Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gang 16
gangbaar 1
gangen 19
gans 240
ganse 654
ganselijk 86
gansen 116
Frequency    [«  »]
241 joden
241 kracht
241 ongerechtigheid
240 gans
240 stam
238 profeten
238 zonden

Bijbel

IntraText - Concordances

gans

    Book Chapter: Verse
1 Gen 7:19 | 19 En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, 2 Gen 16:2 | en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen. ~ 3 Gen 16:6 | 6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en 4 Gen 16:20 | vruchtbaar maken, en hem gans zeer vermenigvuldigen; twaalf 5 Gen 25:33 | zeer grote verschrikking, gans zeer, en zeide: Wie is hij 6 Gen 25:34 | groten en bitteren schreeuw, gans zeer; en hij zeide tot zijn 7 Gen 27:78 | 43 En die man brak gans zeer uit in menigte, en 8 Gen 36:23 | van het gevangenhuis zag gans op geen ding, dat in zijn 9 Gen 37:41 | Jozef: Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld. ~ 10 Gen 37:43 | Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. ~ 11 Gen 37:44 | of zijn voet opheffen in gans Egypteland. ~ 12 Gen 37:46 | aangezicht, en hij toog door gans Egypteland. ~ 13 Gen 37:54 | in al de landen; maar in gans Egypteland was brood. ~ 14 Gen 37:55 | 55 Als nu gans Egypteland hongerde, riep 15 Gen 41:9 | heeft mij tot een heer over gans Egypteland gesteld; kom 16 Gen 41:20 | niet; want het beste van gans Egypteland, dat zal het 17 Gen 41:26 | ook is hij regeerder in gans Egypteland! Toen bezweek 18 Exo 1:7 | vermeerderden, en werden gans zeer machtig, zodat het 19 Exo 12:38 | en schapen, en runderen, gans veel vee. ~ 20 Exo 14:11 | daarom, omdat er in Egypte gans geen graven waren, weggenomen, 21 Exo 18:25 | verkoos kloeke mannen, uit gans Israel, en maakte hen tot 22 Lev 13:22 | 22 Zo zij daarna gans in het vel uitgespreid zal 23 Lev 13:27 | zevenden dag bezien; indien zij gans uitgespreid is in het vel, 24 Lev 13:35 | de schurftheid in het vel gans uitgespreid is, na zijn 25 Deu 1:1 | de woorden, die Mozes tot gans Israel gesproken heeft, 26 Deu 1:19 | Horeb, en doorwandelden die gans grote en vreselijke woestijn, 27 Deu 11:6 | aanging, in het midden van gans Israel. ~ 28 Deu 13:11 | 11 Opdat gans Israel het hore en vreze, 29 Deu 18:6 | uit een uwer poorten, uit gans Israel, alwaar hij woont, 30 Deu 21:21 | midden van u wegdoen; dat het gans Israel hore, en vreze. ~ 31 Deu 27:9 | Levietische priesteren, tot gans Israel, zeggende: Luistert 32 Deu 29:2 | 2 En Mozes riep gans Israel, en zeide tot hen: 33 Deu 31:1 | en sprak deze woorden tot gans Israel, ~ 34 Deu 31:7 | tot hem voor de ogen van gans Israel: Wees sterk en heb 35 Deu 31:11 | 11 Als gans Israel zal komen, om te 36 Deu 31:11 | zult gij deze wet voor gans Israel uitroepen, voor hun 37 Deu 32:20 | wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, 38 Deu 32:45 | geeindigd had al die woorden tot gans Israel te spreken; ~ 39 Deu 33:10 | voor Uw neus leggen, en dat gans verteerd zal worden, op 40 Deu 34:12 | gedaan heeft voor de ogen van gans Israel. ~  ~  ~ 41 Joz 3:7 | te maken voor de ogen van gans Israel, opdat zij weten, 42 Joz 3:17 | midden van de Jordaan; en gans Israel ging over op het 43 Joz 7:24 | 24 Toen nam Jozua, en gans Israel met hem, Achan, den 44 Joz 7:25 | beroeren te dezen dage! En gans Israel stenigde hem met 45 Joz 8:15 | 15 Jozua dan, en gans Israel, werd geslagen voor 46 Joz 8:21 | 21 En Jozua en gans Israel, ziende, dat de achterlage 47 Joz 8:24 | vernield