Book Chapter: Verse
1 Gen 2:17 | daarvan eet, zult gij den dood sterven. ~
2 Gen 3:4 | Gijlieden zult den dood niet sterven; ~
3 Gen 19:7 | weet, dat gij voorzeker sterven zult, gij, en al wat uwes
4 Gen 20:16 | Dat ik het kind niet zie sterven; en zij zat tegenover, en
5 Gen 23:99 | En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte? ~
6 Gen 30:13 | zo zal de gehele kudde sterven. ~
7 Gen 38:2 | opdat wij leven en niet sterven. ~
8 Gen 38:20 | worden; en gij zult niet sterven. En zij deden alzo. ~
9 Gen 39:8 | opdat wij leven en niet sterven, noch wij, noch gij, noch
10 Gen 40:22 | vader verlaat, zo zal hij sterven. ~
11 Gen 40:31 | jongeling er niet is, dat hij sterven zal; en uw knechten zullen
12 Gen 43:15 | wij in uw tegenwoordigheid sterven? want het geld ontbreekt; ~
13 Gen 43:19 | zullen wij voor uw ogen sterven, zo wij als ons land? Koop
14 Gen 43:19 | opdat wij leven en niet sterven, en het land niet woest
15 Gen 43:29 | Israel naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon
16 Exo 7:18 | de vis in de rivier zal sterven, zodat de rivier zal stinken;
17 Exo 9:19 | vallen zal, zo zullen zij sterven. ~
18 Exo 10:28 | aangezicht zult zien, zult gij sterven! ~
19 Exo 11:5 | eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, van Farao's eerstgeborene
20 Exo 14:11 | opdat wij in deze woestijn sterven zouden? Waarom hebt gij
21 Exo 14:12 | dan in deze woestijn te sterven. ~
22 Exo 17:3 | mijn vee, van dorst deed sterven? ~
23 Exo 20:19 | niet spreke, opdat wij niet sterven! ~
24 Exo 28:43 | ongerechtigheid dragen en sterven. Dit zal een eeuwige inzetting
25 Exo 30:20 | water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij tot het
26 Exo 30:21 | voeten wassen, opdat zij niet sterven; en dit zal hun een eeuwige
27 Lev 15:31 | in hun onreinigheid niet sterven, als zij Mijn tabernakel,
28 Lev 20:20 | zonder kinderen zullen zij sterven. ~
29 Lev 22:9 | daarover dragen en daarin sterven, als zij die ontheiligd
30 Num 4:15 | aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen
31 Num 4:19 | opdat zij leven en niet sterven, als zij tot de heiligheid
32 Num 4:20 | inwindt, opdat zij niet sterven. ~
33 Num 14:35 | niet worden, en zullen daar sterven! ~
34 Num 16:29 | 29 Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven,
35 Num 16:29 | sterven, gelijk alle mensen sterven, en over hen een bezoeking
36 Num 17:10 | tegen Mij, dat zij niet sterven. ~
37 Num 17:13 | tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest
38 Num 18:10 | tegen Mij, dat zij niet sterven. ~
39 Num 18:13 | tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest
40 Num 18:16 | naderen, opdat zij niet sterven, zo zij als gijlieden. ~
41 Num 18:35 | om zonde te dragen en te sterven. ~
42 Num 19:3 | naderen, opdat zij niet sterven, zo zij als gijlieden. ~
43 Num 19:22 | om zonde te dragen en te sterven. ~
44 Num 20:4 | woestijn gebracht, dat wij daar sterven zouden, wij en onze beesten? ~
45 Num 20:26 | verzameld worden, en daar sterven. ~
46 Num 21:5 | optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in de woestijn? Want
47 Num 26:65 | woestijn gewisselijk zouden sterven; en er was niemand van hen
48 Num 34:17 | waarvan met zoude kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij
49 Num 34:18 | waarvan men zoude kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij
50 Num 34:23 | waarvan men zoude kunnen sterven, en hij dien op hem heeft
51 Num 34:31 | doodslagers, die schuldig is te sterven; want hij zal zekerlijk
52 Deu 4:22 | Want ik zal in dit land sterven; ik zal over de Jordaan
53 Deu 5:25 | Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou
54 Deu 5:25 | te horen, zo zouden wij sterven. ~
55 Deu 17:5 | stenen stenigen, dat zij sterven. ~
56 Deu 17:6 | zal hij gedood worden, die sterven zal; op den mond van een
57 Deu 17:12 | rechter, dezelve man zal sterven; en gij zult het boze uit
58 Deu 18:20 | goden, dezelve profeet zal sterven. ~
59 Deu 22:22 | zo zullen zij ook beiden sterven, de man, die bij de vrouw
