Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zou 968
zoude 62
zouden 465
zoudt 233
zout 24
zoutdal 6
zouten 2
Frequency    [«  »]
236 riep
235 ark
235 heden
233 zoudt
232 klederen
232 sterven
232 zichzelven

Bijbel

IntraText - Concordances

zoudt

    Book Chapter: Verse
1 Gen 3:11 | dat gij daarvan niet eten zoudt? ~ 2 Gen 22:6 | weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven. ~ 3 Gen 23:31 | gezegende des HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik 4 Gen 24:10 | gij een schuld over ons zoudt gebracht hebben. ~ 5 Gen 27:15 | Omdat gij mijn broeder zijt, zoudt gij mij derhalve om niet 6 Gen 28:42 | geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden 7 Gen 38:38 | dien gij zult gaan, zo zoudt gij mijn grauwe haren met 8 Gen 40:29 | een verderf ontmoette, zo zoudt gij mijn grauwe haren met 9 Exo 4:13 | hand desgenen, dien Gij zoudt zenden. ~ 10 Exo 5:5 | lands is alreeds te veel; en zoudt gijlieden hen doen rusten 11 Exo 9:15 | en dat gij van de aarde zoudt verdelgd worden. ~ 12 Exo 16:23 | des HEEREN! wat gij bakken zoudt, bakt dat, en ziedt, wat 13 Exo 16:23 | en ziedt, wat gij zieden zoudt; en al wat over blijft, 14 Exo 34:20 | 20 Hij zeide verder: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen 15 Lev 10:17 | ongerechtigheid der vergadering zoudt dragen, om over die verzoening 16 Lev 11:43 | gij daaraan verontreinigd zoudt worden. ~ 17 Lev 19:12 | Mijn Naam zweren; want gij zoudt den Naam uws Gods ontheiligen; 18 Lev 20:26 | afgezonderd, opdat gij Mijns zoudt zijn. ~ 19 Lev 24:20 | 20 En als gij zoudt zeggen: Wat zullen wij eten 20 Lev 25:13 | opdat gij hun slaven niet zoudt zijn; en Ik heb de disselbomen 21 Num 11:12 | gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag het in uw 22 Num 14:15 | 15 En zoudt Gij dit volk als een enigen 23 Deu 1:18 | tijd alle zaken, die gij zoudt doen. ~ 24 Deu 1:33 | plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het 25 Deu 1:33 | den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de 26 Deu 4:20 | gij Hem tot een erfvolk zoudt zijn, gelijk het te dezen 27 Deu 4:23 | gij u een gesneden beeld zoudt maken, de gelijkenis van 28 Deu 7:6 | tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die 29 Deu 7:26 | brengen, dat gij een ban zoudt worden, gelijk datzelve 30 Deu 8:2 | was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. ~ 31 Deu 8:11 | niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en 32 Deu 14:24 | zijn, dat gij zulks niet zoudt kunnen heendragen, omdat 33 Deu 18:21 | 21 Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen 34 Ric 10:23 | bezitting verdreven; en zoudt gij hunlieder erfgenaam 35 Ric 10:24 | 24 Zoudt gij niet dengene erven, 36 Ric 13:18 | niet hadt geploegd, gij zoudt mijn raadsel niet hebben 37 Ric 14:7 | Toen zeide Simson tot hen: Zoudt gij alzo doen? Zeker, als 38 Ric 15:6 | kracht zij, en waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden, 39 Ric 15:10 | mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden? ~ 40 Ric 15:13 | mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden. 41 Ric 17:9 | ziet, het is zeer goed; zoudt gij dan stil zijn? Weest 42 Ric 20:22 | gij te dezer tijd schuldig zoudt zijn. ~ 43 Rut 1:11 | weder, mijn dochters! Waarom zoudt gij met mij gaan? Heb ik 44 Rut 1:13 | 13 Zoudt gij daarnaar wachten, totdat 45 Rut 1:13 | zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden 46 Rut 1:21 | doen wederkeren; waarom zoudt gij mij Naomi noemen, daar 47 1Sa 2:3 | veel, dat gij hoog, hoog zoudt spreken, dat iets hards 48 1Sa 6:6 | 6 Waarom toch zoudt gijlieden uw hart verzwaren, 49 1Sa 7:8 | onzentwege, dat gij niet zoudt roepen tot den HEERE, onzen 50 1Sa 12:21 | wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na volgen, 51 1Sa 17:8 | en zeide tot hen: Waarom zoudt gijlieden uittrekken, om 52 1Sa 19:5 | verblijd geweest; waarom zoudt gij dan tegen onschuldig 53 1Sa 20:8 | zo dood gij mij; waarom zoudt gij mij toch tot uw vader 54 1Sa 25:31 | gij bloed zonder oorzaak zoudt vergoten hebben, en dat 55 1Sa 30:15 | Toen zeide David tot hem: Zoudt gij mij wel henen afleiden 56 2Sa 7:5 | David: Zo zegt de HEERE: Zoudt gij Mij een huis bouwen 57 2Sa 7:8 | dat gij een voorganger zoudt zijn over Mijn volk, over 58 2Sa 13:13 | schande brengen? En