Book Chapter: Verse
1 Gen 23:27 | Die Zijn weldadigheid en waarheid niet nagelaten heeft van
2 Gen 38:16 | zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet,
3 Exo 34:29 | groot van weldadigheid en waarheid. ~
4 Deu 13:14 | navragen; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk
5 Deu 17:4 | onderzoeken; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk
6 Deu 32:4 | wegen zijn gerichte. God is waarheid, en is geen onrecht; rechtvaardig
7 Joz 25:14 | Hem in oprechtheid en in waarheid; en doet weg de goden, die
8 Ric 8:15 | bomen: Indien gij mij in waarheid tot een koning over u zalft,
9 Ric 8:16 | Alzo nu, indien gij het in waarheid en oprechtheid gedaan hebt,
10 Ric 8:19 | 19 Indien gij dan in waarheid en in oprechtheid bij Jerubbaal
11 2Sa 7:28 | God, en Uw woorden zullen waarheid zijn, en Gij hebt dit goede
12 1Kon 3:6 | aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en
13 1Kon 10:6 | den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn
14 1Kon 17:24| woord des HEEREN in uw mond waarheid is. ~ ~ ~
15 1Kon 22:16| niet spreekt, dan alleen de waarheid, in den Naam des HEEREN? ~
16 2Kon 22:3 | ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart
17 2Kon 22:19| niet, naardien vrede en waarheid in mijn dagen wezen zal? ~
18 2Kro 19:15| mij niet spreekt, dan de waarheid, in den Naam des HEEREN? ~
19 Psa 15:2 | en die met zijn hart de waarheid spreekt; ~
20 Psa 19:10 | rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig. ~
21 Psa 25:5 | He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt
22 Psa 25:10 | zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond
23 Psa 26:3 | ogen, en ik wandel in Uw waarheid. ~
24 Psa 30:10 | het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen? ~
25 Psa 31:6 | verlost, HEERE, Gij, God der waarheid! ~
26 Psa 37:6 | is tot in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste wolken toe. ~
27 Psa 41:11 | midden mijns harten; Uw waarheid en Uw heil spreek ik uit;
28 Psa 43:3 | 3Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden; dat
29 Psa 45:5 | heerlijkheid, op het woord der waarheid en rechtvaardige zachtmoedigheid;
30 Psa 51:8 | 8 Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in
31 Psa 54:7 | vergelden; roei hen uit door Uw waarheid. ~
32 Psa 57:4 | goedertierenheid en Zijn waarheid zenden. ~
33 Psa 57:11 | tot aan de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken. ~
34 Psa 60:6 | op te werpen, vanwege de waarheid. Sela. ~
35 Psa 61:8 | bereid goedertierenheid en waarheid, dat zij hem behoeden. ~
36 Psa 85:11 | 11 De goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten;
37 Psa 85:12 | 12 De waarheid zal uit de aarde spruiten,
38 Psa 86:11 | HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart
39 Psa 86:15 | van goedertierenheid en waarheid. ~
40 Psa 89:2 | eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend maken,
41 Psa 89:3 | hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, zeggende: ~
42 Psa 89:15 | troons; goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn henen. ~
43 Psa 91:4 | zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. ~
44 Psa 96:13 | gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid. ~ ~
45 Psa 98:3 | goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israels; en
46 Psa 108:5 | boven de hemelen, en Uw waarheid tot aan de bovenste wolken. ~
47 Psa 111:7 | werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; Nun. al Zijn
48 Psa 111:8 | eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid. ~
49 Psa 115:1 | goedertierenheid, om Uwer waarheid wil. ~
50 Psa 117:2 | geweldig over ons, en de waarheid des HEEREN is in der eeuwigheid!
51 Psa 119:30 | heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld. ~
52 Psa 119:43 | 43 En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te
53 Psa 119:86 | 86 Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen,
54 Psa 119:138| Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden. ~
55 Psa 119:142| eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid. ~
56 Psa 119:151| nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. ~
57 Psa 119:160| Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is
58 Psa 132:11 | De HEERE heeft David de waarheid gezworen, waarvan Hij niet
59 Psa 138:2 | goedertierenheid en om Uw waarheid; want Gij hebt vanwege Uwgansen
60 Psa 143:1 | smekingen; verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid. ~
61 Psa 145:18 | die Hem aanroepen in der waarheid. ~
62 Spre 8:7 | Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken,
63 Spre 12:17| 17 Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid
64 Spre 20:28| 28 Weldadigheid en waarheid bewaren den koning; en door
65 Spre 22:21| zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij de redenen der
66 Spre 22:21| opdat gij de redenen der waarheid antwoorden moogt dengenen,
67 Spre 23:23| 23 Koop de waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders
68 Pred 12:10| geschrevene is recht, woorden der waarheid. ~
69 Jes 11:5 | lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel Zijner lendenen
70 Jes 25:1 | raadslagen van verre zijn waarheid en vastigheid. ~
71 Jes 38:3 | ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart
72 Jes 38:18 | nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen. ~
