Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zakken 40
zakkur 6
zaks 3
zal 10033
zalaf 1
zalen 1
zalf 22
Frequency    [«  »]
11232 den
10542 hij
10527 een
10033 zal
9630 tot
9551 die
8801 zij

Bijbel

IntraText - Concordances

zal

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033

      Book Chapter: Verse
6501 Jer 24:7 | 7      En Ik zal hun een hart geven om Mij 6502 Jer 24:7 | tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want 6503 Jer 24:8 | aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, den koning 6504 Jer 24:9 | 9      En Ik zal hen overgeven tot een beroering 6505 Jer 24:9 | waarhenen Ik hen gedreven zal hebben; ~ 6506 Jer 24:10 | 10      En Ik zal onder hen zenden het zwaard, 6507 Jer 25:9 | 9      Ziet, Ik zal zenden, en nemen alle geslachten 6508 Jer 25:9 | van Babel, Mijn knecht; en zal ze brengen over dit land, 6509 Jer 25:9 | deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen, en zal ze 6510 Jer 25:9 | Ik zal ze verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting, 6511 Jer 25:10 | 10      En Ik zal van hen doen vergaan de 6512 Jer 25:11 | 11      En dit ganse land zal worden tot een woestheid, 6513 Jer 25:12 | 12      Maar het zal geschieden, als de zeventig 6514 Jer 25:12 | jaren vervuld zijn, dan zal Ik over den koning van Babel, 6515 Jer 25:12 | het land der Chaldeen, en zal dat stellen tot eeuwige 6516 Jer 25:13 | 13      En Ik zal over dat land brengen al 6517 Jer 25:14 | grote koningen zijn; alzo zal Ik hun vergelden naar hun 6518 Jer 25:16 | zwaard, dat Ik onder hen zal zenden. ~ 6519 Jer 25:26 | de koning van Sesach      zal na hen drinken. ~ 6520 Jer 25:27 | zwaard,      dat Ik onder u zal zenden. ~ 6521 Jer 25:28 | 28      En het zal geschieden, wanneer zij 6522 Jer 25:30 | tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en 6523 Jer 25:30 | woning Zijner heiligheid; Hij zal      schrikkelijk brullen 6524 Jer 25:30 | over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als 6525 Jer 25:31 | 31      Het geschal zal komen tot aan het einde 6526 Jer 25:31 | twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle 6527 Jer 25:32 | volk. en een groot onweder zal er verwekt worden van de 6528 Jer 25:34 | vervuld, dat men slachten zal, en van uw verstrooiingen, 6529 Jer 25:35 | 35      En de vlucht zal vergaan van de herders, 6530 Jer 25:36 | 36      Er zal zijn een stem des geroeps 6531 Jer 26:6 | 6      Zo zal Ik dit huis stellen als 6532 Jer 26:6 | stellen als Silo, en deze stad zal Ik stellen tot een vloek 6533 Jer 26:9 | geprofeteerd, zeggende: Dit huis zal worden als Silo, en deze 6534 Jer 26:9 | worden als Silo, en deze stad zal woest worden, dat er niemand 6535 Jer 26:13 | des HEEREN, uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over 6536 Jer 26:18 | HEERE des heirscharen: Sion zal      als een akker geploegd, 6537 Jer 27:8 | 8      En het zal geschieden, het volk en 6538 Jer 27:8 | den koning van Babel, niet zal dienen, en dat zijn hals 6539 Jer 27:8 | dienen, en dat zijn hals niet zal geven onder het juk des 6540 Jer 27:8 | Babel; over datzelve volk zal Ik, spreekt de HEERE, bezoeking 6541 Jer 27:8 | pestilentie, totdat Ik ze zal verteerd hebben door zijn 6542 Jer 27:11 | het volk, dat zijn hals zal brengen onder het juk des 6543 Jer 27:11 | en hem dienen, datzelve zal Ik in zijn land laten, spreekt 6544 Jer 27:11 | spreekt de HEERE, en het zal dat bouwen en daarin      6545 Jer 27:13 | koning van Babel      niet zal dienen. ~ 6546 Jer 27:22 | toe, dat Ik ze bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal 6547 Jer 27:22 | zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, en zal ze 6548 Jer 27:22 | dan zal Ik ze opvoeren, en zal ze wederbrengen tot deze      6549 Jer 28:3 | In nog twee volle jaren zal Ik tot deze plaats wederbrengen 6550 Jer 28:4 | 4      Ook zal Ik Jechonia, den zoon van 6551 Jer 28:4 | spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des konings van 6552 Jer 28:9 | profeet, die geprofeteerd zal hebben van vrede, als het 6553 Jer 28:9 | van dien profeet komt, dan zal die profeet bekend worden, 6554 Jer 28:11 | Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verbreken het juk van 6555 Jer 28:16 | zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen van den aardbodem; 6556 Jer 29:10 | Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en 6557 Jer 29:10 | ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken, 6558 Jer 29:12 | en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen. ~ 6559 Jer 29:14 | 14      En Ik zal van ulieden gevonden worden, 6560 Jer 29:14 | spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis wenden, en 6561 Jer 29:14 | spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen tot de plaats, 6562 Jer 29:17 | der heirscharen: Ziet, Ik zal het zwaard, den honger en 6563 Jer 29:17 | onder hen zenden; en Ik zal ze maken als de afschuwelijke 6564 Jer 29:18 | 18      En Ik zal ze achterna jagen met het 6565 Jer 29:18 | met de pestilentie; en Ik zal ze overgeven tot een beroering, 6566 Jer 29:18 | waar Ik ze henengedreven zal hebben; ~ 6567 Jer 29:21 | valselijk profeteren: Ziet, Ik zal hen      geven in de hand 6568 Jer 29:21 | koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan. ~ 6569 Jer 29:22 | 22      En van hen zal een vloek genomen worden 6570 Jer 29:28 | gezonden, zeggende: Het zal lang duren; bouwt huizen, 6571 Jer 29:32 | de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking doen over Semaja, 6572 Jer 29:32 | en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die in het 6573 Jer 29:32 | midden dezes volks wone, en zal      het goede niet zien, 6574 Jer 29:32 | dat Ik Mijn volke doen zal, spreekt de HEERE; want 6575 Jer 30:3 | Israel en Juda, wenden zal, zegt de HEERE; en Ik zal 6576 Jer 30:3 | zal, zegt de HEERE; en Ik zal hen wederbrengen in het 6577 Jer 30:7 | benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. ~ 6578 Jer 30:8 | 8      Want het zal te dien dage geschieden, 6579 Jer 30:8 | en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich 6580 Jer 30:9 | David, dien Ik hun verwekken zal. ~ 6581 Jer 30:10 | niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, 6582 Jer 30:10 | gevangenis; en Jakob      zal wederkomen, en stil en gerust 6583 Jer 30:10 | stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem verschrikke. ~ 6584 Jer 30:11 | u te verlossen; want Ik zal een voleinding maken met 6585 Jer 30:11 | verstrooid heb; maar met u zal Ik geen      voleinding 6586 Jer 30:11 | voleinding maken; maar Ik zal u kastijden met mate, en 6587 Jer 30:16 | allen, die u      plunderen, zal Ik ter plundering overgeven. ~ 6588 Jer 30:17 | 17      Want Ik zal u de gezondheid doen rijzen, 6589 Jer 30:18 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis der tenten 6590 Jer 30:18 | woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden op haar 6591 Jer 30:18 | haar hoop, en het paleis zal      liggen naar zijn wijze. ~ 6592 Jer 30:19 | 19      En van hen zal dankzegging uitgaan, en 6593 Jer 30:19 | stem der spelenden; en Ik zal hen vermeerderen, en zij 6594 Jer 30:19 | verminderd worden, en Ik zal hen verheerlijken, en zij 6595 Jer 30:20 | eertijds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht bevestigd 6596 Jer 30:20 | bevestigd worden; en Ik zal bezoeking doen over al zijn 6597 Jer 30:21 | 21      En zijn Heerlijke zal uit hem zijn, en zijn Heerser 6598 Jer 30:21 | van hem voortkomen; en Ik zal hem doen naderen, en hij 6599 Jer 30:21 | hem doen naderen, en hij zal tot Mij genaken; want wie 6600 Jer 30:22 | tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn. ~ 6601 Jer 30:23 | aanhoudend onweder; het zal blijven op het hoofd der 6602 Jer 30:24 | hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat 6603 Jer 30:24 | en totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns 6604 Jer 31:1 | tijd, spreekt de HEERE, zal Ik allen geslachten Israels 6605 Jer 31:4 | 4      Ik zal u weder bouwen, en gij zult 6606 Jer 31:6 | 6      Want er zal een dag zijn, waarin de 6607 Jer 31:8 | 8      Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land 6608 Jer 31:8 | land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden 6609 Jer 31:9 | geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen 6610 Jer 31:9 | smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, 6611 Jer 31:10 | Israel verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en 6612 Jer 31:12 | runderen;      en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, 6613 Jer 31:13 | 13      Dan zal zich de jonkvrouw verblijden 6614 Jer 31:13 | ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid 6615 Jer 31:13 | vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen      6616 Jer 31:13 | en zal hen troosten, en zal hen      verblijden naar 6617 Jer 31:14 | 14      En Ik zal de ziel der priesteren met 6618 Jer 31:14 | dronken maken; en Mijn volk zal met Mijn goed verzadigd 6619 Jer 31:18 | ongewend kalf. Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want      6620 Jer 31:20 | ingewand over      hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk ontfermen, 6621 Jer 31:22 | aarde geschapen: de vrouw zal den man omvangen. ~ 6622 Jer 31:23 | Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene      u, 6623 Jer 31:27 | het huis van Juda bezaaien zal met zaad van mensen en zaad 6624 Jer 31:28 | 28      En het zal geschieden, gelijk als Ik 6625 Jer 31:28 | kwaad aan te doen; alzo zal Ik over hen waken,      6626 Jer 31:30 | 30      Maar een iegelijk zal om zijn ongerechtigheid 6627 Jer 31:31 | van Juda een nieuw verbond zal maken; ~ 6628 Jer 31:33 | het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal 6629 Jer 31:33 | zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste 6630 Jer 31:33 | hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; 6631 Jer 31:33 | hun hart schrijven; en Ik zal      hun tot een God zijn, 6632 Jer 31:34 | spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, 6633 Jer 31:36 | wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaad Israels ophouden, 6634 Jer 31:37 | doorgrond kunnen worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels 6635 Jer 31:38 | dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den 6636 Jer 31:39 | 39      En het meetsnoer zal wijders nevens dezelve uitgaan 6637 Jer 31:40 | Paardenpoort tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid      6638 Jer 31:40 | heiligheid      zijn; er zal niets weder uitgerukt, noch 6639 Jer 32:3 | konings van Babel,      en hij zal ze innemen; ~ 6640 Jer 32:4 | Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen 6641 Jer 32:4 | niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden 6642 Jer 32:4 | van Babel, en zijn mond zal tot      deszelfs mond spreken, 6643 Jer 32:5 | 5      En hij zal Zedekia naar Babel voeren, 6644 Jer 32:5 | Babel voeren, en aldaar zal hij zijn, totdat Ik hem 6645 Jer 32:7 | zoon van Sallum, uw oom, zal tot u komen, zeggende: Koop 6646 Jer 32:28 | koning van Babel, en hij zal ze innemen. ~ 6647 Jer 32:37 | 37      Ziet, Ik zal hen vergaderen uit al de 6648 Jer 32:37 | landen, waarhenen Ik hen zal verdreven hebben in Mijn 6649 Jer 32:37 | grote verbolgenheid; en Ik zal hen tot deze plaats      6650 Jer 32:37 | plaats      wederbrengen, en zal hen zeker doen wonen. 6651 Jer 32:38 | tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn. ~ 6652 Jer 32:39 | 39      En Ik zal hun enerlei hart en enerlei 6653 Jer 32:40 | 40      En Ik zal een eeuwig verbond met hen 6654 Jer 32:40 | dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; 6655 Jer 32:40 | opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, 6656 Jer 32:41 | 41      En Ik zal Mij over hen verblijden, 6657 Jer 32:41 | dat Ik hun weldoe; en Ik zal hen getrouwelijk in dat 6658 Jer 32:42 | al dit grote kwaad, alzo zal Ik over hen brengen al het 6659 Jer 32:44 | 44      Velden zal men voor geld kopen, en 6660 Jer 32:44 | van het zuiden; want Ik zal hun gevangenis wenden, spreekt 6661 Jer 33:3 | Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal 6662 Jer 33:3 | zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en 6663 Jer 33:6 | 6      Zie, Ik zal haar de gezondheid en de 6664 Jer 33:6 | genezing doen rijzen, en zal henlieden genezen, en zal 6665 Jer 33:6 | zal henlieden genezen, en zal hun openbaren overvloed 6666 Jer 33:7 | 7      En Ik zal de gevangenis van Juda en 6667 Jer 33:7 | gevangenis van Israel wenden, en zal ze bouwen als in het eerste. ~ 6668 Jer 33:8 | 8      En Ik zal hen reinigen van al hun 6669 Jer 33:8 | gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden, 6670 Jer 33:9 | 9      En het zal Mij zijn tot een vrolijken 6671 Jer 33:10 | inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord worden, ~ 6672 Jer 33:11 | huize des HEEREN; want Ik zal de gevangenis des lands 6673 Jer 33:14 | het goede woord verwekken zal, dat Ik tot het huis van 6674 Jer 33:15 | die dagen, en te dier tijd zal Ik David een SPRUIT der 6675 Jer 33:15 | doen uitspruiten; en Hij zal recht en gerechtigheid doen 6676 Jer 33:16 | 16      In die dagen zal Juda verlost worden, en 6677 Jer 33:16 | deze is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~ 6678 Jer 33:17 | zegt de HEERE: Aan David zal niet worden afgesneden een 6679 Jer 33:18 | 18      Ook zal den Levietischen priesteren, 6680 Jer 33:21 | 21      Zo zal ook vernietigd kunnen worden 6681 Jer 33:22 | gemeten kan worden, alzo zal Ik vermenigvuldigen het 6682 Jer 33:26 | 26      Zo zal Ik ook het zaad van Jakob 6683 Jer 33:26 | Izak en Jakob; want Ik zal hun      gevangenis wenden 6684 Jer 34:2 | konings van      Babel, en hij zal ze met vuur verbranden. ~ 6685 Jer 34:3 | Babel zien, en zijn mond zal tot uw      mond spreken, 6686 Jer 34:14 | broeder, een Hebreer, die u zal verkocht