Book Chapter: Verse
1 Gen 27:65 | dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis? ~
2 Exo 5:4 | gij het volk af van hun werken? Gaat heen tot uw lasten. ~
3 Exo 5:13 | zeggende: Voleindigt uw werken, elk dagwerk op zijn dag,
4 Exo 23:12 | 12 Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden
5 Exo 23:24 | dienen; ook zult gij naar hun werken niet doen; maar gij zult
6 Exo 31:4 | bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en
7 Exo 31:5 | kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk. ~
8 Exo 35:32 | bedenken vernuftigen arbeid, te werken in goud, en in zilver, en
9 Exo 35:33 | kunstige houtsnijding; om te werken in alle vernuftige handwerk. ~
10 Lev 18:3 | Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin
11 Lev 18:3 | gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan, waarheen
12 Num 28:26 | HEERE zult offeren naar uw werken, zult gij een heilige samenroeping
13 Deu 3:24 | aarde, die doen kan naar Uw werken, en naar Uw mogendheden! ~
14 Deu 28:20 | vanwege de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten
15 Ric 2:19 | lieten niets vallen van hun werken, noch van dezen harden weg. ~
16 1Sa 8:8 | 8 Naar de werken, die zij gedaan hebben,
17 1Sa 14:6 | misschien zal de HEERE voor ons werken; want bij den HEERE is geen
18 1Kro 29:19| des HEEREN, te weten al de werken dezes voorbeelds. ~
19 1Kro 30:2 | ijzeren, en hout tot houten werken; sardonixstenen en vervullende
20 2Kro 2:7 | nu een wijzen man, om te werken in goud, en in zilver, en
21 2Kro 2:14| is van Tyrus, die weet te werken in goud, en in zilver, in
22 2Kro 21:37| hebt, heeft de HEERE uw werken verscheurd. Alzo werden
23 2Kro 26:15| ook te Jeruzalem kunstige werken, bedenking van kunstige
24 2Kro 34:25| toorn verwekten met alle werken hunner handen; zo zal Mijn
25 Ezra 9:13| gekomen is, om onze boze werken, en om onze grote schuld,
26 Neh 4:6 | hart des volks was om te werken. ~
27 Neh 6:14 | Sanballat, naar deze zijn werken; en ook aan de profetes
28 Neh 9:35 | niet bekeerd van hun boze werken. ~
29 Est 56:2 | 2Al de werken nu zijner macht en zijns
30 Job 34:25 | 25 Daarom dat Hij hun werken kent, zo keert Hij hen des
31 Psa 8:7 | doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles
32 Psa 33:15 | hart; Hij let op al hun werken. ~
33 Psa 34:15 | hart; Hij let op al hun werken. ~
34 Psa 66:3 | vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte
35 Psa 73:28 | den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen ~
36 Psa 77:13 | 13 En zal al Uw werken betrachten, en van Uw daden
37 Psa 86:8 | en er zijn geen gelijk Uw werken. ~
38 Psa 92:5 | ik zal juichen over de werken Uwer handen. ~
39 Psa 92:6 | HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten. ~
40 Psa 103:22 | Looft den HEERE, al Zijn werken! aan alle plaatsen Zijner
41 Psa 104:13 | verzadigd van de vrucht Uwer werken. ~
42 Psa 104:24 | 24 Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle
43 Psa 104:31 | HEERE verblijde Zich in Zijn werken. ~
44 Psa 106:13 | zij vergaten haast Zijn werken, zij verbeidden naar Zijn
45 Psa 106:35 | heidenen, en leerden derzelver werken. ~
46 Psa 106:39 | ontreinigden zich door hun werken, en zij hebben gehoereerd
47 Psa 107:22 | offeren, en met gejuich Zijn werken vertellen. ~
48 Psa 107:24 | 24 Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken
49 Psa 111:2 | 2 Gimel. De werken des HEEREN zijn groot; Daleth.
50 Psa 111:6 | Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt;
51 Psa 111:7 | 7 Mem. De werken Zijner handen zijn waarheid
52 Psa 118:17 | maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen. ~
53 Psa 119:3 | 3 Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen. ~
54 Psa 138:8 | eeuwigheid; en laat niet varen de werken Uwer handen. ~ ~
55 Psa 139:14 | ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel
56 Psa 141:4 | mannen, die ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van
57 Psa 143:5 | spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen. ~
58 Psa 145:4 | Geslacht aan geslacht zal Uw werken roemen; en zij zullen Uw
59 Psa 145:9 | barmhartigheden zijn over al Zijn werken. ~
60 Psa 145:10 | 10 Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven,
61 Psa 145:17 | goedertieren in al Zijn werken. ~
62 Spre 7:16| toegemaakt, met uitgehouwen werken, met fijn linnen van Egypte; ~
63 Spre 8:22| beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan. ~
64 Spre 16:3 | 3 Wentel uw werken op den HEERE, en uw gedachten
65 Spre 21:25| zijn handen weigeren te werken. ~
66 Spre 31:31| harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten. ~
67 Pred 1:14| 14 Ik zag al de werken aan, die onder de zon geschieden;
68 Pred 2:4 | Ik maakte mij grote werken, ik bouwde mij huizen, ik
69 Pred 2:11| wendde ik mij tot al mijn werken, die mijn handen gemaakt
70 Pred 3:22| mens zich verblijde in zijn werken, want dat is zijn deel;
71 Pred 9:1 | rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken in de hand Gods zijn; ook
72 Pred 9:7 | alrede een behagen aan uw werken. ~
73 Jes 3:10 | dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. ~
74 Jes 29:15 | raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden,
75 Jes 31:2 | dergenen, die ongerechtigheid werken. ~
76 Jes 41:29 | altemaal ijdelheid, hun werken zijn een nietig ding, hun
77 Jes 43:13 | hand redden kan; Ik zal werken, en wie zal het keren? ~
