Book Chapter: Verse
1 Gen 14:40 | herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog
2 Gen 18:15 | voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt. ~
3 Gen 40:16 | rechtvaardigen? God heeft de ongerechtigheid uwer knechten gevonden;
4 Exo 28:38 | zijn, opdat Aaron drage de ongerechtigheid der heilige dingen, welke
5 Exo 28:43 | te dienen; opdat zij geen ongerechtigheid dragen en sterven. Dit zal
6 Exo 34:30 | aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde
7 Exo 34:30 | onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen,
8 Exo 34:32 | volk; doch vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons
9 Lev 5:1 | kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen. ~
10 Lev 5:17 | hij schuldig, en zal zijn ongerechtigheid dragen. ~
11 Lev 7:18 | die daarvan eet, zal haar ongerechtigheid dragen. ~
12 Lev 10:17 | dat gegeven, opdat gij de ongerechtigheid der vergadering zoudt dragen,
13 Lev 17:16 | niet baadt, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen. ~
14 Lev 18:25 | en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn
15 Lev 19:8 | zo wie dat eet, zal zijn ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige
16 Lev 20:17 | zuster ontdekt, hij zal zijn ongerechtigheid dragen. ~
17 Lev 20:19 | ontbloot heeft, zullen zij hun ongerechtigheid dragen. ~
18 Lev 22:16 | 16 En hen doen dragen de ongerechtigheid der schuld, als zij hun
19 Lev 25:39 | overgeblevenen onder u zullen om hun ongerechtigheid in de landen uwer vijanden
20 Lev 25:40 | 40 Dan zullen zij hun ongerechtigheid belijden, en de ongerechtigheid
21 Lev 25:40 | ongerechtigheid belijden, en de ongerechtigheid hunner vaderen met hun overtredingen,
22 Lev 25:41 | dan aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen hebben; ~
23 Lev 25:43 | zij aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen zullen gehad
24 Num 5:15 | der gedachtenis, dat de ongerechtigheid in gedachtenis brengt. ~
25 Num 5:31 | 31 En de man zal van de ongerechtigheid onschuldig zijn; maar diezelve
26 Num 5:31 | diezelve vrouw zal haar ongerechtigheid dragen. ~ ~ ~ ~
27 Num 14:18 | weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, die den
28 Num 14:18 | onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen,
29 Num 14:19 | 19 Vergeef toch de ongerechtigheid dezes volks, naar de grootte
30 Num 15:31 | uitgeroeid worden; haar ongerechtigheid is op haar. ~
31 Num 18:14 | vaders met u, zult dragen de ongerechtigheid des heiligdoms; en gij,
32 Num 18:14 | zonen met u, zult dragen de ongerechtigheid van uw priesterambt. ~
33 Num 18:36 | samenkomst, en die zullen hun ongerechtigheid dragen; het zal een eeuwige
34 Num 19:1 | vaders met u, zult dragen de ongerechtigheid des heiligdoms; en gij,
35 Num 19:1 | zonen met u, zult dragen de ongerechtigheid van uw priesterambt. ~
36 Num 19:23 | samenkomst, en die zullen hun ongerechtigheid dragen; het zal een eeuwige
37 Num 23:21 | Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet
38 Num 30:15 | hebben, zo zal hij haar ongerechtigheid dragen. ~
39 Deu 19:15 | niemand opstaan over enige ongerechtigheid of over enige zonde, van
40 Joz 23:17 | 17 Is ons de ongerechtigheid van Peor te weinig, van
41 Joz 23:20 | stierf niet alleen in zijn ongerechtigheid. ~
42 1Sa 3:14 | van Eli gezworen: Zo de ongerechtigheid van het huis van Eli tot
43 2Sa 3:8 | heden aan mij onderzoekt de ongerechtigheid ener vrouw? ~
44 2Sa 14:9 | koning: Mijn heer koning, de ongerechtigheid zij op mij en op mijns vaders
45 2Sa 22:24 | ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid. ~
46 1Kon 17:18 | bij mij ingekomen, om mijn ongerechtigheid in gedachtenis te brengen,
47 2Kon 7:9 | lichten morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt,
48 Ezra 9:13 | onder zijn vanwege onze ongerechtigheid, en hebt ons een ontkoming
49 Neh 4:5 | 5 En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde
50 Job 7:21 | overtreding, en doet mijn ongerechtigheid niet weg? Want nu zal ik
51 Job 10:6 | Gij onderzoekt naar mijn ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt? ~
52 Job 11:6 | God voor u vergeet van uw ongerechtigheid. ~
53 Job 14:17 | verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen. ~
54 Job 15:5 | 5 Want uw mond leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der
55 Job 20:27 | 27 De hemel zal zijn ongerechtigheid openbaren, en de aarde zal
56 Job 31:3 | vreemds voor de werkers der ongerechtigheid? ~
57 Job 34:8 | gezelschap met de werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze
58 Job 34:22 | dat aldaar de werkers der ongerechtigheid zich verbergen mochten. ~
59 Job 36:10 | zegt, dat zij zich van de ongerechtigheid bekeren zouden. ~
