1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033
Book Chapter: Verse
6501 Jer 24:7 | 7 En Ik zal hun een hart geven om Mij
6502 Jer 24:7 | tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want
6503 Jer 24:8 | aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, den koning
6504 Jer 24:9 | 9 En Ik zal hen overgeven tot een beroering
6505 Jer 24:9 | waarhenen Ik hen gedreven zal hebben; ~
6506 Jer 24:10 | 10 En Ik zal onder hen zenden het zwaard,
6507 Jer 25:9 | 9 Ziet, Ik zal zenden, en nemen alle geslachten
6508 Jer 25:9 | van Babel, Mijn knecht; en zal ze brengen over dit land,
6509 Jer 25:9 | deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen, en zal ze
6510 Jer 25:9 | Ik zal ze verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting,
6511 Jer 25:10 | 10 En Ik zal van hen doen vergaan de
6512 Jer 25:11 | 11 En dit ganse land zal worden tot een woestheid,
6513 Jer 25:12 | 12 Maar het zal geschieden, als de zeventig
6514 Jer 25:12 | jaren vervuld zijn, dan zal Ik over den koning van Babel,
6515 Jer 25:12 | het land der Chaldeen, en zal dat stellen tot eeuwige
6516 Jer 25:13 | 13 En Ik zal over dat land brengen al
6517 Jer 25:14 | grote koningen zijn; alzo zal Ik hun vergelden naar hun
6518 Jer 25:16 | zwaard, dat Ik onder hen zal zenden. ~
6519 Jer 25:26 | de koning van Sesach zal na hen drinken. ~
6520 Jer 25:27 | zwaard, dat Ik onder u zal zenden. ~
6521 Jer 25:28 | 28 En het zal geschieden, wanneer zij
6522 Jer 25:30 | tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en
6523 Jer 25:30 | woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen
6524 Jer 25:30 | over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als
6525 Jer 25:31 | 31 Het geschal zal komen tot aan het einde
6526 Jer 25:31 | twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle
6527 Jer 25:32 | volk. en een groot onweder zal er verwekt worden van de
6528 Jer 25:34 | vervuld, dat men slachten zal, en van uw verstrooiingen,
6529 Jer 25:35 | 35 En de vlucht zal vergaan van de herders,
6530 Jer 25:36 | 36 Er zal zijn een stem des geroeps
6531 Jer 26:6 | 6 Zo zal Ik dit huis stellen als
6532 Jer 26:6 | stellen als Silo, en deze stad zal Ik stellen tot een vloek
6533 Jer 26:9 | geprofeteerd, zeggende: Dit huis zal worden als Silo, en deze
6534 Jer 26:9 | worden als Silo, en deze stad zal woest worden, dat er niemand
6535 Jer 26:13 | des HEEREN, uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over
6536 Jer 26:18 | HEERE des heirscharen: Sion zal als een akker geploegd,
6537 Jer 27:8 | 8 En het zal geschieden, het volk en
6538 Jer 27:8 | den koning van Babel, niet zal dienen, en dat zijn hals
6539 Jer 27:8 | dienen, en dat zijn hals niet zal geven onder het juk des
6540 Jer 27:8 | Babel; over datzelve volk zal Ik, spreekt de HEERE, bezoeking
6541 Jer 27:8 | pestilentie, totdat Ik ze zal verteerd hebben door zijn
6542 Jer 27:11 | het volk, dat zijn hals zal brengen onder het juk des
6543 Jer 27:11 | en hem dienen, datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt
6544 Jer 27:11 | spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en daarin
6545 Jer 27:13 | koning van Babel niet zal dienen. ~
6546 Jer 27:22 | toe, dat Ik ze bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal
6547 Jer 27:22 | zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, en zal ze
6548 Jer 27:22 | dan zal Ik ze opvoeren, en zal ze wederbrengen tot deze
6549 Jer 28:3 | In nog twee volle jaren zal Ik tot deze plaats wederbrengen
6550 Jer 28:4 | 4 Ook zal Ik Jechonia, den zoon van
6551 Jer 28:4 | spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des konings van
6552 Jer 28:9 | profeet, die geprofeteerd zal hebben van vrede, als het
6553 Jer 28:9 | van dien profeet komt, dan zal die profeet bekend worden,
6554 Jer 28:11 | Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken het juk van
6555 Jer 28:16 | zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen van den aardbodem;
6556 Jer 29:10 | Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en
6557 Jer 29:10 | ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken,
6558 Jer 29:12 | en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen. ~
6559 Jer 29:14 | 14 En Ik zal van ulieden gevonden worden,
6560 Jer 29:14 | spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis wenden, en
6561 Jer 29:14 | spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen tot de plaats,
6562 Jer 29:17 | der heirscharen: Ziet, Ik zal het zwaard, den honger en
