1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033
Book Chapter: Verse
5001 Spre 19:3 | De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn
5002 Spre 19:3 | weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen den HEERE vergrammen. ~
5003 Spre 19:5 | 5 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en
5004 Spre 19:5 | zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen. ~
5005 Spre 19:9 | 9 Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en
5006 Spre 19:9 | zijn; en die leugen blaast, zal vergaan. ~
5007 Spre 19:15 | en een bedriegelijke ziel zal hongeren. ~
5008 Spre 19:16 | die zijn wegen veracht, zal sterven. ~
5009 Spre 19:17 | leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden. ~
5010 Spre 19:19 | groot is van grimmigheid, zal straf dragen; want zo gij
5011 Spre 19:21 | de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~
5012 Spre 19:23 | HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten;
5013 Spre 19:23 | vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden. ~
5014 Spre 19:24 | hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond
5015 Spre 19:25 | Sla de spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden;
5016 Spre 19:25 | bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen. ~
5017 Spre 20:1 | woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. ~
5018 Spre 20:3 | blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen. ~
5019 Spre 20:4 | 4 Om den winter zal de luiaard niet ploegen;
5020 Spre 20:4 | luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst,
5021 Spre 20:4 | bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn. ~
5022 Spre 20:5 | maar een man van verstand zal dien uithalen. ~
5023 Spre 20:6 | weldadigheid uit; maar wie zal een recht trouwen man vinden? ~
5024 Spre 20:11 | 11 Een jongen zal ook door zijn handelingen
5025 Spre 20:11 | zuiver, en of het recht zal wezen. ~
5026 Spre 20:14 | is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als
5027 Spre 20:14 | als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen. ~
5028 Spre 20:17 | den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes
5029 Spre 20:20 | moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte
5030 Spre 20:21 | eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend
5031 Spre 20:22 | 22 Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht
5032 Spre 20:22 | wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen. ~
5033 Spre 21:7 | verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij
5034 Spre 21:13 | geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord
5035 Spre 21:16 | des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden
5036 Spre 21:17 | blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn
5037 Spre 21:17 | wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden. ~
5038 Spre 21:21 | en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid
5039 Spre 21:25 | De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen
5040 Spre 21:26 | dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden. ~
5041 Spre 21:28 | Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die
5042 Spre 21:28 | en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning. ~
5043 Spre 22:5 | die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken. ~
5044 Spre 22:6 | zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan
5045 Spre 22:6 | ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. ~
5046 Spre 22:8 | Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede
5047 Spre 22:8 | roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen. ~
5048 Spre 22:9 | Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij
5049 Spre 22:10 | spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil
5050 Spre 22:10 | het geschil met de schande zal ophouden. ~
5051 Spre 22:12 | de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. ~
5052 Spre 22:14 | welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. ~
5053 Spre 22:15 | gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen. ~
5054 Spre 22:23 | 23 Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en
5055 Spre 22:23 | twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven,
5056 Spre 22:29 | vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der
5057 Spre 22:29 | aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden. ~ ~
5058 Spre 23:5 | hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen
5059 Spre 23:7 | heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en