zijn, en u zes 6687 Jer 34:17 | pestilentie, en ten honger, en zal u overgeven ter beroering 6688 Jer 34:18 | 18      En Ik zal de mannen overgeven, die 6689 Jer 34:20 | 20      Ja, Ik zal hen overgeven in de hand 6690 Jer 34:21 | van Juda, en zijn vorsten, zal Ik overgeven in de hand 6691 Jer 34:22 | 22      Ziet, Ik zal bevel geven, spreekt de 6692 Jer 34:22 | geven, spreekt de HEERE, en zal hen weder tot deze stad 6693 Jer 34:22 | vuur verbranden; en      Ik zal de steden van Juda stellen 6694 Jer 35:17 | de God Israels: Ziet, Ik zal over Juda en over alle inwoners 6695 Jer 35:19 | heirscharen, de God Israels: Er zal Jonadab, den zoon van Rechab, 6696 Jer 36:5 | zeggende: Ik ben opgehouden, ik zal in des HEEREN huis niet 6697 Jer 36:7 | 7      Misschien zal hunlieder smeking voor des 6698 Jer 36:29 | De koning van      Babel zal zekerlijk komen, en dit 6699 Jer 36:30 | den koning van Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids 6700 Jer 36:30 | zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags 6701 Jer 36:31 | 31      En Ik zal over hem, en over zijn zaad, 6702 Jer 36:31 | ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen, en over de inwoners 6703 Jer 37:7 | hulpe uitgetogen      is, zal wederkeren in zijn land, 6704 Jer 37:19 | zeggende: De koning van Babel zal niet tegen ulieden, noch 6705 Jer 38:2 | Wie in deze stad blijft, zal door het zwaard, door den 6706 Jer 38:2 | de Chaldeen uitgaat, die zal leven, want hij zal zijn 6707 Jer 38:2 | die zal leven, want hij zal zijn ziel      tot een buit 6708 Jer 38:2 | tot een buit hebben, en zal leven. ~ 6709 Jer 38:3 | zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk gegeven worden 6710 Jer 38:3 | konings van Babel, datzelve zal ze innemen; ~ 6711 Jer 38:14 | koning zeide tot Jeremia: Ik zal u      een ding vragen, 6712 Jer 38:15 | Als ik het u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk 6713 Jer 38:15 | doden? En als ik u raad zal geven, gij zult toch naar 6714 Jer 38:16 | gemaakt heeft: Indien ik u zal doden, of indien ik      6715 Jer 38:16 | doden, of indien ik      u zal overgeven in de hand dezer 6716 Jer 38:17 | van Babel zult uitgaan, zo zal uw ziel      leven, en deze 6717 Jer 38:17 | leven, en deze stad zal niet verbrand worden met 6718 Jer 38:18 | Babel niet zult uitgaan, zo zal deze stad gegeven worden 6719 Jer 38:20 | dewelke ik tot u spreek; zo zal het u welgaan, en uw ziel 6720 Jer 38:20 | het u welgaan, en uw ziel zal leven. ~ 6721 Jer 39:12 | gelijk als hij tot u spreken zal, doe alzo met hem. ~ 6722 Jer 39:16 | de God Israels: Zie, Ik zal Mijn woorden brengen over 6723 Jer 39:17 | 17      Maar Ik zal u te dien dage redden, spreekt 6724 Jer 39:18 | 18      Want Ik zal u zekerlijk bevrijden, en 6725 Jer 40:4 | te komen, zo kom, en ik zal mijn oog op u      stellen; 6726 Jer 40:5 | En dewijl hij nog niet zal wederkeren, zo keer gij 6727 Jer 40:9 | koning van      Babel, zo zal het u welgaan. ~ 6728 Jer 40:15 | slaan, en      niemand zal het weten; waarom zou hij 6729 Jer 42:4 | heb het gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden 6730 Jer 42:4 | naar uw woorden; en het zal geschieden, het ganse woord, 6731 Jer 42:4 | woord, dat de HEERE u      zal antwoorden, zal ik u bekend 6732 Jer 42:4 | HEERE u      zal antwoorden, zal ik u bekend maken, ik zal 6733 Jer 42:4 | zal ik u bekend maken, ik zal u niet een woord onthouden. ~ 6734 Jer 42:5 | de HEERE, uw God, tot ons zal zenden,      alzo zullen 6735 Jer 42:10 | land zult blijven wonen, zo zal Ik u bouwen en niet afbreken, 6736 Jer 42:11 | spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn, om u te behouden 6737 Jer 42:12 | 12      En Ik zal ulieden barmhartigheid geven, 6738 Jer 42:16 | 16      Zo zal het geschieden, dat het 6739 Jer 42:16 | u aldaar in Egypteland zal achterhalen; en de honger, 6740 Jer 42:16 | honger, waar gij voor zorgt, zal u aldaar in Egypte achter 6741 Jer 42:17 | het kwaad, dat Ik over hen zal brengen. ~ 6742 Jer 42:18 | inwoners van Jeruzalem, alzo zal Mijn grimmigheid over      6743 Jer 42:20 | de HEERE,      onze God, zal zeggen, alzo maak het ons 6744 Jer 43:10 | de God Israels: Ziet, Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, 6745 Jer 43:10 | Mijn knecht, halen, en Ik zal zijn troon      zetten boven 6746 Jer 43:10 | Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone tent daarover 6747 Jer 43:11 | 11      En hij zal komen en Egypteland slaan: 6748 Jer 43:12 | 12      En Ik zal een vuur aansteken in de 6749 Jer 43:12 | goden van Egypte, en hij zal ze verbranden, en gevankelijk 6750 Jer 43:12 | gevankelijk