6563 Jer 29:17 | onder hen zenden; en Ik zal ze maken als de afschuwelijke
6564 Jer 29:18 | 18 En Ik zal ze achterna jagen met het
6565 Jer 29:18 | met de pestilentie; en Ik zal ze overgeven tot een beroering,
6566 Jer 29:18 | waar Ik ze henengedreven zal hebben; ~
6567 Jer 29:21 | valselijk profeteren: Ziet, Ik zal hen geven in de hand
6568 Jer 29:21 | koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. ~
6569 Jer 29:22 | 22 En van hen zal een vloek genomen worden
6570 Jer 29:28 | gezonden, zeggende: Het zal lang duren; bouwt huizen,
6571 Jer 29:32 | de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking doen over Semaja,
6572 Jer 29:32 | en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die in het
6573 Jer 29:32 | midden dezes volks wone, en zal het goede niet zien,
6574 Jer 29:32 | dat Ik Mijn volke doen zal, spreekt de HEERE; want
6575 Jer 30:3 | Israel en Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal
6576 Jer 30:3 | zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen in het
6577 Jer 30:7 | benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. ~
6578 Jer 30:8 | 8 Want het zal te dien dage geschieden,
6579 Jer 30:8 | en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich
6580 Jer 30:9 | David, dien Ik hun verwekken zal. ~
6581 Jer 30:10 | niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen,
6582 Jer 30:10 | gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust
6583 Jer 30:10 | stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke. ~
6584 Jer 30:11 | u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met
6585 Jer 30:11 | verstrooid heb; maar met u zal Ik geen voleinding
6586 Jer 30:11 | voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate, en
6587 Jer 30:16 | allen, die u plunderen, zal Ik ter plundering overgeven. ~
6588 Jer 30:17 | 17 Want Ik zal u de gezondheid doen rijzen,
6589 Jer 30:18 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis der tenten
6590 Jer 30:18 | woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden op haar
6591 Jer 30:18 | haar hoop, en het paleis zal liggen naar zijn wijze. ~
6592 Jer 30:19 | 19 En van hen zal dankzegging uitgaan, en
6593 Jer 30:19 | stem der spelenden; en Ik zal hen vermeerderen, en zij
6594 Jer 30:19 | verminderd worden, en Ik zal hen verheerlijken, en zij
6595 Jer 30:20 | eertijds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht bevestigd
6596 Jer 30:20 | bevestigd worden; en Ik zal bezoeking doen over al zijn
6597 Jer 30:21 | 21 En zijn Heerlijke zal uit hem zijn, en zijn Heerser
6598 Jer 30:21 | van hem voortkomen; en Ik zal hem doen naderen, en hij
6599 Jer 30:21 | hem doen naderen, en hij zal tot Mij genaken; want wie
6600 Jer 30:22 | tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn. ~
6601 Jer 30:23 | aanhoudend onweder; het zal blijven op het hoofd der
6602 Jer 30:24 | hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat
6603 Jer 30:24 | en totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns
6604 Jer 31:1 | tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten Israels
6605 Jer 31:4 | 4 Ik zal u weder bouwen, en gij zult
6606 Jer 31:6 | 6 Want er zal een dag zijn, waarin de
6607 Jer 31:8 | 8 Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land
6608 Jer 31:8 | land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden
6609 Jer 31:9 | geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen
6610 Jer 31:9 | smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken,
6611 Jer 31:10 | Israel verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en
6612 Jer 31:12 | runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof,
6613 Jer 31:13 | 13 Dan zal zich de jonkvrouw verblijden
6614 Jer 31:13 | ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid
6615 Jer 31:13 | vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen
6616 Jer 31:13 | en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar
6617 Jer 31:14 | 14 En Ik zal de ziel der priesteren met
6618 Jer 31:14 | dronken maken; en Mijn volk zal met Mijn goed verzadigd
6619 Jer 31:18 | ongewend kalf. Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want
6620 Jer 31:20 | ingewand over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk ontfermen,
6621 Jer 31:22 | aarde geschapen: de vrouw zal den man omvangen. ~
6622 Jer 31:23 | Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u,
6623 Jer 31:27 | het huis van Juda bezaaien zal met zaad van mensen en zaad
