Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zakken 40
zakkur 6
zaks 3
zal 10033
zalaf 1
zalen 1
zalf 22
Frequency    [«  »]
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij

Bijbel

IntraText - Concordances

zal

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033

      Book Chapter: Verse
5001 Spre 19:3 | De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn 5002 Spre 19:3 | weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen den HEERE vergrammen. ~ 5003 Spre 19:5 | 5      Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en 5004 Spre 19:5 | zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen. ~ 5005 Spre 19:9 | 9      Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en 5006 Spre 19:9 | zijn; en die leugen blaast, zal vergaan. ~ 5007 Spre 19:15 | en een bedriegelijke ziel zal hongeren. ~ 5008 Spre 19:16 | die zijn wegen veracht, zal sterven. ~ 5009 Spre 19:17 | leent den HEERE, en Hij zal hem zijn weldaad vergelden. ~ 5010 Spre 19:19 | groot is van grimmigheid, zal straf dragen; want zo gij 5011 Spre 19:21 | de raad des HEEREN, die zal bestaan. ~ 5012 Spre 19:23 | HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; 5013 Spre 19:23 | vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden. ~ 5014 Spre 19:24 | hand in den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond 5015 Spre 19:25 | Sla de spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; 5016 Spre 19:25 | bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen. ~ 5017 Spre 20:1 | woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. ~ 5018 Spre 20:3 | blijven; maar ieder dwaas zal er zich in mengen. ~ 5019 Spre 20:4 | 4      Om den winter zal de luiaard niet ploegen; 5020 Spre 20:4 | luiaard niet ploegen; daarom zal hij bedelen in den oogst, 5021 Spre 20:4 | bedelen in den oogst, maar er zal niet zijn. ~ 5022 Spre 20:5 | maar een man van verstand zal dien uithalen. ~ 5023 Spre 20:6 | weldadigheid uit; maar wie zal een recht trouwen man vinden? ~ 5024 Spre 20:11 | 11      Een jongen zal ook door zijn handelingen 5025 Spre 20:11 | zuiver, en of het recht zal wezen. ~ 5026 Spre 20:14 | is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen; maar als 5027 Spre 20:14 | als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen. ~ 5028 Spre 20:17 | den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes 5029 Spre 20:20 | moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte 5030 Spre 20:21 | eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend 5031 Spre 20:22 | 22      Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht 5032 Spre 20:22 | wacht op den HEERE, en Hij zal u verlossen. ~ 5033 Spre 21:7 | verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij 5034 Spre 21:13 | geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord 5035 Spre 21:16 | des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden 5036 Spre 21:17 | blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn 5037 Spre 21:17 | wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden. ~ 5038 Spre 21:21 | en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid 5039 Spre 21:25 | De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen 5040 Spre 21:26 | dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden. ~ 5041 Spre 21:28 | Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die 5042 Spre 21:28 | en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning. ~ 5043 Spre 22:5 | die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken. ~ 5044 Spre 22:6 | zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan 5045 Spre 22:6 | ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. ~ 5046 Spre 22:8 | Die onrecht zaait, zal moeite maaien; en de roede 5047 Spre 22:8 | roede zijner verbolgenheid zal een einde nemen. ~ 5048 Spre 22:9 | Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij 5049 Spre 22:10 | spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil 5050 Spre 22:10 | het geschil met de schande zal ophouden. ~ 5051 Spre 22:12 | de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren. ~ 5052 Spre 22:14 | welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. ~ 5053 Spre 22:15 | gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen. ~ 5054 Spre 22:23 | 23      Want de HEERE zal hun twistzaak twisten, en 5055 Spre 22:23 | twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die hen beroven, 5056 Spre 22:29 | vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der 5057 Spre 22:29 | aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld      worden. ~  ~ 5058 Spre 23:5 | hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen 5059 Spre 23:7 | heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en 5060 Spre 23:11 | Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen u twisten. ~ 5061 Spre 23:13 | met de roede zult slaan, zal hij niet sterven. ~ 5062 Spre 23:15 | hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik. ~ 5063 Spre 23:18 | beloning; en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~ 5064 Spre 23:21 | Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering 5065 Spre 23:24 | vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en 5066 Spre 23:24 | een wijzen zoon gewint, zal zich over hem verblijden. ~ 5067 Spre 23:32 | 32      In zijn einde zal hij als een slang bijten, 5068 Spre 23:33 | vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken. ~ 5069 Spre 23:35 | het niet gevoeld; wanneer zal ik opwaken? Ik zal hem nog 5070 Spre 23:35 | wanneer zal ik opwaken? Ik zal hem nog meer zoeken! ~  ~ 5071 Spre 24:7 | voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet 5072 Spre 24:8 | denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke 5073 Spre 24:12 | Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, 5074 Spre 24:12 | Die uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want 5075 Spre 24:12 | het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar      5076 Spre 24:14 | ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw 5077 Spre 24:14 | wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~ 5078 Spre 24:16 | Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; 5079 Spre 24:20 | 20      Want de kwade zal geen beloning hebben, de 5080 Spre 24:20 | de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. ~ 5081 Spre 24:22 | 22      Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en 5082 Spre 24:25 | degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de 5083 Spre 24:25 | zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. ~ 5084 Spre 24:26 | 26      Men zal de lippen kussen desgenen, 5085 Spre 24:29 | hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een 5086 Spre 24:29 | zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar 5087 Spre 24:34 | 34      Zo zal uw armoede u overkomen, 5088 Spre 25:4 | van het zilver weg, en er zal een vat voor den smelter 5089 Spre 25:5 | des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd 5090 Spre 25:22 | hoofd hopen, en de HEERE zal het u vergelden. ~ 5091 Spre 26:2 | zwaluw tot vervliegen, alzo zal een vloek, die zonder oorzaak 5092 Spre 26:26 | bedekt is, diens boosheid zal in de gemeente geopenbaard 5093 Spre 26:27 | Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een 5094 Spre 26:27 | een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren. ~ 5095 Spre 27:1 | gij weet niet, wat de dag zal baren. ~ 5096 Spre 27:4 | toorn is wreedheid; maar wie zal voor nijdigheid bestaan? ~ 5097 Spre 27:14 | morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend 5098 Spre 27:18 | Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die 5099 Spre 27:18 | die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden. ~ 5100 Spre 27:24 | niet tot in eeuwigheid; of zal de kroon van geslacht tot 5101 Spre 28:2 | verstandige en wetende mensen zal insgelijks verlenging wezen. ~ 5102 Spre 28:9 | horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn. ~ 5103 Spre 28:10 | dwalen op een kwaden weg, zal zelf in zijn gracht vallen; 5104 Spre 28:13 | zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar 5105 Spre 28:13 | maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. ~ 5106 Spre 28:14 | die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen. ~ 5107 Spre 28:16 | die de gierigheid haat, zal de dagen verlengen. ~ 5108 Spre 28:17 | om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; 5109 Spre 28:18 | Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die 5110 Spre 28:18 | gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen. ~ 5111 Spre 28:19 | Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; 5112 Spre 28:19 | die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden. ~ 5113 Spre 28:20 | Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; 5114 Spre 28:20 | haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen. ~ 5115 Spre 28:21 | niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden. ~ 5116 Spre 28:22 | het gebrek hem overkomen zal. 5117 Spre 28:23 | Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer 5118 Spre 28:25 | op den HEERE vertrouwt, zal vet worden. ~ 5119 Spre 28:26 | in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. ~ 5120 Spre 28:27 | Die den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar 5121 Spre 28:27 | die zijn ogen verbergt, zal veel vervloekt worden. ~ 5122 Spre 29:1 | zijnde, den nek verhardt, zal schielijk verbroken worden, 5123 Spre 29:14 | recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd 5124 Spre 29:17 | Tuchtig uw zoon, en hij zal u gerustheid aandoen, en 5125 Spre 29:17 | gerustheid aandoen, en hij zal uw ziel vermakelijkheden 5126 Spre 29:19 | 19      Een knecht zal door de woorden niet getuchtigd 5127 Spre 29:19 | hij u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden. ~ 5128 Spre 29:21 | jongs op weeldig houdt, hij zal in zijn laatste een zoon 5129 Spre 29:23 | De hoogmoed des mensen zal hem vernederen; maar de 5130 Spre 29:23 | maar de nederige van geest zal de eer vasthouden. ~ 5131 Spre 29:25 | op den HEERE vertrouwt, zal in een hoog vertrek gesteld 5132 Spre 30:30 | gedierten, die voor niemand zal wederkeren; ~ 5133 Spre 31:10 | 10      Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw 5134 Spre 31:11 | haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. ~ 5135 Spre 31:30 | die den HEERE vreest, die zal geprezen worden. ~ 5136 Pred 1:9 | er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan 5137 Pred 1:9 | hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat 5138 Pred 1:11 | zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis zijn 5139 Pred 2:1 | mijn hart: Nu, welaan, ik zal u beproeven door vreugde; 5140 Pred 2:12 | die den koning nakomen zal, doen hetgeen alrede gedaan 5141 Pred 2:15 | het den dwaze bejegent, zal het ook mijzelven bejegenen; 5142 Pred 2:16 | 16      Want er zal in eeuwigheid niet meer 5143 Pred 2:18 | een mens, die na mij wezen zal. ~ 5144 Pred 2:19 | Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel 5145 Pred 2:19 | zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn 5146 Pred 2:21 | geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven tot zijn 5147 Pred 3:14 | dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, 5148 Pred 3:15 | dat is nu, en wat wezen zal, dat is alrede geweest; 5149 Pred 3:17 | zeide in mijn hart: God zal den rechtvaardige en den 5150 Pred 3:18 | mensenkinderen, dat God hen zal verklaren, en dat zij zullen 5151 Pred 3:22 | dat is zijn deel; want wie zal hem daarhenen brengen, dat 5152 Pred 3:22 | hetgeen na hem      geschieden zal? ~  ~ 5153 Pred 4:15 | die in diens plaats staan zal. ~ 5154 Pred 5:14 | zijner moeders buik, alzo zal hij naakt wederkeren, gaande 5155 Pred 5:14 | hij gekomen was; en hij zal niet medenemen van zijn 5156 Pred 5:19 | 19      Want hij zal niet veel gedenken aan de 5157 Pred 6:12 | aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon? ~  ~ 5158 Pred 7:14 | vinden iets, dat na hem zal zijn. ~ 5159 Pred 7:23 | wijsheid verzocht; ik zeide: Ik zal wijsheid bekomen, maar zij 5160 Pred 7:24 | af is, en zeer diep, wie zal dat vinden? ~ 5161 Pred 7:26 | is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen;      5162 Pred 7:26 | daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden. ~ 5163 Pred 8:4 | is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen: Wat doet 5164 Pred 8:5 | Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden; 5165 Pred 8:5 | en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten. ~ 5166 Pred 8:7 | niet, wat er geschieden zal; want wie zal het hem te 5167 Pred 8:7 | geschieden zal; want wie zal het hem te kennen geven, 5168 Pred 8:7 | wanneer het geschieden zal? ~ 5169 Pred 8:8 | in dezen strijd;      ook zal de goddeloosheid haar meesters 5170 Pred 8:12 | weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen, 5171 Pred 8:13 | Maar den goddeloze zal het niet welgaan, en hij 5172 Pred 8:13 | het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen; 5173 Pred 8:13 | dagen niet verlengen; hij zal zijn gelijk een schaduw, 5174 Pred 8:15 | blijde te zijn; want dat zal hem aankleven van zijn arbeid, 5175 Pred 8:17 | arbeidt om te zoeken, maar hij zal het niet uitvinden; ja,      5176 Pred 8:17 | dat hij het zou weten, zo zal hij het toch niet kunnen 5177 Pred 10:8 | Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een 5178 Pred 10:8 | muur doorbreekt, een slang zal hem bijten. ~ 5179 Pred 10:9 | Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; wie 5180 Pred 10:9 | lijden; wie hout klieft, zal daardoor in gevaar zijn. ~ 5181 Pred 10:14 | het zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden 5182 Pred 10:14 | en wat na hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen 5183 Pred 10:14 | hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven? ~ 5184 Pred 11:2 | kwaad op de aarde wezen zal. ~ 5185 Pred 11:3 | waar de boom valt, daar zal      hij wezen. ~ 5186 Pred 11:4 | den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de 5187 Pred 11:4 | wie op de wolken ziet, die zal niet maaien. ~ 5188 Pred 11:6 | weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die 5189 Pred 11:8 | zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is      ijdelheid. ~ 5190 Pred 11:9 | God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. ~ 5191 Pred 12:5 | den weg, en de amandelboom zal bloeien, en dat de sprinkhaan 5192 Pred 12:5 | sprinkhaan zichzelven een last zal      wezen, en dat de lust 5193 Pred 12:5 | wezen, en dat de lust zal vergaan; want de mens gaat 5194 Pred 12:14 | 14      Want God zal ieder werk in het gericht 5195 Hoo 3:2 | 2      Ik zal nu opstaan, en in de stad 5196 Hoo 3:2 | wijken en in de straten; ik zal Hem zoeken, Dien mijn ziel 5197 Hoo 4:6 | en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg, 5198 Hoo 5:3 | mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? 5199 Hoo 5:3 | mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? ~ 5200 Hoo 7:8 | 8      Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen, 5201 Hoo 7:8 | den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo 5202 Hoo 7:12 | granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn      uitnemende 5203 Hoo 8:8 | als men van haar spreken zal? ~ 5204 Jes 1:11 | 11      Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer 5205 Jes 1:24 | Machtige Israels: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. 5206 Jes 1:24 | Mijn wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. ~ 5207 Jes 1:25 | 25      En Ik zal Mijn hand tegen u keren, 5208 Jes 1:25 | hand tegen u keren, en Ik zal uw schuim op het allerreinste 5209 Jes 1:25 | allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. ~ 5210 Jes 1:26 | 26      En Ik zal u uw rechters wedergeven, 5211 Jes 1:27 | 27      Sion zal door recht verlost worden, 5212 Jes 1:28 | 28      Maar er zal verbreking zijn der overtreders, 5213 Jes 1:31 | 31      En de sterke zal wezen tot grof vlas, en 5214 Jes 1:31 | te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen. ~  ~  ~  ~ ~ 5215 Jes 2:2 | 2      En het zal geschieden in het laatste 5216 Jes 2:2 | van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den 5217 Jes 2:2 | top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de      5218 Jes 2:3 | Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN 5219 Jes 2:4 | 4      En Hij zal rechten onder de heidenen, 5220 Jes 2:4 | tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk      5221 Jes 2:11 | en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en 5222 Jes 2:11 | worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. ~ 5223 Jes 2:12 | des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige 5224 Jes 2:17 | En de hoogheid der mensen zal gebogen, en de hoogheid 5225 Jes 2:17 | en de hoogheid der mannen zal vernederd worden; en de 5226 Jes 2:17 | worden; en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. ~ 5227 Jes 2:18 | En elkeen der afgoden zal ganselijk vergaan. ~ 5228 Jes 2:19 | wanneer Hij Zich      opmaken zal, om de aarde te verschrikken. ~ 5229 Jes 2:20 | 20      In dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden, 5230 Jes 2:21 | wanneer Hij Zich opmaken zal,      om de aarde geweldiglijk 5231 Jes 3:1 | HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda 5232 Jes 3:4 | 4      En Ik zal jongelingen stellen tot 5233 Jes 3:5 | 5      En het volk zal gedrongen worden, de een 5234 Jes 3:5 | gedrongen worden, de een zal zijn tegen den ander, en 5235 Jes 3:5 | zijn naaste; de jongeling zal stout zijn tegen den oude, 5236 Jes 3:6 | uit het huis zijns vaders zal aangrijpen, zeggende: Gij 5237 Jes 3:7 | 7      Zo zal hij in dien dag zijn hand 5238 Jes 3:10 | rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner 5239 Jes 3:11 | Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de 5240 Jes 3:11 | vergelding zijner handen zal hem geschieden. ~ 5241 Jes 3:17 | 17      Zo zal de HEERE den schedel der 5242 Jes 3:17 | schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte ontbloten. ~ 5243 Jes 3:18 | 18      Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad 5244 Jes 3:24 | 24      En het zal geschieden, dat er voor 5245 Jes 3:24 | dat er voor specerij stank zal zijn, en lossigheid voor 5246 Jes 3:26 | en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, op 5247 Jes 4:2 | 2   Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot 5248 Jes 4:3 | 3   En het zal geschieden, dat de overgeblevene 5249 Jes 4:3 | overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een 5250 Jes 4:4 | 4   Als de Heere zal afgewassen hebben den drek 5251 Jes 4:4 | bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver 5252 Jes 4:5 | 5   En de HEERE zal over alle woning van den 5253 Jes 4:5 | over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. ~ 5254 Jes 4:6 | 6   En daar zal een hut zijn tot een schaduw 5255 Jes 5:1 | 1      Nu zal ik mijn Beminde een lied 5256 Jes 5:5 | 5      Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken, 5257 Jes 5:5 | wat Ik Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, 5258 Jes 5:5 | Mijn wijngaard doen zal; Ik zal zijn tuin wegnemen, opdat 5259 Jes 5:5 | tot afweiding; zijn muur zal Ik verscheuren, opdat hij 5260 Jes 5:6 | 6      En Ik zal hem tot woestheid maken; 5261 Jes 5:6 | tot woestheid maken; hij zal niet besnoeid, noch omgehakt 5262 Jes 5:6 | zullen daarin opgaan; en Ik zal den wolken gebieden, dat 5263 Jes 5:10 | geven, en een homer zaads zal een efa geven. ~ 5264 Jes 5:13 | 13      Daarom zal mijn volk gevankelijk weggevoerd 5265 Jes 5:13 | honger lijden, en hun menigte zal verdorren van dorst. ~ 5266 Jes 5:14 | 14      Daarom zal het graf zichzelf wijd opensperren, 5267 Jes 5:15 | 15      Dan zal de gemene man nedergebogen 5268 Jes 5:15 | en de aanzienlijke man zal vernederd worden, en de 5269 Jes 5:16 | de HEERE der heirscharen zal verhoogd worden door het 5270 Jes 5:16 | recht; en God, die Heilige, zal geheiligd worden door gerechtigheid. ~ 5271 Jes 5:24 | vlam verdaan wordt, alzo zal hun wortel als een uittering 5272 Jes 5:24 | uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren;      omdat 5273 Jes 5:26 | 26      Want Hij zal een banier opwerpen onder 5274 Jes 5:26 | heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts sissen van 5275 Jes 5:27 | moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand 5276 Jes 5:27 | onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch 5277 Jes 5:29 | 29      Hun gebrul zal zijn als van een ouden leeuw, 5278 Jes 5:29 | aangrijpen en wegvoeren; en er zal geen verlosser zijn. ~ 5279 Jes 5:30 | het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien, maar 5280 Jes 5:30 | aarde aanzien, maar ziet, er zal duisternis en benauwdheid 5281 Jes 5:30 | benauwdheid zijn, en het licht zal      verduisterd worden 5282 Jes 6:8 | Heeren, dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor 5283 Jes 6:8 | Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? Toen 5284 Jes 6:12 | 12      Want de HEERE zal die mensen verre wegdoen, 5285 Jes 6:12 | wegdoen, en de verlating zal groot wezen in het binnenste 5286 Jes 6:13 | Doch nog een tiende deel zal daarin zijn, en het zal 5287 Jes 6:13 | zal daarin zijn, en het zal wederkeren, en zijn om af 5288 Jes 6:13 | nog      steunsel is, alzo zal het heilige zaad het steunsel 5289 Jes 7:7 | zegt de Heere HEERE: Het zal niet bestaan, en het zal 5290 Jes 7:7 | zal niet bestaan, en het zal niet geschieden. ~ 5291 Jes 7:8 | 8      Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie zijn, 5292 Jes 7:8 | nog vijf en zestig jaren zal Efraim verbroken worden, 5293 Jes 7:9 | 9      Ondertussen zal Samaria Efraims hoofd zijn, 5294 Jes 7:12 | Doch Achaz zeide: Ik zal het niet eisen, en ik zal 5295 Jes 7:12 | zal het niet eisen, en ik zal den HEERE niet verzoeken. ~ 5296 Jes 7:14 | 14      Daarom zal de Heere Zelf ulieden een 5297 Jes 7:14 | teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal 5298 Jes 7:14 | zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn 5299 Jes 7:15 | 15      Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete 5300 Jes 7:16 | te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig 5301 Jes 7:17 | 17      Doch de HEERE zal over u, en over uw volk, 5302 Jes 7:18 | 18      Want het zal te dien dage geschieden, 5303 Jes 7:18 | geschieden, dat de HEERE zal toesissen de vliegen, die 5304 Jes 7:20 | 20      Te dien dage zal de Heere door een gehuurd 5305 Jes 7:20 | der voeten; ja, het      zal ook den baard gans wegnemen. ~ 5306 Jes 7:21 | 21      En het zal geschieden te dien dage, 5307 Jes 7:21 | een koetje in het leven zal behouden hebben, en twee 5308 Jes 7:22 | 22      En het zal geschieden, dat hij vanwege 5309 Jes 7:22 | zij geven zullen, boter zal eten; ja, een ieder, die 5310 Jes 7:22 | ieder, die overgebleven zal zijn in het midden des lands, 5311 Jes 7:22 | het midden des lands, die zal boter en      honig eten. ~ 5312 Jes 7:23 | 23      Ook zal het te dienzelfden dage 5313 Jes 7:23 | tot doornen en distelen zal zijn; ~ 5314 Jes 7:24 | pijlen en met den boog aldaar zal moeten gaan; want het ganse 5315 Jes 7:24 | gaan; want het ganse land zal doornen en distelen zijn. ~ 5316 Jes 7:25 | pleegt om te hakken, daar zal men niet komen uit vrees 5317 Jes 8:4 | Want eer dat knechtje zal kunnen roepen: Mijn vader! 