5060 Spre 23:11 | Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen u twisten. ~
5061 Spre 23:13 | met de roede zult slaan, zal hij niet sterven. ~
5062 Spre 23:15 | hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik. ~
5063 Spre 23:18 | beloning; en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~
5064 Spre 23:21 | Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering
5065 Spre 23:24 | vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en
5066 Spre 23:24 | een wijzen zoon gewint, zal zich over hem verblijden. ~
5067 Spre 23:32 | 32 In zijn einde zal hij als een slang bijten,
5068 Spre 23:33 | vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken. ~
5069 Spre 23:35 | het niet gevoeld; wanneer zal ik opwaken? Ik zal hem nog
5070 Spre 23:35 | wanneer zal ik opwaken? Ik zal hem nog meer zoeken! ~ ~
5071 Spre 24:7 | voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet
5072 Spre 24:8 | denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke
5073 Spre 24:12 | Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt,
5074 Spre 24:12 | Die uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want
5075 Spre 24:12 | het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar
5076 Spre 24:14 | ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw
5077 Spre 24:14 | wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~
5078 Spre 24:16 | Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan;
5079 Spre 24:20 | 20 Want de kwade zal geen beloning hebben, de
5080 Spre 24:20 | de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. ~
5081 Spre 24:22 | 22 Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en
5082 Spre 24:25 | degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de
5083 Spre 24:25 | zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. ~
5084 Spre 24:26 | 26 Men zal de lippen kussen desgenen,
5085 Spre 24:29 | hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een
5086 Spre 24:29 | zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar
5087 Spre 24:34 | 34 Zo zal uw armoede u overkomen,
5088 Spre 25:4 | van het zilver weg, en er zal een vat voor den smelter
5089 Spre 25:5 | des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd
5090 Spre 25:22 | hoofd hopen, en de HEERE zal het u vergelden. ~
5091 Spre 26:2 | zwaluw tot vervliegen, alzo zal een vloek, die zonder oorzaak
5092 Spre 26:26 | bedekt is, diens boosheid zal in de gemeente geopenbaard
5093 Spre 26:27 | Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een
5094 Spre 26:27 | een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren. ~
5095 Spre 27:1 | gij weet niet, wat de dag zal baren. ~
5096 Spre 27:4 | toorn is wreedheid; maar wie zal voor nijdigheid bestaan? ~
5097 Spre 27:14 | morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend
5098 Spre 27:18 | Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die
5099 Spre 27:18 | die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden. ~
5100 Spre 27:24 | niet tot in eeuwigheid; of zal de kroon van geslacht tot
5101 Spre 28:2 | verstandige en wetende mensen zal insgelijks verlenging wezen. ~
5102 Spre 28:9 | horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn. ~
5103 Spre 28:10 | dwalen op een kwaden weg, zal zelf in zijn gracht vallen;
5104 Spre 28:13 | zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar
5105 Spre 28:13 | maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. ~
5106 Spre 28:14 | die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen. ~
5107 Spre 28:16 | die de gierigheid haat, zal de dagen verlengen. ~
5108 Spre 28:17 | om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden;
5109 Spre 28:18 | Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die
5110 Spre 28:18 | gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen. ~
5111 Spre 28:19 | Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden;
5112 Spre 28:19 | die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden. ~
5113 Spre 28:20 | Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen;
5114 Spre 28:20 | haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen. ~
5115 Spre 28:21 | niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden. ~
5116 Spre 28:22 | het gebrek hem overkomen zal.
5117 Spre 28:23 | Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer
5118 Spre 28:25 | op den HEERE vertrouwt, zal vet worden. ~
5119 Spre 28:26 | in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. ~