60 Job 36:21 | Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen
61 Psa 5:6 | Gij haat alle werkers der ongerechtigheid. ~
62 Psa 6:9 | mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de
63 Psa 7:15 | Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite,
64 Psa 10:7 | onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~
65 Psa 14:4 | 4Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk
66 Psa 18:24 | ik wachtte mij voor mijn ongerechtigheid. ~
67 Psa 25:11 | HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. ~
68 Psa 28:3 | goddelozen, en met de werkers der ongerechtigheid, die van vrede spreken met
69 Psa 31:11 | kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid, en mijn beenderen zijn
70 Psa 32:2 | de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens
71 Psa 32:5 | maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide:
72 Psa 32:5 | HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. ~
73 Psa 37:3 | zijn ogen, als men zijn ongerechtigheid bevindt, die te haten is. ~
74 Psa 37:13 | Aldaar zijn de werkers der ongerechtigheid gevallen; zij zijn nedergestoten,
75 Psa 39:19 | 19 Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd
76 Psa 40:12 | iemand met straffingen om de ongerechtigheid, zo doet Gij zijn bevalligheid
77 Psa 51:4 | 4 Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn
78 Psa 51:7 | 7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft
79 Psa 53:5 | 5Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk
80 Psa 55:4 | goddelozen; want zij schuiven ongerechtigheid op mij, en in toorn haten
81 Psa 55:11 | zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in
82 Psa 56:8 | 8 Zouden zij om hun ongerechtigheid vrijgaan? Stort de volken
83 Psa 59:3 | Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen
84 Psa 59:6 | genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela. ~
85 Psa 64:3 | oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid. ~
86 Psa 66:18 | 18 Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de
87 Psa 78:38 | barmhartig zijnde, verzoende de ongerechtigheid, en verdierf hen niet; maar
88 Psa 89:23 | dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken. ~
89 Psa 89:33 | de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen. ~
90 Psa 92:8 | kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in
91 Psa 92:10 | vergaan; al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden. ~
92 Psa 94:4 | spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen? ~
93 Psa 94:16 | stellen tegen de werkers der ongerechtigheid? ~
94 Psa 94:23 | 23 En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren,
95 Psa 101:8 | HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien. ~ ~ ~ ~
96 Psa 103:3 | 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden
97 Psa 106:43 | werden uitgeteerd door hun ongerechtigheid. ~
98 Psa 107:42 | zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond. ~
99 Psa 109:14 | 14 De ongerechtigheid zijner vaderen worde gedacht
100 Psa 119:133 | in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen. ~
101 Psa 125:5 | gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn! ~ ~
102 Psa 141:4 | handelen, met mannen, die ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete
103 Psa 141:9 | valstrikken van de werkers der ongerechtigheid. ~
104 Spre 10:29 | maar voor de werkers der ongerechtigheid verstoring. ~
105 Spre 19:28 | der goddelozen slokt de ongerechtigheid in. ~
106 Spre 21:15 | maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. ~
107 Spre 30:20 | mond, en zegt: Ik heb geen ongerechtigheid gewrocht! ~
108 Jes 1:4 | volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners,
109 Jes 1:13 | vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen. ~
110 Jes 5:18 | Wee dengenen, die de ongerechtigheid trekken met koorden der
111 Jes 13:11 | en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed
112 Jes 14:21 | gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid wil; dat zij niet opstaan,
113 Jes 22:14 | zeggende: Indien ulieden deze ongerechtigheid verzoend wordt, totdat gij
114 Jes 26:21 | Zijn plaats uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde
115 Jes 27:9 | Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden,
116 Jes 29:20 | zijn, en dat allen, die tot ongerechtigheid waken, uitgeroeid zullen
117 Jes 31:2 | de hulp dergenen, die ongerechtigheid werken. ~
118 Jes 32:6 | dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid, om huichelarij te plegen,
119 Jes 33:24 | woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben. ~ ~ ~ ~ ~
120 Jes 40:2 | strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van
121 Jes 53:6 | HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. ~