6624 Jer 31:28 | 28 En het zal geschieden, gelijk als Ik
6625 Jer 31:28 | kwaad aan te doen; alzo zal Ik over hen waken,
6626 Jer 31:30 | 30 Maar een iegelijk zal om zijn ongerechtigheid
6627 Jer 31:31 | van Juda een nieuw verbond zal maken; ~
6628 Jer 31:33 | het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal
6629 Jer 31:33 | zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste
6630 Jer 31:33 | hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven;
6631 Jer 31:33 | hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn,
6632 Jer 31:34 | spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven,
6633 Jer 31:36 | wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels ophouden,
6634 Jer 31:37 | doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels
6635 Jer 31:38 | dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den
6636 Jer 31:39 | 39 En het meetsnoer zal wijders nevens dezelve uitgaan
6637 Jer 31:40 | Paardenpoort tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid
6638 Jer 31:40 | heiligheid zijn; er zal niets weder uitgerukt, noch
6639 Jer 32:3 | konings van Babel, en hij zal ze innemen; ~
6640 Jer 32:4 | Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen
6641 Jer 32:4 | niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden
6642 Jer 32:4 | van Babel, en zijn mond zal tot deszelfs mond spreken,
6643 Jer 32:5 | 5 En hij zal Zedekia naar Babel voeren,
6644 Jer 32:5 | Babel voeren, en aldaar zal hij zijn, totdat Ik hem
6645 Jer 32:7 | zoon van Sallum, uw oom, zal tot u komen, zeggende: Koop
6646 Jer 32:28 | koning van Babel, en hij zal ze innemen. ~
6647 Jer 32:37 | 37 Ziet, Ik zal hen vergaderen uit al de
6648 Jer 32:37 | landen, waarhenen Ik hen zal verdreven hebben in Mijn
6649 Jer 32:37 | grote verbolgenheid; en Ik zal hen tot deze plaats
6650 Jer 32:37 | plaats wederbrengen, en zal hen zeker doen wonen.
6651 Jer 32:38 | tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~
6652 Jer 32:39 | 39 En Ik zal hun enerlei hart en enerlei
6653 Jer 32:40 | 40 En Ik zal een eeuwig verbond met hen
6654 Jer 32:40 | dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe;
6655 Jer 32:40 | opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven,
6656 Jer 32:41 | 41 En Ik zal Mij over hen verblijden,
6657 Jer 32:41 | dat Ik hun weldoe; en Ik zal hen getrouwelijk in dat
6658 Jer 32:42 | al dit grote kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het
6659 Jer 32:44 | 44 Velden zal men voor geld kopen, en
6660 Jer 32:44 | van het zuiden; want Ik zal hun gevangenis wenden, spreekt
6661 Jer 33:3 | Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal
6662 Jer 33:3 | zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en
6663 Jer 33:6 | 6 Zie, Ik zal haar de gezondheid en de
6664 Jer 33:6 | genezing doen rijzen, en zal henlieden genezen, en zal
6665 Jer 33:6 | zal henlieden genezen, en zal hun openbaren overvloed
6666 Jer 33:7 | 7 En Ik zal de gevangenis van Juda en
6667 Jer 33:7 | gevangenis van Israel wenden, en zal ze bouwen als in het eerste. ~
6668 Jer 33:8 | 8 En Ik zal hen reinigen van al hun
6669 Jer 33:8 | gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden,
6670 Jer 33:9 | 9 En het zal Mij zijn tot een vrolijken
6671 Jer 33:10 | inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord worden, ~
6672 Jer 33:11 | huize des HEEREN; want Ik zal de gevangenis des lands
6673 Jer 33:14 | het goede woord verwekken zal, dat Ik tot het huis van
6674 Jer 33:15 | die dagen, en te dier tijd zal Ik David een SPRUIT der
6675 Jer 33:15 | doen uitspruiten; en Hij zal recht en gerechtigheid doen
6676 Jer 33:16 | 16 In die dagen zal Juda verlost worden, en
6677 Jer 33:16 | deze is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~
6678 Jer 33:17 | zegt de HEERE: Aan David zal niet worden afgesneden een
6679 Jer 33:18 | 18 Ook zal den Levietischen priesteren,
6680 Jer 33:21 | 21 Zo zal ook vernietigd kunnen worden
6681 Jer 33:22 | gemeten kan worden, alzo zal Ik vermenigvuldigen het
6682 Jer 33:26 | 26 Zo zal Ik ook het zaad van Jakob
6683 Jer 33:26 | Izak en Jakob; want Ik zal hun gevangenis wenden
6684 Jer 34:2 | konings van Babel, en hij zal ze met vuur verbranden. ~
6685 Jer 34:3 | Babel zien, en zijn mond zal tot uw mond spreken,
6686 Jer 34:14 | broeder, een Hebreer, die u zal verkocht zijn, en u zes
6687 Jer 34:17 | pestilentie, en ten honger, en zal u overgeven ter beroering
6688 Jer 34:18 | 18 En Ik zal de mannen overgeven, die