78 Jes 58:12 | gerechtigheid bekend maken, en uw werken, dat zij u geen nut doen
79 Jes 60:6 | niet kunnen dekken met hun werken; hun werken zijn werken
80 Jes 60:6 | dekken met hun werken; hun werken zijn werken der ongerechtigheid,
81 Jes 60:6 | werken; hun werken zijn werken der ongerechtigheid, en
82 Jes 60:18 | 18 Even naar de werken, even daarnaar zal Hij vergelden,
83 Jes 67:18 | 18 Hun werken en hun gedachten! Het komt,
84 Jer 1:16 | zich gebogen hebben voor de werken hunner handen. ~
85 Jer 7:13 | omdat gijlieden al deze werken doet, spreekt de HEERE,
86 Jer 44:8 | Tergende Mij door de werken uwer handen, rokende anderen
87 Jer 48:7 | Want om uw vertrouwen op uw werken, en op uw schatten, zult
88 Eze 6:6 | zonnebeelden afgehouwen, en uw werken uitgedelgd worden. ~
89 Eze 27:16 | vanwege de veelheid uwer werken; met smaragden, purper,
90 Eze 27:18 | met u, om de veelheid uwer werken, vanwege de veelheid van
91 Dan 4:37 | des hemels, omdat al Zijn werken waarheid, en Zijn paden
92 Dan 9:14 | rechtvaardig in al Zijn werken, die Hij gedaan heeft, dewijl
93 Hos 7:1 | boosheden van Samaria; want zij werken valsheid; en de dief gaat
94 Amos 8:7 | heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in eeuwigheid zal vergeten! ~
95 Jona 3:10| 10 En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden
96 Mic 2:1 | ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht
97 Mic 2:7 | HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen
98 Zep 2:3 | des lands, die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt
99 Matt 5:16| mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader,
100 Matt 11:2 | gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee
101 Matt 14:2 | van de doden, en daarom werken die krachten in Hem. ~
102 Matt 23:3 | maar doet niet naar hun werken; want zij zeggen het, en
103 Matt 23:5 | 5 En al hun werken doen zij, om van de mensen
104 Mark 6:14| doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem. ~
105 Luk 11:48 | mede behagen hebt aan de werken uwer vaderen; want zij hebben
106 Luk 13:14 | dagen, in welke men moet werken; komt dan in dezelve, en
107 Luk 24:19 | Profeet was, krachtig in werken en woorden, voor God en
108 Joha 3:19| dan het licht; want hun werken waren boos. ~
109 Joha 3:20| het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. ~
110 Joha 3:21| tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij
111 Joha 5:20| doet; en Hij zal Hem groter werken tonen dan deze, opdat gij
112 Joha 5:36| die van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven
113 Joha 5:36| die te volbrengen, dezelve werken, die Ik doe, getuigen van
114 Joha 6:28| zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? ~
115 Joha 6:28| wij de werken Gods mogen werken? ~
116 Joha 7:3 | opdat ook Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij
117 Joha 7:7 | dezelve getuig, dat haar werken boos zijn. ~
118 Joha 8:39| kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen. ~
119 Joha 8:41| 41 Gij doet de werken uws vaders. Zij zeiden dan
120 Joha 9:3 | dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard
121 Joha 9:4 | 4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die
122 Joha 9:4 | 4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden
123 Joha 9:4 | nacht komt, wanneer niemand werken kan. ~
124 Joha 10:25| gij gelooft het niet. De werken, die Ik doe in den Naam
125 Joha 10:32| Ik heb u vele treffelijke werken getoond van Mijn Vader;
126 Joha 10:37| 37 Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft
127 Joha 10:38| niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen
128 Joha 14:10| blijft, Dezelve doet de werken. ~
129 Joha 14:11| niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. ~
130 Joha 14:12| Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook
131 Joha 15:24| 24 Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan,
132 Hand 2:11| hen in onze talen de grote werken Gods spreken. ~
133 Hand 9:18| 18 Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend. ~
134 Hand 20:20| beteren, en tot God bekeren, werken doende der bekering waardig. ~
135 Rom 2:6 | vergelden zal naar zijn werken; ~
136 Rom 3:20 | 20 Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd
137 Rom 3:27 | uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet
138 Rom 3:28 | gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. ~
139 Rom 4:2 | Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft
140 Rom 4:6 | rechtvaardigheid toerekent zonder werken; ~
141 Rom 9:11 | vast bleve, niet uit de werken, maar uit den Roepende; ~
142 Rom 9:32 | geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben
143 Rom 11:6 | is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade
144 Rom 11:6 | en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer;
145 Rom 13:3 | tot een vreze den goeden werken, maar den kwaden. Wilt gij
146 Rom 13:12 | Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen
147 Rom 15:18 | heidenen, met woorden en werken; ~
148 1Kor 9:6 | Barnabas geen macht van niet te werken? ~
149 2Kor 11:15| einde zal zijn naar hun werken. ~
150 Gal 2:16 | gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof
151 Gal 2:16 | Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit
152 Gal 2:16 | der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd
153 Gal 3:2 | den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking
154 Gal 3:5 | werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking
155 Gal 3:10 | Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder
156 Gal 5:19 | 19 De werken des vleses nu zijn openbaar;
157 Efez 2:9 | 9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme. ~
158 Efez 2:10| Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft,
159 Efez 5:11| gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft
160 Fili 2:13| beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen. ~
161 Kol 1:10 | behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende
162 Kol 1:21 | het verstand in de boze werken, nu ook verzoend, ~
163 Kol 3:9 | den ouden mens met zijn werken, ~
164 Kol 3:17 | doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam
165 1The 4:11| eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk
166 2The 3:10| dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete. ~
167 1Tim 2:10| godvruchtigheid belijden) door goede werken. ~
168 1Tim 5:10| Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed
169 1Tim 5:25| Desgelijks ook de goede werken zijn te voren openbaar,
170 1Tim 6:18| zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn,
171 2Tim 1:9 | roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen
172 2Tim 4:14| Heere vergelde hem naar zijn werken. ~
173 2Tim 5:16| verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn
174 Tit 1:16 | verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn
175 Tit 2:7 | een voorbeeld van goede werken, betoon in de leer onvervalstheid,
176 Tit 2:14 | reinigen, ijverig in goede werken. ~
177 Tit 3:5 | zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die
178 Tit 3:8 | geloven, zorg dragen, om goede werken voor te staan; deze dingen
179 Tit 3:14 | ook de onzen leren, goede werken voor te staan tot nodig
180 Heb 1:10 | gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen; ~
181 Heb 2:7 | hebt hem gesteld over de werken Uwer handen; ~
182 Heb 3:9 | beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang. ~
183 Heb 4:3 | in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der
184 Heb 4:4 | zevenden dag van al Zijn werken gerust. ~
185 Heb 4:10 | heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de
186 Heb 6:1 | van de bekering van dode werken, en van het geloof in God, ~
187 Heb 9:14 | geweten reinigen van dode werken, om den levende God te dienen? ~
188 Heb 10:24 | der liefde en der goede werken; ~
189 Jako 2:14| geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem
190 Jako 2:17| het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven
191 Jako 2:18| het geloof, en ik heb de werken. Toon mij uw geloof uit
192 Jako 2:18| Toon mij uw geloof uit uw werken, en ik zal u uit mijn werken
193 Jako 2:18| werken, en ik zal u uit mijn werken mijn geloof tonen. ~
194 Jako 2:20| dat het geloof zonder de werken dood is? ~
195 Jako 2:21| vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, als hij
196 Jako 2:22| gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt
197 Jako 2:22| volmaakt is geweest uit de werken? ~
198 Jako 2:24| nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en
199 Jako 2:25| hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd geweest,
200 Jako 2:26| ook het geloof zonder de werken dood. ~ ~
201 Jako 3:13| zijn goeden wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid. ~
202 1Pet 2:12| kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij in u zien, God
203 2Pet 2:8 | horen van hun ongerechtige werken); ~
204 2Pet 3:10| vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen
205 1Joh 3:8 | geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. ~
206 1Joh 3:12| hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren, en van zijn
207 2Joh 1:11| gemeenschap aan zijn boze werken. ~
208 3Joh 1:10| gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze
209 Jud 1:15 | vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan
210 Open 2:2 | 2 Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid,
211 Open 2:5 | bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk
212 Open 2:6 | dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten haat, welke
213 Open 2:9 | 9 Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (
214 Open 2:13| 13 Ik weet uw werken, en waar gij woont; namelijk
215 Open 2:19| 19 Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en
216 Open 2:19| en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer
217 Open 2:22| zich niet bekeren van hun werken. ~
218 Open 2:23| geven een iegelijk naar uw werken. ~
219 Open 2:26| die overwint, en die Mijn werken tot het einde toe bewaart,
220 Open 3:1 | zeven sterren: Ik weet uw werken, dat gij den naam hebt,
221 Open 3:2 | sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God. ~
222 Open 3:8 | 8 Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende
223 Open 3:15| 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt,
224 Open 9:20| zich niet bekeerd van de werken hunner handen, dat zij niet
225 Open 14:13| mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen. ~
226 Open 15:3 | Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God,
227 Open 16:11| bekeerden zich niet van hun werken. ~
228 Open 18:6 | verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker, waarin
229 Open 20:12| geschreven was, naar hun werken. ~
230 Open 20:13| geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. ~
|