5120 Spre 28:27 | Die den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar
5121 Spre 28:27 | die zijn ogen verbergt, zal veel vervloekt worden. ~
5122 Spre 29:1 | zijnde, den nek verhardt, zal schielijk verbroken worden,
5123 Spre 29:14 | recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd
5124 Spre 29:17 | Tuchtig uw zoon, en hij zal u gerustheid aandoen, en
5125 Spre 29:17 | gerustheid aandoen, en hij zal uw ziel vermakelijkheden
5126 Spre 29:19 | 19 Een knecht zal door de woorden niet getuchtigd
5127 Spre 29:19 | hij u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden. ~
5128 Spre 29:21 | jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste een zoon
5129 Spre 29:23 | De hoogmoed des mensen zal hem vernederen; maar de
5130 Spre 29:23 | maar de nederige van geest zal de eer vasthouden. ~
5131 Spre 29:25 | op den HEERE vertrouwt, zal in een hoog vertrek gesteld
5132 Spre 30:30 | gedierten, die voor niemand zal wederkeren; ~
5133 Spre 31:10 | 10 Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw
5134 Spre 31:11 | haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. ~
5135 Spre 31:30 | die den HEERE vreest, die zal geprezen worden. ~
5136 Pred 1:9 | er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan
5137 Pred 1:9 | hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat
5138 Pred 1:11 | zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis zijn
5139 Pred 2:1 | mijn hart: Nu, welaan, ik zal u beproeven door vreugde;
5140 Pred 2:12 | die den koning nakomen zal, doen hetgeen alrede gedaan
5141 Pred 2:15 | het den dwaze bejegent, zal het ook mijzelven bejegenen;
5142 Pred 2:16 | 16 Want er zal in eeuwigheid niet meer
5143 Pred 2:18 | een mens, die na mij wezen zal. ~
5144 Pred 2:19 | Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel
5145 Pred 2:19 | zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn
5146 Pred 2:21 | geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven tot zijn
5147 Pred 3:14 | dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn,
5148 Pred 3:15 | dat is nu, en wat wezen zal, dat is alrede geweest;
5149 Pred 3:17 | zeide in mijn hart: God zal den rechtvaardige en den
5150 Pred 3:18 | mensenkinderen, dat God hen zal verklaren, en dat zij zullen
5151 Pred 3:22 | dat is zijn deel; want wie zal hem daarhenen brengen, dat
5152 Pred 3:22 | hetgeen na hem geschieden zal? ~ ~
5153 Pred 4:15 | die in diens plaats staan zal. ~
5154 Pred 5:14 | zijner moeders buik, alzo zal hij naakt wederkeren, gaande
5155 Pred 5:14 | hij gekomen was; en hij zal niet medenemen van zijn
5156 Pred 5:19 | 19 Want hij zal niet veel gedenken aan de
5157 Pred 6:12 | aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon? ~ ~
5158 Pred 7:14 | vinden iets, dat na hem zal zijn. ~
5159 Pred 7:23 | wijsheid verzocht; ik zeide: Ik zal wijsheid bekomen, maar zij
5160 Pred 7:24 | af is, en zeer diep, wie zal dat vinden? ~
5161 Pred 7:26 | is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen;
5162 Pred 7:26 | daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden. ~
5163 Pred 8:4 | is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen: Wat doet
5164 Pred 8:5 | Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden;
5165 Pred 8:5 | en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten. ~
5166 Pred 8:7 | niet, wat er geschieden zal; want wie zal het hem te
5167 Pred 8:7 | geschieden zal; want wie zal het hem te kennen geven,
5168 Pred 8:7 | wanneer het geschieden zal? ~
5169 Pred 8:8 | in dezen strijd; ook zal de goddeloosheid haar meesters
5170 Pred 8:12 | weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen,
5171 Pred 8:13 | Maar den goddeloze zal het niet welgaan, en hij
5172 Pred 8:13 | het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen;
5173 Pred 8:13 | dagen niet verlengen; hij zal zijn gelijk een schaduw,
5174 Pred 8:15 | blijde te zijn; want dat zal hem aankleven van zijn arbeid,
5175 Pred 8:17 | arbeidt om te zoeken, maar hij zal het niet uitvinden; ja,
5176 Pred 8:17 | dat hij het zou weten, zo zal hij het toch niet kunnen
5177 Pred 10:8 | Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een
5178 Pred 10:8 | muur doorbreekt, een slang zal hem bijten. ~
5179 Pred 10:9 | Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; wie
5180 Pred 10:9 | lijden; wie hout klieft, zal daardoor in gevaar zijn. ~
5181 Pred 10:14 | het zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden
5182 Pred 10:14 | en wat na hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen
5183 Pred 10:14 | hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven? ~
5184 Pred 11:2 | kwaad op de aarde wezen zal. ~
5185 Pred 11:3 | waar de boom valt, daar zal hij wezen. ~
5186 Pred 11:4 | den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de
5187 Pred 11:4 | wie op de wolken ziet, die zal niet maaien. ~
5188 Pred 11:6 | weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die
5189 Pred 11:8 | zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is ijdelheid. ~
5190 Pred 11:9 | God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. ~
5191 Pred 12:5 | den weg, en de amandelboom zal bloeien, en dat de sprinkhaan
5192 Pred 12:5 | sprinkhaan zichzelven een last zal wezen, en dat de lust
5193 Pred 12:5 | wezen, en dat de lust zal vergaan; want de mens gaat
5194 Pred 12:14 | 14 Want God zal ieder werk in het gericht
5195 Hoo 3:2 | 2 Ik zal nu opstaan, en in de stad
5196 Hoo 3:2 | wijken en in de straten; ik zal Hem zoeken, Dien mijn ziel
5197 Hoo 4:6 | en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg,
5198 Hoo 5:3 | mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken?
5199 Hoo 5:3 | mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? ~
5200 Hoo 7:8 | 8 Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen,
5201 Hoo 7:8 | den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo
5202 Hoo 7:12 | granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende
5203 Hoo 8:8 | als men van haar spreken zal? ~
5204 Jes 1:11 | 11 Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer
5205 Jes 1:24 | Machtige Israels: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders.
5206 Jes 1:24 | Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. ~
5207 Jes 1:25 | 25 En Ik zal Mijn hand tegen u keren,
5208 Jes 1:25 | hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste
5209 Jes 1:25 | allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. ~
5210 Jes 1:26 | 26 En Ik zal u uw rechters wedergeven,
5211 Jes 1:27 | 27 Sion zal door recht verlost worden,
5212 Jes 1:28 | 28 Maar er zal verbreking zijn der overtreders,
5213 Jes 1:31 | 31 En de sterke zal wezen tot grof vlas, en
5214 Jes 1:31 | te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen. ~ ~ ~ ~ ~
5215 Jes 2:2 | 2 En het zal geschieden in het laatste
5216 Jes 2:2 | van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den
5217 Jes 2:2 | top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de
5218 Jes 2:3 | Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN
5219 Jes 2:4 | 4 En Hij zal rechten onder de heidenen,
5220 Jes 2:4 | tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk
5221 Jes 2:11 | en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en
5222 Jes 2:11 | worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. ~
5223 Jes 2:12 | des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige
5224 Jes 2:17 | En de hoogheid der mensen zal gebogen, en de hoogheid
5225 Jes 2:17 | en de hoogheid der mannen zal vernederd worden; en de
5226 Jes 2:17 | worden; en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. ~
5227 Jes 2:18 | En elkeen der afgoden zal ganselijk vergaan. ~
5228 Jes 2:19 | wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. ~
5229 Jes 2:20 | 20 In dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden,
5230 Jes 2:21 | wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk
5231 Jes 3:1 | HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda
5232 Jes 3:4 | 4 En Ik zal jongelingen stellen tot
5233 Jes 3:5 | 5 En het volk zal gedrongen worden, de een
5234 Jes 3:5 | gedrongen worden, de een zal zijn tegen den ander, en
5235 Jes 3:5 | zijn naaste; de jongeling zal stout zijn tegen den oude,
5236 Jes 3:6 | uit het huis zijns vaders zal aangrijpen, zeggende: Gij
5237 Jes 3:7 | 7 Zo zal hij in dien dag zijn hand
5238 Jes 3:10 | rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner
5239 Jes 3:11 | Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de
5240 Jes 3:11 | vergelding zijner handen zal hem geschieden. ~
5241 Jes 3:17 | 17 Zo zal de HEERE den schedel der
5242 Jes 3:17 | schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte ontbloten. ~
5243 Jes 3:18 | 18 Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad
5244 Jes 3:24 | 24 En het zal geschieden, dat er voor
5245 Jes 3:24 | dat er voor specerij stank zal zijn, en lossigheid voor
5246 Jes 3:26 | en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, op