waren; zo keerde zich gans Israel naar Ai, en zij sloegen 48 Joz 8:33 | 33 En gans Israel met zijn oudsten, 49 Joz 10:15 | Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het 50 Joz 10:29 | Toen toog Jozua door, en gans Israel met hem, van Makkeda 51 Joz 10:31 | Toen toog Jozua voort, en gans Israel met hem, van Libna 52 Joz 10:34 | van Lachis naar Eglon, en gans Israel met hem; en zij belegerden 53 Joz 10:36 | Daarna toog Jozua op, en gans Israel met hem; van Eglon 54 Joz 10:38 | 38 Toen keerde Jozua, en gans Israel met hem, naar Debir, 55 Joz 10:43 | Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het 56 Joz 13:11 | den gansen berg Hermon, en gans Bazan, tot Salcha toe; ~ 57 Joz 24:2 | 2 Zo riep Jozua gans Israel, hun oudsten, en 58 Ric 5:35 | 35 Ook zond hij boden in gans Manasse, en die werden ook 59 Ric 6:23 | Nafthali, en uit Aser, en uit gans Manasse; en zij jaagden 60 Ric 7:27 | in zijn stad, te Ofra; en gans Israel hoereerde aldaar 61 Ric 19:34 | duizend uitgelezen mannen van gans Israel kwamen van tegenover 62 1Sa 2:22 | hoorde al, wat zijn zonen aan gans Israel deden, en dat zij 63 1Sa 3:20 | 20 En gans Israel, van Dan tot Ber-seba 64 1Sa 4:1 | van Samuel geschiedde aan gans Israel. En Israel toog uit, 65 1Sa 4:5 | het leger kwam, zo juichte gans Israel met een groot gejuich, 66 1Sa 11:2 | en dat ik deze schande op gans Israel legge. ~ 67 1Sa 11:15 | Saul verheugde zich aldaar gans zeer, met al de mannen van 68 1Sa 12:1 | 1 Toen zeide Samuel tot gans Israel: Ziet, ik heb naar 69 1Sa 13:20 | 20 Daarom moest gans Israel tot de Filistijnen 70 1Sa 18:16 | 16 Doch gans Israel en Juda had David 71 1Sa 20:7 | knecht vrede; maar indien hij gans ontstoken is, zo weet, dat 72 1Sa 20:41 | elkander, totdat het David gans veel maakte. ~ 73 1Sa 24:3 | duizend uitgelezen mannen uit gans Israel, en hij toog heen, 74 1Sa 25:1 | 1 En Samuel stierf; en gans Israel vergaderde zich, 75 1Sa 28:3 | Samuel nu was gestorven, en gans Israel had rouw over hem 76 1Sa 28:4 | Sunem; en Saul vergaderde gans Israel, en zij legerden 77 2Sa 1:9 | want mijn leven is nog gans in mij. ~ 78 2Sa 2:9 | en over Benjamin, en over gans Israel. ~ 79 2Sa 2:17 | was op dienzelfden dag een gans zeer harde strijd. Doch 80 2Sa 3:12 | hand zal met u zijn, om gans Israel tot u om te keren. ~ 81 2Sa 3:21 | heengaan, en vergaderen gans Israel tot mijn heer, den 82 2Sa 3:37 | 37 En al het volk en gans Israel merkten te dienzelven 83 2Sa 4:1 | werden zijn handen slap, en gans Israel werd verschrikt. ~ 84 2Sa 5:5 | drie en dertig jaren over gans Israel en Juda. ~ 85 2Sa 8:14 | bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; 86 2Sa 8:15 | Alzo regeerde David over gans Israel, en David deed aan 87 2Sa 10:17 | aangezegd, verzamelde hij gans Israel, en toog over de 88 2Sa 11:1 | zijn knechten met hem, en gans Israel henenzond, dat zij 89 2Sa 12:3 | 3 Maar de arme had gans niet dan een enig klein 90 2Sa 12:12 | zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon. ~ 91 2Sa 14:25 | 25 Nu was er in gans Israel geen man zo schoon 92 2Sa 15:6 | die wijze deed Absalom aan gans Israel, die tot den koning 93 2Sa 16:21 | huis te bewaren; zo zal gans Israel horen, dat gij bij 94 2Sa 17:10 | enen male smelten; want gans Israel weet, dat uw vader 95 2Sa 17:11 | haast tot u verzameld worde gans Israel, van Dan tot Ber-seba 96 2Sa 17:13 | stad zal begeven, zo zal gans Israel koorden tot dezelve 97 2Sa 18:17 | zeer groten steenhoop; en