij naar Macedonie gezonden had twee van degenen, die 218 Hand 17:30| heb ik hem terstond aan u gezonden; gebiedende ook den beschuldigers 219 Hand 22:28| zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen. ~ 220 Rom 10:15 | prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven 221 1Kor 1:17| Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het 222 1Kor 4:17| Daarom heb ik Timotheus tot u gezonden, die mijn lieve en getrouwe 223 2Kor 8:18| En wij hebben ook met hem gezonden den broeder, die lof heeft 224 2Kor 8:22| 22 Wij hebben ook met hen gezonden onzen broeder, welken wij 225 2Kor 9:3 | Maar ik heb deze broeders gezonden, opdat onze roem, dien wij 226 2Kor 12:17| iemand dergenen, die ik tot u gezonden heb, van u mijn voordeel 227 Efez 6:22| tot datzelfde einde tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken 228 Fili 2:28| ik dan hem te spoediger gezonden, opdat gij, hem ziende, 229 Fili 4:16| mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft. ~ 230 Fili 4:18| ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een welriekende 231 Kol 4:8 | tot hetzelfde einde tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken 232 1The 3:2 | 2 En hebben gezonden Timotheus, onzen broeder, 233 1The 3:5 | kunnende verdragen, heb ik hem gezonden, om uw geloof te verstaan; 234 2Tim 4:12| Tychikus heb ik naar Efeze gezonden. ~ 235 1Pet 1:12| Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen 236 1Pet 2:14| stadhouderen, als die van hem gezonden worden, tot straf wel der 237 1Joh 4:9 | God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat 238 1Joh 4:10| heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening 239 1Joh 4:14| dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker 240 Open 1:1 | die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes 241 Open 22:6 | profeten, heeft Zijn engel gezonden, om Zijn dienstknechten 242 Open 22:16| Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License