60 Deu 22:24 | stenen stenigen, dat zij sterven; de jonge dochter, ter oorzake,
61 Deu 22:25 | haar gelegen heeft, alleen sterven; ~
62 Deu 24:7 | verkoopt hem; zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze uit
63 Deu 31:14 | dagen zijn genaderd, om te sterven; roep Jozua, en stelt ulieden
64 Joz 2:14 | ziel zij voor ulieden om te sterven, indien gijlieden deze onze
65 Ric 5:23 | vrees niet, gij zult niet sterven. ~
66 Ric 12:22 | huisvrouw: Wij zullen zekerlijk sterven, omdat wij God gezien hebben. ~
67 Ric 14:18 | zou ik dan nu van dorst sterven, en vallen in de hand dezer
68 Ric 15:30 | de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer,
69 Rut 1:17 | 17 Waar gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar
70 Rut 1:17 | gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven
71 1Sa 2:33 | de menigte uws huizes zal sterven, mannen geworden zijnde. ~
72 1Sa 2:34 | een dag zullen zij beiden sterven. ~
73 1Sa 4:20 | omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen,
74 1Sa 12:19 | HEERE, uw God, dat wij niet sterven; want boven al onze zonden
75 1Sa 14:39 | Jonathan, zo zal hij den dood sterven; en niemand uit het ganse
76 1Sa 14:43 | zie hier ben ik, moet ik sterven? ~
77 1Sa 14:44 | Jonathan! gij moet den dood sterven. ~
78 1Sa 14:45 | zeide tot Saul: Zou Jonathan sterven, die deze grote verlossing
79 1Sa 20:2 | zij verre, gij zult niet sterven. Zie, mijn vader doet geen
80 1Sa 22:16 | Achimelech, gij moet den dood sterven, gij en het ganse huis uws
81 1Sa 26:10 | dag zal komen, dat hij zal sterven, of hij zal in een strijd
82 2Sa 12:13 | weggenomen, gij zult niet sterven. ~
83 2Sa 12:14 | die u geboren is, den dood sterven. ~
84 2Sa 14:14 | Want wij zullen den dood sterven, en wezen als water, dat,
85 2Sa 19:23 | tot Simei: Gij zult niet sterven. En de koning zwoer hem. ~
86 1Kon 1:52| bevonden zal worden, zo zal hij sterven. ~
87 1Kon 2:1 | David nabij waren, dat hij sterven zou, zo gebood hij zijn
88 1Kon 2:30| Neen, maar hier zal ik sterven! En Benaja bracht het antwoord
89 1Kon 2:37| voorzeker, dat gij den dood sterven zult; uw bloed zal op uw
90 1Kon 2:42| voorzeker, dat gij den dood zult sterven? En gij zeidet tot mij:
91 1Kon 14:12| gekomen zijn, zo zal het kind sterven. ~
92 1Kon 17:12| bereiden, dat wij het eten, en sterven. ~
93 2Kon 1:4 | maar gij zult den dood sterven. En Elia ging weg. ~
94 2Kon 1:6 | maar gij zult den dood sterven. ~
95 2Kon 1:16| maar gij zult den dood sterven. ~
96 2Kon 7:3 | blijven wij hier, totdat wij sterven? ~
97 2Kon 7:4 | stad, en wij zullen daar sterven, en indien wij hier blijven,
98 2Kon 7:4 | blijven, wij zullen ook sterven; nu dan, komt, en laat ons
99 2Kon 7:4 | ons doden, wij zullen maar sterven. ~
100 2Kon 8:10| getoond, dat hij den dood sterven zal. ~
101 2Kon 20:32| zo zult gij leven en niet sterven; en hoort niet naar Hizkia,
102 2Kon 22:1 | aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven. ~
103 2Kro 25:4 | zeggende: De vaders zullen niet sterven om de kinderen, en de kinderen
104 2Kro 25:4 | de kinderen zullen niet sterven om de vaders; maar een ieder
105 2Kro 25:4 | ieder zal om zijn zonde sterven. ~
106 2Kro 32:11| honger en door dorst te sterven, zeggende: De HEERE, onze
107 Job 4:21 | uitnemendheid met hen? Zij sterven, maar niet in wijsheid. ~ ~
108 Job 12:2 | de wijsheid met ulieden sterven! ~
109 Job 34:20 | 20 In een ogenblik sterven zij; zelfs ter middernacht
110 Job 36:14 | ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens. ~
111 Psa 42:6 | zeggende: Wanneer zal hij sterven, en zijn naam vergaan? ~
112 Psa 49:11 | hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas
113 Psa 49:18 | 18 Want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn
114 Psa 82:7 | 7Nochtans zult gij sterven als een mens; en als een
115 Psa 104:29 | neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot
116 Psa 118:17 | 17 Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de
117 Spre 5:23| 23 Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht
118 Spre 10:21| er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand. ~
119 Spre 15:10| de bestraffing haat, zal sterven. ~
120 Spre 19:16| zijn wegen veracht, zal sterven. ~
121 Spre 23:13| zult slaan, zal hij niet sterven. ~
122 Pred 3:2 | worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te planten,
123 Pred 7:17| dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? ~
124 Pred 9:5 | levenden weten, dat zij sterven zullen, maar de doden weten
125 Jes 22:13 | want morgen zullen wij sterven. ~
126 Jes 22:18 | begrip; aldaar zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke
127 Jes 38:1 | huis; want gij zult sterven, en niet leven. ~
128 Jes 51:6 | zullen van gelijken sterven; maar Mijn heil zal in eeuwigheid
129 Jes 51:12 | vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen
130 Jes 51:14 | hij zal in den kuil niet sterven, en zijn brood zal hem niet
131 Jes 60:5 | van hun eieren eet, moet sterven, en als het in stukken gedrukt
132 Jes 66:20 | want een jongeling zal sterven, honderd jaren oud zijnde,
133 Jes 67:24 | want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal niet uitgeblust
134 Jer 11:22 | jongelingen zullen door het zwaard sterven, hun zonen en hun dochteren
135 Jer 11:22 | dochteren zullen van honger sterven. ~
136 Jer 16:4 | Zij zullen pijnlijke doden sterven, zij zullen niet beklaagd
137 Jer 16:6 | kleinen in dit land zullen sterven, zij zullen niet begraven
138 Jer 20:6 | te Babel komen, en aldaar sterven, en aldaar begraven worden,
139 Jer 21:6 | grote pestilentie zullen zij sterven. ~
140 Jer 21:9 | in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, of door
141 Jer 22:12 | hebben weggevoerd, zal hij sterven, en dit land zal hij niet
142 Jer 22:26 | geboren zijt, en daar zult gij sterven. ~
143 Jer 26:8 | zeggende: Gij zult den dood sterven! ~
144 Jer 27:13 | 13 Waarom zoudt gij sterven, gij en uw volk door het
145 Jer 28:16 | aardbodem; dit jaar zult gij sterven, omdat gij een afval gesproken
146 Jer 31:30 | om zijn ongerechtigheid sterven; een ieder mens, die de
147 Jer 34:4 | zult door het zwaard niet sterven. ~
148 Jer 34:5 | 5 Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen
149 Jer 38:2 | honger of door de pestilentie sterven; maar wie tot de Chaldeen
150 Jer 38:24 | woorden, zo zult gij niet sterven. ~
151 Jer 38:26 | Jonathans huis, om aldaar te sterven. ~
152 Jer 42:16 | en gij zult aldaar sterven. ~
153 Jer 42:17 | te verkeren; zij zullen sterven door het zwaard, door den
154 Jer 42:22 | honger en door de pestilentie sterven zult, ter plaatse, waar
155 Jer 44:12 | den honger zullen zij sterven; en zij zullen worden tot
156 Eze 3:18 | goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven, en gij waarschuwt hem niet,
157 Eze 3:18 | in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik
158 Eze 3:19 | in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel
159 Eze 3:20 | aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd
160 Eze 3:20 | zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden,
161 Eze 5:12 | u zal van de pestilentie sterven, en zal door honger in het
162 Eze 6:12 | af is, zal door de pest sterven, en die nabij is, zal door
163 Eze 6:12 | belegerd is, zal door honger sterven; alzo zal Ik Mijn grimmigheid
164 Eze 7:15 | is, zal door het zwaard sterven, en die in de stad is, dien
165 Eze 12:13 | zien, hoewel hij daar sterven zal. ~
166 Eze 13:19 | te doden, die niet zouden sterven, en om zielen in het leven
167 Eze 17:16 | het midden van Babel zal sterven! ~
168 Eze 18:4 | ziel, die zondigt, die zal sterven. ~
169 Eze 18:17 | inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns
170 Eze 18:18 | ziet daar, hij zal sterven in zijn ongerechtigheid. ~
171 Eze 18:20 | ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet dragen
172 Eze 18:21 | leven, hij zal niet sterven. ~
173 Eze 18:24 | gezondigd heeft, in die zal hij sterven. ~
174 Eze 18:26 | onrecht, dat hij gedaan heeft, sterven. ~
175 Eze 18:28 | gewisselijk leven, hij zal niet sterven. ~