gans Israel vluchtte, een iegelijk 98 2Sa 19:30 | koning: Hij neme het ook gans weg, naardien mijn heer 99 1Kon 4:1 | koning Salomo koning over gans Israel. ~ 100 1Kon 4:7 | twaalf bestelmeesters over gans Israel, die den koning en 101 1Kon 5:13| een uitschot opkomen uit gans Israel; en het uitschot 102 1Kon 8:62| 62 En de koning, en gans Israel met hem, offerden 103 1Kon 8:65| hield Salomo het feest, en gans Israel met hem, een grote 104 1Kon 12:16| 16 Toen gans Israel zag, dat de koning 105 1Kon 12:20| 20 En het geschiedde, als gans Israel hoorde, dat Jerobeam 106 1Kon 12:20| vergadering riepen, en hem over gans Israel koning maakten; niemand 107 1Kon 14:13| 13 En gans Israel zal hem beklagen, 108 1Kon 14:18| En zij begroeven hem, en gans Israel beklaagde hem; naar 109 1Kon 15:22| liet de koning Asa door gans Juda uitroepen (niemand 110 1Kon 15:27| Filistijnen is, als Nadab en gans Israel Gibbethon belegerden. ~ 111 1Kon 15:33| zoon van Ahia, koning over gans Israel, te Thirza, en regeerde 112 1Kon 16:17| 17 En Omri toog op, en gans Israel met hem van Gibbethon, 113 1Kon 22:11| Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult hebben. ~ 114 2Kon 3:6 | uit Samaria, en monsterde gans Israel. ~ 115 2Kon 9:14| in Gilead bewaard, hij en gans Israel, uit oorzake van 116 2Kon 10:4 | 4 Doch zij vreesden gans zeer, en zeiden: Ziet, twee 117 2Kon 22:3 | gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer. ~ 118 2Kon 26:14| 14 En hij voerde gans Jeruzalem weg, mitsgaders 119 1Kro 9:1 | 1 En gans Israel werd in geslachtsregisters 120 1Kro 11:1 | 1 Toen vergaderde zich gans Israel tot David naar Hebron, 121 1Kro 11:4 | En David toog henen, en gans Israel, naar Jeruzalem, 122 1Kro 12:38| David koning te maken over gans Israel. En ook was al het 123 1Kro 13:5 | 5 David dan vergaderde gans Israel van het Egyptische 124 1Kro 13:8 | 8 En David en gans Israel speelden voor het 125 1Kro 15:3 | 3 Ook vergaderde David gans Israel te Jeruzalem, om 126 1Kro 15:28| 28 Alzo bracht gans Israel de ark des verbonds 127 1Kro 18:14| Alzo regeerde David over gans Israel, en hij deed zijn 128 1Kro 19:14| Alzo regeerde David over gans Israel, en hij deed zijn 129 1Kro 20:17| aangezegd, zo vergaderde hij gans Israel, en hij toog over 130 1Kro 22:4 | uit, en hij doorwandelde gans Israel; daarna kwam hij 131 1Kro 22:5 | van het gestelde volk; en gans Israel was elfhonderd duizend 132 1Kro 29:4 | mij ten koning maakte over gans Israel. ~ 133 1Kro 30:21| slachtofferen in menigte, voor gans Israel. ~ 134 1Kro 30:23| hij was voorspoedig; en gans Israel hoorde naar hem. ~ 135 1Kro 30:25| hoogste voor de ogen van gans Israel; en Hij gaf aan hem 136 1Kro 30:26| van Isai, geregeerd over gans Israel. ~ 137 2Kro 1:2 | en tot alle vorsten in gans Israel, de hoofden der vaderen; ~ 138 2Kro 8:6 | trompetten tegen hen over, en gans Israel stond. ~ 139 2Kro 8:8 | het feest zeven dagen, en gans Israel met hem, een zeer 140 2Kro 10:30| regeerde te Jeruzalem over gans Israel, veertig jaren. ~ 141 2Kro 12:12| en spiesen, en sterkte ze gans zeer; zo was Juda, en Benjamin 142 2Kro 13:1 | wet des HEEREN verliet, en gans Israel met hem. ~ 143 2Kro 14:4 | Hoort mij toe, Jerobeam, en gans Israel! ~ 144 2Kro 16:2 | hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin! De HEERE 145 2Kro 16:15| 15 En gans Juda was verblijd over dezen 146 2Kro 17:6 | 6 Toen nam de koning Asa gans Juda, en zij droegen weg 147 2Kro 18:5 | koninkrijk