wegvoeren; en hij zal Egypteland aantrekken, gelijk 6751 Jer 43:12 | kleed aantrekt, en hij zal van daar uittrekken in vrede. ~ 6752 Jer 43:13 | 13      En hij zal de opgerichte beelden van 6753 Jer 43:13 | Egypteland is, verbreken; en hij zal de huizen der goden van 6754 Jer 44:11 | de God Israels: Ziet, Ik zal Mijn aangezicht tegen ulieden 6755 Jer 44:12 | 12      En Ik zal het overblijfsel van Juda 6756 Jer 44:13 | 13      Want Ik zal bezoeking doen over degenen, 6757 Jer 44:14 | vreemdelingen te verkeren, geen zal hebben, die ontkome, of 6758 Jer 44:26 | in gans Egypteland meer zal genoemd worden, die zegge: 6759 Jer 44:27 | 27      Ziet, Ik zal over hen waken ten kwade 6760 Jer 44:28 | weten, wiens woord bestaan zal, het Mijn of het hunne. ~ 6761 Jer 44:29 | 29      En dit zal ulieden het teken zijn, 6762 Jer 44:29 | plaats over u bezoeking zal doen; opdat gij weet, dat 6763 Jer 44:30 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal Farao Hofra, den koning 6764 Jer 45:5 | spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, 6765 Jer 46:8 | rivieren; en hij zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde 6766 Jer 46:8 | zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde bedekken, ik zal 6767 Jer 46:8 | zal de aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, 6768 Jer 46:10 | wederpartijders, en het zwaard zal vreten, en verzadigd, en      6769 Jer 46:18 | HEERE der heirscharen; hij zal voorzeker, als Thabor onder 6770 Jer 46:19 | dochter van Egypte! want Nof zal ter verwoesting worden, 6771 Jer 46:19 | ter verwoesting worden, en zal verbrand worden, dat er 6772 Jer 46:22 | 22      Haar stem zal gaan als van een slang; 6773 Jer 46:25 | Israels, zegt: Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte 6774 Jer 46:26 | 26      En Ik zal hen geven in de hand dergenen, 6775 Jer 46:26 | zijner knechten. Maar daarna zal zij      bewoond worden 6776 Jer 46:27 | o Israel! want zie, Ik zal u verlossen uit verre landen, 6777 Jer 46:27 | hunner gevangenis; en Jakob zal      wederkomen, en stil 6778 Jer 46:27 | gerust zijn, en niemand zal hem verschrikken. ~ 6779 Jer 46:28 | want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken met 6780 Jer 46:28 | waarhenen Ik u gedreven zal hebben, doch      met u 6781 Jer 46:28 | hebben, doch      met u zal Ik geen voleinding maken, 6782 Jer 47:4 | te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, het overblijfsel 6783 Jer 48:2 | nedergehouwen worden, het zwaard zal achter u heengaan. ~ 6784 Jer 48:5 | in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, 6785 Jer 48:7 | ingenomen worden; en Kamos zal henen uitgaan in gevangenis, 6786 Jer 48:8 | Want de verstoorder zal komen over elke stad, dat 6787 Jer 48:8 | dat niet een stad ontkomen zal; en het dal zal verderven, 6788 Jer 48:8 | ontkomen zal; en het dal zal verderven, en het effen 6789 Jer 48:9 | vederen, want al vliegende zal zij uitgaan; en haar steden 6790 Jer 48:12 | dat Ik hem vreemde gasten zal toeschikken, die hem in 6791 Jer 48:13 | 13      En Moab zal beschaamd worden vanwege 6792 Jer 48:26 | heeft tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen 6793 Jer 48:26 | uitspuwsel, en hij zelf zal ook ter belaching zijn. ~ 6794 Jer 48:31 | 31      Daarom zal Ik over Moab huilen, ja, 6795 Jer 48:31 | huilen, ja, om gans Moab zal Ik krijten; over de lieden 6796 Jer 48:31 | de lieden van Kir-heres zal men zuchten. ~ 6797 Jer 48:32 | Boven het geween van Jaezer zal Ik u bewenen, gij wijnstok 6798 Jer 48:33 | ophouden uit de kuipen; men zal geen druiven      treden 6799 Jer 48:33 | vreugdegeschrei; het vreugdegeschrei zal geen vreugdegeschrei zijn. ~ 6800 Jer 48:35 | 35      En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt 6801 Jer 48:36 | 36      Daarom zal Mijn hart over Moab getier 6802 Jer 48:36 | maken als de fluiten; ook zal Mijn hart over de lieden 6803 Jer 48:39 | met schaamte gewend! Alzo zal Moab allen, die rondom hem 6804 Jer 48:40 | zegt de HEERE: Ziet, hij zal snel vliegen als een arend, 6805 Jer 48:40 | vliegen als een arend, en hij zal zijn vleugelen over Moab 6806 Jer 48:41 | het hart van Moabs helden zal te dien dage wezen, als 6807 Jer 48:42 | 42      Want Moab zal verdelgd worden, dat hij 6808 Jer 48:44 | van de vreze ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die 6809 Jer 48:44 | die uit den kuil opkomt, zal in den strik gevangen worden; 6810 Jer 48:44 | gevangen worden; want Ik zal over haar, over Moab, het 6811 Jer 48:47 | in het laatste der dagen, zal Ik Moabs gevangenis wenden, 6812 Jer 49:2 | Ammons een krijgsgeschrei zal doen horen, en