176 Eze 18:31 | geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? ~
177 Eze 28:8 | nederdalen; en gij zult sterven den dood eens verslagenen
178 Eze 28:10 | den dood der onbesnedenen sterven; door de hand der vreemden;
179 Eze 33:8 | goddeloze, gij zult den dood sterven! en gij spreekt niet, om
180 Eze 33:8 | zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik
181 Eze 33:9 | in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel
182 Eze 33:11 | wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels? ~
183 Eze 33:13 | hij doet, daarin zal hij sterven. ~
184 Eze 33:14 | goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven! en hij zich van zijn zonde
185 Eze 33:15 | zekerlijk leven, hij zal niet sterven. ~
186 Eze 33:18 | onrecht, zo zal hij daarin sterven. ~
187 Eze 33:27 | door de pestilentie zullen sterven! ~
188 Amos 2:2 | Kerioth verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis, met gejuich,
189 Amos 6:9 | overgelaten zijn, dat zij sterven zullen. ~
190 Amos 7:11| Jerobeam zal door het zwaard sterven, en Israel zal voorzeker
191 Amos 7:17| zult in een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker
192 Amos 9:10| volks zullen door het zwaard sterven; die daar zeggen: Het kwaad
193 Jona 4:3 | want het is mij beter te sterven dan te leven. ~
194 Jona 4:8 | zijner ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter
195 Jona 4:8 | zeide: Het is mij beter te sterven dan te leven. ~
196 Matt 15:4 | vloekt, die zal de dood sterven. ~
197 Matt 26:35| Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen!
198 Mark 7:10| vloekt, die zal den dood sterven. ~
199 Mark 14:31| meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen.
200 Luk 7:2 | krank zijnde, lag op zijn sterven. ~
201 Luk 8:42 | jaren, en deze lag op haar sterven. En als Hij heenging, zo
202 Luk 20:36 | Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn den engelen
203 Joha 4:47| maakte; want hij lag op zijn sterven. ~
204 Joha 8:21| en in uw zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, kunt gijlieden
205 Joha 8:24| dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft,
206 Joha 8:24| ben, gij zult in uw zonden sterven. ~
207 Joha 11:16| gaan, opdat wij met Hem sterven. ~
208 Joha 11:26| in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft
209 Joha 11:51| profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk; ~
210 Joha 12:33| betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.) ~
211 Joha 18:32| betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zoude. ~
212 Joha 19:7 | en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven
213 Joha 21:23| dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet
214 Joha 21:23| niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik wil,
215 Hand 15:13| gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam
216 Hand 19:11| gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is
217 Rom 5:7 | iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal
218 Rom 5:7 | mogelijk iemand ook bestaan te sterven. ~
219 Rom 8:13 | vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den
220 Rom 14:8 | den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere.
221 Rom 14:8 | hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat
222 Rom 14:8 | wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren. ~
223 1Kor 9:15| want het ware mij beter te sterven, dan dat iemand dezen mijn
224 1Kor 15:22| gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in
225 1Kor 15:32| en drinken, want morgen sterven wij. ~
226 2Kor 7:3 | harten zijt, om samen te sterven en samen te leven. ~
227 Fili 1:21| is mij Christus, en het sterven is mij gewin. ~
228 Heb 7:8 | wel tienden de mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die,
229 Heb 9:27 | mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel; ~
230 Open 3:2 | versterk het overige, dat sterven zou; want Ik heb uw werken
231 Open 9:6 | en zij zullen begeren te sterven, en de dood zal van hen
232 Open 14:13| doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de
|