Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kraaide 5
kraaien 2
kraan 2
kracht 241
krachtelijk 5
krachteloos 9
krachteloze 1
Frequency    [«  »]
242 gezonden
242 wezen
241 joden
241 kracht
241 ongerechtigheid
240 gans
240 stam

Bijbel

IntraText - Concordances

kracht

    Book Chapter: Verse
1 Gen 45:3 | mijn eerstgeborene, mijn kracht, en het begin mijner macht; 2 Exo 9:16 | u verwekt, opdat Ik Mijn kracht aan u betoonde, en opdat 3 Exo 14:27 | den morgenstond, tot haar kracht; en de Egyptenaars vluchtten 4 Exo 15:2 | 2 De HEERE is mijn Kracht en Lied, en Hij is mij tot 5 Exo 32:11 | volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke hand, 6 Exo 33:11 | volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke hand, 7 Lev 25:19 | zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel 8 Num 14:13 | horen; want Gij hebt door Uw kracht dit volk uit het midden 9 Num 14:17 | 17 Nu dan, laat toch de kracht des HEEREN groot worden, 10 Num 24:18 | bezitting zijn; doch Israel zal kracht doen. ~ 11 Deu 4:37 | aangezicht door Zijn grote kracht uit Egypte uitgevoerd; ~ 12 Deu 8:17 | gij in uw hart zegt: Mijn kracht, en de sterkte mijner hand 13 Deu 8:18 | God, dat Hij het is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; 14 Deu 9:29 | erfdeel, dat Gij door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten 15 Deu 21:17 | hij is het beginsel zijner kracht, het recht der eerstgeboorte 16 Deu 34:7 | donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan. ~ 17 Joz 14:11 | mij uitzond; gelijk mijn kracht toen was, alzo is nu mijn 18 Joz 14:11 | toen was, alzo is nu mijn kracht, tot den oorlog, en om uit 19 Joz 17:17 | volk, en gij hebt grote kracht, gij zult geen een lot hebben; ~ 20 Ric 4:55 | wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig 21 Ric 5:14 | zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israel uit 22 Ric 15:5 | en zie, waarin zijn grote kracht zij, en waarmede wij hem 23 Ric 15:6 | mij toch, waarin uw grote kracht zij, en waarmede gij zoudt 24 Ric 15:9 | vuur riekt. Alzo werd zijn kracht niet bekend. ~ 25 Ric 15:15 | verklaard, waarin uw grote kracht zij. ~ 26 Ric 15:17 | geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou 27 Ric 15:19 | begon hem te plagen; en zijn kracht week van hem. ~ 28 Ric 15:30 | Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de 29 1Sa 2:9 | een man vermag niet door kracht. ~ 30 1Sa 28:20 | Samuel; ook was er geen kracht in hem; want hij had den 31 1Sa 28:22 | zetten, en eet; zo zal er kracht in u zijn, dat gij over 32 1Sa 30:4 | weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen. ~ 33 2Sa 22:33 | 33 God is mijn Sterkte en Kracht; en Hij heeft mijn weg volkomen 34 2Sa 22:40 | Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder 35 1Kon 19:8 | dronk; en hij ging, door de kracht derzelver spijs, veertig 36 2Kon 9:24| spande den boog met volle kracht, en schoot Joram tussen 37 2Kon 19:36| uit Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten 38 2Kon 21:3 | geboorte, en er is geen kracht om te baren. ~ 39 2Kon 25:25| ziel, en met zijn ganse kracht, naar al de wet van Mozes, 40 1Kro 5:24| Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden 41 1Kro 27:8 | broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren 42 1Kro 30:2 | 2 Ik heb nu uit al mijn kracht bereid tot het huis mijns 43 1Kro 30:12| alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het 44 2Kro 2:6 | 6 Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een 45 2Kro 7:41| rust, Gij en de ark Uwer kracht; laat Uw priesters, HEERE 46 2Kro 14:20| En Jerobeam behield geen kracht meer in de dagen van Abia; 47 2Kro 21:6 | heidenen; en in Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand 48 2Kro 21:12| oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, 49 2Kro 23:9 | van Ahazia niemand, die kracht behield tot het koninkrijk. ~ 50 2Kro 25:8 | den vijand; want in God is kracht, om te helpen en om te doen 51 2Kro 26:13| vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, 52 Neh 1:10 | verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. ~ 53 Neh 4:10 | 10 Toen zeide Juda: De kracht der dragers is vervallen, 54 Job 3:17 | rusten de vermoeiden van kracht; ~ 55 Job 6:11 | 11 Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk 56 Job 6:12 | 12 Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees 57 Job 6:12 | 12 Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal? ~ 58 Job 9:4 | wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich tegen Hem 59 Job 9:19 | 19 Zo het aan de kracht komt, zie, Hij is sterk; 60 Job 12:16 | 16 Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de 61 Job 21:23 | 23 Deze sterft in de kracht zijner volkomenheid, daar 62 Job 24:22 | hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men 63 Job 26:2 | geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, 64 Job 26:12 | 12 Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door 65 Job 30:18 | 18 Door de veelheid der kracht is mijn kleed veranderd; 66 Job 36:5 | niet; geweldig is Hij in kracht des harten. ~ 67 Job 36:19 | enige versterkingen van kracht? ~ 68 Job 36:22 | God verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar, gelijk 69 Job 36:56 | uitvinden; Hij is groot van kracht; doch door gericht en grote 70 Job 38:14 | hem vertrouwen, omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw 71 Job 38:24 | en het is vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste 72 Job 39:11 | 11 Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn 73 Psa 18:33 | Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn 74 Psa 18:40 | Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder 75 Psa 22:16 | 16 Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, 76 Psa 27:1 | De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard 77 Psa 29:4 | De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met 