zij zal tot 6813 Jer 49:2 | krijgsgeschrei zal doen horen, en zij zal tot een woesten hoop worden, 6814 Jer 49:2 | aangestoken worden; en Israel zal erven degenen, die hem geerfd 6815 Jer 49:3 | de tuinen; want Malcham zal wandelen in gevangenis, 6816 Jer 49:5 | 5      Ziet, Ik zal vreze over u brengen, spreekt 6817 Jer 49:5 | worden,      en niemand zal den omdolende vergaderen. ~ 6818 Jer 49:6 | 6      Maar daarna zal Ik de gevangenis der kinderen 6819 Jer 49:10 | ontdekt, dat hij zich niet zal kunnen versteken; zijn zaad 6820 Jer 49:11 | Laat uw wezen achter, en Ik zal hen in het leven behouden, 6821 Jer 49:13 | HEERE, dat Bozra worden zal tot een ontzetting, tot 6822 Jer 49:16 | maken als de arend, zo zal Ik u van daar nederstoten, 6823 Jer 49:17 | 17      Alzo zal Edom worden tot een ontzetting; 6824 Jer 49:17 | al wie voorbij haar gaat, zal zich ontzetten, en fluiten 6825 Jer 49:18 | Gomorra en haar naburen, zal het zijn, zegt de HEERE; 6826 Jer 49:18 | zegt de HEERE; niemand zal daar wonen, en geen mensenkind 6827 Jer 49:19 | verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke 6828 Jer 49:19 | de sterke woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit 6829 Jer 49:19 | daartoe verkoren is,      dien zal Ik tegen haar bestellen; 6830 Jer 49:20 | hunlieder woning niet boven hen zal verwoesten! ~ 6831 Jer 49:22 | 22      Ziet, hij zal opkomen en snel vliegen, 6832 Jer 49:22 | het hart van Edoms helden zal te dien dage wezen, als 6833 Jer 49:27 | 27      En Ik zal een vuur aansteken in den 6834 Jer 49:27 | muur van Damaskus, en het zal Benhadads paleizen verteren. ~ 6835 Jer 49:32 | en de menigte van hun vee zal ten buit zijn; en Ik zal 6836 Jer 49:32 | zal ten buit zijn; en Ik zal hen verstrooien in alle 6837 Jer 49:32 | afgekort zijn; en Ik      zal hunlieder verderf van al 6838 Jer 49:33 | 33      En Hazor zal worden tot een drakenwoning, 6839 Jer 49:33 | tot in eeuwigheid; niemand zal daar wonen, en geen mensenkind 6840 Jer 49:35 | der heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken Elams boog, het 6841 Jer 49:36 | 36      En Ik zal de vier winden uit de vier 6842 Jer 49:36 | over Elam aanbrengen, en zal hen in al diezelve winden 6843 Jer 49:36 | winden verstrooien; en er zal geen volk zijn, waarhenen 6844 Jer 49:37 | 37      En Ik zal Elam versaagd maken voor 6845 Jer 49:37 | die hun ziel zoeken, en zal een kwaad over hen brengen, 6846 Jer 49:37 | spreekt de HEERE; en Ik zal het zwaard achter hen zenden, 6847 Jer 49:37 | totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~ 6848 Jer 49:38 | 38      En Ik zal Mijn troon in Elam stellen; 6849 Jer 49:38 | troon in Elam stellen; en zal den koning en de vorsten 6850 Jer 49:39 | 39      Maar het zal geschieden in het laatste 6851 Jer 49:39 | Elams gevangenis wenden zal, spreekt de HEERE. ~  ~ 6852 Jer 50:3 | op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, 6853 Jer 50:3 | dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan 6854 Jer 50:5 | eeuwig verbond, dat niet zal      worden vergeten. ~ 6855 Jer 50:9 | 9      Want ziet, Ik zal een verzameling van grote 6856 Jer 50:9 | tegen haar rusten; van daar zal zij      ingenomen worden; 6857 Jer 50:9 | eens kloeken helds, geen zal ledig wederkeren. ~ 6858 Jer 50:10 | 10      En Chaldea zal ten roof zijn; allen, die 6859 Jer 50:13 | verbolgenheid des HEEREN zal zij niet bewoond worden, 6860 Jer 50:13 | bewoond worden, maar zij zal geheel een verwoesting worden; 6861 Jer 50:13 | wie aan Babel voorbijgaat, zal zich ontzetten, en fluiten      6862 Jer 50:18 | de God Israels: Ziet, Ik zal bezoeking doen over den 6863 Jer 50:19 | 19      En Ik zal Israel weder tot zijn woning 6864 Jer 50:19 | zijn woning brengen, en hij zal weiden op den Karmel en 6865 Jer 50:19 | den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van Efraim 6866 Jer 50:20 | tijd, spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid 6867 Jer 50:20 | gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden 6868 Jer 50:20 | gevonden worden;      want Ik zal ze dengenen vergeven, die 6869 Jer 50:20 | dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven. ~ 6870 Jer 50:31 | tijd, dat Ik u bezoeken zal. ~ 6871 Jer 50:32 | 32      Dan zal de trotse aanstoten en vallen, 6872 Jer 50:32 | aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die hem opricht; 6873 Jer 50:32 | die hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn 6874 Jer 50:32 | aansteken in zijn steden, dat zal alle plaatsen rondom hem 6875 Jer 50:34 | heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk twisten, 6876 Jer 50:35 | 35      