Book Chapter: Verse
1 Gen 45:3 | mijn eerstgeborene, mijn kracht, en het begin mijner macht;
2 Exo 9:16 | u verwekt, opdat Ik Mijn kracht aan u betoonde, en opdat
3 Exo 14:27 | den morgenstond, tot haar kracht; en de Egyptenaars vluchtten
4 Exo 15:2 | 2 De HEERE is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot
5 Exo 32:11 | volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke hand,
6 Exo 33:11 | volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke hand,
7 Lev 25:19 | zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel
8 Num 14:13 | horen; want Gij hebt door Uw kracht dit volk uit het midden
9 Num 14:17 | 17 Nu dan, laat toch de kracht des HEEREN groot worden,
10 Num 24:18 | bezitting zijn; doch Israel zal kracht doen. ~
11 Deu 4:37 | aangezicht door Zijn grote kracht uit Egypte uitgevoerd; ~
12 Deu 8:17 | gij in uw hart zegt: Mijn kracht, en de sterkte mijner hand
13 Deu 8:18 | God, dat Hij het is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen;
14 Deu 9:29 | erfdeel, dat Gij door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten
15 Deu 21:17 | hij is het beginsel zijner kracht, het recht der eerstgeboorte
16 Deu 34:7 | donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan. ~
17 Joz 14:11 | mij uitzond; gelijk mijn kracht toen was, alzo is nu mijn
18 Joz 14:11 | toen was, alzo is nu mijn kracht, tot den oorlog, en om uit
19 Joz 17:17 | volk, en gij hebt grote kracht, gij zult geen een lot hebben; ~
20 Ric 4:55 | wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig
21 Ric 5:14 | zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israel uit
22 Ric 15:5 | en zie, waarin zijn grote kracht zij, en waarmede wij hem
23 Ric 15:6 | mij toch, waarin uw grote kracht zij, en waarmede gij zoudt
24 Ric 15:9 | vuur riekt. Alzo werd zijn kracht niet bekend. ~
25 Ric 15:15 | verklaard, waarin uw grote kracht zij. ~
26 Ric 15:17 | geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou
27 Ric 15:19 | begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem. ~
28 Ric 15:30 | Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de
29 1Sa 2:9 | een man vermag niet door kracht. ~
30 1Sa 28:20 | Samuel; ook was er geen kracht in hem; want hij had den
31 1Sa 28:22 | zetten, en eet; zo zal er kracht in u zijn, dat gij over
32 1Sa 30:4 | weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen. ~
33 2Sa 22:33 | 33 God is mijn Sterkte en Kracht; en Hij heeft mijn weg volkomen
34 2Sa 22:40 | Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder
35 1Kon 19:8 | dronk; en hij ging, door de kracht derzelver spijs, veertig
36 2Kon 9:24| spande den boog met volle kracht, en schoot Joram tussen
37 2Kon 19:36| uit Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten
38 2Kon 21:3 | geboorte, en er is geen kracht om te baren. ~
39 2Kon 25:25| ziel, en met zijn ganse kracht, naar al de wet van Mozes,
40 1Kro 5:24| Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden
41 1Kro 27:8 | broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren
42 1Kro 30:2 | 2 Ik heb nu uit al mijn kracht bereid tot het huis mijns
43 1Kro 30:12| alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het
44 2Kro 2:6 | 6 Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een
45 2Kro 7:41| rust, Gij en de ark Uwer kracht; laat Uw priesters, HEERE
46 2Kro 14:20| En Jerobeam behield geen kracht meer in de dagen van Abia;
47 2Kro 21:6 | heidenen; en in Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand
48 2Kro 21:12| oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte,
49 2Kro 23:9 | van Ahazia niemand, die kracht behield tot het koninkrijk. ~
50 2Kro 25:8 | den vijand; want in God is kracht, om te helpen en om te doen
51 2Kro 26:13| vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden,
52 Neh 1:10 | verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. ~
53 Neh 4:10 | 10 Toen zeide Juda: De kracht der dragers is vervallen,
54 Job 3:17 | rusten de vermoeiden van kracht; ~
55 Job 6:11 | 11 Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk
56 Job 6:12 | 12 Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees
57 Job 6:12 | 12 Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal? ~
58 Job 9:4 | wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem
59 Job 9:19 | 19 Zo het aan de kracht komt, zie, Hij is sterk;
60 Job 12:16 | 16 Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de
61 Job 21:23 | 23 Deze sterft in de kracht zijner volkomenheid, daar
62 Job 24:22 | hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men
63 Job 26:2 | geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den arm,
64 Job 26:12 | 12 Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door
65 Job 30:18 | 18 Door de veelheid der kracht is mijn kleed veranderd;
66 Job 36:5 | niet; geweldig is Hij in kracht des harten. ~
67 Job 36:19 | enige versterkingen van kracht? ~
68 Job 36:22 | God verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar, gelijk
69 Job 36:56 | uitvinden; Hij is groot van kracht; doch door gericht en grote
70 Job 38:14 | hem vertrouwen, omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw
71 Job 38:24 | en het is vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste
72 Job 39:11 | 11 Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn
73 Psa 18:33 | Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn
74 Psa 18:40 | Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder
75 Psa 22:16 | 16 Mijn kracht is verdroogd als een potscherf,
76 Psa 27:1 | De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard
77 Psa 29:4 | De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met
78 Psa 31:11 | jaren van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid,
79 Psa 33:16 | wordt niet gered door grote kracht; ~