5247 Jes 4:2 | 2 Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot
5248 Jes 4:3 | 3 En het zal geschieden, dat de overgeblevene
5249 Jes 4:3 | overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een
5250 Jes 4:4 | 4 Als de Heere zal afgewassen hebben den drek
5251 Jes 4:4 | bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver
5252 Jes 4:5 | 5 En de HEERE zal over alle woning van den
5253 Jes 4:5 | over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. ~
5254 Jes 4:6 | 6 En daar zal een hut zijn tot een schaduw
5255 Jes 5:1 | 1 Nu zal ik mijn Beminde een lied
5256 Jes 5:5 | 5 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken,
5257 Jes 5:5 | wat Ik Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen,
5258 Jes 5:5 | Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat
5259 Jes 5:5 | tot afweiding; zijn muur zal Ik verscheuren, opdat hij
5260 Jes 5:6 | 6 En Ik zal hem tot woestheid maken;
5261 Jes 5:6 | tot woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt
5262 Jes 5:6 | zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat
5263 Jes 5:10 | geven, en een homer zaads zal een efa geven. ~
5264 Jes 5:13 | 13 Daarom zal mijn volk gevankelijk weggevoerd
5265 Jes 5:13 | honger lijden, en hun menigte zal verdorren van dorst. ~
5266 Jes 5:14 | 14 Daarom zal het graf zichzelf wijd opensperren,
5267 Jes 5:15 | 15 Dan zal de gemene man nedergebogen
5268 Jes 5:15 | en de aanzienlijke man zal vernederd worden, en de
5269 Jes 5:16 | de HEERE der heirscharen zal verhoogd worden door het
5270 Jes 5:16 | recht; en God, die Heilige, zal geheiligd worden door gerechtigheid. ~
5271 Jes 5:24 | vlam verdaan wordt, alzo zal hun wortel als een uittering
5272 Jes 5:24 | uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren; omdat
5273 Jes 5:26 | 26 Want Hij zal een banier opwerpen onder
5274 Jes 5:26 | heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen van
5275 Jes 5:27 | moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand
5276 Jes 5:27 | onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch
5277 Jes 5:29 | 29 Hun gebrul zal zijn als van een ouden leeuw,
5278 Jes 5:29 | aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen verlosser zijn. ~
5279 Jes 5:30 | het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien, maar
5280 Jes 5:30 | aarde aanzien, maar ziet, er zal duisternis en benauwdheid
5281 Jes 5:30 | benauwdheid zijn, en het licht zal verduisterd worden
5282 Jes 6:8 | Heeren, dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor
5283 Jes 6:8 | Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? Toen
5284 Jes 6:12 | 12 Want de HEERE zal die mensen verre wegdoen,
5285 Jes 6:12 | wegdoen, en de verlating zal groot wezen in het binnenste
5286 Jes 6:13 | Doch nog een tiende deel zal daarin zijn, en het zal
5287 Jes 6:13 | zal daarin zijn, en het zal wederkeren, en zijn om af
5288 Jes 6:13 | nog steunsel is, alzo zal het heilige zaad het steunsel
5289 Jes 7:7 | zegt de Heere HEERE: Het zal niet bestaan, en het zal
5290 Jes 7:7 | zal niet bestaan, en het zal niet geschieden. ~
5291 Jes 7:8 | 8 Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie zijn,
5292 Jes 7:8 | nog vijf en zestig jaren zal Efraim verbroken worden,
5293 Jes 7:9 | 9 Ondertussen zal Samaria Efraims hoofd zijn,
5294 Jes 7:12 | Doch Achaz zeide: Ik zal het niet eisen, en ik zal
5295 Jes 7:12 | zal het niet eisen, en ik zal den HEERE niet verzoeken. ~
5296 Jes 7:14 | 14 Daarom zal de Heere Zelf ulieden een
5297 Jes 7:14 | teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal
5298 Jes 7:14 | zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn
5299 Jes 7:15 | 15 Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete
5300 Jes 7:16 | te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig
5301 Jes 7:17 | 17 Doch de HEERE zal over u, en over uw volk,
5302 Jes 7:18 | 18 Want het zal te dien dage geschieden,
5303 Jes 7:18 | geschieden, dat de HEERE zal toesissen de vliegen, die
5304 Jes 7:20 | 20 Te dien dage zal de Heere door een gehuurd
5305 Jes 7:20 | der voeten; ja, het zal ook den baard gans wegnemen. ~
5306 Jes 7:21 | 21 En het zal geschieden te dien dage,
5307 Jes 7:21 | een koetje in het leven zal behouden hebben, en twee
5308 Jes 7:22 | 22 En het zal geschieden, dat hij vanwege
5309 Jes 7:22 | zij geven zullen, boter zal eten; ja, een ieder, die
5310 Jes 7:22 | ieder, die overgebleven zal zijn in het midden des lands,