78 Psa 31:11 | jaren van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid, 79 Psa 33:16 | wordt niet gered door grote kracht; ~ 80 Psa 34:16 | wordt niet gered door grote kracht; ~ 81 Psa 39:11 | hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het 82 Psa 65:7 | bergen vastzet door Zijn kracht, omgord zijnde met macht. ~ 83 Psa 71:9 | verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. ~ 84 Psa 73:4 | tot hun dood toe, en hun kracht is fris. ~ 85 Psa 84:8 | 8 Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk 86 Psa 84:8 | Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk van hen zal 87 Psa 102:24 | 24 Hij heeft mijn kracht op den weg ter nedergedrukt; 88 Psa 111:6 | 6 Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke 89 Psa 138:3 | Gij hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel. ~ 90 Psa 145:6 | zij zullen vermelden de kracht Uwer vreselijke daden; en 91 Psa 147:5 | Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen 92 Spre 14:4 | krib rein; maar door de kracht van den os is der inkomsten 93 Spre 20:29| jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden heerlijkheid 94 Spre 24:5 | van wetenschap maakt de kracht vast. ~ 95 Spre 24:10| dage uwer benauwdheid, uw kracht is nauw. ~ 96 Spre 31:17| Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt haar armen. ~ 97 Pred 9:16| ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des 98 Pred 10:10| niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen; maar de 99 Jes 10:13 | hij gezegd heeft: Door de kracht mijner hand heb ik het gedaan, 100 Jes 37:3 | geboorte, en er is      geen kracht om te baren. ~ 101 Jes 40:29 | Hij geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt 102 Jes 40:31 | HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren 103 Jes 41:1 | eilanden! en laat de volken de kracht vernieuwen; laat ze toetreden, 104 Jes 49:4 | vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk en ijdelijk 105 Jes 50:2 | kan, of is er in Mij geen kracht om uit      te redden? Ziet, 106 Jes 64:1 | voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid      107 Jes 64:3 | Mijn grimmigheid; en hun kracht is      gesprengd op Mijn 108 Jes 64:6 | grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen. ~ 109 Jer 10:12 | gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft 110 Jer 27:5 | aardbodem zijn, door Mijn grote kracht, en door Mijn uitgestrekten 111 Jer 32:17 | aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekten 112 Jer 51:15 | gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft 113 Klaa 1:14| geklommen; Hij heeft mijn kracht doen vervallen; de HEERE      114 Eze 22:6 | geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten. ~ 115 Dan 2:20 | Zijn is de wijsheid en de kracht. ~ 116 Dan 2:23 | omdat Gij mij wijsheid en kracht gegeven hebt, en mij nu 117 Dan 3:4 | En een heraut riep met kracht: Men zegt u aan, gij volken, 118 Dan 3:20 | tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir waren, 119 Dan 4:14 | 14      Roepende met kracht, en aldus zeggende: Houwt 120 Dan 5:7 | Zodat de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, 121 Dan 8:6 | in de grimmigheid zijner kracht. ~ 122 Dan 8:7 | en in den ram was geen kracht, om voor zijn      aangezicht 123 Dan 8:22 | ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~ 124 Dan 8:24 | 24      En zijn kracht zal sterk worden, doch niet 125 Dan 8:24 | worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk 126 Dan 10:8 | en er bleef in mij geen kracht overig; en mijn sierlijkheid 127 Dan 10:8 | verderving, zodat ik geen kracht      behield. ~ 128 Dan 10:16 | over mij, zodat ik geen kracht behoude. ~ 129 Dan 10:17 | van nu af bestaat geen kracht in mij, en geen adem is 130 Dan 11:15 | volk, ja, er zal      geen kracht zijn om te bestaan. ~ 131 Dan 11:17 | aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks te komen, 132 Dan 11:25 | 25      En hij zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen 133 Hos 7:9 | Vreemden verteren zijn kracht, en hij merkt het niet; 134 Hos 12:4 | de verzenen; en in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk 135 Amos 2:14| ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een 136 Mic 5:3 | staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid 137 Nah 1:3 | lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den schuldige 138 Nah 2:1 | sterk de lenden, versterk de kracht zeer. ~ 139 Zac 4:6 | Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door 140 Matt 6:13| is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in 141 Matt 22:29| wetende de Schriften, noch de kracht Gods. ~ 142 Matt 24:30| wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 143 Matt 26:64| zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken 144 Mark 5:30| bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, 145 Mark 6:5 | 5 En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen 146 Mark 9:1 | het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is. ~ 147 Mark 9:39| want er is niemand, die een kracht doen zal in Mijn Naam, en 148 Mark 12:24| Schriften niet weet, noch de kracht Gods? ~ 149 Mark 12:30| verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. ~ 150 Mark 12:33| de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben 151 Mark 13:26| in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 152 Mark 14:62| zitten ter rechter hand der kracht Gods, en komen met de wolken 153 Luk 1:17 | heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren 154 Luk 1:35 | zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u 155 Luk 4:14 | keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; 156 Luk 4:36 | dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, 157 Luk 5:17 | Jeruzalem gekomen waren; en de kracht des Heeren was er om hen 158 Luk 6:19 | aan te raken; want er ging kracht van Hem uit, en