6689 Jer 34:20 | 20 Ja, Ik zal hen overgeven in de hand
6690 Jer 34:21 | van Juda, en zijn vorsten, zal Ik overgeven in de hand
6691 Jer 34:22 | 22 Ziet, Ik zal bevel geven, spreekt de
6692 Jer 34:22 | geven, spreekt de HEERE, en zal hen weder tot deze stad
6693 Jer 34:22 | vuur verbranden; en Ik zal de steden van Juda stellen
6694 Jer 35:17 | de God Israels: Ziet, Ik zal over Juda en over alle inwoners
6695 Jer 35:19 | heirscharen, de God Israels: Er zal Jonadab, den zoon van Rechab,
6696 Jer 36:5 | zeggende: Ik ben opgehouden, ik zal in des HEEREN huis niet
6697 Jer 36:7 | 7 Misschien zal hunlieder smeking voor des
6698 Jer 36:29 | De koning van Babel zal zekerlijk komen, en dit
6699 Jer 36:30 | den koning van Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids
6700 Jer 36:30 | zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags
6701 Jer 36:31 | 31 En Ik zal over hem, en over zijn zaad,
6702 Jer 36:31 | ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen, en over de inwoners
6703 Jer 37:7 | hulpe uitgetogen is, zal wederkeren in zijn land,
6704 Jer 37:19 | zeggende: De koning van Babel zal niet tegen ulieden, noch
6705 Jer 38:2 | Wie in deze stad blijft, zal door het zwaard, door den
6706 Jer 38:2 | de Chaldeen uitgaat, die zal leven, want hij zal zijn
6707 Jer 38:2 | die zal leven, want hij zal zijn ziel tot een buit
6708 Jer 38:2 | tot een buit hebben, en zal leven. ~
6709 Jer 38:3 | zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk gegeven worden
6710 Jer 38:3 | konings van Babel, datzelve zal ze innemen; ~
6711 Jer 38:14 | koning zeide tot Jeremia: Ik zal u een ding vragen,
6712 Jer 38:15 | Als ik het u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk
6713 Jer 38:15 | doden? En als ik u raad zal geven, gij zult toch naar
6714 Jer 38:16 | gemaakt heeft: Indien ik u zal doden, of indien ik
6715 Jer 38:16 | doden, of indien ik u zal overgeven in de hand dezer
6716 Jer 38:17 | van Babel zult uitgaan, zo zal uw ziel leven, en deze
6717 Jer 38:17 | leven, en deze stad zal niet verbrand worden met
6718 Jer 38:18 | Babel niet zult uitgaan, zo zal deze stad gegeven worden
6719 Jer 38:20 | dewelke ik tot u spreek; zo zal het u welgaan, en uw ziel
6720 Jer 38:20 | het u welgaan, en uw ziel zal leven. ~
6721 Jer 39:12 | gelijk als hij tot u spreken zal, doe alzo met hem. ~
6722 Jer 39:16 | de God Israels: Zie, Ik zal Mijn woorden brengen over
6723 Jer 39:17 | 17 Maar Ik zal u te dien dage redden, spreekt
6724 Jer 39:18 | 18 Want Ik zal u zekerlijk bevrijden, en
6725 Jer 40:4 | te komen, zo kom, en ik zal mijn oog op u stellen;
6726 Jer 40:5 | En dewijl hij nog niet zal wederkeren, zo keer gij
6727 Jer 40:9 | koning van Babel, zo zal het u welgaan. ~
6728 Jer 40:15 | slaan, en niemand zal het weten; waarom zou hij
6729 Jer 42:4 | heb het gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden
6730 Jer 42:4 | naar uw woorden; en het zal geschieden, het ganse woord,
6731 Jer 42:4 | woord, dat de HEERE u zal antwoorden, zal ik u bekend
6732 Jer 42:4 | HEERE u zal antwoorden, zal ik u bekend maken, ik zal
6733 Jer 42:4 | zal ik u bekend maken, ik zal u niet een woord onthouden. ~
6734 Jer 42:5 | de HEERE, uw God, tot ons zal zenden, alzo zullen
6735 Jer 42:10 | land zult blijven wonen, zo zal Ik u bouwen en niet afbreken,
6736 Jer 42:11 | spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn, om u te behouden
6737 Jer 42:12 | 12 En Ik zal ulieden barmhartigheid geven,
6738 Jer 42:16 | 16 Zo zal het geschieden, dat het
6739 Jer 42:16 | u aldaar in Egypteland zal achterhalen; en de honger,
6740 Jer 42:16 | honger, waar gij voor zorgt, zal u aldaar in Egypte achter
6741 Jer 42:17 | het kwaad, dat Ik over hen zal brengen. ~
6742 Jer 42:18 | inwoners van Jeruzalem, alzo zal Mijn grimmigheid over
6743 Jer 42:20 | de HEERE, onze God, zal zeggen, alzo maak het ons
6744 Jer 43:10 | de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar,
6745 Jer 43:10 | Mijn knecht, halen, en Ik zal zijn troon zetten boven
6746 Jer 43:10 | Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone tent daarover
6747 Jer 43:11 | 11 En hij zal komen en Egypteland slaan:
6748 Jer 43:12 | 12 En Ik zal een vuur aansteken in de
6749 Jer 43:12 | goden van Egypte, en hij zal ze verbranden, en gevankelijk
6750 Jer 43:12 | gevankelijk wegvoeren; en hij zal Egypteland aantrekken, gelijk
6751 Jer 43:12 | kleed aantrekt, en hij zal van daar uittrekken in vrede. ~
6752 Jer 43:13 | 13 En hij zal de opgerichte beelden van