5318 Jes 8:4 | vader! of, mijn moeder! zal men den rijkdom van Damaskus, 5319 Jes 8:7 | 7      Daarom ziet, zo zal de Heere over hen doen opkomen 5320 Jes 8:7 | zijn heerlijkheid; en hij zal opkomen over al zijn      5321 Jes 8:8 | 8      En hij zal doortrekken in Juda, hij 5322 Jes 8:8 | doortrekken in Juda, hij zal het overstromen, en er doorgaan, 5323 Jes 8:8 | overstromen, en er doorgaan, hij zal tot aan den hals reiken; 5324 Jes 8:10 | Beraadslaagt een raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt 5325 Jes 8:10 | spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is 5326 Jes 8:14 | 14      Dan zal Hij ulieden tot een Heiligdom 5327 Jes 8:17 | 17      Daarom zal ik den Heere verbeiden, 5328 Jes 8:17 | het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~ 5329 Jes 8:19 | binnensmonds mompelen; zo zegt: Zal niet een volk zijn God vragen?      5330 Jes 8:19 | volk zijn God vragen?      zal men voor de levenden de 5331 Jes 8:20 | spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad 5332 Jes 8:21 | En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard gedrukt 5333 Jes 8:21 | gedrukt en hongerig; en het zal geschieden, wanneer hem 5334 Jes 8:21 | hongert, en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken 5335 Jes 8:21 | zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn koning 5336 Jes 8:21 | zijn God, als hij opwaarts zal zien; ~ 5337 Jes 8:22 | hij de aarde aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid 5338 Jes 8:22 | aanschouwen zal, ziet, er zal benauwdheid en duisternis 5339 Jes 8:22 | en duisternis zijn; hij zal verduisterd zijn door angst, 5340 Jes 8:23 | land, dat beangstigd was, zal niet gans verduisterd worden; 5341 Jes 9:1 | dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, 5342 Jes 9:1 | des doods, over dezelve zal een licht schijnen. ~ 5343 Jes 9:6 | heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon 5344 Jes 9:6 | des HEEREN der heirscharen zal zulks doen. ~ 5345 Jes 9:8 | 8      En al dit volk zal het gewaar worden, Efraim 5346 Jes 9:10 | 10      Want de HEERE zal Rezins tegenpartijders tegen 5347 Jes 9:10 | tegen hem verheffen, en Hij zal zijn vijanden samen vermengen: ~ 5348 Jes 9:13 | 13      Daarom zal de HEERE afhouwen uit Israel 5349 Jes 9:16 | 16      Daarom zal zich de Heere niet verblijden 5350 Jes 9:16 | wezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen, 5351 Jes 9:17 | vuur, doornen en distelen zal zij verteren, en zal aansteken 5352 Jes 9:17 | distelen zal zij verteren, en zal aansteken de verwarde struiken 5353 Jes 9:18 | HEEREN der heirscharen, zal het land verduisterd worden; 5354 Jes 9:18 | verduisterd worden; en het volk zal zijn als een voedsel des 5355 Jes 9:18 | voedsel des vuurs: de een zal den ander niet verschonen. ~ 5356 Jes 9:19 | ter rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo 5357 Jes 9:19 | hij ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd 5358 Jes 9:19 | verzadigd worden; een iegelijk zal het vlees zijns arms eten; ~ 5359 Jes 10:3 | verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden 5360 Jes 10:6 | 6      Ik zal hem zenden tegen een huichelachtig 5361 Jes 10:6 | huichelachtig volk, en Ik zal hem bevel geven tegen het 5362 Jes 10:7 | alzo niet denkt, maar hij zal in zijn hart hebben te verdelgen, 5363 Jes 10:12 | 12      Want het zal geschieden, als de HEERE 5364 Jes 10:12 | als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn 5365 Jes 10:12 | Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de vrucht 5366 Jes 10:15 | 15      Zal een bijl zich beroemen tegen 5367 Jes 10:15 | dien, die daarmede houwt? Zal een zaag pochen tegen dien, 5368 Jes 10:16 | 16      Daarom zal de Heere HEERE der heirscharen 5369 Jes 10:16 | onder zijn heerlijkheid zal Hij een brand doen branden, 5370 Jes 10:17 | Want het Licht van Israel zal tot een vuur zijn, en zijn 5371 Jes 10:17 | brand steken en verteren zal zijn doornen en zijn distelen, 5372 Jes 10:18 | 18      Ook zal Hij verteren de heerlijkheid 5373 Jes 10:18 | tot het vlees toe; en hij zal zijn, gelijk als wanneer 5374 