Hij genas 159 Luk 8:46 | want Ik heb bekend, dat kracht van Mij uitgegaan is. ~ 160 Luk 9:1 | samengeroepen hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over al de duivelen, 161 Luk 10:19 | te treden, en over alle kracht des vijands; en geen ding 162 Luk 10:27 | uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; 163 Luk 21:27 | komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 164 Luk 22:69 | aan de rechter hand der kracht Gods. ~ 165 Luk 24:49 | zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. ~ 166 Hand 1:8 | Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die 167 Hand 3:12| alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden 168 Hand 4:7 | vraagden zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden 169 Hand 4:33| apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding 170 Hand 5:38| den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan 171 Rom 1:16 | Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, 172 Rom 1:20 | doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat 173 Rom 9:17 | verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn 174 Rom 15:13 | zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes. ~ 175 Rom 15:19 | 19 Door kracht van tekenen en wonderheden, 176 Rom 15:19 | wonderheden, en door de kracht van den Geest Gods, zodat 177 1Kor 1:18| behouden worden, is het een kracht Gods; ~ 178 1Kor 1:24| prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. ~ 179 1Kor 2:4 | betoning des geestes en der kracht; ~ 180 1Kor 2:5 | wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods. ~ 181 1Kor 4:19| opgeblazen zijn, maar de kracht. ~ 182 1Kor 4:20| gelegen in woorden, maar in kracht. ~ 183 1Kor 5:4 | vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus, ~ 184 1Kor 6:14| zal ons opwekken door Zijn kracht. ~ 185 1Kor 14:11| 11 Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal 186 1Kor 15:24| heerschappij, en alle macht en kracht. ~ 187 1Kor 15:43| zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. ~ 188 1Kor 15:56| doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet. ~ 189 2Kor 4:7 | opdat de uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit 190 2Kor 6:7 | woord der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen 191 2Kor 12:9 | genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. 192 2Kor 12:9 | mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. ~ 193 2Kor 13:4 | leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn 194 2Kor 13:4 | zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. ~ 195 Gal 5:6 | heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het 196 Gal 6:15 | heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een 197 Efez 1:19| uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, 198 Efez 1:21| alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen 199 Efez 3:7 | naar de werking Zijner kracht. ~ 200 Efez 3:16| Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door 201 Efez 3:20| bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, ~ 202 Fili 3:10| Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de 203 Fili 4:13| dingen door Christus, Die mij kracht geeft. ~ 204 Kol 1:11 | 11 Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar 205 Kol 1:29 | werking, die in mij werkt met kracht. ~  ~ 206 1The 1:5 | woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, 207 2The 1:7 | hemel met de engelen Zijner kracht; ~ 208 2The 1:11| het werk des geloofs met kracht. ~ 209 2The 2:9 | werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen 210 2The 2:11| daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de 211 1Tim 6:16| Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. ~ 212 2Tim 1:7 | vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. ~ 213 2Tim 1:8 | met het Evangelie, naar de kracht Gods; ~ 214 2Tim 3:5 | godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. 215 Heb 1:3 | draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking 216 Heb 7:16 | is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken levens. ~ 217 Heb 9:17 | doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker 218 Heb 11:11 | geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven, 219 Heb 11:34 | 34 De kracht des vuurs hebben uitgeblust, 220 1Pet 1:5 | 5 Die in de kracht Gods bewaard wordt door 221 1Pet 4:11| dient, die diene als uit kracht, die God verleent; opdat 222 1Pet 4:11| toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. ~ 223 1Pet 5:11| zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. ~ 224 2Pet 1:3 | Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven 225 2Pet 1:16| bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onze Heere 226 2Pet 2:11| de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk 227 Jud 1:25 | heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in 228 Open 1:6 | zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. 229 Open 1:16| gelijk de zon schijnt in haar kracht. ~ 230 Open 3:8 | sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord 231 Open 4:11| heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen 232 Open 5:12| waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, 233 Open 5:13| en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. ~ 234 Open 7:12| dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen 235 Open 11:17| komen zal, dat Gij Uw grote kracht hebt aangenomen, en als 236 Open 12:10| Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden 237 Open 13:2 | en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, en grote 238 Open 15:8 | heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel 239 Open 17:13| enerlei mening, en zullen hun kracht en macht het beest overgeven. ~ 240 Open 18:3 | rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. ~ 241 Open 19:1 | heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License