6753 Jer 43:13 | Egypteland is, verbreken; en hij zal de huizen der goden van
6754 Jer 44:11 | de God Israels: Ziet, Ik zal Mijn aangezicht tegen ulieden
6755 Jer 44:12 | 12 En Ik zal het overblijfsel van Juda
6756 Jer 44:13 | 13 Want Ik zal bezoeking doen over degenen,
6757 Jer 44:14 | vreemdelingen te verkeren, geen zal hebben, die ontkome, of
6758 Jer 44:26 | in gans Egypteland meer zal genoemd worden, die zegge:
6759 Jer 44:27 | 27 Ziet, Ik zal over hen waken ten kwade
6760 Jer 44:28 | weten, wiens woord bestaan zal, het Mijn of het hunne. ~
6761 Jer 44:29 | 29 En dit zal ulieden het teken zijn,
6762 Jer 44:29 | plaats over u bezoeking zal doen; opdat gij weet, dat
6763 Jer 44:30 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal Farao Hofra, den koning
6764 Jer 45:5 | spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven,
6765 Jer 46:8 | rivieren; en hij zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde
6766 Jer 46:8 | zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde bedekken, ik zal
6767 Jer 46:8 | zal de aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen,
6768 Jer 46:10 | wederpartijders, en het zwaard zal vreten, en verzadigd, en
6769 Jer 46:18 | HEERE der heirscharen; hij zal voorzeker, als Thabor onder
6770 Jer 46:19 | dochter van Egypte! want Nof zal ter verwoesting worden,
6771 Jer 46:19 | ter verwoesting worden, en zal verbrand worden, dat er
6772 Jer 46:22 | 22 Haar stem zal gaan als van een slang;
6773 Jer 46:25 | Israels, zegt: Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte
6774 Jer 46:26 | 26 En Ik zal hen geven in de hand dergenen,
6775 Jer 46:26 | zijner knechten. Maar daarna zal zij bewoond worden
6776 Jer 46:27 | o Israel! want zie, Ik zal u verlossen uit verre landen,
6777 Jer 46:27 | hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil
6778 Jer 46:27 | gerust zijn, en niemand zal hem verschrikken. ~
6779 Jer 46:28 | want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met
6780 Jer 46:28 | waarhenen Ik u gedreven zal hebben, doch met u
6781 Jer 46:28 | hebben, doch met u zal Ik geen voleinding maken,
6782 Jer 47:4 | te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het overblijfsel
6783 Jer 48:2 | nedergehouwen worden, het zwaard zal achter u heengaan. ~
6784 Jer 48:5 | in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan,
6785 Jer 48:7 | ingenomen worden; en Kamos zal henen uitgaan in gevangenis,
6786 Jer 48:8 | Want de verstoorder zal komen over elke stad, dat
6787 Jer 48:8 | dat niet een stad ontkomen zal; en het dal zal verderven,
6788 Jer 48:8 | ontkomen zal; en het dal zal verderven, en het effen
6789 Jer 48:9 | vederen, want al vliegende zal zij uitgaan; en haar steden
6790 Jer 48:12 | dat Ik hem vreemde gasten zal toeschikken, die hem in
6791 Jer 48:13 | 13 En Moab zal beschaamd worden vanwege
6792 Jer 48:26 | heeft tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen
6793 Jer 48:26 | uitspuwsel, en hij zelf zal ook ter belaching zijn. ~
6794 Jer 48:31 | 31 Daarom zal Ik over Moab huilen, ja,
6795 Jer 48:31 | huilen, ja, om gans Moab zal Ik krijten; over de lieden
6796 Jer 48:31 | de lieden van Kir-heres zal men zuchten. ~
6797 Jer 48:32 | Boven het geween van Jaezer zal Ik u bewenen, gij wijnstok
6798 Jer 48:33 | ophouden uit de kuipen; men zal geen druiven treden
6799 Jer 48:33 | vreugdegeschrei; het vreugdegeschrei zal geen vreugdegeschrei zijn. ~
6800 Jer 48:35 | 35 En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt
6801 Jer 48:36 | 36 Daarom zal Mijn hart over Moab getier
6802 Jer 48:36 | maken als de fluiten; ook zal Mijn hart over de lieden
6803 Jer 48:39 | met schaamte gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem
6804 Jer 48:40 | zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen als een arend,
6805 Jer 48:40 | vliegen als een arend, en hij zal zijn vleugelen over Moab
6806 Jer 48:41 | het hart van Moabs helden zal te dien dage wezen, als
6807 Jer 48:42 | 42 Want Moab zal verdelgd worden, dat hij
6808 Jer 48:44 | van de vreze ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die
6809 Jer 48:44 | die uit den kuil opkomt, zal in den strik gevangen worden;
6810 Jer 48:44 | gevangen worden; want Ik zal over haar, over Moab, het
6811 Jer 48:47 | in het laatste der dagen, zal Ik Moabs gevangenis wenden,
6812 Jer 49:2 | Ammons een krijgsgeschrei zal doen horen, en zij zal tot
6813 Jer 49:2 | krijgsgeschrei zal doen horen, en zij zal tot een woesten hoop worden,