gij, gij zoudt zijn als een der dwazen 59 2Sa 15:19 | Ithai, den Gethiet: Waarom zoudt gij ook met ons gaan? Keer 60 2Sa 15:34 | zal ik uw knecht zijn; zo zoudt gij mij den raad van Achitofel 61 2Sa 18:13 | verborgen worden; ook gij zelf zoudt er u van tegenover stellen. ~ 62 2Sa 18:22 | lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nu heenlopen, mijn zoon! 63 2Sa 19:11 | van Juda, zeggende: Waarom zoudt gijlieden de laatsten zijn, 64 2Sa 19:12 | mijn vlees zijt gij; waarom zoudt gij dan de laatsten zijn, 65 2Sa 19:22 | gij mij heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood 66 2Sa 20:19 | moeder is in Israel; waarom zoudt gij het erfdeel des HEEREN 67 1Kon 1:20| Israel zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op 68 1Kon 21:7 | zijn huisvrouw, tot hem: Zoudt gij nu het koninkrijk over 69 2Kon 5:13| grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? 70 2Kon 6:22| Gij zult hen niet slaan; zoudt gij ook slaan, die gij met 71 2Kon 12:7 | uw bekenden, dat gij het zoudt geven voor de breuken van 72 2Kon 13:7 | uw bekenden, dat gij het zoudt geven voor de breuken van 73 2Kon 14:19| toornig op hem, en zeide: Gij zoudt vijfmaal of zesmaal geslagen 74 2Kon 14:19| zesmaal geslagen hebben; dan zoudt gij de Syriers tot verdoens 75 2Kon 15:10| in uw huis; want waarom zoudt gij u in het kwade mengen, 76 2Kon 15:10| kwade mengen, dat gij vallen zoudt, gij en Juda met u? ~ 77 2Kon 20:24| 24 Hoe zoudt gij dan het aangezicht van 78 2Kon 21:11| hebben, die verbannende; en zoudt gij gered worden? ~ 79 2Kon 21:25| dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden 80 1Kro 17:7 | voorganger over Mijn volk Israel zoudt zijn; ~ 81 1Kro 17:25| Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft Uw knecht 82 2Kro 20:2 | tot den koning Josafat: Zoudt gij den goddeloze helpen, 83 2Kro 25:19| blijf in uw huis; waarom zoudt gij u in het kwaad mengen, 84 2Kro 25:19| kwaad mengen, dat gij vallen zoudt; gij en Juda met u? ~ 85 2Kro 29:11| voor Zijn aangezicht staan zoudt, om Hem te dienen; en opdat 86 2Kro 29:11| Hem dienaars en wierokers zoudt wezen. ~ 87 Ezra 9:14| de volken dezer gruwelen? Zoudt Gij niet tegen ons toornen 88 Neh 5:8 | vermogen wedergekocht; en zoudt gijlieden ook uw broederen 89 Neh 5:9 | goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de 90 Neh 9:8 | met hem gemaakt, dat Gij zoudt geven het land der Kanaanieten, 91 Neh 9:8 | Girgasieten, dat Gij het zijn zade zoudt geven; en Gij hebt Uw woorden 92 Neh 9:15 | ophieft, dat Gij het hun zoudt geven. ~ 93 Neh 13:27 | dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, overtredende tegen 94 Job 11:3 | lieden doen zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand 95 Job 14:15 | 15 Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, 96 Job 14:15 | tot het werk Uwer handen zoudt begerig zijn. ~ 97 Job 19:28 | 28 Voorwaar, gij zoudt zeggen: Waarom vervolgen 98 Job 34:17 | den gewonde verbinden, en zoudt gij den zeer Rechtvaardige 99 Job 34:33 | dewijl gij Hem versmaadt? Zoudt gij dan verkiezen, en niet 100 Job 36:19 | gij niet in benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen 101 Job 37:20 | 20 Dat gij dat brengen zoudt tot zijn pale, en dat gij 102 Job 37:20 | pale, en dat gij merken zoudt de paden zijns huizes? ~ 103 Psa 44:24 | 24 Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, 104 Psa 44:25 | 25 Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, 105 Psa 89:48 | hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen 106 Spre 5:6 | het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen 107 Spre 5:20| 20      En waarom zoudt gij, mijn zoon, in een vreemde 108 Spre 14:7 | eens zotten mans; want gij zoudt bij hem geen lippen der 109 Spre 23:8 | bete, die gij gegeten hebt, zoudt gij uitspuwen; en gij zoudt 110 Spre 23:8 | zoudt gij uitspuwen; en gij zoudt uw liefelijke woorden verderven. ~ 111 Spre 24:28| getuige tegen uw naaste; want zoudt gij verleiden met uw lip? ~ 112 Pred 7:10| zijn, dan deze? Want gij zoudt naar zulks niet uit wijsheid 113 Pred 7:16| uzelven al te wijs; waarom zoudt gij verwoesting over u brengen? ~ 114 Pred 7:17| wees al te dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? ~ 115 Hoo 8:2 | mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van 116 Jes 1:5 | 5      Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? 