122 Jes 58:17 | Ik was verbolgen over de ongerechtigheid hunner gierigheid, en sloeg
123 Jes 59:9 | en het spreken der ongerechtigheid; ~
124 Jes 60:3 | bevlekt; en uw vingeren met ongerechtigheid; uw lippen spreken valsheid,
125 Jes 60:4 | zwanger, en zij baren ongerechtigheid. ~
126 Jes 60:6 | hun werken zijn werken der ongerechtigheid, en een maaksel des wrevels
127 Jes 60:7 | gedachten zijn gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking
128 Jes 65:9 | gedenk niet eeuwiglijk der ongerechtigheid; zie, aanschouw toch, wij
129 Jer 2:22 | veel zeep, zo is toch uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend,
130 Jer 3:13 | 13 Alleen ken uw ongerechtigheid, dat gij tegen den HEERE,
131 Jer 13:22 | bejegend? Om de veelheid uwer ongerechtigheid, zijn uw zomen ontdekt,
132 Jer 14:20 | goddeloosheid, en onzer vaderen ongerechtigheid, want wij hebben tegen U
133 Jer 16:17 | niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen. ~
134 Jer 16:18 | Dies zal Ik eerst hun ongerechtigheid en hun zonde dubbel vergelden,
135 Jer 18:23 | geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet
136 Jer 22:13 | die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, en zijn opperzalen met
137 Jer 25:12 | volk, spreekt de HEERE, hun ongerechtigheid bezoeken, mitsgaders
138 Jer 30:14 | om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig
139 Jer 30:15 | is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, omdat uw zonden machtig
140 Jer 31:30 | een iegelijk zal om zijn ongerechtigheid sterven; een ieder mens,
141 Jer 31:34 | de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden
142 Jer 32:18 | doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen vergeldt in
143 Jer 33:8 | hen reinigen van al hun ongerechtigheid, met dewelke zij tegen Mij
144 Jer 36:3 | zijn bozen weg, en Ik hun ongerechtigheid en hun zonde vergeve. ~
145 Jer 36:31 | zijn knechten hunlieder ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over
146 Jer 50:20 | spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid gezocht worden, maar zij
147 Jer 51:6 | niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der
148 Klaa 1:36 | gezien, en zij hebben u uw ongerechtigheid niet geopenbaard, om uw
149 Klaa 1:116| 6 Vau. En de ongerechtigheid der dochter mijns volks
150 Klaa 1:132| 22 Thau. Uw ongerechtigheid heeft een einde, o gij dochter
151 Klaa 1:132| doen wegvoeren; maar uw ongerechtigheid, o gij dochter Edoms! zal
152 Eze 3:18 | die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed
153 Eze 3:19 | bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw
154 Eze 4:4 | linkerzijde, en leg daarop de ongerechtigheid van het huis Israels, naar
155 Eze 4:4 | zult liggen, zult gij hun ongerechtigheid dragen. ~
156 Eze 4:5 | gegeven de jaren hunner ongerechtigheid, naar het getal der dagen,
157 Eze 4:5 | negentig dagen, dat gij de ongerechtigheid van het huis Israels dragen
158 Eze 4:6 | rechterzijde, en gij zult de ongerechtigheid van het huis van Juda dragen
159 Eze 4:17 | verbaasd worden, en in hun ongerechtigheid uitteren. ~ ~
160 Eze 7:13 | en niemand zal door zijn ongerechtigheid zijn leven sterken. ~
161 Eze 7:16 | kermende, een ieder om zijn ongerechtigheid. ~
162 Eze 7:19 | het zal de aanstoot hunner ongerechtigheid zijn. ~
163 Eze 9:9 | Toen zeide Hij tot mij: De ongerechtigheid van het huis van Israel
164 Eze 11:2 | deze zijn de mannen, die ongerechtigheid bedenken, en die kwaden
165 Eze 14:3 | hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten
166 Eze 14:4 | den aanstoot zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht
167 Eze 14:7 | den aanstoot zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht,
168 Eze 14:10 | 10 En zij zullen hun ongerechtigheid dragen; gelijk de ongerechtigheid
169 Eze 14:10 | ongerechtigheid dragen; gelijk de ongerechtigheid des vragers zal zijn; alzo
170 Eze 14:10 | zal zijn; alzo zal zijn de ongerechtigheid des profeten; ~
171 Eze 16:49 | 49 Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed,
172 Eze 18:17 | die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal
173 Eze 18:18 | zal sterven in zijn ongerechtigheid. ~
174 Eze 18:19 | Waarom draagt de zoon niet de ongerechtigheid des vaders? Immers zal de
175 Eze 18:20 | zoon zal niet dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader
176 Eze 18:20 | vader zal niet dragen de ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid
177 Eze 18:30 | overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot
178 Eze 21:23 | onder hen; maar hij zal der ongerechtigheid gedenken, opdat zij gegrepen
179 Eze 21:24 | alzo: Omdat gijlieden uwer ongerechtigheid doet gedenken, doordien