6814 Jer 49:2 | aangestoken worden; en Israel zal erven degenen, die hem geerfd
6815 Jer 49:3 | de tuinen; want Malcham zal wandelen in gevangenis,
6816 Jer 49:5 | 5 Ziet, Ik zal vreze over u brengen, spreekt
6817 Jer 49:5 | worden, en niemand zal den omdolende vergaderen. ~
6818 Jer 49:6 | 6 Maar daarna zal Ik de gevangenis der kinderen
6819 Jer 49:10 | ontdekt, dat hij zich niet zal kunnen versteken; zijn zaad
6820 Jer 49:11 | Laat uw wezen achter, en Ik zal hen in het leven behouden,
6821 Jer 49:13 | HEERE, dat Bozra worden zal tot een ontzetting, tot
6822 Jer 49:16 | maken als de arend, zo zal Ik u van daar nederstoten,
6823 Jer 49:17 | 17 Alzo zal Edom worden tot een ontzetting;
6824 Jer 49:17 | al wie voorbij haar gaat, zal zich ontzetten, en fluiten
6825 Jer 49:18 | Gomorra en haar naburen, zal het zijn, zegt de HEERE;
6826 Jer 49:18 | zegt de HEERE; niemand zal daar wonen, en geen mensenkind
6827 Jer 49:19 | verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke
6828 Jer 49:19 | de sterke woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit
6829 Jer 49:19 | daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen;
6830 Jer 49:20 | hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten! ~
6831 Jer 49:22 | 22 Ziet, hij zal opkomen en snel vliegen,
6832 Jer 49:22 | het hart van Edoms helden zal te dien dage wezen, als
6833 Jer 49:27 | 27 En Ik zal een vuur aansteken in den
6834 Jer 49:27 | muur van Damaskus, en het zal Benhadads paleizen verteren. ~
6835 Jer 49:32 | en de menigte van hun vee zal ten buit zijn; en Ik zal
6836 Jer 49:32 | zal ten buit zijn; en Ik zal hen verstrooien in alle
6837 Jer 49:32 | afgekort zijn; en Ik zal hunlieder verderf van al
6838 Jer 49:33 | 33 En Hazor zal worden tot een drakenwoning,
6839 Jer 49:33 | tot in eeuwigheid; niemand zal daar wonen, en geen mensenkind
6840 Jer 49:35 | der heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken Elams boog, het
6841 Jer 49:36 | 36 En Ik zal de vier winden uit de vier
6842 Jer 49:36 | over Elam aanbrengen, en zal hen in al diezelve winden
6843 Jer 49:36 | winden verstrooien; en er zal geen volk zijn, waarhenen
6844 Jer 49:37 | 37 En Ik zal Elam versaagd maken voor
6845 Jer 49:37 | die hun ziel zoeken, en zal een kwaad over hen brengen,
6846 Jer 49:37 | spreekt de HEERE; en Ik zal het zwaard achter hen zenden,
6847 Jer 49:37 | totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~
6848 Jer 49:38 | 38 En Ik zal Mijn troon in Elam stellen;
6849 Jer 49:38 | troon in Elam stellen; en zal den koning en de vorsten
6850 Jer 49:39 | 39 Maar het zal geschieden in het laatste
6851 Jer 49:39 | Elams gevangenis wenden zal, spreekt de HEERE. ~ ~
6852 Jer 50:3 | op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting,
6853 Jer 50:3 | dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan
6854 Jer 50:5 | eeuwig verbond, dat niet zal worden vergeten. ~
6855 Jer 50:9 | 9 Want ziet, Ik zal een verzameling van grote
6856 Jer 50:9 | tegen haar rusten; van daar zal zij ingenomen worden;
6857 Jer 50:9 | eens kloeken helds, geen zal ledig wederkeren. ~
6858 Jer 50:10 | 10 En Chaldea zal ten roof zijn; allen, die
6859 Jer 50:13 | verbolgenheid des HEEREN zal zij niet bewoond worden,
6860 Jer 50:13 | bewoond worden, maar zij zal geheel een verwoesting worden;
6861 Jer 50:13 | wie aan Babel voorbijgaat, zal zich ontzetten, en fluiten
6862 Jer 50:18 | de God Israels: Ziet, Ik zal bezoeking doen over den
6863 Jer 50:19 | 19 En Ik zal Israel weder tot zijn woning
6864 Jer 50:19 | zijn woning brengen, en hij zal weiden op den Karmel en
6865 Jer 50:19 | den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van Efraim
6866 Jer 50:20 | tijd, spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid
6867 Jer 50:20 | gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden
6868 Jer 50:20 | gevonden worden; want Ik zal ze dengenen vergeven, die
6869 Jer 50:20 | dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven. ~
6870 Jer 50:31 | tijd, dat Ik u bezoeken zal. ~
6871 Jer 50:32 | 32 Dan zal de trotse aanstoten en vallen,
6872 Jer 50:32 | aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die hem opricht;
6873 Jer 50:32 | die hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn
6874 Jer 50:32 | aansteken in zijn steden, dat zal alle plaatsen rondom hem
6875 Jer 50:34 | heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk twisten,
6876 Jer 50:35 | 35 Het zwaard zal zijn over de Chaldeen, spreekt