in zijn hand, en gans Juda gaf Josafat geschenken; 148 2Kro 18:19| in de vaste steden door gans Juda gezet had. ~  ~  ~  149 2Kro 19:10| Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult hebben. ~ 150 2Kro 21:3 | hij riep een vasten uit in gans Juda. ~ 151 2Kro 21:13| 13 En gans Juda stond voor het aangezicht 152 2Kro 21:18| aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van 153 2Kro 23:21| 8 En de Levieten en gans Juda deden naar alles, wat 154 2Kro 25:5 | oversten van honderden, door gans Juda en Benjamin; en hij 155 2Kro 28:19| Juda afgetrokken, dat het gans zeer overtrad tegen den 156 2Kro 28:23| zijn val, mitsgaders aan gans Israel. ~ 157 2Kro 29:24| brandoffer en dat zondoffer voor gans Israel bevolen. ~ 158 2Kro 30:5 | zulks, dat men een stem door gans Israel, van Ber-seba tot 159 2Kro 30:6 | en zijner vorsten, door gans Israel en Juda, en naar 160 2Kro 31:1 | hoogten en de altaren af, uit gans Juda en Benjamin, ook in 161 2Kro 32:33| van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van 162 2Kro 34:9 | overblijfsel van Israel, en uit gans Juda en Benjamin, en te 163 2Kro 35:3 | zeide tot de Levieten, die gans Israel onderwezen, die den 164 2Kro 35:18| priesters en de Levieten, en gans Juda en Israel, dat er gevonden 165 2Kro 35:24| graven zijner vaderen; en gans Juda en Jeruzalem bedreven 166 2Kro 36:3 | zeide tot de Levieten, die gans Israel onderwezen, die den 167 2Kro 36:18| priesters en de Levieten, en gans Juda en Israel, dat er gevonden 168 2Kro 36:24| graven zijner vaderen; en gans Juda en Jeruzalem bedreven 169 Ezra 2:70| woonden in hun steden, en gans Israel in zijn steden. ~  ~ 170 Ezra 6:17| geitenbokken, ten zondoffer voor gans Israel, naar het getal der 171 Ezra 8:25| raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden 172 Ezra 8:35| brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig 173 Ezra 10:5 | priesteren, de Levieten en gans Israel zweren, te zullen 174 Neh 2:2 | harten. Toen vreesde ik gans zeer. ~ 175 Neh 7:73 | volk, en de Nethinim, en gans Israel, woonden in hun steden. ~  ~ 176 Neh 12:47 | 47 Daarom gaf gans Israel, in de dagen van 177 Neh 13:12 | 12 Toen bracht gans Juda de tienden van het 178 Neh 13:26 | God hem ten koning over gans Israel gesteld had? Ook 179 Job 13:5 | 5 Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden 180 Job 16:16 | 16 Mijn aangezicht is gans bemodderd van wenen, en 181 Job 21:23 | zijner volkomenheid, daar hij gans stil en gerust was; ~ 182 Psa 36:6 | 6 Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel des 183 Psa 51:21 | brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen 184 Psa 55:20 | zit, Sela; dewijl bij hen gans geen verandering is, en 185 Psa 75:3 | ontvangen hebben, zo zal ik gans recht richten. ~ 186 Psa 84:7 | fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken. ~ 187 Psa 102:18 | het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad 188 Psa 119:107| 107  Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak 189 Spre 21:8 | De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar 190 Spre 24:31| 31      En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; 191 Spre 28:20| 20      Een gans getrouw man zal veelvoudig 192 Hoo 5:16 | en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is 193 Jes 7:20 | het      zal ook den baard gans wegnemen. ~ 194 Jes 8:23 | beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden; gelijk 195 Jes 14:29 | Verheug u