180 Eze 21:25 | ten tijde der uiterste ongerechtigheid; ~
181 Eze 21:29 | tijde der uiterste ongerechtigheid. ~
182 Eze 28:15 | geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is. ~
183 Eze 29:16 | een vertrouwen, dat der ongerechtigheid doet gedenken, wanneer zij
184 Eze 32:27 | onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen
185 Eze 33:6 | die is wel in zijn ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed
186 Eze 33:8 | die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn
187 Eze 33:9 | bekeert, zo zal hij in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw
188 Eze 35:5 | tijde der uiterste ongerechtigheid; ~
189 Eze 39:23 | gevankelijk zijn weggevoerd om hun ongerechtigheid, omdat zij tegen Mij hadden
190 Eze 44:10 | achterna, zullen wel hun ongerechtigheid dragen; ~
191 Eze 44:12 | Israels tot een aanstoot der ongerechtigheid geweest zijn, daarom heb
192 Eze 44:12 | Heere HEERE, dat zij hun ongerechtigheid zullen dragen. ~
193 Dan 4:27 | door gerechtigheid, en uw ongerechtigheid door genade te bewijzen
194 Dan 9:24 | te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om
195 Hos 4:8 | met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~
196 Hos 5:5 | Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen. ~
197 Hos 6:8 | een stad van werkers der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed. ~
198 Hos 7:1 | genees, zo wordt Efraims ongerechtigheid ontdekt, mitsgaders de boosheden
199 Hos 8:13 | welgevallen. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken, en hun zonden
200 Hos 9:7 | onzinnig; om de grootheid uwer ongerechtigheid is de haat ook groot. ~
201 Hos 9:9 | van Gibea; Hij zal hunner ongerechtigheid gedenken, Hij zal hun zonden
202 Hos 12:9 | arbeid zullen zij mij geen ongerechtigheid vinden, die zonde zij. ~
203 Hos 12:12 | Zekerlijk is Gilead ongerechtigheid, zij zijn enkel ijdelheid;
204 Hos 13:12 | 12 Efraims ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde
205 Hos 14:2 | gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid. ~
206 Hos 14:3 | zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen
207 Mic 2:1 | 1 Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken
208 Mic 7:18 | een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding
209 Zac 3:4 | hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen, en Ik
210 Zac 3:9 | heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen. ~
211 Mal 2:6 | bekeerde er velen van ongerechtigheid. ~
212 Matt 7:23 | weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt! ~
213 Matt 13:41 | ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; ~
214 Matt 23:28 | gij vol geveinsdheid en ongerechtigheid. ~
215 Matt 24:12 | 12 En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden,
216 Luk 13:27 | af, alle gij werkers der ongerechtigheid! ~
217 Joha 7:18 | Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is in Hem. ~
218 Hand 1:18 | akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen
219 Rom 1:18 | over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid
220 Rom 1:18 | als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden. ~
221 Rom 1:29 | Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid,
222 Rom 2:8 | waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid
223 Rom 3:5 | 5 Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt,
224 Rom 6:13 | der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode,
225 Rom 6:19 | der onreinigheid en der ongerechtigheid, tot ongerechtigheid, alzo
226 Rom 6:19 | der ongerechtigheid, tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden,
227 1Kor 13:6 | verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich
228 2Kor 6:14 | de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft
229 2The 2:7 | Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk,
230 2The 2:12 | welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid. ~
231 2Tim 2:19 | Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. ~
232 Tit 2:14 | ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen
233 Heb 1:9 | rechtvaardigheid liefgehad, en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U,
234 Jako 3:6 | een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze
235 2Pet 2:13 | verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde
236 2Pet 2:15 | Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft; ~
237 2Pet 2:16 | heeft de bestraffing zijner ongerechtigheid gehad; want het jukdragende
238 1Joh 1:9 | en ons reinige van alle ongerechtigheid. ~
239 1Joh 3:4 | zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. ~
240 1Joh 3:4 | ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. ~
241 1Joh 5:17 | 17 Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde
|