5311 Jes 7:22 | het midden des lands, die zal boter en honig eten. ~
5312 Jes 7:23 | 23 Ook zal het te dienzelfden dage
5313 Jes 7:23 | tot doornen en distelen zal zijn; ~
5314 Jes 7:24 | pijlen en met den boog aldaar zal moeten gaan; want het ganse
5315 Jes 7:24 | gaan; want het ganse land zal doornen en distelen zijn. ~
5316 Jes 7:25 | pleegt om te hakken, daar zal men niet komen uit vrees
5317 Jes 8:4 | Want eer dat knechtje zal kunnen roepen: Mijn vader!
5318 Jes 8:4 | vader! of, mijn moeder! zal men den rijkdom van Damaskus,
5319 Jes 8:7 | 7 Daarom ziet, zo zal de Heere over hen doen opkomen
5320 Jes 8:7 | zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al zijn
5321 Jes 8:8 | 8 En hij zal doortrekken in Juda, hij
5322 Jes 8:8 | doortrekken in Juda, hij zal het overstromen, en er doorgaan,
5323 Jes 8:8 | overstromen, en er doorgaan, hij zal tot aan den hals reiken;
5324 Jes 8:10 | Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt
5325 Jes 8:10 | spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is
5326 Jes 8:14 | 14 Dan zal Hij ulieden tot een Heiligdom
5327 Jes 8:17 | 17 Daarom zal ik den Heere verbeiden,
5328 Jes 8:17 | het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~
5329 Jes 8:19 | binnensmonds mompelen; zo zegt: Zal niet een volk zijn God vragen?
5330 Jes 8:19 | volk zijn God vragen? zal men voor de levenden de
5331 Jes 8:20 | spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad
5332 Jes 8:21 | En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard gedrukt
5333 Jes 8:21 | gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer hem
5334 Jes 8:21 | hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken
5335 Jes 8:21 | zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning
5336 Jes 8:21 | zijn God, als hij opwaarts zal zien; ~
5337 Jes 8:22 | hij de aarde aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid
5338 Jes 8:22 | aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid en duisternis
5339 Jes 8:22 | en duisternis zijn; hij zal verduisterd zijn door angst,
5340 Jes 8:23 | land, dat beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden;
5341 Jes 9:1 | dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen,
5342 Jes 9:1 | des doods, over dezelve zal een licht schijnen. ~
5343 Jes 9:6 | heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon
5344 Jes 9:6 | des HEEREN der heirscharen zal zulks doen. ~
5345 Jes 9:8 | 8 En al dit volk zal het gewaar worden, Efraim
5346 Jes 9:10 | 10 Want de HEERE zal Rezins tegenpartijders tegen
5347 Jes 9:10 | tegen hem verheffen, en Hij zal zijn vijanden samen vermengen: ~
5348 Jes 9:13 | 13 Daarom zal de HEERE afhouwen uit Israel
5349 Jes 9:16 | 16 Daarom zal zich de Heere niet verblijden
5350 Jes 9:16 | wezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen,
5351 Jes 9:17 | vuur, doornen en distelen zal zij verteren, en zal aansteken
5352 Jes 9:17 | distelen zal zij verteren, en zal aansteken de verwarde struiken
5353 Jes 9:18 | HEEREN der heirscharen, zal het land verduisterd worden;
5354 Jes 9:18 | verduisterd worden; en het volk zal zijn als een voedsel des
5355 Jes 9:18 | voedsel des vuurs: de een zal den ander niet verschonen. ~
5356 Jes 9:19 | ter rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo
5357 Jes 9:19 | hij ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd
5358 Jes 9:19 | verzadigd worden; een iegelijk zal het vlees zijns arms eten; ~
5359 Jes 10:3 | verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden
5360 Jes 10:6 | 6 Ik zal hem zenden tegen een huichelachtig
5361 Jes 10:6 | huichelachtig volk, en Ik zal hem bevel geven tegen het
5362 Jes 10:7 | alzo niet denkt, maar hij zal in zijn hart hebben te verdelgen,
5363 Jes 10:12 | 12 Want het zal geschieden, als de HEERE
5364 Jes 10:12 | als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn
5365 Jes 10:12 | Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de vrucht
5366 Jes 10:15 | 15 Zal een bijl zich beroemen tegen
5367 Jes 10:15 | dien, die daarmede houwt? Zal een zaag pochen tegen dien,
5368 Jes 10:16 | 16 Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen
5369 Jes 10:16 | onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden,
5370 Jes 10:17 | Want het Licht van Israel zal tot een vuur zijn, en zijn
5371 Jes 10:17 | brand steken en verteren zal zijn doornen en zijn distelen,
5372 Jes 10:18 | 18 Ook zal Hij verteren de heerlijkheid
5373 Jes 10:18 | tot het vlees toe; en hij zal zijn, gelijk als wanneer