Jes 10:20 | 20      En het zal geschieden te dien dage, 5375 Jes 10:21 | 21      Het overblijfsel zal wederkeren, het overblijfsel 5376 Jes 10:22 | gelijk het zand der zee, zo zal toch maar het overblijfsel 5377 Jes 10:23 | die vastelijk besloten is, zal de Heere HEERE der heirscharen 5378 Jes 10:24 | als hij u met de roede zal slaan, en hij zijn staf 5379 Jes 10:24 | en hij zijn staf tegen u zal opheffen,      naar de wijze 5380 Jes 10:25 | nog een klein weinig, zo zal volbracht worden de gramschap, 5381 Jes 10:26 | de HEERE der heirscharen zal tegen hem een gesel verwekken, 5382 Jes 10:26 | denwelken Hij      verheffen zal, naar de wijze der Egyptenaren. ~ 5383 Jes 10:27 | 27      En het zal geschieden ten zelfden dage, 5384 Jes 10:27 | zelfden dage, dat zijn last zal afwijken van uw schouder, 5385 Jes 10:27 | van uw hals; en het juk zal verdorven worden, om des 5386 Jes 10:32 | dag blijft hij te Nob; hij zal zijn hand bewegen tegen 5387 Jes 10:33 | Heere HEERE der heirscharen zal met geweld de takken afkappen, 5388 Jes 10:34 | 34      En Hij zal met ijzer de verwarde struiken 5389 Jes 10:34 | omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. ~  ~ 5390 Jes 11:1 | 1      Want er zal een Rijsje voortkomen uit 5391 Jes 11:1 | Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. ~ 5392 Jes 11:2 | 2      En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, 5393 Jes 11:3 | 3      En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; 5394 Jes 11:3 | vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner 5395 Jes 11:3 | Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner 5396 Jes 11:4 | 4      Maar Hij zal de armen met gerechtigheid 5397 Jes 11:4 | rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede 5398 Jes 11:4 | den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. ~ 5399 Jes 11:5 | Want gerechtigheid zal de gordel Zijner lendenen 5400 Jes 11:5 | Zijner lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner 5401 Jes 11:6 | 6      En de wolf zal met het lam verkeren, en 5402 Jes 11:6 | zamen, en een klein jongske zal ze drijven. ~ 5403 Jes 11:7 | nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. ~ 5404 Jes 11:8 | 8      En een zoogkind zal zich vermaken over het hol 5405 Jes 11:8 | adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de 5406 Jes 11:9 | 9      Men zal nergens leed doen noch verderven 5407 Jes 11:9 | heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN 5408 Jes 11:10 | 10      Want het zal geschieden ten zelven dage, 5409 Jes 11:10 | Wortel van Isai, Die staan zal tot een banier der volken, 5410 Jes 11:10 | zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. ~ 5411 Jes 11:11 | 11      Want het zal geschieden te dien dage, 5412 Jes 11:11 | male Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het 5413 Jes 11:11 | volks, hetwelk overgebleven zal zijn      van Assyrie, en 5414 Jes 11:12 | 12      En Hij zal een banier oprichten onder 5415 Jes 11:12 | onder de heidenen, en Hij zal de verdrevenen van Israel 5416 Jes 11:13 | En de nijd van Efraim zal wegwijken, en de tegenpartijders 5417 Jes 11:13 | uitgeroeid worden; Efraim zal Juda niet benijden, en Juda 5418 Jes 11:13 | Juda niet benijden, en Juda zal Efraim niet benauwen. ~ 5419 Jes 11:15 | 15      Ook zal de HEERE den inham der zee 5420 Jes 11:15 | Egypte verbannen, en Hij zal Zijn hand bewegen tegen 5421 Jes 11:15 | sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven      5422 Jes 11:15 | zeven      stromen, en Hij zal maken, dat men met schoenen 5423 Jes 11:15 | men met schoenen daardoor zal gaan. ~ 5424 Jes 11:16 | 16      En er zal een gebaande weg zijn voor 5425 Jes 11:16 | volks, dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als 5426 Jes 12:2 | Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; 5427 Jes 13:7 | worden, en aller mensen hart zal versmelten; ~ 5428 Jes 13:8 | barende vrouw; een iegelijk zal over zijn naaste verbaasd 5429 Jes 13:10 | niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer 5430 Jes 13:10 | verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar 5431 Jes 13:10 | zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten      5432 Jes 13:11 | 11      Want Ik zal over de wereld de boosheid 5433 Jes 13:11 | hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten 5434 Jes 13:11 | hovaardij der      tirannen zal Ik vernederen. ~ 5435 Jes 13:12 | 12      Ik zal maken, dat een man dierbaarder 5436 Jes 13:12 | dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en 5437 Jes 13:13 | 13      Daarom zal Ik den hemel