80 Psa 34:16 | wordt niet gered door grote kracht; ~
81 Psa 39:11 | hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het
82 Psa 65:7 | bergen vastzet door Zijn kracht, omgord zijnde met macht. ~
83 Psa 71:9 | verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. ~
84 Psa 73:4 | tot hun dood toe, en hun kracht is fris. ~
85 Psa 84:8 | 8 Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk
86 Psa 84:8 | Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk van hen zal
87 Psa 102:24 | 24 Hij heeft mijn kracht op den weg ter nedergedrukt;
88 Psa 111:6 | 6 Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke
89 Psa 138:3 | Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel. ~
90 Psa 145:6 | zij zullen vermelden de kracht Uwer vreselijke daden; en
91 Psa 147:5 | Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen
92 Spre 14:4 | krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten
93 Spre 20:29| jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid
94 Spre 24:5 | van wetenschap maakt de kracht vast. ~
95 Spre 24:10| dage uwer benauwdheid, uw kracht is nauw. ~
96 Spre 31:17| Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen. ~
97 Pred 9:16| ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des
98 Pred 10:10| niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen; maar de
99 Jes 10:13 | hij gezegd heeft: Door de kracht mijner hand heb ik het gedaan,
100 Jes 37:3 | geboorte, en er is geen kracht om te baren. ~
101 Jes 40:29 | Hij geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt
102 Jes 40:31 | HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren
103 Jes 41:1 | eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen; laat ze toetreden,
104 Jes 49:4 | vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk en ijdelijk
105 Jes 50:2 | kan, of is er in Mij geen kracht om uit te redden? Ziet,
106 Jes 64:1 | voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid
107 Jes 64:3 | Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn
108 Jes 64:6 | grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen. ~
109 Jer 10:12 | gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft
110 Jer 27:5 | aardbodem zijn, door Mijn grote kracht, en door Mijn uitgestrekten
111 Jer 32:17 | aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekten
112 Jer 51:15 | gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft
113 Klaa 1:14| geklommen; Hij heeft mijn kracht doen vervallen; de HEERE
114 Eze 22:6 | geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten. ~
115 Dan 2:20 | Zijn is de wijsheid en de kracht. ~
116 Dan 2:23 | omdat Gij mij wijsheid en kracht gegeven hebt, en mij nu
117 Dan 3:4 | En een heraut riep met kracht: Men zegt u aan, gij volken,
118 Dan 3:20 | tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir waren,
119 Dan 4:14 | 14 Roepende met kracht, en aldus zeggende: Houwt
120 Dan 5:7 | Zodat de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers,
121 Dan 8:6 | in de grimmigheid zijner kracht. ~
122 Dan 8:7 | en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht
123 Dan 8:22 | ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~
124 Dan 8:24 | 24 En zijn kracht zal sterk worden, doch niet
125 Dan 8:24 | worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk
126 Dan 10:8 | en er bleef in mij geen kracht overig; en mijn sierlijkheid
127 Dan 10:8 | verderving, zodat ik geen kracht behield. ~
128 Dan 10:16 | over mij, zodat ik geen kracht behoude. ~
129 Dan 10:17 | van nu af bestaat geen kracht in mij, en geen adem is
130 Dan 11:15 | volk, ja, er zal geen kracht zijn om te bestaan. ~
131 Dan 11:17 | aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks te komen,
132 Dan 11:25 | 25 En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen
133 Hos 7:9 | Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet;
134 Hos 12:4 | de verzenen; en in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk
135 Amos 2:14| ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een
136 Mic 5:3 | staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid
137 Nah 1:3 | lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige
138 Nah 2:1 | sterk de lenden, versterk de kracht zeer. ~
139 Zac 4:6 | Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door
140 Matt 6:13| is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in
141 Matt 22:29| wetende de Schriften, noch de kracht Gods. ~
142 Matt 24:30| wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~
143 Matt 26:64| zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken
144 Mark 5:30| bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was,
145 Mark 6:5 | 5 En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen
146 Mark 9:1 | het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is. ~
147 Mark 9:39| want er is niemand, die een kracht doen zal in Mijn Naam, en
148 Mark 12:24| Schriften niet weet, noch de kracht Gods? ~
149 Mark 12:30| verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. ~
150 Mark 12:33| de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben
151 Mark 13:26| in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~
152 Mark 14:62| zitten ter rechter hand der kracht Gods, en komen met de wolken
153 Luk 1:17 | heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren
154 Luk 1:35 | zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u
155 Luk 4:14 | keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea;
156 Luk 4:36 | dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt,
157 Luk 5:17 | Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was er om hen
158 Luk 6:19 | aan te raken; want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas
159 Luk 8:46 | want Ik heb bekend, dat kracht van Mij uitgegaan is. ~