5374 Jes 10:20 | 20 En het zal geschieden te dien dage,
5375 Jes 10:21 | 21 Het overblijfsel zal wederkeren, het overblijfsel
5376 Jes 10:22 | gelijk het zand der zee, zo zal toch maar het overblijfsel
5377 Jes 10:23 | die vastelijk besloten is, zal de Heere HEERE der heirscharen
5378 Jes 10:24 | als hij u met de roede zal slaan, en hij zijn staf
5379 Jes 10:24 | en hij zijn staf tegen u zal opheffen, naar de wijze
5380 Jes 10:25 | nog een klein weinig, zo zal volbracht worden de gramschap,
5381 Jes 10:26 | de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel verwekken,
5382 Jes 10:26 | denwelken Hij verheffen zal, naar de wijze der Egyptenaren. ~
5383 Jes 10:27 | 27 En het zal geschieden ten zelfden dage,
5384 Jes 10:27 | zelfden dage, dat zijn last zal afwijken van uw schouder,
5385 Jes 10:27 | van uw hals; en het juk zal verdorven worden, om des
5386 Jes 10:32 | dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen tegen
5387 Jes 10:33 | Heere HEERE der heirscharen zal met geweld de takken afkappen,
5388 Jes 10:34 | 34 En Hij zal met ijzer de verwarde struiken
5389 Jes 10:34 | omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. ~ ~
5390 Jes 11:1 | 1 Want er zal een Rijsje voortkomen uit
5391 Jes 11:1 | Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. ~
5392 Jes 11:2 | 2 En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten,
5393 Jes 11:3 | 3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN;
5394 Jes 11:3 | vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner
5395 Jes 11:3 | Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner
5396 Jes 11:4 | 4 Maar Hij zal de armen met gerechtigheid
5397 Jes 11:4 | rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede
5398 Jes 11:4 | den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. ~
5399 Jes 11:5 | Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen
5400 Jes 11:5 | Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner
5401 Jes 11:6 | 6 En de wolf zal met het lam verkeren, en
5402 Jes 11:6 | zamen, en een klein jongske zal ze drijven. ~
5403 Jes 11:7 | nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. ~
5404 Jes 11:8 | 8 En een zoogkind zal zich vermaken over het hol
5405 Jes 11:8 | adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de
5406 Jes 11:9 | 9 Men zal nergens leed doen noch verderven
5407 Jes 11:9 | heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN
5408 Jes 11:10 | 10 Want het zal geschieden ten zelven dage,
5409 Jes 11:10 | Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken,
5410 Jes 11:10 | zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. ~
5411 Jes 11:11 | 11 Want het zal geschieden te dien dage,
5412 Jes 11:11 | male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het
5413 Jes 11:11 | volks, hetwelk overgebleven zal zijn van Assyrie, en
5414 Jes 11:12 | 12 En Hij zal een banier oprichten onder
5415 Jes 11:12 | onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel
5416 Jes 11:13 | En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders
5417 Jes 11:13 | uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda
5418 Jes 11:13 | Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen. ~
5419 Jes 11:15 | 15 Ook zal de HEERE den inham der zee
5420 Jes 11:15 | Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen
5421 Jes 11:15 | sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven
5422 Jes 11:15 | zeven stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen
5423 Jes 11:15 | men met schoenen daardoor zal gaan. ~
5424 Jes 11:16 | 16 En er zal een gebaande weg zijn voor
5425 Jes 11:16 | volks, dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als
5426 Jes 12:2 | Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen;
5427 Jes 13:7 | worden, en aller mensen hart zal versmelten; ~
5428 Jes 13:8 | barende vrouw; een iegelijk zal over zijn naaste verbaasd
5429 Jes 13:10 | niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer
5430 Jes 13:10 | verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar
5431 Jes 13:10 | zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten
5432 Jes 13:11 | 11 Want Ik zal over de wereld de boosheid
5433 Jes 13:11 | hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten
5434 Jes 13:11 | hovaardij der tirannen zal Ik vernederen. ~
5435 Jes 13:12 | 12 Ik zal maken, dat een man dierbaarder
5436 Jes 13:12 | dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en
5437 Jes 13:13 | 13 Daarom zal Ik den hemel beroeren, en