117 Jes 1:5 | meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; 118 Jes 1:12 | Mijn voorhoven betreden zoudt? ~ 119 Jes 30:15 | Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden, 120 Jes 30:21 | wandelt in denzelven; als gij zoudt afwijken ter rechterhand 121 Jes 36:9 | 9      Hoe zoudt gij dan het aangezicht van 122 Jes 37:11 | hebben, die verbannende; en zoudt gij gered worden? ~ 123 Jes 37:26 | dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden 124 Jes 45:11 | gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner 125 Jes 46:5 | 5      Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden, 126 Jes 48:5 | opdat gij niet misschien zoudt zeggen: Mijn afgod heeft 127 Jes 48:7 | gij niet misschien zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten. ~ 128 Jes 48:8 | trouwelooslijk handelen zoudt, en      dat gij van den 129 Jes 49:6 | dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de 130 Jes 59:5 | en as onder zich spreide? Zoudt gij      dat een vasten 131 Jes 64:14 | Gij U een heerlijken Naam zoudt maken. ~ 132 Jes 65:12 | 12      HEERE! zoudt Gij U over deze dingen inhouden, 133 Jes 65:12 | over deze dingen inhouden, zoudt Gij stilzwijgen, en ons 134 Jes 67:1 | zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats 135 Jer 4:30 | ogen met blanketsel, zo zoudt gij u toch      tevergeefs 136 Jer 6:27 | vesting; opdat gij hun weg zoudt weten en proeven. ~ 137 Jer 12:1 | 1      Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! 138 Jer 14:8 | van benauwdheid! waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling 139 Jer 14:9 | 9      Waarom zoudt Gij zijn als een versaagd 140 Jer 15:18 | weigert geheeld te worden; zoudt Gij mij ganselijk zijn als 141 Jer 22:15 | 15      Zoudt gij regeren, omdat gij u 142 Jer 25:29 | begin Ik te plagen, en zoudt gij enigszins onschuldig 143 Jer 27:13 | 13      Waarom zoudt gij sterven, gij en uw volk 144 Jer 29:26 | Jojada, dat gij opzieners zoudt zijn in des HEEREN huis 145 Jer 45:5 | 5   En zoudt gij u grote dingen zoeken? 146 Jer 47:7 | 7   Hoe zoudt gij stil houden? De HEERE 147 Jer 49:12 | zullen ganselijk drinken; en zoudt gij enigszins onschuldig 148 Jer 49:16 | hoogte der heuvelen! Al zoudt gij uw nest zo hoog      149 Klaa 2:20| 20      Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? 150 Klaa 2:20| steeds vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten? ~ 151 Klaa 2:22| 22      Want zoudt Gij ons ganselijk verwerpen? 152 Klaa 2:22| ons ganselijk verwerpen? Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen 153 Eze 18:31 | nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? ~ 154 Eze 20:4 | 4      Zoudt gij hun recht geven, zoudt 155 Eze 20:4 | Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? 156 Eze 22:2 | Gij nu, mensenkind, zoudt gij der bloedstad recht 157 Eze 22:2 | der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze recht geven? Ja, 158 Eze 23:36 | zeide tot mij: Mensenkind! zoudt gij Ohola en Oholiba recht 159 Eze 33:11 | boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? ~ 160 Eze 33:25 | drekgoden, en vergiet bloed; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~ 161 Eze 33:26 | huisvrouw zijns naasten; en zoudt gij het land erfelijk bezitten? ~ 162 Eze 36:3 | overblijfsel der heidenen ten erve zoudt      zijn, en gij gebracht 163 Dan 1:10 | gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt gij mijn hoofd bij den koning 164 Dan 2:30 | de gedachten uws harten zoudt weten. 165 Hos 13:4 | van Egypteland af; daarom zoudt gij geen God kennen dan 166 Joe 3:4 | alle grenzen van Palestina! Zoudt gij Mij een vergelding wedergeven? 167 Oba 1:12 | 12      Toen zoudt gij niet gezien hebben op 168 Mic 4:9 | 9      Nu, waarom zoudt gij zo groot geschrei maken? 