6877 Jer 50:36 | 36 Het zwaard zal zijn over de leugenaars,
6878 Jer 50:36 | zij zot worden; het zwaard zal zijn over haar helden, dat
6879 Jer 50:37 | 37 Het zwaard zal zijn over zijn paarden en
6880 Jer 50:37 | wijven worden; het zwaard zal zijn over haar schatten,
6881 Jer 50:38 | 38 Droogte zal zijn over haar wateren,
6882 Jer 50:39 | struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer
6883 Jer 50:39 | hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van
6884 Jer 50:40 | spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar wonen, en
6885 Jer 50:42 | barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op
6886 Jer 50:44 | verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke
6887 Jer 50:44 | de sterke woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit
6888 Jer 50:44 | daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen;
6889 Jer 50:45 | de woning boven hen niet zal verwoesten! ~
6890 Jer 51:1 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind opwekken
6891 Jer 51:2 | 2 En Ik zal Babel wanners toeschikken,
6892 Jer 51:5 | Want Israel of Juda zal niet in weduwschap gelaten
6893 Jer 51:8 | tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden. ~
6894 Jer 51:20 | krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan,
6895 Jer 51:20 | stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken verderven. ~
6896 Jer 51:21 | 21 En door u zal Ik in stukken slaan het
6897 Jer 51:21 | en zijn ruiter; en door u zal Ik in stukken slaan den
6898 Jer 51:22 | 22 En door u zal Ik in stukken slaan den
6899 Jer 51:22 | man en de vrouw; en door u zal Ik in stukken slaan den
6900 Jer 51:22 | en den jonge; en door u zal Ik in stukken slaan den
6901 Jer 51:23 | 23 En door u zal Ik in stukken slaan den
6902 Jer 51:23 | en zijn kudde; en door u zal Ik in stukken slaan den
6903 Jer 51:23 | zijn juk ossen; en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden
6904 Jer 51:24 | 24 Maar Ik zal Babel en allen inwoneren
6905 Jer 51:25 | ganse aarde verderft, en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken,
6906 Jer 51:25 | steenrotsen afwentelen, en zal u stellen tot een berg
6907 Jer 51:29 | 29 Dan zal het land beven en pijn lijden;
6908 Jer 51:31 | 31 De loper zal den loper tegemoet lopen,
6909 Jer 51:33 | trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes
6910 Jer 51:36 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw
6911 Jer 51:36 | en uw wraak wreken; en Ik zal haar zee droog maken, en
6912 Jer 51:37 | 37 En Babel zal worden tot steen hopen,
6913 Jer 51:39 | Als zij verhit zijn, zal Ik hun drank opzetten, en
6914 Jer 51:39 | Ik hun drank opzetten, en zal hen dronken maken, opdat
6915 Jer 51:40 | 40 Ik zal hen afvoeren als lammeren
6916 Jer 51:44 | 44 En Ik zal bezoeking doen over Bel
6917 Jer 51:44 | over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen,
6918 Jer 51:46 | het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want
6919 Jer 51:46 | worden in het land; want er zal een gerucht komen in het
6920 Jer 51:46 | in het andere jaar; en er zal geweld zijn in het land,
6921 Jer 51:47 | komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden
6922 Jer 51:47 | Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al
6923 Jer 51:52 | HEERE, dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden;
6924 Jer 51:52 | en de dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land. ~
6925 Jer 51:55 | HEERE verstoort Babel, en zal de grootse stem uit haar
6926 Jer 51:55 | geruis van hunlieder geluid zal zich verheffen. ~
6927 Jer 51:56 | de God der vergelding, zal hun zekerlijk betalen. ~
6928 Jer 51:57 | 57 En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen,
6929 Jer 51:58 | Die brede muur van Babel zal ten enenmale ontbloot worden,
6930 Jer 51:62 | beest, maar dat zij worden zal tot eeuwige woestheden. ~
6931 Jer 51:63 | 63 En het zal geschieden, als gij geeindigd
6932 Jer 51:64 | En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder
6933 Jer 51:64 | kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat
6934 Klaa 1:35 | 13 Mem. Wat getuigen zal ik u brengen, wat zal ik
6935 Klaa 1:35 | getuigen zal ik u brengen, wat zal ik bij u vergelijken, gij
6936 Klaa 1:35 | dochter Jeruzalems? Wat zal ik bij u vergelijken, dat
6937 Klaa 1:65 | 21 Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen,
6938 Klaa 1:65 | ter harte nemen, daarom zal ik hopen; ~
6939 Klaa 1:68 | zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. ~