5438 Jes 13:13 | hemel beroeren, en de aarde zal bewogen worden van haar
5439 Jes 13:14 | 14 En een iegelijk zal zijn als een verjaagde ree,
5440 Jes 13:14 | vergadert; een iegelijk zal naar zijn volk omzien, en
5441 Jes 13:14 | omzien, en een iegelijk zal naar zijn land vluchten. ~
5442 Jes 13:15 | Al wie gevonden wordt, zal doorstoken worden, en al
5443 Jes 13:15 | wie daarbij gevoegd is, zal door het zwaard vallen. ~
5444 Jes 13:17 | 17 Ziet, Ik zal de Meden tegen hen verwekken,
5445 Jes 13:18 | vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. ~
5446 Jes 13:19 | 19 Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken,
5447 Jes 13:20 | 20 Daar zal geen woonplaats zijn in
5448 Jes 13:20 | in der eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van
5449 Jes 13:20 | geslacht; en de Arabier zal daar geen tent spannen,
5450 Jes 14:1 | 1 Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen,
5451 Jes 14:1 | Jakob ontfermen, en Hij zal Israel nog verkiezen, en
5452 Jes 14:1 | Israel nog verkiezen, en Hij zal hen in hun land zetten;
5453 Jes 14:1 | zetten; en de vreemdeling zal zich tot hen vervoegen,
5454 Jes 14:2 | brengen; en het huis Israels zal hen erfelijk bezitten in
5455 Jes 14:3 | 3 En het zal geschieden ten dage, wanneer
5456 Jes 14:3 | wanneer u de HEERE rust geven zal van uw smart, en van uw
5457 Jes 14:13 | En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik
5458 Jes 14:13 | ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren
5459 Jes 14:13 | sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der
5460 Jes 14:14 | 14 Ik zal boven de hoogten der wolken
5461 Jes 14:14 | hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk
5462 Jes 14:20 | het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd
5463 Jes 14:22 | 22 Want Ik zal tegen hen opstaan, spreekt
5464 Jes 14:22 | HEERE der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den
5465 Jes 14:23 | 23 En Ik zal hen stellen tot een erve
5466 Jes 14:23 | en tot waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem des verderfs
5467 Jes 14:24 | beraadslaagd heb, het bestaan zal! ~
5468 Jes 14:25 | Dat Ik Assur in Mijn land zal verbreken, en hem op Mijn
5469 Jes 14:27 | Zijn raad besloten, wie zal het dan breken? en Zijn
5470 Jes 14:27 | hand is uitgestrekt, wie zal ze dan keren? ~
5471 Jes 14:29 | uit de wortel der slang zal een basilisk voortkomen,
5472 Jes 14:29 | voortkomen, en haar vrucht zal een vurige vliegende draak
5473 Jes 14:30 | nederliggen; uw wortel daarentegen zal Ik door den honger doden,
5474 Jes 14:30 | doden, en uw overblijfsel zal hij ombrengen. ~
5475 Jes 14:32 | 32 Wat zal men dan antwoorden den boden
5476 Jes 15:2 | over Nebo en over Medeba zal Moab huilen; op al hun hoofden
5477 Jes 15:8 | 8 Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale
5478 Jes 15:8 | toe, ja, tot Beer-Elim toe zal haar gehuil zijn. ~
5479 Jes 15:9 | zijn vol bloeds, want Ik zal Dimon nog meer toeschikken:
5480 Jes 16:2 | 2 Anderszins zal het geschieden, dat de dochteren
5481 Jes 16:5 | 5 Want er zal een troon bevestigd worden
5482 Jes 16:5 | goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten in
5483 Jes 16:7 | 7 Daarom zal Moab over Moab huilen, altemaal
5484 Jes 16:12 | 12 En het zal geschieden, als men zien
5485 Jes 16:12 | geschieden, als men zien zal, dat Moab vermoeid is geworden
5486 Jes 16:12 | geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom gaan
5487 Jes 16:12 | om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~
5488 Jes 16:14 | jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam
5489 Jes 16:14 | en het overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig
5490 Jes 17:1 | Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat zij
5491 Jes 17:1 | stad meer zij, maar zij zal een vervallen steenhoop
5492 Jes 17:2 | nederliggen, en niemand zal ze verschrikken. ~
5493 Jes 17:3 | 3 En de vesting zal ophouden van Efraim, en
5494 Jes 17:4 | 4 En het zal geschieden te dien dage,
5495 Jes 17:4 | heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, en dat de vettigheid
5496 Jes 17:4 | zijn vlees mager worden zal. ~
5497 Jes 17:5 | 5 Want hij zal zijn, gelijk wanneer een
5498 Jes 17:5 | arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer iemand
5499 Jes 17:6 | 6 Doch een nalezing zal daarin overig blijven, gelijk
5500 Jes 17:7 | 7 Te dien dage zal de mens zien naar Dien,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033 |