73 Jes 38:19 | vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken. ~
74 Jes 39:8 | hij: Doch het zij vrede en waarheid in mijn dagen! ~ ~
75 Jes 42:3 | Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. ~
76 Jes 43:9 | hore en zegge: Het is de waarheid. ~
77 Jes 48:1 | God Israels, maar niet in waarheid, noch in gerechtigheid. ~
78 Jes 60:4 | en niemand, die voor de waarheid in het gericht zich begeeft;
79 Jes 60:14 | staat van verre; want de waarheid struikelt op de straat,
80 Jes 60:15 | 15 Ja, de waarheid ontbreekt er, en wie van
81 Jes 62:8 | geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een
82 Jes 66:16 | zich zegenen in den God der waarheid; en wie zal zweren op aarde,
83 Jes 66:16 | zal zweren bij den God der waarheid, omdat de vorige benauwdheden
84 Jer 4:2 | waarachtig als de HEERE leeft! in waarheid, in recht en in gerechtigheid;
85 Jer 5:1 | is, die recht doet, die waarheid zoekt, zo zal Ik haar
86 Jer 5:3 | zien Uw ogen niet naar waarheid? Gij hebt hen geslagen,
87 Jer 7:28 | tucht niet aanneemt; de waarheid is ondergegaan, en uitgeroeid
88 Jer 9:3 | het land, doch niet tot waarheid; want zij gaan voort van
89 Jer 9:5 | zijn vriend, en spreken de waarheid niet; zij leren hun tong
90 Jer 10:10 | Maar de HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende God,
91 Jer 26:15 | haar inwoners; want in der waarheid, de HEERE heeft mij
92 Jer 28:9 | dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft. ~
93 Jer 33:6 | openbaren overvloed van vrede en waarheid. ~
94 Dan 2:47 | Daniel en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder God een God
95 Dan 4:37 | hemels, omdat al Zijn werken waarheid, en Zijn paden gerichten
96 Dan 7:19 | Toen wenste ik naar de waarheid van het vierde dier, hetwelk
97 Dan 8:12 | gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed het,
98 Dan 8:26 | dat er gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit dit gezicht
99 Dan 9:13 | verstandelijk acht gevende op Uw waarheid. ~
100 Dan 10:1 | geopenbaard, en die zaak is de waarheid, doch in een gezetten
101 Dan 10:21 | is in het geschrift der waarheid; en er is niet een, die
102 Dan 11:2 | En nu, ik zal u de waarheid te kennen geven; ziet, er
103 Zac 8:3 | geheten worden een stad der waarheid, en de berg des HEEREN
104 Zac 8:8 | hun tot een God zijn, in waarheid en in gerechtigheid. ~
105 Zac 8:16 | gij doen zult: spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste;
106 Zac 8:16 | zijn naaste; oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes
107 Zac 8:19 | hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en den vrede lief. ~
108 Mal 2:6 | 6 De wet der waarheid was in zijn mond, en er
109 Matt 22:16| zijt, en de weg Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt;
110 Mark 5:33| neder, en zeide Hem al de waarheid. ~
111 Mark 12:14| leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den
112 Mark 12:32| Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig
113 Luk 4:25 | 25 Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in
114 Luk 20:21 | den weg Gods leert in der waarheid. ~
115 Luk 22:59 | ander, zeggende: In der waarheid, ook deze was met Hem; want
116 Joha 1:14| Vader), vol van genade en waarheid. ~
117 Joha 1:17| gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. ~
118 Joha 3:21| 21 Maar die de waarheid doet, komt tot het licht,
119 Joha 4:18| man niet; dat hebt gij met waarheid gezegd. ~
120 Joha 4:23| aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook
121 Joha 4:24| Hem aanbidden in geest en waarheid. ~
122 Joha 5:33| gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis gegeven. ~
123 Joha 8:32| 32 En zult de waarheid verstaan, en de waarheid
124 Joha 8:32| waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. ~
125 Joha 8:40| doden, een Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik
126 Joha 8:44| den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want
127 Joha 8:44| staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de
128 Joha 8:45| Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet. ~
129 Joha 8:46| van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij
130 Joha 14:6 | hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt
131 Joha 14:17| 17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan
132 Joha 15:26| Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat,
133 Joha 16:7 | 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga;
134 Joha 16:13| zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid
135 Joha 16:13| waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van
136 Joha 17:17| 17 Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. ~
137 Joha 17:17| waarheid; Uw woord is de waarheid. ~
138 Joha 17:19| geheiligd mogen zijn in waarheid. ~
139 Joha 18:37| wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een
140 Joha 18:37| Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem. ~
141 Joha 18:38| Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had,
142 Hand 4:27| 27 Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw
143 Hand 5:34| zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer des
144 Hand 20:25| maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand; ~
145 Rom 1:18 | ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder
146 Rom 1:25 | 25 Als die de waarheid Gods veranderd hebben in
147 Rom 2:2 | dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen, die zulke
148 Rom 2:8 | twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid
149 Rom 2:20 | gedaante der kennis en der waarheid in de wet. ~
150 Rom 3:7 | 7 Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger
151 Rom 9:1 | 1 Ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet (
152 Rom 15:8 | besnijdenis, vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen
153 1Kor 5:8 | broden der oprechtheid en der waarheid. ~
154 1Kor 13:6 | zij verblijdt zich in de waarheid; ~
155 2Kor 4:2 | maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende
156 2Kor 6:7 | 7 In het woord der waarheid, in de kracht van God, door
157 2Kor 7:14| maar gelijk wij alles met waarheid tot u gesproken hebben,
158 2Kor 7:14| ik bij Titus geroemd heb, waarheid geworden. ~
159 2Kor 11:10| 10 De waarheid van Christus is in mij,
160 2Kor 12:6 | onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde daarvan
161 2Kor 13:8 | vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid. ~
162 2Kor 13:8 | de waarheid, maar voor de waarheid. ~
163 Gal 2:5 | met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u
164 Gal 2:14 | recht wandelden naar de waarheid van het Evangelie, zeide
165 Gal 3:1 | u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn;
166 Gal 4:16 | uw vijand geworden, u de waarheid zeggende? ~
167 Gal 5:7 | wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn? ~
168 Efez 1:13| nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie
169 Efez 4:15| 15 Maar de waarheid betrachtende in liefde,
170 Efez 4:21| geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is; ~
171 Efez 4:25| de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste;
172 Efez 5:9 | en rechtvaardigheid, en waarheid), ~
173 Efez 6:14| lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het
174 Fili 1:18| een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd
175 Kol 1:5 | hebt, door het Woord der waarheid, namelijk des Evangelies; ~
176 Kol 1:6 | hebt, en de genade Gods in waarheid bekend hebt. ~
177 2The 2:10| daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben,
178 2The 2:12| veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar
179 2The 2:13| des Geestes, en geloof der waarheid; ~
180 1Tim 2:4 | worden, en tot kennis der waarheid komen. ~
181 1Tim 2:7 | prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet),
182 1Tim 2:7 | der heidenen, in geloof en waarheid. ~
183 1Tim 3:15| pilaar en vastigheid der waarheid. ~
184 1Tim 4:3 | de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend. ~
185 1Tim 6:5 | verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat
186 2Tim 2:15| wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt. ~
187 2Tim 2:18| 18 Die van de waarheid zijn afgeweken, zeggende,
188 2Tim 2:25| gave tot erkentenis der waarheid; ~
189 2Tim 3:7 | nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen. ~
190 2Tim 3:8 | alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven
191 2Tim 4:4 | zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich
192 2Tim 5:1 | uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid
193 2Tim 5:14| der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~
194 Tit 1:1 | uitverkorenen Gods, en de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid
195 Tit 1:14 | der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~
196 Heb 10:26 | nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft
197 Jako 1:18| gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als
198 Jako 3:14| roemt en liegt niet tegen de waarheid. ~
199 Jako 5:19| indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand
200 1Pet 1:22| in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde
201 2Pet 1:12| en in de tegenwoordige waarheid versterkt zijt. ~
202 2Pet 2:2 | navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. ~
203 1Joh 1:6 | zo liegen wij, en doen de waarheid niet. ~
204 1Joh 1:8 | verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet. ~
205 1Joh 2:4 | leugenaar, en in dien is de waarheid niet; ~
206 1Joh 2:21| geschreven, omdat gij de waarheid niet weet, maar omdat gij
207 1Joh 2:21| omdat geen leugen uit de waarheid is. ~
208 1Joh 3:18| tong, maar met de daad en waarheid. ~
209 1Joh 3:19| kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn, en wij zullen onze
210 1Joh 4:6 | kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling. ~
211 1Joh 5:6 | getuigt, dat de Geest de waarheid is. ~
212 2Joh 1:1 | haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen
213 2Joh 1:1 | maar ook allen, die de waarheid gekend hebben; ~
214 2Joh 1:2 | 2 Om der waarheid wil, die in ons blijft,
215 2Joh 1:3 | den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde. ~
216 2Joh 1:4 | gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een
217 3Joh 1:1 | geliefden Gajus, welken ik in waarheid liefheb. ~
218 3Joh 1:3 | kwamen, en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in de waarheid
219 3Joh 1:3 | waarheid, gelijk gij in de waarheid wandelt. ~
220 3Joh 1:4 | dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. ~
221 3Joh 1:8 | medearbeiders mogen worden der waarheid. ~
222 3Joh 1:12| gegeven van allen, en van de waarheid zelve; en wij getuigen ook,
|