niet, gij gans Palestina! dat de roede 196 Jes 14:31 | gij zijt gesmolten, gij gans Palestina! want van het 197 Jes 26:10 | hij drijft onrecht in een gans richtig land, en hij ziet 198 Jes 38:3 | heb. En Hizkia weende      gans zeer. ~ 199 Jes 48:8 | Ik heb geweten, dat gij gans trouwelooslijk handelen 200 Jes 50:2 | antwoordde? Is Mijn hand dus gans kort geworden, dat zij niet 201 Jes 54:11 | ongetrooste! zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal 202 Jes 57:3 | zeggende: De HEERE heeft mij gans en al van Zijn volk gescheiden; 203 Jes 61:12 | vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. ~ 204 Jer 5:11 | het huis van Juda hebben gans trouwelooslijk tegen Mij 205 Jer 7:2 | Hoort des HEEREN woord, o gans Juda! gij, die door deze 206 Jer 11:12 | hebben; maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten      207 Jer 17:20 | gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van 208 Jer 20:4 | aanzien; en Ik zal      gans Juda geven in de hand des 209 Jer 23:32 | bevolen heb, en zij dit volk gans geen nut doen, spreekt de 210 Jer 26:19 | de koning van Juda, en gans Juda hem ooit gedood? Vreesde 211 Jer 30:11 | kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden. ~ 212 Jer 36:6 | ook lezen voor de oren van gans Juda, die uit hun steden 213 Jer 40:15 | aan het leven slaan, en gans Juda, die tot u vergaderd 214 Jer 44:11 | stellen ten kwade, en om gans Juda uit te roeien. ~ 215 Jer 44:24 | Hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland 216 Jer 44:26 | hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland 217 Jer 44:26 | enig man van      Juda in gans Egypteland meer zal genoemd 218 Jer 46:28 | kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden. ~  ~ 219 Jer 48:31 | over Moab huilen, ja, om gans Moab zal Ik krijten; over 220 Eze 9:9 | van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het land 221 Eze 11:13 | Heere HEERE! zult      Gij gans een voleinding maken met 222 Eze 16:13 | honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon, en waart      223 Eze 17:10 | oostenwind hem aanroert, gans verdrogen? Op de bedden 224 Eze 27:31 | En zij zullen zich over u gans kaal maken, en zakken aangorden; 225 Eze 35:15 | het gebergte van Seir, en gans Edom, zal geheel een verwoesting      226 Eze 37:10 | stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. ~ 227 Dan 10:3 | niet; ook zalfde ik mij gans niet, totdat die drie weken 228 Hos 9:10 | schaamte, en werden gans verfoeilijk naar hun boelerij. ~ 229 Mic 2:12 | Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal 230 Nah 1:15 | door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. ~  ~ 231 Nah 3:1 | Wee der bloedstad, die gans vol leugen, en verscheuring 232 Zep 3:4 | profeten zijn lichtvaardig, gans trouweloze mannen; haar 233 Mal 4:4 | bevolen heb op Horeb aan gans Israel, der inzettingen 234 Luk 4:2 | verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als 235 Joha 12:19| elkander: Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, de gehele 236 Hand 13:27| ten ondergaan, aan welke gans Azie en de gehele wereld 237 Hand 15:22| is er dan te doen? Het is gans nodig, dat de menigte samenkome; 238 2Kor 4:17| voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht 239 Heb 12:21 | het gezicht, zeide: Ik ben gans bevreesd en bevende). ~ 240 1Joh 1:5 | dat God een Licht is, en gans geen duisternis in Hem is. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License