169 Mal 1:13 | een vermoeidheid! maar gij zoudt het kunnen wegblazen, zegt 170 Matt 8:8 | dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk 171 Matt 12:7 | barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld 172 Matt 16:11| zeide, dat gij u wachten zoudt van den zuurdesem der Farizeen 173 Matt 17:20| als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga 174 Matt 21:21| en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen 175 Matt 23:33| adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis 176 Mark 7:9 | opdat gij uw inzettingen zoudt onderhouden. ~ 177 Mark 11:28| dat Gij deze dingen doen zoudt? ~ 178 Luk 7:6 | dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen. ~ 179 Luk 14:9 | dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen met schaamte de 180 Luk 17:6 | als een mostaardzaad, gij zoudt tegen dezen moerbezienboom 181 Joha 4:10| Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, 182 Joha 5:34| zeg Ik, opdat gijlieden zoudt behouden worden. ~ 183 Joha 5:46| gij Mozes geloofdet, zo zoudt gij Mij geloven; want hij 184 Joha 8:19| indien gij Mij kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen. ~ 185 Joha 8:39| Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham 186 Joha 8:42| Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want 187 Joha 9:41| Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar 188 Joha 14:7 | gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend 189 Joha 14:28| Indien gij Mij liefhadt, zo zoudt gij u verblijden, omdat 190 Joha 15:16| Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, 191 Joha 19:11| 11 Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen 192 Hand 7:47| der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, tot 193 Hand 8:15| verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren 194 Hand 10:36| hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; gaat 195 Hand 17:15| alsof gij nadere kennis zoudt nemen van zijn zaken; en 196 Hand 17:20| Paulus morgen in den raad zoudt afbrengen, alsof zij iets 197 Rom 1:11 | ten einde gij versterkt zoudt worden; ~ 198 Rom 7:4 | van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk 199 1Kor 4:6 | uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen 200 1Kor 5:9 | den brief, dat gij u niet zoudt vermengen met de hoereerders; ~ 201 1Kor 5:10| afgodendienaars; want anders zoudt gij moeten uit de wereld 202 2Kor 1:15| opdat gij een tweede genade zoudt hebben; ~ 203 2Kor 2:4 | geschreven, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar opdat 204 2Kor 2:4 | maar opdat gij de liefde zoudt verstaan, die ik overvloediglijk 205 2Kor 5:12| over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen degenen, die 206 2Kor 8:9 | opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden. ~ 207 2Kor 11:7 | vernederd heb, opdat gij zoudt verhoogd worden, overmits 208 2Kor 13:7 | maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk 209 Gal 3:1 | dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken 210 Gal 4:15 | het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven 211 Gal 4:17 | uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren. ~ 212 Efez 4:22| 22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige 213 Efez 4:23| 23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den 214 Efez 6:22| heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, en hij uw harten 215 Fili 2:28| gij, hem ziende, wederom u zoudt verblijden, en ik te min 216 1The 2:12| 12 En betuigden, dat gij zoudt wandelen, waardiglijk Gode, 217 1Tim 1:3 | vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonie 218 2Tim 5:5 | hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat 219 2Tim 5:5 | dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk 220 Tit 1:5 | hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat 221 Tit 1:5 | dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk 222 File 1:15| geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. ~ 223 Jako 2:3 | 3 En gij zoudt aanzien dengene, die de 224 Jako 2:3 | een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta 225 Jako 2:16| verzadigd; en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden 226 Jako 4:3 | uw wellusten doorbrengen zoudt. ~ 227 Jako 4:15| 15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere 228 1Pet 2:9 | verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, 229 1Pet 2:21| opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen; ~ 230 1Pet 3:9 | zijt, opdat gij zegening zoudt beerven. ~ 231 2Pet 1:4 | goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden 232 1Joh 1:3 | gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap 233 2Joh 1:6 | hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License