Het zwaard zal zijn over de Chaldeen, spreekt 6877 Jer 50:36 | 36      Het zwaard zal zijn over de leugenaars, 6878 Jer 50:36 | zij zot worden; het zwaard zal zijn over haar helden, dat 6879 Jer 50:37 | 37      Het zwaard zal zijn over zijn paarden en 6880 Jer 50:37 | wijven worden; het zwaard zal zijn over      haar schatten, 6881 Jer 50:38 | 38      Droogte zal zijn over haar wateren, 6882 Jer 50:39 | struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer      6883 Jer 50:39 | hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van 6884 Jer 50:40 | spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar wonen, en 6885 Jer 50:42 | barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op 6886 Jer 50:44 | verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke 6887 Jer 50:44 | de sterke woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit 6888 Jer 50:44 | daartoe verkoren is, dien      zal Ik tegen haar bestellen; 6889 Jer 50:45 | de woning boven hen niet zal verwoesten! ~ 6890 Jer 51:1 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind opwekken 6891 Jer 51:2 | 2      En Ik zal Babel wanners toeschikken, 6892 Jer 51:5 | Want Israel of Juda zal niet in weduwschap gelaten 6893 Jer 51:8 | tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden. ~ 6894 Jer 51:20 | krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan, 6895 Jer 51:20 | stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken verderven. ~ 6896 Jer 51:21 | 21      En door u zal Ik in stukken slaan het 6897 Jer 51:21 | en zijn ruiter; en door u zal Ik in stukken slaan den 6898 Jer 51:22 | 22      En door u zal Ik in stukken slaan den 6899 Jer 51:22 | man en de vrouw; en door u zal Ik in stukken slaan den 6900 Jer 51:22 | en den jonge; en door u zal Ik in stukken slaan den 6901 Jer 51:23 | 23      En door u zal Ik in stukken slaan den 6902 Jer 51:23 | en zijn kudde; en door u zal Ik in stukken slaan den 6903 Jer 51:23 | zijn juk ossen; en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden 6904 Jer 51:24 | 24      Maar Ik zal Babel en allen inwoneren 6905 Jer 51:25 | ganse aarde verderft, en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, 6906 Jer 51:25 | steenrotsen afwentelen, en zal u      stellen tot een berg 6907 Jer 51:29 | 29      Dan zal het land beven en pijn lijden; 6908 Jer 51:31 | 31      De loper zal den loper tegemoet lopen, 6909 Jer 51:33 | trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes      6910 Jer 51:36 | zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw 6911 Jer 51:36 | en uw wraak wreken; en Ik zal haar zee droog maken, en 6912 Jer 51:37 | 37      En Babel zal worden tot steen hopen, 6913 Jer 51:39 | Als zij verhit zijn, zal Ik hun drank opzetten, en 6914 Jer 51:39 | Ik hun drank opzetten, en zal hen dronken maken, opdat 6915 Jer 51:40 | 40      Ik zal hen afvoeren als lammeren 6916 Jer 51:44 | 44      En Ik zal bezoeking doen over Bel 6917 Jer 51:44 | over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen, 6918 Jer 51:46 | het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want 6919 Jer 51:46 | worden in het land; want er zal een gerucht komen in het 6920 Jer 51:46 | in het andere jaar; en er zal geweld zijn in het land, 6921 Jer 51:47 | komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden 6922 Jer 51:47 | Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al 6923 Jer 51:52 | HEERE, dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; 6924 Jer 51:52 | en de dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land. ~ 6925 Jer 51:55 | HEERE verstoort Babel, en zal de grootse stem uit haar 6926 Jer 51:55 | geruis van hunlieder geluid zal zich      verheffen. ~ 6927 Jer 51:56 | de God der vergelding, zal hun      zekerlijk betalen. ~ 6928 Jer 51:57 | 57      En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen, 6929 Jer 51:58 | Die brede muur van Babel zal ten enenmale ontbloot worden, 6930 Jer 51:62 | beest, maar dat zij worden zal tot      eeuwige woestheden. ~ 6931 Jer 51:63 | 63      En het zal geschieden, als gij geeindigd 6932 Jer 51:64 | En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder 6933 Jer 51:64 | kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat 6934 Klaa 1:35 | 13      Mem. Wat getuigen zal ik u brengen, wat zal ik 6935 Klaa 1:35 | getuigen zal ik u brengen, wat zal ik bij u vergelijken, gij 6936 Klaa 1:35 | dochter Jeruzalems? Wat zal ik bij u vergelijken, dat 6937 Klaa 1:65 | 21      Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen, 6938 Klaa 1:65 | ter harte nemen, daarom zal ik hopen; ~ 6939 Klaa 1:68 | zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. ~ 6940 Klaa 1:75 | Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. ~ 6941 Klaa 1:76 | als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar 6942 Klaa 1:126| aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; 6943 Klaa 1:131| Uz woont! doch de beker zal ook tot u komen, gij zult 6944 Klaa 1:132| o gij dochter Sions! Hij zal u niet meer gevankelijk 6945 Klaa 1:132| ongerechtigheid, o gij dochter Edoms! zal Hij      bezoeken; Hij zal 6946 Klaa 1:132| zal Hij      bezoeken; Hij zal uw zonden ontdekken. ~  ~  ~  ~ ~ 6947 Eze 2:1 | sta op uw voeten, en Ik zal met u spreken. ~ 6948 Eze 3:10 | woorden, die Ik tot u spreken zal, in uw hart, en hoor ze 6949 Eze 3:18 | leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid 6950 Eze 3:18 | sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. ~ 6951 Eze 3:19 | goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid 6952 Eze 3:20 | zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet 6953 Eze 3:20 | gewaarschuwd hebt,      zal hij in zijn zonde sterven, 6954 Eze 3:20 | worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. ~ 6955 Eze 3:21 | en hij niet zondigt; hij zal zekerlijk leven, omdat hij 6956 Eze 3:22 | uit in de vallei, en Ik zal daar met u spreken. ~ 6957 Eze 3:26 | 26      En Ik zal uw tong aan uw gehemelte 6958 Eze 3:27 | Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, 6959 Eze 3:27 | als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en 6960 Eze 4:7 | van Jeruzalem, en uw arm zal ontbloot zijn; en gij zult 6961 Eze 4:8 | 8      En ziet, Ik zal dikke touwen aan u leggen, 6962 Eze 4:10 | spijze nu, die gij eten zult, zal in gewicht zijn twintig 6963 Eze 4:13 | waarhenen Ik hen verdrijven zal. ~ 6964 Eze 5:2 | den wind strooien; want Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. ~ 6965 Eze 5:4 | verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen een vuur tegen 6966 Eze 5:8 | wil aan u, ja Ik, want Ik zal gerichten in het midden 6967 Eze 5:9 | 9      En Ik zal onder u doen, hetgeen Ik 6968 Eze 5:9 | desgelijks Ik voortaan niet doen zal, om al uwer gruwelen wil. ~ 6969 Eze 5:10 | hun vaderen eten; en Ik zal gerichten onder u oefenen, 6970 Eze 5:10 | gerichten onder u oefenen, en zal al uw overblijfsel in alle      6971 Eze 5:11 | Mijn oog u niet verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen! ~ 6972 Eze 5:11 | verschonen zal, en Ik ook niet zal sparen! ~ 6973 Eze 5:12 | Een derde deel van u zal van de pestilentie sterven, 6974 Eze 5:12 | pestilentie sterven, en zal door honger in het midden 6975 Eze 5:12 | worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen rondom 6976 Eze 5:12 | en een derde      deel zal Ik in alle winden verstrooien, 6977 Eze 5:12 | winden verstrooien, en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. ~ 6978 Eze 5:13 | 13      Alzo zal Mijn toorn volbracht worden, 6979 Eze 5:13 | volbracht worden, en Ik zal Mijn grimmigheid op hen 6980 Eze 5:13 | grimmigheid tegen hen volbracht zal hebben. ~ 6981 Eze 5:14 | 14      Daartoe zal Ik u ter woestheid en ter 6982 Eze 5:15 | 15      Zo zal de smaadheid en hoon een 6983 Eze 5:15 | grimmige straffen      oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ 6984 Eze 5:16 | hongers tegen hen uitzenden zal, die ten verderve zijn zullen, 6985 Eze 5:16 | zullen, die Ik uitzenden zal om u te verderven; zo zal 6986 Eze 5:16 | zal om u te verderven; zo zal Ik den honger over u vermeerderen, 6987 Eze 5:17 | kinderen beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal 6988 Eze 5:17 | zal Ik over u zenden; ook zal pestilentie en bloed onder 6989 Eze 5:17 | u omgaan; en het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de      6990 Eze 6:3 | u      het zwaard, en Ik zal uw hoogten verderven. ~ 6991 Eze 6:4 | verbroken worden; en Ik zal uw verslagenen nedervellen 6992 Eze 6:5 | 5      En Ik zal de dode lichamen der kinderen 6993 Eze 6:5 | drekgoden leggen, en Ik zal uw beenderen rondom uw altaren 6994 Eze 6:8 | 8      Ik zal dan nog een overblijfsel 6995 Eze 6:12 | 12      Die verre af is, zal door de pest sterven, en 6996 Eze 6:12 | sterven, en die nabij is, zal door het zwaard vallen; 6997 Eze 6:12 | overgebleven en belegerd is, zal door honger sterven; alzo 6998 Eze 6:12 | door honger sterven; alzo zal Ik Mijn grimmigheid      6999 Eze 6:14 | 14      Daarom zal Ik Mijn hand over hen uitstrekken, 7000 Eze 6:14 | over hen uitstrekken, en zal het land woest maken, ja,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10033

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License