6940 Klaa 1:75 | Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. ~
6941 Klaa 1:76 | als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar
6942 Klaa 1:126| aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien;
6943 Klaa 1:131| Uz woont! doch de beker zal ook tot u komen, gij zult
6944 Klaa 1:132| o gij dochter Sions! Hij zal u niet meer gevankelijk
6945 Klaa 1:132| ongerechtigheid, o gij dochter Edoms! zal Hij bezoeken; Hij zal
6946 Klaa 1:132| zal Hij bezoeken; Hij zal uw zonden ontdekken. ~ ~ ~ ~ ~
6947 Eze 2:1 | sta op uw voeten, en Ik zal met u spreken. ~
6948 Eze 3:10 | woorden, die Ik tot u spreken zal, in uw hart, en hoor ze
6949 Eze 3:18 | leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid
6950 Eze 3:18 | sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. ~
6951 Eze 3:19 | goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid
6952 Eze 3:20 | zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet
6953 Eze 3:20 | gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven,
6954 Eze 3:20 | worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. ~
6955 Eze 3:21 | en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij
6956 Eze 3:22 | uit in de vallei, en Ik zal daar met u spreken. ~
6957 Eze 3:26 | 26 En Ik zal uw tong aan uw gehemelte
6958 Eze 3:27 | Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen,
6959 Eze 3:27 | als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en
6960 Eze 4:7 | van Jeruzalem, en uw arm zal ontbloot zijn; en gij zult
6961 Eze 4:8 | 8 En ziet, Ik zal dikke touwen aan u leggen,
6962 Eze 4:10 | spijze nu, die gij eten zult, zal in gewicht zijn twintig
6963 Eze 4:13 | waarhenen Ik hen verdrijven zal. ~
6964 Eze 5:2 | den wind strooien; want Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. ~
6965 Eze 5:4 | verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen een vuur tegen
6966 Eze 5:8 | wil aan u, ja Ik, want Ik zal gerichten in het midden
6967 Eze 5:9 | 9 En Ik zal onder u doen, hetgeen Ik
6968 Eze 5:9 | desgelijks Ik voortaan niet doen zal, om al uwer gruwelen wil. ~
6969 Eze 5:10 | hun vaderen eten; en Ik zal gerichten onder u oefenen,
6970 Eze 5:10 | gerichten onder u oefenen, en zal al uw overblijfsel in alle
6971 Eze 5:11 | Mijn oog u niet verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen! ~
6972 Eze 5:11 | verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen! ~
6973 Eze 5:12 | Een derde deel van u zal van de pestilentie sterven,
6974 Eze 5:12 | pestilentie sterven, en zal door honger in het midden
6975 Eze 5:12 | worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen rondom
6976 Eze 5:12 | en een derde deel zal Ik in alle winden verstrooien,
6977 Eze 5:12 | winden verstrooien, en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. ~
6978 Eze 5:13 | 13 Alzo zal Mijn toorn volbracht worden,
6979 Eze 5:13 | volbracht worden, en Ik zal Mijn grimmigheid op hen
6980 Eze 5:13 | grimmigheid tegen hen volbracht zal hebben. ~
6981 Eze 5:14 | 14 Daartoe zal Ik u ter woestheid en ter
6982 Eze 5:15 | 15 Zo zal de smaadheid en hoon een
6983 Eze 5:15 | grimmige straffen oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~
6984 Eze 5:16 | hongers tegen hen uitzenden zal, die ten verderve zijn zullen,
6985 Eze 5:16 | zullen, die Ik uitzenden zal om u te verderven; zo zal
6986 Eze 5:16 | zal om u te verderven; zo zal Ik den honger over u vermeerderen,
6987 Eze 5:17 | kinderen beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal
6988 Eze 5:17 | zal Ik over u zenden; ook zal pestilentie en bloed onder
6989 Eze 5:17 | u omgaan; en het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de
6990 Eze 6:3 | u het zwaard, en Ik zal uw hoogten verderven. ~
6991 Eze 6:4 | verbroken worden; en Ik zal uw verslagenen nedervellen
6992 Eze 6:5 | 5 En Ik zal de dode lichamen der kinderen
6993 Eze 6:5 | drekgoden leggen, en Ik zal uw beenderen rondom uw altaren
6994 Eze 6:8 | 8 Ik zal dan nog een overblijfsel
6995 Eze 6:12 | 12 Die verre af is, zal door de pest sterven, en
6996 Eze 6:12 | sterven, en die nabij is, zal door het zwaard vallen;
6997 Eze 6:12 | overgebleven en belegerd is, zal door honger sterven; alzo
6998 Eze 6:12 | door honger sterven; alzo zal Ik Mijn grimmigheid
6999 Eze 6:14 | 14 Daarom zal Ik Mijn hand over hen uitstrekken,
7000 Eze 6:14 | over hen uitstrekken, en zal het land woest maken, ja,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033 |