160 Luk 9:1 | samengeroepen hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over al de duivelen,
161 Luk 10:19 | te treden, en over alle kracht des vijands; en geen ding
162 Luk 10:27 | uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand;
163 Luk 21:27 | komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~
164 Luk 22:69 | aan de rechter hand der kracht Gods. ~
165 Luk 24:49 | zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. ~
166 Hand 1:8 | Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die
167 Hand 3:12| alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden
168 Hand 4:7 | vraagden zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden
169 Hand 4:33| apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding
170 Hand 5:38| den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan
171 Rom 1:16 | Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk,
172 Rom 1:20 | doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat
173 Rom 9:17 | verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn
174 Rom 15:13 | zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes. ~
175 Rom 15:19 | 19 Door kracht van tekenen en wonderheden,
176 Rom 15:19 | wonderheden, en door de kracht van den Geest Gods, zodat
177 1Kor 1:18| behouden worden, is het een kracht Gods; ~
178 1Kor 1:24| prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. ~
179 1Kor 2:4 | betoning des geestes en der kracht; ~
180 1Kor 2:5 | wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods. ~
181 1Kor 4:19| opgeblazen zijn, maar de kracht. ~
182 1Kor 4:20| gelegen in woorden, maar in kracht. ~
183 1Kor 5:4 | vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus, ~
184 1Kor 6:14| zal ons opwekken door Zijn kracht. ~
185 1Kor 14:11| 11 Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal
186 1Kor 15:24| heerschappij, en alle macht en kracht. ~
187 1Kor 15:43| zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. ~
188 1Kor 15:56| doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet. ~
189 2Kor 4:7 | opdat de uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit
190 2Kor 6:7 | woord der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen
191 2Kor 12:9 | genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
192 2Kor 12:9 | mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. ~
193 2Kor 13:4 | leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn
194 2Kor 13:4 | zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. ~
195 Gal 5:6 | heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het
196 Gal 6:15 | heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een
197 Efez 1:19| uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven,
198 Efez 1:21| alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen
199 Efez 3:7 | naar de werking Zijner kracht. ~
200 Efez 3:16| Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door
201 Efez 3:20| bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, ~
202 Fili 3:10| Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de
203 Fili 4:13| dingen door Christus, Die mij kracht geeft. ~
204 Kol 1:11 | 11 Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar
205 Kol 1:29 | werking, die in mij werkt met kracht. ~ ~
206 1The 1:5 | woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest,
207 2The 1:7 | hemel met de engelen Zijner kracht; ~
208 2The 1:11| het werk des geloofs met kracht. ~
209 2The 2:9 | werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen
210 2The 2:11| daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de
211 1Tim 6:16| Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. ~
212 2Tim 1:7 | vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. ~
213 2Tim 1:8 | met het Evangelie, naar de kracht Gods; ~
214 2Tim 3:5 | godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben.
215 Heb 1:3 | draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking
216 Heb 7:16 | is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken levens. ~
217 Heb 9:17 | doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker
218 Heb 11:11 | geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven,
219 Heb 11:34 | 34 De kracht des vuurs hebben uitgeblust,
220 1Pet 1:5 | 5 Die in de kracht Gods bewaard wordt door
221 1Pet 4:11| dient, die diene als uit kracht, die God verleent; opdat
222 1Pet 4:11| toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. ~
223 1Pet 5:11| zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. ~
224 2Pet 1:3 | Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven
225 2Pet 1:16| bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onze Heere
226 2Pet 2:11| de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk
227 Jud 1:25 | heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in
228 Open 1:6 | zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
229 Open 1:16| gelijk de zon schijnt in haar kracht. ~
230 Open 3:8 | sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord
231 Open 4:11| heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen
232 Open 5:12| waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid,
233 Open 5:13| en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. ~
234 Open 7:12| dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen
235 Open 11:17| komen zal, dat Gij Uw grote kracht hebt aangenomen, en als
236 Open 12:10| Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden
237 Open 13:2 | en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote
238 Open 15:8 | heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel
239 Open 17:13| enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. ~
240 Open 18:3 | rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. ~
241 Open 19:1 | heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. ~
|