beroeren, en 5438 Jes 13:13 | hemel beroeren, en de aarde zal bewogen worden van haar 5439 Jes 13:14 | 14      En een iegelijk zal zijn als een verjaagde ree, 5440 Jes 13:14 | vergadert; een iegelijk zal naar zijn volk omzien, en 5441 Jes 13:14 | omzien, en een iegelijk zal naar zijn land vluchten. ~ 5442 Jes 13:15 | Al wie gevonden wordt, zal doorstoken worden, en al 5443 Jes 13:15 | wie daarbij gevoegd is, zal door het zwaard vallen. ~ 5444 Jes 13:17 | 17      Ziet, Ik zal de Meden tegen hen verwekken, 5445 Jes 13:18 | vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. ~ 5446 Jes 13:19 | 19      Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, 5447 Jes 13:20 | 20      Daar zal geen woonplaats zijn in 5448 Jes 13:20 | in der eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van 5449 Jes 13:20 | geslacht; en de Arabier zal daar geen tent spannen, 5450 Jes 14:1 | 1      Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen, 5451 Jes 14:1 | Jakob ontfermen, en Hij zal Israel nog verkiezen, en 5452 Jes 14:1 | Israel nog verkiezen, en Hij zal hen in hun land zetten; 5453 Jes 14:1 | zetten; en de vreemdeling zal zich tot hen vervoegen, 5454 Jes 14:2 | brengen; en het huis Israels zal hen erfelijk bezitten in 5455 Jes 14:3 | 3      En het zal geschieden ten dage, wanneer 5456 Jes 14:3 | wanneer u de HEERE rust geven zal van uw smart, en van uw 5457 Jes 14:13 | En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik 5458 Jes 14:13 | ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren 5459 Jes 14:13 | sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der 5460 Jes 14:14 | 14      Ik zal boven de hoogten der wolken 5461 Jes 14:14 | hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk 5462 Jes 14:20 | het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd      5463 Jes 14:22 | 22      Want Ik zal tegen hen opstaan, spreekt 5464 Jes 14:22 | HEERE der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den 5465 Jes 14:23 | 23      En Ik zal hen stellen tot een erve 5466 Jes 14:23 | en tot waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem des verderfs 5467 Jes 14:24 | beraadslaagd heb, het bestaan zal! ~ 5468 Jes 14:25 | Dat Ik Assur in Mijn land zal verbreken, en hem op Mijn 5469 Jes 14:27 | Zijn raad besloten, wie zal het dan breken? en Zijn 5470 Jes 14:27 | hand is uitgestrekt, wie zal ze dan keren? ~ 5471 Jes 14:29 | uit de wortel der slang zal een basilisk voortkomen, 5472 Jes 14:29 | voortkomen, en haar vrucht zal een vurige vliegende draak      5473 Jes 14:30 | nederliggen; uw wortel daarentegen zal Ik door den honger doden, 5474 Jes 14:30 | doden, en uw overblijfsel zal hij      ombrengen. ~ 5475 Jes 14:32 | 32      Wat zal men dan antwoorden den boden 5476 Jes 15:2 | over Nebo en over Medeba zal Moab huilen; op al hun hoofden 5477 Jes 15:8 | 8   Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale 5478 Jes 15:8 | toe, ja, tot Beer-Elim toe zal haar gehuil zijn. ~ 5479 Jes 15:9 | zijn vol bloeds, want Ik zal Dimon nog meer toeschikken: 5480 Jes 16:2 | 2      Anderszins zal het geschieden, dat de dochteren 5481 Jes 16:5 | 5      Want er zal een troon bevestigd worden 5482 Jes 16:5 | goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten in 5483 Jes 16:7 | 7      Daarom zal Moab over Moab huilen, altemaal 5484 Jes 16:12 | 12      En het zal geschieden, als men zien 5485 Jes 16:12 | geschieden, als men zien zal, dat Moab vermoeid is geworden 5486 Jes 16:12 | geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom gaan 5487 Jes 16:12 | om te aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~ 5488 Jes 16:14 | jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam 5489 Jes 16:14 | en het      overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig 5490 Jes 17:1 | Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat zij 5491 Jes 17:1 | stad meer zij, maar zij zal een vervallen steenhoop 5492 Jes 17:2 | nederliggen, en niemand zal ze verschrikken. ~ 5493 Jes 17:3 | 3      En de vesting zal ophouden van Efraim, en 5494 Jes 17:4 | 4      En het zal geschieden te dien dage, 5495 Jes 17:4 | heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, en dat de vettigheid 5496 Jes 17:4 | zijn vlees mager worden zal. ~ 5497 Jes 17:5 | 5      Want hij zal zijn, gelijk wanneer een 5498 Jes 17:5 | arm aren afmaait; ja, hij zal zijn, gelijk wanneer iemand 5499 Jes 17:6 | 6      Doch een nalezing zal daarin overig blijven, gelijk 5500 Jes 17:7 | 7      Te dien dage zal de mens zien naar Dien,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License